„De wqetuksMQeV M Roeiboot overvaren BOEKEN UIT HET BUITENLAND Engeland en de houding der neutrals De grieven van den Geruchten over Duitsch „vredesoffensief" Masefcetd vecuo'qt het vechaal van „"Dead, Tied". EN zal zich wellicht herinneren, dat on geveer een jaar geleden in deze rubriek aandacht werd gevraagd voor den merkwaardigen roman „Dead Ned" van den Engelschen hofdichter, den Poet Laureate John Masefield. „Dead Ned" was een ongemeen boeiend boek, dat de beste tradities der Engelsche romankunst op moderne wijze voortzette, een avontuurlijk verhaal, vol van wonderlijk bewogen romantiek. John Masefeld, die behalve zijn dich terlijken arbeid ook als prozaschrijver een vrij omvangrijk oeuvre schiep, ontwikkelde in het verhaal van „Dead Ned" zijn sterkste talenten en overtrof daarmede in menig opzicht de romans, die hem totnogtoe de grootste bekendheid deden verwerven: „Sard Harker" en „The Bird of Daw ning". (Dit laatste boek werd in het Nederlandsch vertaald onder den titel „Klipperschepen jagen naar Londen"), John Masefield. „Dead Ned" was hoezeer ook op zichzelf reeds een afger%id verhaal toch bestemd om vervolgd te worden en dit heeft Masefield thans gedaan in het zoo juist verschenen „Live and kicking Ned". Het eerste boek verhaalde hoe de jonge dokter Ned, na een moeilijk tweede huwe lijk van zijn vader, vervreemdt van het ouderlijk huis en bevriend raakt met een ouden admiraal, bezitter van een geheimzinnige goudschat. De ad miraal wordt op zijn eenzame landhuis vermoord en Ned wordt van den moord beschuldigd, hoewel hij geheel onschuldig is. Valsche getuigen bewer ken voor de rechtbank zijn doodvonnis, maar en kele jonge vrienden van hem, doktoren, weten het lichaam van den gehangene te bemachtigen en het op geheimzinnige wijze tot nieuw leven te wekken. Om ontdekking van hun daad te voor komen monsteren zij Ned als dokter op een sla venschip, dat op het punt staat naar Afrika t( vertrekken en aldus begin „Dead Ned" zijn won derlijke, tweede leven. Dit is het einde van het eerste boek; in het tweede beschrijft Masefield Ned's verdere avonturen aan de Slavenkust, ook „Coast of Dead Ned" genaamd. Het is bekend dat Masefield een rumoerige, avontuurlijke jeugd had en in dien tijd o.a. en kele jaren werkte als matroos. De herinneringen aan dien tijd hebben een groot deel van zijn werk beheerscht: aan de zee en het zeeleven heeft hij zijn gedichten en ook zijn beste proza gewijd. Het zal dus niemand verwónderen, wanneer geconsta teerd mag worden dat Masefield dit nieuwe boek op voortreffelijke wijze begint: Ned's vele weder waardigheden op het slavenschip vormen een on gemeen romantisch verhaal, door den Poet Lau reate beschreven met allen rijkdom, waarover zijn fantasie en zijn kennis van de zee beschik ken. Het slavenschip, de „Albicore", is uitgerust met alle mannen eri attributen, welke ons voorstel lingsvermogen aan een dergelijk somber vaartuig toekent: een wilde, sombere kapitein, die wegens een moord achtervolgd wordt en sindsdien aan waanvoorstellingen lijdt, voert het commando. Een wreede stuurman, die er naar hunkert, het bevel van den zieken commandant over te nemen, énkele verworpenen en maatschappelijk uitge- stootenen als verdere leden van de bemanning het geheel zou af en toe misschien kunnen lijken op een al te romantische, bijna drakerige film, wanneer Masefield het niet met zooveel talent en kracht geschreven had. De zachtmoedige, humane Ned heeft het in dit barsche, wreede gezelschap allesbehalve gemak kelijk en het wordt hem nóg moeilijker gemaakt, wanneer de Slavenkust is bereikt en daar een groepje negerslaven aan boord is genomen. De harteloos-wreede, menschonteerende behandeling- der slaven stuit hem tegen de borst, doch wan neer hij het leed der negers verzachten wil, raakt hij in conflict met de bemanning van de „Albi core", die hem ongeveer als een verrader gaat be schouwen. Dit wordt er niet minder op, wanneer het met den slavenhandel zeer slecht gaat: de eigenzinnige commandant slaagt er niet in goe den handel te drijven en komt overal te laat. Ma- sefield's herschepping van dien slavenhandel is van een diepe, aangrijpende kracht, juist door den eenvoud en de beheersching, welke zijn proza kenmerken: het is een historisch panorama met een sterke, uitmuntend getroffen sfeer. Als de commandant van de „Albicore" in de verschillende havens, welke in het reisplan op genomen zijn, niet meer dan een klein groepje slaven heeft kunnen koopen, zet hij op advies van een zonderlingen handelaar zijn reis voort naar een vrijwel onbekend gebied. Ned heeft door den ouden admiraal over dit gebied hoeren vertellen: het is een vreemde, vrijwel geheel verlaten kust, maar achter deze kust verder het binnenland in woont een merkwaardig blank volk, bestaande uit afstammelingen van vluchtelingen, gedeeltelijk bestuurd door een ouden vriend van den vermoorden admiraal, Quichet. Ned. komt onder dit volk terecht: wan neer hij aan de kust het schip heeft verlaten om te gaan visschen, wordt de bemanning van de „Albicore" overvallen door een leger wilden, dat de gevangen slaven komt I.evrijden. De jonge dokter trekt het binnenland in en vindt Quichet en de zijnen, juist op het punt om in een feilen oorlog te worden gewikkeld met een wilden, vij- andelijken negerstam. Het wordt een felle strijd, die de blanken vrijwel met een volledigen onder gang bedreigt, doch de munitie en het geschut van de verlaten „Albicore" brengen op Ned's ad vies na zwaren strijd de overwinning; onder zijn leiding slaagt Quichet's volk erin zichzelf en zijn nederzettingen te handhaven en Ned tot hoog aanzien gestegen neemt met Quichet geza menlijk de organisatie en civilisatie dezer ge bieden ter hand. Een staat wordt gevormd en door inzicht en overleg tot bloei gebracht. Als afgezant van dien staat gaat Ned, enkele jaren later, naar Londen terug. Men wil han delsrelaties met Groot-Brittannië aanknoopen en zendt Ned als gedelegeerde naar de Britsche re geering. Ned inmiddels gehuwd met Quichet's dochter kwijt zich met gemengde gevoelens van deze taak: hij ziet natuurlijk gaarne zijn vaderland terug, maar anderzijds is hij nog steeds veroordeelde gevonnist „om te worden opge hangen tot hij dood is". Wanneer men hem in Engeland herkent, zal dit vonnis wederom aan hem voltrokken worden. Doch Masefield brent Ned's wonderlijke leven tot een goed einde: zijn oude bekenden zijn intusschen gestorven en de ware schuldige aan den moord op den ouden admiraal legt, door wroeging daartoe gedreven, een volledige bekentenis af. De schrijver maakt het nog mooier: de goudschat van den admiraal, die nog door niemand, ook niet door den moor denaar, kon worden ondekt, wordt door Ned ge vonden, wanneer hij een bezoek brengt aan het verlaten landhuis, waar hij vroeger zooveel ge lukkige en onbezorgde uren sleet. Niets staat nu zijn gelukkige en onbezorgde toekomst meer in den weg: „Dead Ned" begint als „Living Ned' een rijk, tweede leven. Zooals uit deze opsomming van den inhoud blijken kan, zal men zich nauwelijks een ro mantischer, avontuurlijker verhaal kunnen in denken dan Masefield in dezen nieuwen roman gaf. Op het laatst zal het menigen lezer ook wel al te mooi wordende oude bekenden dood, de moordenaar in de gevangenis en dan nog het vinden van den door niemand ontdekten goud schat het is wel een èrg zonnige „happy en- ding". Dit slot is ook ongetwijfeld het minst sterke deel van het boek, met hoeveel talent Masefield zijn geschiedenis ook geschreven heeft. Het doet al te veel aan een sprookje denken Doch anderzijds dient te worden opgemerkt, dat het als zoodanig zeer goed in het leader van dezen fantastischen roman past en dat men Ned's verrijzenis uit zijn oude, bezwaarde leven door alle spannende avonturen heen met levendige belangstelling volgt. Ook wanneer men erkent dat Masefied in dit nieuwe boek er niet in geslaagd is het zeer hooge peil van „Dead Ned" geheel te handhaven, dan nog kan men constateeren, dat hier sprake is van een zeer merkwaardig boek, geschreven door den auteur, die zijn moeilijke stof uitmuntend beheerscht. GABRIëL SMIT. „Live and kicking Ned", roman door John Masefield. Uitg. Heineanann, Londen 1939. Onderschrift. Reeds negenduizend Russen gevangen genomen. Sovjet-troepen lijden onder koude en gebrek aan voorraden. KIRKENaS (United Press). Volgens een Finsch officier eischen koude, uitputting, gebrek aan voorraden plus de Finsche tactiek een zware tol van de Russische soldaten in Noord-Finland. Volgens hem waren er bijna 9000 Russen gevan gen genomen in de streek tusschen de steden Savukusuki en Kusano, welke de koudste streek van Finland is. Hij vertelde dat de Russen hier vorderingen gemaakt hebben tot 40 kilometer over de grens en niet tot 80, zooals de Russische communiqués beweren. Hij verklaarde dat de te rugtrekkende Finnen alle huizen en voorraden over een gebied van 10 kilometer hadden vernield en dat de Russen tengevolge van de uitputting definitief niet in staat waren verder op te trek ken en het gebrek aan voedsel en tenten hun mis schien genoodzaken zal terug te trekken. Deze Finsche officier verklaarde verder dat de voorhoede van de Russen in het Rovaniemi dis trict in Midden-Finland nu ongeveer 40 kilometer over de grens was, maar ook uitgeput en zonder voorraden. Rovaniemi ligt 80 kilometer van de Russische grens. Hij sprak de geruchten tegen volgens welke de Russen in het uiterste Noorden van Finland groote vorderingen zouden hebben gemaakt. Hij voegde eraan toe dat hij bevesti ging gekregen had dat er onder de Russische troepen Kirgiezen waren. Hij zeide dat de Russen weldra versterkingen verwachten, maar beweerde dat het hen minstens 8 dagen zou kosten om dichterbij Salmijarvi te komen. Hij verklaarde dat het Russische bombardement aan de Oost zijde van de Petsamo-fjord waarschijnlijk troe- zenlandingen daar moest dekken. Hij voegde ïieraan toe dat de Finnen een colonne in die richting vooruit hadden geschoven, maar dat hij de schade door het bombardement aan deze co lonne toegebracht nog niet kende. (United Press) Duitsclilaml en het Russisch- Finsche conflict. LONDEN. 11 December (Havas). De corres pondent van het Engelsche Labourblad „Daily Herald" te Helsinki bericht dat Hitier heeft ge poogd Stalin over te halen de militaire operaties tegen Finland te staken. In dit pogen is Hitier evenwel niet geslaagd. Naar vernomen wordt zou de ambassadeur van Duitschland in Moskou, graaf Von der Schulenburg met klem bij volks commissaris Molotof hebben aangedrongen op het aanknoopen van vredesonderhandelingen met Finland. Molotof, die vertrouwen schijnt te hebben in de regeering te Terijoki, welke hij heeft ingesteld, zou onomwonden hebben geweigerd. Kardinaal Lauri tot camerlengo benoemd. VATIKAANSTAD, 11 December (Havas). - Kardinaal Lorenzo Lauri is benoemd tot camer lengo. Hij is in 18S4 te Rome geboren en in 1887 priester gewijd. Hij volgde Achille Ratti, de latere Paus Pius XI, op als nuntius te Warschau en werd in 1926 kardinaal gecreëerd. Vier man verdronken RAAMSDONKSVEER, 11 December. Van ochtend omstreeks half zeven is op de rivier de Armer onder Drimmelen een roeiboot door een motorboot aangevaren. In de roeiboot zaten vijf mannen, vier van hen zijn verdronken.. De slachtoffers zijn de 17-jarige Adriaan van Schijndel, de 67-jarige Jacobus van Delft, de 59-jarige Gerrit van Seters en de 58-jarige A. van Strïen, allen uit Raamsdonksveer. De vader van Adriaan van Schijndel, de vijfde inzittende van de roeiboot, heeft men kunnen redden. LONDEN, 11 December. In de „Daily Express" is een artikel met den volgenden kop verschenen: „Hitier opent vredesoffensief". Volgens dit artikel zou den 35 nationaal-socïalistische journalisten die in Genéve vertoeven, daar propaganda voor een vredesplan maken. Zij zouden de correspondenten van de neutrale landen en de gedelegeerden trachten te winnen voor een vredesplan op de volgende basis De reconstructie van een onafhankelijk Polen en Tsjecho-Slowakije, waarbij Duitschland in het bezit zou blijven van het Sudetenland, Danzig, den Corridor, Opper-Silezië en een deel van de vroegere provincie Posen; boven dien zou in Oostenrijk, een plebisciet gehou den worden. Het artikel merkt op, dat de Duitsehe hou ding thans veranderd zou zijn tengevolge van den Russischen aanval op Finland, waardoor thans duidelijk geworden zou zijn dat Sovjet- Rusland de gemeenschappelijke vijand van de geheele wereld is. Daarom zouden de Duitsehe agenten thans trachten de neutralen over te halen om Duitschland te helpen om een vrede met de geallieerden tot stand te brengen, ten einde Duitschland de vrije hand te laten voor een bolsjewistischen kruistocht. Daaraan wordt toegevoegd dat Duitschland tegenover de neu tralen verklaart dat Hitier geen pact met Rus land gewenscht heeft ,doch dat dit hem door de onredelijke houding van Engeland en Frankrijk is opgedrongen, vooral met betrekking tot de ■edelij ke eischen van Duitschland met Polen, Bovendien zouden de nazi's er op wijzen dat het standpunt van Engeland van dat van Frankrijk verschilt, want Frankrijk wenscht Rusland uit den bond te bannen, terwijl Engeland gema tigdheid aanbeveelt. Ook de Brusselsche „Soir" meldt uit Genève dat er in Italiaansche kringen geruchten circu- leeren omtrent een nieuw Duitsch vredesoffen sief, waarvan, volgens genoemd blad, de Fran- sche regeering vla Rome, reeds op de hoogte ge steld zou zijn. Het blad noemt dan de hierboven genoemde punten en voegt er aan toe dat Wit-Rusland, Wit-Roethenië en Oost-Galicië een soort onaf- hankelijken bufferstaat zouden vormen. In ruil voor deze concessies zouden Engeland Frankrijk worden uitgenoodigd om met Duitschland een soort van bijstandspact tegen het bolsjewisme in Europa te sluiten, waarbij Italië klaarblijkelijk iets voor zich hoopt te win nen. Italië zou zich voor een speciale invloeds- zöne in den Balkan reserveeren en zou dan zijn eischen inzake de Middellandsche Zee tevens kenbaar maken. Uit betrouwbare Londensche bronnen wordt gemeld dat het Duitsehe vredes-offensief geen verwondering wekt in regeeringskringen aldaar. Ofschoon in den vroegen morgen er nog geen aanwijzingen beschikbaar waren dat de regee- ring met voorstellen daaromtrent gepolst is, duidden goed-ingelichte kringen aan dat een dergelijke actie onlangs reeds voorzien was ten gevolge van de laatste internationale gebeurte nissen. Van officiëele zijden echter beweerde men dat men omtrent genoemde plannen geheel onkundig was, men weigerde dan ook commentaar er op te leveren. Ook te Londen zegt men dat bedoelde berichten uit Italiaansche bron afkomstig zijn. (United Press.) (Van een bijzonderen Londenschen medewerker.) EN da-g voor de oorlog uitbrak sprak ik met een paar Hollandsche vrienden af dat wij in den vervolge in het publiek nog slechts EngeLsch zouden spreken. Dat leek ons een natuurlijken voorzorgsmaatre gel om onaangenaamheden met onze oorlogvoe rende gastheeren te voorkomen. Hollandsch zou immers door den ..man in de straat" maar al te gemakkelijk als Duitsch kunnen worden mis verstaan, en ook al zou dit niet gebeuren dan was het toch maar beter rekening te houden met de mentaliteit van een oorlogvoerend land en zich niet in een vreemde taal te laten hooren. Zoo dachten wij. Het is heel anders uitgekomen. En wij praten na een dag met Engelsch geëxperi menteerd te hebben, weer rustig onze moeder taal. De mentaliteit die wij van den oorlog ver wachten, is tot nu toe ten eenenmale uitgeble ven en wij vreemde eenden in deze bewogen bijt worden met precies dezelfde royale vriendelijk heid en genegenheid behandeld als in vredes tijd. Dat wil echter niet zeggen dat onze gasthee ren ook altijd even goed te spreken zijn over de houding van de neutrale landen, die wij ver tegenwoordigen. Onze, nationale politiek vindt niet altijd de de waardeering. die wij persoonlijk van onze gastheeren ondervinden. Zij geeft vaak aanlei ding tot critiek en zachte verwijten, zij kwetst bij tijd en wijle de gevoelens van onze Engelsche vrienden en vervult hen met meestal slechts half uitgesproken, maar niettemin door ons duidelijk ;evoelde grieven. Hoe die grieven ontstaan, waardoor de En gelschman zich vaak door ons teleurgesteld voelt daarover wil ik, die als lid van de Engelsche sa menleving hun gevoelens zoo goed kan begrijpen maar ze niettemin als Nederlander niet kan bil lijken, hier het een en ander vertellen. E meest voor de hand liggende verklaring voor de gemengde gevoelens, waarmee de Engelschman de neutrale volken beschouwt, is van psychologischen aard, Op den bodem van zijn gemoed en nauwelijks bewust is er de lichte verachting, die elke strijdende, of hij nu op de tennisbaan, in den boksring of op het slagveld strijdt, voor de omstanders voelt. Het is de ver achting van den man van de daad, die risico's neemt en zich inspant voor veilige nietsdoende toeschouwers. Dit instinctieve gevoel van min achting wordt des te sterker, wanneer de strijder meent voor een moreele zaak, het heil der mensehheid, beschaving of vrijheid te strijden. Afzijdigheid van een strijd van dezen aard voelt hij als een vergrijp. Hij kijkt op de afzijdigen neer zooals de kruisridder neerkijkt op den thuisblijver, of zooals de frontstrijder neerkijkt op den deserteur. Afzijdigheid komt voor hem jelijk te staan met geestelijke lafheid, of erger nog, met moreele verdorvenheid. Het „wie niet voor mij is, is tegen mij" komt in het spel. De Engelschman nu is er volstrekt van overtuigd dat hij voor een hoogere zaak dan zijn eigen huid strijdt, zij het dan ook slechts incidenteel. Hij gelooft dat hij door de zoo vurig gehoopte over winning niet alleen zijn eigen land, maar heel Europa van een afschuwelijke bedreiging zal verlossen. Geen wonder dus dat hij zich vaak als een kruisridder gevoelt en daarvan in zijn houding tegenover de neutralen dikwijls tegen wil en dank blijk geeft. Deze gemiddelde Engelschman bezit immers niet de intellectueele discipline, die noodig is om er zich rekenschap van te geven dat zijn bekeering tot het kruisridderschap van zeer recenten datum is, dat zij samen valt met zijn bekeering tot de overtuiging dat zijn leven op het sipel stond en hem derhalve niet het recht geeft neer te kijken op diegenen, die meenen hun leven op andere wijze te kunnen verdedi gen dan door deelneming aan den kruistocht Hij vergeet dat hij bij vroegere manifestaties van het kwaad, waartegen hij nuu ten strijde getrokken, zooals in Tsjecho Slowakije of Albanië, dezelfde positie van voorzichtige on zijdigheid innam, die hij nu in zijn hart ver oordeelt in de neutralen bij het huidige con flict. Dat is onbiillijk, maar het is niettemin volkomen begrijpelijk en vergeefelijk. De menscb heeft nu eenmaal een kort geheugen, vooral voor zijn eigen onvolmaaktheden. Dat zelfde korte geheugen maakt het hem. ook zoo moeilijk zich de consequenties van een neutraliteit voor oogen te houden, die hij zelf eerst zoo kort-geleden heeft opgegeven Engeland heeft zich door zijn oorlogsverklaring ten lan gen leste bevrijd van de noodzaak van diplo matieke voorzichtigheid, het kan eindelijk weer eens aan zijn opgekropte gevoelens over Duitsch- land's daden lucht geven, het kan zijn hart laten spreken en zeggen wat het denkt en weet van Duitschland's concentratiekampen of van zijn diplomatieke manoeuvres. Het heeft zich om zoo te zeggen een nieuwe gewetensvrijheid en een nieuwe vrijheid van meeningsuiting ver worven en dat gevoelt het natuurlijk als een weldadige verlossing. Even natuurlijk gevoelt het zich lichtelijk teleurgesteld, wanneer het ziet dat de boekjes die het nu over Duitschland kan opencj de neutrale landen met reserve worden^ gen en niet die graad van openlijke vero? diging opwekken, die de gepubliceerde"' schijnen te rechtvaardigen. Nog grooter dan die teleurstelling en gegriefde er gen/ neer deze landen weigeren de voor de fo! g'ende keuze te doen tusschen de Duta Engelsche interpretaties van gevallen, de torpedeering van de Athenia of van de Simon Bolivar. Engeland gezegd de gemiddelde Engelschman, officieele Engeland mankeert het niet 'Z grip voor de consequenties van neutra^ vergeet dat neutraliteit tot op zekere' een abdicatie van het onafhankelijke 5 en een beperking van de vrije meeni^ gebiedt. yy AT hem echter misschien nog he; van alles hindert in het gedrag* neutralen is, dat zij weigeren te erkend zij bij een Duitsehe overwinning alles liezen en bij een Engelsche alles te hebben. Voor de Engelschen kan daar minste twijfel aan bestaan. Wie bedre's zegt hij. Wie slokt, de eene kleine nu* heia na de andere op? Wie droomt wereldorde, waarin kleine o; 'hankèlijfe* geen bestaan meer zullen hebben? wie oorlog begonnen? Wie belijdt den cult/ het geweld? Wie is de vijand van de vrijt- van al die andere begrippen, die u ev dierbaar zijn? Ik weet het niet, is het neutrale antwoord, geen van beide oori&J va: renden of allebei. Dat maakt de F~' boos. Het hem duidelijk te maken dat de mogendheden, ondanks Engeland's goei drag van de laatste vijf en twintig jaar, wantrouwend moeten staan tegenover groote mogendheden, Engeland incluis, l onbegonnen taak Hij wil niet dan met der; ste moeite inzien, dat wantrouwen tejè de sterkere mogendheid altijd de eerstel/ vereischte van de zwakkere mogendheid; zoolang de internationale samenleving ander recht kent dan het recht van den r; ste. ONadrukverbofej Hc Wordt de Sovjet-Unie uit den Volkenbond verwijderd? De „Times" verwacht geeil toepassing van sancties. LONDEN, 11 December (Reuter). - N aanzien van de behandeling van de Fins-j kwestie in den Volkenbond schrijft de Tig dat het toepassen van economische sanfè tegen de Sovjet Unie zeker besproken worden, doch vermoedelijk geen algemeen steun zal vinden, omdat de slechtste poli'ü van den Bond zou zijn, maatregelen te» men, welke hij niet kan uitvoeren. De een!" maatregel, waardoor waarschijnlijk over stemming bereikt zou kunnen worden, i$tf- sluiting van de Sovjet Unie uit den Boni Wij weten al, wat er in den tuin van Dinges gebeurde. Maar Padje snapte er letterlijk niets van. Hij zag alle buren nieuwsgierig over de schuttingen hangen of uit de ramen. En hij zag ook, dat er een mijnheer was, die op een gieter was geklommen, maar die zich op dat wiebe lende ding bijna niet in evenwicht kon houden. Padje vond het eigenlijk 't veiligste om te verdwijnen. Niemand sloeg acht op hem, en hg zou doodgemoedereerd kun nen wegwandelen. Dat deed hij ook, waarbij hij juist een rare man door de tuindeur van de familie Dinges zag gaan. Padje vroeg zich af, wat die man daar wel te maken zou hebben en lay besloot nog even te wachten. Deze nieuwsgierigheid zou den dikken jongen echter noodlottig worden. Want toen allen plotseling den tuin verlieten, durfde hij niet weg te loopen. Haastig ver stopte hij zich achter een boom, welke echter niet dik genoeg was. En nu liep hij naast agent nummer 18, met z'n oogen strak op de straat gericht. Wat zouden ze hem doen op 't bureau? Een ideaal zou het zijn, wanneer alle ledes den besluiten tegelijk de wapens op te ta wanneer één van hen zou worden aangei door de Sovjet Unie, Duitschland of een staat. De huidige oorlog zou dan spoedig tol: eind komen. Het is evenwel niet waarschip dat dit ideaal bereikt zal worden. De „Times" somt de moeilijkheden van M nere staten op en voegt hieraan toe, dat een'; zond ere verantwoordelijkheid rust op Eng?'1 en Frankrijk, die nauw betrokken zijn bij voortbestaan van de kleinere staten en die reeds in oorlog bevinden. Engeland en hebben reeds zulk een zware taak op zich ge men dat het duidelijk is dat het onverstandig zijn als zij hun streven zoover zouden uitbr dat hun strategisch plan erbij wordt betrol Het zou dwaas zijn een oorlog aan te een land dat zich uitstrekt van de Oostzee Behringstraat. Rusland heeft evenwel Finland den oorlog ver klaard en er is veel, dat kan en moet worden ge daan om Finland te helpen door de andere lit*' den, behalve een oorlogsverklaring. De Eka strijden zoo moedig dat slechts een klein gec&"< j van de Fransche en Britsche hulpbronnen iu overwinning in de lucht kan bewerken en èsp mede hun onafhankelijkheid kan behouden, in dien Finland gered moet worden, dan moet" thans gered worden. De .Daily Mail" voert dezelfde argumenten en schrijft dat het onmogelijk is sancties toete passen op de Sovjet Unie alleen met de hulpen enkele Zuid Amerikaansche staten. Alleen gezamenlijke actie van de geheele wereld zou druk maken Het blad merkt tenslotte op dal anderzijds de eerste taak van de Britten al Duitschland te verslaan. De „News Chronicle" schrijft dat, indien Fffl- land zonder hulp zal moeten vechten, deze oor log slechts één einde kan hebben. Alleen een ge zamenlijke tegenstand van alle NoordeHjke !an«' den tegen de Sovjet Unie kan Finland redden. Reeds helpt Zweden een weinig. Natuurlijk Noorwegen en Zweden bezorgd voor hun eigen veiligheid, zij wensc-hen niet de wraak^ van Russen op hun eigen hoofd te doen neerdalen, doch zij moeten wel bedenken dat. indien Finiffli vernietigd wordt, zijzelf een veel gemakkelijk' nrooi zullen zijn. Het eigen belang schrijft beide landen voor Finland zooveel mogelijk te steunen. Er zijn teekenen, welke er op wijzen, dat Zweden de zen weg inslaat: de beweging voor interven tie groeit en de benoeming van een opperbe velhebber is een aanduiding, dat het land zich het gevaar bewust is. Er zal evenwel snel gehandeld moeten worden wanneer deze hulp doeltreffend zal zijn. In kü wereld van roofzuchtige groote mogendheden kso geïsoleerde neutraliteit veel gevaarlijker zijn o'J) een gemeenschappelijke verdediging. Dit is dep welke door alle kleine landen, zoowel in Scandl* navië als in de Balkan, getrokken kan worden, Wpmbro voorzitter van de Assemblee. GENèVE, 11 December (Havas). Hambro, i® gedelegeerde van Noorwegen, is tot voorzitter van de Volkenbondsvergadering gekozen. SPAARNDAM LIJK OPGEHAALD. Zaterdagmiddag is het lijk van den lfi-jarigeo H. v. d. Wiele, die Donderdagmorgen nabij Spaaj'n' dam te water raakte, op dezelfde plaats waar M' ongeluk is voorgevallen, opgehaald.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 6