„De wqetuksMQeV
M
Roeiboot
overvaren
BOEKEN UIT HET BUITENLAND
Engeland en de houding der neutrals
De grieven van den
Geruchten over Duitsch
„vredesoffensief"
Masefcetd vecuo'qt het vechaal
van „"Dead, Tied".
EN zal zich wellicht herinneren, dat on
geveer een jaar geleden in deze rubriek
aandacht werd gevraagd voor den
merkwaardigen roman „Dead Ned" van
den Engelschen hofdichter, den Poet Laureate
John Masefield. „Dead Ned" was een ongemeen
boeiend boek, dat de beste tradities der Engelsche
romankunst op moderne wijze voortzette, een
avontuurlijk verhaal, vol van wonderlijk bewogen
romantiek. John Masefeld, die behalve zijn dich
terlijken arbeid ook als prozaschrijver een vrij
omvangrijk oeuvre schiep, ontwikkelde in het
verhaal van „Dead Ned" zijn sterkste talenten en
overtrof daarmede in menig opzicht de romans,
die hem totnogtoe de grootste bekendheid deden
verwerven: „Sard Harker" en „The Bird of Daw
ning". (Dit laatste boek werd in het Nederlandsch
vertaald onder den titel „Klipperschepen jagen
naar Londen"),
John Masefield.
„Dead Ned" was hoezeer ook op zichzelf
reeds een afger%id verhaal toch bestemd om
vervolgd te worden en dit heeft Masefield thans
gedaan in het zoo juist verschenen „Live and
kicking Ned". Het eerste boek verhaalde hoe de
jonge dokter Ned, na een moeilijk tweede huwe
lijk van zijn vader, vervreemdt van het ouderlijk
huis en bevriend raakt met een ouden admiraal,
bezitter van een geheimzinnige goudschat. De ad
miraal wordt op zijn eenzame landhuis vermoord
en Ned wordt van den moord beschuldigd, hoewel
hij geheel onschuldig is. Valsche getuigen bewer
ken voor de rechtbank zijn doodvonnis, maar en
kele jonge vrienden van hem, doktoren, weten
het lichaam van den gehangene te bemachtigen
en het op geheimzinnige wijze tot nieuw leven
te wekken. Om ontdekking van hun daad te voor
komen monsteren zij Ned als dokter op een sla
venschip, dat op het punt staat naar Afrika t(
vertrekken en aldus begin „Dead Ned" zijn won
derlijke, tweede leven. Dit is het einde van het
eerste boek; in het tweede beschrijft Masefield
Ned's verdere avonturen aan de Slavenkust, ook
„Coast of Dead Ned" genaamd.
Het is bekend dat Masefield een rumoerige,
avontuurlijke jeugd had en in dien tijd o.a. en
kele jaren werkte als matroos. De herinneringen
aan dien tijd hebben een groot deel van zijn werk
beheerscht: aan de zee en het zeeleven heeft hij
zijn gedichten en ook zijn beste proza gewijd. Het
zal dus niemand verwónderen, wanneer geconsta
teerd mag worden dat Masefield dit nieuwe boek
op voortreffelijke wijze begint: Ned's vele weder
waardigheden op het slavenschip vormen een on
gemeen romantisch verhaal, door den Poet Lau
reate beschreven met allen rijkdom, waarover
zijn fantasie en zijn kennis van de zee beschik
ken.
Het slavenschip, de „Albicore", is uitgerust met
alle mannen eri attributen, welke ons voorstel
lingsvermogen aan een dergelijk somber vaartuig
toekent: een wilde, sombere kapitein, die wegens
een moord achtervolgd wordt en sindsdien aan
waanvoorstellingen lijdt, voert het commando.
Een wreede stuurman, die er naar hunkert, het
bevel van den zieken commandant over te nemen,
énkele verworpenen en maatschappelijk uitge-
stootenen als verdere leden van de bemanning
het geheel zou af en toe misschien kunnen lijken
op een al te romantische, bijna drakerige film,
wanneer Masefield het niet met zooveel talent en
kracht geschreven had.
De zachtmoedige, humane Ned heeft het in dit
barsche, wreede gezelschap allesbehalve gemak
kelijk en het wordt hem nóg moeilijker gemaakt,
wanneer de Slavenkust is bereikt en daar een
groepje negerslaven aan boord is genomen. De
harteloos-wreede, menschonteerende behandeling-
der slaven stuit hem tegen de borst, doch wan
neer hij het leed der negers verzachten wil, raakt
hij in conflict met de bemanning van de „Albi
core", die hem ongeveer als een verrader gaat be
schouwen. Dit wordt er niet minder op, wanneer
het met den slavenhandel zeer slecht gaat: de
eigenzinnige commandant slaagt er niet in goe
den handel te drijven en komt overal te laat. Ma-
sefield's herschepping van dien slavenhandel is
van een diepe, aangrijpende kracht, juist door
den eenvoud en de beheersching, welke zijn
proza kenmerken: het is een historisch panorama
met een sterke, uitmuntend getroffen sfeer.
Als de commandant van de „Albicore" in de
verschillende havens, welke in het reisplan op
genomen zijn, niet meer dan een klein groepje
slaven heeft kunnen koopen, zet hij op advies
van een zonderlingen handelaar zijn reis voort
naar een vrijwel onbekend gebied. Ned heeft
door den ouden admiraal over dit gebied hoeren
vertellen: het is een vreemde, vrijwel geheel
verlaten kust, maar achter deze kust verder
het binnenland in woont een merkwaardig
blank volk, bestaande uit afstammelingen van
vluchtelingen, gedeeltelijk bestuurd door een
ouden vriend van den vermoorden admiraal,
Quichet. Ned. komt onder dit volk terecht: wan
neer hij aan de kust het schip heeft verlaten
om te gaan visschen, wordt de bemanning van
de „Albicore" overvallen door een leger wilden,
dat de gevangen slaven komt I.evrijden. De jonge
dokter trekt het binnenland in en vindt Quichet
en de zijnen, juist op het punt om in een feilen
oorlog te worden gewikkeld met een wilden, vij-
andelijken negerstam. Het wordt een felle strijd,
die de blanken vrijwel met een volledigen onder
gang bedreigt, doch de munitie en het geschut
van de verlaten „Albicore" brengen op Ned's ad
vies na zwaren strijd de overwinning; onder zijn
leiding slaagt Quichet's volk erin zichzelf en zijn
nederzettingen te handhaven en Ned tot hoog
aanzien gestegen neemt met Quichet geza
menlijk de organisatie en civilisatie dezer ge
bieden ter hand. Een staat wordt gevormd en
door inzicht en overleg tot bloei gebracht.
Als afgezant van dien staat gaat Ned, enkele
jaren later, naar Londen terug. Men wil han
delsrelaties met Groot-Brittannië aanknoopen en
zendt Ned als gedelegeerde naar de Britsche re
geering. Ned inmiddels gehuwd met Quichet's
dochter kwijt zich met gemengde gevoelens
van deze taak: hij ziet natuurlijk gaarne zijn
vaderland terug, maar anderzijds is hij nog steeds
veroordeelde gevonnist „om te worden opge
hangen tot hij dood is". Wanneer men hem
in Engeland herkent, zal dit vonnis wederom aan
hem voltrokken worden. Doch Masefield brent
Ned's wonderlijke leven tot een goed einde: zijn
oude bekenden zijn intusschen gestorven en de
ware schuldige aan den moord op den ouden
admiraal legt, door wroeging daartoe gedreven,
een volledige bekentenis af. De schrijver maakt
het nog mooier: de goudschat van den admiraal,
die nog door niemand, ook niet door den moor
denaar, kon worden ondekt, wordt door Ned ge
vonden, wanneer hij een bezoek brengt aan het
verlaten landhuis, waar hij vroeger zooveel ge
lukkige en onbezorgde uren sleet. Niets staat nu
zijn gelukkige en onbezorgde toekomst meer in
den weg: „Dead Ned" begint als „Living Ned'
een rijk, tweede leven.
Zooals uit deze opsomming van den inhoud
blijken kan, zal men zich nauwelijks een ro
mantischer, avontuurlijker verhaal kunnen in
denken dan Masefield in dezen nieuwen roman
gaf. Op het laatst zal het menigen lezer ook
wel al te mooi wordende oude bekenden dood,
de moordenaar in de gevangenis en dan nog het
vinden van den door niemand ontdekten goud
schat het is wel een èrg zonnige „happy en-
ding". Dit slot is ook ongetwijfeld het minst
sterke deel van het boek, met hoeveel talent
Masefield zijn geschiedenis ook geschreven heeft.
Het doet al te veel aan een sprookje denken
Doch anderzijds dient te worden opgemerkt,
dat het als zoodanig zeer goed in het leader van
dezen fantastischen roman past en dat men
Ned's verrijzenis uit zijn oude, bezwaarde leven
door alle spannende avonturen heen
met levendige belangstelling volgt. Ook wanneer
men erkent dat Masefied in dit nieuwe boek er
niet in geslaagd is het zeer hooge peil van „Dead
Ned" geheel te handhaven, dan nog kan men
constateeren, dat hier sprake is van een zeer
merkwaardig boek, geschreven door den auteur,
die zijn moeilijke stof uitmuntend beheerscht.
GABRIëL SMIT.
„Live and kicking Ned", roman door John
Masefield. Uitg. Heineanann, Londen 1939.
Onderschrift.
Reeds negenduizend Russen
gevangen genomen.
Sovjet-troepen lijden onder koude en
gebrek aan voorraden.
KIRKENaS (United Press). Volgens een
Finsch officier eischen koude, uitputting, gebrek
aan voorraden plus de Finsche tactiek een zware
tol van de Russische soldaten in Noord-Finland.
Volgens hem waren er bijna 9000 Russen gevan
gen genomen in de streek tusschen de steden
Savukusuki en Kusano, welke de koudste streek
van Finland is. Hij vertelde dat de Russen hier
vorderingen gemaakt hebben tot 40 kilometer
over de grens en niet tot 80, zooals de Russische
communiqués beweren. Hij verklaarde dat de te
rugtrekkende Finnen alle huizen en voorraden
over een gebied van 10 kilometer hadden vernield
en dat de Russen tengevolge van de uitputting
definitief niet in staat waren verder op te trek
ken en het gebrek aan voedsel en tenten hun mis
schien genoodzaken zal terug te trekken.
Deze Finsche officier verklaarde verder dat de
voorhoede van de Russen in het Rovaniemi dis
trict in Midden-Finland nu ongeveer 40 kilometer
over de grens was, maar ook uitgeput en zonder
voorraden. Rovaniemi ligt 80 kilometer van de
Russische grens. Hij sprak de geruchten tegen
volgens welke de Russen in het uiterste Noorden
van Finland groote vorderingen zouden hebben
gemaakt. Hij voegde eraan toe dat hij bevesti
ging gekregen had dat er onder de Russische
troepen Kirgiezen waren. Hij zeide dat de Russen
weldra versterkingen verwachten, maar beweerde
dat het hen minstens 8 dagen zou kosten om
dichterbij Salmijarvi te komen. Hij verklaarde
dat het Russische bombardement aan de Oost
zijde van de Petsamo-fjord waarschijnlijk troe-
zenlandingen daar moest dekken. Hij voegde
ïieraan toe dat de Finnen een colonne in die
richting vooruit hadden geschoven, maar dat hij
de schade door het bombardement aan deze co
lonne toegebracht nog niet kende. (United Press)
Duitsclilaml en het Russisch-
Finsche conflict.
LONDEN. 11 December (Havas). De corres
pondent van het Engelsche Labourblad „Daily
Herald" te Helsinki bericht dat Hitier heeft ge
poogd Stalin over te halen de militaire operaties
tegen Finland te staken. In dit pogen is Hitier
evenwel niet geslaagd. Naar vernomen wordt zou
de ambassadeur van Duitschland in Moskou,
graaf Von der Schulenburg met klem bij volks
commissaris Molotof hebben aangedrongen op
het aanknoopen van vredesonderhandelingen
met Finland. Molotof, die vertrouwen schijnt te
hebben in de regeering te Terijoki, welke hij heeft
ingesteld, zou onomwonden hebben geweigerd.
Kardinaal Lauri tot camerlengo
benoemd.
VATIKAANSTAD, 11 December (Havas). -
Kardinaal Lorenzo Lauri is benoemd tot camer
lengo.
Hij is in 18S4 te Rome geboren en in 1887
priester gewijd. Hij volgde Achille Ratti, de latere
Paus Pius XI, op als nuntius te Warschau en werd
in 1926 kardinaal gecreëerd.
Vier man verdronken
RAAMSDONKSVEER, 11 December. Van
ochtend omstreeks half zeven is op de rivier
de Armer onder Drimmelen een roeiboot door
een motorboot aangevaren.
In de roeiboot zaten vijf mannen, vier van
hen zijn verdronken.. De slachtoffers zijn de
17-jarige Adriaan van Schijndel, de 67-jarige
Jacobus van Delft, de 59-jarige Gerrit van
Seters en de 58-jarige A. van Strïen, allen uit
Raamsdonksveer. De vader van Adriaan van
Schijndel, de vijfde inzittende van de roeiboot,
heeft men kunnen redden.
LONDEN, 11 December.
In de „Daily Express" is een artikel met
den volgenden kop verschenen: „Hitier opent
vredesoffensief". Volgens dit artikel zou
den 35 nationaal-socïalistische journalisten
die in Genéve vertoeven, daar propaganda
voor een vredesplan maken. Zij zouden de
correspondenten van de neutrale landen en
de gedelegeerden trachten te winnen voor
een vredesplan op de volgende basis De
reconstructie van een onafhankelijk Polen
en Tsjecho-Slowakije, waarbij Duitschland
in het bezit zou blijven van het Sudetenland,
Danzig, den Corridor, Opper-Silezië en een
deel van de vroegere provincie Posen; boven
dien zou in Oostenrijk, een plebisciet gehou
den worden.
Het artikel merkt op, dat de Duitsehe hou
ding thans veranderd zou zijn tengevolge van
den Russischen aanval op Finland, waardoor
thans duidelijk geworden zou zijn dat Sovjet-
Rusland de gemeenschappelijke vijand van de
geheele wereld is. Daarom zouden de Duitsehe
agenten thans trachten de neutralen over te
halen om Duitschland te helpen om een vrede
met de geallieerden tot stand te brengen, ten
einde Duitschland de vrije hand te laten voor
een bolsjewistischen kruistocht. Daaraan wordt
toegevoegd dat Duitschland tegenover de neu
tralen verklaart dat Hitier geen pact met Rus
land gewenscht heeft ,doch dat dit hem door de
onredelijke houding van Engeland en Frankrijk
is opgedrongen, vooral met betrekking tot de
■edelij ke eischen van Duitschland met Polen,
Bovendien zouden de nazi's er op wijzen dat het
standpunt van Engeland van dat van Frankrijk
verschilt, want Frankrijk wenscht Rusland uit
den bond te bannen, terwijl Engeland gema
tigdheid aanbeveelt.
Ook de Brusselsche „Soir" meldt uit Genève
dat er in Italiaansche kringen geruchten circu-
leeren omtrent een nieuw Duitsch vredesoffen
sief, waarvan, volgens genoemd blad, de Fran-
sche regeering vla Rome, reeds op de hoogte ge
steld zou zijn.
Het blad noemt dan de hierboven genoemde
punten en voegt er aan toe dat Wit-Rusland,
Wit-Roethenië en Oost-Galicië een soort onaf-
hankelijken bufferstaat zouden vormen.
In ruil voor deze concessies zouden Engeland
Frankrijk worden uitgenoodigd om met
Duitschland een soort van bijstandspact tegen
het bolsjewisme in Europa te sluiten, waarbij
Italië klaarblijkelijk iets voor zich hoopt te win
nen. Italië zou zich voor een speciale invloeds-
zöne in den Balkan reserveeren en zou dan zijn
eischen inzake de Middellandsche Zee tevens
kenbaar maken.
Uit betrouwbare Londensche bronnen wordt
gemeld dat het Duitsehe vredes-offensief geen
verwondering wekt in regeeringskringen aldaar.
Ofschoon in den vroegen morgen er nog geen
aanwijzingen beschikbaar waren dat de regee-
ring met voorstellen daaromtrent gepolst is,
duidden goed-ingelichte kringen aan dat een
dergelijke actie onlangs reeds voorzien was ten
gevolge van de laatste internationale gebeurte
nissen.
Van officiëele zijden echter beweerde men dat
men omtrent genoemde plannen geheel onkundig
was, men weigerde dan ook commentaar er op
te leveren. Ook te Londen zegt men dat bedoelde
berichten uit Italiaansche bron afkomstig zijn.
(United Press.)
(Van een bijzonderen Londenschen medewerker.)
EN da-g voor de oorlog uitbrak sprak ik
met een paar Hollandsche vrienden af
dat wij in den vervolge in het publiek
nog slechts EngeLsch zouden spreken.
Dat leek ons een natuurlijken voorzorgsmaatre
gel om onaangenaamheden met onze oorlogvoe
rende gastheeren te voorkomen. Hollandsch zou
immers door den ..man in de straat" maar al te
gemakkelijk als Duitsch kunnen worden mis
verstaan, en ook al zou dit niet gebeuren dan
was het toch maar beter rekening te houden met
de mentaliteit van een oorlogvoerend land en
zich niet in een vreemde taal te laten hooren. Zoo
dachten wij. Het is heel anders uitgekomen. En
wij praten na een dag met Engelsch geëxperi
menteerd te hebben, weer rustig onze moeder
taal. De mentaliteit die wij van den oorlog ver
wachten, is tot nu toe ten eenenmale uitgeble
ven en wij vreemde eenden in deze bewogen bijt
worden met precies dezelfde royale vriendelijk
heid en genegenheid behandeld als in vredes
tijd.
Dat wil echter niet zeggen dat onze gasthee
ren ook altijd even goed te spreken zijn over
de houding van de neutrale landen, die wij ver
tegenwoordigen.
Onze, nationale politiek vindt niet altijd de
de waardeering. die wij persoonlijk van onze
gastheeren ondervinden. Zij geeft vaak aanlei
ding tot critiek en zachte verwijten, zij kwetst
bij tijd en wijle de gevoelens van onze Engelsche
vrienden en vervult hen met meestal slechts half
uitgesproken, maar niettemin door ons duidelijk
;evoelde grieven.
Hoe die grieven ontstaan, waardoor de En
gelschman zich vaak door ons teleurgesteld voelt
daarover wil ik, die als lid van de Engelsche sa
menleving hun gevoelens zoo goed kan begrijpen
maar ze niettemin als Nederlander niet kan bil
lijken, hier het een en ander vertellen.
E meest voor de hand liggende verklaring
voor de gemengde gevoelens, waarmee de
Engelschman de neutrale volken beschouwt, is
van psychologischen aard, Op den bodem van
zijn gemoed en nauwelijks bewust is er de lichte
verachting, die elke strijdende, of hij nu op de
tennisbaan, in den boksring of op het slagveld
strijdt, voor de omstanders voelt. Het is de ver
achting van den man van de daad, die risico's
neemt en zich inspant voor veilige nietsdoende
toeschouwers. Dit instinctieve gevoel van min
achting wordt des te sterker, wanneer de strijder
meent voor een moreele zaak, het heil der
mensehheid, beschaving of vrijheid te strijden.
Afzijdigheid van een strijd van dezen aard voelt
hij als een vergrijp. Hij kijkt op de afzijdigen
neer zooals de kruisridder neerkijkt op den
thuisblijver, of zooals de frontstrijder neerkijkt
op den deserteur. Afzijdigheid komt voor hem
jelijk te staan met geestelijke lafheid, of erger
nog, met moreele verdorvenheid. Het „wie niet
voor mij is, is tegen mij" komt in het spel. De
Engelschman nu is er volstrekt van overtuigd dat
hij voor een hoogere zaak dan zijn eigen huid
strijdt, zij het dan ook slechts incidenteel. Hij
gelooft dat hij door de zoo vurig gehoopte over
winning niet alleen zijn eigen land, maar heel
Europa van een afschuwelijke bedreiging zal
verlossen.
Geen wonder dus dat hij zich vaak als een
kruisridder gevoelt en daarvan in zijn houding
tegenover de neutralen dikwijls tegen wil en
dank blijk geeft. Deze gemiddelde Engelschman
bezit immers niet de intellectueele discipline, die
noodig is om er zich rekenschap van te geven
dat zijn bekeering tot het kruisridderschap van
zeer recenten datum is, dat zij samen valt met
zijn bekeering tot de overtuiging dat zijn leven
op het sipel stond en hem derhalve niet het recht
geeft neer te kijken op diegenen, die meenen
hun leven op andere wijze te kunnen verdedi
gen dan door deelneming aan den kruistocht
Hij vergeet dat hij bij vroegere manifestaties
van het kwaad, waartegen hij nuu ten strijde
getrokken, zooals in Tsjecho Slowakije of
Albanië, dezelfde positie van voorzichtige on
zijdigheid innam, die hij nu in zijn hart ver
oordeelt in de neutralen bij het huidige con
flict. Dat is onbiillijk, maar het is niettemin
volkomen begrijpelijk en vergeefelijk. De menscb
heeft nu eenmaal een kort geheugen, vooral
voor zijn eigen onvolmaaktheden.
Dat zelfde korte geheugen maakt het hem. ook
zoo moeilijk zich de consequenties van een
neutraliteit voor oogen te houden, die hij zelf
eerst zoo kort-geleden heeft opgegeven Engeland
heeft zich door zijn oorlogsverklaring ten lan
gen leste bevrijd van de noodzaak van diplo
matieke voorzichtigheid, het kan eindelijk weer
eens aan zijn opgekropte gevoelens over Duitsch-
land's daden lucht geven, het kan zijn hart
laten spreken en zeggen wat het denkt en weet
van Duitschland's concentratiekampen of van
zijn diplomatieke manoeuvres. Het heeft zich om
zoo te zeggen een nieuwe gewetensvrijheid en
een nieuwe vrijheid van meeningsuiting ver
worven en dat gevoelt het natuurlijk als een
weldadige verlossing.
Even natuurlijk gevoelt het zich lichtelijk
teleurgesteld, wanneer het ziet dat de boekjes
die het nu over Duitschland kan
opencj
de neutrale landen met reserve worden^
gen en niet die graad van openlijke vero?
diging opwekken, die de gepubliceerde"'
schijnen te rechtvaardigen. Nog grooter
dan die teleurstelling en gegriefde er gen/
neer deze landen weigeren de voor de fo!
g'ende keuze te doen tusschen de Duta
Engelsche interpretaties van gevallen,
de torpedeering van de Athenia of
van de Simon Bolivar. Engeland
gezegd de gemiddelde Engelschman,
officieele Engeland mankeert het niet 'Z
grip voor de consequenties van neutra^
vergeet dat neutraliteit tot op zekere'
een abdicatie van het onafhankelijke 5
en een beperking van de vrije meeni^
gebiedt.
yy AT hem echter misschien nog he;
van alles hindert in het gedrag*
neutralen is, dat zij weigeren te erkend
zij bij een Duitsehe overwinning alles
liezen en bij een Engelsche alles te
hebben. Voor de Engelschen kan daar
minste twijfel aan bestaan. Wie bedre's
zegt hij. Wie slokt, de eene kleine nu*
heia na de andere op? Wie droomt
wereldorde, waarin kleine o; 'hankèlijfe*
geen bestaan meer zullen hebben? wie
oorlog begonnen? Wie belijdt den cult/
het geweld? Wie is de vijand van de vrijt-
van al die andere begrippen, die u ev
dierbaar zijn? Ik weet het niet, is het
neutrale antwoord, geen van beide oori&J va:
renden of allebei. Dat maakt de F~'
boos.
Het hem duidelijk te maken dat de
mogendheden, ondanks Engeland's goei
drag van de laatste vijf en twintig jaar,
wantrouwend moeten staan tegenover
groote mogendheden, Engeland incluis, l
onbegonnen taak Hij wil niet dan met der;
ste moeite inzien, dat wantrouwen tejè
de sterkere mogendheid altijd de eerstel/
vereischte van de zwakkere mogendheid;
zoolang de internationale samenleving
ander recht kent dan het recht van den r;
ste.
ONadrukverbofej
Hc
Wordt de Sovjet-Unie uit den
Volkenbond verwijderd?
De „Times" verwacht geeil toepassing
van sancties.
LONDEN, 11 December (Reuter). - N
aanzien van de behandeling van de Fins-j
kwestie in den Volkenbond schrijft de Tig
dat het toepassen van economische sanfè
tegen de Sovjet Unie zeker besproken
worden, doch vermoedelijk geen algemeen
steun zal vinden, omdat de slechtste poli'ü
van den Bond zou zijn, maatregelen te»
men, welke hij niet kan uitvoeren. De een!"
maatregel, waardoor waarschijnlijk over
stemming bereikt zou kunnen worden, i$tf-
sluiting van de Sovjet Unie uit den Boni
Wij weten al, wat er in den tuin van
Dinges gebeurde. Maar Padje snapte er
letterlijk niets van. Hij zag alle buren
nieuwsgierig over de schuttingen hangen
of uit de ramen. En hij zag ook, dat er
een mijnheer was, die op een gieter was
geklommen, maar die zich op dat wiebe
lende ding bijna niet in evenwicht kon
houden.
Padje vond het eigenlijk 't veiligste om
te verdwijnen. Niemand sloeg acht op
hem, en hg zou doodgemoedereerd kun
nen wegwandelen. Dat deed hij ook,
waarbij hij juist een rare man door de
tuindeur van de familie Dinges zag gaan.
Padje vroeg zich af, wat die man daar
wel te maken zou hebben en lay besloot
nog even te wachten.
Deze nieuwsgierigheid zou den dikken
jongen echter noodlottig worden. Want
toen allen plotseling den tuin verlieten,
durfde hij niet weg te loopen. Haastig ver
stopte hij zich achter een boom, welke
echter niet dik genoeg was. En nu liep hij
naast agent nummer 18, met z'n oogen
strak op de straat gericht. Wat zouden
ze hem doen op 't bureau?
Een ideaal zou het zijn, wanneer alle ledes
den besluiten tegelijk de wapens op te ta
wanneer één van hen zou worden aangei
door de Sovjet Unie, Duitschland of een
staat. De huidige oorlog zou dan spoedig tol:
eind komen. Het is evenwel niet waarschip
dat dit ideaal bereikt zal worden.
De „Times" somt de moeilijkheden van M
nere staten op en voegt hieraan toe, dat een';
zond ere verantwoordelijkheid rust op Eng?'1
en Frankrijk, die nauw betrokken zijn bij
voortbestaan van de kleinere staten en die
reeds in oorlog bevinden. Engeland en
hebben reeds zulk een zware taak op zich ge
men dat het duidelijk is dat het onverstandig
zijn als zij hun streven zoover zouden uitbr
dat hun strategisch plan erbij wordt betrol
Het zou dwaas zijn een oorlog aan te
een land dat zich uitstrekt van de Oostzee
Behringstraat.
Rusland heeft evenwel Finland den oorlog ver
klaard en er is veel, dat kan en moet worden ge
daan om Finland te helpen door de andere lit*'
den, behalve een oorlogsverklaring. De Eka
strijden zoo moedig dat slechts een klein gec&"< j
van de Fransche en Britsche hulpbronnen iu
overwinning in de lucht kan bewerken en èsp
mede hun onafhankelijkheid kan behouden, in
dien Finland gered moet worden, dan moet"
thans gered worden.
De .Daily Mail" voert dezelfde argumenten
en schrijft dat het onmogelijk is sancties toete
passen op de Sovjet Unie alleen met de hulpen
enkele Zuid Amerikaansche staten. Alleen
gezamenlijke actie van de geheele wereld zou
druk maken Het blad merkt tenslotte op dal
anderzijds de eerste taak van de Britten al
Duitschland te verslaan.
De „News Chronicle" schrijft dat, indien Fffl-
land zonder hulp zal moeten vechten, deze oor
log slechts één einde kan hebben. Alleen een ge
zamenlijke tegenstand van alle NoordeHjke !an«'
den tegen de Sovjet Unie kan Finland redden.
Reeds helpt Zweden een weinig. Natuurlijk
Noorwegen en Zweden bezorgd voor hun eigen
veiligheid, zij wensc-hen niet de wraak^ van
Russen op hun eigen hoofd te doen neerdalen,
doch zij moeten wel bedenken dat. indien Finiffli
vernietigd wordt, zijzelf een veel gemakkelijk'
nrooi zullen zijn.
Het eigen belang schrijft beide landen voor
Finland zooveel mogelijk te steunen. Er zijn
teekenen, welke er op wijzen, dat Zweden de
zen weg inslaat: de beweging voor interven
tie groeit en de benoeming van een opperbe
velhebber is een aanduiding, dat het land
zich het gevaar bewust is.
Er zal evenwel snel gehandeld moeten worden
wanneer deze hulp doeltreffend zal zijn. In kü
wereld van roofzuchtige groote mogendheden kso
geïsoleerde neutraliteit veel gevaarlijker zijn o'J)
een gemeenschappelijke verdediging. Dit is dep
welke door alle kleine landen, zoowel in Scandl*
navië als in de Balkan, getrokken kan worden,
Wpmbro voorzitter van de
Assemblee.
GENèVE, 11 December (Havas). Hambro, i®
gedelegeerde van Noorwegen, is tot voorzitter van
de Volkenbondsvergadering gekozen.
SPAARNDAM
LIJK OPGEHAALD.
Zaterdagmiddag is het lijk van den lfi-jarigeo
H. v. d. Wiele, die Donderdagmorgen nabij Spaaj'n'
dam te water raakte, op dezelfde plaats waar M'
ongeluk is voorgevallen, opgehaald.