DE STRIJD IN FINLAND.
Echtpaar z. k.
Mr. Kea Bossers
Meer dan 10.000 radiotoestellen zijn in Frankrijk ter be
schikking gesteld van de troepen, die thans onder de wapenen
zijn. Het transport vereischte uitgebreide maatregelen
De K.L.M. heeft Woensdag haar nieuwe passage-bureau aan
het Leidscheplein, hoek Leidschestraat te Amsterdam betrokken,
hetgeen met eenige feestelijkheid gepaard ging
De strijd in Finland. Een Russische bommenwerper, welke tijdens den aanval
door het Finsche luchtafweergeschut werd neergehaald
H. M. de Koningin bij aankomst aan
het gebouw van P.T.T. te den Haag
voor het uitspreken van haar Advents-
rede tot het Nederlandsche volk en de
bewoners der Koloniën in Oost- es
West-lndië
Hardnekkig strijdt het Finsche leger tegen den Russischen aanval. Soldaten graven zich in de
bosschen in een stelling, om het vijandelijk offensief weerstand te kunnen bieden
Tijdens de oefeningen van het Neder
landsche veldleger Wielrijders komen
in actie „ergens" op vaderlandsch grond
gebied
Koning George van Engeland bracht een bezoek
aan een der Britsche havenplaatsen, waar hij ver
schillende marine-eenheden en trawlers belast met
mijnenvegen inspecteerde
Het Engelsche luchtwapen in Frankrijk. Ergens op het vasteland nemen leden
van het technisch personeel der Britsche luchtmacht het onderdeel van een
bommenwerper onderhanden, om dit aan een revisie te onderwerpen
enkele schutters van „rood nemen, gedekt in het hooge gras, den „vijand"
onder vuur gedurende de jongste oefeningen van het Nederlandsche
veldleger
door
25
Maar Lies moest wel kijken en luisteren naar het
gezellige gedoe naast hen. Dèt was het, het echte
dacht ze met spijt. Zoo met je tweeën was natuur
lijk heel leuk, maar dat andere: met allemaal jonge
menschen by elkaar praten over gezellige nonsens
dingen, grappen die heen en weer vlogen,
beetje, o een klein beetje maar flirten naar links
en rechts dat was het, waar ze eigenlijk naar
verlangde Uitgaan met je beiden, zoet den hee-
len avond samen aan een tafeltje zitten, een keer
of twee, drie dansen ja, dat kon je ook nog
doen, als je vijftig was.
De kring naast hen bulderde. Een van de meis
jes, een overmoedig type van een jaar of achttien,
scheen iets geweldigs gezegd of gedaan te heb
ben. Lies draaide zich om en keek den tuin in. Dol
doen, dacht ze, het middelpunt zyn, vyf minuten
maarZe beet op haar lippen. Wat bezielde
haar toch opeens, ze leek wel gek. Als Frank
het alsjeblieft maar niet merkte, dat ze nu nóg
niet tevreden was. Frank de schat. Ze keek
hem aan, ging toen de rij van gezichten naast
haar langs.
„Wat zit je toch te kijken?" vroeg Frank. „En
waar peins je over? Je bent zoo stil ineens."
„Ik heb juist uitgemaakt, dat jjj de knapste van
ftlle aanwezige mannen bent."
„Had je daar zoo lang voor noodig? Dat weet
Ik zóó wel" zei Frank bescheiden. „Kom, zullen
We nog eens dansen?"
Ze wrongen zaoh tusschen de tafeltje* door» tak
Frank ineens werd tegengehouden: „Zoo, Rob-
berts."
„Van Hardenberg" zei Frank.
„Ik was juist op weg naar je toe. Ik wilde
me graag even aan je vrouw laten voorstellen."
„Dan gaan we terug" zei Frank. „We wilden
ons juist aan een tango gaan wagen."
„O, sorry zeg, dan wacht ik liever even."
„Geen kwestie vanMeester van Hardenberg
werd voorgesteld en kwam erbij zitten.
Het gewone gesprek„Uw man en ik kennen
elkaar nog van uit Utrecht, mevrouw. We hebben
elkaar trouwens onlangs nog ontmoet."
„Op die avond met Jimmy, je weet wel" legde
Frank uit.
„O ja" zei Lies. Ook al vervelend, dat gedaas,
dacht ze. Conversatie noemde je dat. Moest ze
nog meepraten pok. Dan nog maar liever met z'n
tweeën. Hoepel op, zei ze kwaadaardig bij zich
zelf. Gelukkig, het hielp hij stond op.
„Mag ik misschien het genoegen hebben, me
vrouw? Ik heb straks uw dansplannen zoo in de
war gestuurd."
Dansen ook al goed, dacht Lies. Achter Van
Hardenbergs rug trok ze een overdreven leelijk ge
zicht. Frank knipoogde lachend terug. Ziezoo, nu
was hij er tenminste van doordrongen, dat ze 't
een corvee vond. Zulke voorzorgsmaatregelen wa
ren tegenover Frank tegenwoordig hard noodig.
Ze dacht aan Jimmy en de doos bonbons. Het
leven was moeilykEn als ik nu over de mooie
zomeravond en de gladde vloer en de goeie muziek
moet praten, ga ik krijschen, voorspelde ze zich
zelf.
Hij danste goed in ieder geval. Bijna zoo goed als
Frank. Hij leek ook wel aardig.
,,'t Gaat goed, hè?" zei Van Hardenberg trouw
hartig, toen de muziek halverwege den dsns pau
zeerde.
„Zalig" beaamde Lies en klapte mee met het
traditioneele applaus. „Danst u veel?"
„Nog al. Ik wip er graag 's avonds eens uit voor
een verzetje. In mijn dorp is niet veel te beleven."
*Woonfc u hies in d» buurts»
„In Slootwijk. Nooit van gehoord zeker? Mid
den in het Utrechtsche polderland. Mijn omgeving
bestaat hoofdzakelijk uit boeren koeien. Daarom
apprecieer ik dit alles dubbel, by wijze van af
wisseling."
„O ja" zei Lies afwezig. Wès dat??... was
dat? nee, dat kon niet„En wat voert u
daar uit by die koeien en die boeren?" vroeg ze
om het gesprek gaande te houden, onderwijl tu
rend naar een tafeltje bij den ingang, waar juist
een luidruchtig gezelschap was neergestreken. Ze
hoorde het antwoord niet eens, liet zich machi
naal meevoeren, toen de muziek weer inzette.
Goeie genade, het was zooToos, uitgerekend
Toos! Met haar aanhang. De tent met de ge
kleurde lampjes was zeker niet meegevallen. En
ze had haar ook gezien, wuifde notabene. Als ze
nog lang doorspeelden moetsen ze er nog een keer
voorbij goddank, de muziek stopte. Een zegen,
dat ze zoo achteraf zaten. Hun tafeltje was nu
heelemaal ingebouwd.
„Hè, ik sta voorloopig niet meer op" zei ze,
toen ze eindelijk veilig en wel aangeland waren.
„Sorry, meneer van Hardenberg, ik ik bedoel
alleen, dat ik een beetje moe ben 't dansen was
erg prettig."
„Pas de quoi" zei Van Hardenberg hoffelijk en
keek op zijn horloge, ,,'t Is overigens half twaalf.
Ik denk, dat ik eens ga opstappen. De moet nog
vijfendertig kilometer verslinden, voor ik thuis
ben."
„Wij stappen ook op, hè Lies?" zei Frank.
„Nee, ik heb nog geen zin om naar huis te
gaan" zei Lies gedecideerd.
Frank keek haar verwonderd aan.
„Ik vind het hier veel te genoeglijk" hield Lies
koppig vol. Met zyn drieën naar den uitgang wan
delen, jawel. En dan de enthousiaste begroeting
van Toos ze zag het al gebeuren. Man, verdwijn
aljeblieft, smeekte ze in stilte, toen Van Harden
berg nog geen aanstalten maakte om alleen te ver
trekken. Kon ze Frank maar laten weten, welk
gevaar er dreigde. Die wist nu natuurlek niét,
hoe hij t met haar, had*
„Kan ik jullie misschien ergens afzetten?' bood
Van Hardenberg nog aan.
„Nee, wij zijn per fiets" weerde Lies vlug af.
„Reden te meer om naar huis te gaan" maande
Frank nog eens. „Kom Lies, 't wordt anders veel
te laat. Jij hebt ook al afgerekend, hè" Leo Zullen
we dan maar?"
„Ik ga nog niet naar huis" zei Lies met den
moed der wanhoop. Frank, die natuurlijk ziedend
was; Van Hardenberg, die haar wel onmogelijk en
onbeschoft zou vinden het was allemaal beter,
dan de catastrophe, die hen bij den uitgang
wachtte.
Van Hardenberg, die een echtelijke scène voelde
dreigen, nam wijselijk afscheid.
Die feliciteert zichzelf meteen, dat hij niet ge
trouwd is, dacht Lies en grinnikte.
„En nu zou ik wel eens verdomd graag willen
weten, wat jou vandaag bezielt met je malle ku
ren" brieschte Frank. „En wat valt er eigenlijk te
lachen? Vind je 't zoo grappig om mij een figuur
te laten slaan? Vrij goedkoop, zeg!"
Lies, achterover in haar stoel, schaterde.
„Och jongen" zei ze, „ik kon niet anders. Als
we tegelijk met hem waren weggegaan, hadden
we nog een veel grooter figuur geslagen. Allebei.
Weet je, wie er ginds bij den uitgang zit? Toos
met een heele club. En ze had me straks ook al in
de gaten. Daarom wou ik ook niet meer dansen."
„Alle goden" schrok Frank. „Was het daarom?
Ik dacht ook al, 't is niets voor jou om zoo dwars
te zijn. Dat heb je dan nog allemachtig slim inge
pikt, apekop!"
„Ten kost van myn reputatie als gehoorzame
echtgenoote" zei Lies tragisch. „En ten koste van
den goeden indruk, dien ik op meneer Van Harden
berg gemaakt heb."
„Jij hebt überhaupt geen indruk te maken. Op
niemand, Begrepen?" zei Frank, de onverbeter
lijke.
„Tot uw orders" zei Lies. Haar hand gleed in
de zijne. Frank schoof zijn stoel dichterbij, legde
zyn arm om haar heen. Stil zaten ze in hun ver
loren hoekje,*, lnoBtw gleed alles we£>« -de Wael-
donek" en de narigheden van den langen dag, bet
verlangen naar andere menschen, naar een ander
levenWas er niets meer, dat zij beiden in den
zomeravond en de saxophoon, die zong uit de
verte
Lies zuchtte van geluk. „Nu kan het heele
menschdom me gestolen worden" zei ze.
„Wat denk je?" vroeg Frank eindelijk, „zou het
terrein vrij zijn?"
„Laten we 't maar wagen" vond Lies. „We zijn
nu toch alleen, dus veel kwaad kan het niet meer."
Maar het tafeltje van Toos en haar vrienden
was verlaten.
HOOFDSTUK XIV
Tik tik gingen de ballen. Over het net
op het gravelReady yes en dan. weer til?
Niet leuk, dat de tennisbaan naast den moes-
tuin lag. Tantaluskwelling noemden ze dat vroe»
ger op school. Lies griste met twee handen in de
doppers. Groenteplukken was anders zoo'n eenig
werk. Ze vond het 'niets erg, dat Bart en Lena
voor een paar dagen naar hun getrouwde dochteB
waren. Zalig, 's morgens een tijdje in den moes
tuin te kunnen rondscharrelen. Als maar niet...
kyk nou, wat stom hoe kon ze die bal laten
gaan. „Backhand, kaffer" bromde Lies. Zachtjes
aan, zei ze tot zichzelf. Ze kneep de doppers ge
woonweg fijn. Moesten ze vanmiddag erwtensoep
eten.
„Zeg Frank" zei ze 's middags, „als ze dat op
een Zwitsersche kostschool tennissen noemen, ben
ik blij, dat ik maar op een doodgewone Holland-
sche H.B.S. ben geweest."
„Zoo" zei Frank verstrooid. „Heb je gauw bo
terhammen? Ik moet direct weer weg."
„Waar moet je heen?" informeerde Lies. I
„Rijles" zei Frank kortaf. i
„W&t?
„Freule Ada van Reeuwijck chauffeeren leeren.
Order van den Jonker."
„Leuk voor je" snibde Lies, die het heelemaal
niet leuk vond,
Wordt xmeitUti