fipf mrmi JCunst Anthony Fokker overleden. Twee slachtoffers van het vuur DECEMBER 1939 Op 49-jarigen leeftijd is Zaterdagmorgen te- ilf negen plaatselijken tijd (circa 14 uur inst. tijd) te New-York overleden de beken- c Nederlandsche vliegtuigbouwer Anthony jerman Gerard Fokker, in de kliniek waarin y sedert eenige weken is verpleegd. Fokker, die een groot gedeelte van het jaar de Vereenigde Staten doorbracht, heeft te ew-York enkele weken geleden een neus- peratie ondergaan, waarna een infectie op- rad. Daarbij deed zich een zeer ernstige com- licatie voor, die reeds verscheidene dagen oor zijn leven deed vreezen. Hü had reeds eenige dagen geleden het be- justzijn verloren en is Zaterdag zonder tot ewustzijn te zijn gekomen, kalm overleden. )e crematie is op Tweeden Kerstdag te New- r'x geschied. Daaraan is een plechtigheid in de jiing van Fokker voorafgegaan, welke door hon- rd vijftig personen werd bijgewoond, fot de aanwezigen behoorden de Nederlandsche re-consul, mr. A. Furnée, de algemeen-secretaris Ned. K. v. K., dr. Neil van Aken, de voorzit- van de Hollandsche Club, de heer J. A. de inoy en vertegenwoordigers van de K.L.M. en de fi.I.L.M. Als slippendrager fungeerden o.a. een ef van den overledene, majoor Lester Gardner, iretaris van het instituut voor aeronautische we? nschappen-, vertegenwoordigers van de Ameri- ansche Fokkerfabrieken en andere bedrijven, erbij Anthony Fokker geïnteresseerd was. Onder de vele bloemstukken bevond zidh een jns van. den Nederlandschen gezant, dr. A. Lou- Anthony Herman Gerard Pakker werd 6 April te Kediri. op Java, geboren als zoon van den ffieplanter Herman Fokker. Toen „Tonnie" nog een kleine jongen was, ver- de familie Indië, om zich in Haarlem te stigen, waarbij hij de H.B.S. bezocht en Ie wanhoop der leeraren" washij bracht meel id buiten dan binnen de klas door. Zijn moeder icht-en-zei-wel eens: „Wat moet er van hem ordenMaar de toenmalige directeur, dr. H. rongersma, troostte haar en verzekerde, „dat •-met Tonnie heusch wel terecht zou komen!" ie voorspelling is bewaarheid! Het eenige waar jongen belang in stelde was roeien en zei- n enknutselen: toen hij nog geen 12 jaar as liet hij een zelfgebouwde kano van stapel open. Maar voor examens zakte hij steeds en Fokker aeft later verteld: „Mijn vader wist niet, wat Ij met mij moest beginnen en zoo ging ik o.a. sar het Technikum in Mittweida". Hij be- sht in Duitschland ook een vliegschool. Maar wetenschappelijk denker en constructeur tfd hij nooit; het is merkwaardig dat bij ?ze markante figuur, die zich een wereldnaam erwierf, ten aanzien van zijn vak alles aan nam op intuïtie. Die vliegschool was de „Vakschool voor auto- lobiel- en vliegtuigtechniek" te Gonzenheim Mainz, Spoedig wist hij meer dan zijn leeraar" (die later, in Schwerin, een baantje Is constructeur bij hem kreeg) en in 1911 be- salde hij zijn eerste triomf, die hem dadelijk hatste in de rij van hen, wier prestaties de rootste verwachtingen voor de toekomst wet- :»den. Hij was er nl. in geslaagd en dit met ebrekkige hulpmiddelen en zonder belangrijke echnische voorlichting, het vraagstuk der zijde' ingsche stabiliteit, waarmede vrijwel alle liegtuigen van dien tijd een vruchteloozen Irijd gevoerd hadden op even ingenieuse als evredigende wijze op te lossen en Fokker ernauwernood meerderjarig deed de toen- nalige vakmenschen, die schier uitsluitend bij rindstilte hun vliegtuigen deden starten, ver staan, door met zijn primitieve toestel „De pin" bij den sterksten wind de scherpste wchten te draaien. Een jaar later, na nog een ucces in Petersburg behaald te hebben, besloot Hj tot oprichting van een eigen vliegtuigenfa- riek. Dit ging echter niet zoo gemakkelijk; zijn ader schreef hem, dat hij, hem tegemoet wilde lomen, maar dat hij toch „niet van plan was, ilch uit te kleeden voor hij naar bed ging". In 1913 keerde Fokkers kans: Duitschland droeg de levering van een aantal vliegmachines T>, waardoor hij in staat werd gesteld een fa- jriek te stichten te Schwerin. Gedurende den rereldoorlog nam dit bedrijf een groote vlucht. Sn steeds zette Fokker zijn perfectionneeringen roort. Onmiddellijk na het eindigen van den wereld oorlog keerde hij naar Nederland terug en in 1919 vestigde hij te Amsterdam, in de voorma lige gebouwen van de „Elta" een fabriek. Hij ontving uit Nederland en het buiten led vele opdrachten voor militaire vliegtuigen. Fokker zag echter ver in de toekomst en hij be- ireep, van welk een groote beteekenis het vlieg- uig zou worden voor het nationaal en vooral voor iet internationaal verkeer: in 1919 construeerde v het eerste verkeersvliegtuig de F. 2 dat ii hooge mate voldeed aan de toenmaals gei lende eischen voor het luchtverkeer. Reeds toen werd Fokker in geheel Europa aangeduid met !en eerenaam de „Flying Dutchman". De door lem gestichte N.V. „Nederlandsche Vliegtui gfabriek" kreeg een internationale reputatie onder zijn bezielende leiding. Het jaar 1921 werd voor Fokker hoogst be ■jngrijk. Op uitnoodiging van het Amerikaan se Gouvernement bezocht hij de Vereenigde Staten en zag onmiddellijk de enorme moge lijkheden voor het luchtverkeer in dit werelddeel ffl met zijn spreekwoordelijk geworden voort varendheid besloot hij tot oprichting van een ilührïeV ït-1 imprilffl Se „Vtieyende SCattandec" dec 20ste eeim. In zijn in samenwerking met Bruce Gould ge schreven boek „De Vliegende Hollander" (een autobiografie), vertelde Fokker veel over zijn jeugdjaren te Haarlem. Heel wat Woensdag- en Zaterdagmiddagen kon hij niet uitgaan omdat hij „zooveel hondea-d" strafregels te schrijven had. Met een houten blokje, waarin hij vier penhouders steken kon, schrijft hij dan vier regels voor één. Dat was zijn eerste geslaagde proef op het gebied van massaproductie Dat ik zoo dikwijls de klas werd uitgestuurd, vertelt hij verder in zijn boek, werd aanleiding, dat ik (ik was toen 18 jaar) aan mijn eerste uitvinding ging werken: een autoband die niet lek kon worden. Mijn fiets was voor de eerste proeven voldoende. Na vele tegenvallers con strueerde hij een veerend wiel in den vorm van een veerkrachtige reep staal, die met onder spanning staande geledingen, welke zich onder het rondwentelen van het wiel, snel konden spannen en ontspannen, aan een vaste velg wais bevestigd Op deze wijze kon de stalen band onder druk vormver ander ingen opnemen, om onmiddellijk den oorspronkelijken vorm weer aan te nemen zoodra de druk ophield. Om te ver hinderen dat niemand mijn uitvinding zou stelen deed ik al mijn proeven des avonds laat en des nachts en ik zocht de eenzaamste en de ruw wegen op, om mijn uitvinding onder de zwaarste omstandigheden op de proef te stel len. Maar mijn middelen raakten ten slotte uit geput en het werd noodzakelijk mij tot mijn vader te wenden om steun ten einde verder te kunnen gaan. Ende oude heer Fokker (die zelf graag „knutselde") voelde voor het denkbeeld. Hij raadde zijn zoon aan, veertien dagen vacantie te vragen, om zich geheel aan zijn uitvinding te kunnen wijden. De grijze, waardige directeur van de H.B.S. was eerst hoogst verwonderd, toen de jonge Fokker hem op den man af vroeg: „Ik wou graag veertien dagen vacantie hebben!" Maar tenslotte stemde hij toeen Fokker kwam nooit meer op de H.B.S. terug. Ruim een jaar nam zijn uitvinding, waaraan hij ijverig werkte met Frits Gremer, zoon van den heer J. T. Cremer, hem in beslag. Toen de resultaten steeds beter werden, werd een octrooi aange vraagd en toen kwam ten slotte aan den dag dat er een Fransch patent op dezelfde uitvin ding van vroeger datum was ontdekt. Al het werk was dus voor niets geweest! Maar Fokker had alweer een ander ideaal: vliegen leeren en een machine bouwen die een goede zijdelingsche stabiliteit had, beter dan het vliegtuig van Wilbur Wright. Op zijn zolderkamer construeerde hij honderden houten en papieren modellen om de bewegingen van een vliegtuig te analyseeren en wij hebben al gezien, dat het Fokker, later, gelukte te voltooien, wait in zijn heiligdom, de zolderkamer in het huis van zijn vader aan den "lemen Houtweg, begonnen was! Met Fokker is een groot man heengegaan en wij, Haarlemmers, mogen er trotsch op gaan. dat deze geniale „Vliegende Hollander", die zulk een belangrijke rol speelde in de wereldontwik keling, eens onze stadgenoot is geweest De heer A. Plesman, directeur der KL.M. schrijft ons: Ik heb het genoegen gehad den heer Fokker meer dan twintig jaren te kennen en hem te waardeeren. Alle vliegtuigen, welke de K.L.M. in de eerste vijftien jaar van haar bestaan heeft gebruikt waren een schepping van Anthony Fokker met zijn staf en organisatie. De K.L.M. is hem voor de vestiging van haar naam veel verschuldigd. Impulsief en slagvaardig als hij was, vindingrijk, commercieel en onder nemend heeft hij in het betrekkelijk korte leven, dat thans is afgesloten, belangrijk meer tot stand gebracht dan anderen in een langdurig leven. Het is vooral aan hem te danken, dat Nederland op luchtvaartgebied over de geheele wereld een naam heeft verwormen. Vrijwel elk land heeft met het Fokker-product kennis gemaakt. Zijn or ganisatie verkocht meer bouwrechten dan eenige andere vliegtuigenfabriek. In bijna alle landen ter wereld had Fokker zijn belangen. Vooral in Duitschland, Nederland, Engeland, Frankrijk en Amerika heeft hij gewerkt. Zijn grootste successen heeft in in Duitschland, Amerika en Nederland behaald. Onverschrokken, moedig en ondernemend was zijn karakter. Vele gevaren heeft hij getrotseerd, het lot heeft echter gewild dat hij thans rustig is ontslapen in een ziekenhuis. Eerder zou men hebben verwacht dat hij het leven zou hebben verloren bij de een of andere groote vlucht of bij een belangrijk experiment. Op kleine bedra gen was hij soms op het karige af, maar voor groote gedachten of belangrijke doeleinden was hij bereid aanzienlijke sommen in te zetten. Hij heeft als particulier wellicht de grootste gift ten behoeve van de Nederlandsche luchtmacht gedaan door de stichting van het Fokkerfonds. Zijn rustelooze en zoekende geest dwong hem vele landen te bereizen, terwijl hij ook in ver schillende landen heeft gewoond. Reeds op zeer jeugdigen leeftijd heeft hij zich aan de luchtvaart gewijd; meer dan 32 jaar heeft hij zijn beste krachten aan deze jonge techniek gegeven. Meer dan ©enig ander was hij in staat te be grijpen en te voorzien, waarheen de toekomst van de luchtvaart ons zal leiden. Hoe teleurstellend is het, dat zijn werk thans is beëindigd, hoe gaarne zou hij nog de grootsche ontwikkeling van de luchtvaart, welke nu voor ons ligt, en waaraan hij van het eerste begin af heeft medegewerkt, nog een groot aantal jaren hebben gevolgd. Zijn durf, zijn ondernemingsgeest en zijn suc cessen in de aviatiek zullen een aansporing voor alle jongeren blijven. De Nederlandsche jeugd zal in zijn voorbeeld inspiratie vinden. Statendam" weer in de thuishaven. Met een lading regeeringsgraan. Het mailschip „Statendam" van de Holland- Amerika Lijn is gisternacht te Rotterdam aange komen. Het schip vertrok op 7 December van New York en arriveerde na een reis, waarop het zeer slecht weer trof, op Zondag 17 December op de reede van Duins. De „Statendam" heeft daar dus een week gelegen. Zaterdag werd het schip vrijgegeven, waarna het opstoomde naar hét Goodwin-lichtschip en op Zondag werd de laat ste étappe van de thuisreis aanvaard. De „Staten dam" arriveerde Zondagmiddag omstreeks twee uur voor den Waterweg, doch kbn ten gevolge van den zwaren mist niet binnenkomen. Het schip heeft gewacht tot Maandagavond negen uur. Toen was de mist zoover opgetrokken, dat men zonder risico op kon stoomen. Het mail schip heeft een lading van 7.900 ton graan aan boord voor de Nederlandsche regeering. Kort na de „Statendam" is het s.s. „Drechtdijk' eveneens van de „Holland Amerika Lijn" te Rot terdam aangekomen. De hoop Johanna de Nigtere te vinden nog niet opgegeven. In het geval van de verdwijning van het Am- sterdamsche meisje Johanna de Nigtere zijn door de, politie aanwijzingen verkregen, welke het vermoeden zouden kunnen wettigen, dat het meisje nog in leven is en zich in Nederland op houdt. In verband hiermede roept de commissa ris van politie in de tweede sectie te Amsterdam de medewerking van het publiek in, om, aan de hand van het gepubliceerde portret met be schrijving op straat en in alle openbare ge legenheden goed op te letten of men wellicht een meisje ziet, dat aan dit signalement beant woordt. Zoo mogelijk trachte men zonder haar uit het oog te verliezen, de politie op haar op merkzaam te maken Men vergete daarbij niet, dat het meisje inmiddels van kleeding kan zijn verwisseld, of dat zij zich bijv. met een bril of op andere wijze kan hebben vermomd. Een kassier van een bioscooptheater en een oude vrouw Op Tweeden Kerstdag heeft een felle brand gewoed in het City-Theater aan het Heuvel- plein te Tilburg, waarbij de 32-jarige kassier van het theater, de heer P. Dumoulin, in de vlammen is omgekomen. Omstreeks half twaalf is de brand ontstaan. Op het oogenblik, dat het vuur werd ontldekt, sloegen de vlammen reeds uit het dak. De onmiddellijk ge alarmeerde brandweer was terstond ter plaatse en legde tientallen slangen uit, teneinde het vuur aan alle zijden in te sluiten. Reeds na een half uur was het gevaar voor uitbreiding geweken. Toen lae brandweer de hal van het theater be trad om tot het inwendige van het gebouw door te dringen, vond zij het met brandwonden over dekte liahaam van den 32-jarigen kassier. Nadat medische hulp was ingeroepen, werd het slacht offer per ziekenauto naar het Sint Elisabethzie- kenhuis overgebraoht. Kort na aankomst aldaar is de man aan zijn verwondingen bezweken. Het theater is van binnen geheel uitgebrand. Omtrent de oorzaak van den brand tast men in het duister. De schade wordt door verzekering ge dekt. Oude vrouw om het leven gekomen. POGING OM ZIJN VROUW TE LATEN VERDRINKEN? De rechtbank te Haarlem heeft geen termen gevonden de voorloopige hechtenis van den Zaandamschen monteur D., die op 12 Juni gear resteerd werd onder verdenking zijn vrouw bij een kanotocht te hebben willen verdrinken, op nieuw met 30 dagen te verlengen. De man is dezer dagen op vrije voeten gesteld. Keuring van koplantaarns. Alleen nog gloeilampjes met kapje toegelaten. Naar wij vernemen bepaalt na de laatste wijziging de motor- en rijwielbeschikking o.m. het volgende inzake de keuring van koplantaarns van motorrij tuigen a. Motorrijtuigen, welke vóór 1 Januari 1939 wer den ingevoerd of hier te lande vervaardigd, mogen tot 1 Januari 1942 blijven rijden met koplantaarns zonder rijkskeur. In deze koplantaarns mogen echter van nu af geen andere gloeilampjes worden gebruikt dan gloeilampjes met rijkskeur, of andere gloeilampjes met hulpspiraal, welke door een metalen napje is afgeschermd. b. Motorrijtuigen, welke na 31 December 1938 werden ingevoerd of hier te lande vervaardigd, moeten reeds terstond van koplantaarns met rijks keur voorzien zijn en daarbij gebruik maken van gloeilampjes met rijkskeur Toen de 91-jarige vrouw J. P. Andriessen uit de Gouvernestraat te Rotterdam Zondagochtend om streeks half elf een gascomfoor wilde aansteken, geraakte de gasslang los, tengevolge waarvan, brand ontstond, waarbij haar kleeren vlam vat ten. Op haar hulpgeroep kwam een buurman die in hetzelfde pand woont te hulp. Deze sloeg een deken om de vrouw, zoodat haar brandende klee ren werden gebluscht. De G.G.D. die inmiddels gewaarschuwd was, vervoerde de vrouw, die ernstige brandwonden had. opgeloopen, naar het St. Franciscus-zickenhuis. Daar is zij in den loop van den middag overleden. Ér s? 1 - «ass I - Fokker in het eerste, door hem zelf gebouwde, vliegtuig. L. F. J. baron Van Voorst tot Voorst overleden. Te Velp is op 69-jarigen leeftijd overleden de heer L. F. J. baron van Voorst tot Voorst, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en voorzitter van den R.K. Algemeenen Boeren- Tuindersbond. Geruimen tijd is baron Van Voorst tot Voorst ook lid geweest van de Provinciale- en Gedepu teerde Staten van Gelderland. In 1922 werd hij tot lid van de Tweede Kamer gekozen, hetgeen hij bleef tot 1-937, om in September van laatstge noemd jaar over te gaan naar de Eerste Kamer. Hij behoorde tot de R.K. Staatspartij. Van den Kath. Ned. Boeren- en Tuinderbond vervulde hij het onder-voorzitterschap. Kunsttentoonstelling „Voor en door Militairen". In de Openbare Leeszaal te 's Hertogenbosch is onder groote belangstelling, vooral van militaire zijde, de eerste Nederlandsche kunstten-toonstelling „Voor en door militairen" officieel geopend. De exposeerende kunstenaars zijn reserve eerste luitenant Jo Spier, teekenaar, sergeant L. Hale wijn, schilder, korporaal Hubert van Lith, beeld houwer en korporaal Cor Buys, schilder. Het doel dezer expositie is den Nederlandschen militair in aanraking te brengen met goede le vende kunst. Het plan is groote reizende tentoonstellingen in te richten ten einde alle gemobiliseerde kunstenaars in de gelegenheid te stellen hun werk te exposeeren. in Haarlem en daarbuiten. 'labriek in Amerika. Met door Fokker gebouwde vliegtuigen zijn M van uitstekende prestatie-s verricht, o.a.: de Krste vlucht over den Noordpool en verscheidene 'luchten over den Atlantischen Oceaan, zoowel Oostelijke als Westelijke richting, de vele pio- 'lersvluchten tusschen Nederland en Indië en k vlucht van Amsterdam naar de West. Dat Fokkers verdiensten herhaaldelijk zijn er- tend, blijkt uit de vele onderscheidingen die :em ten deel vielen. Hij was drager van de Gou- Eeremedaille voor Voortvarendheid en Ver suft, van de Zilveren medaille van de stad Am- krdam, van het IJzeren Kruis „am weissen lande" en van het Kruis van Verdienste van het Groothertogdom Mecklenburg. Verder was hij Ridder in die Orde van den Nederlandschen Leeuw en Eerelid van het Kon. Inst, van Ingenieurs. Onze kunst van heden, in het Rijksmuseum. Verdere wandelingen langs de drie duizend kunstwerken, die nu onze kunst van heden verte genwoordigen hebben mij doen inzien dat in de bespreking daarvan eenige beperking wel geboden is. Er is intussdhen gebleken dat er voor zulk een massale vertooning wel een groote belangstelling in het leven te roepen is. Reeds hebben vijftien duizend bezoekers den drempel van het Rijks-mu seum overschreden, en wanneer die allen hun dubbeltje geofferd hebben, zullen de kosten voor den Staat wel reeds gedekt zijn. Terwijl er nog voldoende spanne tijds in het verschiet ligt om dat aantal te doen groeien. Echter, de wel wat rek bare tijdsbepaling op aankondiging en catalogus (winter 19391940), heeft naar ik hier en daar bemerkt heb, wel exposanten tot de meening ge bracht dat tot Maart-April (de Hollandsche win ter tegenwoordig) hun werken in Neerland's kunst- kathedraal wel zouden geëxposeerd blijven. Het zou niet onmogelijk zijn dat zij zich daarin ver gissen en dat tegen het eind van Januari een slui ting in het verschiet ligt, hetgeen ook een reden kan zijn, hun, die nog geen bezoek aan de ten toonstelling brachten, tot een lichtelijk versnelden pas aan te sporen. Dat er van overheidswege en door particulieren reeds een aantal werken zijn aangekocht, kan mede als een bewijs voor het geslaagd zijn van dit stoute initiatief mettertijd worden aangevoerd. Dat daar bij een groot en zeer mooi stilleven van de Haar- 'emsche schilderes Coba Ritsema behoort, zal velen genoegen doen. Behalve dit „stilleven met mand je" zag ik van haar in dezelfde zaal een kleiner, waarop slechts enkele perziken zijn voorgesteld, misschien als voorstudie voor de grootere schilderij bedoeld geweest, doch zoo prachtig-vlot en smijdig- zwierïg geschilderd dat ge meent een herleefden Eduoard Manet voor u te zien. Coba Ritsema is tegenwoordig ook op de gewone Arti-exposities een prettige verschijning, die de traditie van de belle peinture, de schoone en vloeiende sdhildertrant die in de stad van Frans Hals thuis hoort, hoog houdt en verder draagt. Haar is uit de groep van Allebé-leerlingen ter Academie een andere Coba het meest verwant; van deze Jacoba Suric zag ik op -deze tentoonstelling een portret van een Britsch Indisch heer, dat eveneens door de elegant-sterke factuur .de aandacht trekt. Over het algemeen hebben uit de kringen van Arti en de overige schildergenootschappen, de er kende potentieelen en daarmee bedoel ik dan die artisten welke, in hoe versoheiden richting dan ook werkend, met vrijwel algemeene instemming als meer dan tijdelijk interessante figuren beschouwd worden-, zich niet aan deelneming dezer, voor Hol land nieuwe onderneming onttrokken. Of dat uit gevoel van collegialiteit jegens alle penseelvoerders in den lande geschied is, betwijfel ik, daar juist nergens meer dan.op het terrein van kunst en religie de geest van separatisme, de lief hebberij der afscheiding groeien en bloeien kan. Van een zuiver artistieke selectie, een strenge zelfkeur onder verwante kunstenaars komt meestal ook niet veel meer terecht dan de eerste aanloop, die goed bedoeld werd. Voor het meferendeel der exposanten, ook der potentieelen, is in dezen tijd iedere gelegenheid tot exposeeren en dan nog wel vrijwel kosteloos welkom. Het zijn de gratis-advertenties voor het merk artikel die, zoo niet vandaag dan misschien mor gen, vrucht, kunnen dragen. Vermoedelijk ont breken er daarom ook van de bekende artisten, zoo weinig op het appèl in Amsterdam. Dat zij, die in een isolement hun kracht zoeken, het bij het rechte eind hebben, zou ik ook niet gaarne poneeren. Zulk isolement kan heel aardig zijn, als de kracht er dan maar bij voorbaat reeds aanwezig is. Maar die kracht schijnt juist tegen woordig ver te zoeken. Als wij eens nagaan wie wij hier zoo al missen van de thans levende be langrijke artisten, dan zijn,dat wel niet de minste broeders, maar hun aantal is toch ook niet overwel digend. Met een dozijntje is men klaar; die het eerst invallen zijn misschien Jan Sluyters,_ Mon- nickendam, Sdhumacker, Charley Toorop, Röhling, om uit de diverse kampen maar de eerst-besten op te sommen. Het blijft hun goed recht als zij daar voor zichzelf geen heil in zien, zich niet on der de massa te mengen; het naargeestigste be zwaar tegen die massale vertooningen dragen zij missdhien juisTt daardoor bij, dat zij door het over stelpend quantum niet eens gemist worden, waar in men nu niet weer direct een hatelijkheid aan het adres der vijftienduizend behoeft te zien ook zij zijn, als ieder ander van goeden willé'in- deze materie. De Nachtwadhtzaal, waaruit dat wereldberoem de doek vertrokken is, met achterlating van zijn ledige lijst, die slechts ten deele wordt opgevuld met een groot antiek goudleeren scherm, die •nysterieuse zaal bevat thans een ander mysterie, dat van Abraham, die de engelen in zijn tent ont moet. Ook dan bevinden zich de Haarlemsche be zoekers in bekend gezelschap, want het is het groote, van expositie hier bekende doek van stad genoot Boot, dat aan den zijwand, waar een-s Van der Helst prijkte, de aandacht onmiddellijk tot zich trekt. Het moet voor den Haarlemschen schil der, wien dit doek naar ik meen, zeer na aan het harte ligt, een groote voldoening zijn, het werk thans in zulk een door de traditie gewijde zaal te rug te zien. Boot's doek wordt geflankeerd door twee sterke stillevens van Colnot, die hem inderdaad op zijn best vertegenwoordigen. Een directe nazaat van Rembrandt's lichtmysterie is in deze zaal al heel gelukkig met een zelfportret, een landschap en een stilleven ondergebracht. Het is de ruslig-stille werker uit Wormerveei', Jaa-p Kaal op wien de teekenaar Cor Dik eenige jaren geleden mijn aan dacht vestigde en aan wien ik -toen een eerste, eenigszins omvangrijke tentoonstelling in Haarlem kon bezorgen. Die groote doeken „doen" het ii deze museumsruimte prachtig en vooral in het stil leven (van uiterst eenvoudige compositie overi gens) is een wonderlijke rijpheid van toon en een mysterieus licht bereikt, waardoor dit doek, evenals de beide andere, droom en gelijken, van een in ver verleden verzonken geest. Jaap Kaal heeft niets moderns, noch luidruchtigs doch hij kent de gehei men van het lioht, zooals slechts weinigen die kennen. J. H. DE BOIS. Finsche houtboot te Zaandam aangekomen. Zondagmiddag om twee uur is de Finsche houtboot „Aune H" de haven van Zaandam bin- nengeloopen met 750 standaards gezaagd Finseh hout aan boord. Dit ise het eerste Finsche schip, dat sedert het uitbreken der vijandelijkheden tusschen Rusland en Finland ln Nederland is aangekomen. In Duit- sche havens bevinden zich nog verscheiden Fin sche houtbooten, welke op toestemming wachten om te vertrekken. In een gesprek met den kapitein vertelde deze Porvoo inderhaast te hebben verlaten. Deze havenplaats werd n.l. gebombardeerd, enkele uren, voordat het schip zou vertrekken. Op het signaal van luchtalarm achtte de kapitein het raadzaam terstond de haven te verlaten, hoewel vijf leden der bemanning nog niet aan boord waren. De scheepshuid vertoont op enkele plaat sen nog de sporen van het bombardement. Kerstviering ten Paleize. Onze Koningin pleegt ieder jaar Kerstmis te vie ren in het Geldersche. Omstreeks het Kerstfeest heeft in Uddel een bijeenkomst plaats, waartoe een aantal bewoners van de omgeving worden genoo- digd en waarop H. M. gaarne zelf hetzij het Kerst verhaal, hetzij een toepasselijk verhaal vertelt. Het Kroonprinselijk Paar heeft deze traditie van Kerstviering in eigen, intiemen kring, voortgezet en dit jaar in het Paleis Noordeinde een aantal per sonen uit zijn dagelijksche omgeving tot ,deze her denking uitgenoodigd. Het was een nobele gedachte van Prinses Juliana en Prins Bernhard, de talloozen, die Kerstmis ver van huis en haard moesten vieren, te laten deelne men in hun Kerstfeest, door den Nederlandschen omroep in de gelegenheid te stellen, een gedeelte van het samenzijn uit te zenden. En zoo kon men Maandagmiddag de rustige stem van Prins Bernhard vernemen, die vertelde, hoe men om den versierden Kerstboom gezeten was, waarna hij het Kerstver haal uit Lucas 2 voorlas. Daarna hield Prinses Juliana een korte beschouwing over de Kerstge dachte ten opzichte van de moeilijke tijden, die zoo vele volken en landen dit jaar het hoofd moeten bieden en gewaagde van de boodschap van het Licht, dat ook onder déze omstandigheden ons zoo veel te zeggen heeft. Met het zingen van eenige coupletten van „Stille Nacht" werd de uitzending besloten. En tusschen het gesprokene door klonken door de radio telkens de opgetogen geluidjes, die overal klinken in huizen waar kinderen zijn en waar men in vreugdig samenzijn bijeen is. Men wist het: Prin ses Beatrix stond in dit oogenblik, misschien aan Moeders hand, misschien naast Vaders stoel en babbelde honderd uit over den mooien Kerstboom en de stralende lichtjes en af en toe vernam men de onbeheerschte kreetjes van een heel klein kindje. het eerste geluid van Prinses Irene, dat de radio verbreidde. En het waren niet het minst die twee stemmetjes, die aan de Kerstuitzending uit het Paleis Noordeinde een gansch bijzondere bekoring verleenden. De „Flevo" zit op een koraalrif. Bemanning niet in gevaar. Bij de directie van de K.N.S.M. is bericht ont vangen, dat het haar toebehoorende Nederland sche s.s. „Flevo" op het eiland Aves, liggende tus schen Curasao en San Domingo, vastgeloopen is op een koraalrif. De positie van het §ehip is hachelijk, er is echter geen gevaar voor de op varenden. Het m.s. „Pericles" van dezelfde maatschappij is ter assistentie naar de plaats van de stranding vertrokken en daar aangekomen, maar het kan door de ruwe zee geen hulp verleenen. De gezag voerder heeft assistentie gevraagd van het zich hopelijk in Kingston bevindende bergingsschip van een der Amerikaansohe bergingsmaatschap pijen. Het schip „Flevo" meet 400 ton bruto en is een van de kleine kustschepen, die geregeld varen tusschen de West-Indische eilanden en het vas teland van Zuid-Amerika. Het schip is in dit jaar gebouwd bij gebrs. Pot in Bolnes. „COSTA RICA" OPGEHOUDEN DOOR MIST. De „Costa Rica" van de K. N. S. M„ welke aan vankelijk Dinsdagavond te Amsterdam werd ver wacht, is blijkens een nader van den gezagvoerder ontvangen telegram door mist opgehouden. Het schip zal nu op zijn vroegst hedenavond in IJmui- den binnenloopen. „AMSTELKERK" HEEFT MACHINESCHADE GEKREGEN. Het Nederlandsche passagiersschip Omstel- kerk", dat van Amsterdam via Antwerpen op weg was naar West-Afrika, heeft op de Schelde ma- chineschade gekregen. Het schip is naar Amster dam teruggekeerd, waar het bij de Ned. Dok maatschappij in één der dokken is opgenomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1939 | | pagina 5