fipf
mrmi
JCunst
Anthony Fokker overleden.
Twee slachtoffers
van het vuur
DECEMBER 1939
Op 49-jarigen leeftijd is Zaterdagmorgen te-
ilf negen plaatselijken tijd (circa 14 uur
inst. tijd) te New-York overleden de beken-
c Nederlandsche vliegtuigbouwer Anthony
jerman Gerard Fokker, in de kliniek waarin
y sedert eenige weken is verpleegd.
Fokker, die een groot gedeelte van het jaar
de Vereenigde Staten doorbracht, heeft te
ew-York enkele weken geleden een neus-
peratie ondergaan, waarna een infectie op-
rad. Daarbij deed zich een zeer ernstige com-
licatie voor, die reeds verscheidene dagen
oor zijn leven deed vreezen.
Hü had reeds eenige dagen geleden het be-
justzijn verloren en is Zaterdag zonder tot
ewustzijn te zijn gekomen, kalm overleden.
)e crematie is op Tweeden Kerstdag te New-
r'x geschied. Daaraan is een plechtigheid in de
jiing van Fokker voorafgegaan, welke door hon-
rd vijftig personen werd bijgewoond,
fot de aanwezigen behoorden de Nederlandsche
re-consul, mr. A. Furnée, de algemeen-secretaris
Ned. K. v. K., dr. Neil van Aken, de voorzit-
van de Hollandsche Club, de heer J. A. de
inoy en vertegenwoordigers van de K.L.M. en de
fi.I.L.M. Als slippendrager fungeerden o.a. een
ef van den overledene, majoor Lester Gardner,
iretaris van het instituut voor aeronautische we?
nschappen-, vertegenwoordigers van de Ameri-
ansche Fokkerfabrieken en andere bedrijven,
erbij Anthony Fokker geïnteresseerd was.
Onder de vele bloemstukken bevond zidh een
jns van. den Nederlandschen gezant, dr. A. Lou-
Anthony Herman Gerard Pakker werd 6 April
te Kediri. op Java, geboren als zoon van den
ffieplanter Herman Fokker.
Toen „Tonnie" nog een kleine jongen was, ver-
de familie Indië, om zich in Haarlem te
stigen, waarbij hij de H.B.S. bezocht en
Ie wanhoop der leeraren" washij bracht meel
id buiten dan binnen de klas door. Zijn moeder
icht-en-zei-wel eens: „Wat moet er van hem
ordenMaar de toenmalige directeur, dr. H.
rongersma, troostte haar en verzekerde, „dat
•-met Tonnie heusch wel terecht zou komen!"
ie voorspelling is bewaarheid! Het eenige waar
jongen belang in stelde was roeien en zei-
n enknutselen: toen hij nog geen 12 jaar
as liet hij een zelfgebouwde kano van stapel
open.
Maar voor examens zakte hij steeds en Fokker
aeft later verteld: „Mijn vader wist niet, wat
Ij met mij moest beginnen en zoo ging ik o.a.
sar het Technikum in Mittweida". Hij be-
sht in Duitschland ook een vliegschool. Maar
wetenschappelijk denker en constructeur
tfd hij nooit; het is merkwaardig dat bij
?ze markante figuur, die zich een wereldnaam
erwierf, ten aanzien van zijn vak alles aan
nam op intuïtie.
Die vliegschool was de „Vakschool voor auto-
lobiel- en vliegtuigtechniek" te Gonzenheim
Mainz, Spoedig wist hij meer dan zijn
leeraar" (die later, in Schwerin, een baantje
Is constructeur bij hem kreeg) en in 1911 be-
salde hij zijn eerste triomf, die hem dadelijk
hatste in de rij van hen, wier prestaties de
rootste verwachtingen voor de toekomst wet-
:»den. Hij was er nl. in geslaagd en dit met
ebrekkige hulpmiddelen en zonder belangrijke
echnische voorlichting, het vraagstuk der zijde'
ingsche stabiliteit, waarmede vrijwel alle
liegtuigen van dien tijd een vruchteloozen
Irijd gevoerd hadden op even ingenieuse als
evredigende wijze op te lossen en Fokker
ernauwernood meerderjarig deed de toen-
nalige vakmenschen, die schier uitsluitend bij
rindstilte hun vliegtuigen deden starten, ver
staan, door met zijn primitieve toestel „De
pin" bij den sterksten wind de scherpste
wchten te draaien. Een jaar later, na nog een
ucces in Petersburg behaald te hebben, besloot
Hj tot oprichting van een eigen vliegtuigenfa-
riek. Dit ging echter niet zoo gemakkelijk; zijn
ader schreef hem, dat hij, hem tegemoet wilde
lomen, maar dat hij toch „niet van plan was,
ilch uit te kleeden voor hij naar bed ging". In
1913 keerde Fokkers kans: Duitschland droeg
de levering van een aantal vliegmachines
T>, waardoor hij in staat werd gesteld een fa-
jriek te stichten te Schwerin. Gedurende den
rereldoorlog nam dit bedrijf een groote vlucht.
Sn steeds zette Fokker zijn perfectionneeringen
roort.
Onmiddellijk na het eindigen van den wereld
oorlog keerde hij naar Nederland terug en in
1919 vestigde hij te Amsterdam, in de voorma
lige gebouwen van de „Elta" een fabriek.
Hij ontving uit Nederland en het buiten
led vele opdrachten voor militaire vliegtuigen.
Fokker zag echter ver in de toekomst en hij be-
ireep, van welk een groote beteekenis het vlieg-
uig zou worden voor het nationaal en vooral voor
iet internationaal verkeer: in 1919 construeerde
v het eerste verkeersvliegtuig de F. 2 dat
ii hooge mate voldeed aan de toenmaals gei
lende eischen voor het luchtverkeer. Reeds toen
werd Fokker in geheel Europa aangeduid met
!en eerenaam de „Flying Dutchman". De door
lem gestichte N.V. „Nederlandsche Vliegtui
gfabriek" kreeg een internationale reputatie
onder zijn bezielende leiding.
Het jaar 1921 werd voor Fokker hoogst be
■jngrijk. Op uitnoodiging van het Amerikaan
se Gouvernement bezocht hij de Vereenigde
Staten en zag onmiddellijk de enorme moge
lijkheden voor het luchtverkeer in dit werelddeel
ffl met zijn spreekwoordelijk geworden voort
varendheid besloot hij tot oprichting van een
ilührïeV ït-1 imprilffl
Se „Vtieyende SCattandec"
dec 20ste eeim.
In zijn in samenwerking met Bruce Gould ge
schreven boek „De Vliegende Hollander" (een
autobiografie), vertelde Fokker veel over zijn
jeugdjaren te Haarlem.
Heel wat Woensdag- en Zaterdagmiddagen kon
hij niet uitgaan omdat hij „zooveel hondea-d"
strafregels te schrijven had. Met een houten
blokje, waarin hij vier penhouders steken kon,
schrijft hij dan vier regels voor één. Dat was
zijn eerste geslaagde proef op het gebied van
massaproductie
Dat ik zoo dikwijls de klas werd uitgestuurd,
vertelt hij verder in zijn boek, werd aanleiding,
dat ik (ik was toen 18 jaar) aan mijn eerste
uitvinding ging werken: een autoband die niet
lek kon worden. Mijn fiets was voor de eerste
proeven voldoende. Na vele tegenvallers con
strueerde hij een veerend wiel in den vorm van
een veerkrachtige reep staal, die met onder
spanning staande geledingen, welke zich onder
het rondwentelen van het wiel, snel konden
spannen en ontspannen, aan een vaste velg
wais bevestigd Op deze wijze kon de stalen band
onder druk vormver ander ingen opnemen, om
onmiddellijk den oorspronkelijken vorm weer
aan te nemen zoodra de druk ophield. Om te ver
hinderen dat niemand mijn uitvinding zou stelen
deed ik al mijn proeven des avonds laat en des
nachts en ik zocht de eenzaamste en de ruw
wegen op, om mijn uitvinding onder de
zwaarste omstandigheden op de proef te stel
len. Maar mijn middelen raakten ten slotte uit
geput en het werd noodzakelijk mij tot mijn
vader te wenden om steun ten einde verder te
kunnen gaan.
Ende oude heer Fokker (die zelf graag
„knutselde") voelde voor het denkbeeld. Hij
raadde zijn zoon aan, veertien dagen vacantie
te vragen, om zich geheel aan zijn uitvinding te
kunnen wijden. De grijze, waardige directeur van
de H.B.S. was eerst hoogst verwonderd, toen
de jonge Fokker hem op den man af vroeg: „Ik
wou graag veertien dagen vacantie hebben!"
Maar tenslotte stemde hij toeen Fokker
kwam nooit meer op de H.B.S. terug. Ruim een
jaar nam zijn uitvinding, waaraan hij ijverig
werkte met Frits Gremer, zoon van den heer J.
T. Cremer, hem in beslag. Toen de resultaten
steeds beter werden, werd een octrooi aange
vraagd en toen kwam ten slotte aan den dag
dat er een Fransch patent op dezelfde uitvin
ding van vroeger datum was ontdekt. Al het
werk was dus voor niets geweest!
Maar Fokker had alweer een ander ideaal:
vliegen leeren en een machine bouwen die een
goede zijdelingsche stabiliteit had, beter dan het
vliegtuig van Wilbur Wright. Op zijn zolderkamer
construeerde hij honderden houten en papieren
modellen om de bewegingen van een vliegtuig te
analyseeren en wij hebben al gezien, dat het
Fokker, later, gelukte te voltooien, wait in zijn
heiligdom, de zolderkamer in het huis van zijn
vader aan den "lemen Houtweg, begonnen was!
Met Fokker is een groot man heengegaan en
wij, Haarlemmers, mogen er trotsch op gaan. dat
deze geniale „Vliegende Hollander", die zulk
een belangrijke rol speelde in de wereldontwik
keling, eens onze stadgenoot is geweest
De heer A. Plesman, directeur der KL.M.
schrijft ons:
Ik heb het genoegen gehad den heer Fokker
meer dan twintig jaren te kennen en hem te
waardeeren.
Alle vliegtuigen, welke de K.L.M. in de eerste
vijftien jaar van haar bestaan heeft gebruikt
waren een schepping van Anthony Fokker met
zijn staf en organisatie.
De K.L.M. is hem voor de vestiging van haar
naam veel verschuldigd. Impulsief en slagvaardig
als hij was, vindingrijk, commercieel en onder
nemend heeft hij in het betrekkelijk korte leven,
dat thans is afgesloten, belangrijk meer tot stand
gebracht dan anderen in een langdurig leven. Het
is vooral aan hem te danken, dat Nederland op
luchtvaartgebied over de geheele wereld een
naam heeft verwormen. Vrijwel elk land heeft
met het Fokker-product kennis gemaakt. Zijn or
ganisatie verkocht meer bouwrechten dan eenige
andere vliegtuigenfabriek. In bijna alle landen
ter wereld had Fokker zijn belangen. Vooral in
Duitschland, Nederland, Engeland, Frankrijk en
Amerika heeft hij gewerkt.
Zijn grootste successen heeft in in Duitschland,
Amerika en Nederland behaald.
Onverschrokken, moedig en ondernemend was
zijn karakter. Vele gevaren heeft hij getrotseerd,
het lot heeft echter gewild dat hij thans rustig
is ontslapen in een ziekenhuis. Eerder zou men
hebben verwacht dat hij het leven zou hebben
verloren bij de een of andere groote vlucht of
bij een belangrijk experiment. Op kleine bedra
gen was hij soms op het karige af, maar voor
groote gedachten of belangrijke doeleinden was
hij bereid aanzienlijke sommen in te zetten.
Hij heeft als particulier wellicht de grootste gift
ten behoeve van de Nederlandsche luchtmacht
gedaan door de stichting van het Fokkerfonds.
Zijn rustelooze en zoekende geest dwong hem
vele landen te bereizen, terwijl hij ook in ver
schillende landen heeft gewoond.
Reeds op zeer jeugdigen leeftijd heeft hij zich
aan de luchtvaart gewijd; meer dan 32 jaar heeft
hij zijn beste krachten aan deze jonge techniek
gegeven.
Meer dan ©enig ander was hij in staat te be
grijpen en te voorzien, waarheen de toekomst van
de luchtvaart ons zal leiden.
Hoe teleurstellend is het, dat zijn werk thans
is beëindigd, hoe gaarne zou hij nog de grootsche
ontwikkeling van de luchtvaart, welke nu voor
ons ligt, en waaraan hij van het eerste begin af
heeft medegewerkt, nog een groot aantal jaren
hebben gevolgd.
Zijn durf, zijn ondernemingsgeest en zijn suc
cessen in de aviatiek zullen een aansporing voor
alle jongeren blijven.
De Nederlandsche jeugd zal in zijn voorbeeld
inspiratie vinden.
Statendam" weer in de thuishaven.
Met een lading regeeringsgraan.
Het mailschip „Statendam" van de Holland-
Amerika Lijn is gisternacht te Rotterdam aange
komen. Het schip vertrok op 7 December van
New York en arriveerde na een reis, waarop het
zeer slecht weer trof, op Zondag 17 December op
de reede van Duins. De „Statendam" heeft daar
dus een week gelegen. Zaterdag werd het schip
vrijgegeven, waarna het opstoomde naar hét
Goodwin-lichtschip en op Zondag werd de laat
ste étappe van de thuisreis aanvaard. De „Staten
dam" arriveerde Zondagmiddag omstreeks twee
uur voor den Waterweg, doch kbn ten gevolge
van den zwaren mist niet binnenkomen. Het
schip heeft gewacht tot Maandagavond negen
uur. Toen was de mist zoover opgetrokken, dat
men zonder risico op kon stoomen. Het mail
schip heeft een lading van 7.900 ton graan aan
boord voor de Nederlandsche regeering.
Kort na de „Statendam" is het s.s. „Drechtdijk'
eveneens van de „Holland Amerika Lijn" te Rot
terdam aangekomen.
De hoop Johanna de Nigtere te
vinden nog niet opgegeven.
In het geval van de verdwijning van het Am-
sterdamsche meisje Johanna de Nigtere zijn
door de, politie aanwijzingen verkregen, welke
het vermoeden zouden kunnen wettigen, dat het
meisje nog in leven is en zich in Nederland op
houdt. In verband hiermede roept de commissa
ris van politie in de tweede sectie te Amsterdam
de medewerking van het publiek in, om, aan
de hand van het gepubliceerde portret met be
schrijving op straat en in alle openbare ge
legenheden goed op te letten of men wellicht
een meisje ziet, dat aan dit signalement beant
woordt. Zoo mogelijk trachte men zonder haar
uit het oog te verliezen, de politie op haar op
merkzaam te maken Men vergete daarbij niet,
dat het meisje inmiddels van kleeding kan zijn
verwisseld, of dat zij zich bijv. met een bril of
op andere wijze kan hebben vermomd.
Een kassier van een
bioscooptheater en een oude vrouw
Op Tweeden Kerstdag heeft een felle brand
gewoed in het City-Theater aan het Heuvel-
plein te Tilburg, waarbij de 32-jarige kassier
van het theater, de heer P. Dumoulin, in de
vlammen is omgekomen.
Omstreeks half twaalf is de brand ontstaan. Op
het oogenblik, dat het vuur werd ontldekt, sloegen
de vlammen reeds uit het dak. De onmiddellijk ge
alarmeerde brandweer was terstond ter plaatse en
legde tientallen slangen uit, teneinde het vuur aan
alle zijden in te sluiten. Reeds na een half uur
was het gevaar voor uitbreiding geweken.
Toen lae brandweer de hal van het theater be
trad om tot het inwendige van het gebouw door
te dringen, vond zij het met brandwonden over
dekte liahaam van den 32-jarigen kassier. Nadat
medische hulp was ingeroepen, werd het slacht
offer per ziekenauto naar het Sint Elisabethzie-
kenhuis overgebraoht. Kort na aankomst aldaar is
de man aan zijn verwondingen bezweken.
Het theater is van binnen geheel uitgebrand.
Omtrent de oorzaak van den brand tast men in
het duister. De schade wordt door verzekering ge
dekt.
Oude vrouw om het leven
gekomen.
POGING OM ZIJN VROUW TE LATEN
VERDRINKEN?
De rechtbank te Haarlem heeft geen termen
gevonden de voorloopige hechtenis van den
Zaandamschen monteur D., die op 12 Juni gear
resteerd werd onder verdenking zijn vrouw bij
een kanotocht te hebben willen verdrinken, op
nieuw met 30 dagen te verlengen. De man is dezer
dagen op vrije voeten gesteld.
Keuring van koplantaarns.
Alleen nog gloeilampjes met kapje toegelaten.
Naar wij vernemen bepaalt na de laatste wijziging
de motor- en rijwielbeschikking o.m. het volgende
inzake de keuring van koplantaarns van motorrij
tuigen
a. Motorrijtuigen, welke vóór 1 Januari 1939 wer
den ingevoerd of hier te lande vervaardigd, mogen
tot 1 Januari 1942 blijven rijden met koplantaarns
zonder rijkskeur. In deze koplantaarns mogen echter
van nu af geen andere gloeilampjes worden gebruikt
dan gloeilampjes met rijkskeur, of andere
gloeilampjes met hulpspiraal, welke door een
metalen napje is afgeschermd.
b. Motorrijtuigen, welke na 31 December 1938
werden ingevoerd of hier te lande vervaardigd,
moeten reeds terstond van koplantaarns met rijks
keur voorzien zijn en daarbij gebruik maken van
gloeilampjes met rijkskeur
Toen de 91-jarige vrouw J. P. Andriessen uit de
Gouvernestraat te Rotterdam Zondagochtend om
streeks half elf een gascomfoor wilde aansteken,
geraakte de gasslang los, tengevolge waarvan,
brand ontstond, waarbij haar kleeren vlam vat
ten. Op haar hulpgeroep kwam een buurman die
in hetzelfde pand woont te hulp. Deze sloeg een
deken om de vrouw, zoodat haar brandende klee
ren werden gebluscht.
De G.G.D. die inmiddels gewaarschuwd was,
vervoerde de vrouw, die ernstige brandwonden had.
opgeloopen, naar het St. Franciscus-zickenhuis.
Daar is zij in den loop van den middag overleden.
Ér s? 1 -
«ass
I
-
Fokker in het eerste, door hem zelf gebouwde, vliegtuig.
L. F. J. baron Van Voorst tot Voorst
overleden.
Te Velp is op 69-jarigen leeftijd overleden de
heer L. F. J. baron van Voorst tot Voorst, lid
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en
voorzitter van den R.K. Algemeenen Boeren-
Tuindersbond.
Geruimen tijd is baron Van Voorst tot Voorst
ook lid geweest van de Provinciale- en Gedepu
teerde Staten van Gelderland. In 1922 werd hij
tot lid van de Tweede Kamer gekozen, hetgeen hij
bleef tot 1-937, om in September van laatstge
noemd jaar over te gaan naar de Eerste Kamer.
Hij behoorde tot de R.K. Staatspartij. Van den
Kath. Ned. Boeren- en Tuinderbond vervulde hij
het onder-voorzitterschap.
Kunsttentoonstelling „Voor en door
Militairen".
In de Openbare Leeszaal te 's Hertogenbosch is
onder groote belangstelling, vooral van militaire
zijde, de eerste Nederlandsche kunstten-toonstelling
„Voor en door militairen" officieel geopend.
De exposeerende kunstenaars zijn reserve eerste
luitenant Jo Spier, teekenaar, sergeant L. Hale
wijn, schilder, korporaal Hubert van Lith, beeld
houwer en korporaal Cor Buys, schilder.
Het doel dezer expositie is den Nederlandschen
militair in aanraking te brengen met goede le
vende kunst.
Het plan is groote reizende tentoonstellingen in
te richten ten einde alle gemobiliseerde kunstenaars
in de gelegenheid te stellen hun werk te exposeeren.
in Haarlem
en daarbuiten.
'labriek in Amerika.
Met door Fokker gebouwde vliegtuigen zijn
M van uitstekende prestatie-s verricht, o.a.: de
Krste vlucht over den Noordpool en verscheidene
'luchten over den Atlantischen Oceaan, zoowel
Oostelijke als Westelijke richting, de vele pio-
'lersvluchten tusschen Nederland en Indië en
k vlucht van Amsterdam naar de West.
Dat Fokkers verdiensten herhaaldelijk zijn er-
tend, blijkt uit de vele onderscheidingen die
:em ten deel vielen. Hij was drager van de Gou-
Eeremedaille voor Voortvarendheid en Ver
suft, van de Zilveren medaille van de stad Am-
krdam, van het IJzeren Kruis „am weissen
lande" en van het Kruis van Verdienste van het
Groothertogdom Mecklenburg. Verder was hij
Ridder in die Orde van den Nederlandschen
Leeuw en Eerelid van het Kon. Inst, van
Ingenieurs.
Onze kunst van heden, in het
Rijksmuseum.
Verdere wandelingen langs de drie duizend
kunstwerken, die nu onze kunst van heden verte
genwoordigen hebben mij doen inzien dat in de
bespreking daarvan eenige beperking wel geboden
is. Er is intussdhen gebleken dat er voor zulk een
massale vertooning wel een groote belangstelling
in het leven te roepen is. Reeds hebben vijftien
duizend bezoekers den drempel van het Rijks-mu
seum overschreden, en wanneer die allen hun
dubbeltje geofferd hebben, zullen de kosten voor
den Staat wel reeds gedekt zijn. Terwijl er nog
voldoende spanne tijds in het verschiet ligt om dat
aantal te doen groeien. Echter, de wel wat rek
bare tijdsbepaling op aankondiging en catalogus
(winter 19391940), heeft naar ik hier en daar
bemerkt heb, wel exposanten tot de meening ge
bracht dat tot Maart-April (de Hollandsche win
ter tegenwoordig) hun werken in Neerland's kunst-
kathedraal wel zouden geëxposeerd blijven. Het
zou niet onmogelijk zijn dat zij zich daarin ver
gissen en dat tegen het eind van Januari een slui
ting in het verschiet ligt, hetgeen ook een reden
kan zijn, hun, die nog geen bezoek aan de ten
toonstelling brachten, tot een lichtelijk versnelden
pas aan te sporen.
Dat er van overheidswege en door particulieren
reeds een aantal werken zijn aangekocht, kan mede
als een bewijs voor het geslaagd zijn van dit stoute
initiatief mettertijd worden aangevoerd. Dat daar
bij een groot en zeer mooi stilleven van de Haar-
'emsche schilderes Coba Ritsema behoort, zal velen
genoegen doen. Behalve dit „stilleven met mand
je" zag ik van haar in dezelfde zaal een kleiner,
waarop slechts enkele perziken zijn voorgesteld,
misschien als voorstudie voor de grootere schilderij
bedoeld geweest, doch zoo prachtig-vlot en smijdig-
zwierïg geschilderd dat ge meent een herleefden
Eduoard Manet voor u te zien. Coba Ritsema is
tegenwoordig ook op de gewone Arti-exposities een
prettige verschijning, die de traditie van de belle
peinture, de schoone en vloeiende sdhildertrant
die in de stad van Frans Hals thuis hoort, hoog
houdt en verder draagt. Haar is uit de groep van
Allebé-leerlingen ter Academie een andere Coba
het meest verwant; van deze Jacoba Suric zag ik
op -deze tentoonstelling een portret van een Britsch
Indisch heer, dat eveneens door de elegant-sterke
factuur .de aandacht trekt.
Over het algemeen hebben uit de kringen van
Arti en de overige schildergenootschappen, de er
kende potentieelen en daarmee bedoel ik dan die
artisten welke, in hoe versoheiden richting dan ook
werkend, met vrijwel algemeene instemming als
meer dan tijdelijk interessante figuren beschouwd
worden-, zich niet aan deelneming dezer, voor Hol
land nieuwe onderneming onttrokken.
Of dat uit gevoel van collegialiteit jegens alle
penseelvoerders in den lande geschied is, betwijfel
ik, daar juist nergens meer dan.op het terrein van
kunst en religie de geest van separatisme, de lief
hebberij der afscheiding groeien en bloeien kan.
Van een zuiver artistieke selectie, een strenge
zelfkeur onder verwante kunstenaars komt meestal
ook niet veel meer terecht dan de eerste aanloop,
die goed bedoeld werd. Voor het meferendeel der
exposanten, ook der potentieelen, is in dezen tijd
iedere gelegenheid tot exposeeren en dan nog
wel vrijwel kosteloos welkom.
Het zijn de gratis-advertenties voor het merk
artikel die, zoo niet vandaag dan misschien mor
gen, vrucht, kunnen dragen. Vermoedelijk ont
breken er daarom ook van de bekende artisten, zoo
weinig op het appèl in Amsterdam.
Dat zij, die in een isolement hun kracht zoeken,
het bij het rechte eind hebben, zou ik ook niet
gaarne poneeren. Zulk isolement kan heel aardig
zijn, als de kracht er dan maar bij voorbaat reeds
aanwezig is. Maar die kracht schijnt juist tegen
woordig ver te zoeken. Als wij eens nagaan wie
wij hier zoo al missen van de thans levende be
langrijke artisten, dan zijn,dat wel niet de minste
broeders, maar hun aantal is toch ook niet overwel
digend. Met een dozijntje is men klaar; die het
eerst invallen zijn misschien Jan Sluyters,_ Mon-
nickendam, Sdhumacker, Charley Toorop, Röhling,
om uit de diverse kampen maar de eerst-besten
op te sommen. Het blijft hun goed recht als zij
daar voor zichzelf geen heil in zien, zich niet on
der de massa te mengen; het naargeestigste be
zwaar tegen die massale vertooningen dragen zij
missdhien juisTt daardoor bij, dat zij door het over
stelpend quantum niet eens gemist worden, waar
in men nu niet weer direct een hatelijkheid aan
het adres der vijftienduizend behoeft te zien
ook zij zijn, als ieder ander van goeden willé'in-
deze materie.
De Nachtwadhtzaal, waaruit dat wereldberoem
de doek vertrokken is, met achterlating van zijn
ledige lijst, die slechts ten deele wordt opgevuld
met een groot antiek goudleeren scherm, die
•nysterieuse zaal bevat thans een ander mysterie,
dat van Abraham, die de engelen in zijn tent ont
moet. Ook dan bevinden zich de Haarlemsche be
zoekers in bekend gezelschap, want het is het
groote, van expositie hier bekende doek van stad
genoot Boot, dat aan den zijwand, waar een-s Van
der Helst prijkte, de aandacht onmiddellijk tot
zich trekt. Het moet voor den Haarlemschen schil
der, wien dit doek naar ik meen, zeer na aan het
harte ligt, een groote voldoening zijn, het werk
thans in zulk een door de traditie gewijde zaal te
rug te zien.
Boot's doek wordt geflankeerd door twee sterke
stillevens van Colnot, die hem inderdaad op zijn
best vertegenwoordigen. Een directe nazaat van
Rembrandt's lichtmysterie is in deze zaal al heel
gelukkig met een zelfportret, een landschap en een
stilleven ondergebracht. Het is de ruslig-stille
werker uit Wormerveei', Jaa-p Kaal op wien de
teekenaar Cor Dik eenige jaren geleden mijn aan
dacht vestigde en aan wien ik -toen een eerste,
eenigszins omvangrijke tentoonstelling in Haarlem
kon bezorgen. Die groote doeken „doen" het ii
deze museumsruimte prachtig en vooral in het stil
leven (van uiterst eenvoudige compositie overi
gens) is een wonderlijke rijpheid van toon en een
mysterieus licht bereikt, waardoor dit doek, evenals
de beide andere, droom en gelijken, van een in ver
verleden verzonken geest. Jaap Kaal heeft niets
moderns, noch luidruchtigs doch hij kent de gehei
men van het lioht, zooals slechts weinigen die
kennen.
J. H. DE BOIS.
Finsche houtboot te Zaandam
aangekomen.
Zondagmiddag om twee uur is de Finsche
houtboot „Aune H" de haven van Zaandam bin-
nengeloopen met 750 standaards gezaagd Finseh
hout aan boord.
Dit ise het eerste Finsche schip, dat sedert het
uitbreken der vijandelijkheden tusschen Rusland
en Finland ln Nederland is aangekomen. In Duit-
sche havens bevinden zich nog verscheiden Fin
sche houtbooten, welke op toestemming wachten
om te vertrekken.
In een gesprek met den kapitein vertelde deze
Porvoo inderhaast te hebben verlaten. Deze
havenplaats werd n.l. gebombardeerd, enkele
uren, voordat het schip zou vertrekken. Op het
signaal van luchtalarm achtte de kapitein het
raadzaam terstond de haven te verlaten, hoewel
vijf leden der bemanning nog niet aan boord
waren. De scheepshuid vertoont op enkele plaat
sen nog de sporen van het bombardement.
Kerstviering ten Paleize.
Onze Koningin pleegt ieder jaar Kerstmis te vie
ren in het Geldersche. Omstreeks het Kerstfeest
heeft in Uddel een bijeenkomst plaats, waartoe een
aantal bewoners van de omgeving worden genoo-
digd en waarop H. M. gaarne zelf hetzij het Kerst
verhaal, hetzij een toepasselijk verhaal vertelt.
Het Kroonprinselijk Paar heeft deze traditie van
Kerstviering in eigen, intiemen kring, voortgezet en
dit jaar in het Paleis Noordeinde een aantal per
sonen uit zijn dagelijksche omgeving tot ,deze her
denking uitgenoodigd.
Het was een nobele gedachte van Prinses Juliana
en Prins Bernhard, de talloozen, die Kerstmis ver
van huis en haard moesten vieren, te laten deelne
men in hun Kerstfeest, door den Nederlandschen
omroep in de gelegenheid te stellen, een gedeelte
van het samenzijn uit te zenden. En zoo kon men
Maandagmiddag de rustige stem van Prins Bernhard
vernemen, die vertelde, hoe men om den versierden
Kerstboom gezeten was, waarna hij het Kerstver
haal uit Lucas 2 voorlas. Daarna hield Prinses
Juliana een korte beschouwing over de Kerstge
dachte ten opzichte van de moeilijke tijden, die zoo
vele volken en landen dit jaar het hoofd moeten
bieden en gewaagde van de boodschap van het
Licht, dat ook onder déze omstandigheden ons zoo
veel te zeggen heeft.
Met het zingen van eenige coupletten van „Stille
Nacht" werd de uitzending besloten.
En tusschen het gesprokene door klonken door de
radio telkens de opgetogen geluidjes, die overal
klinken in huizen waar kinderen zijn en waar men
in vreugdig samenzijn bijeen is. Men wist het: Prin
ses Beatrix stond in dit oogenblik, misschien aan
Moeders hand, misschien naast Vaders stoel en
babbelde honderd uit over den mooien Kerstboom
en de stralende lichtjes en af en toe vernam men de
onbeheerschte kreetjes van een heel klein kindje.
het eerste geluid van Prinses Irene, dat de radio
verbreidde. En het waren niet het minst die twee
stemmetjes, die aan de Kerstuitzending uit het
Paleis Noordeinde een gansch bijzondere bekoring
verleenden.
De „Flevo" zit op een koraalrif.
Bemanning niet in gevaar.
Bij de directie van de K.N.S.M. is bericht ont
vangen, dat het haar toebehoorende Nederland
sche s.s. „Flevo" op het eiland Aves, liggende tus
schen Curasao en San Domingo, vastgeloopen is
op een koraalrif. De positie van het §ehip is
hachelijk, er is echter geen gevaar voor de op
varenden.
Het m.s. „Pericles" van dezelfde maatschappij
is ter assistentie naar de plaats van de stranding
vertrokken en daar aangekomen, maar het kan
door de ruwe zee geen hulp verleenen. De gezag
voerder heeft assistentie gevraagd van het zich
hopelijk in Kingston bevindende bergingsschip
van een der Amerikaansohe bergingsmaatschap
pijen.
Het schip „Flevo" meet 400 ton bruto en is een
van de kleine kustschepen, die geregeld varen
tusschen de West-Indische eilanden en het vas
teland van Zuid-Amerika. Het schip is in dit jaar
gebouwd bij gebrs. Pot in Bolnes.
„COSTA RICA" OPGEHOUDEN DOOR MIST.
De „Costa Rica" van de K. N. S. M„ welke aan
vankelijk Dinsdagavond te Amsterdam werd ver
wacht, is blijkens een nader van den gezagvoerder
ontvangen telegram door mist opgehouden. Het
schip zal nu op zijn vroegst hedenavond in IJmui-
den binnenloopen.
„AMSTELKERK" HEEFT MACHINESCHADE
GEKREGEN.
Het Nederlandsche passagiersschip Omstel-
kerk", dat van Amsterdam via Antwerpen op weg
was naar West-Afrika, heeft op de Schelde ma-
chineschade gekregen. Het schip is naar Amster
dam teruggekeerd, waar het bij de Ned. Dok
maatschappij in één der dokken is opgenomen.