IJmuider Courant KLEINE ZUSTER Haagsche spionnagezaak met gesloten deuren behandeld. THERESIA 3i. Voviutk Finsche Tragedie IN TNMM In aantocht. VeJtoH i/astfitüu* 3Cet £eoen 'ut de Zonneschijn-! DAGBLAD VOOH VELSEN. IJMUIDEN, SANTPOORT EN OMSTREKEN Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Mannerheim brengt hulde aan de gevallen Finnen. pcesenteecf DE BEPALINGEN VAN HET VREDESVERDRAG DOOR RUSLAND AAN FINLAND SVANIK <Oc.«MANSK A/uotso _kanoalaksji MARKJARN \ROVANIEMI M s0rtaval> jaakkima^ KEMIJARVI 'salmi KUUS> TORNIC L nSetsjHa /AIVALKOSKRÖ ^l^OMUSSALM» VSOVJE j 'Repota LULEA leningrad KAJANA^ tampQie IINGRAD JONSTAD rusland Tallinn estland Vandaag heeft de Haagsche rechtbank zich bezig gehouden met de berechting van de drie verdach ten, betrokken in de spionnagezaak, welke eind November van het-vorig jaar door de politie is ont dekt. Naar men zich zal herinneren werd toen te Rotterdam gearresteerd de genaturaliseerde Duit- scher ir. F. W. J. H. P. S., bij wien eenige rolletjes met nog niet-ontwikkelde foto's werden aangetrof fen. Na ontwikkeling bleken op deze foto's te zijn opgenomen een aantal copieën van lijsten, door het rijksbureau van zeescheepvaart samengesteld, be treffende in het buitenland aangehouden Neder- landsche schepen, en hun lading. Het verdere onder zoek leidde tot de arrestatie van den heer G. W. F. van H., referendaris van het departement van sociale zaken, diens echtgenooté, mevrouw A. J. van H. geboren van A. en mr. W. B. J. B. hoofdcom mies aan het departement van economische zaken. Op verzoek van den minister van justitie werden gedurende het onderzoek in deze zaak door den rechtercommissaris, mr. M. A. van Rijn van Alke made, geen verdere publicaties hierover gedaan. Volgens de dagvaardingen zou de zaak zich als volgt hebben toegedragen. Mr. B. had, als ambte naar van economische zaken, de beschikking over lijsten van het rijksbureau van zeescheepvaart, waarin vermeld stonden de in het buitenland aan- en opgehouden Nederlandsche schepen, vermelden de den naam, de reederij, de lading, de ligging en bijzonderheden van de schepen. Mr. B. zou nu, naar men meent, de lijsten naar de woning van den heer en mevrouw van H. hebben gebracht, die op hun beurt deze lijsten weer aan ir. S. zouden hebben laten zien. S. zou in verbinding hebben gestaan met een vreemde mogendheid die belangstelling voor deze documenten had. Niet onmogelijk acht men het, dat ten gevolge van deze spionnage Nederlandsche schepen tot zinken zijn gebracht, daar het hier immers ging om de op somming van schepen, welke in de Duins werden opgehouden en later naar Nederland zouden koers zetten. Ir. S., die geregeld bij de familie van H. aan huis kwam en daar de lijsten inkeek en overnam, zou gezegd hebben, dat het heel wat werk was om de i lijsten over te nemen en het fotografeeren veel ge makkelijker zou zijn. De heer van H. zou van een kennis op het departement een foto-toestel te leen hebben gekregen onder het voorwendsel, dat hij thuis van zijn vrouw enkele foto's wilde maken. IVan H. moet het toestel in werkelijkheid aan ir. S. hebben gegeven, die de betrokken documenten zou hebben gefotografeerd. Hij zou ze daartoe op den grond hebben gelegd er met het fototoestel boven zijn gaan staan. Op die wijze is een stuk van de vloermat ten huize van de familie van H. meege- fotografeerd en die bijzonderheid heeft tot de arrestatie van het echtpaar bijgedragen. Mevrouw Van H. zou bovendien nog aanteeke- ningen uit de lijsten hebben gemaakt en deze aan ir. S. ter hand hebben gesteld. Het eerst moest terecht staan mr. W. B. J. B., die in rechten werd bijgestaan door jhr. mr. H. de Ranitz. In deze zaak werden als getuigen gehoord ir. S. en de directeur van het rijksbureau zeescheep vaart en van den economischen voorlichtingsdienst, dr T. P. van der Kooy. Daarna werd de zaak tegen mevrouw Van H. behandeld. Zij werd verdedigd door mr. E. G. S. Bourlier. In haar zaak werden dezelfde getuigen gehoord, alsmede de verdachte in de eerste zaak, mr. B. In de middagzitting die om twee uur zou aanvangen, zou de heer Van H. terechtstaan. Hij wordt eveneens door mr. Bourlier verdedigd, ter wijl weer dezelfde getuigen als in de zaak tegen zijn echtgenoote zouden worden gehoord. ir. S., die thans te Rotterdam is gedetineerd, zal zich voor de rechtbank aldaar hebben te verant woorden. Aan de drie verdachten, die heden moesten te rechtstaan is overtreding van art. 98 van het Wet boek van Strafrecht ten laste gelegd. Dit artikel zegt: „Hij, die opzettelijk bescheiden, rechten of inlichtingen omtrent eenige zaak, waar van hij weet dat de geheimhouding door het be lang van den staat wordt geboden, hetzij open baar maakt, hetzij aan een buitenlandsche mo gendheid mededeelt of in handen speelt, wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoogste zes ja ren". De maximum-straf, welke in dit geval kan opgelegd worden is in werkelijkheid veel hooger. Het maximum kan met een derde worden ver hoogd, indien de verdachte door het begaan van het feit een bijzondere ambtsplicht schond zoo als in deze gevallen terwijl bij samenloop van meerdere feiten, die als op zichzelf staande han- dèlingen moeten worden beschouwd en meerdere misdrijven opleveren, nogmaals het maximum met een derde kan worden verhoogd, zoodat dit dan op tien jaar en acht maanden zou komen. Dinsdag jl. heeft de rechtbank er over beraad slaagd of deze zaak in openbare zitting of met ge sloten deuren zou worden behandeld. Tot het laat ste werd besloten, zoodat publiek en pers vandaag tot de zittingszaal geen toegang hadden. 's GRAVENHAGE 14 Maart. De behande ling van de zaak tegen mr. B. duurde ruim een uur. De officier van justitie eischte wegens medeplichtigheid aan poging tot het in de dag vaarding ten laste gelegde misdrijf van artikel 98 van het wetboek van strafrecht een gevan genisstraf voor den tijd van twee jaar. Hedenavond 8 uur in „Ons Huis" IJmuiderstraatweg 113 (Adv. Ingez. Med.) HEDEISAVOND SIEM NIEUWENHUYZEN de bekende Revuekomiek in RATS - KUCH en BOONEN (Adv. Ingez. Med.) Onverpoosd brandt de haard, Want het is nog maar Maart En winter nog enkele dagen; En het weer, dat is waar, Doet nog af en toe raar, Zooals Maart wel meer pleegt te plagen. De beschermende jas, Komt nog altijd te pas, Wij durven nog niets te riskeeren; Maar verlangen met spoed Met het voorjaar in 't bloed, Naar lichtere dunnere kleeren. Want er is dan misschien, Nog niet veel van te zien, Maar 't kriebelt toch al in je kuiten; Het is kaal nog en zwart. Maar het klopt in je hart, Wanneer je je oogen wilt sluiten. Mijn verkoudheid is uit En ik hoef voor gesnuit Geen zakdoek haast meer te gebruiken; Ja, de haard blijft nog staar» Maar de lente komt aan, Ik kan het al duidelijk ruiken. P. GASUS. EEN FILM, WELKE ALTIJD IN UW GEHEUGEN ZAL VOORTLEVEN HET SUCCES VAN PASTOOR VAN KIRCHFEUD GEËVENAARD ZONDAGMORGEN 11 UUR DE LAATSTE CULTUURFILM VAN DIT SEIZOEN JAARGANG NO. 113 tourens ,nIAJiigaven Coster, Maatschappij voor Algem Drukkerij N.V., Gr. Telefoon 10724. Bureau r Kennemerlaan 42, Dmulden, Courant: 5301. postgiro 310791. Alle Advertenties, dit blad, worden kosteloos in de Kennemer Courant. Directie. P W PEEREROOM EN ROBERT PEEKEHOOM Hoofdredacteur j ROBERT PEEREBOOM DONDERDAG 14 MAART 1940 Abonnementen per week 0.12J4, pst maand /0.52J£, per 3 maanden ƒ1.55, franco per posl ƒ1.95 per kwartaal Losse nummers 3 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels ƒ0.60, elke regel meer ƒ0.12. BIJ abonnementen belangrijke korting. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels ƒ0.25, elke regel meer ƒ0.10. (Adv. IngezMed.) „Hulp, waarop zoo lang was gehoopt nimmer gekomen Maarschalk Mannerheim heeft in zijn laatste dagorder, welke gisteravond aan de Finsche troe pen is voorgelezen. hulde gebracht aan de 15.000 Finsche gesneuvelden. Hij schatte de Russi sche verliezen op 200.000 man. Ondanks den inoed en de gevechtskwaliteiten van het leger, aldus de dagorder, heeft de regeering het noodig gevonden vrede te sluiten. Ons leger was klein. Wij waren verplicht verdedigingslinies aan te leggen, hulp uit het buitenland të vragen en de nóodige wapenen en munitie te verkrijgen. Na zestien weken van harden strijd houdt het Fin sche leger nog stand tegen een vijand, welke on danks de hem toegebrachte kolossale verliezen, slechts in aantal toenam. De Finsche soldaten zijn blootgesteld geweest aan enorme physieke en psychologische inspanning, omdat het niet mogelijk is geweest hen af te lossen. De veldmaarschalk dankt Zweden, Noorwegen, Groot-Brittannië en Frankrijk voor de verleen de hulp in den vorm van wapenen, munitie en vliegtuigen, waar zonder de Finsche strijdkrach ten het onmogelijk zoolang hadden kunnen uit houden. Hij voegde hieraan toe: „De hulp met manschappen, waarop zoo lang was gehoopt, is nimmer gekomen. Slechts twee baltaljons vrijwilligers met eenig geschut, luchtdoelgeschut en vliegtui gen konden hier tijdig aankomen om te strijden aan de zijde der Finnen". Tenslotte zegt Mannerheim: „dat de door de Westersche Mogendheden beloofde hulp niet is gekomen, omdat de buren van Fin land, Zweden en Noorwegen liever naar hun eigen huis keken dan hulp te laten passee- ren." Het laatste Finsche legerbericht. Het Woensdag uitgegeven legerberight luidt als volgt: Op 12 Maart heeft de vijand aangevallen op de Noord-Westelijke oevers van de baai van Viipuri en de Finsche tegenaanvallen duurden tot in den morgen van 13 Maart. De vijand werd terugge worpen en 12 tanks werden vernield. In de gevechten der laatste dagen trachtte de vijand over het ijs te trekken van de baaien van Muhu en Viljajoki, met als gevolg, dat hij 60 tanks verloor. Tusschen Viipuri en Vuoksen ondernam de vijand plaatselijke aanvallen. Overal werd hij echter teruggeslagen in nachtelijke tegenaan vallen. In de richting van Paakkola bracht de Finsche artillerie een aanvalspoging van den vijand tot staan. In het district Vuosalmi deden zich den geheelen dag infanteriegevechten en vuurgevechten der artillerie voor. Een vijande- lijke aanval werd afgeslagen en 3 tanks werden vernield. Tusschen Vuosalmo en het Ladogameer artillerievuur van weerskanten, in de richting van Taipale werd de vijand teruggedreven en ten Noord-Oosten van het Ladogameer werd een vijandelijke aanval op Uomaa en Kollanjoki af geslagen. in de richting van Kuhmo werden vele vijandelijke aanvallen afgeslagen. Aan de andere deelen van het front bedrijvig heid van patroulles. In den ochtend van den dertienden Maart ging vijand voort met aanvallen op - de Karellsche landengte, ten Noord-Oosten van het Ladoga meer en bij Kuhmo, tot 11 uur. Op dit tijdstip werden de vijandelijkheden aan beide kanten gestaakt. De vijandelijkheden waren hoofdzake- op het Noorden van Finland. Ver- Kmiiende plaatsen werden gebombardeerd Vol gens gecontroleerde gegevens zijn vier vijandelijke m'cgtuigen neergeschoten, terwijl het van drie •wg onzeker is, of zij neergehaald werden. Van viev onzekere gevallen van 12 Maart ls thans vast te staan, dat de vliegtuigen neerge- naaiü zijn, de vier wrakken zijn gevonden. Op 13 mart staakte de Finsche luchtmacht de opera- "p ,om 10 uur, terwijl de vijand zijn bonibarde- Kem d-8S mor&n v°ort/zette °P Rovaniemi en naijarvi. waar drie burgers werden gedood. Het Russische legerbericht. hoofdkwartier van het militaire district nihgrad deelt mede: „Op 13 Maart om zeven GEN.-MAJOOR J. TH. ALTING VON GEUSAU OVERLEDEN. Tijdens oefeningen van artillerie in de omge ving van Vogelenzang is Woensdag de comman dant van het eerste legercorps, gèneraal-majoor jhr. J. Th. Alting von Geusau, die deze oefenin gen bijwoonde, plotseling overleden. De oefeningen waren in vollen gang, toen het in cident voorviel. De generaal klom in een uitkijkpost en zeide, toen hij boven was, zoo terloops tot één der kolonels, die bij hem waren: „Dat doe ik zoo nog aardig hè, zonder training!" Nauwelijks had hij dit gezegd of hij viel achterover en werd opgevangen door één der aanwezige officieren. Het bleek, dat de generaal 'n hartverlamming had gekregen. Het stoffelijk overschot is naar Den Haag, waar- generaal Von Geusau woonde, overgebracht. De oefeningen zijn terstond afgelast. Jhr. Alting von Geusau, die op 28 Juli 1881 te Nieuwer Amstel werd geboren, bezocht de H.B.S.-en te Maastricht en te 's Gravenhage en werd daarna voor den officiersrang opgeleid aan de voormalige cadettenschool te Alkmaar en de Kon. Mil. Acade mie te Breda. In 1902 werd hij benoemd tot 2en luitenant bij de artillerie, waarna in 1906 zijn benoeming tot len luitenant volgde. In dezen rang volgde hij van 1910 tot 1913 de les sen aan de hoogere krijgsschool, terwijl hij in 1916 werd bevorderd tot kapitein. Na van 1913 tot 1918 leeraar te zijn geweest aan de Kon. Mil. Academie, werd hij in 1918 benoemd tot commandant van de school voor reserve-officie ren der onbereden artillerie in Utrecht, welk com mando de heer Alting von Geusau het daaropvol gende jaar wisselde met de functie van leeraar aan de hoogere krijgsschool met overplaatsing naar den generalen staf. Gedurende dit leeraarschap werd hij in 1927 benoemd tot majoor, in welken rang hij in 1929 werd geplaatst bij het le regiment veldartille rie als hoofdinstructeur. Op 2 October 1930 werd de thans ontslapene luitenant-kolonel en commandant van het le regiment onbereden artillerie. In 1931 werd de heer von Geusau chef van den staf der le divisie. In 1932 werd hij directeur van de hoogere krijgs school en in 1934 volgde zijn benoeming tot kolonel. Vervolgens werd de heer Alting von Geusau on der bevordering tot generaal-majoor aangesteld tot commandant van de le divisie. Sinds de nieuwe indeeling van ons leger is de thans overledene belast geweest met het commando over het eerste legercorps. Generaal-majoor Alting von Geusau, die een zeer bekende militaire persoonlijkheid was, is bestuurs lid geweest van de vereeniging ter beoefening van de krijgswetenschap en was redacteur van het or gaan dezer vereeniging en van haar wetenschappe lijk j'aarbericht. De heer von Geusau was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, officier in de orde van Oranje-Nassau, grootkruis in de orde van Leopold II van België, commandeur in de orde van het Legioen van Eer van Frankrijk en commandeur met de Ster in de orde van Verdienste van Oostenrijk. De teraardebestelling zal plaats hebben op Zater dag 16 Maart om 12 uur op het R.K. Kerkhof aan de Kerkhoflaan te 's Gravenhage. De knoeierijen bij defensiewerken in N.W. Utrecht. Zooals men weet is enkele maanden geleden ont dekt, dat geknoeid werd bij den aanleg van de fensiewerken in Noord-West Utrecht. Naar onze Haagsche correspondent verneemt, is tegen den betreffenden aannemer een vervolging ingesteld. Intusschen heeft hij zich bereid verklaard de ver schillende werken op eigen kosten in orde te ma ken en hij houdt zich ook royaal aan deze toezeg ging. De afwerking van sommige onderdeelen ge schiedt echter niet zóó vlug als sommigen meen den te mogen verwachten, doch dit houdt verband I met het feit, dat deze onderdeelen bij het onder- I zoek in de affaire zijn betrokken, waardoor eenige I vertraging ontstaat. Ook de lichtschepen op de Noordzee ondervinden den ernst van den Een der vaartuigen werd tijdens een gevecht door projectielen uit een vliegtuig getroffen en ernstig beschadigd De .vuurtoren" vooral moest het ontgelden uur 's ochtends hebben de Sovjettroepen na een bestorming gedurende twee uur de stad Viipuri bezet. Tot twaalf uur vanmiddag heeft zich in de andere sectoren van het front niets belangrijks voorgedaan. Om twaalf uur vanmiddag (Leningr. tijd) zijn in alle sectoren van het front, overeenkomstig het vredesverdrag, de vijandelijkheden gestaakt. Op bijgaande kaart van Finland zijn de ge bieden weergegeven met dikke zwarte lijn welke in het vredesverdrag tusschen Rusland en Fin land zijn geformuleerd. Voor de staatsgrens tusschen Sovjet-Unie en de Finsche republiek worden de nieuwe lijnen vastgesteld. 1. De schiereilanden Sredny en Rabatsji in het hooge noorden. (Zie voor uitgebreide situatie het neven kaartje.) 2. De geheele Karëlische Landengte met inbe grip van de steden op het kaartje weergegeven. (Zie neven kaart). 3. Een gebied ten oosten van Markjarvi; de Sovjets hebben hierbij op het oog het doortrekken van den Kemijarvi-spoorweg naar Kandalasksj, een aftakking dus op den Moermansk-spoorweg; de nieuwe grens zou hierbij een deuk vertoonen. 4. Afstand van de eilanden in de Finsche Golf. 5. Afstand van Harigö voor het aanleggen van een Russisch vlootsteunpunt. Op de kaart krijgt men een goed algemeen overzicht. WAT FINLAND VAN ZIJN LAND AAN RUSLAND MOET AFSTAAN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1940 | | pagina 1