Een eigenaardige aanbieding BURGERLIJKE Het menu van den dag Reizen en avonturen van Mijnheer Z A TER DAG.29 MAART 1941 ALLES INEENS WILLEN. De vrouw die ihaai*. 'huishouden goed leidt, zal alles op iz'n tijd laten gebeuren, en daardoor een regelmaat aankwekken, die den indruk maakt dat een soepele huishouding een erg gemakke lijk baantje is. •Daartegenover staat een andere, die bij buien enorme 'hoeveelheden werk verzet, om daarna weken lang nergens naar om te kijken. De schoonmaaktijd geeft voor deze laatste huisvrouwen de noodige aanleiding om tot zulk een aanval van energie over te gaan: zij hebben immers in de wintermaanden weinig werk ge daan, de schoonmaak was toch op komst, en de verduistering belette haar 's morgens al bijtijds te beginnen, zoodat er nu alle reden voor schijnt te zijn om flink aan te pakken. Het gevolg hier van is dat zij alles tegelijk over hoop halen en dat zij een werklust ten toon spreiden die be paald angstwekkend is. Opeens moet er met gang aan de schoonmaak begonnen worden .maar ook de voorjaarskleeren moeten worden nagezien, want het kan immers ineens zacht weer worden, en de tuin moet worden bijgewerkt, er moet van allerlei gezaaid worden, en er zijn ook nog werkjes in huis, die al zoo lang noodzakelijk waren, dus kunnen zij meteen in orde worden gemaakt. Wie zoo werkt, zal zich genoodzaakt zien om toch nog weer allerlei te laten liggen, waar zij niet aan toegekomen is, omdat een werkdag nu eenmaal niet van elastiek is, en omdat alles in zoo'ii razend tempo moet gebeuren, dat er geen tijd voor behoorlijk overleg kan overschieten. Eigenlijk moeten noodig alle overbodige pape rassen uit haar bureautje worden verscheurd, maar dat 'kost eenige uren. en omdat het tempo dit niet toelaat, wordt het meubeltje enkel schoongemaakt en niet van zijn overtollige rom mel ontdaan. Juist voor zulke opruimwerkjes is de schoon maak een onontbeerlijk middel, maar menigeen' komt daaraan niet toe, omdat zij in een bezeten tempo wil doorjagen.Sorteeren van kinderspeel goed, van kleeding, van boeken, van muziek, van brieven, van huisraad en gereedschappen, van de timmerkist en het tuingereedschap, dit alles vraagt behoorlijk overleg, en als dat er niet kan zijn, omdat de tijd er niet voor geno men wordt, dan wordt alles maar weer ongebor- gen en de rommel in huis groeit aan tot een groote stapel. Daarom kan men zeggen, dat de huisvrouw die haar huishouden goed leidt, overal behoorlijk den tijd voor neemt, zij zal de schoonmaak niet in een onmoaelijik 'korten tijd willen afjakkeren, maar bovendien zal zij ook niet de rommel heb ben uit te zoeken, waar een ander een heel jaar lang niet aan toe gekomen is. en waar zij eigen lijk nooit aan toe zal komen. Alles moet zijn trd hebben, en wie het van daag niet kan afmaken, zal er morgen mee moe ten doorgaan, ook al is het nog zoo aanlokkelüfc om morgen weer aan iets nieuws te kunnen be ginnen: wie alles ineens wil doen, zal niets be hoorlijk afmaken en er tenslotte alleen nog maar doodmoe van worden. Alsof dat bet doel van al haar zwoegen zou kunnen z'in. E. E. J.—P. WIE KNUTSELT ER MEE? Deze week maken we voor ieder kind een eigen Paaschhaas! Vermïcellisoep. Puréerand met groenteragout. Vleeschlooze jus. Custardvla met abrikozen. RECEPTEN. De soep wordt van een pakje bereid, is dus be doeld als pittig hapje vooraf, echter zonder veel voedingswaarde. Puréerand met groentenragout (2 a 3 personen) Va K.G. aardappelen (.gekookt), melk,14 boter, zout, noot, yz pond wortelen, y2 pond koolraap, 1. selderijknol of l/> 1. blikje spercieboontjes, 40 gr. bloem, 40 gr. boter, mag-gi-aroma. Bereiding: De Groente schoonmaken en id klei ne stukjes snijden. Ze wassehen en gaarkoken in 6 d.L. water met wat zout. Daarna afgieten en van dit kookwater, V2 L., met boter en bloem een saus maken. De groente (ook de boontjes) er in warm laten worden, en alles op smaak .afmaken met_ zout en maggi-aroma. Van de aardappelen purée maken, deze overdoen in een beboterden en met beschuit bestrooiden rijstrand en keer en op een warmen schotel-. De groente-ragout erin scheppen. Heeft men geen rijstrand, dan doet men de purée in een vuurvasten schotel, en de groente met de saus in een dekschaal. Wat peterselie er over strooien. Als we een smakelijke vleeschlooze jus willen opdienen, die toch nog een hooge voedingswaarde bezit, dan gebruiken wij daarvoor taptemeikpoe der en bereiden de jus volgens onderstaand re cept: (voor 4 personen). 60 gr. (3 afgestr. eetlepels) boter, 30 gr. (4 eet lepels) bloem, 20 gr. (2 eetlepels taptemel'kpoe- der), 1 bouillon- of jusblokje, zout. peper en een mespunt koffiestroop, y2 liter water. Laat in een braadpan de boter en de bloem bruin worden. Voeg ineens 5 of 6 kopjes water en de met 'n weinig lauw water aangemengde tapte melkpoeder toe. Laat de jus zachtjes enkele minu ten doorkoken en maak ze op kleur en smaak af met de koffiestroop, het bouillohiblokje, de peper en het zout. Met koffiedik, liefst heet, kan men veel doen om de sterke geur van gebakken uien of vet uit de koekepan te verwijderen. Men stort het 'koffie- I dik in de pan en wrijft het flink in 't rond. Daar na met koud water uitspoelen. j 't Loopt tegen Pasehen en weldra is dit feest weer aangebroken. Wat een vreugde als de 'kleintjes 's morgens aan het ontbijt tot hun groote verrassing ieder een Paaschhaas vinden! Trouw wacht het goede diertje (hen al op met een heusch mandje, waarin een prachtig ge kleurd ei ligt, zorgvuldig toegedekt met wollen hazelnootjes! Wat een kostelijk stuk speelgoed hebben zij er nu plotseling bij, en dat, terwijl het niet eens St. Nicolaas of Kerstmis is en zij oofc niet jarig zijn! En wat nog prettiger is, Moeder 'heeft het zelf voor hen gemaakt! Voor dit leuke werkje, dat bovendien nog heel vlug klaar is ook, hebben wij zachte sport- of zephirwol noodig en een haa'knaald no. 3. Lichaam, staart en kop worden tezamen in twee deel en gehaakt, welke daarna met elkaar ver- eenigd worden. Wij beginnen aan de onderzijde van het diertje en zetten 12 kettingste'ken op: in heen en weerga an de toeren haken wij hierop vasten, waarbij wij beide bovenlussen van de vas ten van den' vorigen toer opnemen. Steeds aan éénzelfde zij-de en bij iederen toer meerderen wij een vaste. Na 3 c.M. hoogte haken, worden aan de andere zijde van het werk 4 steken apart 2 c.m. hoog gehaakt voor het staartje; de overige steken haken wii in stokjes verder voor het rompje, dat tot aan den hals 15 c.m. hoog moet worden. Voor het buikje meerderen wij aan die zijde bij ellken toer 1 stokje. Daar het halsje tenslotte uit slechts in stokjes moet bestaan, gaan wij daarna van lieverlede aan ons haakwerkje minderen. Voor den kop zetten wij aan dezelfde meerderings- en minderingszijde 18 kettingsteken erbij op, waarop dan 5 toeren stokjes komen. Om het goede model van- het snuitje te krij gen, wordt bij den 3en, 4en en 5en toer zeer steiik aan die zijde geminderd, zoodat er onge veer 7 stokjes overblijven. De andere zijde blijft, zooals steeds, gewoon recht. Vóór wij nu verder gaan, haken wij weer eenzelfde lapje, doch nu in. spiegelbeeld van het eerste. Beide stukken wor den daarna met gewone v-asten aan de goede zijde, aan elkaar gehaakt, waarbij wij een klein stukje openlaten om het rompje op te vullen. Als vulsel kunnen wij het beste vellen zuivere watten ge bruiken, waarmede wij het dan stevig opstoppen. Wij haken het gaatje daarna verder dicht en -be ginnen aan de pooten, die apart gehaakt worden. Voor de voorpooten haken wij een lapje in vas ten, dat ongevear 6 c.m. lang moet worden en ook 6 c.M. breed; daar -het pootje aan het eind iets dunner moet zijn, beginnen wij met een op- zetseltje van ongeveer 4 c.m. en meerderen dan onder het haken bij de komende toeren tot 6 c.m. breedte. Wij naaien het lapje dicht en stoppen het vol, vóór wij het aan het rompje naaien. De achterpooten worden, evenals li-et rompje, in twee d-eelen gehaakt. Aan den zool beginnen wij nu en wel met een opzetsel van 7 c.m. lengte. Na 4 toeren vasten hierop, wordt ge minderd, zoodat na nog eenige toeren haken slechts 7 vasten overgebleven zijn. Het boven gedeelte van den achterpoot wordt gemaakt van ongeveer 15 toeren (6 c.m. hoogte totaal) vasten, welke aan het begin 13 vasten tellen: zij worden aan één zijde zoo sterk geminderd, dat er nog slechts 3 vasten overschieten. Beide stukken wor den tegen elkaar genaaid, opgestopt en aan het rompje bevestigd. De haas zou geen langoor heeten, als bij dan ook geen geweldige lange ooren had. Zij zijn bij ons exemplaar zóó lan-g, dat zij voor -de lengte van het snuitje niet behoeven onder te doen. Zij worden ieder in een lapje van 13 stokjes breedte aan bet begin en 6 toeren boogte gemaakt, waar bij aan de zijkanten van de 4e, 5e en 6e toer 1 stokje gemindërd wordt. De ooren behoeven niet opgevuld te worden, doch om hen stevig op te laten staan is het wel gewenscht, dat er een stuk je mantellinnen in gelegd wordt. Wij vouwen het haaksel hieromheen dubbel en haken het met vasten dicht. Met witte wol -borduren wij daarna met wat platte steekjes het oog en het bekje op de ge haakte snuit en ook dë 'prachtige snorrebaarden. Wij kunnen deze laatste er ook los bij laten 'han gen, doch daar zij dan veel meer kans loopen groezelig te worden, kunnen wij ze er beter ook op bordure-n. Een prachtig gestrikt paars lintje om de hals en de haas zelf is klaar. Nu nog het eiermandje; dit moet zoo klein zijn, dat er juist een ei in past. Wij bekleeden het eerst met een gehaakt lapje van stokjes, waarin het ei komt te liggen en hierop komen dan de nootjes, welke wij van all-erlei vroolij'ke kleurtjes wol haken. In een ringetje van bijv. 4 lussen haken wij eerst 6 stokjes en op deze stokjes 'komen 6 vasten. Twaalf van deze nootjes zijn er noodig. Mocht u terecht een beetje bang zijn, dat zij wegraken, dan naait u z-e eenvoudig- vast oj3 een zelfde gehaakt lapje, als voor de be'kleeding van het mandje werd gebruikt. Het kan dan als een warm dekdekentje dienst doen NORA HANA. VARIATIE IN DE BEREIDING VAN SPRUITJES. Nu de groenten duurder zijn, neme men in de eerste plaats die groente, die het seizoen oplevert. Plantkundig bezien behooren spruitjes tot de koolsoorten; toch wijken ze in verschillende op zichten zooveel af van roode-, witte- en savoye- kool, dat spruitjes voor velen een aangename af wisseling vormen op het wintermenu. Des te grooter wordt' deze afwisseling, als de spruiten niet altijd worden klaargemaakt volgens het aloude recept, dat van grootmoeder op moeder en van moeder op dochter is overgeleverd. (Dat we van dit aloude recept in zooverre afwijken,- dat we de groente nu niet meer onder water opzetten,maar slechts met een bodem water, is voor de verstandige huis vrouw geen geheim). Juist deze winter is afwisseüng in de groente bereiding zoo gewenscht, omdat we door samenloop van omstandigheden o.a. doordat vele kassen niet zoo goed verwarmd zijn en wij door een lange, koude winter langer op de voorjaarsgroenten zul len moeten wachten een keertje, vaker dan andere jaren de wintergroente op tafel moeten brengen. Variatie in spruitjes is bijvoorbeeld mogelijk door ze te combineeren met een andere groente. Vrij algemeen bekend zijn „spruitjes met kastanjes". Daar de laatsten echter op 't oogenblik zeer prijzig zijn, zal 'n andere, eveneens zeer geslaagde com binatie meer toepassing kunnen vinden, n.I. „spruit jes met knolselderij". Behalve dat dit gerecht heel smakelijk is, heb ben we tevens het voordeel dat een groente, die wel rijk is aan eiwit en aan vitamine-C, maar be trekkelijk arm aan vitamine-A (n.I. spruitjes) samengevoegd wordt met een groente, die veel vitamine-A en slechts weinig vitamine-C bevat (n.I. knolselderij). Spruitjes met knolselderij. (groente voor 4 personen), i 500 gr. (1 pond) schoongemaakte spruitjes (niet schoongemaakt ongeveer iy2 pond), 1 middelmatig groote selderijknol (ongeveer 1 pond), 29 gr. (1 afgestreken eetlepel) boter, y2 eetlepel zout. Wasch de spruitjes. Snijd de selderij knol in plak ken van ongeveer 1 cM. dikte en schil deze zoo dun mogelijk. Snijd de plakken in reepen en deze weer in blokjes. Wasch de blokjes knolselderij, doe ze met de spruitjes in de pan en schud ze door elkaar. Breng ze aan de kook met een kopje water en laat ze een half uur zachtjes doorkoken in goed gesloten pan; het water zal in dien tijd verkoken. Voeg de boter en het zout toe en schud de groente hiermee even om. Dien ze daarna meteen op (niet nasto- ven!) Een natuurlijke vifaminebi dezen tijd van het jaar, ir°nv0c. De goH'onc wintprn^,, is Wie een mooi stilleven wil zien, moet goed voedingsmiddel. Sleutel weg? Tel. 11493 DeSleutelspecialist, L.Veerstr.lO (Adv. Ingez. Med.) VOOR DE KINDEREN Heel diep duikt Pnkkebeen in 't zand, Gelukkig kwam hij goed te land: Hij heeft geen arm of been gebroken Nog nooit heeft hij zoo goed gedoken, Men trekt hem weldra op den grond En zie: hij heeft geen enk'le wond. Maar kijk. de brand verbreidt zich snel: Men zoekt-naar water, naar een wel, Men wil die wilde vlammen blusschen De gloed is echter niet te sussen, Dan, voor de hitte zeer beducht. Slaan broer .en zuster op de vlucht. een schotel kijken, waar winterpeen L toon voert. Al is de dag nog zou grauw d rood-oranje kleuren van de stukjes pe'e zon en warmte te voorschijn. Zon en war belangrijke elementen voor groei en bloei' En met die peentjes is dat niet ajleen in r lijken, doch ook in letterlijken zin zoo W-i- weelderig warme kleuren .kunnen We 1,if| 4 een afspiegeling zien van een stof, waaV*- weer andere stoffen ontwikkelen ton i' van onze gezondheid. De deskundigen sorok carotine en vitamine A, woorden, waari- vroeger nooit hoorden, doch waarvan than is, dat zij een belangrijke rol in ons stoffeliii spelen. Is die vitamine A niet de stof dip* nachtblindheid behoedt? En herinneren wi; uit den vorigen oorlog de lijdensgeschiedm'''^ de Deensche kinderen, die bij gebrek aan! A, oogziekten kregen? Natuurlijk kan men die vitamine A ook andere producten ontleenen, doch in die peenen zit toch wel een extra portie enho nog vitamine B 1 en vitamine C. Deze vih^ komen het allerbest tot haar recht, wann peen, in schijfjes gesneden of grof gerasot wordt gegeten. Doch ook bij gebruik in sï3 toestand loont het alleszins de moeite, er on- zijn deze goede stoffen tijdens de bereiding i?' houden en het is zeker niet overdreven, om di wone winterpeen met veel zorg te behandelen' Hier volgen een tweetal van de vele momiJ heden, die winterpeen ons voor de maaltijden^ Hutspot met Benoodigdheden (voor 4 personen); 1 KG wortelen. 1/4 KG uien. 2 KG aardappelen. 50 gr. (y2 ons) boter of vet. 200 gr. (2 ons) klapstuk of 100 gr. (1 0.Kw, legen 40+ kaas. 100 gr. (1 ons) bruine boonen. 2 dl (2 kopjes) melk of 15 gr. (2 eetlepels) taptemelkpoeder. y2 1. water. 1 dl boonennat. 50 gr. bloem. peper, zout, noot, peterselie. Bereiding: Wasch het vleesch, zet het op met het water een lepel zout en laat het circa 1 uur koken. L= de aardappelen, en de wortelen in water en wf ze met de pannenspons schoon. Snijdt de wori iri schijfjes en snijd de aardappelen in vieren,k de wortelen op het vleesch, daarna de aardappel en na een kwartier de ontvelde, in stukken gesii+ uien. Laat de wortelen en aardappelen !/2uurk. ken, haal het vleesch er uit en maak den siamppj af op smaak met zout en desgewenscht wat pes? Voeg onder het stampen de melk of de aangem'eiü-i melkpoeder toe voor het smeuïg worden, Stam niet te grondig, daar hierdoor schade aan - voedingsstoffen wordt toegebracht. Men 1 stukjes aardappelen of wortel fijn kauwen di voedingswaarde verliezen. Voor het gehakt: Week daagstevoren de gewasschen boonen ï/2 liter water en kook ze in het weekwater Maal ze tezamen met het vleesch door den vlees! molen of'wrijf ze fijn en snijd het vleesch in kleü stukjes. Doe het mengsel in een pan met debl® en het boonennat. Laat dit, onder roeren, op m zacht vuur binden. Voeg peterselie, ui en de iel van de kruiden toe. (Bij gebruik van kaas inplaats van klap;t$ wordt deze geraspt aan het gehakt toegevoegd), Hutspot met rauwe groenten cn; (4 personen). 1 KG wortelen 1/2 pond uien. 2 KG aardappelen. Zout. 200 gr. (2 ons) kaas. 2 dl (2 kopjes) melk of 15 gr. (2 afgestr.-"1 taptemelkpoeder. Water. Bereiding: Leg de aardappelen en wortelen in het wrijf ze stevig schoon mét de pannenspons. de aardappelen in vieren en kook ze met een demp je water in een half uur gaar. Snijd de velde uien in ringen en smoor ze tien minuten zeer weinig van de boter. Rasp de wortelen rauwkostrasp zeer fijn of maal ze door den molen ën stamp ze vlug door de gare en de gesmoorde uien. Maak den'stamppot door toevoeging van de melk, roer de gerasp erdoor en maak op smaak af met zout en peper. HAARLEM, 28 Maart 1941- Bevallen: 26 Maart: M. L. J. de Debouck z.i A. P. van HeemsSpoor 0, Maart: W. E. Houweling—Riepenhausen1 z., de Zwartvan Buuren d., G. C. s1ndOTl~r' nard z., M. P. de Boer—Ran d., M. C J- van Eek d., H. J. M. Goddijn-Wiggen1 z. WieringaBink z., 28 Maart: R. D'el-|e' Schittko d., A. M. AlbekBastiaa-nse 0. door MABEL-GRUNDY. Vertaald door E. GRIESE-KETS DE VRIES. 11) „Er was geen andere, tenminste het kwam mij voor, dat er geen andere was". Zij nam haar zit plaats op den koffer weer .in en vouwde haar han den. „Uw tante maakte bezwaar tegen mijn aan wezigheid in de zitkamer en deed de logeerkamer op slot err den sleutel in haar zak, in welken" zak hij nu nog zit. Ik neem natuurlijk niet graag onge- noodigd bezit van de eetkamer of ga een van de slaapkamers binnen, dus installeerde ik mij hier. Ik vond het ook veiliger, om op mijn koffer te gaan zitten uit vrees, dat uw tante opdracht zou geven, om hem naar buiten te gooien". Quinton's gezicht nam een uitdrukking van diepe verslagenheid aan, terwijl hij sprak en zijn handen jeukten zenuwachtig. Dit was erger, beslist veel erger dan alles, wat hij verwacht had. Hij viel in een stoel naar den paraplubak, zijn beenen weiger den hem te dragen, en zei: „Hij spijt me en ik schaam me geweldig". Hij brak af, daar de deur van de zitkamer open ging en mevrouw Dimsdale voor hem stond. „Waarvoor schaam je je, Christopher?" vroeg zij. „Ik ben niet verwonderd dat je je schaamt, maar ik zou graag precies willen weten, waarvoor?" „Dat u een gast van mij zoo kon behandelen", hij sprong op, „om haar om haar uit de zitkamer te bannen en haar te dwingen, om hier te gaan zitten. Het is monsterachtig!" „Gast!" De stem van tante Sophia sloeg over. van verbazing. „Dit jonge wezen heeft er geen woord van gezegd, dat zij een gast was. Ze zei, dat ze was gekomen, om mij gezelschap te houden mij?" „Is dat niet hetzelfde?" „In geen geval Een gast is een gast en gezelschap is een duivelsche bezoeking. Zoolang ik adem haal. heeft nog nooit iemand mij gezelschap gehouden, en nooit iemand mij gezelschap h©uden. Maar als zij een gast is— wel, dat verandert de zaak natuur lijk volkomen, ofschoon alleen de hemel weet waarom ze dat niet gezegd heeft. Zoo'n massa misver^ standen ontstaan er toch in het leven door mén-, schen, die niet uitpraten; nu, ik praat altijd uit". „Dat is zoo", zei Christopher. „Ja",.echode Whiff. Mevrouw Dismdale besprong haar onmiddellijk „U weet er niets van". „Toch wel", sprak Whiff zacht, en met een zwakke zucht van vermoeidheid tegen. „U zei mij alles wat u op het hart had". „Dat verdiende u, omdat u zoo kort vanstof was", „Ik kreeg geen kans. Iederen keer, als ik pro beerde u een verklaring te geven, viel u mij in de rede". „U nfemde het woord gezelschap. Had u mij gezegd, dat u een gast was, de gast van mijn neef, ofschoon hij mij niet op de hoogte had gebracht van uw komst", zij keek Quinton aan en keek overal naar behalve naar haar, „dan zou ik hebben geweten, waar ik mij aan te houden had en niet onbeleefd zijn geweest". „Kan een gast geen gezelschap zijn?" „Neen", zei mevrouw Dimsdale op vasten toon. „in de verste verte niet. Maar als u nu van uw koffer wilt opstaan, zal hij naar boven worden gebracht- Neen, niet door jou, Christopher, er zijn dienst boden in huis". Zij waarschuwde hen en met ver bazingwekkende snelheid verschenen ze vanachter de gangdeur, waar zij trillend van opwinding had den staan luisteren; met den koffer tussch-en zich in gingen zij Whiff voor, de trap op naar de logeer kamer, na uit den zak van mevrouw Dimsdale den sleutel van deze kamer te hebben ontvangen. Toen begaf tante Sophia zich naar de zitkamer en informeerde: „Wie is deze jonge vrouw, Chris topher?" „Zij heet Whiff Woffran". „Whiff wat?" „Whiff Woffran". „Waar heb je haar opgepikt?" „Quinton's voorhoofd beti-ok „Ze is een vriendin van me". Op dit oogenblik was Whiff in de oogen van Quinton de trouwste en meest gewenschte vriendin, die hij ooit bezeten had. Haar moed leek hem niets - minder dan schitterend. Schitterend, om daar zoo ge- luldig, beheerscht, en zonder kwaad te worden, te zitten, weigerend te verdwijnen, weigerend om door zijn sterke, heerschzuchtige en vreeselijke tante uit zijn huis te worden gesmeten, tot hij thuis kwam Was zij niet werkelijk een vrienin? „Het was mij niet bekend, dat je er jonge vrien dinnen op nahield". Christopher gaf. geen antwoord. „Blijft ze. lang?" „Het hangt er vanaf" „Waarvan?" „Van alle mogelijke dingen". „Noem er een". „Wel, of u gelukkig, met elkaar bent". „Dan blijft ze niet lang", zei tante Sophia, en klemde de lippen van haar grooten, rechten mond op een. „Ik heb meisjes nooit kunnen uitstaan". Christopher deinsde bij het woord „uitstaan" achteruit. Het gebruik van dit enkele woord was oorzaak, dat hij tusschenbeide de onmogelijkheid voelde, om in hetzelfde huis tante Sophia te blijven Zij had honend gelachen, als hij het gewaagd had zijn afkeer ervan te kennen te geven en gezegd, dat hij bedorven was door naar Oxford te gaan, dat een gewone particuliere school goed genoeg was geweest voor zijn vader en zijn oom Dimsdale. mannen, die in de wereld vooruit waren gekomen en geld hadden verdiend en geen gewichtig air hadden aangenomen of teemende Oxfordstemmen. oï bezwaar hadden tegen een rechtschapen woord als „uitstaan", dat zij van plan was tot aan het eind van haar dagen te blijven gebruiken, en het was jammer, dat hij niet op ze leek. Arme Quin ton, als er ooit een bescheiden man was geweest zonder air of verbeelding of iets dergelijks, dan was hij het, en het was hard, dat hij aangezien kon worden voor verwaand en Oxfordiaansch, lou ter vanwege zijn bezwaar tegen één woordje van twee lettergrepen. Mevrouw Dimsdale bemerkte zijn schrik en -her haalde vastberaden de uitdrukking: „Ik heb meis jes nooit kunnen uitslaan, giehelende. snaterende meisjes!" Zij liet haar zware oogleden zakken en met een veelzeggend gebaar onderstreepte zij haar afschuw. „Ben je verliefd op dat ding?" was haar volgende rechtstreeksche vraag. Zij nam nooit een blad voor haar mond. Zij was van meening, dat bla- den niet waren uitgevonden, om voor iemands, mond gehouden te worden. Quinton sprong op. „Hoe komt u er bij", riep hij een beetje driftig en volslagen onbewust, dat hij zich niet strikt aan de waarheid hield, want al was hij niet precies verliefd, hij was begonnen iets te zijn, dat er niet ver vandaan was. „Mag ik dan vragen, waarom je haar uitgenoo- digde voor een bezoek? Mannen vragen gewoonlijk niet aan meisjes, ze te komen bezoeken". Mevrouw Dimsdale beet op haar lip. „Ik dacht, dat het voor u wel een prettige ver andering zou zijn, u hebt het zoo saai". „Ik zou wel eens willen weten, hoeveel malen ik nog moet herhalen, dat ik het niet saai heb. Ben je doof of snap je het niet. Christopher Quinton?" „Als u het dan niet saai hebt, ik wel, ik heb het vervloekt saai", riep hij plotseling hartstochte lijk uit, terwijl hij door de kamer stapte en vooi haai' ging staan. „En dit is mijn huis, m.ij n huis, tante Sophia en niet het uwe. Hebt u misschien dit veilige tehuis gekregen? En als ik lust heb, om 'n dozijn meisjes, meisjes, één voor één in mijn huis uit te noodigen, dan doe ik dat. Houd u da' voor gezegd". De deur sloeg achter Chrïstofer dicht, toen hij de kamer uitstoof en tante Sophia zat naar den stoel te staren, dien hij zoo juist vex'laten had, terwijl haar breiwerk uit haar futlooze handen op den grond viel: „Dat wordt een mooie boel", fluisterde zij, „een mooie boel. Maar...." zij richtte zich op en haar voeten van het bankje lichtend, plantte zij ze stevig op den vloer, terwijl zij zich uit haar stoel in haar volle machtige lengte opheesch „hij laat mo koud en zij laat me koud". Zij wierp haar schou ders achteruit en zette haar borst uit, „ze laten me allebei koud". De gong luidde en met opgeheven hoofd ging naar binnen om te eten. HOOFDSTUK VIII. Eerst heerschte er spanning en de soep werd op gediend in een atmosfeer van rustige beleefdheid. Mevrouw Dimsdale was norseh maar beleefd Christopher, nog in hooge mate zenuwachtig, was niettemin heel beleefd, en Whiff, de eenige, die toch het minst op haar gemak moest zijn, was eveneens heel beleefd. Panton, die den laatsten stand van zaken m keuken kwam berichten, zoo tusschen elk ge"* door, zei, dat ze 'allemaal hadden kunnen 0 nemen aan een wedstrijd .in goede manierenen was moeilijk te gelooven, dat ze nog maar ®eV uur tevoren bijna iets naar eikaars hoofd nao gesmeten. Whiff had haar grijze jurk verwisseld voor* soepele zwart chiffonnen, een overschot uit 0 dagen en met haar glanzend haar en fijne tint inner.de zij Quinton, zooals zij daar op haar gerugd.e eiken stoel zat, aan een camee, die zijn moeder had behoord. Er scheen een gees j-, sereniteit en verfijning uit te gaan van ïederv? en gebaar van haar. Er was niets scmcnws haastigs aan Whiff, geen vervelende tafelman geen gekruimel van brood of gerol van letjes, gescharrel met zoutvaatjes, of geog van haar extra lepels en vorken op haar 4. was rust in haar houding en Quinton hie'd zélf voor, dat hij nog nooit iemand ontmoet die zoo rustig en zoo kalmeerend was. Tante Sophia had hem nooit gekalmeerd den maaltijd. Feitelijk was hij een en al P baarheid geweest van het oogenblik ai, ging zitten totdat zij opstond. Haar allesove sehende belangstelling in haar voedsel, haar achtige eetlust en de manier, waarop zij n „verwerkte" hadden hem bijna lichamelijk - gedaan. Als zij met uitgestoken vork na< malsch stukje spek of den bruinstén bal 6 wees, verbeeldde hij zich, dat hij vaak geest gekreund had, en als zij het over „laplj „doppers" had in plaats van de woorden vo te spreken, was de maat vol. Misschien V dwaas van Quinton, om zich door dergelijk - nigheden zoo hinderlijk te laten beïnvloeden, 1-.:: Tï.n" V,, rtrtv.v.^nr.1 r. r, r. V, i i ,ï,0 0 f*fWOellgt hij was nu eenmaal zoo, hij was kon er niets aan doen. Zijn gevoeligheid haa erfd van zijn vader, dié zacht van aard was, ja merig en geneigd, om in de wolken te lev 1 verwijderd van de alledaagsche wereld ton's moeder, zeer zeker een meer buitenge* streven e" vrouw dan tante Sophia maar met een wonen aanleg voor zaken, en door wier srre\^' doorzetten haar echtgenoot geworden was, was en zoodoende in staat was geweest, zP zoon een heel behoorlijk inkomen na te a (Wordt veivo

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 6