Een eigenaardige aanbieding
en avonturen
DONDERDAG 3 A'PRIE 1941
Baron Van Hardenbroek dijkgraaf
van den Haarlemmermeerpolder.
K. J. G. baron Van Hardenbroek.
(Cliché Archief)
- Na een feilen verkiezingsstrijd is Woensdag K.
J. G. baron Van Hardenbroek, burgemeester van
Bennebroek, gekozen tot dijkgraaf van den
Haarlemmermeerpolder in de vacature ontstaan
doordat de heer J. C. Reinders Folmer wegens
het bereiken van de leeftijdsgrens na een eer
vollen staat van dienst zijn functie neerlegt.
Baron van Hardenbroek verwierf 228 van de
426 uitgebrachte stemmen, mr. S. Naayen, advo
caat te Rotterdam, verwierf 197 stemmen.
Baron van Hardenbroek die in jagerskringen een
bekende figuur is en het voorzitterschap van de
Neder]andsdhe Jagersvereen.iging en de Jadhtver-
eenigi-ng „Nimrod" vervult is thans 50 jaar oud.
Geboren te Bunnik, bezocht hij het gymnasium in
Utrecht en daarna de Rijksuniversiteit aldaar, waar
hij reohten studeerde. In 1911 werd baron van
Handenbroek reserve-officier bij de cavalerie en
gedurende de mobilisatie was hij ordonnance-offi-
lier. In 1918 promoveerde hij en vertrok daarna
naar Ned.-Indië om in het Ned. Indische leger
dienst te doen. Na een verblijf van vier jaar keerde
hij naar het vaderland terug en werd volontair ter
gemeente-secretarie van Soest. Sinds 1935 is baron
van Hardenbroek burgemeester van Bennebroek.
RAAD VAN TOEZICHT RIJKSPOSTSPAAR
BANK.
Mr. W. M. J. van Lutterveld te Bloemen
daal is met ingang van 1 April 1941 benoemd
tot lid van den raad van toezicht op de Rijks
postspaarbank. Met ingang van. 1 April 1941
is aangewezen tot voorzitter van dien Raad,
het lid, mr. P. Hofstede de Groot.
KORPS VROUWELIJKE VRIJWILLIGERS.
De regeeringscommissaris voor Haarlem heeft
besloten, voor de huisvesting van een evacuatie-
post van het Korps Vrouwelijke Vrijwilligers (K.
V. V.) een gedeelte van het perceel aan het Nas-
sauplein no. 2 te doen inrichten en voor deze in
richting beschikbaar te stellen een bedrag van
f 1.200.
VEREENIGING VAN HUISVROUWEN.
Prof. Van der Pluym houdt Maandagmiddag 7
April in de aula van Teyler's Stichting aan het
Spaame te Haarlem voor de afdeeling Haarlem en
Omstreken van de Ned. Vereeniging van Huis
vrouwen een lezing met lichtbeelden over het on
derwerp: „Het leven van Leonardo da Vinei".
Dinsdagmiddag 8 April houdt de heer J. O. W. F.
Reus, tuinarchitect te 's Gravenhage, in het ge
bouw „Zang en Vriendschap" te Haarlem een
lezing over het onderwerp: „Groenten en vruch
ten kweeken in eigen tuin".
Vrijdagmïdddag 18 April is er in Hotel „De
Leeuwerik" een li eh tp ropag anda m iddagaange
boden door de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken
te Eindhoven, in samenwerking met het G. E. B.
te Haarlem. Het programma vermeldt o.a.: decla
matie door Pim Siegers: Vlaamsch proza; causerie
over „Ooghygiëne" door den heer J. W. Favié van
de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eind
hoven; declamatie door Pim Siegers: Nederland-
sche poëzie; korte lezing met lichtbeelden oyer
„Huisverlichting" en „Doelmatige afscherming
der woning", door den heer J. W. Favié en decla
matie door Pim Siegers: Zeeuwsche schetsen.
Donderdag 24 April wordt er een excursie naar
het. Koloniaal Instituut georganiseerd.
Dinsdag 29 April is er een sluitingsmiddag in
Hotel „De Leeuwerik". Het programma meldt:
vordracht van mevr. Francien KooteGerresse uit
Den Haag; uitvoering van het orkestje onder
leiding van mevr. Rie van Eden, en uitvoering
van het koortje onder leiding van mej. Cor Igesz;
aan den vleugel mevr. Truus MondriaanLigt-
hart.
Winterhulp Nederland.
Bijdrage uit de Haarlemsche gemeentekas.
Omdat het. blijkens den brief van Ged. Staten
van Noord-Holland aan B. en W. van Haarlem d.d.
22 Januari jl., in de bedoeling ligt dat de kosten
van de Stichting „Winterhulp Nederland" zoo goed
als geheel voor rekening van de gemeente worden
genomen, heeft de regeeringscommissaris voor
Haarlem besloten, ten behoeve van de stichting
„Winterhulp Nederland", afdeeling Haarlem, voor
bet tijdvak 1 September 19401 September 1941
een bijdrage uit de gemeentekas beschikbaar te
stellen van ten hoogste f 16.300.
BESMETTELIJKE ZIEKTEWET.
De regeeringscommissaris voor Haarlem heeft
besloten vast te stellen een Verordening tot wij
ziging der Verordening op de heffing en invor
dering van rechten voor afzondering, verpleging
onderzoek en vervoer, als bedoeld in art. 21 der
Besmettelijke Ziektewet (Stbl. 1928 no. 265), vast
gesteld bij raadsbesluit van 27 September 1939.
Het eenig: artikel luidt: In art. 1, le'alinea, art.
2, le alinea en art. 3, le alinea vervallen de woor
den: „voor zoover de kosten daarvan niet door
de belanghebbenden zelf- worden gedragen".
DRAAGRIEMENSTELLEN VOOR DE POLITIE.
De regeeringscommissaris voor Haarlem beeft
besloten, ten behoeve van het aanschaffen van le-
deren draagriemenstellen voor het politiepersoneel
te Haarlem f 1.400.ter beschikking te stellen.
BEZOLDIGING AMBTENAAR KEURINGS
DIENST VAN WAREN.
Naar aanleiding van het feit, dat de ambtenaar
bij den keuringsdienst van waren voor het gebied
Haarlem R. C. Visser met ingang van 1 Februari
1941 is benoemd tot halchef van het Staatsvisschers
'havenbedrijf en als zoodanig belast is met de alge-
meene leiding bij de keuring van visoh te IJmui-
den, heeft de regeeringscommissaris voor Haarlem
besloten, de bezoldiging van den heer Visser te re
kenen van 1 Februari 1941 af, te bepalen op f 142.50
per jaar en den pensioengrondslag te rekenen van
1 Februari 1941 af, vast te stellen op f 143.
OPNEMING KAS GEMEENTE-ONTVANGER.
Bij besluit van den Raad van Haarlem van 7
April 1920, werd aan B. en W. de bevoegdheid ge
geven het opnemen van de boeken en de kas van
den gemeente-ontvanger op te dragen aan een lid
van het college.
De regeeringscommissaris voor Haarlem heeft
besloten, aan het raadsbesluit van 7 April 1920 ach
ter het woord „college" toe te voegen de woorden:
„of een daartoe aangewezen deskundige".
Crediet Beatrixschool.
Verhoogd met ƒ1105.
Voor den bouw en de eerste inrichting van de
Beatrixschool aan de Gilles Schoolmeesterlaan te
Haarlem werd indertijd door den raad een cre
diet toegestaan van f 135.329. Het blijkt dat de
volgende bedragen nog noodig zijn: voor het
meubilair voor de school f 450, voor tafels
banken voor het lokaal handenarbeid f 335 en
voor nog aan te schaffen leermiddelen, voor het
zesde leerjaar f 320. De regeeringscommissaris
voor Haarlem heeft besloten bovengenoemd cre
diet met deze gelden te verhoogen.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Smede-
straat te Haarlem, uitsluitend tusschen 11 en 13 u.
Geldstuk, Sietses, Jan Evertsenstraat 29; kinder-
hoed, Bureau van Politie; dameshorloge met band
je, WesseLs, Gen. de Wetstraat 51; hond, Klein.
Oranjestraat, 86 zwart; dameskousen en sportkou
sen, Brons, Dr. Schaepmanstraat 35; meter in étui,
Hieuwermans, Zijlweg 58; damesportemonnaie met
inh., Zwart, Nachtegaalstraat 5; rijwielbelasting-
merk, Witte. Ged. Raamgracht 56; vulpenhouder,
De Vries, Ripperdapark 20.
Kinderauto, v. Schaik, Reitzstraat 29; Arm
band, Baars, Dutrystraat 20; Automaat, van
Looy, Binnenweg 188, Heemstede; Kerkboek,
Huiboom, Zaanenlaan 157; Bril in étui, Bas-
tiaan, Zijlweg 90; Bril in étui, Kaper, Nach
tegaalstraat 89: Beursje, Zonneveld, Damiate-
straat 10; Handwarmer, v. d. Pligt, Bosch en
Vaartstraat 8; Handschoen, Huiselaar, Tromp
straat 9; Spoorkaart, Smulders, Tetterode-
straat 35; Muts, v. d. Broek, Planetenlaan 142,
Mes, Swart, Tempelierstraat 63, Portemonnaïe
m.l., Valkenier, Zwaardstraat 1; Portemon-
naie m.i., Vonk, Patrimoniumstraat 5; Lap
zijde, Hoogland, Fabriciusstraat 24.
„DE RAMBLERS" IN IIET CONCERTGEBOUW
TE HAARLEM.
„De Ramblers" zullen Zaterdagavond onder lei
ding van Theo Uden Masman hun medewerking
verleenen aan een in het Concertgebouw te Haar
lem te organiseeren dansavond. Er zal ook een
show worden gegeven die ongetwijfeld de belang
stelling zal trekken.
TOELATINGSEXAMEN M.O. SCHOLEN
TE HAARLEM.
De toelatingsexamens voor de Middelbare School
voor Meisjes, de H.B.S. A, de 1ste en 2de H.B.S. B
te Haarlem worden, wat het schriftelijk deel be
treft, gehouden op 12 en 13 Juni a.s. De data van
het schriftelijk toelatingsexamen voor het .gymna
sium zijn nog niet vastgesteld. De insoh rij ving van
leerlingen zal geschieden op 28 April, 2 en 8 Mei.
Ondanks de moeilijkheden, aan het verkrijgen van grondstoffen verbonden,
handhaaft de Nederlandsche schoenindustrie haar ouden roem. Een detail van
het interessant productie-proces, dat in 300 fabrieken aan meer dan 12000
arbeidskrachten werk geeft.
(Foto Pax Holland)
Haarlemsche Kantonrechter
JEUGDIGE BIERLIEFHEBBER.
HAARLEM Woensdag
Een caféhouder te Beverwijk kreeg regelmatig
bezoek van een uit de kluiten gewassen jongeman,
die zich voor 18 jaar uitgaf en die regelmatig
hiertjes dronk en 'biljart speelde. De jongen bleek
echter nog beneden de 16 jaar te zijn, met ihet ge
volg dat de caféhouder hedenmorgen voor den
Haarlemschen Kantonrechter moest verschijnen,
want een jongen beneden 16 jaar mag niet in zijn
eentje een café binnenstappen, en zich daar n.b.
tegoed doen aan bier.
De caféhouder zei niet te hebben beseft dat de
iongen zoo jong was, en de ambtenaar van ihet
O.M. was 't met hem eens dat de jongen er ouder
uitzag dan hij was. De rechter vond dat de café
houder in zulke gevkllen beter moet informeeren
en legde hem een boete op van f 20.
VOOR DE KINDEREN
Naar f. A. Co ui
Rolztn on avonturen van Mijnheer Prlhkaltttt%
Tot Ironing van Aart won Ewljt.
DE VERBEURDVERKLARING VAN WAPFVs
ENZ. m
's-GRAVENHAGE, 1 April. Het Verords
ningenblad van den Rijkscommissaris voor bi
bezette Nederlandsche gebied, houdende wli
ziging en aanvulling van de verordening
220-1940 betreffende de verbeurdverklaring vin
wapens, munitie en springmiddelen.
Zooals bekend werden in laatstgenoemde ver.
ordening de bepalingen over de verbeurdveri
klaring niet van toepassing verklaard op m,
pens, welke voor de jacht bestemd zijn.
Volgens de heden van kracht wordende wiizU
ging is deze uitzondering echter niet toepassei
lijk op voor "de jacht bestemde wapens, welk»
onder genoemde personen in geslag zijn ge!
nomen of aan zoodanige personen toebehooren'
a. Personen die op grond der verordening no
6-1941 betreffende den aanmeldingsplicht vaa
personen van geheel of gedeeltelijk Joodschen
bloede dienen aan te melden, met uitzonde
ring van diegenen, die slechts van een naar ras
Voljoodschen grootouder in den zin van be
doelde verordening /stammen;
b. Personen, die tot de Joodsch-kerkelijka
gemeenschap behooren.
PROT. CHR. JEUGDWERK.
De gecombineerde Leiders-Leidstersdag, die
onlangs moest worden uitgesteld, is thans be
paald op Zaterdagmiddag a.s. half drie in het
clubhuis Damstraat 19.
MUZIEKPRIJSVRAAG STICHTING
ROTTERDAM 1939.
Rotterdam, 1 April De jury voor dej
muziekprijs van de kunsteommissie van de
Stichting Rotterdam 1939 heeft twee tweede prijzen
ad f 400 toegekend aan de composities, ingefa
onder motto „Ituriel" en motto „Soo sal't hier nae
in vreden zijn".
Maar eind'lijk, in hun hoogsten nood,
Zien zij daar aan de kim een boot.
Nu is dan werk'IJJk 't leed geleden",
Zegt Prikkebeen en lacht tevreden:
Men heeft ons ginds op 't schip gehoord:
En haalt ons weldra nu aan boord."
En ja de vreugde stijgt ten top
De sloep neemt 't drietal haastig op.
En 't eerst klimt 't is haast niet te
g'looven I
De dappre Ursula naar boven,
Zij vindt het angstig, krijscht en gilt
En roept: „Ik heb dit nooit gewild."
FAILLISSEMENTEN.
(Opgegeven door afd. Handelsinformaties
v. d. Graaf en Co. N.V. Amsterdam.
UITGESPROKEN:
27 Mrt. W. de Wit, siersmid, Sneek, Prinsegradit
22. R.C. Mr. Baron van Harinxma thoe Sloota
Cur. Mr. J. P. Winsemius. Sneek.
28 Mrt.: Johannes Notenboom, spoorbeambte,
Roosendaal c.a., Oharitasstraat 42. R.C. Mr. F. A.
J. Marres. Cur. Mr. H. A M. Smits, Roosendaal,
Stationsplein 12.
28 Mrt: H. Schoonbeek, caféhouder, Delfzijl
R.C. Mr. J. A. G. KattenbUsch. Cur. Mr. A. T. Vos,
Appingedam.
In de week van 24 t/m 29 Maart 1941 werden ln
Nederland 12 faillissementen uitgesproken.
OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTEF:
26 Mrt. P. H. Hendrix, den Bosch.
26 Mrt. S. P. Sies, kleermaker, Rotterdam.
26 Mrt. J. de Vos, aardappelenhandelaar,
Vlaardingen.
27 Mrt. M. Th. van Ottelen, rijwielhandelaar,
Eist (O.B.)
27 Mrt. Joh. de Groot, Voorhout.
GEDEPONEERDE UTTDEELINGSLIJSTEN:
16 Mrt. J. Ruiters, den Bosch. Geëindigd door
het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst,
Uibk. 2.52%,
28 Mrt. J. Kliphulh, verzekeringsagent', vroeger
wonende te Hoogezand, thans te Zwolle. Geëndigd
door het verbindend worden der slobuitdeelings-
lijst. Uitk. 10%.
door MABEL-GRUNDY.
Vertaald door
E. GRIESE-KETS DE VRIES.
15)
Terwijl Whiff naar haar keek, dacht zij, dat als
er een laatste man of laatste vrouw voor de wereld
verging, dit de tante van mijnheer Quinton zou
zijn.
Whiff stond op en moeheid voorwendend, zei
ze, dat zij naar bed wilde gaan, als mevrouw Dims-
dale haar wilde verontschuldigen.
„Zeker". Tante Sophia's oogen bleven op haar
gericht. „Welterusten".
„Welterusten", zei Whiff. Ze aarzelde. Zou zij
haar een hand durven geven? Haar moeheid was
niet verzonnen. De dag was lang en opwindend
voor haar geweest, haar beenen beefden onder
haar. maar bij het zien van Quinton, die haar met
angstige, bedroefde oogen gadesloeg, oogen, die
peinzend schenen te vragen: „U bent niet moede
loos? U bent niet reeds verslagen?" richtte zij zich
sportief op en ging de kamer door naar mevrouw
Dimsdale; daar bleef zij, een nietig ding, voor deze
massieve figuur staan en zei nog eens zacht met
uitgestoken hand: „Welterusten, mevrouw Dims
dale".
Mevrouw Dimsdale vatte de hand, zooals men
een dosis medicijn inneemt en liet ze onmiddellijk
los. Maar nog toefde Whiff. Quinton, die geen oog
van haar afhield, sloot en omsloot zijn handen met
stijve bewegingen, zich afvragend, waarom zij
wachtte. Tante Sophia keek niet op, sprak niet,
noch gaf zij de geringste aanduiding, dat zij wist,
dat die toegevende gestalte aanwezig was. Zenuw
achtig zat Quinton te wachten en te kijken. Plot
seling kreeg hij het haast niet te onderdrukken ver
langen, om zijn eigen armen rond die wachtende
figuur te slaan en haar te troosten. Het leek hem.
of ze troost noodig had, ze was zoo erg nietig!
Toen sprak Whiff. Voorover buigend tot haar
glanzend hoofd bijna dat van tante Sophia raakte,
zei ze op lagen, overredenden toon: „Mag ik mag
ik u kussen, mevrouw Dimsdale? Ik heb altijd zoo
naar een moeder verlangdMag ik?"
„Neen", antwoordde tante Sophia, en Whiff
vluchtte.
HOOFDSTUK XI.
Vermoeid als zij was, meer geestelijk dan licha
melijk, viel Whiff, nadat zij haai- kamer bereikt
had, op haar bed neer en kreeg lachstuipjes. Be
vreesd, dat zij beneden gehoord kon worden, want
haar kamer lag boven de zitkamer, probeerde zij
het geluid te smoren door een van de kussens tegen
haar gezicht te drukken.
„Ik zal nooit in staat zijn vol te houden", dacht
zij: „de uitdrukking van haar gezicht zal me dooden
en wat haat ze me! En het verbaast me niet. Ik zou
mezelf haten. Van alle blatende, sentimenteeele.
lijmerige, overdreven, verwaande, onuitstaanbare
schepsels ben jij de grootste, Whiff Woffran! En
het spijt me werkelijk voor jou, Sophia Dimsdale,
ofschoon je een leelijkerd bent!"
„Na een poosje stond zij op en begon uit te pak
ken, en weer dreigde haar een lachbui te over
vallen. Er was nauwelijks een kleerhanger of haak
of lade beschikbaar ten gebruike van een gast. Van
het eerste oogenblik van hun aankomst werd hun
duidelijk te verstaan gegeven, dat er van hen
verwacht werd niet te blijven, dat wil zeggen, lang
te blijven. De eenige beschikbare haak in de kleer
kast en de eenige beschikbare kram achter de deur
wezen hier veelzeggender op dan woorden. De
eenige beschikbare lade in de kast schreeuwde het
luid. Waarom dus de moeite nemen van uitpakken
Zie je dan niet dat alle andere haken en spijkers
propvol zijn gehangen met eigendommen van me
vrouw Dimsdale. En als men tenslotte nog oogen
had om te zien, kon men zien. Kleeren, die een
menschenleeftijd in het bezit van mevrouw Dims
dale moesten zijn geweest, zwollen en golfden en
puilden uit ieder gat en iederen hoek van de ont
zaglijke mahonie garderobekast en de geweldige
ladenkast. Afgedankte japonnen, wijde japonnen,
nauwe japonnen, met strooken, met jabots, ge
plooide rechte geplisseerde, parapluvormig, doos-
vormig, harmonicavormig, japonnen die crinolines
noodig hadden, japonnen, die riepen om gedribbel,
japonnen, die in hun ontstellende afgrijselijkheid
gilden om uitroeiing op den brandstapel. Dan wa
ren er sjaals: zijden, wollen, gehaakte, gebreide
ruige, Shetland, angora, witte, vuurroode, bruine,
paarse, en er waren nachtponnen en jakken,
onderrokken van flanel, rood flanel met geschulpte
zoomen en alpaca onderrokken en moiré-zijden,
merinos, keper. En er waren kousen, corsetten,
corsetten van een reusachtige maat, met baleinen,
die veel op laadstokken leken en handschoenen en
linten-en hoeden en mutsen. Zelfs de ruimte onder
het bed was gevuld met oude, afgedankte hoofd
deksels in kartonnen doozen in vërschillende
ouderdomsstadia, haast een phalanx van doozen in
gesloten formatie. Een mand voor vuil waschgoed
was er niet aan ontkomen; ze had eveneens een
vrijplaats moeten bieden aan de afdankertjes van
mevrouw Dimsdale. Ze was gevuld met laarzen en
schoenen, die al pijn veroorzaken alleen al als je er
over schrijft. Laarzen, met elastieken zijkanten,
met vierkante neuzen en maat 8. Whiff rilde, toen
zij er een opnam, en er ontsnapte haar een lach, toen
zij een tweede bij haar eigen kleine, satijnen
muiltje, maat 3% hield.
„Arme tante Sophia!" mompelde zij, en een
golf van iets, verwant aan medelijden sloeg plotse
ling over haar heen, toen zij naar de heterogene
verzameling in de open kleerkast en laden vóór
haar keek, met hun doordringenden, museumach-
tigen geur uit voorbije dagen. Het rampzalig over
schot van een zelfzuchtige, liefdelooze en onbe
minde vrouw. Het leek haar een beetje meelij
wekkend, dat, als mevrouw Dimsdale eens kwam
te sterven, zij onbeweend, ongeëerd en onbetreurd
zou zijn.
Behoedzaam en stevig sloot zij elke lade, sloot
de kleerkast, trok de sprei over het leger van
doozen en plaatste de waschmand vlak bij het wijd
geopende raam; toen spoot zij lavendel-water door
het vertrek tot de lucht keurig en frisch was.
Geen wonder dat bezoekers waren gevlucht! Wie
wenschte lang te blijven toeven in een dergelijke
muffe, beschimmelde atmosfeer. Wist mijnheer
Quinton iets van den voorhistorischen toestand van
zijn logeerkamer? Neen. Whiff was er van over
tuigd dat hij er niets van wist, noch van den
hobbeligen staat van de logeerkamer-matras, een
hobbeligheid, die zich moest opdringen aan ver
moeide ruggegraten, schouderbladen en heupen,
zonder eenige minnelijke schikking. Toen zij de hob
bels door schudden en duwen en stompen en glad
strijken wat minder hobbelig trachtte te maken,
was zij er weer van overtuigd dat hij er niets van
wist. Zij vreesde, dat haar een slapelooze nacht te
wachten stond.
Morgen, besloot zij, toen zij haar haar stond te
borstelen, zou zij mevrouw Dimsdale vragen, wat
de overeenkomst was tusschen een raaf en een
schrijftafel. Zij was blij bij de gedachte, dat mijn
heer Quinton, te oordeelen naar zijn houding van
den vorigen dag, tusschenbeide geneigd mocht zijn
tot spelletjes, anders vreesde zij, dat zij het niet
lang met tante Sophia zou uithouden.
„Neen", zei ze, terwijl zij in het hooge, groote
bed klom en temidden van de haar omringende
hobbels een zacht plekje trachtte uit te hollen,
„tante Sophia moest alleen genomen worden in
„homoeopatische doses" als men de vuurproef wil
doorstaan: een hart-tot-hart-babbeltje, een feest
voor de oogen van zwart-leeren schoenen op een
voetenbankje en groote, witte vette handen, die
laat ons zeggen een paar uur 's morgens breien
dan een uurtje rusten, zoover mogelijk verwij
derd van tante Sophia om op adem te komen. Dan
lunch en opnieuw tante Sophia met een vettige kin
en een enorm vermogen om groote hoeveelheden
voedsel op haar bord te nemen, gevolgd door hog
meer tante Sophia in de zitkamer in gezelschap
van haar „kleiné bezittingen". Dan een half uurtje
wandelen in de frissche lucht om bij te komen en
kracht te verzamelen voor al weer tante Sophia en
thee en het verzwelgen van verder voedsel, gevolgd
door een tweede hart-in-hart babbeltje, en nieuwe
uitgaven van leeren neuzen en vette, witte handen
en breien en pennemessen. en hoogezijden werk-
tasschen, en.en
Whiff sliep net zoo gezond en droomloos als een
klein kind.
HOOFDSTUK XII.
De volgende dag was de langste en moeilijkste
-an Whiff's bestaan 'en de meest onaangename er
ellendigste van mevrouw Dimsdale's leven.
En toch, wat een engel was Whiff voor Tante
Sophia geweest. Hoe had zij naar haar geglim
lacht, zich naar haar geschikt, tegen haar gepraat,
met haar gesympathiseerd, naar haar geluisterd,
haar geraadpleegd, getracht haar breiwol voor haar
op te houden, getracht een hulp en troost voor haar
te zijn, getracht alle gevoel van eenzaamheid van
haar te verdrijven, getracht een dochter, kleindoch
ter. nicht, achternicht, kameraad, hulp, vriendin,
oude vriendin, heele oude vriendin en algemeent
troosteres te zijn, alles tegelijkertijd.
Mevrouw Dimsdale knarste op haar tanden, toen
zij er aan terugdacht, terwijl Whiff lachstuipjes
kreeg, toen z?j hetzelfde deed.
Voor het ontbijt was afgeloopen, voelde mevrouw
Dimsdale al, dat zij de „dingen" nauwelijks zou
kunnen verdragen, 's nachts wist zü, dat zij ze niet
verdragen kon, wist het tot het uiteinde van iedere
geprikkelde, afgetobde en trillende zenuw. Nie
mand zou z.e kunnen dragen, de meest lijdzame en
geduldige heilige op aarde niet. Job zou binnen een
half uur bezweken zijn, en alle martelaren in een
kwartier. Tante Sophia zei tegen zichzelf, dat het
voor iedereen een werkelijk folterende straf zotl
zijn, dit Woffran-meisje op zijn dak te krijgen.
Men zou er op kunnen zinspelen, dat haar aan*
wezigheid ongewenscht was, en zij zou alleen maar
glimlachen; bij alles wat men zei zou zij doorgaan
met glimlachen: men zou dreigen en schreeuwen
en zij zou meer dan ooit doorgaan met glimlachen;
men zou vloeken en stampvoeten en bulderen, en
zij zou één groote, allesomvattende glimlach zijn
een glimlach, die zich uitstrekte van oor tot oor
en van kruin tot ann haar voetzolen. Tante Sophia
huiverde en kreunde, omdat toen zij dien avond
trachtte te slapen, Whiff's glimlach aan de opper*
"lakte van haar geheugen bleef drijven.
Aan het ontbijt was 'Whiff begonnen met tact
vol te zijn; de tact, die zich aan je opringt. die
zich doet gelden. Zij was zacht geweest, beschroomd,
bescheiden en behulpzaam, zij had zichzelf weg
gevaagd. Zij had de toast aan tante Sophia aan
gereikt met een smeekend gebaartje, toen er geen
behoefte bestond om ze aan te reiken, daar ze
reeds minder dan een halven voet van tante ao*
ohia's neus stond. Zij zou er op aangedron
gen. dat zij alle toast zou nemen (hetgeen
Sophia toch al van plan was geweest, nadat Cfins*
topher zijn twee afgepaste stukken had genoflö
.(Wordt vervol#** i