DAMRUBRIEK S 81 ja - i; Spatt en Spet Vop that jjET SPEL DER CLUBS UIT HAARLEM EN OMGEVING. jjeicbouwingen over de laatste vijf seizoenen. „-intte volgen ln serie nog eenlge bij- d rheden over onzen nieuwen tweede-kl&sser 00 die op 'het terrein aan den Heerenweg te ""''"onze6lezers weten speelde zij het vorig nog in de R.K. Federatie. De letters H.B.C. .Heemstede Berkenrode Combinatie", ggizoen r iQD2 wérd de neutrale club „Heemstede" op- gjchten 111 1906 de R,-K' vereeni^ing „Berken- r°jè jnje Werd tot fusie tussohen deze twee orga- •Sip? besloten, waardoor een krachtige vereeni- a tot stand kwam, waaraan de naam „H.B.C.' werd en die in Heemstede een zeer groo- S aanhang gekregen heeft, rn' het R.-K. verband waren haar prestaties »\m (fipel goed. Er moest steeds rekening met ff worden gehouden. In 1924/'25 speelde zij in j overgangsklasse, die toen in het Westen de f "te' af deeling was. Een jaar later en ook in Sf# werd het- kampioenschap behaald; in j^tgenoemd seizoen zelfs zonder één punt ver min 1930/'31 werd de eerste klas in de R.-K. Fe ..„«e ingesteld. Ook hierin sloeg H.B.C. een goed Kr Hier werd vier jaar later eveneens het iSmoenschap behaald. In 1936/'37 won zij 15 Srijden, speelde er 2 gelijk en verloor er bdits één, waarmee opnieuw het kampioenschap «Soverd werd. In de competitie om het lands- Enoioenschap eindigde zij echter op de eerste bds de titel kwam bij Brabantia (Eindhoven) Pin 1937/'38 ging het met H.B.C. aanvankelijk JJ niet goed, maar toen ondernamen zij een in eindspurt, die haar weer op de eerste plaats Kht Ditmaal moest zij in het tournooi om het 5 K kampioenschap van Nederland met de vier de plaats genoegen nemen In het volgende seizoen kwam H.B.C. niet voor Am titel in aanmerking; toen eindigde zij zelfs m de zesde plaats, maar in 1939/'40 werd weder- i on flinke wijze op het afdeelingskampioen- cohaD beslag gelegd; dat was op 16 Juni 1940, toen 5 met 7—2 van T.Y.B.B. won. Voor het R.-K. hUkampioenschap werd twee maal van V.V.Z. één keer van Quick (Oldenzaal) gewonnen; Latstgenoemde club nam in den tweeden wed strijd revanche. Deze competitie kon helaas niet uitgespeeld worden. m onze voetballiefhebbers waren aan het be rin van dit seizoen, toen de R.-K. voetbalveree-ni- ien in den grooten Ned. Voetbalbond werden ingedeeld, nieuwsgierig hoe H.B.C. zich in het nieuwe milieu zou houden. De niet-Katholieken wisten natuurlijk wel, d-at Kick Smit in haar gele deren speelde, maar van de overigetien spelers ïadden zij nooit iets gehoord. Daarom was het een toede gedachte van de besturen van H.B.C. en pCH.om Zondag 4 Augustus vóór het begin van de competitie een vriendschappelijken wedstrijd ilaten spelen. Dit geschiedde op het fraaie veld tan Berkenrode aan den Heerenweg te Heem- «öe. Het werd een faire strijd, die door de Racing met 41 gewonnen werd. En hoewel dit voor de H.B.C.'ers natuurlijk een teleurstellend "resultaat ~wus,-toonden-^zij" zich' 'göedè verliezers. Natuurlijk waren ze wel belust op revanche; die werd hun 25 Augustus geboden. Deze wedstrijd eindigde in een 4—4 gelijk spel. H.B.C. kon derhalve met groot vertrouwen aan de competitie van den Ned. Voetbalbond begin nen. Zij sloeg een heel goed figuur en ze zou zelfs nog een kansje op het kampioenschap hebben ge had, als haar achterstand op E.D.O. en H.V.C. niet te groot geworden was. Nu staan de Heemstede naren op de derde plaats en het moeten knappe jongens zijn, die hen er van kunnen verdrijven! Na hetgeen we jJ. Zondag van haar spel tegen H.F.C. gezien hebben meenen we als onze overtui ging te mogen uitspreken, dat H.B.C. haar weg in de Nederlandsche voetbalwereld wel vinden zal. Haar elftal is nu als volgt samengesteld: Bloemink, Onland, Van der Horst, Vinken, Van der Veldt, Martin Jr., Feeperkoom, Drayer, Van Bakel, Smit, Martin Sr. J. H. D. K. D. O. S.—V. S. V. V. S. V. komt Zondag als volgt uit: Michel, v. d. Gevel, Voet, Poulus, De Vries, Van Osch, Bot, v. d. Kuil, Bouwens, Balvers, Godschalk. Van der Lugt en Sterk zijn door blessures verhinderd te spelen. R. C. H.—H. B. C. den wedstrijd R. C. H.-^H. B. C„ die te twee uur zijn de ploegen als volgt samengesteld: H.: v. d. Vliet, Brandse, Bartels, Vreenegoor, Koppen, Vos, Hoogedoorn, Hanse, Biesbrouck, v. Rot C.: Voor begint R. C. Berk, H. B. Martin Sr., Smit, Van Bakel, Drayer, Peeperkoorn, Martin Jr., v. d. Veldt, Vinken, v. d. Horst, Onland, Bloemink. ALCMARIA VICTRIX—E. D. O. Wederom kreeg E. D. O. een vrijen Zondag. Met dat al moet E. D. O. nog zes wedstrijden spelen, te weten: Thuis: Hercules, Velox en Spartaan. Uit: H. F. C., H. V. C. en Spartaan. Nu de laatste wedstrijden zoo belangrijk worden, is het noodig dat de goede vorm bewaard blijft, daarom werd Alcmaria Victrix, dat eveneens vrij was, bereid gevonden als tegenpartij te fungeeren. Het elftal is als volgt samengesteld: Wille, Zandstra, v. d. Sluis, W. Schildwacht, Schijvenaar, Oomen Jr., Spek. J. Schildwacht, de Jong, Hellingman, v. d. Staaij SCHOOLVOETBAL TE VELSEN. De loting voor de schoolvoetbalwedstrijden had het vol gend resultaat: Afdeeling C. 1. U. L. O. 2—H. B. S. 4 2. Gr. v. PrinstererschoolH. B. S. 3 3. Dulnwijkschool—Creutzbergschool 2 4. Centrale School (B'wijk)—Nijverheidsschool 3 5. Nijverheidsschool 2—U. L. O. (B'wijk) Afdeeling E. L School 4—Marnixschool 2. School 5—Neutrale School 3. Julianaschool—Emmaschool 4. InsingerschoolSchool 6 II 5. School 1—P. Vermeulenschool 6. School 6 I—School 2 I 7.. School 2 II—School 3 ffockej De laatste volledige com^etitiedag. B. M. H. C. ontvangt dc kampioenen. Zondag a.s. is eigenlijk de laatste gewone competitie-dag. De meeste clubs zijn dan uitgespeeld; slechts nog enkele uitgestelde wedstrijden blijven nog over. Maar ge- hockeyed wordt er nog veel: kampioens-wedstrijden, de gradatie-wedstrijden en districts-wedstrijden volgen nog. B. M. H. C. krijgt Zondag de ongeslagen lands-kam- pioenen op bezoek. Ongetwijfeld zullen de Haarlemmers er een eer in stellen tegen hen een goed resultaat te be reiken. Zandvoort speelt Zondag haar laatsten wedstrijd, welke van groot, belang ls. Uit tegen S. O. S. is een zware op gaaf, temeer daar ook S. O. S. nog in degradatie-gevaar verkeert. En als derde is dan nog B. M. H. C. 2 aan bod. dat uit speelt tegen H. D. M. 2. Allerlei mogelijk heden zitten hier nog in en wij wenschen Zandvoort en B. M. H. C. 2 het beste toe op hun moeilijken weg tot be houd van hun hockey-leven. De stand luidt hier: gesp. gew. gel. verl. pnt. v.-t. B. M. H. C. 2 12 5 1 6 11 21—25 S. O. S. 12 5 0 7 10 24—27 Zandvoort 13 4 1 8 9 14—41 De volgende week komt dan nog (misschien als klap op de vuurpijl?) de wedstrijd S. O. S.—B. M. H. C. 2. De Strawberries spelen ook hun laatsten wedstrijd ontvangen D. H. C„ dat den laatsten tijd erg raar doet. In het begin en midden van de competitie bleek D. H. C. ongenaakbaar, maar nu moet 't den laatsten wedstrijd nog winnen om nog juist het kampioenschap te behalen, an ders gaat Leiden er misschien nog mee strijken.. De vorige week hielp D. H. C. S. O. S. aan een overwinning, zou Strawberries niet tot hetzelfde in staat zijn? Het volledige programma luidt: Eerste klasse. GooiHilversum H. H. Y. C.— H. O. C. Amsterdam—T. O. G. O. B. M. H. C.H. D. M. Promotie-klasse S. O. S.Zandvoort StrawberriesD. H. C. H, D. M. 2—B. M. H. C. 2 Tweede klasse B H. D. M. 3—Alliance H. B. S.Leiden 2 Derde klasse C. B. M. H. C. 3—B. M. H. C. 4 H. B. S. 2Zandvoort 2 S. O. S. 2-Alliance 2 Derde klasse D. Kraaien—F. A. H. C. Alkmaar 2—F. A. H. C. 2 Strawberries 2—Ijsvogels 2 V. V. V.—B. M. H. C. 5 Vierde klasse F. Zdterdag: Alliance 3—B. M. H. C. 7 Strawberries 4—Alkmaar 4 H. B. S. 3Zandvoort 3 H. B. S. 3—Alkmaar 4 Strawberries 3—B. M. H. C. 6 Alliance 3—H. B. S. 4 B. M. H. C. 7Strawberries 4 B. M. H. C. 8—Zandvoort 3 Zondag Dammen onder leiding van B. Dukei. UIT DEN WEDSTRIJD OM HET CLUBKAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND. In den wedstrijd IJmuiden—Res.-Damgenootschap, ge speeld te IJmuiden op 16 Fébruari 1941, kwam aan bord één tusschen Liglhart met Wit, en Bijlsma, Zwart, het volgend eindspel voor: Zwart: wm. W- HP 1 11 B f mp 11 m m m ÉS m 'S m m w m m si m m fi Sf 36—41 7—2 (belet dam-halen op 4146 29—32 op 41—47 19—13) 16—21! 2—13 en Zwart ls nu steeds verloren. Op IS—20 13—36 Wint. Op 21—26 13—36 41—47 32—27 wint. Maar Indien Wit in den tweeden diagramstand zou ver volgen met 29—24 kan volgen: 18—22 27x29 21—27 32x21 16x27 24—19 27—31 19—13 31—37 13—9 37—41 9—3 41—46. Dan krijgen wij den volgenden stand: Wit l dam op 3, drie st. op: 29, 3, 34. Zwart 1 dam op 46. 1 st. op 15 Nu moet men eerst weten, welke formatie met Wit's stelling wordt ingenomen om een gunstige vangstelling erkrijgen en den zwarten dam tot het verlaten van de lijn 546 te dwingen. Dan bouwt men den volgenden stand op: Wit 1 dam op 35. 3 stukken op 24. 29. 33 Zwart l st. op 15 en dam op 32. Nu moet Zwart de hoofdlijn verlaten. Ook dreigt 24—20 15x24 35x46 enz. Na hef verlaten der hoofdlijn, b.v. 32—16 volgt 29—23 waarna de vrije doortocht naar dam is ver zekerd. Stand luidt: m. Wit: Laten wij eerst het spelverloop aangeven. Zwart speelde: 111—16 2. 31—26! 20—25! Wit heeft plotseling groote moeilijkheden. Er werd ge speeld. 3. 36—31 a. 23—28 4- 32x21 16x36 5. 29—24 36—41 24x13 4147 remise. Op a. 29—24 23—29 34x21 16x20 26—21 25x34 21—26 34—39 16—11 39—43 11—7 43—48 7—2 19—23 met gewonnen afspel. Dat bij het damspel en vooral het eindspel, in bijna alle partijen zeer belangrijke fouten worden gemaakt, is een bewijs van de groote moeilijkheden waarmee de wed- strijdspeler te kampen heeft. Direct na afloop toonde één der omstanders het voor Wit zeer gunstige spel verloop aan; van den diagramstand uit als volgt: Zwart aan zet. 111—16! 2. 30—25! Plotseling staat Zwart voor moeilijkheden. Er kan wor den gespeeld: 23—28 25x21 28x17 29—23 22—27 23—19 27—32 (op 17—21 19—14 27—31 36x27 21x32 33—28 14—10 23—28 10—5 28—33 5—32 wint) 36—31 37x26 14—10 26—31 10—5 16—21 Wint. 17—21 Of 3. 25x14 19x10 4. 31—27 22x31 36x27 Nu faalt 18—22 27x18 23x12 32—27 21x32 33—28 32x23 29x7 Wint. 10—15 Wit heeft belangrijk voordeel, doch het eindspel levert nog tal van moeilijkheden op. Dé stand na den 5cn zet (10—15) luidt: Zwart: Zwart: ITI S 1 e i 1 OM HET PERSOONLIJK KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND. Zondag a.s. wordt' ln „Lommerrijk", Straatweg te Hil- legersberg, de achtste (voorlaatste) ronde van dén wed strijd om het persoonlijk kampioenschap van Nederland gespeeld. Het programma voor deze ronde luidt als volgt: J. de Krijger (Amsterdam) tegen W. v. d. Kraan (Dor drecht); R. C. Keiler (Amsterdam) tegen J. Blom (Rotterdam); G. E. Hartman (Nijmegen) tegen P. J. van Dartelen (Zandvoort); J. M. Bom ('s Gravenhage) tegen I. Druijff Jr. (Amsterdam); Ph. G. Ham (Rotterdam) ls vrij. De eerstgenoemde spelers spelen met wit. Wit: Zwart: 15, 16, 18, 21, 23. Wit: 27, 29, 32, 33, 34. Wit heeft twee voortzettingen in 33—28 en 29—24. Laten wij eerst eens spelen 33—28, b.v.: 1. 33—28 21—26 28x19 18—22 27X18 26—31 18—12 31—36 12- Wit: In het algemeen wordt te weinig aandacht aan derge lijke eindspelen geschonken. De „gemiddelde" damspe ler moet nog leeren het geduld te hebben de zeer lange analyses, te onderzoeken. Men staat hier nog al slordig tegenover, terwijl het toch een zeer belangrijk onderdeel van de partij is. Wij hebben getracht in diagram III dc vangstelling voor Wit op te bouwen, doch Zwart kan met behulp van de ééne schijf, of met het optreden met den dam, steeds beletten dat Wit tot de gcwenschte formatie 24, 29, 33 dam op 35 komt. En daarom is diagram III inderdaad fraai remise, tenzij één onzer oplossers een spelgang zou kunnen aantoonen, die winst voor Wit oplevert. Maar wij spelen b.v. eens: lc. 34—30 46—10 en nu moet 30—25 of 20—24 waarna de aangegeven opbouw vervalt. 2c. 29—24 46—23 33—20 of 34—30 cn Wit's kansen zijn verkeken. 3—25 46—37 (hier was 46—19 of 46—5 29—23 wint). 25—30 (op 29—24 37—23) 15—20 en het spel ls steeds remise. 4e. 3—21 46—14 34—30 14—19 remise. Een leerzaam eindspel waarin wij ten slotte nog enkele spelgangen voor onderzoek aan onzen lezerskring over laten. Oplossingen en correspondentie te zenden aan het bureau van dit blad of aan B. Dukel. Van Wassenaerstraat 23, IJmuiden-Oost. JETJE WAS EEN KIESKEURIG MEISJE. .Maar op bezoek bij de muizen kreeg ze een goede les. Van melkvelletjes en een rode gombal. „Jetje, maak voort, kind!" zei Moeder. ;,ja Moes" zei Jetje en ze zuchtte eens. .Smaakt het je weer niet?" vroeg Moeder. ,'och jawel, maar...." zei Jetje en ze boog zich voor- naar het sneetje brood op haar bordje, stak één jp;ls vingertje uit. tot ze bijna het laagje boter raakte Moeder, mijn brood is nat!" zei Jetje en ze keek héél «rschrikt en héél verontwaardigd. „Kind, hoe kan dat nu?" En Moeder keek ook ln de richting, waar Jetje gewezen had en zag een heel, héél klein druppeltje melk op het brood liggen. Het druppel tje stond bol bóvenop de boter, 't was zeker daarnet bij 't aan tafel gaan uit de beker gespat, die nogal vol was. „Nu, boter en melk, dat bijt elkaar niet" zei Moeder. Maar Jetje was 't hier niet mee eens. Ze keek nog eens ioboos en zo zuur en riep: „maar dót kan ik niet opeten! Bali, wie eet er nu nat brood!" „Foei kind, bah zeggen en dat van het kostelijke toMsel!" Nu was het Moeders beurt om verontwaardigd te zijn. „Bet het vlug op, vooruit hoor!" En dan bemoeide Moeder zich weer haastig met kleine Bobbie, die met z'n paplepel om zich heen zwaaide. „Néé" zei Jetje en ze schoof haar bordje van zich af. „Schaam j^ je niet?" zei Moeder. „Je moest vreselijk dankbaar zijn, dat je al dat heer lijke brood nog krijgt! Foell" „Heerlijk brood? Nat brood!" mompelde het stoute Jetje, en heel zachtjes omdat ze tóch wel "een beetje bang was, dat Moeder écht boos zou worden! fluisterde zeer achteraan: „bóh!" „Ring!" ging de bel. „Daar heb je Emmy all" zei Moeder „en nu heb jij nog je brood niet op." Emmy was jetje's vriendinnetje, die haar iedere morgen kwam halen en heel vaak zat het kieskeurige meisje dan nog te eten, zodat ze al een paar keer te laat op school gekomen waren. „Mag ik mee?" riep Jetje. „Ja, omdat je Emmy niet moogt laten wachten. Maar Ik verzeker je, dat je om twaalf uur dit bróód opeet" zei Moeder. „Zet het maar op 't bordje in 't buffet, dan ver geet lk het niet." Jetje was erg opgelucht, toen ze met Emmy, nog mooi bijtijds, naar school staptje. „Ik heb lekker m'n brood hten staan" zei ze. „Want het was nat, er zat melk op. k eet geen nat brood, hoor!" En ze nam zich voor het sneetje brood vast en zeker niet op te eten, al kwam er de grootste narigheid van. 1 Was bijna elke dag zo met Jetje: nu eens zat er een velletje op de melk en dat bliefde de jongedame niet, dan Weer zat er een kluitje in de pap of was de chocola niet zoet genoeg of verbeeldde ze zich, dat de groente te gaar was, Moeder en Jetje hadden veel last van die kieskeurig heid en Vader werd er gauw boos om. Die zei: „Ja, we zullen een aparte kok nemen voor de freule". Dn als Vader zoiets zei, dan zweeg Jetje maar, want dan wist ze dat 't ernst was! Jetje hoopte dus maar, dat Vader niet thuis kwam kof- brinken. Maar dat was die dag juist wél het geval, het, toen ze gezellig zaten te babbelen met z'n drietjes, techt Moeder aan het sneetje brood van vanmorgen en hooide het uit 't buffet. Kijk eens, kind" zei Moeder, terwijl ze 't bordje voor 'etjeneerzette. En.... verbeeldde Jetje 't zich of was het Werkelijk zo, dat Moeder tegen Vader knipoogde? Misschien verbeeldde ze 't zich alleen maar, maar in leder geval: ze werd er woedend om! Opeens, wit van drift, duwde ze 't bordje met de „natte" boterham een 'tnd van zich af en riep: „Maar ik eet het tóch niet op, dót maar weet! Ik doe het niet!" nietje!" zei Vader en stond op. »Ja, Va?" zei Jetje. "Eet onmiddellijk dat brood op óf ga van tafel!' "Nee" schudde Jetje. "Mars!" zei Vader en hij pakte haar bij de arm. •■etjehad al spijt, maar ze was koppig. Met tranen in de esen zette ze haar beker melk óp het bordje naast het hrood en liep naar de deur. Moeder hield de deur voor haar open, zonder iets te zeggen. Daar werd Jetje nog Veel verdrietiger om. Moeder had best bij de deur nog- kunnen zeggen: „kom Jetje, eet je nu je brood op?" dan had ze zich nog wel bedacht. Maar nu was 't te bat Verdrietig en landerig slofte Jetje met het bordje naar 1 caaikamertje. waar ze altijd haar brood moest opeten, ze kieskeurig was geweest, 't Was er kaal en kin en 'Sn beetje muf, want 't kamertje werd haast nooit ge bruikt. °P de tafel lag een ongezellig groen kleed. Jetje haar bordje op en zuchtte. .««ek naar het brood en voelde eraan met haar vin gers en weer zei ze hardop „bah!". Ja, nu was het drup peltje melk natuurlijk in het brood gezakt en dus moest het nu echt nat zijn. Jetje griezelde en keek met gefronst voorhoofd naar de beker melk. Zie je wel, dacht ze 't niet? Daar zat een dik vel op! Jetje had geen lepeltje om 't er af te halen, dus deed ze dat maar met haar vingers. En legde het velletje op de rand van haar bordje en wilde de melk opdrinken, want ze begon nu toch echt een beetje trek te krijgen Maar brr, die melk was Iauwl Nu, van lauwe melk hield Jetje helemaal niet. Als 't jiu nog ijskoude óf warme melk was, maar lauw De prachtige roomvla tverd over de gombalpudding gedaan. Hè, Jetje werd echt verdrietig en haar maagje knorde. Uit de zak van haar schortje haalde ze een klein pa piertje en in dat papiertje zal een mooie, vuurrode gom bal, net een klein tulbandje. Zou ze die dan maar opeten? Jetje keek ernaar, rook er eens aan en toen,nee", zei Jetje, „bah, er zitten haartjes aan, lk zie 't duidelijk." En de gombal werd op 't bordje gelegd, naast het brood en het velletje van de melk. 't Was doodstil ln 't kleine naaikamertje, waar de zon warm naar binnen scheen. Doodstil en vervelend. Jetje hing landerig op haar stoel en telde de blokken ln het kleed: blauw, geel, rood bruin.... En toen.Piep, piep!" riep een bits stemmetje en een klein bedrijvig muisje kwam aangetrippeld, holde rake lings aan Jetje's voeten' voorbij en was vlug als de wind op de tafel gekomen. Het snuffelde aan het brood, aan het velletje en ook aan de gombal en toen ging het op de achterpootjes zitten en riep nogeens, kort en fel: „Piep, piep! Fiep-piep-piep!" Dat beteekende: „Kinderen, komen jullie dan toch hel pen! Er valt hier Iets te bikken!" En 't gekke van 't geval was, dat Jetje precies de muizentaai verstond. Ze was dan ook niets verwonderd, toen ze gekrabbel hoorde bij 't gaatje achter de kachel en rits roets wel zeven jonge muisjes te voorschijn zag komen. „Ha, zijn jullie daar?" riep de Moedermuis, „kijk eens, wat ik hier allemaal vind! Eén rijkdom, een weelde ge woonweg!" En toen was 't een gepiep en gekwetter van belang. „Is er geen onraad!" vroeg een klein, angstig meisjes- muisje. „Welnee: Het mensenmeisje zit doodstil, ze slaapt zeker. En ze lust al dat heerlijke eten toch niet, dus mogen we 't gerust hebben. Kijk jongens, eerst brengen we die mooie, rode pudding in veiligheid. Vooruit ieder een eindjel" Dat gebeurde. De gombal werd voorzichtig naar de rand van de tafel gerold en toen naar beneden gegooid, waar twee muisjes hem opvingen. En toen ging het ln optocht naar het gaatje, de toegangsdeur tot het muizen hol. „Wat een pracht pudding, hè?" hoorde Jetje de muisjes fluisteren. „Wat een heerlijke pudding voor Snuffeltje's verjaardag!" En de stoet ging voorbij en verdween in het hol. Maar even later waren ze rits roets alweer terug om het brood te halen. Daar deden ze zich eerst eens flink aan te goed en de korstjes werden in 't hol ge sleept. En tenslotte begonnen ze met z'n drieën aan het velletje te trekken, zodat het van 't bordje losliet. Toen werd het door twee flinke jongensmuizen opgerold en net als een kostbaar tapijt tussen hen ln naar 't hol ge dragen. Toen Jetje dat zag, kon ze zich heus niet langer be dwingen! Ze boo£ zich zover mogelijk naar 't holletje toe en riep: „Maarmaar wat doen jullie dóór nu toch mee? i een velletje?" De muisjes liepen niet weg, zoals Jetje gedacht had. Ze lachten en fluisterden geheimzinnig en de moedermuis zei: „Kom mee, mensenmeisje; als je belooft, dat Je ons geen kwaad zult doen, dan zullen wij 't je laten zien." En toen ging Jetje op visite in het muizenhuis. Heb Je ooit zoiets leuks gehoord7 En daar de mulzendagen maar één uurtje duren, was het al direct „morgen" en de ver jaardag van Snuffeltje. Of Jetje pret had? Reusachtig, dat kun Je Je voorstel len! En wèet Je wat de muizenmoeder van het velletje maakte? Een prachtige roomvla en die werd over de heer lijke gombalpudding gedaan. En Jetje, 't kieskeurige Jetje, at er ook een stukje van en 't smaakte haar heer lijk. Wat vond ze zichzelf toen een flauw, kinderachtig kind! Alleen heeft Jetje nooit begrepen, hoe ze later weer opeens in het naaikamertje op haar stoel zat en hoe 't mogelijk was geweest, dat ze door zo'n héél klein gaatje was gekropen! Begrijpen Jullie het? R. DE RUYTER-—V. d. FEER. Bevroren kippen in consumptie 1 Bij aankoop üleeschbonnen noodig. Naar wij vernemen zou te bevoegder plaatse ge dacht worden over de mogelijkheid binnenkort een groote hoeveelheid bevroren kippen die thans in de koelhuizen liggen opgeslagen voor de voed selvoorziening in ons land vrij te geven. Deze kippen zouden dan door de poeliers ver kocht worden en deze zouden bij verkoop vleesch- 1 bonnen in ontvangst moeten nemen. Een beslissing in deze kwestie zou spoedig te wachten zijn. van den dokter, dat is het beste. Misschienneen dat schrijf ik nog niet. Beterschap hoor. Dag Goudmuiltje. Best BLAAUWOOGJE. Je bent dus van school ver anderd. In welke klas zit je? Ja, ik heb een goede en prettige verjaardag gehad. Wanneer schrijft Jarmie haar briefje weer eens zelf? 'k Geloof dat je haar te veel ver went.- Dag Blaauwoogje. Lief BLONDJE 2. Op welke school ben je eerst ge weest? Je zit nu in de 2e, en je zus In de 5e klas? Wan neer heb je verhoging op school? Je moet me in je vol gend briefje op m'n vragen antwoorden. Dag Blondje 2. Best VLECHTJE. Prettig dat Je broertje een goeda verjaardag heeft gehad. Je bent overgegaan cn hebt een goed rapport. Fijn zeg. Je ouders waren zeker wel tevre den met je cijfers? Je hebt ons clubuur verleden week erg gemist? 'k Geloof het graag. Je bent een zeef trouw vriendinnetje van me. Je briefje heb Je ook keurig ge schreven. Flink zo. Tot Woensdag. Dag Vlechtje. Best VIOOLTJE. Een appelboom, die steeds fijna vruchten geeft, verdient de goede zorgen van een tuin man. De takken die weg gesnoeid zijn, zullen in het water zeker uitkomen. Je hebt je aardrijkskundeproef goed ge maakt. Van de 48 vragen, er 45 goed, Is best, Ben je van plan door te leren? Dag Viooltje. Beste ZONNEBLOEM. Natuurlijk mag Jc, nu je da Woensdagmiddagen weer vrij hebt, op de club komen* 'k Geef a.s. Woensdag vacantie. Jc kunt dan na de vacan* tie, d. i. waarschijnlijk 7 Mei. komen. Prettig dat Kecó weer thuis komt. Als ik kan, kom ik hem even opzoeken ln de vacantie. Je hebt in de zwemkunst weer goede vor deringen gemaakt zeg. Tot ziens hoor. Dag Zonnebloem Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEP, „Moeder, mijn brood is nat!" zei Jetje BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. Heden ontvangen jullie geen briefje vooraf. Best TEKENAARSTERTJE. Ja hoor, het plantje doet het uitstekend, 'k Heb het in de erker op de vensterbank gezet. Je plakwerk is thans klaar. A.s. Woensdag de zaak in elkander zetten cn mede naar hul3 nemen. Dag Tekenaarstertje. Lief SNEEUWKLOKJE. Ja hoor, ik heb een prettige verjaardag gehad met veel bloemen en andere cadeaux. Je moet het werk thuis afmaken en bij me brengen, zo dra je het af hebt. Dus niet wachten tot a.s. Woensdag, 'k Geloof dat alle moeders zo ongeveer aan de schoon maak zijn. Wat zal het met Pasen tn alle hulzen blinken. Dag Sneeuwklokje. Best DROOMKONINKJE. Je hebt een 9 voor je repeti tie Algebra en een li/ö voor je repetitie Aardrijkskunde. Meisjelief, dat zijn behoorlijke cijfers. De cijfers voor Je repetitie Ned. Taal en Vad. Gesch. kunnen beter. Ja hoor. Ook mij heeft men even beet genomen, 'k Had zelf veel schik in het welslagen van de grap. Dag Droomkoninkje. Beste MAJA. Je bent dus een trouwe verhaaltjes lezeresje. Het Paasstukje moet volgende week Woensdag klaar komen. Het wordt snoezig. Het zal dus best naar je zin zijn. Of ik het verhaaltje getiteld: „De Avonturen van Tinteloog, het zwarte Beertje" ken? Neen meisje. Ik dank je voor je tekeningen. Dag Maja. Lieve MOEDER'S HULP. Je vader en je moeder zijn gauw Jarig. Maar kindlief, dat is even fijn. 'k Wens je met je ouders en zus prettige dagen toe. Dag Moeder's Hulp. Lief ROODKAPJE. Je hebt je best gedaan op je briefje. Flink zo. Nu maar op school ook goed je best doen, zodat Je volgend rapport nog mooier wordt. Als je je werk thuis geplakt hebt, breng je het dan even bij me? Er dus niet tot Woensdag mede wachten. Dag Rood kapje. Best DAUWDRUPPELTJE. Ja, ook lk vind het jam mer dat An zo lang ziek blijft. Prettig dat Jij haar steeds het werk van school brengt, zodat ze thuis nog iets kan doen. De Paasvacantle is, gelukkig voor haar, ln aantocht. Misschien kan ze na de vacantie weer naar school. Ze heeft dan, met wat goede wil, de achterstand weer spoe dig ingehaald*, Op de club geef ik ook Paasvacantle. Den kelijk tot Woensdag 7 Mei. Dag Dauwdruppeltje. Lief MEIBLOEMPJE. Ja. ik heb een zeer goede ver jaardag gehad. M'n wensen zijn ongeveer allemaal ver vuld geworden. Je wilt graag precies weten waar ik woon? Rijksweg 231. Velsen. De Rijksweg loopt vanaf de Ponten te Velsen naar Haarlem. M'n huis ligt dicht bij de speel tuin „Rozenstein". Wat gezellig zeg, met de klas in de duinen te mogen slagballen. Lichaamsbeweging ln de frisse lucht, 't Kan niet beter. Dag Meibloempje. Best GOUDMUILTJE. Heden heb ik Gré weer werk voor je med.é gegeven Ze zal het je zo gauw mogelijk brengen. Je moet nog steeds het bed houden. Dat Is wel niet erg prettig maar noodzakelijk tof herstel van Je ge zondheid. Je moet je maar trouw houden aan het advies i EEN ZEEREIS IN EEN BROUWKETEL In de zomer van het jaar 1558 zaten te Königsberg eer* paar burgers en schippers gezellig bij een potje bier. He» gesprek liep vooral over de gevaarlijkheid van de scheep vaart in het Frische Haff, dat vol zandbanken lag. Aller* waren 't erover eens, dat het uitvaren van het Haff geef peuleschilletje was en dat het heel wat zeemanskunst eiste om dit er goed af te brengen. Allenop één na. Want de bierbrouwer Rummelaff beweerde, dat 't de moeite niet waard was om over da praten en dat hU wel ln staat was, ln een van zijn kope ren brouwketels van Königsberg naar Danzlg te varen! Waarschijnlijk had de bierbrouwer wel een glaasje to veel gedronken, toen hij zo aan 't opscheppen sloeg, maar de anderen hielden hem aan zijn woord en gingen hoge weddenschappen aan Rummelaff ging er grif op ln: hij moest en zou ln een brouwketel naar Danzlg varen! De volgende morgen was zijn Ijver wel een beetje be koeld, maar toen hij dacht aan de grote sommen, die hij zou verspelen als hij terugkrabbelde, besloot hij, het waagstuk toch maar te gaan volbrengen. En dus ging Rummelaff op 11 Augustus 1558, ten aan- schouwe van een geweldige mensenmassa op reis. Hij liet zijn koperen brouwketel ln 't water zakken, pakte twee riemen en een flinke voorraad proviand er ln en zette af. Toen hij met het gevaarlijk schommelende vaartuig zee koos klonk een oorverdovend gejuich cn getier van de opgewonden menigte en men wedde honderd tegen één, dat hij na een paar meter de tocht zou opgeven. Maar 't kwam anders uit. Eerst gleed hij de diepe Pre- gel af, dan voer hij veertien mijlen ver door het Frischo Haff en tenslotte kwam hij door de Nogat en de Weichsel te Danzlg aan, zeer tot verbazing van de Inwoners, die nog nooit zo'n vreemdsoortig vaartuig in hun haven had den zien binnenlopen. De burgemeester van Danzlg gaf een feestmaaltijd te zijner eere en liet trompetten en pauken aanrukken om hem feestelijk uitgeleide te doen, toen hij een paar dagen later met zijn brouwketel op een gewoon kustschip naar Königsberg terugkeerde. Rummelaff streek ln zijn woonplaats vergenoegd het eerlijk verdiende geld op, maar verklaarde toch, dat hij voor honderdmaal zoveel niet nogeens zo'n avontuurlijke tocht zou willen wagen! Mijnheer Knops heeft zijn portefeuille verloren. Alles zit erin: zijn geld, broodkaarten, vleeschkaarten, identi teitsbewijs enz. Mijnheer Knops zit te peinzen, waar hij die dag zoai geweest ls. Dan fietst hij naar de spaarbank en naar 't postkantoor, naar de sigarenwinkel, naar de bloemen winkel, het café, den kapper. Maar tevergeefs: niemand heeft zijn portefeuille ge vonden. Met vermoeide knieën sleept hij zich naar huis* Maar mevrouw Knops trekt een blij gezicht. „Verbeeld Je" zegt ze „ik heb 't bureau voor gevonden voorwerpen opgebeld en je portefeuille is terecht!" Maar mijnheer Knops schudt treurig het hoofd. „Dat kan niet!" zegt hij „want op 't bureau voor gevoiw den voorwerpen ben ik helemaal niet geweest!" u

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 3