Duitsche mededeeling over Joego Slavië.
Wat Duitschland aan Grieken'and verwijt.
.aNPAG 7 APRIL' 1941
In teget af het streven van Duitschland geweesi
,Ji '"mnensatie der belangen op den Balkan tot
s3j< brengen en daarmede het oorlogslot aan
Baikanlanden te besparen. Dit vreedzame doel
Balkan heeft de Führer consequent nage-
de? zjch sinds het overnemen van de macht
nnen voor een politiek van vriendschap en
'^werking ook met den Joego Slavischen staat.
1W" J Aa i i rlpil
De politiek van het land voor en
na het uitbreken van den oorlog
N B, meldt: De officieele verklaring van
Het règeering over Joego Slavië luidt als
piliike positie van Engeland en de steeds
-^■ir teekenen van den achteruitgang op zijn
nooen Engeland thans tof steeds wanho-
i'joden«ineen om nog eenmaal in Europa een
.:?er bDuitschland te vormen Het voorwerp
i::"tteg laatste Engelsche poging is de Balkan,
s» Griekenland reeds het slachtoffer van deze
r,a: Britsche politiek der oorlogsuitbreidmg
jjisdadige waar Engeland thans in Joego Sla-
-:geW° willig werktuig ziet voor zijn doel, zoo mo-
vië een
«eheelen Balkan in brand te zetten.
den t0t deze Engelsche politiek is het
^"pifdertijd werd door de politiek van den
TerZjP italiaansch-Joego Slavische verstandhou-
D"® een nieuwen, vriendschappelijken grond-
ffwnlaatst en het was een onbetwistbare ver-
van de as dat in deze'jaren ook een con-
'van de betrekkingen van Joego Slavië met
,re buren bewerkstelligd kon worden. Aan
mimen politieken blik van den Führer en den
malken Joego Slavischen premier Stojadi-
H was het toe te schrijven dat Duitschland en
i Slavië in den loop van deze jaren tot een
fe vriendschappelijke samenwerking kwamen,
fin werd de regeering Stojadinowitsj ten val
irht en l°en t>leek weldra dat in dezen staat
iipnliike krachten aan het werk waren die zich
ÜTifoel hadden gesteld den weg der verzoening en
S vriendschap met Duitschland te verlaten en
te keeren tot de vroegere buitenlandsche po-
van Joego Slavië, t.w. tegen Duitschland.
t de geheime acten van den Franschen gene-
staf te La Charité in Frankrijk gevonden,
irvt dat Joego Slavië reeds in den zomer van 1939.
4'vóór het uitbreken van den oorlog, een een-
riiee politiek van samengaan met Engeland en
5rijk dus een ondubbelzinnig tegen Duitsch-
ted gerichte politiek heeft gevolgd. Deze documen-
h bewijzen het volgende:
1 Toen Frankrijk in den zomer van 1939 de op-
delling van
een Fransch expeditiecorps in den Le
vant overwoog. trad het tegelijkertijd ook met den
Joe»o Slavischen generalen staf in contact. De eer-
voorbereidende bespreking werd 19 Augustus
i«39 gehouden.
j. In November 1939 werd op verlangen van de
'•«■o Slavische regeering en den generalen staf
•«'contact door uitzending van een bijzondere milï-
t£e missie naar Frankrijk en de detacheering van
«n officier van den staf van generaal Gamelin te
ftlgrado nauwer.
i In de eerste maanden van den oorlog steunt
,oego Slavië de transporten voor Engeland en
frankrijk naar vermogen en bestaat een levendige
uitwisseling van berichten met deze mogendheden,
jl wordt ook de schijn der neutraliteit gehand
bald.
De Fransche gezant te Belgrado hield 16 April
$0 een bespreking met den minister van oorlog
fcditsj over de opening van militaire bespre
ken, Joego Slavië zond een bijzonder betrouw
en verbindingsofficier naar het hoofdkwartier
den opperbevelhebber van het Fransche exoe-
ieleger in den Levant. De onderneming van Sa-
iki was daarmede zeker van den steun van Joe-
'Slavië,
5, Na de ineenstorting van Frankrijk verzekerden
^aangevende Joego Slavische autoriteiten 11 Ju-
1940 den Franschen gezant te Belgrado dat, als
kans ten gunste van Frankrijk mocht keeren,
hia Slavië bereid was terstond aan zijn zijde te
trien.
Ofschoon Duitschland van deze gebeurtenis op
i? hoogte was. heeft het met een weergalooze groot-
Kfdigheid en geduld de toenadering tot Joego
Slavië voortgezet. Steeds weer ondernamen Duitsch-
knd en Italië pogingen in deze richting. Deze poli
tiek vond haar bekroning in de uitnoodiging aan
Joego Slavië om tot het driemogendhedenverdrag
toé ie treden.
DE TOETREDING TOT HET PACT
VAN DRIE.
Nog eenmaal scheen het of de rede zou zegevieren
i- de verantwoordelijke Joego Slavische staatslie-
Óen de ware belangen van hun land hadden inge-
lien. Zoo trad Joego Slavië 25 Maart j.l. te Weenen
lol het driemogendhedenpact toe. De inhoud van
tee overeenkomst was de volgende:
1. Erkenning van de souvereinïteit en integri
teit van den Joego-Slavischen staat van de zijde
if partners van het driemogendhedenverdrag.
2. Verzekering van de asmogendheden dat tijdens
=zen oorlog van Joego Slavië geen toestemming
m worden verlangd dat troepen door dit land
«rcheeren of vervoerd werden, noch eenigerlei
tilitaire hulpverleening.
3- Verzekering dat Joego Slavië in het bestek van
reorganisatie van Europa een uitweg naar de
Aegelsche Zee zou krijgen die op bijzonder ver
jagen van de Joego Slavische regeering in terri-
pM opzicht de Joego Slavische souvereinïteit
«ver.de stad en de haven van Saloniki zou omvatten,
j Tegenover deze verstrekkende verzekeringen be-
telde de Joego Slavische staat zich tot niets an-
t-fs verplichten dan tot loyale medewerking met
«Europeesche mogendheden aan den nieuwen op-
.w van ons continent. Want op deze historisch
ff;kekans die een staat geboden werd. welke zijn
jytaan uitsluitend dankte aan het stelsel van Ver
ges en zijn verwaarloozing van het zelfbestem-
j^gsrecht der volken, heeft een clique samen-
l^ders te Belgrado thans een antwoord gege-
/öPfevon dom als misdadig genoemd moet wor-
J. «t zijn dezelfde beruchte misdadigers die in
.J "00r den moord van Serajewo den wereld-
«Jog ontketenden.
hans heeft Belgrado het masker definitief laten
Lw',0peens *s Seheel Joego Slavië een on-
terreur tegen alle onderdanen van de as-
vgendheden en de daarmede verbonden staten
«ftvangen.
ALGEHEELE MOBILISATIE WAS
BEVOLEN.
-,^de ware richting van de Joego Slavische bui-
Mêden- pob^elc *s nu duidelijk aap den dag
J\De Mobilisatie van het geheele Joego Slavi-
Sis bevolen-
Üin dp i erGn van ^en Engelschen generalen staf
Savio u, dagen voor het contact met het Joego
3ir *e Belgrado aangekomen.
3c«n c?°r- "it7-ending van officieren van den
is cont« niSchen generalen staf naar Griekenland
:4p!C i°lstanid gebracht met de in Griekenland
Ö,5 ieggr ^n2elsche strijdkrachten en het Griek-
'tscbe ««eering heeft de laatste dagen
Joego qu - bewijzen in handen gekregen dat de
tcneraai a£.1Scllefegeering zich in den persoon van
Séwend nm Engeland en Amerika heeft
tsnon JL-fun *n den vorm van troepen, wape-
^tehland *n ^en komenden strijd tegen
de°J?aVJ® beeft derhalve definitief besloten
bihn' n van Duitschland gemeene zaak te
Duitsche regeering is niet langer bereid bij
Slot defect? Tel. 11493
DeSleutelspecialist,L.Veerstr.lO
(Adv. IngezMed.)
dit drijven van een misdadige clique te Belgrado
langer toe te zien en heeft derhalve den Duitschen
troepen bevolen thans ook in dit deel van Europa
met alle militaire machtsmiddelen van Duitschland
rust en veiligheid te herstellen.
JOEGO SLAVIë EN DE VREDESDICTATEN
Bij de verklaring van de Duitsche regeering over
Joego Slavië behoort als bijlage een memorandum.
Daarin wordt o.a. geschreven:
De aanslag van Serajewo, welke zou leiden tot
den wereldoorlóg, is voorbereid en geleid door een
Servische officierskliek. De Servische regeering
wist van deze plannen en heeft niet de noodige
stappen ondernomen om den moord te verhinderen.
De vredesdictaten van 1919 hebben het Kroati
sche en het Sloveensche volk onder de heerschapDij
der Serven gebracht, tezamen met aanzienlijke
Duitsche. Hongaarsche en Bulgaarsche volksdeelen.
Het nieuwe koninkrijk der Serven. Kroaten en Slo-
venen rekende zich tot de „overwinnende mogend
heden". Uit den staat, welke in brand had gesto
ken, was een krachtig aanhanger van den status-
quo en een getrouw trawant van de Britsche en
Fransche politiek, Gewillig neemt Joego Slavië deel
aan de Kleine Entente om zijn deel te dragen bij
hef kleinhouden van de in 1919 beroofde staten. In
de jaren van Duitschland's onmacht kon de anti-
Duitsche politiek van Frankrijk en Engeland bij alle
internationale conferenties vast rekenen op de stem
men van de vertegenwoordigers van Servië. Dit
ging gepaard aan een meedoogenlooze onderdruk
king van de Duitsche volksdeelen welke sedert
eeuwen in het gebied van den groot-Servischen
staat leefden. De Kroaten hadden evenzeer van de
ze ondei'drukking te leiden.
Het memorandum herinnert vervolgens aan de
Joego Slavische benden, welke na het ineenstorten
van de Oostenrijksche monarchie het zuiden van
Stiermarken bezetten, hetgeen gepaard ging met
groote wreedheden.
Tijdens een vergadering van Volksduitschers te
Marburg werd door Servische soldaten, zonder aan
leiding, op de ongewapende Duitschers geschoten
waardoor mannen, vrouwen en kinderen werden
gedood en gewond. Duizenden beambten en onder
wijzers van Duitsche afkomst werden uitgewezen,
ongeacht het feit dat hun families reeds honderden
jaren in dit gebied woonden, De Duitsche taal werd
met alle ten dienste staande middelen gebannen.
Duitsche vermogens in beslag genomen, Duitsche
boeren werden door Servische soldaten op hun ak
kers beschoten en van hun bezittingen verjaagd.
Wel had Joego Slavië in 1919 het minderheden-
verdrag onderteekend, doch ieder beroep hierop te
Genève werd onmogelijk gemaakt. Reeds het noe
men van het minderheden-verdrag gold als „pro
vocatie". Ieder die gebruik wilde maken van het
bij dit verdrag bestaande recht van petitie te Ge
nève werd bedreigd met een gevangenisstraf van
drie jaar.
Na de nationaal-socialistische wederopstanding
werd zoo mogelijk de druk op den Volksduitschen
troep in Joego Slavië nog vergroot en in 1933 moest
het Duitsche consulaat te Agram wederom melding
maken van een nieuwe golf van vervolging in zui
delijk Stiermarken.
Niettegenstaande dezen uiterst onbevredigenden
toestand heeft de Führer, kort na het overnemen
van de macht pogingen gedaan ds betrekkingen met
Joego Slavië op een nieuwen grondslag te plaatsen
en het doeltreffendste aanknoopingspunt achtte hij
op economisch gebied te liggen. Dit leidde tot ver
houdingen, waarbij Duitschland meer dan de helft
van de Joego Slavische producten afnam. Voor zijn
landbouw.voortbrengselen vond Joego Slavië in
Duitschland een markt, welke niet door crisis werd
bedreigd, waar het goede prijzen maakte. Bovendien
werkte Duitschland bereidwillig mede aan het
ontsluiten van de bodemschatten van Joego Slavië.
Steeds weer poogde Duitschland zoo een brug te
slaan, waarover de betrekkingen der beide volken
ook cultureel beter zouden worden en een betere
toekomst zou worden geschapen. Ongeacht alles wat
scheidde reikten de Duitsche oud-frontstrijders over
de graven der gevallenen in den wereldoorlog, den
ouden tegenstander de hand. Hierbij wordt gewezen
op de bezoeken, welke rijksmaarschalk Goering
heeft gebracht aan Belgrado in 1934 en 1935 en
het bezoek van Von Neurath aan Belgrado in Juni
1937. Dit was het eerste bezoek van een Duitschen
minister van buitenlandsche zaken aan de hoofd
stad van Joego Slavië. Uit de telegrammen, welke
ter gelegenheid van dit bezoek werden gewisseld
tusschen den Führer en den minister-president
van Joego Slavië Stojadinowitsj bleek dat ook in
enkele kringen in Joego Slavië begrip bestond voor
de plannen van den Führer, welke dienden tot het
vestigen van een vrede in Europa. Dit bleek even
eens bij het bezoek van Stojadinowitsj aan Berlijn
in Januari 1938, waarbij gesproken werd over de
plannen tot consolideering van den Balkan.
Tevens verklaarde Stojadinowitsj dat Joego
Slavië nooit en onder geen voorwaarde deel zou
nemen aan een anti-Duitsch verdrag of toe zou
treden tot een anti-Duitsche combinatie. Zoo
was een atmosfeer geschapen, welke liet hopen
op een samenwerken van beide staten in het
belang van den vrede in Europa. Ook na de ver-
eeniging van Oostenrijk met Duitschland onder
ging deze verhouding geen wijziging. Duitsch
land trad verder op als bemiddelaar tusschen
Joego Slavië en Hongarije, hetgeen in December
1940 voerde tot het sluiten van een verdrag van
vriendschap. Ook de betrekkingen tusschen
Joego Slavië en Italië en Bulgarije ondergingen
in dezen tijd een wezenlijke verbetering, zoodat
de regeering te Belgrado aanzienlijke gevolgen
van haar politiek kon boeken. Wel was in Fe
bruari 1939 de regeerings-Stojadinowitsj ten val
geb 'acht, doch hierdoor werd geen wijziging ge
bracht in de vriendschappelijke betrekkingen.
Echter kwam hierdoor de krachtige persoonlijk
heid van Stojadinowitsj te ontbreken die ir
staat was ook tegen de verschillende binnen-
landsch-politieke stroomingen in den toestand
te beheerschen.
Ad. 2 en 3. De Westelijke mogendheden heb
ben deze vriendschapspolitiek van den beginne
af met leede oogen gezien en na den val van
Stojadinowitsj werden de pogingen Joego Slavië
in het oude kamp terug te trekken met verdub
belde kracht voortgezet. De vroegere Servische
officierskringen wonnen weer aan invloed en in
de politiek, welke sedert het voorjaar 1939 onder
leiding van Engeland werd gevoerd tot omsinge
ling van Duitschland, werd, zooals duidelijk blijkt
uit de in Frankrijk gevonden documenten van
den Franschen generalen staf, van den aanvang
af rekening gehouden met Joego Slavië als een
der belangrijkste hoeksteenen van het Zuidelijk
front. Reeds voor het uitbreken van den oorlog
op 19 Augustus 1939 heeft de Fransche gezant,
te Belgrado een bespreking gehad met den chef
van den staf van het leger van Joego Slavië, be
treffende de actie bij Saloniki. Drie maanden
later berichtte de militaire attaché van het
Fransche gezantschap dat van Joego Slavische
zijde reeds de noodige stappen waren genomen
om de capaciteiten van de spoorlijnen naar Salo
niki te vergrooten en het opperbevel van de ge
allieerden achtte thans ook het oogenblik ge
komen om de bewapening van Joego Slavië te
versterken met het leveren van oorlogstuig. Ver
der steunde de regeering van Joego Slavië in het
geheim en op slïnksche wijze de geallieerden,
Alle transporten, welke voor Polen bestemd zijn,
werden ongehinderd doorgelaten, terwijl de
Duitsche transporten worden opgehouden en een
Beschuldigingen in een nota vervat
levendige uitwisseling van berichten plaats vond.
Toen in het voorjaar van 1940 de Balkan
plannen van de geallieerden meer op den voor
grond traden, werden de pogingen versterkt om,
steeds nog met het in acht nemen van een uiter
lijke neutraliteit, zich te verzekeren van de mili
taire medewerking van Joego Slavië.
Op 16 April 1940 heeft de Fransche gezant,
met toestemming van prins-regent Paul een
onderhoud met den minister van oorlog van
Joego Slavië, Neditsj, waarin gesproken werd
over de wijze, waarop de besprekingen der gene
rale staven opnieuw kunnen worden aange
knoopt. In verband met de groote beteekenis van
het luchtwapen, werd thans in de eerste plaats
gespi'oken over het bestudeeren van de vlieg
velden. Teneinde het geheim te houden werd be
paald dat de betrokken officieren in burger ge
kleed moesten zijn. Bovendien zegde de minister
van oorlog toe dat een officier, welke het bij
zondere vertrouwen van de militaire leiding ge
noot, als verbindings-officier zou worden toege
voegd aan den commandant van het geallieerde
expeditiecorps, generaal Weygand. Hiermede was
voer Joego Slavië de beslissing gevallen en was
het koninkrijk overgegaan naar het kamp der
Westelijke mogendheden. Slechts het opgeven
van de plannen ten aanzien van Saloniki en de
verrassende ineenstorting van Frankrijk onmid
dellijk daarna, hebben tot gevolg gehad dat de
plannen niet werden uitgevoerd. Toch werd nog
op 11 Juni door politieke en militaire kringen
den Franschen gezant verzekerd, dat, wanneer
de kansen voor Frankrijk zouden keeren, Joego
Slavië bereid was onmiddellijk aan de zijde van
Frankrijk te treden.
Afd. 4. Dit alles was de Duitsche regeering
bekend, toen zij in het najaar van 1939 ertoe
overging de staten van Zuidoost Europa uit te
noodigen toe te treden tot het drie-niogend-
hedenverdrag. Onder druk van Engeland heeft
de toenmalige regeering van Joego Slavië lang
geaarzeld den beslissenden stap te zetten en het
besluit om toe te treden en op 25 Maart 1941 te
Weenen het desbetreffende protocol te onder
teekenen is vergemakkelijkt door de bereidwil
ligheid van Duitschland zooveel mogelijk reke
ning te houden met de wenschen van Joego
Slavië, welke voortvloeien uit zijn geografischen
toestand. Op wensch van de regeering van Joego
Slavië werd de verzekering gegeven dat bij de
nieuwe regeling Joego Slavië een haven aan de
Aegeïsche zee zou krijgen en de souvereinïteit
zou krijgen over stad en haven van Saloniki.
DE VERWIJDERING
STOJADINOWITSJ.
De hoop Joego Slavië hiermede tevreden te
stellen en een definitieven vrede op den Balkan
te vestigen werd niet vervuld. De Joego Slavi
sche regeering was, waarschijnlijk onder druk
van de steeds sterker wordende en op een Putsch
aansturende militaire kringen wankelmoedig ge
bleven. Eenige dagen voor het besluit had zij, op
aansporen van Engeland, den vroegeren minis
ter-president Stojadinowitsj, den voorstander
van een politiek van wederzijds begrijpen tus
schen Duitschland en Joego Slavië, naar Grie
kenland uitgewezen en zoo in Britsche handen
Uitgeleverd.
Kort voor de onderteekening van het protocol
van Weenen heeft de Britsche regeering in een
nota haar misnoegen laten blijken en onmiddel
lijk na de onderteekening, heeft de Britsche
staatssecretaris voor Indië, Amery, in een rede
voor de microfoon in de Servische taal, een wel
sprekende oproep gericht tot Joego Slavië, waar
in werd aangespoord tegenstand te bieden. Ook
het officieuze Reuter-bureau heeft de ondertee
kening begeleid met een ernstige waarschuwing.'
Britsche perscommentaren werden door de Brit
sche radio eveneens in de Servische taal uitge
zonden. Hiermede ging het optreden van den
Britschen geheimen dienst in Belgrado hand in
hand.
Hierdoor kwam het dat onmiddellijk na de
terugkeer van de onderhandelaars uit Weenen
een nog niet volwassen knaap, in tegenspraak
met de grondwet, door een groep tot oorlog op
hitsende militairen als schijnkoning aan de
macht werd gebracht. Tegelijkertijd werden de
regenten gedwongen af te treden, de prins
regent moest vluchtend het land verlaten en de
minister-president en de minister van buiten
landsche zaken werden gearresteerd. In een pro
clamatie verklaarde de koning dat de regent-
schapsraad zijn vergissing had ingezien en der
halve was afgetreden. Met deze woorden was het
oordeel geveld over de politiek van samenwer
king en vrede tusschen de asmogendheden en
Joego Slavië. Indien men nog een bewijs wensch'
te voor de gezindheid van de nieuwe heerschers
in Joego Slavië, dan werd dit geleverd door een
bericht van Reuter, waarin een brief werd ge
citeerd welke de koning heeft gezonden aan een
van zijn vertrouwde vrienden in Londen. Hierin
zeide hij „Ik wacht nog slechts op den dag,
waarop Joego Slavië zich tegen de nazi's uit zal
spreken, opdat ik eindelijk het bevel over mijn
leger op mij kan nemen".
Regeering en pers te Londen hebben niet ge
aarzeld met vreugde commentaar te leveren op
den staatsgreep te Belgrado. De eerste was
Churchill zelf, die mededeelde dat in Joego
Slavië een revolutie was uitgebroken, welke zich
verzette tegen het toetreden van Joego Slavië
tot het drie-mogendhedenverdrag. Het Britsche
Imperium en zijn bondgenooten zouden zich bij
de Joego Slavische natie aansluiten. Ook de ver
tegenwoordigers van de Britsche Dominions be
groetten de revolutie.
De houding, welke de regeering van Joego
Slavië en het Servische volk sedert 27 Maart
tegen Duitschland en alles wat Duitsch is heb
ben aangenomen, toont dat de commentaren
juist waren. De eerste maatregel van de regee
ring was het afkondigen van de algemeene mobi
lisatie. een duidelijk bewijs voor den wil om aan
te va>len van de militaire clique, de vertegen
woordigers en erfgenamen van dezelfde onheils
volle geestesrichting welke in 1914 aanleiding is
geweest voor het uitbreken van den wereld
oorlog, die in Belgrado het heft wederom in
handen heeft genomen. Het nieuwe Joego Slavië
heeft van het oude Servië de rol van onrust
stoker overgenomen.
Dat de politiek van de staatspeep-regeering
in bepaalde deelen der bevolking weerklank
.heeft gevonden blijkt uit de reeks overvallen
welke gevolgd zijn op den staatsgreep en welke
tot nu toe in hevigheid zijn toegenomen. De
Duitsche gezant is genoodzaakt geweest zich te
beklagen bij den Joego Slavischen minister van
buitenlandsche zaken. De Joego Slavische auto
riteiten moesten al deze betoogingen, mishande
lingen en uilspattingen toegeven en konden zich
slechts bepalen tot een lamlendige verklaring
dat zij het betreurden; verandering in den toe
stand trad niet in.
Ten aanzien van deze uitspattingen, waaraan
de Joego Slavische autoriteiten geen eind wilden
of konden maken, heeft de Duitsche regeering
zich genoodzaakt gezien de Rijksduitschers te
gelasten het gebied van Joego Slavië te verlaten,
teneinde zich niet verder bloot te stellen aan de
gevaren.
Wie de verantwoordelijkheid draagt voor deze
Het DNB meldt: Zondagochtend heeft de Duit
sche minister van buitenlandsche zaken Von Rib-
bentrop uit naam van de Duitsche regeering in de
zaal van den Bondsraad op het ministerie van bui
tenlandsche zaken voor de vertegenwoordigers van
de Duitsche en buitenlandsche pers de volgende
erklaring afgelegd:
„Engeland bereidt zich voor een nieuwe misdaad
tegen Europa te begaan. Sterke Britsche strijd
krachten zijn op den Balkan aan land gezet. Na de
lessen van Duinkerken en Andalsnes poogt Enge
land nogmaals den strijd naar Europa te verplaat
sen. Een verblinde regeering te Athene en een be
kende misdadigerskliek te Belgrado hebben ge
meene zaak gemaakt met de Engelschen en geheel
Griekenland en geheel Joego Slavië den Engel
schen als opntarschgebied tegen Duitschland en
Italië ter beschikking gesteld.
Duitschland heeft dit drijven sedert maanden
toegezien en gepoogd Griekenland en Joego Slavië
begrip bij te brengen en tot een vriendschappelijke
overeenkomst te voeren. Alle pogingen zijn even
wel vergeefsch geweest.
De Führer zal thans antwoorden. Sedert heden
(Zondag)ochtend rukt de Duitsche weermacht op
om den Engelschen en den Servischen samenzweer
ders de les te lezen hetgeen noodig is geworden.
Binnenkort zal den heer Churchill definitief dui
delijk worden gemaakt dat Engeland op het vaste
land niets meer te zoeken heeft".
Na deze verklaring is een nota voorgelezen die
de Duitsche minister van buitenlandsche zaken
Zondagochtend overhandigd heeft aan den Griek-
schén gezant en voorts een officieel communiqué
van de Duitsche regeering over Joego-Slavië. De
nota aan de Grieksche regeering luidt als volgt:
Sedert het begin van den oorlog, die door de
oorlogsverklaring van Engeland- en Frankrijk aan
Duitschland werd opgedrongen, heeft de Duitsche
regeering steeds duidelijk en ondubbelzinnig uiting
gegeven aan haar wil tot beperking van het mili
taire conflict tusschen de oorlogvoerende staten tot.
deze staten zelve en vooral tot het houden van het
gebied van het Balkanschiereiland buiten den oor
log. Even duidelijk heeft zij herhaaldelijk ver
klaard dat zij terstond met alle machtsmiddelen te
harer beschikking zal optreden tegen iedere En
gelsche poging om den oorlog naar andere landen
over te brengen. Met de vernietiging van .de En
gelsche expeditiestrijdkrachten en de verdrijving
van de overblijfselen daarvan uit Noord wegen en
Frankrijk was ons vasteland volstrekt gezuiverd
van Britsche troepen. Hieruit vloeide voor alle
Europeesche staten het gemeenschappelijk belang
voort de bereikte uitschakeling van Engeland uit
het vasteland als zekerste onderpand van den vrede
in Europa in vollen omvang te handhaven en geen
Engelschen soldaat meer vasten voet te doen krij
gen op Europeeschen bodem.
Voor het Grieksche volk werd dit vraagstuk op
dezelfde wijze gesteld als voor de andere volken
van het vasteland en het was duidelijk dat de
Grieksche regeering, door handhaving van een op
rechte, strikte neutraliteit, het beste standpunt te
genover de situatie innam. Voor Griekenland zou
deze houding volkomen natuurlijk geweest en met
zijn specifieke eigen belangen overeengekomen zijn
en wel vooral daarom, omdat geen der oorlogvoe
renden er werkelijk vitaal belang bij kon hebben
een land dat ver buiten het eigenlijke oorlogstoo-
neel lag bij de oorlogshandelingen te betrekken.
Zoo hebben ook Duitschland en Italië nooit iets
anders van Griekenland geëischt dan de handha
ving van een echte neutraliteit. Des te onbegrijpe
lijker is het derhalve dat de Grieksche regeering
desondanks deze haar duidelijk voorgeschreven
richting opgaf en daarmee een weg insloeg, die
kans. liep haar volk vroeg of laat in ernstig gevaar
te brengen.
Naar ons thans bekend is heeft Griekenland in
derdaad bij het uitbreken van den oorlog in Sep
tember 1939 zijn houding van neutraliteit verlaten
en aanvankelijk in het geheim, naderhand steeds
openlijker stelling gekozen voor de vijanden van
Duitschland, Dat wil zeggen, vooral voor Engeland
In hoeverre de Grieksche politieke houding reeds
vóór het uitbreken van den oorlog beïnvloed werd
door de in Grieksche regeeringskringen heerschen-
de sympathieën voor Engeland, bewijst reeds het
feit, dat in April 1939 Griekenland de politieke
garantie van de Westersche mogendheden aan
vaardde. Het moest dit land na de algemeen be
kende ervaringen met Engelsche garanties duidelijk
zijn dat het hierdoor noodzakelijker wijze in Enge-
landsche afhankelijkheid zou geraken en verstrikt
zou worden in de reeds destijds bestaande Engel
sche omsingelingsplannen tegen Duitschland.
Openlijk trad deze tendentie voor de eerste maal
na het uitbreken van den oorlog in October 1939
aan den dag, toen de Grieksche regeering niets
wilde weten van verlenging van het dat jaar afge-
loopen vriendschapsverdrag met Italië. De Duitsche
regeering kwam tezelfder tijd in het bezit van be
wijsstukken, die bewezen dat de destijds met Brit
sche hulp aan de macht gekomen Grieksche regee
ring zich reeds vóór het begin van haar regeerings-
perïode in aanzienlijke mate verplichtingen jegens
de Engelsche politiek had aanvaard.
Zoo hieromtrent evenwel nog de geringste twij
fel mocht bestaan, dan is door de documenten, die
te La Charité in Frankrijk werden gevonden en
thans ter publicatie beschikbaar zijn gesteld, de
duidelijke positiebepaling van Griekenland tegen
de as sedert het uitbreken van den oorlog volstrekt
ondubbelzinnig bewezen.
DOELEN DER GRIEKSCHE POLITIEK
Uit dit officieele oorkondenmateriaal van den
Franschen generalen staf en de Fransche regeering
treedt het volgende beeld aan den dag over de ware
politiek, die de Grieksche regeering in het geheim
voerde:
1. Reeds in September 1939 zond de Grieksche
generale staf kolonel Dovas naar Ankara om con
tact te zoeken met den opperbevelhebber van het
Fransche expeditieleger in den Levant, generaal
Weygand.
2. 18 September 1939 gaf de Grieksche gezant Po-
litis te Parijs de verzekering dat Griekenland het
in October eindigende verdrag met Italië slechts in
zooverre wenschte te vernieuwen „als een derge
lijke overeenkomst niet de vorming van een oos
telijk front zou beletten".
3. Begin October 1939 werd den Franschen ge
zant te Athene door den Griekschen onderstaats
secretaris van buitenlandsche zaken Mavroudis
verklaard dat Griekenland een landing der geal
lieerden te Salo.niki niet slechts niet belette, doch
zelfs actief steunen zou, indien slechts het succes
der operaties gewaarborgd werd.
4. Het eind October 1939 aangevangen contact
van den Franschen militairen attaché te Athene
met den chef van den Griekschen generalen staf
leidde 2 December 1939 tot den officieelen wensch
van den Griekschen generalen staf naar het ope
nen van militaire besprekingen en uitzending van
den kolonel van den Franschen generalen staf Ma-
riot naar Griekenland.
5. Een rapport van Gamelin van 4 Januari 1940
behelst dat de chef van den Griekschen generalen
staf had laten weten dat hij onder voorbehoud van
toereikenden steun met luchtstrijdkrachten en
luchtafweer in staat was, de landing van een in-
tergeallieerd expeditiecorps te Saloniki te waar
borgen.
De Duitsche regeering, die reeds sedert lang
kennis droeg van dit oorkondemateriaal dat de
Grieksche regeering zwaar belastte, heeft desniet
tegenstaande met het uiterste geduld en lankmoe
digheid de verdere ontwikkeling van de Grieksche
politiek afgewacht. Zelfs toen Griekenland mari-
het Duitsche rijk, zich met het oog op dit onneu
trale optreden tot militair handelen tegen Grieken
land genoopt zag. heeft Duitschland zijn afwach
tende houding gehandhaafd.
Beslissend hiervoor was de oprechte hoop van
het Duitsche volk dat tot dusverre voor het Griek
sche volk slechts vriendschappelijke gevoelens
koesterde, dat Griekenland zich toch nog op zijn
ware belangen zou bezinnen en de Grieksche regee
ring daarin aanleiding zou vinden, ondanks alles
nog tot de ware neutraliteit terug te keeren. In
dezen zin heeft ook de Duitsche minister van bui
tenlandsche zaken Von Ribbentrop den 26sten
Augustus 1940 in een onderhoud met den Griek
schen gezant te Fuschl aan de Grieksche regeering
in ernstigen vorm den raad gegeven haar eenzijdige
begunstiging van Engeland op te geven. Daaren
boven is de Grieksche regeering door herhaaldelijke
openlijke verklaringen van den Führer zelf ver
wittigd dat Duitschland onder geen voorwaarde
nesteling van Britsche strijdkrachten op Griekschen
bodem zou dulden. Als voorbeeld moge hier her
innerd worden aan de rede van den Führer van 30
Januari 1941, waarin gezegd wordt: „Misschien
hopen zij op den Balkan. Ook hieraan zou ik niet
veel hechten, want één ding is zeker: Waar Enge
land optreedt, zullen wij het aanvallen en daartoe
zijn wij sterk genoeg".
DE INVLOED DER BRITSCHE POLITIEK.
De Grieksche regeering heeft al deze waarschu
wingen in den wind geslagen. Zij heeft zich ook
nooit dat moet hier uitdrukkelijk geconstateerd
worden tot de Duitsche regeering gewend om
ook slechts de mogelijkheid van een terugkeer van
Griekenland tot de neutraliteit met haar te be
handelen. De reden was hiertoe duidelijk: Grieken
land had zich reeds veel te zeer laten verstrikken
in de Engelsche politiek der oorlogsuïtbreiding en
was zijn eigen besluiten in het geheel niet meer
meester. Veeleer werden deze haar reeds op dat tijd
stip door de Engelsche regeering voorgeschreven.
Zoo kon het ook dat de Grieksche regeering, die
zich aanvankelijk na het begin van den oorlog
tegen Italië beperkt had tot toelating van tech
nische formaties der Britsche luchtstrijdkrachten,
noodzakelijkerwijs reeds spoedig op dezen weg
moest voortgaan. Na de bezetting van Kreta kwam
het dan ook weldra zoover dat gesloten Britsche
troepenformaties in Griekenland landden en alle
belangrijk strategische punten bezetten. De van tijd
tot tijd afgelegde verklaringen van de Grieksche
regeering, die deze feiten pogen te loochenen, kun
nen slechts opgevat worden als een nieuw bewijs
van haar onoprechtheid en haar afhankelijkheid
an Engeland.
Sedert enkele weken kan er nu geen twijfel
meer over bestaan dat Engeland op het punt staat
evenals bij zijn expeditie naar Saloniki in den
wereldoorlog in Griekenland een nieuw front
tegen Duitschland te vormen, teneinde vandaar
uit een laatste poging te doen den oorlog naar Euro
pa over te brengen. In dit verband zijn berichten
van bijzonder belang dat de generale staf der in
Griekenland opereerende Engelsche strijdkrachten
contact met den generalen staf te Belgrado tot
stand heeft gebracht.
De laatste dagen evenwel is Griekenland open
lijk operatiegebied der Engelsche strijdkrachten
geworden. Groot opgezette operaties van de En
gelschen, bestaande uit landingen en transporten,
zijn daar thans aan den gang en de Amerikaansche
berichten bevestigen dat reeds een Engelsch leger
van tweehonderdduizend man in Griekenland ge
reed staat. Door het feit dat Griekenland zelf als
eenige Europeesche staat weer vergunning heeft
gegeven aan Engelsche troepen om Europeeschen
bodem te betreden, heeft het een zware verant
woordelijkheid tegenover de Europeesche gemeen
schap op zich geladen. Ongetwijfeld is het Griek
sche volk onschuldig aan deze ontwikkeling. Te
zwaarder echter is de schuld die de huidige Griek
sche regeering door deze onverantwoordelijke po
litiek op zich heeft geladen. De Grieksche regee
ring heeft daarmee zelf een situatie teweeg ge
bracht, waar tegenover Duitschland niet langer
werkeloos kan blijven.
De Duitsche regeering heeft derhalve thans
opdracht gegeven aan haar troepen om de
Britsche strijdkrachten uit het Grieksche gebied
te verdrijven. Iedere tegenstand die zich voor
doet aan de Duitsche weermacht zal mee-
doogenloos worden gebroken. Terwijl de Duit
sche regeering de Grieksche regeering hiervan
in kennis stelt, betoogt zij met klem dat de
Duitsche troepen niet komen als vijanden
van het Grieksche volk en dat het verre is van
het Duitsche volk het Grieksche volk als zoo
danig te willen bestrijden en vernietigen. De
slag, die Duitschland gedwongen is op Grieksch
territorium te leveren, geldt Engeland. De
Duitsche regeering is de overtuiging toege
daan, door een snelle verdrijving van de Brit
sche indringers uit Griekenland niet in de laat
ste plaats ook het Grieksche volk en de Euro
peesche gemeenschap een beslissenden dienst
te bewijzen.
BERLIJN, 6 April 1941.
ontwikkeling, welke ernstige gevolgen zal heb- nebases op zijn eilanden ter beschikking van de
ben, ligt voor de hand, Britsche marine stelde en Italië, de bondgenoot van
Engeland zegt Joego-Slavië „vollen
steun" toe.
Het D.N.B. deelt mede:
De Britsche berichtendienst meldde -gister-
avond d-at in Londen bevestigd wordt dat het
Britsche Imperium Joego-Slavië „zijn vollen
steun" zal verleenen.
In een in Londen in den nacht van 6 op 7 April
uitgegeven officieel bericht wordt bevestigd dat de
Engelsche regeering in volkomen overeenstemming
met de regeeringen van de belanghebbende landen
reeds geruimen tijd geleden een leger naar Grie
kenland heeft gezonden dat troepen omvat uit
Groot-Brittaraiië, Australië en Nieuw-Zeeland. Ook
het Brïtsohe luchtwapen in Griekenland is aan
zienlijk versterkt.
Reizigers uit Griekenland hebben bevestigd, naar
het Zweedsche blad „Aftonbladet" in een eigen be
richt uit Istanboel meldt, dat zich in Griekenland
een groot Britsch leger bevindt, in hoofdzaak be
staande uit dominale en koloniale troepen.
De positie van Bulgarije.
„Kalme en opmerkzame waarnemer".
Uit Sofia verneemt het D.N.B.: De spreker voor
de radio te Sofia heeft vandaag met betrekking
tot den toestand verklaard dat Bulgarije, nu de
wapens het woord hebben, slechts een kalme en
opmerkzame waarnemer kan zijn. Bulgarije zal al
les doen wat het kan om het land de beproevingen
van den oorlog te besparen. Zou het echter ge
dwongen zijn met de wapens in de hand te strijden,
dan zullen de gebeurtenissen het niet onvoorbereid
vinden, integendeel de Bulgaren zijn bereid hun
land met alle middelen en offers die van hen zul
len worden gevraagd te verdedigen. De dappere
Bulgaarsche troepen zijn volledig en modern uit
gerust. De verzorging van de troepen met munitie
en levensmiddelen is prachtig georganiseerd. Om
hun gevechtsbekwaamheid te bewijzen en om over
winningen te behalen behoeven zij ndet op proble
matische hul-p uit verre overzeesche landen te wach
ten. Diegenen echter die uitsluitend op overzee
sche hulp rekenen zullen een wreede ontgooche
ling beleven, omdat zij snel tot de overtuiging zul
len komen dat een dergelijke belofte tot hulpver
leening gemakkelijk te geven is, doch moeilijk to
houden is. -