Duitsche mededeeling over Joego Slavië. Wat Duitschland aan Grieken'and verwijt. .aNPAG 7 APRIL' 1941 In teget af het streven van Duitschland geweesi ,Ji '"mnensatie der belangen op den Balkan tot s3j< brengen en daarmede het oorlogslot aan Baikanlanden te besparen. Dit vreedzame doel Balkan heeft de Führer consequent nage- de? zjch sinds het overnemen van de macht nnen voor een politiek van vriendschap en '^werking ook met den Joego Slavischen staat. 1W" J Aa i i rlpil De politiek van het land voor en na het uitbreken van den oorlog N B, meldt: De officieele verklaring van Het règeering over Joego Slavië luidt als piliike positie van Engeland en de steeds -^■ir teekenen van den achteruitgang op zijn nooen Engeland thans tof steeds wanho- i'joden«ineen om nog eenmaal in Europa een .:?er bDuitschland te vormen Het voorwerp i::"tteg laatste Engelsche poging is de Balkan, s» Griekenland reeds het slachtoffer van deze r,a: Britsche politiek der oorlogsuitbreidmg jjisdadige waar Engeland thans in Joego Sla- -:geW° willig werktuig ziet voor zijn doel, zoo mo- vië een «eheelen Balkan in brand te zetten. den t0t deze Engelsche politiek is het ^"pifdertijd werd door de politiek van den TerZjP italiaansch-Joego Slavische verstandhou- D"® een nieuwen, vriendschappelijken grond- ffwnlaatst en het was een onbetwistbare ver- van de as dat in deze'jaren ook een con- 'van de betrekkingen van Joego Slavië met ,re buren bewerkstelligd kon worden. Aan mimen politieken blik van den Führer en den malken Joego Slavischen premier Stojadi- H was het toe te schrijven dat Duitschland en i Slavië in den loop van deze jaren tot een fe vriendschappelijke samenwerking kwamen, fin werd de regeering Stojadinowitsj ten val irht en l°en t>leek weldra dat in dezen staat iipnliike krachten aan het werk waren die zich ÜTifoel hadden gesteld den weg der verzoening en S vriendschap met Duitschland te verlaten en te keeren tot de vroegere buitenlandsche po- van Joego Slavië, t.w. tegen Duitschland. t de geheime acten van den Franschen gene- staf te La Charité in Frankrijk gevonden, irvt dat Joego Slavië reeds in den zomer van 1939. 4'vóór het uitbreken van den oorlog, een een- riiee politiek van samengaan met Engeland en 5rijk dus een ondubbelzinnig tegen Duitsch- ted gerichte politiek heeft gevolgd. Deze documen- h bewijzen het volgende: 1 Toen Frankrijk in den zomer van 1939 de op- delling van een Fransch expeditiecorps in den Le vant overwoog. trad het tegelijkertijd ook met den Joe»o Slavischen generalen staf in contact. De eer- voorbereidende bespreking werd 19 Augustus i«39 gehouden. j. In November 1939 werd op verlangen van de '•«■o Slavische regeering en den generalen staf •«'contact door uitzending van een bijzondere milï- t£e missie naar Frankrijk en de detacheering van «n officier van den staf van generaal Gamelin te ftlgrado nauwer. i In de eerste maanden van den oorlog steunt ,oego Slavië de transporten voor Engeland en frankrijk naar vermogen en bestaat een levendige uitwisseling van berichten met deze mogendheden, jl wordt ook de schijn der neutraliteit gehand bald. De Fransche gezant te Belgrado hield 16 April $0 een bespreking met den minister van oorlog fcditsj over de opening van militaire bespre ken, Joego Slavië zond een bijzonder betrouw en verbindingsofficier naar het hoofdkwartier den opperbevelhebber van het Fransche exoe- ieleger in den Levant. De onderneming van Sa- iki was daarmede zeker van den steun van Joe- 'Slavië, 5, Na de ineenstorting van Frankrijk verzekerden ^aangevende Joego Slavische autoriteiten 11 Ju- 1940 den Franschen gezant te Belgrado dat, als kans ten gunste van Frankrijk mocht keeren, hia Slavië bereid was terstond aan zijn zijde te trien. Ofschoon Duitschland van deze gebeurtenis op i? hoogte was. heeft het met een weergalooze groot- Kfdigheid en geduld de toenadering tot Joego Slavië voortgezet. Steeds weer ondernamen Duitsch- knd en Italië pogingen in deze richting. Deze poli tiek vond haar bekroning in de uitnoodiging aan Joego Slavië om tot het driemogendhedenverdrag toé ie treden. DE TOETREDING TOT HET PACT VAN DRIE. Nog eenmaal scheen het of de rede zou zegevieren i- de verantwoordelijke Joego Slavische staatslie- Óen de ware belangen van hun land hadden inge- lien. Zoo trad Joego Slavië 25 Maart j.l. te Weenen lol het driemogendhedenpact toe. De inhoud van tee overeenkomst was de volgende: 1. Erkenning van de souvereinïteit en integri teit van den Joego-Slavischen staat van de zijde if partners van het driemogendhedenverdrag. 2. Verzekering van de asmogendheden dat tijdens =zen oorlog van Joego Slavië geen toestemming m worden verlangd dat troepen door dit land «rcheeren of vervoerd werden, noch eenigerlei tilitaire hulpverleening. 3- Verzekering dat Joego Slavië in het bestek van reorganisatie van Europa een uitweg naar de Aegelsche Zee zou krijgen die op bijzonder ver jagen van de Joego Slavische regeering in terri- pM opzicht de Joego Slavische souvereinïteit «ver.de stad en de haven van Saloniki zou omvatten, j Tegenover deze verstrekkende verzekeringen be- telde de Joego Slavische staat zich tot niets an- t-fs verplichten dan tot loyale medewerking met «Europeesche mogendheden aan den nieuwen op- .w van ons continent. Want op deze historisch ff;kekans die een staat geboden werd. welke zijn jytaan uitsluitend dankte aan het stelsel van Ver ges en zijn verwaarloozing van het zelfbestem- j^gsrecht der volken, heeft een clique samen- l^ders te Belgrado thans een antwoord gege- /öPfevon dom als misdadig genoemd moet wor- J. «t zijn dezelfde beruchte misdadigers die in .J "00r den moord van Serajewo den wereld- «Jog ontketenden. hans heeft Belgrado het masker definitief laten Lw',0peens *s Seheel Joego Slavië een on- terreur tegen alle onderdanen van de as- vgendheden en de daarmede verbonden staten «ftvangen. ALGEHEELE MOBILISATIE WAS BEVOLEN. -,^de ware richting van de Joego Slavische bui- Mêden- pob^elc *s nu duidelijk aap den dag J\De Mobilisatie van het geheele Joego Slavi- Sis bevolen- Üin dp i erGn van ^en Engelschen generalen staf Savio u, dagen voor het contact met het Joego 3ir *e Belgrado aangekomen. 3c«n c?°r- "it7-ending van officieren van den is cont« niSchen generalen staf naar Griekenland :4p!C i°lstanid gebracht met de in Griekenland Ö,5 ieggr ^n2elsche strijdkrachten en het Griek- 'tscbe ««eering heeft de laatste dagen Joego qu - bewijzen in handen gekregen dat de tcneraai a£.1Scllefegeering zich in den persoon van Séwend nm Engeland en Amerika heeft tsnon JL-fun *n den vorm van troepen, wape- ^tehland *n ^en komenden strijd tegen de°J?aVJ® beeft derhalve definitief besloten bihn' n van Duitschland gemeene zaak te Duitsche regeering is niet langer bereid bij Slot defect? Tel. 11493 DeSleutelspecialist,L.Veerstr.lO (Adv. IngezMed.) dit drijven van een misdadige clique te Belgrado langer toe te zien en heeft derhalve den Duitschen troepen bevolen thans ook in dit deel van Europa met alle militaire machtsmiddelen van Duitschland rust en veiligheid te herstellen. JOEGO SLAVIë EN DE VREDESDICTATEN Bij de verklaring van de Duitsche regeering over Joego Slavië behoort als bijlage een memorandum. Daarin wordt o.a. geschreven: De aanslag van Serajewo, welke zou leiden tot den wereldoorlóg, is voorbereid en geleid door een Servische officierskliek. De Servische regeering wist van deze plannen en heeft niet de noodige stappen ondernomen om den moord te verhinderen. De vredesdictaten van 1919 hebben het Kroati sche en het Sloveensche volk onder de heerschapDij der Serven gebracht, tezamen met aanzienlijke Duitsche. Hongaarsche en Bulgaarsche volksdeelen. Het nieuwe koninkrijk der Serven. Kroaten en Slo- venen rekende zich tot de „overwinnende mogend heden". Uit den staat, welke in brand had gesto ken, was een krachtig aanhanger van den status- quo en een getrouw trawant van de Britsche en Fransche politiek, Gewillig neemt Joego Slavië deel aan de Kleine Entente om zijn deel te dragen bij hef kleinhouden van de in 1919 beroofde staten. In de jaren van Duitschland's onmacht kon de anti- Duitsche politiek van Frankrijk en Engeland bij alle internationale conferenties vast rekenen op de stem men van de vertegenwoordigers van Servië. Dit ging gepaard aan een meedoogenlooze onderdruk king van de Duitsche volksdeelen welke sedert eeuwen in het gebied van den groot-Servischen staat leefden. De Kroaten hadden evenzeer van de ze ondei'drukking te leiden. Het memorandum herinnert vervolgens aan de Joego Slavische benden, welke na het ineenstorten van de Oostenrijksche monarchie het zuiden van Stiermarken bezetten, hetgeen gepaard ging met groote wreedheden. Tijdens een vergadering van Volksduitschers te Marburg werd door Servische soldaten, zonder aan leiding, op de ongewapende Duitschers geschoten waardoor mannen, vrouwen en kinderen werden gedood en gewond. Duizenden beambten en onder wijzers van Duitsche afkomst werden uitgewezen, ongeacht het feit dat hun families reeds honderden jaren in dit gebied woonden, De Duitsche taal werd met alle ten dienste staande middelen gebannen. Duitsche vermogens in beslag genomen, Duitsche boeren werden door Servische soldaten op hun ak kers beschoten en van hun bezittingen verjaagd. Wel had Joego Slavië in 1919 het minderheden- verdrag onderteekend, doch ieder beroep hierop te Genève werd onmogelijk gemaakt. Reeds het noe men van het minderheden-verdrag gold als „pro vocatie". Ieder die gebruik wilde maken van het bij dit verdrag bestaande recht van petitie te Ge nève werd bedreigd met een gevangenisstraf van drie jaar. Na de nationaal-socialistische wederopstanding werd zoo mogelijk de druk op den Volksduitschen troep in Joego Slavië nog vergroot en in 1933 moest het Duitsche consulaat te Agram wederom melding maken van een nieuwe golf van vervolging in zui delijk Stiermarken. Niettegenstaande dezen uiterst onbevredigenden toestand heeft de Führer, kort na het overnemen van de macht pogingen gedaan ds betrekkingen met Joego Slavië op een nieuwen grondslag te plaatsen en het doeltreffendste aanknoopingspunt achtte hij op economisch gebied te liggen. Dit leidde tot ver houdingen, waarbij Duitschland meer dan de helft van de Joego Slavische producten afnam. Voor zijn landbouw.voortbrengselen vond Joego Slavië in Duitschland een markt, welke niet door crisis werd bedreigd, waar het goede prijzen maakte. Bovendien werkte Duitschland bereidwillig mede aan het ontsluiten van de bodemschatten van Joego Slavië. Steeds weer poogde Duitschland zoo een brug te slaan, waarover de betrekkingen der beide volken ook cultureel beter zouden worden en een betere toekomst zou worden geschapen. Ongeacht alles wat scheidde reikten de Duitsche oud-frontstrijders over de graven der gevallenen in den wereldoorlog, den ouden tegenstander de hand. Hierbij wordt gewezen op de bezoeken, welke rijksmaarschalk Goering heeft gebracht aan Belgrado in 1934 en 1935 en het bezoek van Von Neurath aan Belgrado in Juni 1937. Dit was het eerste bezoek van een Duitschen minister van buitenlandsche zaken aan de hoofd stad van Joego Slavië. Uit de telegrammen, welke ter gelegenheid van dit bezoek werden gewisseld tusschen den Führer en den minister-president van Joego Slavië Stojadinowitsj bleek dat ook in enkele kringen in Joego Slavië begrip bestond voor de plannen van den Führer, welke dienden tot het vestigen van een vrede in Europa. Dit bleek even eens bij het bezoek van Stojadinowitsj aan Berlijn in Januari 1938, waarbij gesproken werd over de plannen tot consolideering van den Balkan. Tevens verklaarde Stojadinowitsj dat Joego Slavië nooit en onder geen voorwaarde deel zou nemen aan een anti-Duitsch verdrag of toe zou treden tot een anti-Duitsche combinatie. Zoo was een atmosfeer geschapen, welke liet hopen op een samenwerken van beide staten in het belang van den vrede in Europa. Ook na de ver- eeniging van Oostenrijk met Duitschland onder ging deze verhouding geen wijziging. Duitsch land trad verder op als bemiddelaar tusschen Joego Slavië en Hongarije, hetgeen in December 1940 voerde tot het sluiten van een verdrag van vriendschap. Ook de betrekkingen tusschen Joego Slavië en Italië en Bulgarije ondergingen in dezen tijd een wezenlijke verbetering, zoodat de regeering te Belgrado aanzienlijke gevolgen van haar politiek kon boeken. Wel was in Fe bruari 1939 de regeerings-Stojadinowitsj ten val geb 'acht, doch hierdoor werd geen wijziging ge bracht in de vriendschappelijke betrekkingen. Echter kwam hierdoor de krachtige persoonlijk heid van Stojadinowitsj te ontbreken die ir staat was ook tegen de verschillende binnen- landsch-politieke stroomingen in den toestand te beheerschen. Ad. 2 en 3. De Westelijke mogendheden heb ben deze vriendschapspolitiek van den beginne af met leede oogen gezien en na den val van Stojadinowitsj werden de pogingen Joego Slavië in het oude kamp terug te trekken met verdub belde kracht voortgezet. De vroegere Servische officierskringen wonnen weer aan invloed en in de politiek, welke sedert het voorjaar 1939 onder leiding van Engeland werd gevoerd tot omsinge ling van Duitschland, werd, zooals duidelijk blijkt uit de in Frankrijk gevonden documenten van den Franschen generalen staf, van den aanvang af rekening gehouden met Joego Slavië als een der belangrijkste hoeksteenen van het Zuidelijk front. Reeds voor het uitbreken van den oorlog op 19 Augustus 1939 heeft de Fransche gezant, te Belgrado een bespreking gehad met den chef van den staf van het leger van Joego Slavië, be treffende de actie bij Saloniki. Drie maanden later berichtte de militaire attaché van het Fransche gezantschap dat van Joego Slavische zijde reeds de noodige stappen waren genomen om de capaciteiten van de spoorlijnen naar Salo niki te vergrooten en het opperbevel van de ge allieerden achtte thans ook het oogenblik ge komen om de bewapening van Joego Slavië te versterken met het leveren van oorlogstuig. Ver der steunde de regeering van Joego Slavië in het geheim en op slïnksche wijze de geallieerden, Alle transporten, welke voor Polen bestemd zijn, werden ongehinderd doorgelaten, terwijl de Duitsche transporten worden opgehouden en een Beschuldigingen in een nota vervat levendige uitwisseling van berichten plaats vond. Toen in het voorjaar van 1940 de Balkan plannen van de geallieerden meer op den voor grond traden, werden de pogingen versterkt om, steeds nog met het in acht nemen van een uiter lijke neutraliteit, zich te verzekeren van de mili taire medewerking van Joego Slavië. Op 16 April 1940 heeft de Fransche gezant, met toestemming van prins-regent Paul een onderhoud met den minister van oorlog van Joego Slavië, Neditsj, waarin gesproken werd over de wijze, waarop de besprekingen der gene rale staven opnieuw kunnen worden aange knoopt. In verband met de groote beteekenis van het luchtwapen, werd thans in de eerste plaats gespi'oken over het bestudeeren van de vlieg velden. Teneinde het geheim te houden werd be paald dat de betrokken officieren in burger ge kleed moesten zijn. Bovendien zegde de minister van oorlog toe dat een officier, welke het bij zondere vertrouwen van de militaire leiding ge noot, als verbindings-officier zou worden toege voegd aan den commandant van het geallieerde expeditiecorps, generaal Weygand. Hiermede was voer Joego Slavië de beslissing gevallen en was het koninkrijk overgegaan naar het kamp der Westelijke mogendheden. Slechts het opgeven van de plannen ten aanzien van Saloniki en de verrassende ineenstorting van Frankrijk onmid dellijk daarna, hebben tot gevolg gehad dat de plannen niet werden uitgevoerd. Toch werd nog op 11 Juni door politieke en militaire kringen den Franschen gezant verzekerd, dat, wanneer de kansen voor Frankrijk zouden keeren, Joego Slavië bereid was onmiddellijk aan de zijde van Frankrijk te treden. Afd. 4. Dit alles was de Duitsche regeering bekend, toen zij in het najaar van 1939 ertoe overging de staten van Zuidoost Europa uit te noodigen toe te treden tot het drie-niogend- hedenverdrag. Onder druk van Engeland heeft de toenmalige regeering van Joego Slavië lang geaarzeld den beslissenden stap te zetten en het besluit om toe te treden en op 25 Maart 1941 te Weenen het desbetreffende protocol te onder teekenen is vergemakkelijkt door de bereidwil ligheid van Duitschland zooveel mogelijk reke ning te houden met de wenschen van Joego Slavië, welke voortvloeien uit zijn geografischen toestand. Op wensch van de regeering van Joego Slavië werd de verzekering gegeven dat bij de nieuwe regeling Joego Slavië een haven aan de Aegeïsche zee zou krijgen en de souvereinïteit zou krijgen over stad en haven van Saloniki. DE VERWIJDERING STOJADINOWITSJ. De hoop Joego Slavië hiermede tevreden te stellen en een definitieven vrede op den Balkan te vestigen werd niet vervuld. De Joego Slavi sche regeering was, waarschijnlijk onder druk van de steeds sterker wordende en op een Putsch aansturende militaire kringen wankelmoedig ge bleven. Eenige dagen voor het besluit had zij, op aansporen van Engeland, den vroegeren minis ter-president Stojadinowitsj, den voorstander van een politiek van wederzijds begrijpen tus schen Duitschland en Joego Slavië, naar Grie kenland uitgewezen en zoo in Britsche handen Uitgeleverd. Kort voor de onderteekening van het protocol van Weenen heeft de Britsche regeering in een nota haar misnoegen laten blijken en onmiddel lijk na de onderteekening, heeft de Britsche staatssecretaris voor Indië, Amery, in een rede voor de microfoon in de Servische taal, een wel sprekende oproep gericht tot Joego Slavië, waar in werd aangespoord tegenstand te bieden. Ook het officieuze Reuter-bureau heeft de ondertee kening begeleid met een ernstige waarschuwing.' Britsche perscommentaren werden door de Brit sche radio eveneens in de Servische taal uitge zonden. Hiermede ging het optreden van den Britschen geheimen dienst in Belgrado hand in hand. Hierdoor kwam het dat onmiddellijk na de terugkeer van de onderhandelaars uit Weenen een nog niet volwassen knaap, in tegenspraak met de grondwet, door een groep tot oorlog op hitsende militairen als schijnkoning aan de macht werd gebracht. Tegelijkertijd werden de regenten gedwongen af te treden, de prins regent moest vluchtend het land verlaten en de minister-president en de minister van buiten landsche zaken werden gearresteerd. In een pro clamatie verklaarde de koning dat de regent- schapsraad zijn vergissing had ingezien en der halve was afgetreden. Met deze woorden was het oordeel geveld over de politiek van samenwer king en vrede tusschen de asmogendheden en Joego Slavië. Indien men nog een bewijs wensch' te voor de gezindheid van de nieuwe heerschers in Joego Slavië, dan werd dit geleverd door een bericht van Reuter, waarin een brief werd ge citeerd welke de koning heeft gezonden aan een van zijn vertrouwde vrienden in Londen. Hierin zeide hij „Ik wacht nog slechts op den dag, waarop Joego Slavië zich tegen de nazi's uit zal spreken, opdat ik eindelijk het bevel over mijn leger op mij kan nemen". Regeering en pers te Londen hebben niet ge aarzeld met vreugde commentaar te leveren op den staatsgreep te Belgrado. De eerste was Churchill zelf, die mededeelde dat in Joego Slavië een revolutie was uitgebroken, welke zich verzette tegen het toetreden van Joego Slavië tot het drie-mogendhedenverdrag. Het Britsche Imperium en zijn bondgenooten zouden zich bij de Joego Slavische natie aansluiten. Ook de ver tegenwoordigers van de Britsche Dominions be groetten de revolutie. De houding, welke de regeering van Joego Slavië en het Servische volk sedert 27 Maart tegen Duitschland en alles wat Duitsch is heb ben aangenomen, toont dat de commentaren juist waren. De eerste maatregel van de regee ring was het afkondigen van de algemeene mobi lisatie. een duidelijk bewijs voor den wil om aan te va>len van de militaire clique, de vertegen woordigers en erfgenamen van dezelfde onheils volle geestesrichting welke in 1914 aanleiding is geweest voor het uitbreken van den wereld oorlog, die in Belgrado het heft wederom in handen heeft genomen. Het nieuwe Joego Slavië heeft van het oude Servië de rol van onrust stoker overgenomen. Dat de politiek van de staatspeep-regeering in bepaalde deelen der bevolking weerklank .heeft gevonden blijkt uit de reeks overvallen welke gevolgd zijn op den staatsgreep en welke tot nu toe in hevigheid zijn toegenomen. De Duitsche gezant is genoodzaakt geweest zich te beklagen bij den Joego Slavischen minister van buitenlandsche zaken. De Joego Slavische auto riteiten moesten al deze betoogingen, mishande lingen en uilspattingen toegeven en konden zich slechts bepalen tot een lamlendige verklaring dat zij het betreurden; verandering in den toe stand trad niet in. Ten aanzien van deze uitspattingen, waaraan de Joego Slavische autoriteiten geen eind wilden of konden maken, heeft de Duitsche regeering zich genoodzaakt gezien de Rijksduitschers te gelasten het gebied van Joego Slavië te verlaten, teneinde zich niet verder bloot te stellen aan de gevaren. Wie de verantwoordelijkheid draagt voor deze Het DNB meldt: Zondagochtend heeft de Duit sche minister van buitenlandsche zaken Von Rib- bentrop uit naam van de Duitsche regeering in de zaal van den Bondsraad op het ministerie van bui tenlandsche zaken voor de vertegenwoordigers van de Duitsche en buitenlandsche pers de volgende erklaring afgelegd: „Engeland bereidt zich voor een nieuwe misdaad tegen Europa te begaan. Sterke Britsche strijd krachten zijn op den Balkan aan land gezet. Na de lessen van Duinkerken en Andalsnes poogt Enge land nogmaals den strijd naar Europa te verplaat sen. Een verblinde regeering te Athene en een be kende misdadigerskliek te Belgrado hebben ge meene zaak gemaakt met de Engelschen en geheel Griekenland en geheel Joego Slavië den Engel schen als opntarschgebied tegen Duitschland en Italië ter beschikking gesteld. Duitschland heeft dit drijven sedert maanden toegezien en gepoogd Griekenland en Joego Slavië begrip bij te brengen en tot een vriendschappelijke overeenkomst te voeren. Alle pogingen zijn even wel vergeefsch geweest. De Führer zal thans antwoorden. Sedert heden (Zondag)ochtend rukt de Duitsche weermacht op om den Engelschen en den Servischen samenzweer ders de les te lezen hetgeen noodig is geworden. Binnenkort zal den heer Churchill definitief dui delijk worden gemaakt dat Engeland op het vaste land niets meer te zoeken heeft". Na deze verklaring is een nota voorgelezen die de Duitsche minister van buitenlandsche zaken Zondagochtend overhandigd heeft aan den Griek- schén gezant en voorts een officieel communiqué van de Duitsche regeering over Joego-Slavië. De nota aan de Grieksche regeering luidt als volgt: Sedert het begin van den oorlog, die door de oorlogsverklaring van Engeland- en Frankrijk aan Duitschland werd opgedrongen, heeft de Duitsche regeering steeds duidelijk en ondubbelzinnig uiting gegeven aan haar wil tot beperking van het mili taire conflict tusschen de oorlogvoerende staten tot. deze staten zelve en vooral tot het houden van het gebied van het Balkanschiereiland buiten den oor log. Even duidelijk heeft zij herhaaldelijk ver klaard dat zij terstond met alle machtsmiddelen te harer beschikking zal optreden tegen iedere En gelsche poging om den oorlog naar andere landen over te brengen. Met de vernietiging van .de En gelsche expeditiestrijdkrachten en de verdrijving van de overblijfselen daarvan uit Noord wegen en Frankrijk was ons vasteland volstrekt gezuiverd van Britsche troepen. Hieruit vloeide voor alle Europeesche staten het gemeenschappelijk belang voort de bereikte uitschakeling van Engeland uit het vasteland als zekerste onderpand van den vrede in Europa in vollen omvang te handhaven en geen Engelschen soldaat meer vasten voet te doen krij gen op Europeeschen bodem. Voor het Grieksche volk werd dit vraagstuk op dezelfde wijze gesteld als voor de andere volken van het vasteland en het was duidelijk dat de Grieksche regeering, door handhaving van een op rechte, strikte neutraliteit, het beste standpunt te genover de situatie innam. Voor Griekenland zou deze houding volkomen natuurlijk geweest en met zijn specifieke eigen belangen overeengekomen zijn en wel vooral daarom, omdat geen der oorlogvoe renden er werkelijk vitaal belang bij kon hebben een land dat ver buiten het eigenlijke oorlogstoo- neel lag bij de oorlogshandelingen te betrekken. Zoo hebben ook Duitschland en Italië nooit iets anders van Griekenland geëischt dan de handha ving van een echte neutraliteit. Des te onbegrijpe lijker is het derhalve dat de Grieksche regeering desondanks deze haar duidelijk voorgeschreven richting opgaf en daarmee een weg insloeg, die kans. liep haar volk vroeg of laat in ernstig gevaar te brengen. Naar ons thans bekend is heeft Griekenland in derdaad bij het uitbreken van den oorlog in Sep tember 1939 zijn houding van neutraliteit verlaten en aanvankelijk in het geheim, naderhand steeds openlijker stelling gekozen voor de vijanden van Duitschland, Dat wil zeggen, vooral voor Engeland In hoeverre de Grieksche politieke houding reeds vóór het uitbreken van den oorlog beïnvloed werd door de in Grieksche regeeringskringen heerschen- de sympathieën voor Engeland, bewijst reeds het feit, dat in April 1939 Griekenland de politieke garantie van de Westersche mogendheden aan vaardde. Het moest dit land na de algemeen be kende ervaringen met Engelsche garanties duidelijk zijn dat het hierdoor noodzakelijker wijze in Enge- landsche afhankelijkheid zou geraken en verstrikt zou worden in de reeds destijds bestaande Engel sche omsingelingsplannen tegen Duitschland. Openlijk trad deze tendentie voor de eerste maal na het uitbreken van den oorlog in October 1939 aan den dag, toen de Grieksche regeering niets wilde weten van verlenging van het dat jaar afge- loopen vriendschapsverdrag met Italië. De Duitsche regeering kwam tezelfder tijd in het bezit van be wijsstukken, die bewezen dat de destijds met Brit sche hulp aan de macht gekomen Grieksche regee ring zich reeds vóór het begin van haar regeerings- perïode in aanzienlijke mate verplichtingen jegens de Engelsche politiek had aanvaard. Zoo hieromtrent evenwel nog de geringste twij fel mocht bestaan, dan is door de documenten, die te La Charité in Frankrijk werden gevonden en thans ter publicatie beschikbaar zijn gesteld, de duidelijke positiebepaling van Griekenland tegen de as sedert het uitbreken van den oorlog volstrekt ondubbelzinnig bewezen. DOELEN DER GRIEKSCHE POLITIEK Uit dit officieele oorkondenmateriaal van den Franschen generalen staf en de Fransche regeering treedt het volgende beeld aan den dag over de ware politiek, die de Grieksche regeering in het geheim voerde: 1. Reeds in September 1939 zond de Grieksche generale staf kolonel Dovas naar Ankara om con tact te zoeken met den opperbevelhebber van het Fransche expeditieleger in den Levant, generaal Weygand. 2. 18 September 1939 gaf de Grieksche gezant Po- litis te Parijs de verzekering dat Griekenland het in October eindigende verdrag met Italië slechts in zooverre wenschte te vernieuwen „als een derge lijke overeenkomst niet de vorming van een oos telijk front zou beletten". 3. Begin October 1939 werd den Franschen ge zant te Athene door den Griekschen onderstaats secretaris van buitenlandsche zaken Mavroudis verklaard dat Griekenland een landing der geal lieerden te Salo.niki niet slechts niet belette, doch zelfs actief steunen zou, indien slechts het succes der operaties gewaarborgd werd. 4. Het eind October 1939 aangevangen contact van den Franschen militairen attaché te Athene met den chef van den Griekschen generalen staf leidde 2 December 1939 tot den officieelen wensch van den Griekschen generalen staf naar het ope nen van militaire besprekingen en uitzending van den kolonel van den Franschen generalen staf Ma- riot naar Griekenland. 5. Een rapport van Gamelin van 4 Januari 1940 behelst dat de chef van den Griekschen generalen staf had laten weten dat hij onder voorbehoud van toereikenden steun met luchtstrijdkrachten en luchtafweer in staat was, de landing van een in- tergeallieerd expeditiecorps te Saloniki te waar borgen. De Duitsche regeering, die reeds sedert lang kennis droeg van dit oorkondemateriaal dat de Grieksche regeering zwaar belastte, heeft desniet tegenstaande met het uiterste geduld en lankmoe digheid de verdere ontwikkeling van de Grieksche politiek afgewacht. Zelfs toen Griekenland mari- het Duitsche rijk, zich met het oog op dit onneu trale optreden tot militair handelen tegen Grieken land genoopt zag. heeft Duitschland zijn afwach tende houding gehandhaafd. Beslissend hiervoor was de oprechte hoop van het Duitsche volk dat tot dusverre voor het Griek sche volk slechts vriendschappelijke gevoelens koesterde, dat Griekenland zich toch nog op zijn ware belangen zou bezinnen en de Grieksche regee ring daarin aanleiding zou vinden, ondanks alles nog tot de ware neutraliteit terug te keeren. In dezen zin heeft ook de Duitsche minister van bui tenlandsche zaken Von Ribbentrop den 26sten Augustus 1940 in een onderhoud met den Griek schen gezant te Fuschl aan de Grieksche regeering in ernstigen vorm den raad gegeven haar eenzijdige begunstiging van Engeland op te geven. Daaren boven is de Grieksche regeering door herhaaldelijke openlijke verklaringen van den Führer zelf ver wittigd dat Duitschland onder geen voorwaarde nesteling van Britsche strijdkrachten op Griekschen bodem zou dulden. Als voorbeeld moge hier her innerd worden aan de rede van den Führer van 30 Januari 1941, waarin gezegd wordt: „Misschien hopen zij op den Balkan. Ook hieraan zou ik niet veel hechten, want één ding is zeker: Waar Enge land optreedt, zullen wij het aanvallen en daartoe zijn wij sterk genoeg". DE INVLOED DER BRITSCHE POLITIEK. De Grieksche regeering heeft al deze waarschu wingen in den wind geslagen. Zij heeft zich ook nooit dat moet hier uitdrukkelijk geconstateerd worden tot de Duitsche regeering gewend om ook slechts de mogelijkheid van een terugkeer van Griekenland tot de neutraliteit met haar te be handelen. De reden was hiertoe duidelijk: Grieken land had zich reeds veel te zeer laten verstrikken in de Engelsche politiek der oorlogsuïtbreiding en was zijn eigen besluiten in het geheel niet meer meester. Veeleer werden deze haar reeds op dat tijd stip door de Engelsche regeering voorgeschreven. Zoo kon het ook dat de Grieksche regeering, die zich aanvankelijk na het begin van den oorlog tegen Italië beperkt had tot toelating van tech nische formaties der Britsche luchtstrijdkrachten, noodzakelijkerwijs reeds spoedig op dezen weg moest voortgaan. Na de bezetting van Kreta kwam het dan ook weldra zoover dat gesloten Britsche troepenformaties in Griekenland landden en alle belangrijk strategische punten bezetten. De van tijd tot tijd afgelegde verklaringen van de Grieksche regeering, die deze feiten pogen te loochenen, kun nen slechts opgevat worden als een nieuw bewijs van haar onoprechtheid en haar afhankelijkheid an Engeland. Sedert enkele weken kan er nu geen twijfel meer over bestaan dat Engeland op het punt staat evenals bij zijn expeditie naar Saloniki in den wereldoorlog in Griekenland een nieuw front tegen Duitschland te vormen, teneinde vandaar uit een laatste poging te doen den oorlog naar Euro pa over te brengen. In dit verband zijn berichten van bijzonder belang dat de generale staf der in Griekenland opereerende Engelsche strijdkrachten contact met den generalen staf te Belgrado tot stand heeft gebracht. De laatste dagen evenwel is Griekenland open lijk operatiegebied der Engelsche strijdkrachten geworden. Groot opgezette operaties van de En gelschen, bestaande uit landingen en transporten, zijn daar thans aan den gang en de Amerikaansche berichten bevestigen dat reeds een Engelsch leger van tweehonderdduizend man in Griekenland ge reed staat. Door het feit dat Griekenland zelf als eenige Europeesche staat weer vergunning heeft gegeven aan Engelsche troepen om Europeeschen bodem te betreden, heeft het een zware verant woordelijkheid tegenover de Europeesche gemeen schap op zich geladen. Ongetwijfeld is het Griek sche volk onschuldig aan deze ontwikkeling. Te zwaarder echter is de schuld die de huidige Griek sche regeering door deze onverantwoordelijke po litiek op zich heeft geladen. De Grieksche regee ring heeft daarmee zelf een situatie teweeg ge bracht, waar tegenover Duitschland niet langer werkeloos kan blijven. De Duitsche regeering heeft derhalve thans opdracht gegeven aan haar troepen om de Britsche strijdkrachten uit het Grieksche gebied te verdrijven. Iedere tegenstand die zich voor doet aan de Duitsche weermacht zal mee- doogenloos worden gebroken. Terwijl de Duit sche regeering de Grieksche regeering hiervan in kennis stelt, betoogt zij met klem dat de Duitsche troepen niet komen als vijanden van het Grieksche volk en dat het verre is van het Duitsche volk het Grieksche volk als zoo danig te willen bestrijden en vernietigen. De slag, die Duitschland gedwongen is op Grieksch territorium te leveren, geldt Engeland. De Duitsche regeering is de overtuiging toege daan, door een snelle verdrijving van de Brit sche indringers uit Griekenland niet in de laat ste plaats ook het Grieksche volk en de Euro peesche gemeenschap een beslissenden dienst te bewijzen. BERLIJN, 6 April 1941. ontwikkeling, welke ernstige gevolgen zal heb- nebases op zijn eilanden ter beschikking van de ben, ligt voor de hand, Britsche marine stelde en Italië, de bondgenoot van Engeland zegt Joego-Slavië „vollen steun" toe. Het D.N.B. deelt mede: De Britsche berichtendienst meldde -gister- avond d-at in Londen bevestigd wordt dat het Britsche Imperium Joego-Slavië „zijn vollen steun" zal verleenen. In een in Londen in den nacht van 6 op 7 April uitgegeven officieel bericht wordt bevestigd dat de Engelsche regeering in volkomen overeenstemming met de regeeringen van de belanghebbende landen reeds geruimen tijd geleden een leger naar Grie kenland heeft gezonden dat troepen omvat uit Groot-Brittaraiië, Australië en Nieuw-Zeeland. Ook het Brïtsohe luchtwapen in Griekenland is aan zienlijk versterkt. Reizigers uit Griekenland hebben bevestigd, naar het Zweedsche blad „Aftonbladet" in een eigen be richt uit Istanboel meldt, dat zich in Griekenland een groot Britsch leger bevindt, in hoofdzaak be staande uit dominale en koloniale troepen. De positie van Bulgarije. „Kalme en opmerkzame waarnemer". Uit Sofia verneemt het D.N.B.: De spreker voor de radio te Sofia heeft vandaag met betrekking tot den toestand verklaard dat Bulgarije, nu de wapens het woord hebben, slechts een kalme en opmerkzame waarnemer kan zijn. Bulgarije zal al les doen wat het kan om het land de beproevingen van den oorlog te besparen. Zou het echter ge dwongen zijn met de wapens in de hand te strijden, dan zullen de gebeurtenissen het niet onvoorbereid vinden, integendeel de Bulgaren zijn bereid hun land met alle middelen en offers die van hen zul len worden gevraagd te verdedigen. De dappere Bulgaarsche troepen zijn volledig en modern uit gerust. De verzorging van de troepen met munitie en levensmiddelen is prachtig georganiseerd. Om hun gevechtsbekwaamheid te bewijzen en om over winningen te behalen behoeven zij ndet op proble matische hul-p uit verre overzeesche landen te wach ten. Diegenen echter die uitsluitend op overzee sche hulp rekenen zullen een wreede ontgooche ling beleven, omdat zij snel tot de overtuiging zul len komen dat een dergelijke belofte tot hulpver leening gemakkelijk te geven is, doch moeilijk to houden is. -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 7