JCoct TUeiws Onder valsche vlag DINSDAG 20 MEI 1941 Jaarvergadering Ncd. Fabrikaat. Industrieelc film van Haarlem en een van clc omstreken. De afdeeling Haarlem en Omstreken van de Ver eeniging Nederlandsch Fabrikaat hield Maandag avond haar jaarlijksche algemecne vergadering in het Middenstandshuis aan dc Wilhelminastraat te Haarlem. De voorzitter, de heer A. van Weerden, opende de vergadering met een woord van welkom. „Hetgeen van 1014 Mei 1940 is geschied", zei spreker, „heeft uiteraard grooten invioed gehad ook op de werkzaam heid van onze vereeniging. die over het. algemeen meer ingebonden moest worden en zich bepalen tot pogingen om te behouden wat men had. Dat dit suc cesvol geschiedde, blijkt wel uit een verblijdende toe neming van het ledental; het verheugt ons. dat de gemiddelde Nederlander zich bewust is geworden van de groote waarden, die hij bezat, zoowel geestelijk als materieel en dat hij meer belangstelling dan voorheen toont voor wat „Nederlandsch" is. De ver eeniging Nederlandsch Fabrikaat kan zich gelukkig achten, reeds jaren daarop te hebben gewezen; écn hater doelstellingen was toch en is nog: geeft het Nederlandsche product de voorkeur als het in kwa liteit en prijs het buitenland evenaart of beter nog: overtreft. Onze afdeeling begon het jaar 1940 met voorbereidingen voor een jubileum-viering, die door de omstandigheden niet is doorgegaan, maar kan toch met groote voidoening terugzien op een goed geslaagden avond, den Nationalen Avond, dien wij op 30 April in samenwerking met de vereenigingen: Alg. Ned Verbond, Onze Vloot en Oost en West, tot stand brachten, en die een waar succes was." Met den wenseh, dat aan allen de kracht worde gegeven aan de moeilijkheden het hoofd te bieden en dat de vereeniging moge blijven voortgaan op den ingeslagen weg: het Nederlandsche product en het Nederlandsche volk te dienen, eindig de spreker. Mr. L. L. F. André de la Porte, die als bestuurslid aan de beurt van aftreden was, werd met algemeene stemmen herkozen. De heer C. N. Hin, die eveneens aan de beurt van aftreden was, stelde zich om gezondheidsredenen niet herkiesbaar. In zijn plaats werd gekozen de heer M. C. de Jong. De-secretaris, Mr. L. L. F. André de la Porto, bracht het jaarverslag uit. De gewijzigde omstandig heden hebben natuurlijk ook hun invloed op het werk der afdeeling doen gelden. Toch is in overleg met het hoofdbestuur besloten, gewoon door te werken. Het bestuur is dan ook over den gang van zaken tevre den. Op 31 December 1940 bedroeg het aantal leden 222; dat is 20 meer dan een jaar te voren. Inmiddels is- het ledental tot 253 gestegen wat tot groote blijd schap stemt. Hulde werd gebracht aan de leden, die 25 jaar achtereen hun krachten aan de afdeeling hebben gegeven. Dit jaarverslag werd onder dankzegging goedge keurd, evenals het financieel verslag van den pen ningmeester Mr. J. van Heerde. Aan den penning meester ,werd décharge verleend. De voorzitter deed daarna eenige mededcelingen over het voornemen van het bestuur, door Multi- film een industrieele film te laten vervaardigen van Haarlem en een van Haarlem's omstreken. De film „Schiedam zooals het leeft en werkt" had zooveel succes, dat het bestuur zeer enthousiast voor het denkbeeld was. Het bestuur achtte het echter niet gewcnscht, één film van Haarlem en haar omstreken te laten maken, want in Haarlem zijn zóóveel in dustrieën, dat er best een behoorlijke film van ver vaardigd kan worden. Het is trouwens de bedoeling, ook de gemeentebedrijven er bij in te schakelen. En ook het vele. dat de omstreken bieden, is zeer ge schikt voor een afzonderlijke film, als men bijvoor beeld denkt aan de bloembollenstreek, het vissche- rij-bedrijf in IJmuidcn. de genoegens en natuurschoon van Zandvoort enz. Het vervaardigen van deze twee films wordt voor Haardem zeer belangrijk geacht. Verwacht wordt, dat het gemeentebestuur en ook on dernemingen wel medewerking zullen verleenen. Die is trouwens reeds door eenige industrïeelen enthou siast toegezegd. De vergadering keurde de plannen van het bestuur goed. De heer B. W. Lasschuit vestigde er de aandacht van het bestuur op. dat ook de Stichting Haarlem's Bloei wel medewerking zal willen verleenen. Hij vroeg het bestuur, zich met, deze Stichting in verbin ding te stellen. De voorzitter was dankbaar voor deze wenk en zal dit. gaarne doen. JAARFEEST R.-K. VOLKSBOND. Dinsdag 3, Woensdag 4, Donderdag 5, Vrijdag 6, Maandag 9. Woensdag 11, Vrijdag 13 en Dinsdag 17 Juni wordt voor de leden der afdeeling Haarlem van den R.K. Volksbond ter gelegenheid van het jaar feest in het gebouw Sint-Bavo te Haarlem door het Gemengd Tooneelgezelschap „Alberdingk Thijm" opge voerd „Hoera, petroleum!", blijspel in drie bedrij ven. opnieuw bewerkt door G. Nielen. De regie is van Herman Moerkerk. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Inlichtingen aan het Bureau van Politie, Smede- straat te Haarlem, uitsluitend tussehen 11 cn 13 uur- Terug te bekomen: Beursje m.i., Badpak, Enveloppe m.i., Hand schoenen, Medaillon, Tasch m.i.. Bureau van Politie Smedestraat; Bril, de Vries, le Vooruitgangstraat 83; Bankbiljet, Hoeben, Gen. Cronjéstraat 24; Transportband, Brouwer, Meidoornplein 33; Etui met vulpen, v. Loon. Kleverparkweg 201; 2 Hon den, Kat, Asyl, Ridderstraat 11; Kat, Pijpers, Oranje boomstraat 193 rd.; Kano, Lemmers, Duvenvoorde- straat 50; Portemonnaie m.i. Schaart, Tropstraat 21; Idem idem Woerdman Staringstraat 20; Idem idem, Zieren, Kleverparkweg 70 rd.. Gymnastiek schoen Kwast, L. Costerstraat 5. Beperking ijzer- en staalvcrbruik. In ijzergieterijen en staalfabrieken. 's-GRAVENHAGE. 19 Mei. Krachtens beschik king van den secretaris-generaal van het departe ment van Handel. Nijverheid en Scheepvaart inzake het ijzer- en staalverbruik in ijzergieterijen en staal fabrieken is het volgende bepaald: Dc natuurlijke of rechtspersonen, die in hun be drijf geslagen of gegoten schrot verbruiken, mogen per maand zonder vergunning van den directeur van het rijksbureau voor ijzer en staal hoogstens zooveel geslagen of gegoten schrot verbruiken als overeen komt met het door dit rijksbureau voor hen vast te stellen verbruiksquotum voor ruwijzcr. In afwijking van bovenstaande is het evenwel ge oorloofd in een kalendermaand hoogstens 10 pet. ge goten of geslagen schrot of ruwijzcr meer te ver bruiken dan het vastgestelde verbruiksquotum, mits in de voorafgaande of volgende maand van hetzelfde kalenderkwartaal het hoogere verbruik door een overeenkomstig lager verbruik wordt gecompen seerd. Het is natuurlijke of rechtspersonen die in hun be drijf gegoten af geslagen schrot verbruiken verboden: a. gegoten schrot, staal en kernschrot, clectro-oven- schrot of koepelovenschrot te verwerken in hoog ovens, b. gegoten schrot, electro-ovenschrot of koe pelovenschrot te verwerken in Siemens-Martin- ovens; c. gegoten schrot of koepelovenschrot te ver werken in electro-ovens. Ijzer- en staalgieterijen, die tot 1 Mei 1941 geen schriftelijke mededeeling hebben ontvangen omtrent de hoeveelheid ruwijzcr of schrot welke zij mogen verbruiken zijn verplicht binnen 2 weken na hel in werking treden van deze beschikking bij het rijks bureau een verzoek tot vaststelling van een ver bruiksquotum voor schrot of ruwijzer in te dienen. IJzer- en staalgieterijen, die tot 1 Mei 1941 geen schriftelijke mededeeling hebben ontvangen om trent de hoeveelheid ruwijzer of schroot welke zij mo gen verbruiken zijn verplicht binnen 2 weken na het in werking treden van deze beschikking bij het Rijksbureau een» verzoek tot vaststelling van een verbruiksquotum voor schrot of ruwijzer in te dienen. IJzer- en staalgieterijen mogen zonder vergunning van den directeur van het rijksbureau voor ijzer en staal geen grootere hoeveelheid geslagen of gegoten schrot of ruwijzer voorhanden of in voorraad hebben dan twee maal het laatstelijk vastgestelde maande- Iijksche verbruiksquotum voor schrot of ruwijzer. In bijzondere gevallen kan de directeur van het rijksbureau voor ijzer en staal op schriftelijk ver zoek geheel of gedeeltelijk al of niet voorwaarde lijk dispensatie verleenen van de bepalingen van deze beschikking. (A.N.P.) TERAARDEBESTELLING II. G. SURENDONK. Maandagmorgen werd op de algemeen begraaf plaats aan den Schoterweg te Haarlem ter aarde besteld het stoffelijk overschot van wijlen den heer H. G. Surendonk, oud-meesterknecht bij den wijn handel A. v. d. Meer te Haarlem. Er zullen er in het wijnkoopersbedrijf, vooral zooals dat in het verleden bestond, weinigen zijn, die Surendonk niet van nabij gekend hebben. Van jongsaf in het vak opgeleid, oorspronkelijk bij de firma De Vos en Co., aan het Spaarne, kende hij haast als geen ander alle bijzonderheden van de wijnbehandeling, waaraan hij zich met een na tuurlijke liefde voor zijn werk in volle toewijding gaf. Dc heer Surendonk was achtereenvolgens werk zaam bij De Vos en Co., de firma Roozenkrans, als keldermeester bij De Kroon, Groote Markt en daarna speciaal voor de wijnbehandeling bij de firma Jager Gerlings, waarna hij tenslotte nog een kwart eeuw zijn taak bij de fa. v. d. Meer vervuld en daarmee zijn arbeid afgesloten heeft. Op 70-jarigen leeftijd voelde hij zich gedwongen zijn werk op te geven en thans is hij. na een kort ziek bed van enkele weken, op 79-jarigen leeftijd ge storven. Menige krans dekte als een verdiende hulde zijn baar. Het landspel „De oude strijd" vormde een der glanspunten van den agrarischen landdag, welke in de fraaie dennenbosschen van Rolde voor de vertegen woordigers uit de vier Noordelijke provincies werd gehouden. (Foto Pax Holland) „Het IVcdcrlandsclie Lied". Dezen zomer twee groote werkcursussen. De vereeniging „Het Nederlandsche Lied" hield haar 37e jaarvergadering te Utrecht. De voorzitter gaf in zijn openingswoord een korte schets van hetgeen in het al'geloopen jaar gepres teerd is. Tot zijn groote vreugde heeft de ver eeniging 2ich door de vele moeilijkheden heenge slagen. Het resultaat van het vorige vereenigings- jaar was. drie groote weekcursussen te Doorn, Weert en Heerlen, onder leiding-van Jop Pollmann, Piet Tiggers en Jos. Lennards. Verder nog vier plaatselijke cursussen te Amersfoort onder mej. Renske Nieweg, te Den Haag onder Joop Schouten, te Deventer onder Henk Brand en te Roermond in samenwerking met het Ward-ïnstituut. Dr. Jop Pollmann gaf een uiteenzetting van de plannen voor het komende jaar. Dezen zomer zullen twee groote weekcursussen gehouden worden, n.l. te Ommen (kasteel Eerde) en te Doorn. In den Bosch en te Heerlen of Terwinselen zullen plaatse lijke cursussen gegeven worden. Op al deze cursus sen zal meer aandacht worden besteed aan de in strumentale activiteit der deelnemers. Ter ondersteuning van eigen activiteit in eigen kring ontvingen de deelnemers sinds den Weert- schen cursus een lijst van 233 goede liederen en canons, gerangschikt naar den inhoud, met opgave der vindplaatsen en aanteekening over de moei lijkheidsgraad. Tevens kregen de deelnemers vier meerstemmige composities cadeau. In den loop van het jaar zal de groote zang bundel van Pollmann en Tiggers gereed komen, die het beste zal geven, wat aan Nederlandsche volks liederen beschikbaar is. Voor de Kinderen (Teekcnlngen H. Kannegieter). GEVECHT MET EEN SLANG. Neen maar, wat zou dat nu wezen voor een lang vreemdsoortig dier? 't Lijkt een slang, maar 't heeft geen oogen. 'k Zag het nooit te voren hier, 't Heeft een snuit Van blinkend koper en een kronk'lend ribbellijf. Maar het schijnt niet meer te leven, 't Ligt dood stil, dat 's buiten kijf. Sapperloot., daar gaat het spuwen, heel een straal frisch, helder vocht, Teddy wilde wel eens weten, of hij daarvan drinken mocht. Heel voorzichtig komt hij nader, 't likkend tongetje gereed, 't Is toch griezelig, zoo'n monster, waar je niemandal van weet! Een rapport van admiraal Fürstner. Mededeelingen uit een in Duitsche handen gevallen rapport aan Nederlandsch minister. BERLIJN, 19 Mei (D.N.B.) Uit een rapport van den Nederlandschen chef van den marinestaf admiraal J. Th. Fürstner, dat in Duitsche handen is gevallen en op 30 October 1937 onder nummer 11/4/2 aan den minister gericht werd, blijkt on dubbelzinnig dat Nederland reeds toen er van uit ging, dat het in een toeltomstigen oorlog aan Enge- lands zijde tegen Duitschland zou strijden. De ad miraal schrijft: „Gelukkig is de positie in den in ternationalen politieken toestand zoodanig, dat in dit opzicht onze (Nederlands) oorlogsvoorbereidin gen zich kunnen beperken tot maatregelen, welke in hoofdzaak zijn afgestemd op een oorlogsgeval, waarin het Britsche rijk aan onze zijde staat". Ver volgens onderzocht admiraal Fürstner welke be scherming de Nederlandsche koopvaardij van de Engelsche vloot zou kunnen verwachten, waarbij hij tot het resultaat kwam, dat de Nederlandsche koop vaardijschepen zich in ieder geval reeds in vredes tijd er op moesten voorbereiden gewapend te wor den. Hij schrijft dan: „Het probleem der bewape ning van het koopvaardijschip vereischt op korten termijn een oplossing. De Engelschen hebben het systeem der bewapening van alle koopvaardij schepen opennlyk ter hand genomen en er zal een cursus geopend worden, om de kapiteins en be manningen vertrouwd te maken met de door hen te nemen maatregelen. Ook Nederland zal dit voor stel moeten aanvaarden. De marine zal den ge- heelen leiddraad verstrekken, wat de opstelling en bediening van het geschut betreft. Men zal van de Britsche handleidingen gebruik kunnen maken. Reeds heb ik aan den marine-attaché in Londen opdracht gegeven, om zoodra de zoojuist genoemde (Engelsche) cursussen beginnen, daarover inlich tingen te verstrekken". Vervolgens schildert admiraal Fürstner tot in bijzonderheden welk militair onderricht in het bij zonder de bemanningen van de Nederlandsche koopvaardijschepen verkrijgen moeten, waarna hij tot slot schrijft: „Aan den directeur van de hoogere marinekrijgsschool is opdracht verstrekt, een oefe ning op de kaart te houden waarin Nederland en Engeland zich met Duitschland in oorlog bevinden" UITBREIDING AUTOMATISCH TELEFOONVERKEER. 's GRAVENHAGE, 19 Mei. Van Dinsdag 20 dezer te 8.00 uur af zal' automatisch interlocaal telefoonverkeer mogelijk zijn van de aangeslote nen op de geautomatiseerde telefoonnetten in de districten Arnhem en Nijmegen met de aange slotenen op de geautomatiseerde netten in het district Amsterdam. In omgekeerde richting zal het interlocale tele foonverkeer voorloopig nog niet automatisch kun nen worden afgewikkeld. Maandagmiddag is het vijfjarige jongetje M. H. uit Zaandam, terwijl het speelde, in de Papen- padsloot aldaar te water geraakt en om het leven gekomen. Door nog niet opgehelderde oorzaak is te Hat- temerbroek de boerderij afgebrand van de Wed. G. Ramaker aan het Vijzelpad. Een schuur en de in boedel gingen eveneens verloren. In een onbewaakt oogenblik is een twee jarig kindje van den landbouwer Teunissen te Staphorst in een sloot achter het huis geraakt en verdronken De loterij van Winterhulp een groot succes. Verkoop gaat zeer vlot. 's-GRAVENHAGE, 19 Mei. Hoewel eerst 7 terdagmïddag is begonnen met den verkoop van lot voor de Winterhulploterij, kan reeds thans ge U worden dat deze een groot succes is. Bij duizena gaan de loten weg en zoo overstelpend is de drul-f1 dat men bij het hoofdbureau in Den Haag zelfs h- benadering geen cijfers kan noemen. De bericht uit de groote steden geven overweldigende ciifer1 aan, terwijl ook uit de provinciale hoofdsteden kleinere plaatsen de berichten aanloonen, dat hoogste verwachtingen worden overtroffen. Van het platteland komen eveneens slechts gunsti berichten, zelfs uit Friesland, dat toch beltend st als een lastig terrein voor loterijen. Uit de bij het hoofdkantoor binnengekomen h richten blijkt, dat men op sommige plaatsen ze]f" moeilijkheden heeft om de organisatie vlot te late verloopen, daar geen rekening was gehouden met een dergelijk groot succes. Wat den Haag betreft, konden wij ons persoonlik van het succes overtuigen. Rond de kiosken staat permanent een aantal personen, kijkers en koopers die geheel met het gebeuren meeleven. De koope-I maken onder groote belangstelling der kijkers hun In ten open om het resultaat van hun pogen te Zien* Steeds gaat dit door, de verkoopers blijven regelmati? dooi gaan met verkoopen en geld incasseeren cn kri|. gen ternauwernood even tijd om op adem te komen! I Ook de straatverkoopers met de reeds zoo spoedie bekend geworden roode bakken staan in het middel- I punt der belangstelling, overal waar zij in het stads! beeld opduiken. Op het hoofdkantoor van de winterhulp is men dan ook zeer tevreden met dit buitengewoon goede resul- taat, waardoor wordt aangetoond dat de organisators de psychologie van ons volk ten volle hebben begre pen. Wat voorts Den Haag betreft kan nog worden medegedeeld, dat hier reeds eenige hooge prijzen zijn gevallen. Zoo trok o.a een 14-jarige jongen die, ver gezeld van zijn ouders, een lot kocht, een prijs van f 500. Aan deze gelukkigen zullen Woensdag a.s. om 2 uur op hét bureau van den hoofdvertegenwoordi- 1 ger der loterij in Den Haag. aan de Hollanderstraat, 1 de prijzen met eenige feestelijkheid worden uitge reikt. (A.N.P.) Koloniaal Instituut. Herbert Crcmer voorzitter. AMSTERDAM, 19 Mei (A.N.P.) Het bestuur van het Koloniaal Instituut heeft heden middag vergaderd en in de plaats van den heer jhr. ir, 0. C. A. van Lidt de Jeude tot voorzitter benoemd den heer Herbert Cremer en tot .ondervoorzitter den heer H. L. van Eeghen. De heer Van Lith de Jeude is begin 1940 voor een zakenreis naar Ned. Indië vertrokken. Het is te voorzien, dat hij voorloopig niet terug zal kun- nen kceren, zoodat het bestuur besloot, in hel presidium te voorzien. De heer W. C. Bonebakker, die tijdens de afwezigheid van den heer Van Lidt het Jeude het voorzitterschap tijdelijk waarnam blijft zitting houden in den Raad van Beheer e_ ook, als lid, in het dagelijksch bestuuf der vereeni ging. DR. IR. F. BAKKER SCHUT DIRECTEUR VAN RIJKSDIENST VOOR HET NATIONALE PLAN? Naar het Vad. verneemt is binnenkort de benoemiy tot directeur van het bureau van den Rijksdienst voorh« Nationale Plan te verwachten van dr. ir. F. Bakker Schv. DE DIENSTHOND. Door den Nederlandschen Bond voor den Dienst- bond wed vastgesteld, de voorjaarskeuringen van surveillancehonden te houden op 26 Mei 1941 le Haarlem op „Schaependuinen", Krullelaan te Bloe- mendaal. De Duitsche gaatjesmunten ongeldig. AMSTERDAM, 19 Mei. In aansluiting op (is mededeeling van 12 Mei betreffende de Duitsche gaatjesmunten, dient er met nadruk op te worden gewézen, dat met ingang* van 15 Mei de Reichs- kritikassenmunten tot einde Mei 1941 door de als wettig betaalmiddel uit den omloop zijn geno men. N Abusievelijk is melding gemaakt van Reiehs- kreditkassenmunten van 10 en 15 Reichspfenninj, Voorts wordt er nogmaals de aandacht op ge vestigd, dat de munten tot einde Mei 1941 door de Reichskreditkasse Amsterdam als door de Neder landsche Bank en hare filialen, in betaling werden aangenomen of gewisseld. (A.N.P.) Landesgericlit. DE VERBODEN ZENDER. 's-GRAVENHAGE, 19 Mei. De 50-jange leeraar G. K. te Dordrecht heeft eenige keeren naar den Oranjezender geluisterd. Als reden g hij op, dat hij de vlucht der regeering zeer afkeur de en op den zender wilde hooren, hoe men deze vlucht zou motiveeren. -Uit het getuigenverhoor bleek, dat bij dit luisteren ook wel eens een leer ling aanwezig was, al vermeed de heer K. zooveel mogelijk hun aanwezigheid. De Staatsanwalt eischte 6 maanden gevangenis straf en f 600 boete. De veroordeeling luidde 6 maanden met aftrek van het voorarrest. Bovendien werd een geldboete van f 200 opgelegd. (A.N.P.) MARINUS BERTRAM. 6) (Nadruk verboden). Ik kan je verzekeren, dat 't lieel behoorlijke menschen zijn, zei hij. Zij schildert.dat moet voor jou, die er altijd zoo voor bent dat vrouwen werken toch wel een aanbeveling zijn. En hij schrijft verhalen in tijdschriften. Ik heb er een paar van gelezen en zij zijn -buitengewoon goed. Ik zou het erg op prijs stellen als je vanmiddag ging; eigenlijk zou ik vader willen vragen er heen te gaan, maar je kan hem net zoo goed vragen naar de maan te vliegen! Emma richtte zich in haar volle lengte op. Wat is dat voor een meisje? vroeg ze, hem strak aankijkend. Verbazend aardig. Ze heeft iets artistieks over zich. Ze zal wel in jouw smaak vallen. Emma schudde langzaam het hoofd. Jij wilt een beetje flirten, hè? Daarbij hoef je op mijn hulp niet te rekenen. Hoelang blijven ze hier in de buurt? Den heelen zomer nog. Het zijn heel aardige menschen om mee om te gaan. Den heelen zomer nog! Dus jij wilt hier al dien tijd rondlummelen? Vind je niet, dat je wel eens wat kon gaan doen? Als ik een man was, zou ik niet zoo'n nietsdoener willen zijn. Neen, ik wil niets met die 'heele geschiedenis te maken hebben. Houd al die nonsens maar voor je. Als je een maai was, waar je je mond altijd vol over hebt, dan zou ik je een pak ransel geven, en ik geloof dat dat je wel zou genezen. Waar hebben jullie nu weer ruzie over? vroeg een stem. Ik heb geen ruzie, Lenie, zei hij. Jullie heb ben me beloofd de Reyndersen eens op te zoeken en nu zegt Emma dat ze het niet wil doen. Ik heb niets beloofd; zei Emma scherp, ik heb alleen gezegd, dat het niet uitgesloten wa6. Ach, houd tooh op, natuurlijk kunnen we gaan, zei Helene, die -in haar humeur was als maar niemand zich met haar liefdadige aange legenheden bemoeide. Em, laten we vanmiddag gaan! Er is vandaag niets anders, maar de vol gende dagen Goed, afgesproken dan, viel Albert snel in, O, voor ik het vergeet, ik had een briefje van Lauwers, dat hij vanavond een sigaar bij niij wou komen rookenik geloof dat ik hem nog even een briefje zal laten brengen om .hem ten eten te vragen. Dit was de belooning voor Lenie. De jonge pre dikant Caspar Lauwers, die pas kort hier zijn standplaats had, stond zeer bij haar in de gunst. Hij was een ongewekte jongeman, van beschaafde familie en ook Albert mocht hem graag. Een geschikte vent, die Lauwers, zei Albert nog. Nu was hij zeker, dat zijn zusters vanmiddag het beloofde bezoek zouden brengen. Hij liep om het huis naar den anderen kant, die in de schaduw van enkele hooge beuken lag en vanwaar men een schitterend uitzicht op de heuvels had. Het huis zelf stond hoog en werd door enkele groote boomen tegen nieuwsgierigen inkijk beschermd. Een aantal oude eiken stond aan den voorkant en aan de zijde van het park was 'n overvloed van roode rozen, die nu in de zon schitterden. Van de plek waar Albert stond zag hij een rood dak en een paar kerktorens. In de verte kon men Ruurlo zien lig'gen en het kostte Albert geen moeite de boerderij van de van der Broeks te herkennen. Voor geen geld ter wereld zou hij hebben willen bekennen, dat hij naar deze plaats was gegaan, om een blik op die boerderij te werpen. Was hij er vroeger niet tientallen malen op zijn wandelin gen langs gekomen, zonder er naar te zien? Door de opmerkingen van zijn zuster waren ge- dadhten over zijn positie in hem wakker gemaakt. Hij was in staat geweest voor zichzelf te zorgen, maar nooit lang achter elkaar op dezelfde plaats en op dezelfde manier en toen zijn vader het landgoed geërfd had, had hij de uitnoodiging om weer naar Holland te komen, graag aangenomen. Maar nu wilde hij wel dat hij een positie had! Hij was op een schitterenden leeftijd, nog jong, maar zoowel in zijn uiterlijk als in zijn levens- en wereldkennis leek hij een stuk ouder dan hij was. Hij had er altijd maar zoo'n beetje op los geleefd, van de hand in de tand en blijvende resultaten had hij nimmer bereikt. Hij was min of meer een avonturier. Den laatsten tijd was 'hij zich hier vaker dan ooit van bewust geworden en nooit had hij er zich zoo ongelukkig door gevoeld als op dit oogenblik. Waarom? Wat had hij ooit gedaan, wat zou hij ooit doen? vroeg hij zichzelf af. En het antwoord op beide vragen luidde: „niets". Hij had groote gebrekenen hij was er zich bewust van. Soms vervulde 't hem met stomme wanhoop. En nu scheen er plotseling iets in zijn leven gekomen te zijn, dat wel de moeite waard was. Het was een bespottelijk idee, ja, sterker, zuiver idiotisme. Waarom werd zijn blik getrof fen door dat dak in de verte, dat hij vroeger het aankijken niet waard had gevonden. Het was een mooi landgoed, dat hij rondom zag en eens zou het grootendeels zijn eigendom zijn. Maar menschelijkerwijze gesproken, kon dat nog wel jaren duren. Bovendien, er drukten zware lasten op na de lange verwaarloozing onder het beheer van zijn oom. Het geluid van het slaan van een klok deed hem uit zijn gepeins ontwaken en hij herinnerde zich, dat hij een afspraak in Zutphen had. Hij kon den trein nog net halen als ze de two-seater met den grootst mogelijken spoed klaar maakten: hij bad heelemaal vergeten te zeggen, dat ze er voor moesten zorgen. Maar het was zeer de vraag of hij den trein nog zou kunnen halen. Hij zou ook heelemaal met de auto kunnen gaan, maar hij voelde er eigenlijk niets voor op zoo'n mooien dag de schoonheid van bosoh en veld voor een stoffige, gloeiende kleine stad en de lunch in een stil kleine-stadsrestaurant te verruilen. Maar hij kon zich er niet aan onttrekken; het was een relatie die hem bij het zoeken naar een positie van nut zou kunnen zijn. Maar het was karakte ristiek voor Albert dat hij de mogelijkheid over woog zich er af te maken. We hebben vanmiddag je vrienden eens op gezocht, Albert, zei Helene, toen de famie aan tafel zat. En ihoe vind je ze wel? Erg aardige menschen. Heb ik het je niet gezegd? En toch scheen je er tegenop te zien om ze op te zoeken. Jullie zijn zoo stijf als harken en jullie houdt ieder die geen titel heeft, joor een dief, of een moordenaar, tenzij hij uitgebreide aanbevelingen van iemand met een titel heeft. Ik heb er nooit bezwaar tegen gehad om ze eens op te zoeken, bekende Helene openhartig. Je hebt de verkeerde te pakken, oude jongen. Natuurlijk stemde hij toe, met een blik naar zijn oudste zuster. Maar deze voelde er niets voor zich over de nieuwe kennissen uit te laten; zeker niet in gunstigen zin. Die meneer Reynders maakt 'n verbazend verstandigen indruk; ik moet bepaald eens wat van hem lezen. Dat heb ik hem ook gezegd. Dat vond hij zeker nogal aangenaam? Probeer nu niet hatelijk te zijn. Albert. Hij ziet er werkelijk goed uit. En dat is toch maar het voornaamste in het oog van een vrouw, wat zeg jij, Lauwers? Waarom ook niet? antwoordde deze. Maar ik moet er om denken, dat ik ze ook eens opzoek. Ik heb ze al een paar keer gezien, maar ik wist niet waar ze logeerden. Twee menschen zouden met genoegen gezien hebben, dat de onschuldige Caspar Lauwers op dat oogenblik door den grond gezonken was. De eene was Helene, die zich ervan bewust was, dat de jonge predikant ver van leelijk en de ander Albert, die maar al te goed wist, dat AgncReijn- ders buitengewoon innemend was! HOOFDSTUK VI. De rest van den zomer. Waar de heuvels in bosschen overgingen, had men het uitzicht over een schoon landschap, 't Groen was, niettegenstaande de herfst naderde, nog bijna even frisch als in de eerste weken van den stralenden zomer. Albert liep over een der paden; helling op, hel ling af, met den veerkrachtigen tred van een man in de kracht van zijn leven, die niet weet wat ziekte of vermoeidheid is. Zijn wandeling voerde door een boschje en toen hij aan den anderen kant daarvan kwam, had hij het uitzicht op een gloeiende weide in de diepte, die aan drie zijden door boomen tegen den wind beschut was. Toen hij hier kwam, was Albert zich er van bewust, dat hij niet de eenige was die van de rust en het schoone uitzicht genoot. Als dat wèl het geval was geweest, zou hij ook leelijk teleurgesteld zijn' De ander was een meisje, dat bezig was de verrukkelijke omgeving op een doek vast te le! gen. Ze zat op een vouwstoeltje voor een ezelen was verdiept in haar werk. Ze draaide met 'n glimlach haar hoofd in Alberts richting, maat bleef zitten. Dus zelfs op zoo'n afgelegen plekje word Ut niet meer met rust gelaten? vroeg zij ondeugend, en reikte hem een van haar blanke, slanke hand* jes. die hij gretig en met meer dan gewone harte lijkheid drukte. Ik wilde je niet storen, zei hij, zich op den grond naast haar neervlijend. Ga vooral met je werk door; we kunnen onderwijl dan wat praten Daar ben ik nog zoo zeker niet van. De kuns« is een erg jaloersche meesteres. Natuurlijk. Is kunst vrouwelijk? vroeg n verward. Ze gaf hem als antwoord alleen een lief lach: en ging door met haar werk. Het was ook ce. eenige, wat ze na zoo'n banale vraag doen kon, Maar hij probeerde niet weer het gesprek op gang te krijgen; hij was tevreden dat hij daar zoo mocht liggen én naar haar levendige oogen en den kraohtigen streek van haar pols kijken. Na eên lange stilte vroeg hij eindelijk: Waarom leg je je niet op portretschilder^ toe? En waarom neem je jezelf dan niet model? Ze lachte en wierp hem een spottenden blik toe. Wat zou dat voor nut hebben? Ik moet m niet op een vreemd terrein wagen, want dan zou nemand meer naar mijn schilderijen kijken. Ik ken iemand, die er wèl naar zou W)*®1 Verkoop -het mij Je zult er toch nooit voor geven, wat ik ma mijn andere schilderijen verdien. (Wordt vervolgd)»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 8