ten dot van n hoedfe
TENNISJASJE.
Het nationaal plan
^Binnenland
Uit de Pers.
V R Ij D A G 23 M E I 1941'
Zeg mij, welken hoed gij draagt en ik zal u
zeggen, wie gij zijt. Ja, u wist dit misschien nog
niet zoo maar een hoofddeksel kan ons hee wat
vertellen. De hoed, dien wij dragen, verraadt den op-
merkzamen toeschouwer, die gewend is in alle din
gen ook in de onschuldigste een symbool, een
teeken, een sleutel te zien, het een en ander over
onzen smaak, onze gezindheid, ons innerlijk leven.
De meeste vrouwen hebben een bepaald model
hoed, waarvoor zij een zekere neiging gevoelen,
een model, dat soms wonderwel met haar uiterlijk
harmonieert en in dit geval hebben wij te doen
met een dochter van Eva, die onderscheidingsvermo
gen bezit of dat eigenlijk volmaakt ongeschikt
is, de draagster tot een bekoorlijke fee te maken
en dan weten wij, dat hier weer eens iemand
voor ons staat, die zich haar eigen persoonlijkheid
niet bewust is.
Zeker, er bestaan vrouwen, die zich stipt aan de
mode houden, die nu dit model verkiezen en dan
weer dat maar ook in het slaafsch volgen van
wat een ander voorschrijft, zit een element van open
baring, het zijn gewoonlijk de zieltjes-zonder-zorg,
de luxe-vrouwtjes en de nonchalante, alledaagsche
schepseltjes, die leven bij brood alleen, voor wie ieder
mode-nieuwtje een ontdekking-van-beteekenis is
WIJ DRAGEN VILTEN BLOEMEN
(Teekening Maria Chrisanti).
Een alleraardigste garneering, die ook heel goed
op een japonnetje van het vorig jaar is aan te
brengen, is een garnituurtje van vilten bloemmo
tieven, die in alle mogelijke combinaties te ge
bruiken zijn. Vilt heeft het voordeel, dat het in vele
mooie, felle, moderne kleuren te verkrijgen is. Bo
vendien is het heel gemakkelijk te bewerken, om
dat het niet rafelt.
Hieronder ziet u ,hoe u een viertal bloemen, die
u uit verschillende tinten vilt knipt, kunt benutten.
Om de bloemen te maken, gaat u als volgt te
werk:
U knipt eerst den grootsten cirkel, die bestemd is,
om de onderlaag van het motief te vormen. Hierop
komt de tweede, lichte cirkel, die een geschulpten
rand heeft. Vervolgens een donker rad met scherp
gepunte tanden en tenslotte weer een licht-ge-
kleurd wieltje, dat ook een tot bloembladen ver
werkten rand heeft. Deze vier cirkels worden op
elkaar gelegd en in het middelpunt vastgemaakt.
Met borduurzijde kan men nu nog een simpel mid
den-motiefje aanbrengen, dat het hart van de
bloem voorstelt en ook mogen de punten in gedek
te kleur gerust door middel van een donker draad
je, gewerkt op het lichtere materiaal, verlengd
worden, waardoor het geheel wat grilliger en daar
door exotischer wordt. Natuurlijk is het van veel
belang, te zorgen voor een mooie kleurcombinatie.
Zijn de bloemen eenmaal af, dan worden ze
bij wijze van schijn-sluiting, inplaats van knoopen
voor op een donker japonnetje aangebracht.
Draagt men bij dit stemmige jurkje een tasch in
dezelfde tint, dan is het heelemaal niet dwaas, om
ook deze tasch met het gekozen motief te versieren,
waardoor een zeer aantrekkelijk geheel ontstaat.
Voor een dergelijk werkje hebt u slechts een ge
ringe hoeveelheid vilt noodig. U kunt allerlei over
geschoten lapjes uitstekend gebruiken, ook kunnen
oude. vilten horden, afgedragen pantoffeltjes,
kraagjes, die niet meer te gebruiken zijn, e.d., nog
dienst doen.
MARIA CHRISANTI.
Teekeningen Maria Chrisanti.)
en die in het karakterloos-aanhangen van wat
„dernier cri" genoemd wordt, het toppunt van be
schaving en elegance zien.
Natuurlijk laten ook de normale vrouwen met
geest en verstand, die niet van coquetterie ontbloot
zijn, de wisselingen van de mode niet geheel onbe
roerd. Wie draagt er thans nog een diep over de
oóren getrokken cloche of een kapot-hoedje uit
grootmoeder's dagen? En waarom zouden wij met alle
geweld pleureusen en op laiton gespannen lint-
strikken willen dragen, als de geest van den tijd
andere bijkomstigheden voorschrijft?
Maar in het navolgen van de voorschriften, die
de Modekoningen elk seizoen over de aarde rond
strooien, betracht de verstandige vrouw, eigen ge
breken en voortreffelijkheden kennende, 'n zekere
matiging. Zij kiest uit de groote verscheidenheid
der geboden creaties juist dat. wat het best bij haar
type past, ook op het gebied der hoofdbedekkingen.
En al zal zij, wanneer zij daartoe in de gelegen
heid is, niet verzuimen, haar hoed voor den ochtend
in een ander genre te nemen, dan dien, welken zij
voor een theaterbezoek bestemd heeft, zij zal zich
bij het bepalen van haar keus toch altijd laten
leiden door haar smaak, die ongetwijfeld verband
met haar persoonlijkheid houdt.
Iemand, die graag in de schaduw leeft en een
hekel heeft aan alles wat overdadig en opvallend
is, zal zich licht aan de excentrieke modellen, waar
op tegenwoordig menig bewonderend vrouwenoog
rust, ergeren: haar verlangen gaat uit naar een
eenvoudig vilthoedje, dat in geen enkel opzicht de
aandacht trekt. Telkens weer zal zij op het een
maal gekomen modelletje terugkomen en zij zal het
blijven zoeken, ook als bijna iedereen reeds lang
door de puntbolletjes, de gekronkelde randen en
de grappige niemendalletjes, die ergens boven op
de kruin zweven, veroverd is.
Spoeler naturen bezwijken al vrij spoedig voor
nieuwe vondsten, die oorspronkelijk met eenige
argwaan bekeken zijn, maar vele van die zwakkere
naturen blijven toch vasthouden aan een bepaald
model, dat gebleken is, flatteus of jeugdig of .alleen
maar gemakkelijk te zijn. Zoo kiest het sportieve
meisje steeds de meest-eenvoudige modelletjes, niet
alleen, omdat zij voelt, dat het simpele haar ver
schijning het best accentueert, maar ook, om
dat "haar aard niet uitgaat naar het modieuze, dat
zij niet gezond, niet frisch kortom, niet aan
trekkelijk vindt.
Heel veel vrouwen hebben een voorkeur voor den
hoed, die een schaduw over de oogen werpt en van
velen is dit ook heel goed gezien, want wie geen
onberispelijk, glad gelaat heeft, dat in jonge fleurig
heid het schelle daghdht weerstaat, doet goed,
den hoed met den opgeslagen rand, den z.g. Breton
te vermijden.
Is een hoofddeksel met juist inzicht gekozen,
dan verraadt deze keuze alleen reeds een zekere
dosis van echt-vrouwelijke ijdelheid, maar voor het
overige zijn er nog weer alle graden van coquetterie
mogelijk. Goede smaak wijst nog niet altijd op
een wereldsche gezindheid of de zucht, om door
kleeding en uiterlijk op te vallen. Het jonge meisje
zal in het algemeen gemakkelijker dan de oudere
vrouw naar het extra-vagante, het uitdagende,
het nog-nooit geziene grijpen.
In dit licht bezien, is het nog niet zoo verwonder
lijk, dat men in onze dagen de matrones hoort
klagen over de hedendaagsche hoedenmode, die het
nog steeds dit moet toegegeven worden in het
bijzondere, het vreemde zoekt. Toch ziet men ook
het eenvoudige modelletje weer veel meer dan een
tijd geleden overal opduiken én menig modest ver
pleegstertje, dat nu en dan in civiel wil ver
schijnen, menig kalm-bezadigd huismoedertje, kijkt
met voldoening naar de vilten dopjes, die tusschen
de meer-aparte exemplaren in de étalages eilandjes
van-degelijkheid vormen.
De matrone houde zich liever aan dat, wat
stemming en gedistingeerd is.
Op deze pagina vindt u een aantal hoeden af
gebeeld, die verschillende genres vertegenwoor
digen.
Allereerst ziet u den eenvoudigen, slappen, lichten
hoed, die door het sportieve meisje bij voorkeur ge
dragen zal worden: een groot, simpel model, dat
het gelaat tegen de brandende zonnestralen be
schermt en dat zich uitstekend aanpast bij 't witte
tenniscostuumpje, dat ook al volmaakt pretentie
loos en heerlijk-luchtig en gemakkelijk te dra
gen is.
Verder ontdekt u op deze bladzijde de modieuze
hoofdbedekking een opvallende creatie van
zwart satijn met een strik van goud-brocaat
van een echte vrouw- van-de-wereld, een jeugdig
hoedje met platten bol van parelgrijs vilt, versierd
met lintjes in verschillende pastel-kleuren en ten
slotte nog een echt-zomersch hoofddeksel van
zwart lak-stroo, waarop een bouquet van viooltjes-
blauwe bloemen prijkt, die met een zacht-violet
bandfluweel vastgemaakt zijn.
MARIA CHRISANTI.
Bij het begin van het lennisseizoen geven we nog
eens een tennis jasje, dit. keer met een opstaand
boordje en lange mouwen. De grootte van dit model
is maat 46 en het is gebreid van 800 gr. dikke frotté
wol en pennen no. 4.
We beginnen met het linkervoorpand en zetten
48 st, op. We breien eerst 6 pennen recht (3 rib
bels), dan een pen recht, een pen averecht, maar
8 st. midden voor breien we telkens recht, om een
voorbics van ribbels te krijgen. Na 20 toeren min
deren wc aan het eind een st. en dan minderen
we nog 3 x om de 4 toeren. Is het werk 22 c.M.
lang, dan meerderen we 8 x om de 6 pennen, tot
ï2 st. Na 42 c.M. kanten we voor het armsgat 12
st. af (6222) en hebben dan 40 st. over. Op
"4 c.M. boven het armsgat worden voor den hals
8 st. afgekant (10422) en breien we verder
tot het armsgat 22 c.M. hoog is. We breien den
schouder schuin op, door van het armsgat af tel
kens 6 st. af te kanten.
Het reehtervoorpand is een spiegelbeeld van het
linker, maar we breien in de ribbels 6 knoopsga
ten, het eerst 14 c.M. van onderen af, en dan tel
kens om de 7 c.M.
Voor den rug zebten we 72 st. op, breien 6 pen
nen recht en dan een pen r., eén pen a. Na 20 toe
ren 4 x afminderen aan weerskanten om de 4 pen
nen. Na 22 c.M. lengte 6 x aan weerskanten meer
deren om de 6 pennen tot 76 st. Na 42 c.M. kan
ten we voor het armsgat aan weerskanten 8 st. af
'422), over 60 st. Is het armsgat 20 c.M. hoog,
dan kanten we aan beide kanten achtereenvolgens
i644 st. af voor den schouder. De rest wordt
afgekant voor den hals.
De mouw wordt als een mantelmouw in twee
ieelen gebreid: een boven en een ondertrouw. Voor
de linkerondermouw beginnen we bovenaan en
zetten 20 st. op en meerderen bij de rechte pen
telkens een st. tot we 24 ?t. op de pen hebben,
waarna we er in een keer 8 st. bij opzetten. Een
kant van de mouw is dus recht en aan dezen rech
ten kant minderen we na 14 c.M. 1 x en vervolgens
7 x om de 5 c.M. en dan nog 2 x om de 3 c.M. Aan
den anderen kant minderen we den eersten keer
na 5 c.M., dan 3 x om de 3 c.M., 2 x om de 10 c.M.
Ms de korte kant van de mouw 46 c.M. is, breien
we 6 pennen recht en kanten af. Voor de linker-
bovenmouw zetten we 20 st. op en breien 1 pen
avereriht dan een pen recht en meerderen bij het
begin en eind een st. Dan een pen avereobt. Nu
meerderen we aan het begin van de reohte pen
•én keer wel, den volgenden keer niet, maar meer
deren wel aan het eind van de rechte pen. Bij 32
st. meerderen we aan het eind niet meer, alleen
san het begin tot 40 st. Dan zetten we aan het be
gin in een keer 8 st. er bij op tot 48 st. Aan het
eind van de rechte pen blijft de bovenmouw 14
e.M. recht, dan minderen we 8.x om de 5 c.M.,
2 x om de 3 c.M. Aan het begin breien we na het
bijmaken van de 8 st. eerst 5 c.M., minderen dan
6 x om de 3 c.M., en dan 2 x om de 10 c.M. Nu
leggen we de beide gedeelten op elkaar en breien
door tot de korte kant van de ondermouw even
lang is als de linkerkant van de bovenmouw. Nu
nog 6 pennen recht en afkanten. De rechtermouw
is een spiegelbeeld van de linker.
voor gebruik van den bodem.
Door dr. ir. F. Bakker Schut
toegelicht.
(Foto de Haas).
De kraa-ê is gebreid van ribbels en is een recht
opstaand boordje van 74 st. en 16 pennen. Af
kanten.
Voor de zakken zetten we 28 st. op en breien 6
pennen recht. Dan een pen r., een pen a., tot de
zak 10 c.M. hoog is, waarna we voor aan de pen
telkens twee tezamen breien tot de heele hoogte
c M. is. Afkanten.
Opmaak. De opmaak is een belangrijke zaak. We
voeren de zakkén met een lapje zij en stikken ze
boven 6 x door op de machine. De voorbies wordt
ook tegen gevoerd en doorgestikt, voor we er de
knoopen opzetten. Het boordje stikken we ook
6 x door. De plooitjes aan den kop van de mouw
worden er ingestikt en de mouw ingezet. Het jasje
wordt na het passen flink geperst, en de knoops
gaten worden omgefestonneerd.
Vereeniging van haringhaudelaren
vergaderde.
VLAARDINGEN, 21 Mei. Hedenmiddag hield de
Vereeniging van Haringhandelaren haar jaarvergade
ring in de zaal „Concordia" te Vlaardingen onder
leiding van den heer P. Goedknegt.
De voorzitter zeide in zijn openingswoord, dat de
handel in haring in het afgeloopen jaar uit den aard
der zaak veel minder gedreven wérd. Deze bleef
hoofdzakelijk beperkt tot het binnenland. Alle
voorkomende gelegenheden werden aangegrepen om
het bedrijf nog zooveel mogelijk gaande te houden
en men ging zich op eenigszins ander gebied bewe
gen. Men ging nl. de geïmporteerde versche haring
van Denemarken en Zweden inzouten. Juist deze
experimenten gaven blijk van ondernemingsgeest.
Het hoofdbedrijf blijft echter haringhandel en spr.
hoopte, dat men spoedig gelegenheid zou krijgen dit
weer in vollen omvang te gaan uitoefenen. Wel zal
men dan met ingrijpende veranderingen rekening
dienen te houden en het zal zoo moeten worden, dat
er voor ieder, die werken wil en werken kan, ook
bestaansmogelijkheid, ja zelfs bestaanszekerheid,
geschapen wordt. Lijdelijk toezien en parasiteeren
op het werk van anderen kan niet langer geduld wor
den. Volgens spr. houdt men nog te veel vast aan de
oude manieren, doch spr. zeide, dat de tijd gekomen
was, dat verschillende takken van het bedrijfsleven,
die thans bij meerdere overheidsinstanties berus
ten, door de bedrijfsorganisaties zullen moeten wor
den overgenomen.
De heer M. van der Valk, secretaris der vereeni
ging, bracht een uitvoerig jaarverslag uit.
Bij de gehouden bestuursverkiezing werden de
heeren P. Goedknegt en H. J. Koester herkozen en
tot leden der vaste commissies werden benoemd:
a. Voor eventueele regeeringsmaatregelen de hee
ren P. Goedknegt, I. J. Hoogendijk, J. Kornaat en
H. van Toot en b. Voor het ziekenfonds „Ons Belang"
de heeren P. Goedknegt, P. Hoogerwerf en M. van
der Valk.
WEEK-ABONNEMENTEIN
dienen uiterlijk Woensdags avonds
oetaald te zijn daar de bezorgers oc
Donderdag moeien afrekenen
DE ADMINISTRATIE.
DOOK ELECTRISCHEN STROOM GEDOOD
Nabij de fabriek „Factory" te Zeist, waren twee
werklieden van de Nederlandsche Buurtspoorweg
Maatschappij bezig aan een electrischen kabel. Een
van de arbeiders kwam in aanraking met de 10.000
volt-spanning"'en was op slag dood. Zijn collega be
merkte niets van het ongeval, daar hij met zijn
rug naar het slachtoffer gekeerd was, toen het ge
beurde.
Direct na de ontdekking paste men kunstmatige
ademhaling toe, hetgeen evenwel niet meer baatte.
's-GRAVENHAGE, 21 Mei. Op de dagelijkschc
persconferentie is heden de verordening tot instel
ling van het „nationale plan" toegelicht,
De hoofdinspecteur voor de Volkshuisvesting, ir.
H. van der Kaa, wees er op. dat reeds in de mid
deleeuwen de indeeling van den bodem en zijn be
bouwing aan strenge voorschriften onderworpen
was. Een lange geschiedenis heeft tot de logische
evolutie van het huidige nationale plan geleid.
Toen twee jaar geleden de Woningwet herzien
moest worden kwam de gedachte op „van boven
af" te beginnen, n.l. alle gewestelijke plannen te
stimuleeren door een „nationaal" plan. Dit leidde
via het nieuwe ontwerp Woningwet-1940 tot de
huidige verordening, die thans de materie op uit
nemende wijze regelt. Spreker bracht daarbij hulde
aan den bijstand, dien hij van den Duitschen des
kundige, dr. H. Roloff, ondervonden had.
Dr. ir. F. Bakker Schut voerde vervolgens het
woord.
De gedachte van. het nationale plan mag met
recht een uit Nederlandsch initiatief in den loop
der jaren gegroeide en thans tot rijping gekomen
vrucht heeten, aldus ir. Bakker Schut.
De naar verhouding tot andere landen zeer dichte
bevolking van ons land en de sterke groei van het
bevolkingscijfer, waardoor onze huidige 8 millioen
inwoners er in 1980 waarschijnlijk 11 millioen ge
worden zullen zijn, dwingt ons tot een uiterste
spaarzaamheid bij het gebruik van den bodem en
tot vermijding van verkwisting en ondoelmatig
gebruik van den grond.
Het bodemgebruik is in hoofdzaak gericht op
vier doeleinden: het wei-ken, het wonen, de ont
spanning en het verkeer. Een der taken voor den
nieuwen dienst zal zeker zijn het voor elk con
creet geval afwegen van de economische belangen
der cultuurtechnische werken eenerzijds en de
sociale belangen van recreatie en wetenschap bij
natuurschoonbehoud anderzijds.
In de verordening, die tevens de basis geeft voor
nieuwe voorschriften omtrent streekplannen, zijn.
naast de vaststelling van het nationale plan, welke
aan den secretaris-generaal van het departement
van Binnenlandsffhe Zaken is voorbehouden, be
langrijke bevoegdheden gedelegeerd aan den pre
sident van den Rijksdienst, n.l. het voorschrijven
van de wijziging van streekplannen en uitbrei
dingsplannen en een recht van veto tegen de uit
voering van werken. Deze bevoegdheden zijn noodig
om een gaaf geheel van plaatselijke, gewestelijke
en nationale planologische maatregelen te krijgen en
om ontijdige doorkruising door daarmede niet
strookende projecten te voorkomen.
Overeenkomstig het door de staatscommissie
voorgestelde wetsontwerp voor de herziening van
de Woningwet zullen aan de provinciale besturen
grootere bevoegdheden worden ingeruimd bij de
tot standbrenging van streekplannen, zulks met het
oog op den bovengemeentelijken aard van de be
langen, welke daarmede worden gediend. Deze be
voegdheden zullen in een uitvoeringsbesluit, dat in
de staatscourant zal verschijnen, nader worden om
schreven.
Het nationale plan moet groeien uit de samen
werking van allen, die hun speciale kennis daar
voor in dienst stellen.
Tenslotte sprak H. Roloff van Duitsche zijde.
Deze schetste uitvoerig, hoe in Duitschland de
overeenkomstige regeling werkt en welke voor-
veelen zij biedt. Het verheugde hem van harte, bij
de totstandkoming der Nederlandsche regeling van
dienst te hebben kunnen zijn. (A.N.P.)
Dr. Seyss-Inquart opent de groote
Hagensehe Voorjaarsexpositie.
HAGEN, 21 Mei. (ANP). De vierde groote
Sauerlandsche voorjaarstentoonstelling Hagen 1941
zal Zondag a.s. in het kunstmuseum alhier door
haar beschermheer, den Rijkscommissaris voor de
bezette Nederlandsche gebieden, Rijksminister
Seyss Inquart, geopend worden.
De tentoonstelling, die reeds de vorige jaren tot
de leidende West-Duitsche kunstexposities behoorde
krijgt dit voorjaar haar bijzondere betcekenis door
dat zij onder het beschermheerschap van den Rijks
commissaris, dr. Seyss Inquart, in Hagen en in aan
sluiting daarop in Den Haag, een overzicht geeft
van het artistieke leven in het Westfaalsche-Neder-
rijnsche kunstgebied in gemeenschap met de Neder-
landsch-Duitsche Cultuurgemeenschap onder haar
voorzitter Maasdijk en prof. Wehofsich. Terwijl
deze expositie in Nederland een overzicht geeft
over de kunst van het naburige en verwante West-
faalsche-Nederrijnsche gebied, zal in wederzijdsche
uitwisseling de tentoonstelling „Nederlandsche
kunst van heden" in Hagen toonen, wat de Neder
landsche schilder van tegenwoordig creëert. De
groote Hagensehe voorjaarstentoonstelling vormt
een nieuw bewijs, dat het cultureele leven ook in
den oorlog voortgaat met zijn succesvollen opbouw.
De tentoonstellingscatalogus omvat 750 kunst
werken.
Désiré Pauwels gehuldigd.
Ter gelegenheid van zijn 80sten verjaardag.
Onder buitengewoon groote belangstelling
heeft Donderdag de oud-operazanger Désiré Pau
wels zijn 80-sten verjaardag gevierd.
In zijn woning aan de Hemonystraat te Amster
dam bereidde men den jarige een huldiging, welke
zoo spontaan en hartelijk was, dat men hieruit
kon constateeren, dat de muziekminnenden deze
groote figuur uit de meest roemrijke periode van
de Nederlandsche operageschiedenis niet hebben
vergeten.
Reeds in den vroegen ochtend stroomden brie
ven, telegrammen en bloemstukken toe. Uit alle
deelen van het land kwamen de gelukwen-
schen en weldra waren de kamers van het huis
in bloementuinen herschapen. Uit Den Haag ont
ving de tachtigjarige een enorm bouquet van tachtig
roode rozen en ook de geschenken stapelden zich
op.
In den middag recipieerde Désiré Pauwels.
(A. N. P.)
Economische rechter veroordeelt
frauduleuze slachters.
Te Utrecht heeft de economische rechter Woens
dag voor het eerst zitting gehouden. De eerste zaak
welke diende was tegen den 38-jarigen bakker J.
C. B. uit Schalkwijk, die op 2 April van dit jaar
op heeterdaad was betrapt bij het frauduleus slach
ten van varkens. Herhaaldelijk had hij varkens ge
slacht en het natuurlijk ongekeurde vleesoh zonder
bon aan inwoners uit Schalkwijk verkocht. Ver
dachte bekende het hem ten laste gelegde volmon
dig, doch voex-de tot zijn verweer aan, dat hij dacht
dat het niet een zoo ernstig feit was.
In zijn requisitoir merkte de Officier van Justitie
op, dat hij niet toevallig deze zaak het eerst op de
ról had gezet; want dit geval is te beschouwen als
een symptoom van de tegenwoordig hand over hand
toenemende frauduleuze slachtingen. Dit is een
euvel dat het geheele volk raakt en als dit zoo maar
door blijft gaan loopt de voedselvoorziening van
ons land op buitengewoon ernstige wijze gevaar.
Op korten termijn moet aan het Nederlandsche
volk worden duidelijk gemaakt, dat het voortaan
uit moet zijn met dergelijke slachtingen en met
name moet er allereerst te Schalkwijk spoedig wor
den ingezien, dat de Justitie geen pardon meer zal
gebruiken.
Als afschrikwekkend voorbeeld eisohte spreker
een gevangenisstraf voor den tijd van vier maan
den.
De verdediger bepleitte in verband met de gun
stige antecedenten van verdachte een straf, gelijk
aan den tijd door verdachte doorgebracht in voor-
loopige hechtenis,
De economische rechter zeide, dat dit feit toch
wel zeer ernstig is. Herhaaldelijk heeft verdachte
zich aan onwettige slachtingen schuldig gemaakt.
Trouwens geheel Schalkwijk staat er om bekend.
Toen spreker vijf dagen in Utrecht was, hoorde hij
al van iemand: „Als je vleesch wilt hebben zonder
bon. ga dan maar naar Schalkwijk".
Deze man moet en zoovele anderen met hem,
hegrijpen dat op den duur onze voedselvoorziening
op zoodanige wijze in de war wordt gestuurd „da
als dat ongestraft zou blijven, ten langen leste nie
mand meer op normale wijze aan vleesch zou ko
men. Er moeten nu eenmaal flinke straffen v/orden
•litgedeeld. De economische rechter veroordeelde
den man tot vier maanden gevangenisstraf, met
aftrek van de preventieve hechtenis. Tenslotte werd
tegen een helper van verdachte, een zekeren v. d.
R. eveneens uit Schalkwijk, terzake van een zelfde
*Nt zes maanden onvoorwaardelijke gevangenis-
-traf geëischt.
De verzachtende omstandigheid, dat de vorige
verdachte vader van acht kinderen was, gold voor
hem niet.
De economische rechter veroordeelde den man tot
een gelijke straf als den bakker, dus vier maanden
met aftrek van de preventieve hechtenis.
FRAUDULEUZE SLACHTINGEN TE
GROESBEEK.
GROESBEEK, 21 Mei. De gemeentepolitie te
Groesbeek is een heele reeks frauduleuse slachtingen
op het spoor gekomen. Een slager uit Boxmeer
heeft de laatste nachten bij boeren te Groesbeek in
totaal dertien zware varkens geslacht. Het vleesch
werd grootendeels in het geheim naar Nijmegen
vervoerd. De slager uit Boxmeer is gearrèsteerd
en het vleesch is in beslag genome».
Personcele belasting en opgelegde
vaartuigen.
Verschillende houders van aan personeele
belasting onderworpen vaartuigen richtten voor den
in de wet vastgestelden datum van 20 Januari 1941
een verzoek tot den plaatselijken inspecteur der
directe belastingen om vrijgesteld te mogen blijven
van de belasting, nu zij hun boot hadden opgelegd
en deze gedurende 1941 niet zouden gebruiken.
Tengevolge van het eerst onlangs afgekomen
verbod verschillende wateren te bevaren en te
overnachten in kajuiten van jachten is echter de
groep van houders, die hun booten in 1941 niet uit
de winterberging zullen nemen sterk vergroot, ter
wijl de bovengenoemde fatale datum van 20 Januari
1941 reeds is verloopen.
Op desbetreffende verzoeken van den A.N.W.B.
is aan dezen door het departement van financiën
medegedeeld, dat verzoeken voor vrijstelling, mits
ingediend voor 1 Juni 1941 alsnog in behandeling
zullen worden genomen, terwijl overigens geeri
aanleiding aanwezig werd geacht eenigen anderen
maatregel te treffen.
Prof. ir. J. C. Dijxhoorn overleden.
Te 's-Gravenhage is op 79-jarigen leeftijd over
leden prof. ir. J. C. Dijxhoorn. Prof. J. C. Dijxhoorn
is 24 Februari 1862 te Rotterdam geboren. Na de
H.B.S. te Amersfoort, te hebben bezocht, studeerde
hij van 18791883 aan de Polytechnische School te
Delft. In laatstgenoemd jaar werd hij werktuigkun
dig ingenieur, waarna hij verscheidene jaren werk
te aan groote bedrijven in binnen- en buitenland.
Van 18991905 was hij hoogleeraar aan de Po
lytechnische school en van 19051932 als zoodanig
aan de Technische Hoogeschool te Delft verbonden.
Sinds 1931 was prof. Dijxhoorn eerelid van het
instituut van ingenieurs.
De teraardebestelling zal Zaterdag a.s. te 12 uur
op de begraafplaats Oud Eik en Duinen te 's-Gra
venhage geschieden.
VERBRUIKERSDICIPLINE.
In een artikel, gewijd aan de „zwarte markt",
betoogt het Utrechtsch Dagblad:
De Nationaal-Socialistische Beweging, de Neder
landsche Unie en Zwart Front omvatten gezamen
lijk een belangrijk deel van ons volk. Hoe zou het
zijn, als zij gedrieën het begrip „verbruikersdisci
pline" in de eigen gelederen streng doorvoerden en
hen, die op dit punt zondigen, uit de partij of be
weging zetten? Dan zou er naast politiaire ook par
tij-politieke controle zijn. Dit zou de taak der con-
troleerende overheidsorganen aanmerkelijk ver-
'ichten. En zeer zeker zou er van zulk een voor
beeld ook een sterke opvoedende werking kunnen
uitgaan op het nog talrijker deel van ons volk, dat
niet in een der drie genoemde bewegingen is ge
organiseerd. Een streng doorgevoerde verbruikers
discipline is een levensnoodzakelijkheid voor
ganscih ons volk. Daarom moeten de leiders der
drie genoemde bewegingen op dit punt de handen
ineen te slaan en één lijn trekken. Door aldus ge
zamenlijk te handelen, kunnen zij met prestige
winst voor alle betrokkenen het Nederlandsche
volk een grooten practischen dienst bewijzen.
DE N.S.B. EN DE „MISTHOORN".
De afdeeling perszaken van de N.S.B. levert cri-
tiek op een beschouwing in de „Misthoorn" en
merkt op dat dit blad nog maar al te dikwijls als
een N.S.B.-uitgave wordt beschouwd.
In het nummer van 10 Mei heeft, „de Misthoorn"
o.a. gesohreven:
„Wanneer wij, die thans gétrennt marschieren,
eens vereint schlagen willen, moeten wij eerst zelf
eens de eenheid vormen voordat we die aan anderen
voorhouden. Dan moeten we, onder de hakenkruis
banier, met den Hitier-groet, in gesloten gelederen
voor den Führer aantreden en hem volgen, waar
hij ons beveelt.
Dat is Nationaal-Socialisme; de rest isver
lakkerij".
Daarop antwoordt de N.S.B.:
„Wanneer zij, die het Nationaal-Socialisme in
Nederland tot de zege willen voeren; niet den moed
hebben te erkennen, dat Mussert en zijn Beweging
de eenige mogelijkheid voor de Nationaal-Socialis
tische toekomst van Nederland in zich besluiten.
Wanneer zij daaraan hun persoonlijke belangen
en inzichten niet willen offeren in zooverre dit
noodig is om de noodzakelijke eenheid tot stand te
brengen. Wanneer zij de Leiding niet willen aan
vaarden van hem, die in een onafgebroken strijd
van meer dan negen jaren zijn trouw en zijn kunde
heeft bewezen.
Wanneer zij integendeel de activiteit van hen,
die onze rangen verlieten of eruit werden ver
wijderd, gebruiken om de verdeeldheid grooter te
maken, dan hebben zij het rr»cht niet anderen te
beschoolmeesteren.
Maar wanneer zij bovendien voor dit schoolmeeste
ren argumenten gebruiken, die den schijn wekken,
alsof onze verbondenheid op leven en dood met
den strijd van den Führer en de Germaansche vol
ken afhankelijk zou zijn van het aanvaarden der
Hitlergroet als strijdgroet en van den Hakenkruis-
vlag als strijdvlag, dan wordt dit besohoolmeesteren
een beleediging en een misdaad tegenover hen, die
ook door tegenstanders erkend zullen moeten wor
den als de pioniers van het Nationaal-Socialisme in
Nederland.
Wij wenschen onze eigen symbolen en onzen
eigen groet te behouden, omdat wij het Neder
landsche volk willen winnen en omdat wij be
seffen, dat dit volk maar gewonnen kan worden
wanneer het als zoodanig wordt erkend.
Wij wenschen den diepen eerbied, dien wij
hebben voor de symbolen van onze Duitsohe kame
raden nit tot uiting te brengen door ons die sym
bolen toe te eigenen.
Wij wenschen nóch ons zelf, nóch onze Duitsche
kameraden, noch het Nederlandsche volk te „ver
lakken".
Omdat wij Nedeidandsche Nationaal-Socialisten
zijn.
Omdat wij verantwoordelijk zijn voor de toekomst
van het Nederlandsche volk in het groote Ger
maansche geheeL
Omdat wij dit volk onder de leiding van Mussert
eens als een blok achter den Führer willen zien
staan in den strijd om ons levensrecht, die na den
oorlog met andere middelen dan die der wapenen
zal worden voortgezet.
Onwaardige kletspraat als van da Misthoorn zal
cos dat werk niet ver kin der au",