Victoria-Water
Handhaving van den
arbeidsvrede
Onder valsche vlag
V R IJ D A G 23 MEI 1941
Deelneming aan staking kan met
vijf jaar gevangenisstraf
gestraft worden
's GRAVENHAGE, 21 Mei. In het verordenin
genblad is opgenomen een verordening van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche
gebied betreffende de handhaving van den arbeids
vrede.
Deze verordening luidt als volgt:
Artikel 1.
(1)Hij die deelneemt aaneen staking of werknemers
uitsluit, wordt gestraft met gevaneenfariraf van
ten minste een jaar, doch van ten hoogste vijf ja
ren, in ernstige gevallen met tuchthuisstraf van ten
minste een jaar. doch van ten hoogste vijftien jaren.
(2) Met dezelfde straffen wordt gestraft degene, die
als werkgever in overleg met de in het bedrijf
werkzame werknemers een bedrijf geheel of ten
deele stillegt. wanneer dit stilleggen niet gegrond is
op de eigen belaneen van het bedrijf.
(3) Poging is strafbaar.
Artikel 2.
Hij die tot een ingevolge artikel 1 strafbaar feit
aanzet of die anderen bij het opnemen van het
werk verhindert, wordt gestraft met tuchthuisstraf
van ten minste een jaar, doch van ten hoogste vijf
tien jaren.
Artikel 3.
Is een feit, als bedoeld in de artikelen 1 en 2,
buitengewoon ernstig, dan kan levenslange tucht
huisstraf of de doodstraf worden uitgesproken.
Artikel 4.
Feiten, als bedoeld in de'artikelen 1 tot en met 3
zijn delicten in den zin van par. 2, tweede lid, van
de verordening no. 52/1940 betreffende de Duitsche
rechterlijke macht voor strafzaken.
Deze verordening treedt heden in werking.
(A. N. P.)
Maatregelen tot handhaving
van de openbare orde
's GRAVENHAGE, 21 Mei. Verschenen is een
verordening van den Rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied, houdende maatregelen
tot handhaving van de openbare orde.
Hierin wordt het volgende bepaald.
Artikel 1.
Hij die werkzaamheden verricht voor een politieke
partij, welke is ontbonden of aan welke verdere
werkzaamheid in het bezette Nederlandsche gebied
is ontzegd, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten minste een jaar, doch van ten hoogste vijf jaren,
in ernstige gevallen met tuchthuisstraf van ten min
ste een jaar, doch van ten hoogste vijftien jaren.
Artikel 2.
(1) Hij die Duilschvijandige geschriften, afbeeldin
gen of zoodanige andere voorwerpen vervaardigt,
doorgeeft, in voorraad heeft om door te geven of
tot dit doel bij zich heeft wordt gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste vijf jaren en met geld
boete van ten hoogste vijftigduizend gulden of met
een dezer straffen.
(2) Poging is strafbaar.
f3) In buitengewoon ernstige gevallen kan tucht
huisstraf van ten minste een jaar, doch van ten
hoogste vijftien jaren, en geldboete tot een onbe
perkt bedrag worden opgelegd.
(4) Hij aan wiens schuld te wijten is dat een feit,
als bedoeld in het eerste lid, door hem wordt be
gaan, wordt gestraft met gevansensstraf van ten
hoogste twee jaren en met geldboete van ten hoogste
twintig duizend gulden of met een dezer straffen.
(5)De Rijkscommissaris voor het bezette Nederland
sche gebied (commissaris-generaal voor de openbare
veiligheid) houdt zich het recht voor om in bijzon
derlijk met redenen omkleede gevallen op verzoek
of van ambtswege dispensatie te yerleenen van het
verbod om voorwerpen, bedoeld in het éerste lid,
door te geven of in voorraad te hebben.
Artikel 3.
(1) Het onder zich hebben van Duitschvijandige
vlugschriften, afbeeldingen of ander Duitschvijandig
propagandamateriaal wordt gestraft met gevange
nisstraf van ten hoogste drie jaren en met geldboete
van ten hoogste dertigduizend gulden of met een
dezer straffen, voor zoover niet ingevolge artikel 2
een zwaardere straf is verbeurd.
(2)Hebben openbare bibliotheken, bibliotheken van
inrichtingen, stichtingen of instituten, volks- of uit
leenbibliotheken, uitgeverijen of de boekhandel voor
werpen, als bedoeld in het eerste lid, in beheer ot
voorhanden, dan is het aldaar bepaalde slechts van
toepassing, voor zoover zulks bij beschikking van
den rijkscommissaris voor het bezette Nederland
sche gebied (commissaris-generaal voor de open
bare veiligheid) is verboden of voor zoover met de
ze voorwerpen in strijd met een door hem gegeven
bevel wordt gehandeld.
Artikel 4.
Duitschvijandige betoogingen van eiken aard wor
den, voor zoover niet ingevolge andere bepalingen
een zwaardere straf is verbeurd, gestraft op de
wiize. als vermeld in artikel 2.
Ariikel 5.
(1) Voorwerpen, welke bij het plegen van een straf
baar feit. als bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4.
zijn gebruikt of daarvoor zijn bestemd, kunnen wor
den verbeurd verklaard of onbruikbaar gemaakt,
ook dan, wanneer zij noch aan den dader, noch aan
een persoon die aan het feit heeft deelgenomen, toe-
behooren.
(2) Kan de vervolging of de veroordeelmg van een
bepaalden persoon niet plaats vinden, dan kan,on
afhankelijk daarvan, de verbeurdverklaring of de
onbruikbaarmaking worden bevolen.
Feiten, als bedoeld in de artikelen 1 tot en met 4.
Teneinde het vochtgehalte in de groente- en fruitkassen op peil te houden,
moet regelmatig gesproeid worden, een arbeid, die zeer veel zorg vereischt.
(Foto Pax Holland)
zijn delicten in den zin van par. 2, tweede lid, van
de verordening no. 52/1940 betreffende de Duitsche
rechtcriiiiïp macht voor strafzaken.
Artikel 7.
Deze verordening treedt heden in werking.
(A.N.P.)
Inschrijving van motorrijtuigen
voor goederen- of veevervoer.
's-GRAVENHAGE, 19 Mei. De aandacht van
alle houders van motorrijtuigen, opleggers en aan
hangwagens, geheel of gedeeltelijk ingericht tot het
vervoer van goederen of vee, alsmede van motor
rijtuigen, uitsluitend bestemd tot het voortbewegen
van opleggers of aanhangwagens, uitgezonderd
landbouwtractoren, wordt gevestigd op hun ver
plichting om van die voertuigen vóór 22 Mei 1941
op een bij de distributiediensten verkrijgbaar for
mulier aangifte te doen. Niet nakoming van deze
verplichting kan worden gestraft met hechtenis
van ten hoogste één jaar of geldboete van ten
hoogste f 10.000, alsmede met verbeurdverklaring
van het voertuig. Evenwel zullen, in verband mei
een bij het drukken ondervonden vertraging, alle
formulieren, welke blijkens het poststempel uiter
lijk 24 Mei a.s. aan de> post werden toevertrouwd,
als tijdig opgezonden worden aangemerkt.
Afwezigheid of onbruikbaarheid van bepaalde
onderdeelen, dus ook van banden, ontheft niet van
de verplichting om het motorrijtuig te doen inschrij
ven. Slechts motorrijtuigen, die in zoodanig en staat
van onbruikbaarheid verkeeren, dat dientengevolge
herstelling of wederingebruikneming uitgesloten is.
komen op dien grond niet voor inschrijving in aan
merking. Ook behooren niet voor inschrijving te
worden aangegeven motorrijtuigen van bijzondere
inrichting, welke niet bruikbaar zijn voor vervoer
van goederen of vee, zooals brandweerauto's, reini
gingsauto's, reparatie-, takel- en kraanwagens en
dergelijke. Personenauto's en autobussen blijven
uiteraard eveneens buiten de inschrijving.
HAARLEMSCHE RECHTBANK
Verdacht van verduistering.
In de dagvaarding was een 32-jarigen Haarlem-
schen rechtskundigen adviseur ten laste gelegd,
dat hij van een deurwaarderskantoor waar hij
werkzaam was geweest, door verkeerde boekingen
een bedrag van totaal f 261.55 had verduisterd.
De verdachte ontkende zich aan dit feit te heb
ben schuldig gemaakt. Hij beriep er zich op, dat
hij de verkeerde boekingen had gedaan in opdracht
van den jongsten firmant het deurwaarderskhn-
toor werd gedreven door vader en zoon en dat
hij zich nooit zelf een bedrag had toegeëigend. De
zoon van den deurwaarder ontkende evenwel dat
hij den rechtskundigen adviseur ooit opdracht had
gegeven dergelijke verkeerde boekingen te doen.
Vervolgens werden door de Rechtbank ver
schillende boekingen uitvoerig behandeld waarbij
eenige getuigen, die op het deurwaarderskantoor
werkzaam waren geweest, verklaringen aflegden.
Zoo bleek, dat de rechtskundig adviseur ook een
maal een haard geboekt had voor f 90, terwijl die
haard nooit was geleverd.
Verdachte: Ook dat heb ik in opdracht van den
jongen deurwaarder gedaan.
Pres. tot deurwaarder: Wist u daar niets van.
Get.: Nee, ik heb het pas van de politie gehoord.
Pres.: Maar controleerde u de boeken dan nooit?
Get.: Nee, dat deed ik het laatste jaar niet ge
regeld.
Een kantoorbediende die ook op het deurwaar
derskantoor had gewerkt had nooit den indruk
gehad, dat de verdachte zich aan oneerlijke han
delingen had schuldig gemaakt.
De Officier achtte de verduistering in dienstbe
trekking bewezen en eischte 5 maanden gevangenis
straf. eVrdediger mr. Steketee pleitte vrijspraak.
Gooit geen beenderen weg!
Komen ten goede aan het Nederlandsche
bedrijfsleven.
Al meermalen is, ook in ons blad, aan de huis
moeders dringend in overweging gegeven, de bee-
nen, waarvan soep getrokken is, niet weg te gooien
en dus niet als waardeloos te beschouwen. Ze zijn
ook niet waardeloos voor de Nederlandsche been
deren-verwerkende industrie, waarin honderden Ne
derlandsche arbeiders een bestaan vinden en waar
van duizenden arbeiders in andere bedrijven, die de
producten uit beenderen, zooals technisch vet, lijm.
gelatine, beenzwart en beendermeel, weer verwer
ken, afhankelijk zijn.
Beenderen vormen de eenige grondstof voor die
producten en hoe vreemd het ook moge klinken, van
de huismoeders hangt het af, of deze Nederlandsche
industrie en de honderden bedrijven, die van deze
weder afhankelijk zijn, zullen kunnen blijven werken.
Dat enkele „soep-beentje", ingezameld van ge
zin tot gezin, van dorp tot dorp en van stad tot stad,
levert een dusdanige hoeveelheid beenderen op, dat
de Nederlandsche beenderen-verwerkende industrie
kan blijven doorwerken.
In verband hiermede zijn in iedere gemeente
schilleboeren of een gemeentelijke instantie belast
met het inzamelen van schillen, levensmiddelen-af
vallen en beenderen. Die mogen uit Nederland niet
•den uitgevoerd en worden uitsluitend door de
Nederlandsche industrie verwerkt op producten, die
weer uitsluitend ten goede komen aan het Neder
landsche bedrijfsleven.
Gooit dus de „soep-beentjes" niet meer weg. Be
waar ze in eën doos, een kistje, een mandje of des
noods in een krant en geef ze regelmatig mee aan
de van gemeentewege aangestelde ophalers van
schillen, levensmiddelen-afvallen en beenderen.
Zorgvuldig bewaren en goede inzameling van
beenderen is een nationaal belang
Vergadering Kamer van Koop
handel.
Woensdagmiddag kwam de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken
in openbare vergadering bijeen in het gebouw der
Kamer aan de Nassaulaan te Haarlem.
De voorz.itter.de heer J. J.Swens, zei. dat van eenige
leden een bericht was binnengekomen. Eén dezer
berichten achtte spreker wel een bijzonder geval;
dat was namelijk de brief van den heer Deddens,
waarin deze mededeelde, dat hij voor het eerst
sinds zijn lidmaatschap van de Kamer (19 jaar)
tot zijn spijt de vergadering niet kon bijwonen,
namelijk wegens het huwelijk van zijn zoon. Het
Bureau had hierin aanleiding gevonden en het ver
trouwde hiermede in den geest, van de leden te
hebben gehandeld, aan den heer Deddens een brief
te schrijven, waarin spijt werd uitgedrukt over het
feit, dat hij de vergadering niet kon bijwonen en
waarin hij met het huwelijk van zijn zoon gefeli
citeerd werd.
Eenige ingekomen stukken werden voor kennis
geving aangenomen.
Goedgekeurd werd een concept-brief van de
Commissie voor het Winkelbedrijf aan de Secre
tarissen-generaal van de departementen van Han
del. Nijverheid en Scheepvaart en van Waterstaat
betreffende samenwerking tusschen de overheick-
bedrijven en installateurs.
De heer Alders toonde zich bijzonder dank
baar voor deze actie: „die brief is den kleinhandel
uit het hart gegrepen", zei hij.
HET PONTVERKEER TE
VELSEN.
De voorzitter deelde mede, dat de Kamer
zich naar aanleiding van een opmerking, welke de
Kamer ontving omtrent een vertraging van het
pontverkeer te Velsen na het gereedkomen van de
nieuwe aanlegsteigers, tot den Rijkswaterstaat.
Directie Noordholland, Arrondissement „Het Noord-
zeekanaal", gericht had. Op 29 Maart ontving het
Bureau een antwoord, waaruit blijkt, dat sedert
het gereedkomen van de nieuwe aanlogsteigers ten
behoeve van het stoompontverkeer te Velsen geen
wijziging is gekomen in den dienst van het pont-
veer aldaar. Vóór 10 Mei 1940 werd bij druk ver
keer, tiidens de spitsuren, in versneld tempo ge
varen, doch thans, nu het verkeer gemiddeld tot
een derde is teruggeloopen, terwijl het zeer weinig
voorkomt, dat particuliere auto's op de reeds voor
den steiger liggende pont niet geladen kunnen wor
den, achtte men het, gezien de huidige omstandig
heden. niet gemotiveerd in versneld tempo te va-
'•en, hetgeen tot belangrijke hoogere uitgaven aan
brandstoffen aanleiding zou geven. Naar aanlei
ding van dit antwoord werd tenslotte niet meer
aangedrongen op het varen in een versneld tempo.
RONDVRAAG.
De heer H o o y vroeg aan het Bureau, of het
stappen wilde doen bij de directie der P.T.T., ten
einde te verkrijgen, dat de buslichtingen weer later
kunnen geschieden dan te zes uur n.m. Hij was van
oordeel, dat dit voor handel en industrie van zeer
veel belang zou zijn en dat er nu wel geen be
zwaren meer tegen, zouden bestaan.
De voorzitter was het daarmee eens en zeg-
toe. dat de gevraagde stappen gedaan zullen
worden.
De Kamer ging daarna in besloten zitting.
VOLKSVOORSTELLING IK BEN ZEVENTIEN JAAR
Het buitengewoon groote succes van „Ik ben zeven
tien jaar", welk tooneeispel van Paul Vandenberghe
nu reeds honderdvijftig keer werd opgevoerd, is aan
leiding voor het Nederlandch Tooneel, leider Cor van
der Lugt Melsert. om op Maandagavond 26 Mei om
halfacht in den Stadsschouwburg te Haarlem een
volksvoorstelling van dit bekende stuk te geven.
Voor de Kinderen
(Teekenlngen H. Kannegieter).
GEVECHT MET EEN SLANG.
Wacht, hij zal zich duchtig wreken. Blaf
fend springt hij er op toe. Zoo! Nu heeft
hij 't beest te pakken! Maar, je moet niet
vragen hoe! 't Kleine straaltje is verdwe
nen, maar de groote treft de vrouw, die
verschrikt de slang laat vallen en zich om
keert met een grauw:
„Teddy, wil je 't wel eens laten. Blijf je
van die tuinslang af!" Teddy laat maar
daad'lijk schieten, want hij heeft geen zin
in straf; doch eerst nu bemerkt hij 't on
heil dat door hem werd aangericht: klets
nat Is de vrouw gespoten, dat vergeeft, zij
hem niet licht!
Gezond en Geneeskrachtig.
VICTORIA-BRON N.V. NEDERLANDSCHE \n.
(Adv. lrigez. Med,
De loterij van Winterhulp.
Prijswinnaar met den prijs zeer in zijn schik
's-GRAVENHAGE, 21 Mei. De gelukkige win
naar van een dei- prijzen van f 500 uit de lotor"
van Winterhulp, is de 11-jarige Wim Schipper-
wonende in de Wagenstraat in Den Haag, Vanoph
tend heeft het A.N.P. hem even gesproken n"
jongen was, zooals te begrijpen is, met den prii!
zeer in zijn schik. - JS
Winj was Zondagavond omstreeks half acht met
zijn vader en moeder nog een eindje gaan wande
len en zij kwamen toen langs de Bijenkorf
in de Groote Marktstraat, waar een <«1
porteur van de Winterhulp met een bak met Inte*
-tond. Wim vroeg zijn vader of hij een lot mocht
koopen, waarin deze toestemde. In de bak vva-èn
nog maar tien loten aanwezig. De jongen trok een
lot, maakte de envelop open en dacht, dat hij vhf
lulden had gewonnen. Hij was reeds zeer verheugd
doch toen zijn vader nog eens goed keek, bemerpè
deze. dat het geen vijf gulden was, maar vijfhnn.
derd gulden. Wim had het lot op zijn kop gehou
den
En wat ga je met het geld doen, zoo vroegen wij
hem. Ik krijg een nieuwe fiets en nieuwe boeken
want ik ga juist naar de handelsdagsehool, was het
antwoord. Tot nu toe is door het kantoor in de
Tnllanderstraat in Den Haag voor f 7500 aan nrii
zen uitbetaald. J"
(A.N.P.)
DR. FRIEDRICH PLUTZAR.
's-GRAVENHAGE, 21 Mei. Vrijdag 23 Me!
's avonds om acht uur spreekt, op initiatief van den
commissaris-generaal voor bestuur en justitie dr. F
Wimmer, dr. Friedrich Plutzar in de groote zaal van
het gebouw Kneuterdijk 20 (met lichtbeelden) over
„De geschiedenis der beeldende kunst in Nede*.
land".
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij besluit van den secretaris-generaal van het
fapartement van Justitie is benoemd tot rechter in
de reohtbank te Rotterdam: mr. G. L. W. Gratama
'hans rechter-plaatsvervanger in genoemde reehtJ
bank.
Bij beschikking van den secretaris-generaal
an het departement van Waterstaat is benoemd tot
rijkscontroleur van het verkeer in tijdelijken dienst
voor ten hoogste een jaar F. H. Sohadee, ter stand
plaats Haarlem.
OUDERBI.TEENKOMST U.L.O. B.
In het gymnastieklokaal der Centrale School No. 1
aan het Weltevredenplein werd een ouderbijeenkomst
gehouden onder leiding van het hoofd der school, den
heer J. B. J. van der Haar.
Door het hoofd der school werden mededeelingen
gedaan omtrent den te houden Sportdag op 5 Juni
a.s., terwijl met algemeene stemmen in de oudereom*
missie werden herkozen de aftredende leden J,
Wiggers en C. M. Aveling.
Na afloop van de bijeenkomst werd aan de ouders
gelegenheid gegeven bij de onderwijzers inlichtingen
in te winnen over hun kinderen, waarvan door velen
gebruik werd gemaakt.
OPVOERING VAN „INTIMITEITEN".
Het Nederlandsch Tooneel, leider Cor van der
Lugt Melsert, geeft op Zaterdag 24 Mei in den
Stadsschouwburg te Haarlem een opvoering van
„Intimiteiten", een intiem blijspel in drie bedrijven
van Noel Coward. Medewerkenden zijn de dama
Annie van der Lugt Melsertvan Ees, Aline Mar-
kus, May Vollenga en de heeren Jan van Ees en
Ludzer Eringa. Door het publiek en de pers werd
de opvoeringvan „Intimiteiten" gewaardeerd als
een avond van geestig en beschaafd -amusement.
TUBERCULOSEBESTRIJDING.
Het jaarverslag der N.-H. Vereeniging tot
bestrijding der T. B. C.
Verschenen is het 33e jaarverslag van de Noord*
Hollandsche Vereeniging tot bestrijding der Tu
berculose over 1940.
Het verslag brengt allereerst de moeilijkheden
in herinnering, waarvoor de Vereeniging zich door
de tijdsomstandigheden geplaatst ziet. De sterke da*
'ing van het aantal bezoekers aan de consulate*
bureaux is weerspiegeld in de cijfers der mortali
teit. Gunstige uitzonderingen zijn hier Haarlem en
Zaandam, waar het sterftecijfer over 1940 nog la
ger was dan over 1939.
Opgemerkt wordt, dat de kansen op een nieuw
Consultatiebureau te Haarlem door de tijdsom-
omstandigheden aanmerkelijk gedaald zijn en ds!
in Velsen een gebruikt Röntgentoestel is geplaatst
ler beperking van het transport voor de doorlich
ting te Hoofddorp.
Bij de gegevens omtrent het werk der aange
sloten plaatselijke vereenigingen vinden wij, dat
door de huisbezoeksters werden afgelegd: fa Vel
sen 4427. te Heemstede 1385, te Zand voort 634, te
Beverwijk 1678 en te Bloemendaal 63 bezoeken,
Opgenomen werden in sanatoria en ziekenhuizen:
te Velsen 32, te Heemstede 5, te Zandvoori 3, te
Bloemendaal geen. te Beverwijk 13 en te Haarlem
mermeer 4 personen.
In het district Omstreken van Haarlem werden
gedurende 1940 958 (v. j. 977) nieuwe personen on
derzocht, terwijl 2185 (2290) personen zich voor
i er onderzoek meldden. Aan hen werden in totaal
9 '4301) consulten verstrekt.
om^rent de tuberculosebestrijding in
940 te Haarlem hebben wij reeds eenige weken
'"leden gepubliceerd.
door
MARINE'S BERTRAM.
(Nadruk verboden).
8)
Loop een beetje vlugger door en denk maar niet
aan mij. Doorloopen, zei hij nog eens, nu dringender.
Als ik het zeg, moet je hard gaan loopen, niet eerder.
Hii zorgde er voor tusschen den stier en Agnes te
blijven, en telkens keek hij over zijn schouder. Ze
was biina -bij de struiken, toen de stier blijkbaar be
sefte wat er ging gebeuren en begon te hollen en
woedend te brullen.
Loop wat je kunt, riep Albert en hij zelf bleef
staan en keerde zich om.
Ik zal hem wel tegenhouden en kom in geen ge
val uit je schuilplaats.
Daar stond hij nu tegenover het razende dier met
den opgevouwen stoel en den schildersezel van
Agnes als eenig wapen. Hij begreep heel goed. dat
hij zich in een gevaarlijke positie bevond, maar het
was hem een geruststelling te weten, dat Agnes veilig
tusschen de struiken zat.
Verder bemerkte hij tot zijn blijdschap, dat het
een jonge stier was, die gemakkelijk aan het schrik
ken zou zijn te maken. Hij zou dus niet wachten
tot hij aangevallen werd, maar den aanval beginnen.
De stier kwam met steeds grootere snelheid nader
bij, met schuddenden kop, het schuim in lange slier
ten uit zijn bek druipend. Een angstaanjagend en af
zichtelijk schouwspel. Nu was hij dicht genoeg in de
nabijheid. Met een vreeselijk gebrul en zwaaiende ar
men holde Albert op den stier af. En met succes
voor een oogenblik. Het verschrikte beest hield zijn
vaart in, keek hem eens verbaasd aan en holde een
eindje terug om zich dadelijk weer om te keeren.
Met gebogen kop en vervaarlijk loeiend stond hij
met zijn pooten den grond om te woelen Elk oogen
blik kon de stier zich op Albert werpen. Hier in het
open veld men kon zich de positie niet ongunstiger
denken. Albert begon, met zijn gezicht, naar den vij
and gekeerd, een langzamen terugtocht De stier
maakte nog geen aanstalten om Albert weer dichter
te naderen. Bijna had hij het boschje bereikt met
een paar sprongen zou hij uit het gezicht van het woe
dende dier verdwenen zijn, toen iets anders gebeurde.
A'gnes, die een veiliger schuilplaats wilde opzoeken,
kwam te voorschijn en werd door den stier onmiddel
lijk opgemerkt, niet echter door Albert. Zoodra de
stier haar in het oog kreeg, sprong hij op en rende op
deze nieuwe rustverstoorster af.
Dat was voldoende voor Albert, die reeds raadde
wat er gebeurd was. Hij kon niet verder terug, hij
moest opnieuw aanvallen. En weer zijn toevlucht
nemend tot het middel, dat zooeven geholpen had.
holde hij vooruit met een vouwstoeltje in zijn eene
hand en den ezel in de andere, Tegelijkertijd stiet
hij een onmenschelijk geloei uit. Het eenige dat hij
er mee bereikte was. dat hij» de aandacht van het
dier van Agnes afleidde. Maar het beest was nu zóó
woedend, dat hij zich door een schreeuwenden en
zwaaiende» man niet meer liet imponeeren en zonder
acht op Agnes te slaan, holde hij recht op Albert af.
Bijna was het beschermende kreupelhout voldoende
dicht bij, maar het scheelde toch nog iets. Albert zag
den woedenden kop van den stier, hoorde het gestamp
van de hoeven en het volgend oogenblik kreeg hij een
stoot', die hem de hoogte in deed vliegen en bewus
teloos deed neerkomen.
Toen hij weer bij kwam was 't hem- duidelijk, -wat
er gebeurd was. De stier had hem door de struiken
gegooid en daar de takken zich weer dichtgebogen
hadden, was hij aan het gezicht van het beest ont
trokken geworden, dat zich nu ook niet verder om hem
bekommerd had. De stier amuseerde zich nu met den
stoel en den ezel, die hij eenige malen in de lucht
wierp Daarna trapte hij er op.
Dit kon Albert door een opening in het kreupelhout
zien. maar hij waagde het niet. een beweging, of ook
maar het minste geluid te maken. Hij hoopte alleen
maar. dat Agnes in haar schuilplaats hetzelfde zou
doen. En toen vroeg hij zich af, of hij bij de duikeling
wellicht ook verwondingen had opgeloopen. Hij was er
vrij zeker van, dat er geen ribben gebroken waren en
ook wist hij, dat de horens van den stier hem niet
hadden geraakt. Hij was met het voorhoofdbeen in
aanraking gekomen en in de lucht geworpen, met een
kracht, die hij zelfs van een veel grooter dier niet ver
wacht zou hebben. De gedachte, dat Agnes ongedeerd
was, stemde hem dankbaar. Als ze er eens niet in ge
slaagd was, tijdig een schuilplaats te bereiken! Als
het woeste dier na hem in het boschje geworpen te
hebben, eens zijn aandacht aan haar had kunnen wij
den in die open weil
Waar ben je? Ben je ernstig gewond? hoorde
Albert uit het boschje. En tegelijk hoorde hij het kra
ken van takken. Hij luisterde aandachtig.
Wees toch stil, fluisterde hij.
O, er is geen gevaar meer, hij is weg.
Nu waagde Albert het overeind te komen. Hij voelde
zich stijf en duizelig. Maar met genoegen constateerde
hij, dat hij geen verwondingen van beteekenis had op
geloopen. Agnes had gelijk. Hun vijand holde aan den
anderen kant van de groote wei.
Er is zeker iemand met voer voor hem gekomen,
meende hij. Ik wou alleen maar, dat dat wat eerder
was gebeurd. Maar laten we nu zien. dat we hier weg
komen.
Toen ze hem aankeek, werd ze bleek en riep ver
schrikt:
Maar je bent gewond. Je gezicht!
O, dat? Dat zijn maar een paar schrammen. En
hij veegde het bloed met de hand van zijn gezicht. Ik
be^n weer eens stom geweest.
Dat vind ik niet, zei ze met overtuiging en met een
blik in haar oogen, dien hij nog nooit tevoren daarin
ontdekt had.
Hoe zegende hij nu dit heele avontuur! Maar zijn
schouder stak toch leelijk.
Ik geloof, dat je stoeltje en ezel onherstelbaar be
schadigd zijn, zei hij, nadat zij hem door een opening
in de takken weer op de wei geholpen had.
Den weg naar het huisje, waar ze hun fietsen ge
stald hadden, legden ze zonder veel te spreken af.
Maar wat had Agnes niet veel willen zeggen! Eindelijk
begon zij:
Herinner je je wat ik daarnet zei? Dat je in een
tijd had moeten geboren worden, dat er wat te beleven
viel voor een moedig man? Hebben de gebeurtenissen
van het laatste kwartier niet bewezen dat ik gelijk
had?
Ja, en nog meer van wat je toen zei, is uitgeko
men. Je zei toch, dat ik eens flink door elkaar geschud
moest worden. Nu, dit was zéker wel voldoende!
Hij zei het op een humoristischen toon en de samen
loop van omstandigheden was ook zoo grappig, dat ze
beiden in lachen uitbarstten
Ik zou er werkelijk lust in hebben hier eens een
kwartiertje met een goed paard en een dikken stok
door te brengen. Dan zou ik dat heerschap eens laten
loopen,"
Je hebt je dapper gedragen, zei Agnes op ernsfi-
gen toon.
Ja, spot maar!
Nee, ik spot niet. Ik meende, wat ik zei. Hij keek
haar eens aan en in haar oogen was weer diezelfde
blik dien hij er even te voren voor 't eerst in gezien
had. Ze zeiden verder niets meer en bereikten onge
stoord 't huis, waar ze hun fietsen hadden gestald.
HOOFDSTUK VIII.
Dien avond.
Zelfs toen ze den gelijken weg afreden in de
doorgeurde zomeravondatmosfeer, temidden van kam
perfoelie en rozen, die zieh voor den nacht sloten
zeiden ze nog niet veel. Ze reden in hun gedachten
verdiept verder, tot Albert de stilte verbrak:
Je hebt me daarnet een complimentje gemaakt,
Agnes. Je zei, dat ik dapper was, maar dat. ben ik heele-
maal niet. Ik ben eerder laf
Ze lachte.
Ja, dat heb ik gezien.
Toch is het zoo. Ik ben voortdurend bang, dat ik
mijn lafheid zal toonen; dat er een dag zal komen,
waarop ik zoo duidelijk mijn tegenpartij om genade
zal smeeken, dat ik mij in de oogen van al die mij
kennen belachelijk, ergor, verachtelijk zal maken.
Dus als het nog eens zoover komt. zeg dan niet, dat
ik het al niet van te voren aangekondigd heb!
Ze schudde haar hoofd en verbaasde zich over den
ernst, waarmee hij sprak. Ze kon hem nog steeds niet
doorgronden. Hij leek zoo ongedwongen, zoo oprecht
tenminste in haar gezelschap. En dit was weer één
van die dingen, waarin hij haar voor een raadsel
stelde en toch was het geen aanstellerij.
Ik geloof, dat jij op dat punt een beetje krank
zinnig bent. om het maar eens hard te zeggen. Ik voor
mij ben overtuigd, dat zooiets nooit gebeuren zal en
als er iets dergelijks mocht gebeuren, dan zul jij. net
als vandaag, in staat zijn jezelf te verdedigen. Ik kan
mij, zelfs als ik al mijn verbeeldingskracht té hulp
roep, jou niet anders voorstellen.
Tot haar heimelijke verbazing maakte hij een af
werend, eenigszins abrupt gebaar.
Ja, omdat ik nu daarnet een boozen stier tegen
hield! Dat is wel iets. waar je op af kunt. gaan.
Nee, maar omdat je gewond werd et) omdat die
wonden wel eeng doodelijk hadden kunnen zijn En
dan, als jij me niet al eens eerder gered had, zou ik toen
al vermorzeld zijn geweest! Nee, ik ben er stellig van
overtuigd, dat jou zooiets nooit zal overkomen en dat
zooiets alleen in je verbeelding bestaat.
Loop naar de pomp! antwoordde hij geprikkeld en
grof. Zal ik nu nooit begrepen worden, zelfs niet door
jou? Heb jij dan heelemaal geen fantasie'
Een oogenblik maakte zich een vreeselijke angst van
naar meester. Hij had misschien een ernstiger stoot ge
kregen, dan ze eerst gedacht had en deze onzin was
een gevolg van een verwonding van zijn hersens? Ze
wierp terluiks een angstigen, onderzoekenden blik op
zijn gezicht en was zich opeens van een geheel nieuw
warm gevoel bewust.
Nu om je te overtuigen, zal ik 't voor emst op
nemen. wat je zegt, zei ze. Zal ik op denzelfden toon
als jij doorgaan? Maar denk er wel aan, als er iets
zooals jij schijnt te vreezen gebeuren zou, dan zou ik
er je zeker niet minder om achten.
Haar toon was sympathiek en innemend.
Laten we den weg langs den molen gaan, stelde
Albert voor, toen ze bij het begin van het dorp kwa
men. Die is langer, maar ook beter en ik wou je no?
wat zeggen. Heb je er bezwaar tegen?
Nee ik vind het goed,
Weer reden ze onder statige eiken, door welige lan
derijen. De weg scheen verlaten in de avondscheme
ring. Toch zeiden geen van beiden iets, totdat Albert
op een voor hem karakteristieke manier een eind aan
het stilzwijgen maakte.
Wij hebben elkaar den laatsten tijd vaak gespro
ken. Agnes. begon hij.
Het ontging haar niet. dat hij haar nog steeds, schijn
baar zonder het zelf te merken, bij haar voornaam
noemde.
Ja. dat hebben we, was alles wat ze antwoordde
en wat ze voelde wat nu gebeuren ging, was geen heel
groote verrassing voor haar, ze was een vrouw en een
intelligente vrouw bovendien en ze hoopte maar. dat
Gaar stem gewoon geklonken had
Vind je dat we elkaar al genoeg gezien hebben.
Ze lachte zacht
Ik niet. maar ik kan niet voor anderen instaan.
We hebben elkaar den laatsten tijd vaker ont
moet, dan andere menschen in jaren, ging hij, vlug??
sprekend, door. Geloof je, dat deze proef voldoende
om in de toekomst nog meer bij elkaar te zijn en da
ons leven lang?
.(Wordt vervol#