Vliegvelden op Malta gebombardeerd. Britsch-Amerikaansche bedoelingen Radio 0.< JCunst en £etteceu j Nederlandsch-Duitsche Kuituurgemeenschap MAANDAG 9 JUNI Ï94T puitsch weermachtsbericht van Zaterdag Hardnekkige gevechten in het gebied van Galla en Sidamo (Oost-Afrika.) BERLIJN, 7 Juni (D.N.B.) Het opperbevel %*an 'de weermacht maakt bekend: „In den strijd tegen de Britsche koopvaardij was liet luchtwapen ook gisteren bijzonder succesvol. Een gevechtsvliegtuig heeft 400 K.M. ten Westen van de Afrikaansche kust een vrachtschip van 3000 b.r.t. dat deel uitmaakte van een krachtig beschermd convooi tot zinken gebracht. Aan de Westkust van Schot land hebben gevechtsvliegtuigen twee groote koop vaardijschepen met tezamen 27.500 b.r.t. vernietigd Twee, andere groote schepen werden aan de monding van de Theems aangevallen en zwaar beschadigd. Een batterij verdragend geschut van de marine heeft Vijandelijke schepen voor Folkestone beschoten. In Noord-Afrika geringe wederzijdsche activiteit vari artillei-ie en patrouilles. De vijand vloog noch overdag noch des nachts naar het gebied van het Duitsche rijk. Bij de gevechten om Kreta hebben zich bij de stoutmoedige uitvoering van bijzondere opdracht door bijzondere dapperheid onderscheiden: de eerste ]uitenant-ter-zee Oesterlin,, de eerste stuurman Krei- bohm, de eerste machinist-onderofficier Schnell en de matroos Strecker. Bij de gevechten op Kreta hebben zich voorts luitenant Swart en tirailleur Brosig van éen bataljon luchtafweer van het leger bijzonder on derscheiden door het feit dat zij in dappere aanval len een Britsche gepantserde gevechtswagen van middelbare grootte die gereed stond om weg te rijden en te schieten, hebben buitgemaakt." DE ENGELSCHE SCHEEPS VERLIEZEN. Ter aanvulling op het weermachtbericht van Za terdag wordt, naar het D.N.B. meldt, nader medege deeld: De eerste week van Juni was vol van talrijke doel treffende ondernemingen van het Duitsche lucht wapen tegen scheepsdoelen in het zeegebied om En geland en op den Atlantischen Oceaan, vooral op 6 Juni en in den nacht op 7 Juni vielen aan de Duitsche bommenwerpers verscheidene bijzonder waardevolle groote eenheden van de Britsche koopvaardijvloot ten offer. In totaal bedroegen de verliezen gisteren en Jn den nacht op 7 Juni 30.500 b.r.t. aan tot zinken gebracht scheepsruïmte en 15.000 b.r.t. aan bescha digde tonnage. De succesvolle aanval op een Britsch convooi in het midden van den Atlantischen Oceaan 400 K.M. ten Westen van de Afrikaansche kust in den loop waarvan 13.000 b.r.t. groote vrachtsche pen door voltreffers van bommen tot zinken werd ge bracht. maakt voor de Britsche scheepvaart opnieuw duidelijk dat in deze verre, 2000 K.M. van de En- gelsche kusten gelegen zeegebieden niet slechts Duitsche duikbooten, maar ook Duitsche lange af- stands vliegtuigen de naar Engeland varende con- vooien bedreigen. Opmerkelijk is het tot zinken brengen van een 15.000 b.r.t. metend Britsch stoom schip in de smalle zeebocht van het Loch Ewen. Het verblijf van dit schip in een der vele schuilhoeken van de Schotsche Westkust, duidt er op dat de En- gelschen bijzonder waardevolle schepen den tijdroo- venden, maar meer, veiligheid gevenden omweg la ten maken van lossen der lading door lichters in af gelegen zeebochten. Bij de beide in de monding van de Theems aangevallen schepen betreft het eveneens twee groote, geheel geladen Oceaanstoomers, waar van de eene, een 8000 b.r.t. metend schip een vol treffer kreeg op het achterschip, waarna een hooge steekvlam uit het inwendige van het schip sloeg en langdurige brandverschijnselen waren te zien. Het tweede schip, groot 7000 b.r.t. kreeg verscheidene vol treffers die zware vernielingen aanrichtten op het flek en aan den scheepswand. De trefkracht waarmede het Duitsche luchtwapen In de eerste week van deze maand de Britsche koop vaardij heeft getroffen, komt tot uitdrukking in de zware verliezen van het Britsche aanvoerwezen. In totaal werden van 1 tot 6 Juni alleen door strijd krachten van het Duitsche luchtwapen 85.400 b.r.t. scheepsruimte der vijandelijke koopvaardij lot zinken gebracht en 15 schepen met- minstens 75000 b.r.t. door brisant- en brandeffect zwaar beschadigd. Italiaansch weermachtsbericht van Zaterdag Duitsche vliegtuigen brengen drie Engelsche koopvaardij schepen tot zinken. Verdragend geschut beschiet schepen voor Folkestone ROME, 7 Juni. (Stefani) In zijn weermachts bericht no. 367 maakt het Italiaansche opperbevel het volgende bekend: „Vannacht hebben onze vliegtuigen vliegvelden op Malta gebombardeerd. In de eerste uren van den ochtend ondernamen onze jachtvliegtuigen een aan val op het vliegveld van Halfar. Op den beganen grond staande vijandelijke machines werden in brand geschoten. Aan het front van Tobroek in Noord-Afrika werd een vijandelijke aanvalspoging verijdeld. Luchtfor- maties bleven de verdedigingswerken der vesting bestoken, waarbij branden ontstonden, voltreffers kwamen neer op de barakken in de zóne van Sidi el Barrani. In Oost-Afrika zijn hardnekkige gevechten gaande in het gebied van Galla en Sidamo langs de rivier Omo-Bottega. In de streek van Gondar werd een poging van Soedaneesche afdeelingen om een van onze garnizoens te omsingelen, verijdeld". Italiaansch weermachtsbericht van Zondag Nieuwe luchtaanvallen op Tobroek Slag in het gebied van Galla en Sidamo duurt voort ROME, 8 Juni (Stefani) Het 368e Italiaansche weermachtsbericht luidt als volgt: „In den afgeloopen nacht hebben onze vlieg tuigen luchtbases op Malta gebombardeerd. In Noord-Afrika valt te land niets te melden. De luchtmacht heeft herhaalde malen in den nacht van Vrijdag op Zaterdag en gisteren de bat terijen en militaire installaties van de versterking Tobroek getroffen, waardoor brand en vernieling Werd veroorzaakt. In de omgeving van Siwa wer den gemotoriseerde Britsche strijdmiddelen ge bombardeerd. Vijandelijke vliegtuigen deden aan vallen op Benghasi en Derna. In Oost-Afrika wordt de slag in het gebied van Galla en Sidamo voortgezet. In het gebied van Gondar wees het garnizoen van Wolsjefit opnieuw uitnoodiging om zich over te geven van de «and en bracht den vijand na stoutmoedige uit vallen gevoelige verliezen toe". Dc Duitsche oorlogsmarine en het luchtwapen brengen Engeland ontzaglijke verliezen toe. Met een schip van 5000 ton, zooals hierboven afgebeeld, gaan wel 600 wagonladingen verloren. Hoeveel levensmiddelen en oorlogsmateriaal voor Engeland zouden nu reeds op den bodem van de zee liggen? (Foto ContinentalStapf) Churchill en Roosevelt zoeken nieuwe oorlogstooneelen constateert de fVölkischer Beobachter" Onder het opschrift „Hun volgende doel" be spreekt de diplomatieke medewerker van den „Völkischen Beobachter" Theodor Seibert, de recente uitdrukkingsvormen der provocatiepolitiek van Churchill en Roosevelt. Seibert schrijft: „Het verlies van den slag om Kreta beteekent voor Engeland en voor het Amerika van Roosevelt meer dan een verloren veldslag. Achter het opgewonden rumoer, dat thans woedt bij de Britsch-Amerikaansche openbare meening x*ondom het thema Kreta, staat onuitge sproken, maar duidelijk de vraag: Hoe moet deze oorlog nu verder gevoerd worden, waar zijn de beginpunten voor eenigerlei nieuwe actie tegen de Europeesche vesting? In feiie gaan de gedachten van Londen en Washington ook in een nieuwe richting. Seibert maakt vervolgens melding van de wilde persopruiïng tegen het Fransche koloniale rijk en zegt verder: Wie den dieperen zin van deze provo catiepolitiek wil begrijpen, moet voor oogen houden dat reeds in de herfstdagen van 1939 in Londen het parool werd uitgegeven dat deze oor log vele jaren zou duren, daarachter zit de vol gende berekening: Wanneer het Engeland zou gelukken het oor logsvuur lang genoeg brandend te houden, moest ten eerste de blokkade van Duitschland tenslotte toch nog effectief worden en ten tweede zou Roosevelt den noodigen tijd krijgen, om zijn volk voor den oorlog rijp te maken. Het doel nieuwe bondgenooten te winnen en nieuwe oorlogs tooneelen te openen rnet de poging de stootkracht van het Duitsche rijk te versplinteren, werd ach tereenvolgens gediend door de Britsche aanslagen op Scandinavië, NedexTand, België en op den Bal- kan. Deze overwegingen van Churchill en Roosevelt waren van zuiver politiek standpunt gezien wel licht slim. Militair gezien echter waren zij waar lijk stumperachtig, want uit elk van deze af leidingsmanoeuvres ontstonden voor de spilmo- gendheden geweldige strategische voordeelen". De schrijver gaat dan in op de voortdurende pogingen van Engeland om net onbezette Frankrijk en de Fransche koloniën opnieuw „voor den plu- tocratischen oorlogswagen" te spannen. Daarbij noemt hij de overvallen op Oran, Dakar, de hon- gei-blokkade en de diplomatieke overredingspogin gen van admiraal Leahy. Hij schrijft dat thans tegen de regeering van Vichy een wilde veld tocht van haat wordt gevoerd onder het waarlijk groteske voorwendsel dat Pétain en Darlan de voorwaarden van den Duitsch-Franschen wapen stilstand hebben verbroken. Seibert noemt een reeks Britsche berichten over beweerde infiltratie van Duitsche troepen in Fransch gebied en schrijft woordelijk: „Men weet in Londen en Washington natuurlijk zeer nauwkeurig dat bij al deze ge ruchten geen woord waarheid is. De Britsche pers echter bezweert op grond van deze bakersprook jes de regeeringen in Londen en Washington de beweerde bedreiging vóór te zijn en de Fransche koloniale gebieden te bezetten. Het doel der oefening is duidelijk: Chui'chill en Roosevelt trachten deze Fransche gebieden tot nieuwe oorlogstooneelen te maken, Duitschland daarmede te dwingen tot ingrijpen en den oorlog wederom te verlengen. Sedert 4J/2 jaar, sedert de beruchte quaranlainex-ede van Chicago, heeft Roosevelt onophoudelijk getracht het Amerikaan sche volk te wennen aan een oorlog tegen de totalitaire mogendheden. Hij is slechts stap voor stap gevorderd, veel langzamer dan hij ooit had verwacht. Thans echter ligt gevaar in uitstel het gevaar, dat Engeland niet meer zoo lang kan volhouden tot het Amerikaansche volk eindelijk bereid is tot den sprong in het diepe water. Daarom heeft Roosevelt hoogst dringend „het eerste Duit sche schot" noodig. Dat is, behalve schending van Frankrijk,'zijn en Churchill's eerstvolgende doel". (D.N.B.) Amerikaansche patrouilledienst bij Martinique en Guadeloupe? Mededeelingen van Cordell Huil. Uit Washington meldt het D.N.B.: De Ameri kaansche staatssecretaris Cordell Huil heeft be treffende de Amerikaansche houding ten aanzien van de eilanden Martinique en Guadeloupe in West-Indië een verklaring afgelegd. Hij opende het perspectief dat oorlogsschepen en vliegtuigen der Vereenigde Staten dagelijks bij deze eilanden zouden patrouilleeren. De Fransche officieele in stanties zouden zich verplicht hebben geen goud van daar te verzenden zonder de Vei-. Staten er van in kennis te stellen. Deze maatregelen zijn opge nomen in een overéénkomst tusschen de Vereen. Staten en admiraal Roberts, den Franschen Hoogen Commissaris voor de Fransche bezittingen op het Westelijk Halfrond. Admiraal Roberts staat er borg voor dat de Fransche bezittingen op 't Weste lijk Halfrond zich zullen onthouden van iedere activiteit, die de Amerikaansche belangen zou kunnen benadeelen. De Ver. Staten zijn bereid den Franschen eilanden verlof te geven levensmidde len en belangrijke ravitailleeringsmaterialen in Amerika te koopen op voorwaarde dat zij niet naar Frankrijk of Fransch Noord-Afrika worden door gezonden. Een bepaald 'oedrag van de thans be vroren Fransche fondsen zal worden vrijgelaten voor den aankoop van levensmiddelen voor de eilanden, i Nieuw bombardement op Alexandrië. Het D.N.B. meldt: Het Britsche vloot- steunpunt Alexandrië, waarop in den nacht van 4 op 5 Juni een felle luchtaanval is ge daan, heeft Zaterdagavond zijn tweeden zwaren bomaanval beleefd. Reeds de eerste gegevens doen blijken dat omvangi-ijke vex-- nielingen zijn aangericht in de oorlogshaven cn aan de militair-economische belangrijke installaties in de omgeving van de haven. Het zwaartepunt van den aanval werd gevormd door het arsenaal en de ravitailïeeringsbedrijven van de Britsche oorlogshaven. Hier werd groote sqhade aangericht. Zwaar getroffen werden de installaties van de Westelijke haven, waar ver scheidene der zwaarste en effectiefste bommen in de bedrijfsgebouwen groote verwoestingen aanx-ichtten en een grooten bi-and deden ontstaan. Ook in het ax-senaal vond een zeer zware bom een loonend doel en richtte in een complex hangax-s groote vernielingen aan. De Duitsche vliegtuigen zijn alle op hun steunpunten teruggekeerd. Reuter meldt o.a. hei volgende. De Duitschers hebben Alexandrië opnieuw aan een kwaadaardig bombardement blootgesteld dat den geheelen nacht duuurde. De Duitsche eskaders daalden daarbij tot „bijna een voor hen zelf moorddadige hoogte" en lieten een regen van brisant- en bx-andbommen vallen, welke in ver schillende deelen van de stad dood en verwoes ting aanrichtten. Men vreest dat hondei-den men- schen gedood en gewond zijn. De voornaamste aanval was gericht op het havengebied. Besluiten van den Italiaansclien ministerraad. Het DNB meldt u.it Rome 7 Juni: De ministerraad heeft in een zitting van twee uur onder voorzitterschap van Mussolini behalve een aantal zuiver bestuurstechnische maatregelen op voorstel van den Duce de volgende wetsontwex-pen en maatregelen goedgekeurd: Opvoeding en vakopleiding van oorlogsweezen worden overgenomen door de jeugdorganisatie van den Lictorenbundel, het kapitaal van het credietin- stituut voor openbare wei-ken wordt verhoogd van 120 tot 510 millioen lire, de taak van den chef van den generalen staf der weermacht bij de voorbereiding van den ooi-log en de verdediging dei- natie wordt vastgesteld overeenkomstig de huidige behoeften. Onder den chef van den gene ralen staf der weermacht worden geplaatst de chefs van de generale staven der drie weermachtsdeelen. De functie van plaatsvervangenden chef van den generalen staf der weermacht wordt opgeheven. De partijsecretaris zal in de toekomst in zijn kwa liteit van minister van staat betrokken worden bij de i/itwei'king van alle wetgevende maatregelen van politieke beteekenis. Goedkeuring van een crediet van 500 millioen lire voor de uitvoering van dringende openbare werken in de pi-ovincies Ljoebljana, Fiume, Zara, Spalato en Caltaro. Het beti-eft in hoofdzaak aan te leggen wegen en werken die aan de tot dusver verwaaidoosde ge bieden een nieuwen economischen en socialen bloei zullen geven. Voorts werd goedkeuring gehecht aan de vol gende maatregelen: Invoering van speciale cursussen in vreemde talen aan de Italiaansche hoogescholen, vei-hoo- ging van de maximumgrens voor postchèques van 1000 tot 5000 lire, uittrekken van 15 millioen lire voor de exploitatie van kolenlagen in Albanië, 50 millioen lire voor de exploitatie van petroleum bij Patos in Albanië. i'iaQxamtna DINSDAG 10 JUNI 1941. HILVERSUM I, 415,5 M. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 0.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Schriftlezing en Meditatie (voorbe reid door de Christ. Radio-Stichting).. 8.25 Gramofoonmu ziek. 9.15—0.25 Voor de huisvrouw. 10.00 Orgelconcert. 10.40 Gramofoonmuziek. 11.00—11.20 Declamatie. 11.30 Zang met pianobegeleiding. 11.45 Gramofoonmuziek. 12.00 De Ram blers. 12.35 Voor den boer. 12.40 Almanak. 12,45 B. N. O. Nieuws- en economische berichten. 1.00 Hobovoordracht met pianobegeleiding. 1.30 Sprankelende middagklanken 3.30 Pianovoordracht. 4.00 Cyclus „Ons geloof en ons werk" (voorbereid door het Vi-ijz. Prol. Kerkcomité). 4.20 Gramofoonmuziek. 4.45 Voor de !eugd. 5.15 B. K Nieuws-, economische en beursberichten. 5.30 Het orkest Eloward. 6.00 Vroolijke voordracht met muzikale omlijs ting, 6.15 Gevarieerd programma. 6.45 Kapitalisme er natlonaal-sociallsme VII", causerie. 7.00 B. N. O. Vragen van den dag. 7.15 Zang en piano. 8.00 B. N. O. Nieuws berichten. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Het Omroeporkest, 9.30 Berichten, Engelsch. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00— 10.15 B. N. O. Engelsche uitzending: „Economie news from Holland". HILVERSUM II, 301.5 M. 6.45 Gi-amofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Gx-amofoonmuziek. 10.20 Pianovoor dracht. 10.40 Declamatie. 11.00 Het Amabile-sextet en gra mofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Het musette-orkest „Les Gars de Paris" en gramofoonmuziek. 12.45 B. N. O. Nieuws- en economische berichten. 1.00 Het orkest Elo ward met piano-intermezzi. 2.00 Het Nederlandsch Ka merorkest en soliste. 3.30 Zonnestralen in ziekenzalen. 4.00 „Muziek langs de kusten van Afrika', causerie met gramofoonplaten. 4.30 Gramofoonmuziek. 5.15 B. N. O Nieuws-, economische en beursberichten. 5.30 Het Amuse mentsorkest en solisten. 6.30 U hebt 't gehad op de lagere school. 6.45 Voor de Jeugd. 7.00 B. N. O. Vragen van den dag. 7.15 Het ensemble Band! Balogh. 7.45 Voor de wer kende vrouw. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Gramo foonmuziek. 8.30 Radiotooneel. 9.15 Gramofoonmuziek. 9.40 Voor den boei-. 9.55 Avondwijding (voordbereid door het Vrijz. Prot. Kerkcomité). 10.00 B. N. O. Nieuwsberich ten; sluiting. Feestconcert ter gelegenheid der Werkgemeenschap Haarlem en Omstreken Zaterdagavond is in het Concertgebouw te Haarlem de Werkgemeenschap Haarlem en Omstreken der Ne derlandsch-Duitsche Kuituurgemeenschap met haar arbeid aangevangen. Het lag aanvankelijk in de bedoeling prof. dr. Willem Mengelberg uit te noodigen het concert der Haarlem- sche Orkest Vereeniging te l'eiden, doch zijn vertrek naar het buiteniland verhinderde dit. Het versterkte orkest gaf nu onder leiding van Generalmusikdirectqr Dammer uit Keulen een concert, waarin de cellist Bram Hemerik als solist optrad. Er werden werken van Bach, Haydn en Brückner ten gehoore ge bracht. Mr. F. W. A. de Koek van Leeuwen, voorzitter cler Werkgemeenschap Haarlem en Omstreken, begroette de aanwezigen, in de eerste plaats den rijkscommis saris en diens echtgenoote. In de aanwezigheid van den Rijkscommissaris zag hij een bew.'js dat het stre ven van de Nederlandsch-Duitsche Kuituurgemeen schap hem zeer na aan het hart ligt. Verder be groette spreker den commissaris-generaal voor be stuur en justitie, den Beauftragte van den Rijks commissaris in de provincie Noora-Holland en dien voor de stad Amsterdam, den secretaris-generaal van het departement van opvoeding, wetenschap en cul- tuurbeschei-ming, den commissaris der provincie, den regeeringscommissaris en burgemeester van Haarlem, den voorzitter van den Nederlandschen Kuituurkring en de beide voorzitters van de Nederlandsch-Duit sche kuituurgemeenschap. De heer De Koek van Leeuwen ging, na zijn begroetingswoorden, o.m. als volgt voort: Ik houd het voor gewenscht om u omtrent onze doelstellingen nog iets te zeggen. Gij weet dat wij deze uitwisseling van kuituuruitingen als ons voor naamste doel zien om de onloochenbare banden des bloeds en des geestes tusschen het Duitsche en Ne- derlandsche volk meer dan tot dusverre het geval was, aan den dag te doen treden en aldus het on derling begrijpen en waardeeren te' bevorderen. Ik kan mij levendig indenken hoe vele Neder landers misschien ook onder u zich zullen afvragen: ligt in deze zaak van onze werkgemeenschap geen ge vaar voor onze eigen, Nederlandsche cultuur? Waar om begint, zij hare werkzaamheden reeds op dit tijd stip, nu Nederland nog bezet gebied is waarom is het wenschelijk dat er thans reeds uitwisseling van cultuur-uitingen tusschen Nederland èn het Groot* Duitsche rijk plaats vinden? Ik zal trachten, ging spreker voort op die be grijpelijke vragen een duidelijk antwoord te geven. Wat betreft het gevaar voor onze eigen cultuur ben ik er van overtuigd dat zij, die deze vraag stellen, zelve niet voldoende doordrongen zijn van wat derland op dit gebied gepresteex-d heeft en waarmede ons volk ook in de toekomst de wereld verrijken kan. Angst voor overvleugeling van onze eigen cul tuur en kunst door anderen kan slechts bestaan bij hen die zich van de Nederlandsche scheppings drang en Nederlandsche genialiteit geen of onvol doende rekenschap hebben gegeven. Juist dat besef dat ook Nederland op dit gebied voor den dag mag komen en de wereld wat te bieden heeft, dat Nederlandsche muziek, Nederlandsche schilder-, tooneel- en filmkunst, Nederlandsche schrij vers en dichters, Nederlandsche geleerden, kortom de Nederlandsche scheppende geesten, alsmede de Nederlandsche reproduceerende kunstenaars aan den geestelijke opbloei van Europa in hooge mate hun bijdrage kunnen leveren, dat het Nederlandsche volk daartoe volkomen in staat is, verder de wetenschap dat wij ook in Nedex-land voor een nieuwe bloei periode op dit gebied staan, juist dit alles doet eenlge vrees, die eigenlijk uit een misplaatst gevoel van eigen zwakheid of onzekerheid voortspruit, vólkomen teniet. Een volk, dat zich weer van eigen kunnen bewust wordt, is niet bang voor kennisneming van de cultuur-uitingen van anderen, integendeel ver welkomt die juist, omdat die bevruchtend op het eigen kunnen werken, en te minder behoeft zulk een vrees te worden gekoesterd wanneer er sprake van twee volken die door de natuur, ik zou ook kunnen zeggen door de Schepping,' zoo nauw aan el kaar verwant zijn als het Nederlandsche volk en het Duitsche. Ten aanzien van de vréag waarom wij onze taak reeds opvatten nu Nederland nog bezet gebied is, betoogde spreker o.a. Nog is dit in veler oogen dwaas heid en ik wil niet ontkennen dat hun argumenten oogenschijnlijk en oppervlakkig beschouwd stei'k lij ken. Ik wil u wel eerlijk bekennen dat ik als Ne derlander daar zelf ook innerlijk mede geworsteld heb. En ik moet daarbij zeggen dat ik dat ook tegen over Duitschers niet' onder stoelen of banken heb gestoken. Dat ik juist aan dien kant volledig begrip voor die moeilijkheden heb gevonden, was voor mij een reden tot voldoening en geruststelling. Feit is dat wij nog midden in de grootste verande ringen staan, die Europa sinds eeuwen aanschouwd heeft. Juist het gigantische van de gebeurtenissen die wij nu beleven, maakt dat men moet zien boven dc kleinheid en betrekkelijkheid der door mij ge noemde vragen uit, dat men in een heftig bewogen, doch grootschen en daardoor ook weer schoonen tijd ook grootsch leert zien, dat men niet in het dal blijft wachten, maar den berg opklimt om te speuren naar de doelen die de leidende figuren in Europa voor oogen staan. Spreker constateerde dat tot beter onderling be grip tusschen Nederlanders en Duitschers de uitin gen van elkanders cultuur zich het beste leenen. Cultuur is de ordenende daad van een mensch die verkeert in een spanning van ziel en geest. Men moet bezield zijn, d.w.z. de goddelijke vonk, de inspiratie bij hen die tot scheppen begenadigd zijn en de lichamelijke gevangenis tijdelijk kunnen ontvlieden, moet zich paren aan den wil en het kunnen van den enkeling die schept. Slechts een innerlijk geestelijk zich gebonden voelend mensch kan cultuur scheppen, dat is de innerlijk rustige mensch, dat is de aan God en aan zijn volk ge- loovende mensch. Zonder wortels in het verleden is geen heden- daagsche cultuur denkbaar en daarom is het goed dat, wij u ook cultuur-uitingen van groote Duit schers in het verleden voorzetten. Deze vormen weer een der voorwaarden voor onze hedendaag- sche en toekomstige cultuur en juist, doordat de geestelijke ongebondenheid in de wereld in de ja ren achter ons zoo hoogtij vierde en den volke soms zelfs als het ideaal voor oogen werd gesteld, be leefden wij de laatste jaren een tamelijk cultuur- arm tijdperk onzer historie. Thans wint onder den invloed van den uit verkoren, grooten cultuur-schepper in dezen wereld historischen tijd gelukkig de erkenning onzer beperktheid, het besef van de noodzakelijkheid'on zer gebondenheid en van de groote waarden die juist daaruit voortkomen, weer veld. De bodem woi'dt dus weer bereid voor nieuwe cultuur-uitin gen. Aan die groote toekomst wenschen wij deel te hebben, omdat wij dat aan onze traditie en ons nageslacht verplicht zijn. weet in opdracht van Markgraaf Christian v. Öran- denburg, die helaas deze muziek minder hoogschatte dan wij; in zijn nalatenschap vond men ze in een ongeordenden bundel te zamen met waardelooze prullen. Het !s ook hier gewoonte geworden, dit concert (en in 't bijzonder het slot-allegro) te laten spelen in een tempo, dat slechts virtuoze doeleinden nastreeeft. Het zal den opmerkzamen luisteraar zijn opgevallen dat, de violen geen moeite hebben met dit snelle tempo, de contrabassen den indruk maken als leden zij aan aamborstigheid. Dit kan nimmer Bach's be doeling geweest zijn; men merke op hoe voortreffelijk alles klinkt wanneer het tempo rustig blijft en hoe toch ook aan den algemeenen eisch van schoonheid wordt voldaan. Wat het uitsterst kort tussehendeel (Moderato) betreft, zouden toch niet deze „Corelli"- passages zijn bedoeld als embryo eener uit te werken improvisatie? 't Is tnaar een vraag De uitvoering was buiten kijf loffelijk, als men in aanmerking neemt dat de heterogene samenstelling van het versterkte orkest (een goed violist is niet al tijd een voldragen orkestkracht) een zekere voorzich tigheid noodzakelijk maakte, waardoor vergelijking met groote ensembles als b.v. het Concertgebouw orkest geen zin heeft. Helaas kunnen wij ons bij deze Bach-vortolking niet losmaken van deze vergelijking. Bij Haydn's celloconcert werd het strijkei-sensemble v/eer tot haar normale proportie tei-uggebracht. Bram Hemerik introduceerde hier op zijn kostelijk oud- Fransch Instrument en in vootreffelijk technische be- heersching dit niet-bekende concert voor violoncel; bijzonder schoon is de inleiding van het Adagio, waar- In de sfeer van Beethoven's vierde pianoconcert (An dante con moto), zij 't in andere noten, In Hemerik's zeer gekirstalliseerde loonvorming (die bijwijlen aan Hekklng doet denken) spi-eken zulke geniale ingevin gen onmiddellijk aan; hoewel een dikwijls te groote reserve (bijv. in de laatste cadens) ook wenschen on bevredigd laat. Karl Dammer vond in de H.O.V. het altijd slagvaardige begeleidingsinstrument, dat ook den solist ruimte liet tot volkomen vrije uiting. Doch hiermede was het concert niet beëindigd. En evenmin hiervoor alléén was Karl Dammer gekomen. Bruckner's gigantische Vijfde Symphonie zou ons nog anderhalf uur gevangen houden. Een gevangenschap intusschen. waarover wij ons niet beklaagden. Men had zich slechts bewust te zijn van de structuur die dit heroïsch-tragisch tonendicht zijn overweldigende grootheid verleent. En als bij Franck is ook in deze ijfde Brucknersymphonie de finale in waarheid de culminatie, zooals wij die in Beethoven's Eroïca nog niet zullen aantreffen. Naast bewondering voor het contrapuntnsch meesterschap van Bruckner's genie oen in volle breedte overzien van dit geweldige the matische gebouw. Naast de zondooi-schenen registreer- kunst van den ox-gelmeester van Klosterneuburg de contrastwerking van de als bliksemstralen opflitsen de allegrothcma's en het bovenaardsch rustig Choral. Voortreffelijk was ook de weergave, (in zijn geheel eigen orkest, n.l. het koper), van dit Choral, waarvan men telkens verwacht dat het op zijn hoqgste hoogte is gekomen, maar waarbij nog altijd weer een climax in verwerking, in kleur, in klank, de spanning op voert. Karl Dammer heeft hier het werk van den groot meester van St. Florian geïnterpreteex-d op een wijze die alleszins vootreffelijk mag heeten. De zaal juichte hem warm en langdurig toe, en van deze hulde bracht hij het rechtmatige deel over op het orkest, dat zijn intenties vertolkte met een niet genoeg te prijzen am bitie. G. J. KALT. Het Concert Onze muziekmedewerker de heer G. J. Kalt schrijft over het feestconcert: Gezien nu het muziekprogramma, dat door ons be langrijk versterkte H.O.V.-orkest onder leiding van Generalmusikdirektor Karl Dammer, uit Keulen, werd uitgevoerd, is het onnoodig te zeggen dat Joh. Seb. Bach, Jos. Haydn, Anton Bruckner in ons land wel haast inheesch zijn. Het orkeste opende met Bach's zeer bekende Bran- denburgsch Concert (No. 3), geschreven zooals men AANZIENLIJK TEKORT OP NED-INDI5CHE BEGROOTINGg. SJANGHAI, 7 JunL (D.N.B.) Naar uit Batavia gemeld wordt, vertoont de staatsbegi-ooting van Ned.- Indië voor 1942 een aanzienlijk tekort, zonder dat tot dusver maatregelen overwogen zijn om aan dit te kort tegemoet te komen. Voor het loopende jaar, zoo wordt verder gemeld, wordt een ongunstige ontwik keling van den Ned.-Indischen buïtenlandschen han del in vergelijking met het vorige jaar verwacht. De export wordt vooral belemmerd door het tekort aan scheepsruimte. ZAND VOORT De zee eischt offers. Vele jaren achtereen heeft de Zandvoertsche Red dingsbrigade op hetzelfde aambeeld gehamerd en er op gewezen, dat de zee dikwijls mooi en aantrek kelijk is maar wispelturig blijft voor hen, die haar niet door en door kennen en daai-door altijd ge vaarlijk. Zwemmen of baden op afgelegen plaatsen brengt altijd risico mee, 't Veiligst is men in de bad inrichtingen, waar deskundig personeel voortdurend toezicht houdt. Ook' aan 't stille strand is het vrij veilig, omdat daar dag in dag uit de leden van de Zandvoortsche Reddingsbrigade een oogje in het zeil houden én omdat daar meestal vele menschen bij elkaar zwemmen, zoodat de een den ander op dé gevaren kan wijzen. Langen tijd heeft het publiek blijk gegeven, te luisteren naar deze goedgemeende raadgevingen, doch langzamerhand werd dit anders. Nu dit jaar het toezicht aan het strand minder streng is, wordt er practisch langs het geheele strand gezwommen. Daardoor zijn de baders en zwemmers over een te groote oppervlakte verspreid om steun aan elkaar te hebben. Voor de Z.R.B. is het natuurlijk onmogelijk het geheele strand te be waken. De gevolgen hebben niet lang op zich laten wachten. Reeds op den eersten Zondag, waarop het weer tot zwemmen uitlokte, koste dit een men- schenleven en bijna zelfs een tweede. De 33-jarige mevrouw M. uit Haarlem waagde zich omstreeks half een voor den Strandweg alleen in zee en geraakte in een mui. Voor een geoefend zwemmer is dit allerminst gevaarlijk, als men maar weet, hoe men zich in zoo'n geval moet ge dragen. Mevrouw M., die uitstekend zwemt wist dit blijkbaar niet. Zij probeerde zonder succes tegen den stroom in te zwemmen. Toen haar krachten in deze ongelijke worsteling bijna uitge put waren, begon ze om hulp te roepen. Gelukkig werd dit ondanks het geroezemoes op het strand gehoord en Jb. Termes en Cor de Jong snelden haar met de vlet van de badiirrichting Groot-Bad huis te hulp. Toen zij na reeds eenige keeren on dergegaan te zijn, op 't punt stond om voor goed in de diep'.e te verdwijnen, wisten zij haar te grijpen en in de boot te hijschen. Volkomen uitgeput ver loor zij hier het bewustzijn. Zoodra het slachtoffer aan wal was gebracht paste de heer Jb. Termes kunstmatige ademhaling toe, waardoor de levens geesten weer werden opgewekt. Dr. Van Fraassen, die spoedig ter plaatse was, liet haar omdat hij érnstige complicaties vreesde, per ziekenauto naar de Mariastichting in Haarlem vervoeren. Indien deze vrouw een minder goed zwemster was geweest, en niet tot het uiterste voor haar leven had gevochten, zou zij in de diepte verdwenen zijn, voor de redders haar hadden kunnen bereiken. Ruim een uur nadat dit drama zich afspeelde, deponeerde een omstreeks 12-jarige jongen J. B. uit Amsterdam zijn kleeren in de strandtent van de Wed. D. even ten Zuiden van de badinrichting Groot-B ad huisi Opgewekt begaf de jongen zich daarna in de richting van de zee. Wat er verder met hem ge beurd is weet men niet. Niemand heeft er op hem gelet. Toen de kleeren na enkele ui'en niet werden opgevraagd begonnen zijn ouders tc vreezen, dat hem een ongeluk was overkomen. Men hoopte evenwel nog, dat hij hier of daar aan 't strand aan het spelen was. Tegen den avond veranderde deze hoop evenwel in wanhoop en de leden van de Z.R.B. werden bijeengeroepen om in groepjes het strand af te zoeken naar zijn lijk, dat echter eerst des nachts om 12 uur voor de Zuid-Boulevax-d gevonden werd. Vrijwel nimmer gebeurt het, dat op een druk punt als waar de knaap te water is gegaan, iemand onbemerkt een ongeluk overkomt. Toch moet men aannemen dat de jongen ongezien in de diepte is verdwenen. Moge deze harde les tot het publiek spreken: Men ga niet zwemmen of baden dan waar deugdelijk toezicht is. Wie ander doet speelt met zijn leven. Te Scheveningen is d17-jarige G. S. uit Noot dorp door den stroom gegrepen en afgedreven. Po gingen den jongen te redden faalden. Het lijk i* nog niet aangespoeld. t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 5