Distributie van vaste brandstoffen. Uit de Pers. Zoo'n Zondag! Nieuwe Uitgaven Eigenaardigheden 's-GRAVENHAGE, 23 Juni De Secretaris-Gene raal van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart maakt bekend dat een begin zal worden gemaakt met het beschikbaar stellen van vaste brandstoffen, teneinde de verbruikers in'de gelegenhèid te stellen reeds gedurende de zomer maanden een gedeelte van het hun voor den aan staanden winter toe te kennen rantsoen te betrek ken. Hiertoe worden voor het tijdperk van 24 Juni 3941 tot en met 31 December 1941 de bonnen no. 01, 02 en 03 van de bonkaart „haarden en kachels" J, de bonnen no. 01, 02. 03 en 04 van de bonkaart „haarden-kachels" K. alsmede de bonnen no. 01, 02. 03. 04, 05, 06, 07, 08, 09, 10 en 11 van de bonkaart „centrale verwarming" L, elk geldig verklaard voor het koopen van één eenheid vaste brandstoffen. Voorts geven gedurende bovengenoemd tijdvak de bonnen no. 05, 06, 07 van de bonkaart „haarden en kachels" J en de bonnen no. 05. 06, 07 en 08 van de bonkaart „haarden en kachels" K'elk recht op het koopen van hetzij 195 kg. peïsturf (300 stuks), hetzij 200 kg. baggerturf (450' stuks), hetzij 275 kg uit de Peel afkomstige turf, hetzij. 200 kg. overige soorten turf. Zooals bekend is aanmaakturf zonder bon ver krijgbaar. Fabrieksturf wordt uitsluitend beschik baar gesteld voor industrieele doeleinden en kan niet op de gewone bonnen worden betrokken. De bonnen, die thans alleen voor het koopen van turf zijn aangewezen, zullen vermoedelijk later alsnog worden geldig verklaard voor het koopen van alle soorten vaste brandstoffen, die thans ge distribueerd worden, zoodat verbruikers, die hierop geen turf wenschen te betrekken, deze bonnen kunnen bewaren en ze later voor het koopen van de door hen gewenschte andere soorten vaste brandstoffen kunnen besteden Voor zoover zulks mogelijk is, zullen vóór 31 December 1941 nog andere bonnen voor vaste brandstoffen worden aangewezen. Het spreekt vanzelf dat de brandstoffenhande- laren niet in de gelegenheid zijn om onmiddellijk aan de verbruikers op alle thans geldig verklaarde bonnen brandstoffen af te leveren en dat zij daar om de levering over den zomer en het najaar die nen te verdeelen. De verbruikers, die ten gevolge van onvoldoen- Ii*. Mussert over den toestand. In een extra-nummer van „Volk en Vaderland" wijdt Ir. Mussert een beschouwing aan den nieu wen toestand onder het opschrift: Eindelijk. Europa zuivert het Oosten. Hij beziet daarin de strategische zijde, de Euro- peesche zijde en de geestelijke zijde van het tref fen tusschen Duitschland en Rusland. Na een kort overzicht te hebben gegeven van den oorlog tot de Balkan-verwikkelingen, wijst Ir. Mussert er op, dat zoodr-a Joego Slavië in het ge ding kwam, het duidelijk was, dat zeer belangrijke berichten uit Rusland en Turkije te wachten waren. Het bereiken van Mesopotamië en de Arabische landen om de Engelschen vandaar te verdrijven, hetgeen noodig is voor de zuivering van de Middel- landsche Zee kon te land alleen door Turkije of door Rusland. Vandaar dat deze landen onze aan dacht gespannen hebben gehouden, totdat eenige dagen geleden het verdrag met Turkije werd ge sloten. Toen was het duidelijk dat het Russische vraagstuk zou worden opgelost, als logisch sluit stuk van den oorlog op het vasteland van Europa. Dit wat de strategische zijde betreft. Komende tot den Europeeschen kant van de zaak wijst Ir. Mussert -er op, dat deze tijd gekenmerkt wordt door een groeiende solidariteit der volken op het vasteland van Europa. Frankrijk, tot voor een jaar nog Duitschlands vijand en thans in feite samen werkend met de Duitsche weermacht, is daar een sprekend bewijs van. Ware deze solidariteit er reeds vroeger geweest, dan was het nimmer tot de overweldiging van Finland gekomen. Anderhalf jaar.zijn sindsdien voorbijgegaan en de vormen van het nieuwe Europa teekenen zich al duidelijk af, de solidariteit groeit met den dag en dus kan het niet anders of dit Europa moet in shet Oosten beveiligd worden Het communistische "Rusland kan nimmer een veilige Oostgrens zijn van het nieuwe Europa en zeker niet zoolang het zeggenschap heeft in de Oostzee. In het nieuwe Europa zijn de Oostzee en de Noordzee Germaan- sche binnenzeeën en aan de Germanen vijandige machten kunnen daar niet geduld worden. Roemenië "heeft tol moeten betalen aan Rusland; een bolsjewistische vloot in de Zwarte Zee is voor dit land een voortdurende bedreiging. Het gezamenlijk binnenrukken ^in Rusland van de legers van Duitschland, Finland en Roemenië is het tweede bewijs van de groeiende solidariteit in Europa. De strijd van de Franschen in Syrië tegen Engeland was het eerste symptoom daarvan; de gemeenschappelijke bestrijding van Sovjet-Rusland door de Europeesche nabuurstaten gaat in betee kenis verre daar boven uit. Een nieuwe phase is ingetreden in de hérvorming van Europa, n.l. de zuivering in' het Oosten. In de derde plaats is de oorlog tegen Sovjet- Rusland van zoo groote beteekenis, omdat nu weg gevallen is de onduidelijkheid voor den buiten staander ten aanzien van de geestelijke fronten. Twee werelden botsen in dezen tijd: de nieuwe wereld, gegrondvest op de beginselen van het Nationaal-Socialisme, d.w.z. op de volksche waar den, die ieder volk wil doen leven naar eigen aard, zeden en gewoonten, in vrede en samenwerking naast elkaar en de oude wereld, gegrond op de be ginselen van de Fransche revolutie, van het in dividualisme, de parlementaire democratie, en het kapitalisme met als consequentie het marxisme en uiteindelijk het communisme. „De botsing Rusland-Duitschland is in 1939 voor komen omdat ieder van hen er belang bij had elkander op dat tijdstip niet in de haren te vliegen. Domme en misleide menschen dachten toen, dat Hitier zijn beginselen verloochende. In werkelijk heid bracht hij een zwaar offer omdat hij zijn volk een strijd op twee fronten wilde besparen. Rusland stond en staat aan de overzijde hand in hand met de kapitalistische en Joodsche mach ten in. Engeland en Amerika. Met Engeland en Amerika maakt het deel uit van den ring, die Europa moet verstikken. De ring die van Groen land loopt over Amerika en Afrika naar Mesopo tamië en vandaar over Rusland naar de Noordelijke IJszee. Europa, of juister gezegd het in het Oosten actieve deel van- Europa,- zal dien kapitalistischen- bnlsjewistischen ring doen springen. De fronten zijn nu weer duidelijk voor den dag getreden voor iedérs oog. Zelfs de meest eenvou dige van geest kan zich niet meer vergissen. Men heeft te kiezen: aan den eenen kant het kapita lisme, de plutocratie, het bolsjewisme: aan den andeven kant het nationaal-socialisme en het fas cisme. Aan deze keuze valt niet te ontkomen." Ir, Mussert betoogt dan, dat thans het uur der vergelding voor Finland geslagen heeft, al zullen er nog altijd velen zijn. die. betreuren, dat het Hitier en niet Churchill is geweest, die hiertoe geroepen werd. „Anderen zullen er zijn, de volwassenen met de kinderhersens. die in de veldtocht tegen Rusland, het begin van den ondergang van Duitschland zien. Zij herinneren zich de historie van Napoleon, zij zoeken in de atlas naar de Berezina. Tot dezulken moge ik de bescheiden opmerking richten, dat j sinds Napoleons troepen naar Moskou liepen er iets veranderd is: er zijn n.l. automobielen en vliegtuigen gekomen en die gaan sneller dan een mensch of een paard loopen kan. Voorts moge ik hun de vraag stellen of zij er wel eens over nagedacht hebben wat er van Europa zou overbliiven 'als het eerst werd uitge hongerd, daarna tot slagveld werd gemaakt en i tenslotte werd overstroomd door bolsjewistische I horden. De vraag stellen is haar beantwoorden n.l. van Europa zou niets meer overblijven dan een puinhoop en de Europeesche cultuur zou onder gaan in den chaos." 'n Door en door „gezonde" Zondag Hebben wij daar net gehad. Dat was me een vreugdebrondag, Buiten, en zelfs in de stad. Want de ongetelde velen Stemde 't warm en vergenoegd, In het zweet zijns aanschijns. spelen Is als werkwoord druk vervoegd. 't Was al menschen en al kleeren Die men uitgelaten zag, Uit gelaten kon men leeren 't Is een uitgelaten dag. Neen de vreugd werd niet verborgen, Z' overwon elk mooglijk leed, En de dagelijksche zorgen Smolten weg tot druppels zweet, 's Avonds moe en zalig suffen In een stoel was veler slot, Puffen met echt puf in puffen, Want er was geen pufverbod. 't Kon ons tot het hart verwarmen, Wie 's daar niet gevoelig voor, Ja, gezichten, beenen, armen Zijn er n o g gevoelig door. 't Was een dag der (warme) dagen En wie nog mocht klagen, nou Die zou 'k vriendlijk willen vragen: En wat deed u in de kou? P. GASUS. de bergruimte of anderszins niet in de gelegenheid zijn reeds nu vaste brandstoffen op hun bonnen te betrekken, kunnen hiermede natuurlijk ook tot het a.s. stookseizoen wachten, daar de bon nen geldig zijn vei-klaard tot en met 31 Decem ber 1941. Tevens wordt er de aandacht op gevestigd, dat de bonnen gemerkt met „brandstoffen, één een heid" van 24 Juni 1941 af tot 1 Mei 1942 recht geven op liet koopen van één eenheid vaste brand stoffen. Vroege aardappelen. Prijs 11 cent per K.G. gedurende de twee eerstkomende weken. 's-GRAVENHAGE, 23 Juni. (A. N. P.) Naar de gemachtigde voor de prij zen mededeelt, is heden de prijs van de vroege aardappelen voor de eerst komende twee weken vastgesteld op 11 cent per K.G. Behalve de vroege aardappelen zullen ook kriel- aardappelen verkrijgbaar worden gesteld, waarvoor de prijs gedurende de week van 23 tot en met 28 Juni is bepaald op 6V2 cent per K.G. Nadien echter op 6 cent per K.G. Bovendien blijven gedurende de eerstvolgende twee weken behalve de vroege aardappelen ook oude aard appelen verkrijgbaar tegen de daarvoor vastgestelde prijzen. Er wordt aan herinnerd dat de duurste soort van deze oude aardappelen 8 eent per K.G, kost. De prijs van de vroege aardappelen zal na de eer ste twee wéken geleidelijk aan den prijs der oude aardappelen worden aangepast. De gemachtigde voor de prijzen vestigt er echter met nadruk de aandacht op dat, zoolang de hoogere prijs van 11 cent voor de vroegere aardappelen geldt, in geen geval voor ^ude aardappelen meer mag wor den berekend dan dè daarvoor vastgestelde prijzen. Rijwieldief te Haarlem aangehouden. Had zestien fietsen gestolen. De Haarlemsche politie heeft Zaterdag een 21-jarigen chauffeur aangehouden, die verdacht werd van rijwieldiefstal. Bij een uitgebreid onder zoek kwam aan het licht, dat hij te Haarlem niet minder dan zestien rijwielen had gestolen. De man die bekende, zal aan de justitie worden over geleverd. DISPENSATIE VAN HET VERBOD TOT HET GEBRUIKEN EN VERBRUIKEN VAN VERF. Zooals op 18 April 1941 in de pers werd ge publiceerd is het met ingang van 1 Mei 1941 aan een ieder, dus zoowel aan schilders en industrieele ondernemers als, aan particulieren, slechts toege staan veyf te gébruiken, te bewerken o'f te ver werken onder voorwaarde, dat daarbij het voor schrift no. 2 voor de uitvoering van schilderwer ken in acht wordt genomen. Artikel 8 van genoemd voorschrift, hetwelk kos teloos verkrijgbaar is bij de sectie verf en verf- grondstoffen van het rijksbureau voor chemische producten, Koningskade 15, te 's-Gravenhage, be paalt, dat tot den eersten Juli 1941 dispensatie wordt verleend van de bepalingen vervat in de artikelen 3 en 4 van dit voorschrift voor de ver werking van de hoeveelheden oliehoudende pla muur, verven, lakken en vernissen, die op 17 April 1941 in voorraad waren, mits deze producten wor den gebruikt voor werkzaamheden van vitaal be lang. De termijn gedurende welke deze dispensatie geldt, wordt thans verlengd van 1 Juli 1941 tot 1 Augustus 1941. Er wordt nadrukkelijk op gewezen, dat het ver boden blijft metselwerk, pleisterwerk, steen, be ton, asbest cement en dergelijke materialen te be schilderen of over te schilderen met producten, welke olie bevatten. (ANP) EXAMENS. AMSTERDAM 23 Juni. Bij het eindexamen van het Amsterdamsche Conservatorium zijn ge slaagd voor hoofdvak: Piano: mevr. J. A. SimonsWoudstra (Haarlem) en de heer A. A. Rieu (Haarlem). Viool: mej. T. A. Druyf (Haarlem. Fluit: de heer F. N. Vester (Beverwijk). Compositie: de heer A. F. de Braai (Haarlem). HANDELS-ECONOMISCH BIBLIOTHEEEK- EN LEESZAALWERK. Het diploma van de „schriftelijke cursus voor oriën tatie in handels- economisch bibliotheek- en leeszaal- werk" werd door de centrale vereeniging voor open bare leeszalen en bibliotheken uitgereikt aan mej. G. Ratelband (Haarlem). De Haarlemsche Avoudvierdaagsche In twee groepen hebben de deelnemers aan de Haarlemsche avond-viërdaagsche de wandelingen geëindigd. Vrijdagavond waren het er circa 250 en Zaterdag middag kwamen er ongeveer 300 wandelaars over de eindstreep bij het staitlokaal: gebouw „Rósen- haghe". Al is het aantal wandelaars vbor een wan delcentrum als Haarlem wat tegengevallen, zij die hebben ingeschreven, hebben ook bewezen goede tippelaars te zijn, want onder den marsch is er slechts één uitvaller geweest gedurende de vier da gen. De publieke belangstelling voor de aankomst der tippelaars was bijzonder groot, zoodat de wande laars, evenals bij de echte vierdaagsche te Nijmegen, het startlokaal bereikten door een haag van men schen. De kranige ploeg van de marechaussee uit Overveen werd met bloemen verwelkomd. In het startlokaal heerschte een vroolijke' stem ming. Jack Funny zorgde met een aantal wandel liedjes voor een feeststemming, voordat de alge- meene leider, de heer H. H. Winters, met een toe passelijk woord de prijzen aan de individueele tip pelaars en aan de groepscommandanten overhan digde. De wandelaars, die het prachtige parcours "had den afgelegd,«brachten aan de commissie een woord van lof voor de uitstekende organisatie. De Nederlandsche Wandelbond was vertegen woordigd door do heeren Senden en Van Hooff. De opleiding van den medicus. Een prae-advies van Dr. W. B. Smit te Haarlem. Maandag werd te Utrecht een Universiteitsdag ge houden, die in den morgen door den Rector Magni ficus in de Domkerk geopend werd. Voor den ochtënd vermeldde het programma een voordracht van Prof. Dr. W. Vogelsang over „Jan van Scorel en de Kunst te Utrecht". Ter illustratie werden de hoorders uitgenoodigd een tentoonstel ling van werk van oude Utrechtsche .meesters te be zichtigen. Na den koffiemaaltijd werd er faculteitsgewijze vergaderd. Voor elke faculteit, waren twee personen die vroeger aan de Utrechtsche Universiteit gestu deerd hebben, uitgenoodigd een antwoord te geven op de vraag: „Wat kan de Universiteit voor u doen en wat gij voor de Universiteit?" Door de faculteit der Geneeskunde waren uitge noodigd als inleiders op te treden: Dr. H. D. E. Mil- ders te Rotterdam en Dr. W. B. Smit, directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezond heidsdienst te Haarlem. Dr. Milders behandelde in het bijzonder den kant van den huisarts. Zijn stellingen waren: De indeeling der medische studie aan de Univer siteit blijve in groote trekken onveranderd. Met de wenschen. genoemd in het praeadvies van de Sociaal Hygiënische Commissie, uitgebracht in 1937, worde ernstig rekening gehouden. De Universiteit moet een wetenschappelijk cen trum blijven, in de allereerste plaats ingericht voor de wetenschappelijke vorming van den arts. Daar naast moeten verschillende maatregelen genomen worden voor de praktische en sociale vorming van den huisarts, dit in verband met den grooten over gang tusschen studie en praktijk, die heden bestaat (Contact docent-studen.t verantwoordelijk werk co-assistenten, ervaring van docenten cn assisten ten met de algemeene praktijk, inschakeling van huisartsen i.i medisch onderwijs). Een verplicht praktisch jaar, doorgebracht in een klein ziekenhuis, sociale instellingen of algemeene praktijk volge op het artsexamen. De stellingen van Dr. Smit (die 'in het bijzonder aandacht wijdde aan de positie van de sociale ge neeskunde) had de volgende stellingen: 1. De kennis van de belangstelling voor sociale geneeskunde van pas afgestudeerde artsen is te ge ring. Het is gewenscht dit onderdeel als verplicht vak met een examen of tentamen voor te schrijven. 2. De afgestudeerde arts behoort, voordat hij- zich vestigt of gaat specialiseeren, een practischen leer tijd door te maken. 3. De opleiding zelf behoort, desnoods met opof fering van bepaalde theoretische finesses, die voor een huisarts van minder beteekenis zijn, meer practisch werk te omvatten (E.H.B.O., verpleeg kunde, petite chirurgie, buitengewone verlossingen enz.). In zijn toelichting deelde Dr. Smit mede, dat de tekortkomingen die hij op zijn terrein ontmoet hoofdzakelijk culmineeren in het tekort aan inzicht in, kennis van en belangstelling voor de sociale zij de van het beroep. Het is gewenscht, zoo niet noodzakelijk, dat die genen, die hun werkkring trachten te vinden of) so ciaal-geneeskundig gebied, gerecruteei'd worden uit de huisartsen. Behalve^ een goede wetenschappelijke opleiding voor arts, eensdeels gericht op'de praktijk, zal de opleiding tevens moeten voldoen aan de eischen, die tegenwoordig in groote mate worden gesteld op maatschappelijk gebied de sociale geneeskunde dus. Men zal niet kunnen ontkennen dat het vermogen om in individueele gevallen in maatschappelijke aangelegenheden van den patient, voor zoover zij verband houden met zijn lichamelijken of geestelij ken toestand, leiding te geven, van belang is en van beteekenis ook voor de medische behandeling en dat het de vertrouwenspositie van den arts tegenover den patient helpt opbouwen en versterken. Ook de kennis van de organisatie van de gezond heidszorg in het algemeen is noodzakelijk. De student leert zoo goed als niets van zijn toekomstige maatschappelijke functies, weet niets van sociale wetgeving af. Men moet dat nu in de praktijk zien aan te leeren, veelal op moeizame wijze. Wanneer men geen voldoende inzicht heeft in deze materie, loopt men de kans of verkeerd of in het geheel niét te adviseeren in zaken waarvan de geneesheer verondersteld wordt op de hoogte te zijn. Door het verplicht stellen van het volgen van de colleges in de sociale geneeskunde, zal zeer zeker de belangstelling in dit onderdeel worden aange wakkerd, maar hierbij moet men het niet laten. De theoretifcche lessen moeten worden aangevuld door practische ervaring, in dien zin dat men met eigen oogen"aanschouwt wat op sociaal-geneeskundig ter rein in Nederland door samenwerking van Over heid en particulier initiatief tot stand is gebracht. „Behalve dus, dat de afgestudeerde arts de prac tijk dient in te gaan, uitgerust met een behoorlijke kennis betreffende de zaken waarmee hjj dagelijks in aanraking komt, is het uit sociaal-geneeskundig oogpunt noodig, dat hij beschikt over een behoor lijke practische medische kennis. Het is mij n.l. opgevallen dat het onder de jonge re medici meermalen voorkomt, dat zij door gebrek aan klinisch inzicht en practische ervaring, te vlug specialistische hulp of opneming voor observatie of behandeling in een ziekeninrichting aanvragen en dus de behandeling aan anderen overdragen. Hoewel dit op zichzelf nimmer een nadeel voor den betrokken patiënt is, vraag ik mij af of de medicus zich bij zijn handelingen voldoende reali seert, dat elke opneming in een ziekenhuis geld kost en dat dit geld door de gemeenschap moet worden opgebracht. Men zal mij direct kunnen te genwerpen, dat. de controleerende organen dit euvel kunnen tegengaan. In theorie is dit juist, maai" in de practijk kan het aanleiding geven tot noodelooze onaangenaamheden, zoowel voor den patiënt als voor den arts. Geneeskundige practijk uitoefenen beteekent nu eenmaal groote verantwoordelijkheid dragen, in dien zin, dat men niet» elke moeilijkheid tracht af te wentelen op anderen. Natuurlijk bedoel ik hiermede niet die ge vallen, welke uit sociale overwegingen in een zie kenhuis moeten worden opgenomen. Diegenen onder u, die hun werk ten plattelande verrichten, zullen begrijpen wat ik met deze opmerking bedoel, want hoe beter men practisch is geschoold, hoe meer men zelf zal willen en kunnen behandelen, met dit gevolg, dat het zelfvertrouwen maar ook de zelf voldoening des te grooter zal zijn". Dr. P. H. Esser: Uren met Kierkegaard. Een boek over den Deenschen denker Kierkegaard, den grondlegger der existentie-filosofieën. Dr, Esser behandelt den levensloop ^n de existentieele filoso fie van Kierkegaard en geeft een indruk van het geen déze onder „levensstadiën" heeft verstaan. Uitgeefster is de Hollandia-Drukkerij N V. te Baarn Dr. H. Groot: PROBLEMEN DER MODERNT NATUURWETEN SCHAP. De schrijver richt zich in dit boek tot den op natuurwetenschappelijk gebied niet onderleg den lèzer, tot den ernstigen, belangstellenden leek. Vandaar dat hij bij de behandeling der stof zich beijverd heeft moeilijkheden van vakkundigen aard te vermijden. Dr. Groot bespeekt o.a. de stratosfeertochten, de microscoop, de telescoop en wat met deze in strumenten bereikt werd, problemen betreffende het heelal, het zonnestelsel, het licht en het leven Tal van foto's en teekeningen zijn bij zijn be schouwingen, waarvan men zich enkele van de radio zal herinneren, opgenomen. W. J. Thieme en Cie te Zutphen gaf-het boek uit. Bij den uitgever J. Philip Kruseman te Den Haag verschenen de volgende nieuwe boeken: „Jimniy gewroken' door William Byron Mowery, 'vertaling van Geert Venema; „Eindelijk begrepen" door Alice Duer Miller, vertaald door J. A. W. van Hacht; „Het lijk dat verdween" door Geox-ge Bagby. vertaald door Frans van Overvoorde en „Het Ho- telmysterie' door Helen Reilly, vertaald door J. A. iW. van Hacht. Nieuwe Oost-Aziatische ordening blijft Japan's doel. Aspect voor Duitschland gunstig geacht. TOKIO. 23 Juni (D.N.B.) De Japansche bladen publiceeren uitvoerige uittreksels uit de proclamatie van den. Führer en bevatten commentaren van Ja pansche diploriiaten, militairen en politici over de nieuwe ontwikkeling van den Europeeschen politie- ken toestand. De bladen geven eenstemmig als hun meening te kennen dat Japan's doel cener nieuwe ordening van Oost-Azië onwrikbaar bestaan blijft. De „•Tokio Nitsji Nitsji" constateert dat de voortdu rende kuiperijen van Moskou, Duitschland tol; zijn maatregelen gedwongen, hebben, De geheele politie ke toestand heeft'voor Duitschland een gunstig aspect. Den graad van samenwerking tusschen Moskou, Lon den en New-York kan men thans nog wel niet nauwkeurig bepalen, doch niettemin is het in het oog loopend dat de houding van president Roosevelt te genover Duitschland de laatste dagen scherper ge worden is. Het gemeenschappelijke optreden van Duitschland, Finland en Roemenië is een strategisch meesterstuk dat Rusland in een moeilijke positie brengt. Fransclie persaanvallen op (le Sovjet-Unie. Twintigjarig verraad. PARIJS, 23 Juni (DNB) In haar artikelen over het uitbreken van de vijandelijkheden tus schen Duitschland en Rusland schrijft de pers cfyer de Russische machinaties, waarvan Frankrijk zelf meer dan eenig ander land het slachtoffer ge- woi'den is. De „Matin" schrijft o.a.: „Nu het Bolsje wistische Rusland twintig jaar lang alle volken en alle landen verraden heeft, is het onvermijdelijk geweest dat het ook Duitschland zou verraden. Door zijn inmenging in de binnenlandsche politiek van andere landen, heeft de Joodsch-Bolsjewisti- sche internationale geprobeerd algemeene onrust teweeg te brengen. Overal verzwakt het commu nisme de afzonderlijke landen. Frankrijk is er een bewijs voor hoe ver de ontbindende leerstellingen van het communisme kunnen gaan. Thans is aan het onbeperkte bandietendom van de regeerders in het Kremlin een halt toegeroepèn. Engeland, Amerika en de Joden zijrx natuurlijk niet het com munistische Rusland verbonden. Wellicht zal het op zekeren dag ook de Engelschen, de Amerikanen en zelfs de Joden vei"raden". De „Petit Parisien" schi'ijft: „Sovjet-Rusland heeft sinds een jaar tegenover Frankrijk een ge- meene rol gespeeld. Het heeft Frankrijk tot den oorlog opgehitst en tevens gewerkt aan de ver nietiging van het moreele houvast van het Fransche volk. Sinds den Duitsch-Franschen wapenstilstand heeft de communistische propaganda zich vei'eenigd met die van De Gaulle om op de puinhoopen van de wereld van het Westen het Bolsjewisme te laten overwinnen. Het Frankrijk van maarschalk Pétain heeft er belang bij dat het Roode Leger definitief en spoedig buiten gevecht gesteld wordt". De „Aujour d'hui" schrijft: „De thans begonnen veldslag is voor de toekomst van de Europeesche beschaving van beslissende beteekenis". „La France au Travail" schrijft: „Het Fransche volk moet Rusland het verwijt maken dat het .heeft bijgedragen tot de nationale ontbinding". Oorlogstoestand in de meeste gebieden der Sovjet-Unie. Bevoegdheden gaan over in handen der militaire overheid. HELSINKI, 23 Juni (DNB) Naar de Moskou- sche zender meldt, is door een bijzonder deci'eet van de Oppei-ste Sovjet de afkondiging van\den oorlogs toestand in de meeste gebieden der Sovjetunie bekend gemaakt. De oorlogstoestand dient „liet be lang van de veiligheid van den staat" alsmede de „handhaving van rust en orde in het binnenland"- Alle bevoegdheden in de gebieden waar de oor logstoestand werd afgekondigd, gaat over in han den van de militaire overheid. In de gebieden, waar de ooi'logstoestand heerscht, beschikken de militaire autoriteiten in het bijzonder over de vol gende rechten: alle noodige krachten: in den arbeids dienst betrekken en -wel tot het verrichten van wei-k, dat in het belang is van de verdediging, b.v. den aanleg van wegen, spoorwegen enz., voorts hebben de militaire autoriteiten het recht om auto mobielen in beslag te nemen. De militaire over heid kan alle voorschriften over huiszoekingen en arrestaties uitvaardigen en maatregelen tegen de „sociaal gevaarlijke personen" nemen. Engelsche en Russische vliegtuigen boven Duitschland. Bommen richtten weinig schade aan. BERLIJN, 23 Juni (DNB) Vliegtuigen van het Britsche luchtwapen zijn in den nacht van Zondag op Maandag met vrij zwakke strijd krachten naar het Noord-Duitsche kustgebied ge vlogen en naar het Rijnland, en enkele Russische vliegtuigen vlogen naar Oost-Pruisen. Zij lieten op eenige plaatsen een vrij gering aantal bommen vallen, die slechts weinig materieele en persoon lijke schade aanrichtten. Luchtdoelgeschut dwong de vliegtuigen vrij algemeen om terug te keeren alvorens zij schade van beteekenis konden be rokkenen. Britsche stem over den Duitsch- Russisclien oorlog. NEW YORK, 23 Juni (D.N.B.) Een woordvoerder van de Britsche regeering heeft met betrekking tot den Duitsch-Russischen oorlog verklaard, naar de United Press uit Londen meldt, dat Engeland's politiek erin bestaat, „de Duitschers te dooden". Wanneer iemand anders daaraan wil meedoen, nemen de En gelschen zulk een optreden met belangstelling en met de beste wenschen'waar. In ieder geval echter is door den Duitsch-Russischen oorlog het gevaar voor Enge land in geenen deele weggenomen. Optreden van het Duitsche luchtwapen. BERLIJN, 23 Juni. (DNB) Ook in den afgeloopen nacht heeft het Duitsche luchtwapen den handels oorlog tegen Engeland met goed succes voortgezet. Op de Noordzee, ongeveer 70 km. ten Oosten van de monding van de Humber. kreeg een vrachtschip van 5000 b.r.t. drie voltreffers midscheeps, waar door het onmiddellijk daarna uiteen spleet. Een tweede schip van 4000 b.r.t. kreeg in hetzelfde zee gebied een bomvolti-effer op het achterdek, welke eveneens groote schade aanrichtte. Voor de Schot- sche kust ontmoette een der Duitsche gevechts vliegtuigen een koopvaardijschip van 6000 b.r.t. dat door een bomvoltreffer op het achterdek zwaar be schadigd werd. Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben vannacht verscheidene vliegvelden in het Noorden van Schot land en havenwerken aan de Britsche Zuidoostkust aangevallen, Er werden talrijke ontploffingen ver nomen, welke duidden op goede uitwerking van de bommen. Ook in de mond'ng van den Theems werden de belangrijke havenwei'ken van Shetham met succes gebombardeerd. Een vijandelijk vlieg tuig, dat blijkbaar tot een aanval tegen Duitschland wilde opstijgen, werd boven eigen gebied neerge schoten. In den afgeloopen nacht werd de Britsche oor logshaven Alexandrië door een sterke foi'matie van Duitsche gevechtsvliegtuigen opnieuw met zeer goed succes aangevallen. Hevige ontploffingen en branden werden waargenomen in de havenwerken en militaire inrichtingen, 1 in Haarlem en omgeving. Eerst watermolen nu hertenhok. 71 I Het molentje bü Groenendaal le Heemstede. (Foto de Haas) Het aardige molentje vormt een mooie afsluiting van het weiland, dat als hertenkamp dient, aan den ingang van het wandelbosch Groenendaal. Het mo lentje is klein, maar toch beheerscht het met ge paste bescheidenheid de omgeving. De heldere kleu ren het groen steekt sterk bij het wit af wer ken daartoe mede. Jammer is dat de wieken niet meer draaien kun nen. Een molen met draaiende wieken is pas een volmaakte molen. Wij kunnen evenwel begrijpen dat Heemstede's gemeentebestuur toen de molen hersteld moest worden geen extra kosten wilde be steden aan de restauratie van de draai-installatie, want als molen heeft de hooge wachter bij het hek van Groenendaal alle beteekenis verloren. Vroeger draaiden de wieken om den waterstand van den polder in de omgeving op peil te houden, maar daaraan is nu geen behoefte meer. Het beneden gedeelte van het molentje is. daarom aan de herten ten gebruikc gegeven. Als het regent schuilen de; dieren er. Ook worden ze er wel gevoedei"d. Zweden wil buiten den oorlog blijven. Zweedsche schepen moeten naar de havens terugkeeren. STOCKHOLM. Alle Zweedsche schepen in de Oostzee hebben bevel gekregen direct naar Zweed sche havens terug te keeren, Verklaard is, dat Zweden niet van plan is zich in den oorlog tegen Rusland te mengen. (United Press) - Stemmen uit Finland. HELSINKI, 23 Juni (D.N.B.) Onder groote opschrif ten brengen heden de ochtendbladen de berichten en stemmingsbeelden over den oorlog'in het Oosten. On der het opschrift „De stortn is losgebroken" schrijft „Uusi Suomi" dal cr thans geen twijfel meer over ber staat, dat de wereld een geweldigen overgang beléeft uit een tijdvak van druk naar een gelukkiger toe komst. Finland heeft grootere mogelijkheden dan de andere kleine volkeren om de wereld historische be teekenis van de tegenwoordige gebeurtenissen te be grijpen. De bekaamheid om de groote toekomst in te zien, moet thans door stalen zenuwen, sterken wil en on wrikbare waakzaamheid op de proef gesteld worden. Het blad „Helsingin Sanomat" onderstreept in zijn hoofdartikel de duidelijkheid, welke blijkt uit de pu blicatie der documenten over den ondermijnenden ar beid van de Sovjet-Unie, veel in de geschiedenis der laatste jaren waarvan men tot dusverre njet op de hoogte was of waarover men slechts verkeerde berich ten had, wordt thans in het juiste licht geplaatst De proclamatie vanHitier laat er eveneens geen twijfel meer over bestaan, dat Duitschland genood zaakt was de vorige bezettingsmaatregelen van de Sovjet Unie tegen Finland, Estland, Letland en Bes- sarabië zwijgend toe te zien. Het spreekt van zelf, dat vooral in Finland deze duidelijkheid de grootste be vrediging moest verwekken. Met dankbaarheid ver neemt het Finsche volk het beticht over Hitler's wei gering om in te stemmen met de eischen van Molotof ten aanzien van Finland. MAlRNIX VAN ST. ALDEGONDE. Bij de Zuid-Hollandsche Uitgevers Maatschappij in' den Haag is een boekje verschenen waarin de rede voering is opgenomen die Marnix van St. Aldegonde in 1578 voor den Rijksdag te Worms gehouden heeft. De heer S. Hinderdael schreef daarvoor een voor woord. Daarin stelt hij vast dat Marnix van St. Alde gonde, na de komst van Alva in de Nederlanden in 1567, uitweek naar Duitschland, waar hij in dienst trad van Prins Willem van Oranje. Na zijn terugkeer richt ten zich zijn politieke bemoeiingen geheel op den strijd tegen de gewelddadige overheersching der Spanjaar den; als burgemeester van Antwerpen verdedigde hij deze stad taai tegen de Spaansche belegeraars. „Denkt er toch aan" zoo riep Marnix van St. Aldegonde den Duitschen Vorsten op den Rijksdag te Worms toe „van hoe groot belang het is voor geheel Duitschland, dat deze provincies niet van het hart van het heilige Duitsche Rijk worden losgescheurd." Marnix van St. Aldegonde heeft zoo schrijft Hin derdael verder zijn rede te Worms gehouden in op dracht van den destijds regeerenden Stadhouder in de Nederlanden, Aartshertog Matthias van Oostenrijk, die in 1612 Keizer van Duitschland werd. „Marnix' rede op den Rijksdag was een vlammend beroep op het Rijk. Het moet de Duitschers wel met zeer bijzonderen weemoed vervullen dat dit beroep onverhoord verklonk en dat diezelfde Marnix, die zoo dringend om hulp van het Rijk geroepen had, zich ten langen leste tot Frankrijk moest wenden om bescher ming tegen de Spaansche inquisitie." Hinderdael merkt op, dat de lezer van de rede van, Marnix van St. Aldegonde daarin vele verrassende punten van overeenkomst met den tegenwoordigen tijd of met het jongste verleden zal vinden, vooral wanneer hij er daarbij rekening mede houdt, dat in vele plaat sen die toentertijd door Spanje werden ingenomen later Engeland getreden is. Aan het slot vén zijn betoog schrijft Hinderdael: „Evenals in het jaar 1578 staan ook heden de Neder-j' landen voor het uur eener historische beslissing. Heden is het Rijk echter zoo stérk als het nog nooit in zijne geschiedenis was. Als leidende macht in Europa zal het dit werelddeel een nieuwe politieke en economische ordening bren gen. Heden is het zaak voor de Nederlanden een werk zaam aandeel te nemen in deze ontwikkeling en, zoo als de Rijkscommissaris het onlangs uitdrukte, de toe gestoken vriendenhand aan te nemen. Indien dat bereikt wordt zullen de woorden van! Marnix van St. Aldegonde misschien toch niet tever-j geefs gesproken zijn!" - -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 7