In een Bakkie. Zwoegers in de hitte. Klaaglied van een koffer. LANGS DE STRAAT. !3ucg.ediikeStand Eeri open bakkie is het, met twee ruime zitplaat sen-vooruit en een kinderbankje-achteruit. Het is zeer verschoten en vermolmd, zooals de bakkies in mijn jeugd, in een ver verleden, ook reeds waren. Zijn er ooit nieuwe geweest, die blonken en waar uit geen mengsel van duffe geuren opsteeg? Het paard is ook oud, net als vroeger. En mager. Het moet toch nog veel ouder zijn geworden sinds ik naast mijn grootvader in precies zoo'n arrange ment reed en twaalf was. De paardenlucht, die zich in het bakkie vermengde met de duffe geuren van het voertuig zelf, deed mij toen onprettig aan. Veel later heb ik paarden bereden en had er geen be zwaar meer tegen. Maar zij waren, anders dan de zielige rossen voor bakkies. Nu hindert die lucht mij weer. De koetsier is ook dezelfde, die in de eerste jaren der eeuw mijn grootvader en mij voortreed. Hij is zeer dik en vormeloos. Zijn roode nek zweet en puilt uit over zijn te nauwe boord. Zijn zwarte hooge hoed is van blik en glimt evenals zijn zwarte pak. Zijn neus is dik en rood, zijn oogen staan ietwat flets, zijn zweep-aetie is loom: in overeenstemming met. de hitte. Hij hangt op den bok meer dan hij zit, in lichtelijk scheefgezakte houding. Ik geloof niet dat hij geheelonthouder is; ik weet wel zeker van niet. Even zeker als veertig jaar geleden. Toch is hij merkwaardig goed geconserveerd gebleven; de man is heelemaal niet verouderd. Hoe is het mo gelijk dat zoo iemand zoo onveranderd bewaard blijft? En wat heeft hij gedaan in al dien tijd waar in er auto's en geen bakkies waren? Het paard hoest en gaat in stap over. Het gaat telkens in stap over. Maar dan klakt de koetsier met zijn tong, of sjilpt als een vogel. En als dat nog niet helpt neemt hij loom de zweep uit den koker en beroert er sierlijk den paardenrug mee. Dat bezorgt het dier een soort zenuwtrekking: het rukt ons alle maal even vooruit en draaft dan weer traag 'klots klots klots met zijn hoeventot het na tweehonderd meter weer in stap overgaat. Daarna herhaalt zich alles weer. In den ouden tijd heette zulk een bakkie officiëel een victoria. Dat beteekent overwinning. Indertijd begreep ik niet waarop het een overwinning was, maar nu wel. Het zegeviert over den haast. Toen ik hierin stapte, in een stad ergens in Nederland, om den onbekenden weg naar een dorp op deze wijze te gaan afleggen, heb ik nog gevraagd: „Hoe lang duurt het?" en de koetsier heeft geantwoord: „Een kwartiertje". Uit den ouden tijd dateeren niet al leen de „stief kertierkes" van de boeren maar ook die van de koetsiers. Ik heb hem niet geloofd en begrijp nu dat het wel drie kwartier zal worden. Mijn ongeduld en onrust van den eersten kilometer, aangewakkerd door de afwisseling van sukkeldraf en stap en de voortdurende schokjes, zijn allang weggeëbd. Wat is Tijd in een bakkie? Het is veertig jaar, sinds ik met mijn grootvader reed en de tand van dien tijd heeft wel aan mij geknaagd maar niet aan rijtuig, paard en koetsier. Ik had mij dus niet zoo druk moeten maken. Wat is trouwens snelheid? Dit zeer zeker niet. Droomerig tracht ik mij voor den geest te halen wat snelheid is en hoe die er varen wordt. Ik kan het mij, na een half uur per bakkie, niet meer voorstellen. Wij sukkelen verder. Het bakkie kraakt, de paar denhoeven klotsen, de koetsier hangt scheef en dut. Voor ons rijdt een ander bakkie en achter ons nog een. De onderlinge afstanden zijn al sinds een half uur precies gelijk gebleven. Alle wedijver ontbreekt. Een dikke dame op een fiets, beladen met karrebies en pakjes, haalt ons in en rijdt ons voorbij. Ik ver baas mij over haar geweldige snelheid. Waarom heeft dat mensch zoo'n dollen haast? Dat moeten de voorouders' ook gezegd hebben, toen de fiets pas was uitgevonden. Ik kan mij heelemaal in die ge dachte verplaatsen. Zouden wij ons weer kunnen aanpassen aan hun verkeers-tempo? Het schijnt zoo. Een brug! „Hei, Coquette!" roept de koetsier heesch. En Coquette besluit door te stappen en den berg kreunend te beklimmen. Wij hotsen traag verder De Haarlemmers en hun namen. Een interessante statistiek. Nu voor het Persoonsbewijs alle Nederlanders van 15 jaar en ouder „beschreven" moeten worden, ont stond er omdat de ambtenaren van den Burger lijken Stand, die de leiding bij dit veel omvangrijke werk hebben, een dagindeeling moesten ontwerpen een interessante statistiek over de namen. Over Haar lem kunnen wij daarover gegevens verstrekken. Ongeveer 2/3 van de ingezetenen is 15 jaar en,ouder. Dat wil dus zeggen, dat te Haarlem, een kleine 100.000 persoonsbewijzen in orde gemaakt moeten worden. Er zijn 26 namen in het alphabet, maar reeds het doorbladeren van een adresboek of een telefoongids leert, dat de namen van de letters over het alphabet zeer ongelijk verdeeld zijn. Voor de verstrekking van de persoonsbewijzen ls te Haarlem de volgende schatting gemaakt: A 2100 B 13000 C 1750 D 5100 E 2200 F 1400 G 4000 H 8000 I 150 J 2650 K 8700 L 4200 M 5200 N 2100 O 1750 P 3800 Q 50 R 4500 S 10000 T 1400 U 350 V 8200 W 6400 IJ 150 z 1950 Daaruit zien wij dus dat de meeste namen met een B. beginnen, namelijk 13.000. Dat wil dus zeggen dat er onder de geheele bevolking (de kinderen onder de 15 jaar meegerekend) meer dan 20 000 B's zijn, wat neerkomt op 1/7 van de geheele bevolking. De S. doet de B. een geduchte concurrentie aan, want daar voor rekent men 10.000 persoonsbewijzen, zoodat er 15.000 Haarlemmers zijn die een achternaam hebben die met een S. begint. Daarop volgen in rangorde de K (8700—13050), de V (8200—12.300) en de H (8000—12.000). Karig bedeeld zijn de I, de Q en de IJ. Er zijn ook veel achternamen die hetzelfde zijn. Te Haarlem moeten 1000 persoonsbewijzen uitgeschre ven worden voor den naam van den Berg(h), eveneens 1000 voor Jansen (of Janssen en Janzen), 800 voor Smit en 600 voor Meier (of Meyer).In Haarlem zijn dus op de geheele bevolking naar schatting 1500 v. d. Berg'en, 1500 Jansen's, 1200 Smitten en 900 Meiers. Zoo zouden wij nog kunnen voortgaan. Bakkers zijn er zeker 800 te Haarlem en de Boer's halen zeker jde 600. Kettingliandelaar gesnapt. 300 banden in beslag genomen. Het is de gemeentepolitie van Haarlemmermeer gelukt den frauduleuzen handel in rijwielbanden die door den rijwielhandelaar, W. K. in samen werking met enkele arbeiders uit Nieuw-Vennep gedreven werd stop te zetten. Terwijl de rijwielhandelaar tezamen met een arbeider D. bezig was ingepakte rollen rijwielban den van de woning van K. naar die van D. te ver sjouwen, passeerde hier een vroege wandelaar, wien het geheimzinnige gedoe opviel. Hij bracht de politie op de hoogte. Onmiddel lijk stelde zij zich verdekt op. Het geluk was met haar want de handelaren waren nog druk bezig. Hoewel reeds lang vermoed werd, dat door K. frauduleus banden werden verkocht, was het tot nog toe niet gelukt, hem daarop te betrappen. Toen de politie nu evenwel meende dat de geheele wacht was afgeleverd, werd een inval gedaan in de opslagplaats, de woning van D. Aan het licht kwam dat in een ander perceel ook banden waren opgeslagen. Niet minder dan drie honderd rijwielbanden zijn in beslag genomen. K. is een verhoor afgenomen. Tegen hem is proces-verbaal opgemaakt. Ach examinandus, tobber, 't Is een extra harde dobber, Dat voel ik met meegevoel. Terwijl buitenvreugden lokken Moet jij binnen bloedig blokken, In je blokhuis op een stoeL Je verlangt naa^ zwemmen, tennis Met een veel beminder „kennis" Dan je nu verov'ren moet, Overal wil je het zoeken, Maar juist niet in duffe boeken In dien zomerzonnegloed. Wat jij nu verlangt is koude Om het hoofd goed koel te houden, Nu wordt het juist dof en suf, En je wilt wel zweetend zwoegen Maar alleen voor je genoegen En niet puffen zonder puf. Ach examinandus, tobber, Ja. het is een harde dobber In die hooge tempratuur, Als d'examendag zal komen En het wordt je afgenomen. Kom je voor nog heeter vuur. Hou je taai, laat je niet lompen. Pomp, al komt er door dit pompen Nog geen drop frisch water vrij; Strakjes komen, na het slagen. Stellig nog veel mooie dagen, Dan geniet je dubbel blij. P. GASUS 'k Ben een koffer, niet zoo oud nog, slechts mijn hoeken zijn wat kaal Eenzaam en verlaten sta ik in een groote, holle zaal. 'lc Heb geen tranen om te huilen, niemand ziet, hoezeer ik lijd en toch heb ik zooveel reden, want.ik ben mijn label kwijt! Met een koffer zonder label weet geen sterveling meer raad. Niemand weet waar hij vandaan kwam, niemand weet waarheen hij gaat. Maar i k weet hoe 't hart mijns meesters om mijn droef verscheiden bloedt, want ik zit tot alle hoeken volgepakt met linnengoed. Overhemden en pyjama's, sokken, dassen en zoo meer, minstens honderdvijftig punten der textielkaart van mijn heer. Vast werp ik een zwarte schaduw over zijn vacantietijd en hier sta ik, stil.onmachtig, wantik ben mijn label kwijt. Waarde lezeressen, lezers, als U met vacantie gaat, luistert U dan eens héél even naar mijn welgemeenden raad. In dit droeve koffer-drama zit voor U een wijze les: DOE TOCH VOORTAAN IN UW KOFFERS ALTIJD NOG EEN LOS ADRES Plakadressen en ook labels kunnen soms verloren gaan, maar.met een adres van binnen komt Uw reisgoed altijd aan! BERNARD WESSELS P.S. Haast vergat ik bij dit alles nog een heel belangrijk iets: Naast de zwaar-beproefde koffer staat nu ook een mooie fiets. Ook die fiets zou daar niet langer zoo verlaten hoeven staan, als men een extra-adresje in de fietstasch had gedaan, B. W. HAARLEMSCHE RECHTBANK 171 INBRAKEN. Twee thans gedetineerden in het Huis van Be waring te Haarlem (hun domicilie is te Utrecht) stonden terecht wegens diefstal met braak, gepleegd in twee verschillende nachten van dit jaar in de gemeente Velsen. Bij de andere inbraak hadden zij zich een hoeveelheid sigaren en sigaretten toege- eigend, bij de andere ook sigaren en sigaretten en verder distributiebescheiden en een bedrag van f 175 uit een bureau. Beiden bekenden volmondig. Ook alle andere in braken door hen te zamen en in vereeniging of door elk afzonderlijk gepleegd, tot een gezamenlijk aan tal van niet minder dan 171, hadden zij bekend. De Officier van Justitie deelde mede, dat ver dachten dus beiden voor verschillende Rechtban ken in ons land terecht zouden moe ten staan, maar spreker legde een cor respondentie met de Officieren van die Rechtban ken over, waaruit bleek, dat zij niet elk afzonderlijk een strafvervolging tegen de verdachten zouden instellen maar het goed vonden, dat de Haarlem- sche Rechtbank één straf voor alle zaken zou op leggen. De Officier wees er in zijn requisitoir verder op, dat deze verdachten geen beroepsmisdadigers of „zware klanten" zijn, daarvoor zijn zij bij hun ver schillende inbraken te naief-brutaal te werk ge gaan. Zij hadden het ook niet noodig in te breken, daar toch niemand in ons land behoeft te sterven van honger. Maar beiden en vooral de eerste verdachte waren om het zoo eens te zeggen „onder de charme van .de inbraak". Toch zijn zij geroutineerde inbrekers en alles behalve ongevaar lijke en spr. eischte voor beiden 6 jaar gevangenis straf. De verdediger van den eersten verdachte, mr. A. Beets, noemde zijn cliënt een hoogst eigenaardig man, die het inbreken beschouwt als een aange name sport, een soort afleiding. Hij heeft mij toe vertrouwd, aldus pl., dat hij tegenover de inbraak staat als een jager tegenover de jacht; zoodra de jacht geopend is, voelt de jager den drang in zich, weer te gaan jagen. Hij leest gaarne, vooral populair-wetenschap- pelijke werken; zijn werkgevers waren steeds zeer tevreden over hem, hij was een goed vakman en in dienst deed hij steeds buitengewoon goed zijn plicht. De straf van 6 jaar achtte pl. hoog en hij vroeg zijn cliënt een zoodanige straf op te leggen, dat hij in de maatschappij na afloop van de straf nog wat presteeren kan en hem den steun der Reclas- seering mee te geven. Mr. J. Lieuwen, verdediger van den tweeden verdachte, vond de door den Officier gevraagde straf ook te hoog en vroeg voor zijn cliënt de meest mogelijke clementie. Op de vraag van den President, of zij nog iets te zeggen hadden, vestigde de eerste verdachte er de aandacht op, dat hij zijn opvoeding had gehad in een Rijksopvoedingsgesticht en dat hij daar al vroeg met de misdaad vertrouwd was geraakt. De tweede verdachte noemde zich een oorlogsslacht offer; de honger had hem tot de misdaad gedreven. Uitspraak Dinsdag 8 Juli, te 2 uur. VUURWAPENEN ACHTERGEHOUDEN. 's-GRAVENHAGE, 25 Juni. Het Landesgericht behandelde eenige kleinere zaken. De broeders N. C. van B. en J. A. van B. uit Pijnacker hadden een geweer achtergehouden toen vuurwapenen moesten worden ingeleverd. N. van B. had drie jachtgeweren en leverde er twee in. Het derde gaf hij zijn vroer in bewaring, omdat hij voor dit derde geen vergunning had. Hij durfde het daarom niet in te leveren. Op dit misdrijf staat feitelijk tuchthuisstraf. Omdat het hier een licht geval was en er slechts van een jachtgeweer sprake was, kt/amen de broeders er af resp. met 3 en 2 maanden gevangenisstraf. (ANP) MARKT WOERDEN. (Woensdag) Aanvoer 233 partijen kaas: met rijksmerk le kw. f 41f 41.50; idem 2e kw. f 39.40. Handel vlug. Tegen liet knoeien met levens middelen. •s GRAVENHAGE 25 Juni. (A. N. P.) Dc lei- der van het Nederlandsch Agrarisch Front, de heer E. J, Roskam, heeft op de persconferentie van van middag gesproken over het knoeien met levens middelen. Onze taak houdt niet op, aldus de heer Roskam, als- de producten de boerderij verlaten; hier ligt nu het zwaartepunt van de actie, die ik met mijn oproep om alle krachten in te spannen tot het tegengaan van het knoeien met levensmid delen, heb ingeluid. Het is toch geen geheim meer, dat er zeer aan zienlijke hoeveelheden van onze producten aan de regelmatige distributie onttrokken worden door frauduleus slachten van vee en door den sluikhan del in aardappelen, eieren en granen. Meer dan 300.000 varkens zijn in enkele maanden Frauduleus geslacht. Wekelijks zijn er minstens 1000 koeien verkocht buiten de gewone distributie om, om nu maar te zwijgen van de eieren, granen en andere levensmiddelen die dagelijks worden weg gemoffeld. Om dit nu voor goed uit te roeien is het noodig er eerst wat dieper op in te gaan. Ons boerenvolk is een volk, dat nog veel gezond rechtsbesef in zich draagt. Hoe is het dan mogelijk, dat iets dergelijks gebeuren kon? Laten wij deze zaak eens precies zeggen zooals zij is: als de boeren niets leverden aan de smokkelaars en de hamsteraars, dan was het kwaad bij. de bron afgesneden. Dit neemt de verantwoordelijkheid van die hamsteraars en scharrelaars niet weg, maar het wil wel zeggen, dat de boeren niet alleen den plicht, maar ook de macht hebben dit kwaad te keeren. Het gezonde rechtsbesef van vele boeren is om gekeerd in het tegendeel en zoo hebben vele boeren meegewerkt om het groote onrecht van frauduleus slachten en goederen onttrekken aan de distribu tie mogelijk te maken. De vorige oorlogstijd, toen het destijds heerschen- de stelsel onvoldoende scherp optrad, werkt boven dien nog na en is mede oorzaak dat men den zwar ten handel niet zoo erg schijnt te vinden. Dit moet en dit kan veranderen. Ik heb het laatste jaar het werk van de Duit- sche bezettingsoverheid kunnen gadeslaan voor zoover die arbeid den landbouw en de voedselvoor ziening betreft. Het is mij een behoefte, openlijk te verklaren, dat die mannen dag en nacht hebben gearbeid om onzen boerenstand recht te doen. De macht van het. groot-kapitaal is in beginsel reeds gebroken. Daarom is het misdadig, indien de boeren nog een pond vleesch, een pond graan of een ei aan de distributie onttrekken. En daarom heb ik die oproep tot de leden van het N. A. F. gericht. Ook tot de andere landbouw organisaties en tot alle boeren wil ik mij richten om met ons een vaste lijn te trekken. De eer van ons hoerendom is er mee gemoeid en het recht op een zelfstandige plaats van het Nederlandsche volk in het nieuwe Europa is erbij in het geding. Nu bij de uitvoering der overheidsmaatregelen de mannen van het N.A.F. worden ingeschakeld in de bestaande regeeringsapparaten, nu is het onze taak er voor te zorgen dat ook alle krachten va nons volk zich richten op één doel. Indien wij niet de geestkracht zouden bezitten om deze taak te volbrengen dan zouden wij het recht verspeeld hebben op de plaats, die onze boeren in den op bouw van het vaderland toekomt. Ik heb het volste vertrouwen in het rechtsbesef van ons hoerendom en ook in den goeden wil van tientallen landbouwvoormannen uit de andere or ganisaties. Ik vertrouw, dat wij deze *taak' zullen volvoeren door onze gemeenschappelijke actie die vrijwillig en spontaan moet zijn wil zij werkelijk in overeenstemming zijn met ons vrijheidslievend volkskarakter. Het zou beneden den geestelijken stand van ons hoerendom zijn, indien de Rijks commissaris het noodig zou vinden ook hiervoor een speciale commissie opdracht te moeten geven. Dit kunnen en dit moeten en dit zullen wij voor komen. De mannen van het N.A.F. willen echter niet als verklikker staan. Open en eerlijk zal iedereen weten, dat alle deelnemers van het N. A. F. een geestelijk wapen hebben, warmee zij dit kwaad zullen bestrijden. Wij zullen de bestaande instan ties, burgemesters, ambtenaren, controleurs enz. op hun plicht wijzen, indien zij door slap optreden dit kwaad niet keeren. Boven dit alles zullen wij ons volk oproepen om uit zichzelf deze zonde, die knaagt als een worm aan de wederopstanding van ons volk, uit te roeien. De geweldige strijd van deze dagen is de strijd van eer en recht tegen den ondergang van het avondland in bederf en ont- rechting. Vijftig jaar sport en tourisme. Nijmegen heeft de laatste jaren een goeden naam verworven als sportstad. Na de fusie in de Nederlandsche sportwereld heeft zich in Nijmegen gevormd een sportcomité dat zijn invloed uit spreidde over alle takken van sport, welke de laat ste jaren in Nijmegen worden beoefend. Dit comité heeft indertijd het plan gevormd om juist in deze moeilijke tijden een expositie te organiseeren voor sport en tourisme. De bedoeling is niet, daarvan een kijkspelletje te maken, maar om aan het op groeiende geslacht een beeld te geven van de ont wikkeling van het georganiseerde sportleven in ons land. Het wordt geen locale expositie; aan heel sport-Nederland in al zijn organisatie-vormen wordt gelegenheid gegeven te toonen, wat zij in den loop der laatste vijftig jaar gedaan hebben voor de bevordering van de lichamelijke vorming en in direct ook voor de geestelijke ontwikkeling van ons jonge volk. Dit beoogt de tentoonstelling Sport en Tourisme, w-elke daardoor een nationaal, historisch, sportief en vooral ook een opvoedend en richtinggevend karakter krijgt. De Nederlandsche Voetbalbond, de Ned. Vereeni ging voor Luchtvaart e.a. hebben hun medewerking toegezegd. Het comité van organisatie heeft de opdracht ge kregen, een groep samen te stellen, welke omvat de lichamelijke ontwikkeling en opvoeding in breeden zin, als daar zijn medisch onderzoek, hygiëne, overheidsbemoeiingen, sport bij de jeugd, training, voeding, E. H. B. O., invloed van de sport*op de samenleving. Verder de propaganda, de organisatie de wedstrijdregelingen, de olympiade, de radio enz. Op deze tentoonstelling zullen o.a. vertegenwoor digd zijn ijssport, schaatsen, skiën, enz., lawntennis, badminton, paardensport, wielrennen, krachtsport en natuurlijk niet te vergeten de verschillende denksporten, vliegtechniek; onderhandelingen zijn nog gaande met den Korfbalbond, den Cricketbond, Athletiek Unie, Hockey, Schietsport, waaronder ook de handboogschutters, biljarten, kegelsport enz. Ook de Nederlandsche Roeibond, de Ned. Zwem- bond en over het algemeen het watertourisme zul len op deze tentoonstelling vertegenwoordigd zijn. Door het Nijmeegsche sportcomité zijn demon straties en wedstrijden gearrangeerd, waardoor de bezoekers zich een beeld zullen kunnen vormen van de huidige vorderingen op het gebied van de sportbeoefening. Zoo zijn in voorbereiding schaak- en damtour- nooien, biljart-, lawntennis- en kegelwedstrijden, demonstraties van tafeltennis, zwemwedstrijden en, indien de mogelijkheid zich daartoe opent, ook een landelijk paardensportfeest. Een apart comité is gevormd voor de organisatie van drie wielertochten door de natuurrijke streek in het land tusschen Rijn, Waal en Maas. Het slot van de tentoonstellingsweek wordt ge vormd door de traditioneel geworden Goffert- sportwedstrijden in het stadion. Op dezen sportdag zullen worden gedemonstreerd gymnastiek, wan delsport, wielrennen, zweefvliegtuigoefeningen en zoo mogelijk rugby en honkbal. Het comité heeft gemeend, in verband met het vergevorderd seizoen, geen voetbalwedstrijd te moeten organiseeren. De clou van dezen sportdag zal zijn een levend schaakspel in het stadion, die gespeeld zal worden door de beste schaakspelers van Nijmegen. Dit schaakspel zal hoogstens een half uur duren. De tentoonstelling wordt gehouden In dc gebou wen van „De Vereeniging" welke in de tentoon stellingsweek ook het middelpunt zal zijn van dc vierdaagsche afstandsmarschen, waarvoor zich reeds eenige duizenden deelnemers hebben aange meld. Roosevelt bereid de Sovjet-Unie export-licenties te verleenen. President weet echter niet wat voor export beschikbaar is. WASHINGTON, 25 Juni. (D.N.B.) In een perscon ferentie heeft president Roosevelt verklaard dat men de Sovjet-Unie zooveel mogelijk exportlicenties zal ver leenen. Evenwel kon de president nog niet overzien wat er in de Ver. Staten voor export beschikbaar is. Overi gens heeft hij nog steeds geen berichten uit Moskou cn weet hij dus niet of en wat de Sovjgtregeering wenscht. Zou er een verlanglijst in de Ver. Staten ontvangen worden, zoo vervolgde Roosevelt, dan is het altijd nog de vraag of wij spoedig kunnen leveren, aangezien wij ook bezig zijn met de bewapening voor Engeland en de Ver. Staten. Vele orders zijn nog niet uitgevoerd en men kan de volgorde daarvan niet wijzigen ten na- deele van Engeland. De in de Ver. Staten begonnen werfcampagne om Amerikaansche technisch'e deskundi gen naar Engeland te sturen verdient allen steun, want de Britsche regeering heeft verzekerd dat deze technici niet gebruikt zullen worden in den strijd en dat zij naar de Ver. Staten kunnen terugkeeren. indien zij daartoe wel gebruikt zouden worden. Het sturen van zulke technici, zoo meende Roosevelt, is niet in tegen spraak tot de bepalingen van de nëutraliteitswet. Roose velt zeide te weten dat noch Canada noch Engeland van de Noord-Amerikanen een eed van trouw verlangt en dat daarom elke Amerikaan het recht heeft tot het Engelsche leger toe te treden. Marquet over de nieuwe ordening. Drie vormen der beschaving tegenover elkaar. BORDEAUX, 25 Juni (A.N.P.) De sociale orde ning staat aan den kant van de Duitsche legers. Wan neer de geweldige Duitsche onderneming niet ge lukt, zal Europa in een langdurige periode van poli tieke anarchie vervallen, zoo verklaarde de vroegere minister van binnenlandsche zaken en thans burge meester van Bordeaux, Adrien Marquet, in een ver gadering. Na een overwinning van de kapitalistisch- bolsjewistische coalitie, zouden deze beide partners elkaar gaari bestrijden en zou het bolsjewisme de overwinning behalen. Wanneer iedere Franschman, ondanks het ernstige oogenblik, slechts aan Frankrijk denkt, moet hij tusschen de Duitsch-Fransche toena dering en de dictatuur kiezen, welke het Russische marxisme hem zou opleggen. Onverstandigen, zoo vervolgde Marquet, verheu gen zich over den keer welken de oorlog genomen heeft. Zij hebben den diepen zin der bijzondere ge beurtenissen die zich voor onze oogen afspelen niet begrepen. Drie vormen der beschaving staan tegen over elkaar: 't kapitalistisch-parlcmentaire liberalisme dat door Engeland verdedigd wordt, het marxistische bolsjewisme van Stalii\ en het nationaal-socialisme, dat alle krachten van Duitschland in dezen strijd te werk heeft gesteld. Dit is geen oorlog meer zooals andere oorlogen. Dit is een burgeroorlog op inter nationaal terrein, waarvan de uitslag ons lot bepaalt. Het bolsjewisme bedreigt de geheele wereld. De strijd in Oost-Europa. Een analyse van de „Diplo". BERLIJN, 25 Juni (D.N.B.) In een analyse over den politieken. toestand, welke ontstaan is op den derden dag sinds het uitbreken van de vijandelijk heden tusschen Duitschland en de Sovjet Unie, schrijft de „Deutsche Diplomatïsch-Politisehe Kor- respondenz" dat de handelingen en standpunten uit Italië, Roemenië, Slowakije, Bulgarije, Spanje, Ja pan enz. aantoonen dat het besluit van Adolf Hitler om thans met het bolsjewisme af te rekenen als een daad wordt gewaardeerd, waarmede alle naties, die zich vertegenwoordigers gevoelen van de avond- landsche beschaving zich spontaan solidair verklaren. In de oogen van Europa en van vele andere rijken en volken hebben Duitschland en zijn bondgenootcn daarmede een nieuwe proef afgelegd voor de recht vaardigheid van hun aanspraak op het geven van leiding. Terzijde in dezen strijd, zoo vervolgt de „Diplo", alleen de Britsche wereld. Toch is het interessant dat het parool dat Churchill met zijn eerste verkla ring voor de onvoorwaardelijke ondersteuning van de Sovjet Unie gegeven heeft, in het geheel niet geestdriftig ontvangen is. De theorie dat de Duit sche oorlogsmachine zich in den strijd tegen de Sovjet Unie afbeult en daarmede het spel van Groot Brittannië vergemakkelijkt, wordt zoo goed als ner gens gehandhaafd. De „Diplo" bewijst dit met eenige persstemmen van toonaangevende Londensche bla den en vervolgt dan dat men in Londen ook vreest dat de oorlog tusschen Duitschland en de Sovjet Unie de Amerikaansche openbare meening nadeelig kan beïnvloeden, vooral daar deze oorlog de positie van Japan in den Stillen Oceaan niet onbelangrijk versterkt. Dat deze zorgen niet geheel en al onge grond zijn, verheldert de „Diplo" aan de hand van de verklaring van Sumner Welles, waarin het ont breken van een Amerikaansche belofte over oor logsmateriaal aan" de Sovjet Unie sterk opvalt. Ten slotte is ook treffend, zoo besluit de „Diplo", dat zuiver militair gezien niemand, ook in de Duitsch land vijandig gezinde landen, den Sovjets eenige kans geeft. De „Diplo" beroept zich daarbij op het Zweedsche blad „Dagens Nyheter" dat zoojuist ge schreven heeft: „De overwinning van de Duitsche wapens geldt overal als zeker. Het eenige waar de wereld zich thans nog .het hoofd over breekt is de termijn binnen welke die overwinning behaald zal worden alsmede de gevolgen welke zullen ontstaan uit de verplettering van het bolsjewisme in het al gemeen en voor de voortzetting van den Europee- schen vrijheidsstrijd tegen Groot-Brittannië in het bijzonder". Verhouding vrede-oorlog in de Ver. Stalen 8—1. WASHINGTON, 25 Juni. (DNB) De republikein- sche afgevaardigde Fish had, zooals gemeld, ruim 100.000 kiezers van zijn kiesdistrict, onder wie ook de familie Roosevelt, verzocht hun meening weer te geven over een oorlogsverklaring aan Duitsch land. Volgens de tot dusver ontvangen 10.000 ant woorden bedraagt, naar United Press meldt, de ver houding vrede tot oorlog 8 tegen 1. Aanvankelijk had de verhouding vréde tot oorlog slechts zes tegen een gestaan, doch sinds het uitbreken van de vijan delijkheden tusschen Duitschland en de Sovjet- Unie was de verhouding tot 8 tegen 1 gestegen. Luchtalarm te Helsinki. Vijftien Sovjet-vliegtuigen boven de stad. HELSINKI, 25 Juni. (DNB) Vanochtend te kwart over zeven werd het eerste groote alarm voor Hel sinki en omgeving gemaakt. Wat later naderden op groote hoogte 15 Sovjet-vliegtuigen uit westelijke richting, die over de stad vlogen. Finsche jagers 'en het afweergeschut traden krachtig op. Naar ver luidt, zijn twee der aanvallende vliegtuigen neer geschoten. Schade van beteekenis is niet aange richt. Italiaansche ministerraad bijeen geroepen. ROME, 25 Juni (Stefani) De Italiaansche mi nisterraad is bijeengeroepen voor Zaterdag 5 Juli des ochtends om tien uur in het paleis Viminale. Engelsche militaire missie naar de Sovjet-Unie. STOCKHOLM. 25 Juni (D.N.B.) De Londen- sche correspondent van „Stockholms Tidningen" meldt dat uit officieren in het Nabije Oosten een voorloopige delegatie gekozen is van de Engelsche militaire missie naar de Sovjet Unie. Deze officieren bevinden zich reeds op weg naar Moskou. HET ONVERWACHTE. Het jongetje van een jaar of drie, vier zat op de bank in het Amsterdamsche park als een beeld van wanhoop en ellende. Hij zat daar als neergeworpen. Zijn rcchteram had hij op de leuning van de bank gelegd en daartegen rustte zijn vuil, groezelig ge zicht, dat nat van tranen was. Om de halve minuut steeg een snik uit zijn borst op. Niet alleen zijn gezicht was nat, ook zijn neus. O. die neus! Die was. in een onbeschrijfelijken toestand. Laat mij er niet meer van behoeven te zeggen. Alles aan dit ventje was zoo vuil mogelijk. De rouwranden aan zijn nagels konden niet zwarter; zijn handen waren vol vlekken, zijn gezicht was vol zwarte vegen. Zijn haar van het melkboeren honden-soort. zag eruit alsof het in geen veertien dagen gekamd was en een mouw van zijn bloesje vertoonde een groote scheur. Zijn broekje verkeer de ook al. door rafels en gaten, in een deplorabelen toestand. Kousen had hij niet aan en het was zeker lang geleden dat zijn voetbekleedsels op den naam sandalen aanspraak mochten maken. Het snikken ging met de regelmatigheid van een klok om de halve minuut voort. Was dit verdriet dan niet te stelpen? Was dit ventje niet te troosten en weer aan de vreugde, die toch bij zijn drie of vier levensjaren behoorde, terug te geven? Ja. cr was een kans. Want daar naderde de Wel willende Oude Heer, die met mooi weer in elk park aanwezig is. Hij wandelde kalmpjes, steunen de op een stevigen stok en hij glimlachte tevreden en gelukkig tegen de menschen, die hij tegenkwam en ook tegen de bloeiende boomen en de bloemen in de perken, ja zelfs tegen de eenden en de zwa nen in de vijvers. Plotseling viel zijn blik op het treurende knaapje op de bank. Hij versnelde zijn pas iets. ging naast, het jonge tje zitten en keek het geval eerst eens even aan. Dit moest met tact behandeld worden, dat zag hij wel; men moet in zulk verdriet niet te ruw in grijpen. Hel: oude heertje schoof wat nader en zei; „Vertel het me maar 's, ventje. Wat scheelt er aan?" Het snikken werd iets minder en het ventje richtte één lodderoog (het andere was nog tegen zijn arm gedrukt) op zijn bejaarden buurman. „Nou, zeg het maar: wat scheelt er aan?" hield de oude heer vol. Een laatste snik welde op uit de borst van den jongen en hij ging in een wat normaler houding zitten. Toen zei hij, met een van het huilen nog nabevend stemmetje en wijzend naar eenige in de verte spelende kinderen: „Dicjonhemmebalweggaald!" „Wat zeg je, kereltje?" „Diejonhemmebalweggaald!" herhaalde het ventje, met een onmiskenbaren nadruk op de vijfde lettergreep. „Weet je, wat jij doet?" zei de oude heer weer: „Snuit jij eerst je neus eens!" En die raad was wer kelijk niet onverstandig. Het ventje besloot hem te volgen. Hij wurmde met groote moeite uit zijn rechter broekzak een gedeukte, tinnen kroes met een oor er aan en daar na volgde een zakdoek, die van een onbeschrijfe lijke vuilheid was, maar toch voor het doel, waar toe zakdoeken meestal gebruikt worden, nog wel geschikt bleek. Het knapte het ventje waarlijk op. Toen propte hij den zakdoek weer in den broek zak en de kroes er boven op. „Zoo", en vertel me nou eens, waarom je zoo'n verdriet had, want ik kon je niet goed verstaan!" Zoo hernieuwde de oude heer zijn belangstellende ondervraging. Het ventje, dat nu heelemaal niet meer snikte, keek den wehvillènden man even aan, stond van de bank open zei een zeer kort, maar ook zeer oneerbiedig en helaas nu zeer duidelijk ver staanbaar woordje van een lettergreep. En liep hard weg, den ouden heer paf van het onverwachte achterlatend. J. C. E. Japansche stemmen over (le ontwikkeling van den toestand. TOKIO, 25 Juni (D.N.B.) Er bestaat geen twij fel aan dat de V.S. den Sovjets elke mogelijke hulp zullen verleenen en wel uit de overweging dat de Sovjet Unie evenals Engeland te beschouwen valt als een flank van een gemeenschappelijk front te gen Duitschland. Zoo beoordeelt de „Jomioeri Sjimboen" de houding van de V.S. tegenover Mos kou. Engeland's bereidwilligheid om Moskou te hel pen acht het blad gering, daar Engeland zelf op de hulp van de V.S. ter verdediging van zijn eiland is aangewezen. Het blad bespreekt verder het feit dat ingeval van een Amerikaansche ondersteuning der Sovjet Unie „de weg over den Atlantischen Oceaan naar Europa onbegaanbaar is en dat dan slechts over den Stillen Oceaan en de Siberische spoorlijn een verbinding tot stand gebracht kan worden. De Japansche minister van oorlog, generaal Tojo, heeft aan de vertegenwoordigers der wapenindustrie verklaard dat de wereld toestand sedert het uitbre ken van den oorlog" tusschen Duitschland en de Sovjet Unie ingewikkelder is geworden dan tot dus ver en ernstige afmetingen heeft aangenomen. De houding van de V.S. kan thans nog niet voorspeld worden. In ieder geval staat Japan voor ernstige be slissingen. Teneinde tegen iederen toestand te zijn opgewassen streeft het Japansche leger, bij het voortzetten van den strijd in China ernaar, de natie tot een eenheid te maken. Daarom verzocht de mi nister van oorlog den vertegenwoordigers van de wapenindustrie, intensief met het leger samen te werken, teneinde de nieuwe ordening van het be drijfsleven .en andere beperkingen met succes te kunnen uitvoeren. NEDERLANDSCHE NATUURHISTORISCHE VEREENIGING. De afdeeling Haarlem en Omstreken van de Na tuurhistorische Vereeniging heeft voor de volgende weken het programma aldus vastgesteld: Zondag 29 Juni: Excursie naar de Prov. Duinen van Bakkum en Castricum. Donderdag 3 Juli: Avondwandeling door Thijsse'a Hof. Zaterdag 12 Juli: Fietstocht door de Haarlem mermeer, zoo mogelijk met bezoek aan landbouwbe drijf. Leider de heer G. Gerbranda. Zondag 20 Juli: Dagtocht o.l.v. den heer G. Ger branda naar de duinen bij Noordwijk. HAARLEM, 25 Juni. Ondertrouwd: 25 Juni: A. P. van Gend en W. C. Ver steeg; C. Hirs en K. Dijkstra; G. de Vos en P. de Nijs; G. Schuijt en C. E. Dams; J. Kuiper en M. E. Lieuwes; T. J. A.Spolders en G. M. Kok. S. de Jong en C. van Hamelsveld, M. Otger en G. C. Roest; D. Stoute en M. J. Born; G. J. I-Iuges en K. M. van der Erf; B. van den Bogaard en J. Veerman; C. J. Broers en A. M. v. d. Meij; A. J. Vermaire en P. A. Borremans; D. Tam- minga en A. P. van Moolenbroek; A. Dirks en C. J. C. Hoogendijk; J. J. de Vriend en E. M. H Doornebos; J. van Beek en E. van Velzen; J. Koopen en J. Hoo- gendoorn; W. T. Kuiper en A. Dirks. Gehuwd: 25 Juni: G. L. van Koningshoven en M. Hoogkamer; F. N. Schoorl en A. Pigmans; G. B. Riet dijk en J. S. W. Hartman, E. Hiddinga en R. Halma, A. P. Gouweleeuw en C. M. H. Nijssen, G. A. van Impe- len en H. Jansen, A. G. Hazelaar en T. A. C. de Best, P. C. Abrahams en M. M. C. Konings; N. H. van Atte- kum en A Rijkers; C. F. Oudolf en M Scholder; W. G. Janssen en J. H. M. Jukes, T. Smits en E. M, Mar- chand; L. M. H. Habraken en J. T. Bijster; D, Negrijn en A. de Bruin;L. de Hoog en E Bast; F. J. Teeuwen en M. C. Zijp; A. L. J. Moone en A. M. Toemen; D. Zuidam en C. W. Hirs; C. van den Bogaard en M. Brouwer; J. Bouwens en M in 't Veld; J. Derks en G. M. Visser: J. van Dam en G. Cornet. Bevallen: 21 Juni: M. W Scholten—Schencke. z. 22 Juni: P. J- F. MookhoekSchellekens, z. 23 Juni: M VermeulenHendriks, d. N J. Kollaard—Güfh. z. 24 Juni: A. J. Inpijn—Negrijn, d. Overleden: 24 Juni: H. Paauw. 36 i.. Hazepater#* laan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 5