EEN GEZONDE GEEST IN EEN GEZOND UCHAAM Het Wonderlijke Spel. OMROEP ÏB ucqedijkeStand Eigenaardigheden De volstrekte onberekenbaarheid van cricket is Zaterdag en Zondag aan de Spanjaardslaan te Haar lem. waar Rood en Wit een tweedagschen wedstrijd tegen de Haagsche speelde weer eens treffend aange toond. Het slot was teleurstellend voor de Haar lemmers. niet alleen omdat het geen juist beeld van hun werkelijke sterkte gaf maar ook omdat dit jju juist de jubileumwedstrijd bij het 60-jarig be staan was. Dan met innings te verliezen, hetgeen een eersteklasser als de Haarlemsche zoo zelden overkomt!Evenwel, alle cricketers kennen de grilligheid der godin die hun spel beheerscht en daarom aanvaardde iedereen den loop van zaken. Hel daverend applaus, waarmee het winnende elf tal van de Haagsche C. C. bij de tribune ontvan gen werd, toen de laatste bal gebowld en de wed strijd beslist was, getuigde trouwens van oprechte bewondering voor een kranige prestatie, bewon dering zoowel bij de tegenpartij als bij het publiek. En de stemming aan Rood en Wit's jubileumdiner was er tenslotte niet minder goed om Zaterdag hadden de Haarlemmers in hun eerste innings zoo goed gebat, dat hun kansen op de over winning aanzienlijk schenen. Hun totaal, 217 runs, was hooger dan iemand verwacht had en tegen de Groote Haagsche een prestatie op zichzelf. Zeven van de elf batsmen kwamen in de dubbele cijfers. En toen het 152 voor 3 was bewees „de staart" nog wat in haar kronkels school: een voortreffelijke stand voor het negende wicket leverde ruim zestig runs op en de 200 werd vlot gepasseerd. Toen de Hagenaars drie van hun beste wickets voor slechts 32 runs verloren hadden stonden de Haarlemsche kansen zoo hoog genoteerd dat de meeste toeschou wers er zeker met plezier op gewed hadden. Wed liever niet en als u hef niet laten kunt dan toch zeker niet op cricket! Zondag was alles anders geworden. De Hagenaars batten er lustig op los en toonden voor het Haar lemsche bowlen, zell's voor dat van hun oud-club genoot Sodderland, weinig eerbied. De staart van hun elftal bleek bovendien nog levendiger te zijn clan de Haarlemsche. Hij passeerde Rood en Wit's totaal en maakte er nog 89 runs bij. Totalen: Rood eft Wit 217, H. C. C. 306. "Toen was er nog een uur of drie speeltijd, ei- moest een tweede innings zijn en iedereen reken de nog op een „draw". Bovendien verkortte een regenbui die drie uur nog tot tweeënhalf. Maar het zelfde Haarlemsche elftal, dat den vorigen dag zoo kranig had staan batten op de Beus en Gallois, kon nu evenmin met den ,.googlie"-man als met den fastbowler overweg, stond op hen te schutteren van je welste en zat in minder dan anderhalf uur voor een armelijke 60 runs aan den kant, den wedstrijd verliezend met innings en 29 runs. In de sfeer van rustige en ernstige aandacht die cricket vergt zagen de Haarlemsche toeschouwers Zondagmiddag met bewondering den Haagschen aanval zijn taak volbrengen. Er was niet alleen zeer zuiver en listig bowlen, rijk aan afwisseling, te ge nieten maar ook veldwerk van het hoogste gehalte, waarbij Van Manen zich onderscheidde door won derbaarlijke vangen. Maar hoe zoo'n totale omme keer in een wedstrijd ontstaat zal altijd wel een raadsel blijven. In de zestig cricketjaren, door Rood en Wit beleefd, hebben zulke verrassingen zich in alle denkbare varianten voorgedaan en nie mand heeft er ooit een afdoende uitlegging van kunnen geven. Ze kunnen altijd weer opdoemen, middenin een reeks volkomen normaal verloopende ontmoetingen of vlak ervoor of erna. En ze doemen telkens weer op. Er moet een geheimzinnige oor zaak van bestaan. Maar als die ooit ontdekt mocht worden zou een van de grootste bekoringen van het spel verdwijnen. Als Rood en Wit zijn eeuw feest viert zal de dan levende generatie van cricke ters er ook nog wel het hoofd over schudden en zich afvragen hoe ter wereld men er zich ooit tegen wapenen moet. Oude, eertijds vermaarde cricketers zooals Kool hoven, .Pleyte en Feith (de voorzitter van den Cricketbond), Swens, Diemer Kool, van Eeghen en anderen zagen het Zaterdag en Zondag aan, trok ken verwonderd de wenkbrauwen op maar glim lachten hij de herinnering aan het verleden dat zulke gebeurtenissen ook gekend had. En haalden natuurlijk die herinneringen op. Daar stond de jeugd en kampte met precies dezelfde grillen van het Lot als hen indertijd verblijd en getergd had den Het blijft een mooi spel, zeiden ze tegen elkaar. Citroenen mogen niet duurder zijn dan 5 cent. 's GRAVENHAGE, 21 Juli. Naai- de gemach- tigde voor de prijzen mededeelt, zijn er met ingang van vandaag maximumprijzen vastgesteld voor citroenen. De consument weet nu waar hij aan toe is, zoodra er weer citroenen verkrijgbaar zullen zijn. Er zal niet meer dan 5 cent per stuk voor mogen worden gevraagd. In het vorige seizoen berekende men voor groote en kleine citroenen verschillende prijzen. Dit zal, nu er een maximum prijs, onafhankelijk van de grootte is vastgesteld, miet meer mogen vorkomen. (A.N.P.) Nederlandscli—Tsjeclio-SIowaaksclie K. v. K. wordt geliquideerd. Hel A.N.P. mldt: De Duitsche Kamer van Koop- handel voor Nederland in Amsterdam heeft een afdeeling „Bohemen en Moravië" opgericht, welke de taak der Nederlandsche Tsjecho-SIowaaksche K. v. K. heeft overgenomen. De oprichting van het rijksprotectoraat Bohemen en Moravië heeft tot een regelmatige samenwerking tusschen de Duitsche K. v. K. en de Nederlandscli Tsjecho- SIowaaksche Kamer geleid. Op de basis van de ver kregen resultaten zal de Duitsche K. v. K. voor Nederland de werkzaamheden der Nederland^gh- Tsjecho-Slowaaksche Kamer van Koophandel voortzetten. Gelijktijdig zal de laatste tot liqui datie overgaan en gedurende dezen tijd aan de ver wezenlijking van de bovenomschreven plannen medewerken. De geluksmannetjes, die de loten vcrkoopen van Winterhulp Nederland, rukken uit van het hoofdkantoor. (Foto SchinimftUaeiiQiajth) De V-actie. Commentaar der Duitsche pers. BERLIJN, 21 Juli (D.N.B.) „Victoria", symbool der solidariteit van het vasteland en van den nieuwen Europeeschert wil tot orde, aldus luidt het commen taar van de Berlijnsche dagbladen in hoofdartikelen over de V-actie. De V als eerste letter van den ouden overwinningskreet „Victoria" waarmede de strijdende Duitsche troepen vroeger als teeken van hun verze kerdheid der overwinning optraden, zoo schrijven de bladen, verkondigt thans over het geheele Europcesche vasteland de overwinning van Duitschland op alle fronten en is geworden tot symbool voor de komende eindovei-winning op de machten der vernieling en voorts voor een ontwakend, zich van zichzelf bewust wordend Europa. De V, zoo schrijft de „Völkischer Beobachter" symboliseert niet alleen de Duitsche ver zekerdheid van de overwinning maar staat thans als teeken duidelijker dan ooit voor de overwinning van het geheele Europeesche vasteland. Wat Duitschland van het begin van dezen oorlog af verkondigd heeft, is thans ook zichtbaar geworden voor hen, die zich zoolang verzet hebben: het Duitsche rijk voert den hem opgedrongen strijd tegelijkertijd voor Europa en in, opdracht van Europa. Om deze bewustwording van een Europeesche taak op het laatste oogenblik te ver hinderen. is de eeuwenoude tegenstander van het vasteland. Engeland er niet voor teruggeschrokken den aartsvijand van alle culturen en cultureele waar den op te roepen. Toch heeft het daarmede niets an ders bereikt dan dat ook den laatsten talmer duidelijk voor oogen werd gesteld wat op het spel staat. Het toestroomen van duizenden vrijwilligers vormt, buiten de onmiddellijke aanleiding om, ook een antwoord van bijna alle landen van Europa aan Londen, dat niet duidelijker kon zijn. De „Montag" wijst eveneens op den steeds grooteren stroom van vrijwilligers uit alle Europeesche landen voor den gemeenschappelijken strijd tegen het bolsje wisme als bewijs, dat geheel Europa in Duitschland werkelijk den voorvechter heeft gezienvoor een nieuwe Europeesche orde. In het teeken van dit in zicht, zoo gaat het blad verder, is het symbool der eenheid geschapen, een enkele letter, die steeds en overal eraan zal herinneren, dat alleen de geheele kracht van het Europeesche vasteland dit werk ver mag te volbrengen. Een doode door Engclsclie luchtaanvallen. 's GRAVENHAGE, 21 Juli. In het afgeloopen weekeinde vlogen wel enkele Britsche vliegtuigen boven ons land, doch bleef hun actie zeer beperkt. Enkele brisant- en brandbommen werden neerge worpen. Wat kleinere beschadigingen, wat glas schade aan woonhuizen en een aantal granaat trechters in het open veld. zijn te vermelden. Helaas werden in een stad in Zuid-Holland één persoon gedood en één gewond. AFGESLAGEN ENGELSCHE AANVALS- POGING. BERLIJN, 21 Juli (D.N.B.) Hedenochtend hebben eenige Britsche gevechtsvliegtuigen, sterk beschermd door jagers, getracht het bezette Fran- sche gebied binnen te vliegen. Duitsche jagers hebben tijdens luchtgevechten een viermotorige Britsche bommenwerper van het type Stirling en vijf Spitfires neergeschoten en de overige vlieg tuigen gedwongen om te keeren. Aan Duitsche zijde ontstonden geen verliezen. ONZE VlSSCHEBS VAREN UIT J REPORTAGE DOOR HEGMAN FELVEZHQF EN PAt/L OE WAART PA6 EN NACHT VOEREN OE VISSCHERS HUN ZWARE BEROEP UIT, MAAR IEDELEN VAC KEEREN DE SCHEPEN TEROö OM HUN VANOST TE LCSSEN, DE DRIEKLEUR INTOP EN DE LE7TERS HOLLAND OP 3AK-EN 5TUCRBOORP. OIT5TOERE V(S>SCHER5- LEVEN KUNT U HEDENAVOND OM HALF ACHT VOOR (/WTOE STEL MEE-BELEVEN. OE RAD'O NEEMT (J MEE NAAR ZEE NEDERLANDSCHE (Adv. Ingcz. Med.) Zin voor de werkelijkheid. Ieder levend wezen is aangewezen op een leven dige wisselwerking tusschen zijn binnenwereld en de buitenwereld. Wij moeten van de buitenwereld alles opnemen, dat voor ons levensonderhoud noodig is, maar om onze doeleinden te kunnen bereiken moeten wij ook handelend -ingrijpen in de buitenwereld. Al onze indrukken, al onze waarnemingen moeten via de zintuigen van buitenaf tot ons komen, daardoor eerst leeren wij wat er buiten ons bestaat en wat daar omgaat. Maar toch kunnen wij ziende blind en hoorende doof zijn. Lang niet alle indrukken, die mijn netvlies of mijn oor bereiken, dringen tot mijn bewustzijn door. Op straat merkt men iedere lan tarenpaal niet op; het tikken van de klok hoort men eenvoudig niet meer; men let er niet op zoolang alles „gewoon" gaat. Men gaat eerst dan opletten, als er iets ongewoons aan de hand is. Maar als het iets aan genaams lijkt, is men heel wat opmerkzamer dan wanneer het iets onaangenaams lijkt: dan wil men't vaak maar liever niet zien of niet hooren, dan denkt men er liever maar ni,et over en sluit zijn oogen. Bij de Oost-Indische doofheid hebben we iets der gelijks. Waarom noemt men de werkelijkheid vaak hard, koud, meedoogenloos? Omdat de realiteit zoo vaak onze illusies verstoort, onze wenschdroomen en idea len. Dat valt ons zwaar, we kunnen daar vaak zoo slecht afstand van doen en dan vinden we de wer kelijkheid vijandig. In ons spel en in onze fantasie hebben we geen last van die booze buitenwereld, daar zijn we heer en meester in onze eigen binnen wereld, in de sfeer van onze eigen voorstellingen en gevoelens. Is het wonder dat wij van die buitenwe reld weinig moeten hebben als die onze liefste wen- schen vernietigt en dat wij ons daar veel liever van afwenden en struisvogelpolitiek bedrijven, den kop in het zand steken, dè oogen sluiten om ons dan wijs te maken: dat wat ik niet zie, is er niet, wat niet in mijn bewustzijn aanwezig is, is er niet. Het is de „harde" realiteit die ons dwingt te erken nen dat er nog een andere wereld is buiten onszelf, die niet opzij gaat noch meegeeft, als wij er tegenop botsen. Die buitenwereld is ook koud en meedoogen loos, omdat hij ons als met een stortbad van koud wa ter tot de nuchtere zakelijkheid terugroept en zich niet stoort aan onze o zoo kwetsbare gevoeligheden en geestelijke eksteroogen. Liefde is blind, dat zegt tenminste het spreek woord. Is dit zoo en hoe komt men daaraan? Wel, het is een feit dat men iets, beziende met de oogen der liefde, niet doodnuchter bekijkt, ontleedt, re gistreert en catalogiseert naar het uiterlijk beeld, dat men te zien krijgt. De liefde ziet er veel meer in: men ziet als het ware bij voorbaat allerlei, wat er maar „uit" hoeft te komen, maar wat een onwel willende heelemaal niet ziet en niet gelooft. Een moeder is „gek" op haar jonge spruit; een buiten staander vindt het* een vies, dreinerig kind. De een ziet het kind zooals het er op 't oogenblik uitziet, maar zooals het zijn kan: zooals z ij haar kind ziet met al zijn liefs, met al zijn verborgen mogelijk heden. Dat vieze ziet zij als bewijs dat het toch zoo'n echte lekkere robbedoes is, heelemaal niet ver waand: het dreinerige ziet ze als bewijs dat hij zoo gevoelig is, zoo teer van gemoed, dat hij eigenlijk haar volle medelijden verdient omdat de booze wereld hem niet begrijpt, zijn blanke zieltje niet ziet onder zijn vieze toet. Deze liefde, die blind is, is blijkbaar eenerzijds „helderziend", dat wil zeggen in staat om erin te' zien, wat een ander niet ziet maar is ook vaak «blind omdat ze bang is.voor de werkelijkheid, voor de nuch tere kritiek, die geschuwd wordt omdat deze de illu sie verstoort. Maar nu kan men vragen: is het „werkelijk" liefde, om zich aan illusies vast te klampen, om de werke lijkheid niet te willen zien? Natuurlijk niet, want men kan wel tijdelijk de oogen sluiten en voor een poosje de feiten negeeren, maar dat dit zich wreken moet kan men op zijn vingers natellen. Het is zelfs de vraag of het niet veel gevaarlijker is, wanneer dit laat gebeurt en of het niet heilzamer zou zijn als het vroeg gebeurde, want dan zal de kans om zich nog te herstellen allicht grooter zijn dan wanneer een fout lang heeft kunnen inwerken. Een voorbeeld: Een klein kind speelt met verschil lend groote blokken en wil daar een toren mee bou wen. Dit lukt natuurlijk niet direct, het bouwsel valt om en het kind wordt verdrietig. Is het nu liefde om dat kind te helpen, hem de moeilijkheden' uil han den te nemen en hem de illusie te schenken dat hij het zelf nu klaargespeeld heeft? Natuurlijk niet, want een volgende keer kan hij het niet, de ontgooche Üng is des te pijnlijker en nog ontmoedigender. Bo vendien wordt de neiging versterkt om te gaan zitten 'afwachten tot de een of andere goede geest alle moeilijkheden oplost en iedereen weet toch dat men daar, in de harde werkelijkheid in de kille maat schappij vaak lang op kan wachten! Laat men het kind rustig en ongestoord scharrelen, aan doet het spelenderwijs ervaring op: hoe het niet gaat en hoe het wel gaat. Het is de groote verdienste van Montessori geweest te beseffen, hoe'n groote winst het beteekent wanneer een kind zelf, door eigen pro- beeren en fouten corrigeeren, een moeilijkheid spe lenderwijs heeft leeren oplossen. Hierdoor wordt het niet alleen wijzer, maar het zelfvertrouwen wordt er op een natuurlijke ongedwongen wijze door ver sterkt: Geen matelooze zelfoverschatting en even min een matelooze zelfonderschatting maar een ste vig gefundeerd besef van verhoudingen tusschen het geen wel en hetgeen niet mogelijk is, tusschen eigen capaciteiten en in de buitenwereld gegeven moeilijk heden. Ware liefde is niet blind, maar heeft een open voor de werkelijkheid, negeert men deze, dan stoot men zijn hoofd; ziet men deze onder het oog, dan kan men zich daartegen wapenen en zich oefenen om telkens gemakkelijker moeilijkheden te overwinnen. Daar hoort ook bij: het zich neerleggen bij het on mogelijke en onvermijdelijke om desalniettemin, maar dan op andere wijze, te streven naar de best moge lijke oplossing. Er zijn menschen die meenen dat Ijet getuigt van moed, wanneer iemand persé zijn zin wil doordrij ven, blijft vechten voor iets, ook al blijkt het dat hij ongelijk had. Dit niet willen opgeven uit koppigheid en uit een weigering om ooit toe te geven, deze hals starrigheid is natuurlijk heel wat anders dan een taaie en onverzettelijke volharding zoolang iemand de overtuiging heeft dat het einde het werk zal kronen. Een gewaarschuwd mensch telt voor twee; iemand die niet bang is, die rekent met tegenslagen en met de mogelijkheid van langdurigen tegenwind, wordt op den duur hoe langer hoe taaier en onverzettelijker. Hij spiegelt zich geen gemakkelijk succes voor, maar hij weet dat hij heeft aan te pakken, zijn oogen den kost moet geven, rekening heeft te houden met alle mo gelijke risico's, wil hij tenslotte deze alle de baas wor den. Liefde, die moeilijkheden ontwijkt of voor een ander regelmatig uit den weg ruimt, is kortzichtig en deze werkt verslappend en dus op den duur funest, want dis is niet vol te houden en de ontgoocheling zal groot zijn. De werkelijkheid verdoezelen, een valsche schijn ophouden werkt ondermijnend. Maar het getuigt van een verstandiger liefde, wan neer men zijn kind, of ieder ander, met wien men het goed meent er aan went om de werkelijkheid nuchter en moedig aan te durven zonder iets te verbloemen, maar ook zonder angst te suggereeren. Want be zorgdheid' die voortdurend waarschuwt: „pas toch op. wees toch voorzichtig, denk toch aan dit, ik hoop dat je gespaard zult blijven voor dat", heeft niets te maken met helpende liefde, want hier hielpt men iemand van den wal in de sloot, ondermijnt men zijn zelfvertrouwen, zijn zakelijk afwegen van wat hij wel en wat hij niet moet doen om succes te hebben. Even onverstandig is het om door medelijden of veront waardiging iemand van streek te maken als hij eens voor onaangename moeilijkheden komt te staan: niet huilen, niet kankeren maar aanpakken! Zin voor de werkelijkheid houdt ook in een besef voor de veranderlijkheid der dingen. Iets dat eerst ver schrikkelijk leek, lost zich vaak vanzelf op. Na iederen winter komt een zomer, na iederen nacht een dag. Zin voor werkelijkheid sluit dus ook in: geduld, vol harding, vertrouwen dat iets, dat vandaag niet lukt of uitgesloten is, morgen kan lukken, dat het de moeite waard is, steeds uit te kijken naar mogelijkheden om er het beste van te maken. Zin voor de werkelijkheid is onbestaanbaar zon der moed; omgekeerd echter is er niets wat het zelf vertrouwen zoo staalt als de ervaring dat moeilijk heden er zijn om overwonnen te wordden en dat het heelemaal geen schande is, maar een noodzakelijke voorwaarde voor groei en ontwikkeling om te erken nen dat er dingen zijn, waarbij men zich heeft neer te leggen of waarvoor men heeft te buigen. Als men ziek is moet men zich wel neerleggen als men onder een bruggetje door moet, moet men het hoofd wel buigen. Wie voldoende gevoel van eigenwaar de heeft, kan gemakkelijk soepel zijn en zich aanpas sen; wie taai is kan veel meer verdragen dan wie star, hard en onbuigzaam is; innerlijke fierheid heeft heelemaal geen behoefte aan koppig verzet of jamme rend geweeklaag, maar blijft zichzelf onder alle om standigheden terwijl de werkelijkheid open onder de oogen wordt gezien. DR. J. M. ROMBOUTS. Nieuw bedrijf te Haarlem. Koelhuis- en Invriesinrichting aan de Leidschevaart. Wij vernemen, dat de directie van de N.V. Koelhuis „IJsvries" te IJmuiden de perceelen aan de Leidschevaart 152 te Haarlem waarin vroeger de Haarlemsche Auto-Centrale geves tigd was. heeft aangekocht om het in te richten voor een koelhuis- en invriesiöriehtingDe re sultaten van de nieuwe moderne wijze van ver duurzaming van landbouw- en veeteeltproduc ten in het hoofdbedrijf te IJmuiden zijn zóó gunstig gebleken, dat in normale omstandig heden dagelijks wagonladingen vleesch, boter, eieren, groenten etc. aankomen, om op' deze wijze maandenlang goed te worden opgeslagen of ingevroren. Vooral het nieuwe systeem voor het. invriezen van visch heeft bij den vischhandel veel instemming gevonden. Daarom zal dit systeem ook in het filiaal te Haarlem worden toegepast. Men is thans bezig dit gebouwen complex, dat een oppervlakte heeft van 2650 vierkanten meter, daartoe in te richten. De machines zijn reeds besteld. Men hoopt dit koelhuis en deze invriesinrichting begin van het volgend jaar in bedrijf te kunnen stellen. EXAMENS STAATSEXAMEN. 's-GRAVENHAGE, 19 Juli. Geslaagd voor Staatsexamen ter toelating tot de universiteiten diploma A: de heeren: C. W. Kroft, F. A. Th. M. Meyer, Th. W. Mulder. J. J. Tuvp. J. A. Veering, J. A. van der Welle, J. J. M. Gerrits, J. J. G. Jans sen. G. L. J. van Dietten, L. F. van der Pas, J. G. A. Sïkkens, J. J. H. Rijk, C. J. Snoek, A. P. A. Schilder. Voor diploma B: de dames: B. M. de Jonge Poerink en B. J. Knape; de heeren: A. J. Koop- mans, E. L. van der Hiel, K. K, de Boe ver e en H. M. J. van Eeghen. U. L. O.-EXAMENS. Van de Openbare U.L.O.-school B te Haarlem (tijd. Weltevredenplein), slaagden in de eerste groepen voor het MULO-examen de volgende 39 candidaten: Voor het MULO-diploma A: A. C. H. Agema, Linde Bisseker, J. Bronkhorst, H. C. Brons, F. J. Bruins, R. C. van de Bunt. Jopie Gaartman, C. G. van der Giezen, P. van Groningen. G. A. Hoogen- bos. Gé Hulst, Willie van Huystee, Jannie Jon- gert, E. J. Karssen, Nellie Kruijd, E. Kunnen, Femmi van der Las, Jopie de. Lijster, J. van dei- Moot, Mia Peddemors, Lies Prinsen, Mar jon van Randtwijk, .T. L. Scheurman, Synthia Sterkman, J. Timmer, Greta Versaan, C. A. Vlug. Voor hét MULO-diploma B: Jopie Boeré, D. Bot, H. Das, B. Erdtsieck, W. J. Haye, H. Keulemans, D. C. Proper. J. G. van Roosmalen, J. P. Vogel, A. D. A. J. de Vos, C. J. Wardénaar. J. K. Wijninckx De examens worden met de laatste groepen nog voortgezet op 21 Juli en volgende dagen. MULO-EXAMENS TE HAARLEM. Zaterdag slaagden voor het. Mulo-examen di ploma A te Haarlem: J. J. de Wolf, T. Withaar, H. S. van der Wal, D. Kooymans, H. K. Brons, J. Bronkhorst, J. Brons, M. A. van den Dool, A. ]\f. van Es, G. Hulst, J. H. de Lijster, E. H. van dei- Las, N. Kruyd. P. J. L. Goll, H. E. Hensen, M. La- kerveld, E. J. Verkerke en C. J. de Visser, allen te Haarlem: J. Krul te Velsen; T. Tromp, C. Groene- veld, J. Visser en H. Stiksma, allen te I-Jmuiden: W. P. Kuyk te Santpoort; J. W. Knibbe. te Bad hoevedorp; J. Roodénburg te Hoofddorp: H. S. van der Veer te Vijfhuizen; C. van Bruinessen te Zand- voort en H. Mennes te Heemstede. Voor het B-diploma: J. R. de Jong te IJmuiden. STUURLIEDENEXAMEN. Geslaagd voor 3en stuurman groote handels vaart: W. A. Mulder. DIVERSE. Geslaagd voor het Federatie-examen Nederland sche Handelscorrespondentie de heeren A. P. Swart en L. S. A. Jaspers. Voor de praktijkexamens van „Lïteh" slaag den o.m.: H. J. Augustijn (Fransch), R. Klein (En- gelsehj. Voor de praktijkexameris der Verg. Leeraren i. d. Hand.wetensch. slaagden o.m.: H. J. Augustijn (Ned., Duitsch, Eng.) mej. G. A. Boegschoten (Ned.) J. A. J. Doezie Ned., Eng.) F. Libbenga (boekh.), R. Prins (boekh.), R. W. Rijkse (Duitsch),. mej. H. Sweerts (Ned.), allen leerlingen der Pitmanschool te Haarlem. Wijzigingen in het Britsche kabinet, Nieuwe minister voor de inlichtingen. BERLIJN, 21 Juli (D.N.B.) Zondagavond zijn de volgende wijzigingen in het kabinet te Londen officieel bekend gemaakt: Butler is benoemd tot mi nister van opvoeding en Brendan Bracken tot minis ter voor de inlichtingen. Duff Cooper krijgt den post van kanselier van het hertogdom Lancaster. Hij K be geeft zich naar het Verre Oosten om in opdracht' van hef oorlogskabinet het gemeenschappelijk ontwerpen van plannen en de samenwerking tusschen de ver schillende Britsche autoriteiten te contróleeren en het oorlogskabinet rapport uit te brengen met raadge vingen over de wijze waarop deze maatregelen doel treffender kunnen worden gemaakt. Lord Hankey is benoemd tot algemeen betaalmees ter, B. K. Law wordt onderstaatssecretaris van bui- tenlandsche zaken, E. D. Sandys secretaris van financiën in het oorlogsministerie, E. Thurtle wordt onderstaatssecretaris in het ministerie voor de inlich tingen. E. Ramsbottham wordt voorzitter van het bureau voor werkloozensteun en krijgt den rang van peer, Harold Nicholson wordt leider van de B.B.C.. Kol. Watt wordt speciaal parlementair secretaris van den premier. Sir Hugh Seely wordt tweede parle mentair onderstaatssecretaris in het ministerie vafi luchtvaart. Kapt. Balfour, de afgevaardigde Tom Williams en majoor Lloyd George zijn benoemd tot leden van den Kroonraad. Ten aanzien van deze wijzigingen meldt Reuter nog de volgende bijzonderheden: De nieuwe minister voor de inlichtingen Brendan Bracken is verscheidene jaren speciaal parlemen tair secretaris van Churchill geweest. Bracken is de vierde minister voor de inlichtingen, een post die eerst sedert het begin van den oorlog is ingesteld. Het is de eerste ministerieele functie van Bracken. De benoeming van Duff Cooper tot kanselier van het hertogdom Lancaster met als opdracht zich naar het Verre Oosten te begeven en den toestand daar ter plaatse te bestudeeren, legt den nadruk op het belang dat de premier hecht aan een doeltreffen de samenwerking van de verschillende militaire, poli tieke en bestuursautoriteiten op alle belangrijke ge bieden. Lord Hankey, de nieuwe algemeene betaalmeester zal ook verder zijn plichten als voorzitter van ver scheidene kabinetscommissies blijven waarnemen. B. K. Law, de nieuwe onderstaatssecretaris in het ministerie van buitenlandsche zaken, is de zoon van den vroegeren, thans overleden premier Bonar Law. Sandys, de opvolger van Law is financieel secre taris in het ministerie van oorlog, is schoonzoon van Churchill. HAARLEM, 21 Juli. Gehuwd 19 Juli: B. J. Onderwater en C. A. Lubbers, J. J. E. Smit en P. Wolterson. Bevallen: 18 Juli: C. M. van Schie-Alders, z. P. C. ten Damde Munnik, d., S. F. M. Beenkenvan Eerde, d., 19 Juli: A. Cornet—Kleijm, z., 20 Juli: C. E. van den Brink—Heijerman. z., C. van Kampen—Hoorendijk, z., C. C. HilbersSchuurman, z., A. Janzenvan Kem pen, z., A. A. WempeWitteman. d., G. F. Koenders Fabels, z.,2I Juli: A. M. SengersKoster, d.. J.'Duine- veldvan Steijnen, d. Overleden: 19 Juli: M. C. CoertWijnckus, 66 j., Schoterveenstraat, 20 Juli: M. G. IJlstraDetting- meijer, 63 j., Lange Boogaardstraat. 20 Juli P. J. A., 1 m., z. v. G. Veelenturf, Kamperlaan. in Haarlem en omgeving. Hel graf van Xcrxes. (Foto De Haas) Dit is het graf van Xerxes, weliswaar niet dal van den beroemden Perzischcn koning, dat men in de buurt van Haarlem vergeefs zoeken zal, maar van een naamgenoot, wiens daden van trouw en wiens dood op het veld van eer hier met een enkel woord geboek staafd mogen worden. Aan de Munterslaan kunt ge het graf en het graf monument vinden. Het staat daar wat vreemd in het weitje langs den weg en ge moet er wel even op slu- deeren, voordat ge den hondenkop ontdekt, die de nogal bizarre sculpture bekroontnu weet ge met een, dat Xcrxes een hond was en als uw nieuwsgierig heid eenigermate is gewekt wil ik U er wel bij ver tellen, dal Xerxes hond en vriend was van den jonk heer van Rijnegom, wiens landgoed in het begin van de vorige eeuw tot hier strekte. Dc eigenaar had hier jachtrecht en maakte daar op zekeren dag in het jaar 1809 gebruik van. Vergezeld van een paar vrienden belaagde hij de Kennemer konijnen, toen hij, hier ter plaatse, waar het bosch het vlakke land bereikte, plotseling tegenover een wild- strooper stond, die hier ook al met een vuurwapen opereerde. Het werd een dramatische ontmoeting. De strooper bleek een ongure gast te zijn, die niet tegen geweld opzag en den edelman zonder meer op den korrel nam. In dat oogenblik sprong Xerxes, de jachthond, naar voren en deed grommend een aanval op den wilddief, die zich niet lang bedacht, maar het dier zonder meer doodschoot. Het vervolg is onbekend, maar zal denke lijk wel niet in het voordeel van den moordenaar af geloopen zijn. Maar de jonkheer van Rijnegom was ontroostbaar en begreep, dat zooveel hondsche trouw en hondsche zelfopoffering voor de historie diende te worden vast gelegd. Op de plek. waar de brave hond een eerlijke begrafenis had gekregen werd een gedenkteeken ge plaatst, dat er nu nog, verweerd en wel, te zien is. Wellicht wandelt ge er dezer dagen eens langs. Ge kent dan nu de geschiedenis en de beteekenis van het monumentje. Wel, er is in marmer en arduin menig graf teeken opgericht, dat de herinnering verlevendigt aan minder dappere daden dan waaraan Xerxes van Rijnegom zijn gedenkteeken dankt Belangrijke keltingliandel aan het licht gekomen. 's GRAVENHAGE, 21 Juli. In een opslag- plaats van een levensmiddelenmagazijn aan de Eerste van der Kunststraat alhier, is achtereen volgens driemaal ingebroken, den laatsten keer op 14 Juli. Ontvreemd werden 855 pakjes thee, flesschen slaolie, koffiesurrogaat, toiletzeep en reepen chocolade. De centrale opsporingsdienst der politie heeft een uitgebreid onderzoek ingesteld en daarbij reke ning gehouden met de waarschijnlijkheid, dat de gestolen goederen verder verhandeld zouden worden. Onderscheidene leden, die verdacht kon den worden, werden geschaduwd cn daarbij viel in 't bijzonder het oog op een 32-jarigen vracht rijder en een 41-jarigen expediteur. Afgeloopen Zaterdag gingen zij samen per fiets in de rich ting van Loosduinen. Zij stapten af aan den Ley- weg en gingen daar een schuur binnen, waarin een vrachtauto gestald was. Na eenigen tijd kwa men de beide heeren in de auto naar buiten rijden. Oogenschijnlijk lagen in den vrachtwagen oude onderdeelen van automobielen. Toen onder weg de recherche te voorschijn trad en de chauf feur moest stoppen, bleek bij inspectie van de auto nader, dat er 240 pakjes thee verborgen waren van dezelfde soort als in het levensmidde lenmagazijn gestolen waren. Bij het verhoor bleek dat van de thee ver kocht was aan een groentenhandelaar, een serveer juffrouw, een waker, een caféhouder, een visch- handelaa'r, een zuivelhandelaar en een grond werker. Een zoon van den grondwerker en een broer bleken de inbraken te hebben gepleegd. Tentoonstelling van Nederlandsche Kunst in Hagen. Door dr. T. Gocdewaagen geopend. Het A.N.P. meldt: Te Hagen is de tentoonstelling ..Hedendaagsche Nederlandsche kunst" geopend. Tal van vooraanstaande autoriteiten woonden de ope ningsplechtigheid bij, die werd opgeluisterd door pianospel van den Nederlandsehen pianist Cor de Groot Door den burgemeester van Hagen, Vetter, werden de gasten en de deelnemende Nederland sche kunstenaars begroet. In het bijzonder heette hij den commissaris-generaal van het departement voor Volksvoorlichting en Kunsten, dr. T. Goede- waagen welkom. Spreker legde in zijn toespraak na druk op het feit, dat er een nauw verband bestaat tusschen de Nederlandsche taal en kunst en die van Westfalen. De heer Goedewaagen memoreerde in zijn rede de eeuwenoude banden die tusschen Ne derland en Duitschland bestaan. De invloed der Nederlandsche kunst op dc Duitsche kunst is niet meer weg te denken, terwijl ook het omgekeerde het geval is. Vervolgens sprak nog de heer Maasdijk, voorzitter van de Nederlandsch-Duitsche cultuur gemeenschap. Deze verklaarde, dat het een duidelijk en zichtbaar teeken van sterkte en van het vertrou wen in de uiteindelijke overwinning van Duitschland is, wanneer onder de tegenwoordige tijdsomstandig heden ondanks den oorlog in het Oosten tegen de krachten van het bolsjewisme in het westen van het Duitsche Rijk *en Nederlandsche kunsttentoon stelling kan plaats hebben. Spreker eindigde met de woorden. Wij gelooven rvnn de overwining van de Europeesche cultuur op de barbrrrsche cultuur van het bolsjewisme. Hierna werd de tentoonstelling doer dr. T. Goede waagen geopend die in zijn rede op de groots be teekenis van den Duitschen kunstminnaar Karl Brnrt Osthaus voor het Nederlandsche kunstleven wees.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 5