De afspraak in de Parklaan
De behandeling
van het Joodsche
geldelijk vermogen.
U ZIET
ER SLECHT UIT
C A RTE RS
De geschiedenis
van het landgoed Ypenrode.
DE LOGE BEVEELT"
Jioct llieuws
MSSKDA'Ü TT AUGUSTUS 194T
's-GRAVENHAGE, 9 Augustus. Het Verordenin
genblad bevat een verordening van den Rijkscommis
saris voor het bezette gebied betreffende de behan
deling van het Joodsch geldelijk vermogn.
Deze verordening luidt als volgt:
Artikel 1.
(1) Personen, die in den zin van artikel 4 der Veror
dening no. 189/1940 betreffende het aangeven van on
dernemingen Jood zijn of als Jood worden aangemerkt
dienen onverwijld de hun op het tijdstip van de inwer
kingtreding van deze verordening toebehoorende
1) contante gelden en chéques te storten op een reke
ning bij de bankiersfirma Lippmann, Rosenthal en Co.,
te Amsterdam. Deze verplichting tot storting bestaat
niet ten aanzien van een maximum (verder te nóemen:
het vrije maximum), hetwelk duizend gulden bedraagt.
Bedraagt de totale som der contante gelden en chèques
meer dan duizend gulden en gaat deze som tevens net
bedrag van 1/10 gedeelte van het voor het belastingjaar
1940/J941 vastgestelde inkomen te boven, dan wordt het
vrije maximum gesteld op laatstgenoemd bedrag.
2) Effecten in depót te geven bij de onder 1 genoem
de bank.
3) Tegoeden en deposito's bij banken, spaarkassen
en andere geld en kredietinstellingen over te schrijven
naar de onder 1 genoemde bank.
(2) De verplichting ingevolge lid 1 is eveneens van
toepassing ten aanzien van na het in werking treden
van deze verordening ontvangen waarden van genoem
de soort. Ontvangen contante gelden en chéques die
nen evenwel slechts te worden gestort, voor zooveel zij
tezamen met de zich op het tijdstip van ontvangst in
het bezit van den stortingsplichtlge contante gelden en
chèques een totaal bedrag van duizend gulden per ka
lendermaand te boven gaan.
(3) Bevinden zi.ch de vorenbedoelde waarden niet
in het bezit of in de feitelijke macht van de in lid 1
genoemde personen, dan bestaan de verplichtingen in
gevolge lid 1 en 2 eveneens voor de bezitters en de
feitelijke houders van deze waarden.
(4) Bovenstaande bepalingen zijn eveneens van.toe-
passiig op de wettelijke en bij overeenkomst aangewe
zen vertegenwoordigers van de in lid 1 genoemde per
sonen ten aanzien van de door hen beheerde vermo-
gensbestanddeelen, als bedoeld in lid 1.
(5) Iedere andere beheers- en beleggingshandeling dan
In lid 1 bedoeld ten aanzien van de aldaar genoemde
waarden is verboden.
Artikel 2. (1) Vermogensbestanddeelen van de in
artikel 1 aangeduide soort, waarop rechten van der
den zijn gevestigd tot zekerheid van vorderingen, moe
ten bij de in artikel 1 genoemde bankiersfirma on
verwijld worden aangegeven. Zij moeten overeenkom
stig artikel 1 worden gestort, in depót worden gegeven
of worden overgeschreven, indien de vordering door
genoemde bankiersfirma wordt overgenomen. Vindt
zóódanige overneming niet plaats, dan moeten deze
waarden zoo spoedig mogelijk te gelde worden ge
maakt, ten einde uit de opbrengst de vordernigen te
voldoen.
(2) Indien ten aanzien van de vermogensljestand-
ideelen gerechtelijke maatregelen tot bewaring van
zijn recht of executoire maatregelen zijn genomen,
moeten zij des niettegenstaande overeenkomstig arti
kel 1 worden gestort, in depót worden gegeven of wor
den overgeschreven, daarna worden deze maat-
régelen beschouwd bij de in artikel 1 ge
noemde bankiersfirma te zijn getroffen, indien haar
althans mededeeling daarvan is gedaan.
Artikel 3. Indien voor het verrichten van handelin
gen ingevolge artikel 1 een goedkeuring is vereischt op
grond van het deviezenbesluit 1941 of van de Veror
dening no. 26/1940 betreffende de behandeling van
vijandelijk vermogen, wordt deze geacht hiermede te
zijn verleend.
Artikel 4. De bepalingen in artikel 1 zijn niet van
toepassing op personen, wier zuiver vermogen de
waarde van tienduizend gulden niet te boven gaat en
wier belastbaar inkomen in het laatst verloopen kalen
derjaar, ongeacht de onverrekende verliezen uit vorige
jaren en de persoonlijke verplichtingen, bovendien
niet meer dan drie duizend gulden bedraagt.
Artikel 5. Hij die opzettelijk in strijd met de bepa
lingen dezer verordening of met een krachtens haar
uitgevaardigde bepaling handelt of dezelve ontduikt,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
vijf jaren en met geldboete tot een onbeperkt bedrag
of met een van deze straffen.
(2) Wordt het feit door schuld gepleegd, dan wordt
gestraft-met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar
of met geldboete van ten hoogste honderdduizend gul
den.
Artikel 6. (1) Naast de straf kan tevens verbeurdver
klaring der waarden, op welke het strafbare feit be
trekking heeft, worden uitgesproken.
(2) Is het niet mogelijk tegen een bepaalden per-
Slot defect? Tel. 11493
DeSleutelspecialist,L.Veerstr.lO
Adv. lngez. ïfled.)
soon een vervolging in te stellen of hem te veroordee-
len, dan kan de verbeurdverklaring als op zichzelf
staand worden uitgesproken.
Artikel 7. (1) De strafvervolging vindt niet dan op
vordering van den Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied (commissaris-generaal voor
Financiën en Economische Zaken) plaats.
(2) De vordering tot strafvervolging kan, zoolang de
uitspraak van het. vonnis in laatste instantie nog niet
heeft plaats gevonden, worden ingetrokken.
Artikel 8. De in artikel 5 strafbaar gestélde hande
lingen worden beschouwd als delicten io den zin
par. 2 lid-2 der verordening no.52/1940 betreffende de
Duitsche rechterlijke macht voor strafzaken, zooals
deze verordening laatstelijk is gèwijzigd bij de ver
ordening no. 123/1941.
Artikel 9. (1) De waarden, waarop de in artikel 5
strafbaar gestelde handeling betrekking heeft, kunnen
ook bij interne bestuursbeschikking worden verbeurd
verklaard.
(2) De verbeurdverklaring wordt in een dusdanig
geval bevolen bij de beschikking van den Rijkscom
missaris voor het bezette Nederlandsche gebied (com
missaris-generaal voor de Openbare Veiligheid).
De verbeurdverklaring wordt van kracht op het tijd
stip harer openbare bekendmaking of op het tijdstip,
waarop zij aan den betrokkene wordt medegedeeld.
Indien goederen of rechten wordtn verbeurd verklaard,
te welker aanzien ingevolge eenig wettelijk voorschrift
inschrijving in een openbaar register is geschied, moet
de verbeurdverklaring op vordering van den Rijks
commissaris (Commissaris-generaal voor de Openbare
Veiligheid (onverwijld en vrij van kosten in dat regis
ter wórden ingeschreven.
(3) De Rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied (commissaris-generaal voor Finan
ciën en Eqonomische Zaken) beslist omtrent de bestem
ming der verbeurdverklaarde waarden.
Artikel 10. De Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied (commissaris-generaal voor fi
nanciën en economische zaken) neemt de voor de uit
voering dezer verordening noodzakelijke maatregelen.
Hij kan in twijfelgevallen, welke zich bij de toepassing
van de bepalingen van deze verordening mochten
voordoen, algemeen bindende beslissingen nemen.
Artikel 11. Deze verordening treedt heden in wer-
king.
BEGRAFENIS Mr. P. RINK.
's-GRAVENHAGE, 9 Augustus. (A.I^.P.) Op
'Oud Eik en Duinen is hedenmiddag ter aarde be
steld het stoffelijk overschot van mr. P. Rink. oud
minister van Binnenlandsche Zaken, oud lid van
de beide Kamers der Staten-Generaal.
Opgemerkt werden o.m. mr. W. L. Baron de Vos
van Steenwijk, voorzitter van de Eerste Kamer,
mr. J. R. H. van Schaik, voorzittér van de Tweede
Kamer en voorts een groot aantal personen, met
wie de overledene op eenigerlei wijze heeft samen
gewerkt.
In de aula heeft de oudste zoon, mr. S. Rink een
kort afscheidswoord gesproken.
ALS uw lever niet voldoende
LEVER.GAL afscheidt
lederen dag moet uw lever een liter lever-gal in ire
ingewanden doen vloeien. Wanneer deze stroom var
lever-gal onvoldoende Is, verteert uw voedsel niet, l.r
bederft. U voelt u opgeblazen, u raakt verstopt. Uv
lichaam Is vergiftigd, u voelt u beroerd en ellendig
u ziet alles zwart.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen.
U moet CARTER'S LEVER-PILLETJES nemen om
deze liter lever-gal vrij te doen vloeien en u zult u ee-
geheel ander mensch voelen. Onschadelijk, plantaardig,
sacht, onovertroffen om -de lever-gal te doen vloeien
Elscht Carter's Lever-Pilletjes bij apothekers en
drogisten f 0,75. 14
LEVER-PI LLETJ E S
(Adv. Ingeg. Med.)
TURF ZONDER BON?
Een waarschuwing.
's GRAVENHAGE, 9 Augustus. Het Rijks-
kolenbureau vestigt er de aandacht op, dat alle
turf met uitzondering van aanmaakturf en bol-
sterturf, die echter niet als huisbrand voldoen
tegen inlevering van geldige bonnen en/of toewij
zingen verkocht dient te worden.
Mocht goede turf, zooals bagger-pers-, kleine
handgestoken of steekturf, peel- of haardbrandturf
bonvrij verkocht worden, dan maken kooper en
verkooper zich beiden aan een strafbaar feit
schuldig.
Aanbiedingen van turf zonder bon zullen der
halve meestentijds betrekking hebben op aanmaak-
en bolsterturf of op minderwaardige op turf ge
lijkende producten met een zeer hoog watergehaite,
die in drogen toestand verpulverd uiteenvallen.
Bovendien staan de voor z.g. vrije turf gevraagde
prijzen veelal in geen verhouding tot de stook-
waarde.
Men zy gewaarschuwd.
BEPALINGEN BETREFFENDE HET
NEDERLANDERSCHAP.
's GRAVENHAGE, 9 Augustus. In het hedén
verschenen verordeningenblad is opgenomen de
derde verordening van den Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied betreffende eenige
bepalingen ter zake van het Nederlanderschap.
Hierin wordt o.m. bepaald, dat het verkrijgen
van de Duitsche nationaliteit door Nederlanders,
het Nederlanderschap slechts dan doet verliezen,
wanneer de betreffende persoon of, indien deze
minderjarig is, zijn wettelijke vertegenwoordiger
voor hem binnen een jaar na het verkrijgen van
de Duitsche nationaliteit verklaart, dat hij afstand
doet van zijn Nederlanderschap.
HET SCHILDERSGILDE VERGADERT.
ROTTERDAM-, 9 Augustus (ANP) Het Schil
dersgilde van het front van Nering en Ambacht
heeft vandaag te Rotterdam een drukbezochte
landelijke bijeenkomst georganiseerd. De morgens
is in. het Brauhaus Monopole een vergadering be
legd, waar verschillende functionarissen het woord
voerden. De landelijke leider van het Gilde, de
heer P. H. Henrion Verpoorten heeft de aanwezi
gen welkom gehéeten, in het bijzonder de Duitsche
en Nederlandsche gasten en heeft er den nadruk
op gelegd, dat deze dag bedoejd is om een band
van ware kameraadschap te smeden. In korte trek
ken heeft spr. het ontstaan van het Gilde en het
geen reeds tot stand is gekomen, besproken. Voorts
heeft hij gereleveerd, hoe met de bestaande organi
saties contact is gezocht, welke streven is afgestuit
op de houding dezer organisaties.
Hierna nam het woord de gewestelijk vertegen
woordiger van het N.V.V., de heer A. Jordaans, die
sprak over het verleden, het heden en toekomst
van het N.V.V:
Tenslotte sprak de landelijke leider van het
front van Nering en Ambacht, de heer J. H. Scholte
een slotwoord.
Op de jongste jaarvergadering van „Haerlem"
is medegedeeld, dat binnen eenigen tijd een uit
stapje naar Huize Ypenrode aan den Wagenweg
zou volgen. Autobussen zijn niet te krijgen, dus
zal de reis gemaakt worden met de tram tot het
Raadhuisplein te Heemstede en dan is 't langs de
van Merlenlaan nog 10 minuten loopen. Dan ligt
-Ypenrode of Iepenrode voor de Haarlemmers open
en kijken ze naar het groote witte heerenhuis,
waarvoor een uitgestrekte v/eidè ligt. Het maakt,
met zijn donkeren, boschrijken achtergrond een
aardig effect. Thans gaan we het ijzeren poorthek,
recht over de van Merlenlaan niet door, maar doen
een greep uit het rijke verleden.
Het oudste gegeven over Ypenrode dateert van
1641 uit het Rechterlijk Archief van Heemstede.
Wie na pluizen wil, vrage op het Rijksarchief no.
579 en zoekt op folio 50., Op den 4en April 1641
zijn dan in 't Rechthuis gezeten Jan Jacobus Dick-
mans, Schout, Arent Piltersz en Dirck Guerts,
Schepenen van Tetterode met Johan van Asch.
Schout van Heemstede met twee Schepenen. Dan"
compareert voor de zes heeren d' Eerbare juffrouw
Catharina Rabou, nagelaten weduwe van Maximi-
liaen Leignier met o.a. haren zwager als vercoren
voocht".
Zij transporteert dan aan den Eersamen Cornelis
Fransz van der Wiel, brouwer in de brouweriie van
't Fortuyn te Haarlem een huizinge en land, zoo
groot en klein als deze gelegen is, eensdeels in de
banne varf Tetterode, Vogelensang en Aelbrechts-
berg met zijn landerijen groot 5 morgen l]/3 hout
(pl.m. 4 H.A.). Het terrein strekt zich uit „van de'
Vaert tot des Heren (van Brederode), wildernisse".
"Aan de noortzijde belendt huis en land" met al
sulcke gerechticheyt van. de notweck als de voorz.
huysinge, werve ende landen volgende de oude
brief off anders bevonden zal werden te compe
teren, wesende de voorsz. vercrofte huysinge ende
landen belast met M^stuyvers 's jaers effhuyer.
toecomende zijne Heer van Brederode, anders al
vrij' d.w.z. niet met hypotheek belast. Maar in den
koop is ook begrepen zekere hofstede en land met
boomgaard en al de bepoting en beplanting om
trent het Huis te Berkenrode, genaamd de Voor
Koekoek nl. 5 morgen en 50 roe daar de voorz.
hofstede, huizinge, boomgaard, planting in begre
pen is met notweg over het land van Berkenro'de
als de oude brieven vermelden. De lendens aan 't
O. en Z. zijn de weduwe en erfgenamen van Jonk
heer Heyndrick van Berkenrode van Haarlem, ten
Noorden het navolgende stuk. De koopsom was
f 18000, waarvan een derde gereed werd betaald.
Ik sla nu meer dan 100 jaar over en st^I u voor
Mr. Constantijn Sautijn, geboren te Amsterdam
16 December 1710_ en aldaar overleden 13 .Yuni
1748. Hij woonde op de Heerengracht zuidzijdüfbij
de Vijzelstraat thans ns. 504 en kocht 12 September
1744 voor f 26000 de Hofstede Ypenrode onder
Heemstede. Hij zat, wat men noemt er goed bij en
hield in 1742 vijf dienstboden, bewoonde een huis
van f 1550 huurwaarde, had te Amsterdam een
koets en twee paarden en werd geschat op een
jaarlijlcsch inkomen van 9 a ÏOIOOO gulden. Tal van
ambten én betrekkingen heeft hij bekleed. Zoo
was hij commissaris in 1731, secretaris in 1737, ka
pitein van een compagnie voetknechten in garni
zoen te Amsterdam van 17351737. Hij trouwde 1
Mei 1735 Catharina Jacoba Geelvinck van den
Haag, die ér menig weekende en vele zomerwe
ken met manlief en later ook met hun dochter ge
zellig doorbracht.
Een andere bewoner van Ypenrode was Abraham
van Dedel, zoon van Mr. Willem Gerritsz. Dedel.
Deze werd 4 Februari 1732 te 's-Gravenhage ge
boren en stierf kinderloos te Amsterdam 11 De
cember 1798, nalatend een vermogen van f 837000.
Hij vestigde zich te Amsterdam, waar hij koopman,
bankier en assuradeur was. Eerst onder dé firma
Isaac van Alplien en Abraham Dedel 17531768,
d'aarna onder de firma van Alphen. Dedel en van
de Wall 17681770, vervolgens onder de firma
EEN LUlSTRSTEt DCOR OTTO VREEBURG OVER VE
GEHEIME INVLOED DER VR4METSELAR4 OP HET
POLITIEKE WERELPÖESEUREN.
nederlandsche wife omroep
(Adv. Ingez. Med.)
Dedel en Roquette 17711782. Hij'woonde op de
Heerengracht, dicht bij de Spiegelstraat, nu no.
458 en kocht 16 Mei 1760 voor f 26000 de Hofstede
Ypenrode die in 1798 f 40000 waard was. Dat zijn
zaken belangrijk waren, zal men begrijpen als men
hoort, dat de firma, van Alphen en Dedel verre
kende o.a. over 1755 door bemiddeling van de
Wisselbank f 1113400 de firma van Alphen, Dedel
en van de Wall in Ti.65 voor f 1361400, de firma
Dedel en Roquette in £775 voor f 1.197.500.
Hij trouwde te Amsterdam 22 April 1755 Anna
Jacoba Geelvinck, dochter van Mr. Nicolaas Geel
vink en Johanna Jacoba Graafland. Zij stierf 3
Augustus 1793.
De laatste bewoner was Mr. Joh. Enschedé, die
er April 1938 overleed. Deze had Ypenrode blij
kens courantenberichten op 11 Maart 1917 gekocht.
Dit buiten was betrekkelijk kort te voren, 2
Maart 1891 ook van eigenaar verwisseld.
ZANGFEEST VAN DEN JEUGDSTORM.
's GRAVENHAGE, 9 Augustus. In het cen
trum van Den Haag, op het Plein, heeft de Na
tionale Jeugdstorm vanmiddag een groot kinder
zangfeest gehouden.
Het Plein was rondom met vlagggendoek ver
sierd, èn bood een feestelijlcen aanblik. Eenige hon
derden stormers en stormsters uit verschillende
deelen van de provincies Noord- en Zuid-Holland
stonden opgesteld met het front naar het gebouw
van den Hoogen Raad, op welks monumentale
opgang de genoodigden' een plaats hadden ge
vonden. Tot hen behooren ook de gevolmaohtigde
van den rijkscommissaris in de provincie Zuid-
Holland, dr. Schwebel, de kringinspecteur der
N.S.D.A.P., dr. Schuon en andere Duitsche autori
teiten, alsmede vele bekende figuren uit de
N.S.B.
Het zingen stond onder leiding van den heer
Den Boef uit Rotterdam. Frisch en krachtig klon
ken verschillende bekende nationale liederen over
het Plein.
Tijdens een zangpauze sprak de hoofdstormer van
den Jeugdstorm, de heer van Geelkerken, die zijn
toespraak eindigde met de stormers en stormsters
toe te roepen trotsch te zijn op het lidmaatschap
van den Jeugdstorm. Wanneer ons volle straks eens
gezind zal zijn en een nieuwe toekomst zal ingaan,
dan zal dit ook het werk van den jeugdstorm zijn.
(A.N.P.)
Voor de Kinderen
(Teekenlngen H. Kannegleter).
TEDDY OP DE SPOKENVANGST.
Is de éerstê schrik geweken, dan gelooven
ze niet meer, dat ze waarlijk spoken zagen:
„Weet Je wat, we keeren weer! Met een hand
vol groote steenen, en dan gaan we 't spook
te lijf! Dat een spook niet kan bestaan is
volgens vader «buiten kijf!"
Moedig ér op af dan jongens, één, twee, drie,
daar gaat een steenrechtaan op de
spookverschijning, raakt hem aan het rech
terbeen. Teddy TrSx, die ook niet bang is.
zal aan 't apporteeren gaan. „Teddy! blijf
toch!" roept nog Pimmie, die zijn hond met
schrik ziet gaan.
EXAMENS
HOÖFDACTE.
Haarlem, 9 Augustus. Opgekomen A- en B-can-
didaten. Geslaagd geheele acte: W, Koeman te Am
sterdam en F. Veraar te Amsterdam.
Geslaagd voor A: J. Nachtegaal te Haarlem.
Geslaagd voor B: J. P. Tuijn te Amsterdam.
HANDTEEKENEN L. O.
's-GRAVENHAGE, 9 Augustus. Geslaagd mej.
M. G. Thomson, Bloemendaal en de heeren M. van
Overveld, Haarlem, en A. F. Bolterman, Haarlem.
ENGELS CHE L. O.
Geslaagd voor het examen Engelsch L. O., de heer
J. J. van Kooten te Haarlem.
BEGRAFENIS C. NIEMÖLLER.
Zaterdagmiddag had onder veel belangstelling
op de Begraafplaats aan den Schoterweg te Haar
lem de teraardebestelling plaats van het stoffelijk
overschot van den heer C. Niemöller.
Als eerste spreker trad naar voren de heer H.
C. Bille, ondervoorzitter van het Luthersch. Ge
nootschap, die er de aandacht op vestigde, dat
Niemöller een man van grooten eenvoud was, zon
der schoolsche wijsheid. Toch was hij een sieraad
van de Luthersch'e Kerk, ver buiten. Haarlem be
kend in Luthersche Kringen. Ook tegenstandera
zagen vol eerbied tegen hem op omdat hij altijd
streed met" blanke wapenèn. Hij had een rijk ge
zegend leven achter zich en heeft de voldoening ge
had, vruchten van zijn werk te zien.
Namens de afd. Haarlem van het Chr. Werk
liedenverbond „Patrimonium" sprak de heer M.
de Braai, die o.a. zeide, dat de overledene van
veel beteekenis was geweest voor het Christelijk
sociaal leven. Hij werd gekenmerkt door innige
vroomheid en groote plichtsbetrachting en hij
stond in kritieke oogenblikken vooraan. Hij zal
een lichtend' spoor nalaten.
Als vertegenwoordiger van den Chr. Besturen
bond sprak de heer L. Silvis, voorzitter der afd.
Haarlem van dien Bond. De heer Niemöller, aldus
spr. was in onzen Bond steeds een groote stuw-
kracht en werd door ons zeer gewaardeerd. Hij
werkte altijd met inzet van al zijn krachten.
Als vrienden spraken nog de heeren Th. J. Donker
en Joh. van Norde een woord van afscheid, waarna
ds. W. Spliethoff, die vóór de begrafenis in het
Luthersch Rusthuis, waar de heer Niemöller over-,
leden was, een korten dienst had gehouden, een
stichtelijk woord sprak en eindigde met helf bidden
#van.het Onze Vader.
'Een zoon van den overledene dankte namens de
familie voor de belangstelling.
VEILINGEN.
Wegens een aan ons verstrekte foutieve opgave
herplaatsen wij hieronder den uitslag der Don-
derds.d j.L in het Notarishuis te Haarlem gehouden
veilingen.
Een heerenhuis te Haarlem aan de Uit den
Boschstraat no. 2, J. E. Langelaar, voor f 9150.
Een woonhuis aan de Voorhelmstraat no. 58, N.N.,
voor f 8375. "Een huis met erf aan de A. L. Dyse-
rinckstraat no. 31, W. S. Harkmans, voro f 3975.
NIEUW-LEUSDEN, 9 Augustus. De
vrachtrijder J. W. uit Nieuw-Leusden, was met
zijn wagen onderweg van Zwartsluis naar hufs,
toen zijn ongeveer driejarig zoontje, dat met hem
meereed, van den wagen viel en onder de wielen
kwam. Het knaapje was vrijwel onmiddellijk
dood. (A.N.P.)
Zaterdagnacht hebben ongenoode gasten een be
zoek gebracht aan een confectiefabriek aan de
Rozengracht te Amsterdam. Vermoedelijk hebben
de dieven zich laten insluiten, waarna zij een
kantoordeur en vervolgens de deur van het maga
zijn openbraken.
Niet minder dan 700 meter gabardinestof, 17 jassen
en een hoeveelheid zeep, ter gezamenlijke waarde
van f 5000 wisten zij buit te maken.
Crimineele Roman
door
JAN DOMANS.
11)
Op dezen brief zelf kan de politie niet afgaan,
maar zij hoopt en gelooft, dat de schrijver ervan
in nauwe relatie staat met de roovers en dat hij
gezien de mentaliteit, welke uit dezen brief spreekt
kostbare inlichtingen zal kunnen geven
Wat de ontvoering van Annette betreft; zij is
gisteravond in gezelschap van een tot nog toe on
bekenden jongeman gezien in het Park. Degene,
die de beiden gezien heeft, beweert, dat het den
man oogenblikkelijk zal herkennen, wanneer die
aan hem zal worden voorgesteld. Hij heeft speciaal
op hem gelet, omdat hij het vreemd vond juffrouw
van Ooyen, die hij goed kent, op dat uur in' het
park te zien in gezelschap van een man.
Zóó zonder meer kon hij echter geen beschrijving
van den metgezel van de jongedame geven.
Zoo zie je weer Paul, dat je nooit moet denken
ongezien iets te kunnen uithalen. Altijd is er wel
eentje, die je gezien heeft!
Als ze bij dien apotheker terecht komen zit
ik erin, zuchtte Paul. Gelukkig dat ze geen sig
nalement van Annette gaan geven.
Tja als ze je arresteeren, verdacht van mede
plichtigheid, wordt het lastig. Dat telefoontje en
die brief spreken tegen je. Brieven schrijven is
altijd gevaarlijk, jong, „scripta manent" zeiden de
ouden.
Ja, maar 't is hu eenmaal gebeurd en het
was toch mijn plicht de politie de anwijzingen te
geven, die ik kon geven, meende Paul..
Zeker en zooals ik al zei, dat zijn verzachten
de omstandigheden. Bovendien zal spoedig genoeg
blijken dat jij aan den overval onschuldig bent.
Een dagje „brommen", zal je overigens geen
fewaad doen! -
Ik vergat je nog te vertellen, dat een som
van bijna dertigduizend gulden gestolen is, welke
kort voor het sluiten van het kantoor geïncasseerd
was en nog niet in de safe was wegggesloten.
Waarschijnlijk zal morgen eën belooning van
f 1009 worden uitgeloofd voor dengene die in
lichtingen kan geven omtrent de daders. Misschien
maak jij daar nog wel aanspraak op met je brief!
Je zou dat sommetje best kunnen gebruiken!
Ik heb in de kamers van Annette wat rondge
neusd en kleeren in den koffer gepakt, dien ik hier
bij me heb.
't Lijkt me 't beste, dat ik haar dien morgen
even breng, dan kan ik meteen eens met haar
praten.
Dat vond Paul best.
Als ik terug ben uit Büssum gaan we samen
naar Amsterdam om eens een kijkje te nemen op
den Zeedijk, natuurlijk in een passende vermom
ming. Ik krijg werkelijk schik in dat detective-
spelen.
Het was ondertusschen avond geworden en Ferd
noodigde Paul uit met hem in een theater te
gaan om hem wat afleiding te bezorgen, wat Paul
dankbaar accepteerde.
's Avonds laat namen^fe beide vrienden afscheid,
nadat was afgesproken, dat Ferd den volgenden
morgen naar Bussum zou rijden om Annette haar
kleeren te bezorgen en om haar van de plannen
op de hoogte te brengen.
Paul zou zich van verdere stappen onthouden
en na zijn terugkomst zou Ferd hem afhalen voor
het reisje naar le hoofdstad.
VL
Het beviel Annette uitstekend in de rustige,
vriendelijke omgeving, waar ze nu was.
Als niet het drama, warin zij zoo nauw bè-
trokken was, haar deze onverwachte vacantie be
zorgd had, zou zij volmaakt gelukkig geweest
zijn.
Zij had zóó weinig geluk gekend in haar leven,
dat zij altijd vreesde, dat het volgende oogenblik
i weer nieuw ongeluk zou brengen en zoo was haar
vreugde zelfs in haar gelukkigste uren nog niet
volkomen.
Zij waardeerde het daarom dubbel als iemand
haar aangenaapi wilde zijn én jegens zoo iemand
was zij overvuld van dankbaarheid.
Dat was ook het grootste gevoel, dat op dit
oogenblik in haar hart jegens Paul en zijn ouders
leefde.
Dankbaar was zij den jongen man, die om
harentwille, dat begreep zij heel goed, zoo veel
op 't spel zette. Die verdacht zou worden van mede
plichtigheid aan de afschuwelijke misdaad en wie
weet, zelfs gearresteerd!
Als dat gebeuren zou, dat nam zezich vast
voor, zou zij zich onmiddellijk bij de politie gaan
aanmelden. Zij wilde geen ongeluk brengen over
de familie, die zoo goed voor haar was.
De heer en mevrouw Meylers deden wat in hun
vermogen was, om haar afleiding te bezorgen en
haar gedachten een andere richting te geven.
Paul's vader had haar mee in den tuin genomen en
met enthousiasme verteld van zijn groote liefheb
berij; het tuinieren en ze had dapper meegehol
pen met schoffelen en harken, hoewel er nu, in
het prille voorjaar nog weinig werk in den1 tuin
was.
De heer Meylers zag echter overal al sprietjes
groen boven komen en vertelde wa tdit werd en
dat, terwijl Annette aandachtig toeluisterde en zich
liet vertellen over bloemen en planten, hun egien-
aardigheden en .groeiwijze.
De oude heer Meylers had plezier jn zijn op
lettende leerlinge en wanneer zij, om van haar
belangstelling blijk te geven, een vraag stelde, be
ijverde hij zich haar met een vloed van woorden in
te lichten. t
Annette vergat er werkelijk een uurtje haar
zorgen door en toen zij met een frisschen blo^ op de
wangen in huis terugkeerde, wachtte mevrouw
haar met de thee, waarna ook zij een handwerkje
ter hand nam tot de avond viel.
Zij werd het eerst weer aan het voorgevallene
en de reden van haar vlucht naar dit hartelijke
tehuis herinnerd, toen de post de avondbladen
bracht. -
Hierin las ze, dat er nog geen licht in de zaak
gekomen was en tot haar groote verlichting zag
ze dat „De Morgenzon" niet aan haar voornemen
gevolg gegeven had om haar signalement te pu-
bliceeren. Slecht met een enkel regeltje werd ge
meld, dat de verdwenen secretaresse nog niet te
recht was. Verder ging het blad er niet op in ge
lukkig. Ze zag hierin het werk van Paul en een
nieuwe golf van dankbaarheid vervulde haar.
„In het' belang van het onderzoek, stond er
verder, verzocht de politie ons geen nadere,, mede-
deelingen te doen, omtrent de vermoedelijke
'daders. Wel kunnen wij voelen, dat de politie een
belangrijke aanwijzing heeft gekregen en een
spoor volgt, dat naar de Amsterdamsche misdadi-
gersbuurten leidt".
Dit was iets nieuws voor Annette en zij ver
diepte zich in gissingen. Zou Karei dan toch on
schuldig zijn?
Het was haar bekend, en dat had zij ook aan
Paul verteld, dat haar broer in de Rotterdamsche
onderwereld verkeerde, maar dat hij ook in Am
sterdam bekend zou zijn, wist ze niet
Onmogelijk was dit natuurlijk geenszins. Even
als de politie in het geheele land en buiten de
landsgrenzen samenwerkt, doen de misdadigers
dat ook. Een klein straaltje hoop verlichte echter
haar hart.
Tenslotte was het toch niet onmogelijk, dat
iemand anders de dader was. Zoo goed als het
aan Karei bekend was, dat er juist dien avond
een groote som gelds in het kantoor aanwezig
was, kon een ander dat ook weten. Het zou echter
wel zéér toevallig zijn!
Hoe beer ze er over nadacht, hoe meer haar
kleine beetje hoop verdween en toen ze om 10
uur in bed lag, 't was de gewoonte des huizes
vroeg te gaan slapen en Annette was daar dezen
avond blij om, was ze er meer dan ooit van
overtuigd, dat haar broer wel degelijk aanspra
kelijk was voor den aanslag.
Van Karei kwamen haar gedaahten weer op
Paul, den man, die plotseling een zoo groote
rol in haar leven was gaan spelen.
Zy maakte zich zeer bezorgd over hem. Zij wist
immers hoe gevaarlijk het was Karei tegen te
werken en als deze eenmaal wist dat nog iemand
anders dan de politie zich met het geval bemoeide,
zou al zijn woede zich tegen dezen keeren.
Annette huiverde onder de dekens. Zij had niet
mogen toestaan, verweet zij zichzelf, dat
terugkeerde, om den strijd tegen Karei aan te bin
den. Hij zou zijn eigen ongeluk bewerken, hij was
geen tegenpartij voor haar halfbroer.
In zijn overmoed zou hij een gemakkelijke prooi
van hem worden en danZij durfde er niet
aan denken, wat er dan met haar vriend gebeuren
zou. In haar angstfantasiën zag zij hem al dood
een kogel door het hart of drijvend in een
gracht
Weer andere gedachten verdrongen zich in haar
hoofd.
Had zij Paul lief?
Met een schok; realiseerde zij zich deze vraag,
welke zich aan haar opdrong. En plotseling klaar
Wakker, stelde zij zich de vraag opnieuw: hield'zij
van Paul?
Met groote dankbaarheid had zij tot nu toe aan hém
gedacht. Dankbaarheid, meer niet.
Maar nu kwam een nieuwe gedachte zich aan
dienen.
Als Paul eens- zooveel voor haar ging ge
voelen, dat hij haar op zekeren -dag de vraag zou
stellen: „Hoe je van mij, ifnnette?" Wat zou zij
hem dan antwoorden?
Zij was er van overtuigd, dat hij haar tot nu
toe zonder bijbedoelingen had geholpen, enkel ge
dreven door zijn eerlijke, goedhartige natuuru
Maar nu- herinnerde zij zich het gesprek in den
auto. Zij had zeer goed zij-n verlegenheid opge
merkt, toen hij het onderwerp „liefde" aansneed,
maar onbevangen was zij er op ingegaan.
Het was toen neit tot haar doorgedrongen, dat
deze jongeman haar nog eens met andere oogen
zou kunnen aanzien, die van den man, die lief
heeft.
Nu echter, in de stilte kwam de vraag haar met
ontstellende scherpte voor den geest.
v {Wordt vervolgd)*