De afspraak in de Parklaan De behandeling van het Joodsche geldelijk vermogen. U ZIET ER SLECHT UIT C A RTE RS De geschiedenis van het landgoed Ypenrode. DE LOGE BEVEELT" Jioct llieuws MSSKDA'Ü TT AUGUSTUS 194T 's-GRAVENHAGE, 9 Augustus. Het Verordenin genblad bevat een verordening van den Rijkscommis saris voor het bezette gebied betreffende de behan deling van het Joodsch geldelijk vermogn. Deze verordening luidt als volgt: Artikel 1. (1) Personen, die in den zin van artikel 4 der Veror dening no. 189/1940 betreffende het aangeven van on dernemingen Jood zijn of als Jood worden aangemerkt dienen onverwijld de hun op het tijdstip van de inwer kingtreding van deze verordening toebehoorende 1) contante gelden en chéques te storten op een reke ning bij de bankiersfirma Lippmann, Rosenthal en Co., te Amsterdam. Deze verplichting tot storting bestaat niet ten aanzien van een maximum (verder te nóemen: het vrije maximum), hetwelk duizend gulden bedraagt. Bedraagt de totale som der contante gelden en chèques meer dan duizend gulden en gaat deze som tevens net bedrag van 1/10 gedeelte van het voor het belastingjaar 1940/J941 vastgestelde inkomen te boven, dan wordt het vrije maximum gesteld op laatstgenoemd bedrag. 2) Effecten in depót te geven bij de onder 1 genoem de bank. 3) Tegoeden en deposito's bij banken, spaarkassen en andere geld en kredietinstellingen over te schrijven naar de onder 1 genoemde bank. (2) De verplichting ingevolge lid 1 is eveneens van toepassing ten aanzien van na het in werking treden van deze verordening ontvangen waarden van genoem de soort. Ontvangen contante gelden en chéques die nen evenwel slechts te worden gestort, voor zooveel zij tezamen met de zich op het tijdstip van ontvangst in het bezit van den stortingsplichtlge contante gelden en chèques een totaal bedrag van duizend gulden per ka lendermaand te boven gaan. (3) Bevinden zi.ch de vorenbedoelde waarden niet in het bezit of in de feitelijke macht van de in lid 1 genoemde personen, dan bestaan de verplichtingen in gevolge lid 1 en 2 eveneens voor de bezitters en de feitelijke houders van deze waarden. (4) Bovenstaande bepalingen zijn eveneens van.toe- passiig op de wettelijke en bij overeenkomst aangewe zen vertegenwoordigers van de in lid 1 genoemde per sonen ten aanzien van de door hen beheerde vermo- gensbestanddeelen, als bedoeld in lid 1. (5) Iedere andere beheers- en beleggingshandeling dan In lid 1 bedoeld ten aanzien van de aldaar genoemde waarden is verboden. Artikel 2. (1) Vermogensbestanddeelen van de in artikel 1 aangeduide soort, waarop rechten van der den zijn gevestigd tot zekerheid van vorderingen, moe ten bij de in artikel 1 genoemde bankiersfirma on verwijld worden aangegeven. Zij moeten overeenkom stig artikel 1 worden gestort, in depót worden gegeven of worden overgeschreven, indien de vordering door genoemde bankiersfirma wordt overgenomen. Vindt zóódanige overneming niet plaats, dan moeten deze waarden zoo spoedig mogelijk te gelde worden ge maakt, ten einde uit de opbrengst de vordernigen te voldoen. (2) Indien ten aanzien van de vermogensljestand- ideelen gerechtelijke maatregelen tot bewaring van zijn recht of executoire maatregelen zijn genomen, moeten zij des niettegenstaande overeenkomstig arti kel 1 worden gestort, in depót worden gegeven of wor den overgeschreven, daarna worden deze maat- régelen beschouwd bij de in artikel 1 ge noemde bankiersfirma te zijn getroffen, indien haar althans mededeeling daarvan is gedaan. Artikel 3. Indien voor het verrichten van handelin gen ingevolge artikel 1 een goedkeuring is vereischt op grond van het deviezenbesluit 1941 of van de Veror dening no. 26/1940 betreffende de behandeling van vijandelijk vermogen, wordt deze geacht hiermede te zijn verleend. Artikel 4. De bepalingen in artikel 1 zijn niet van toepassing op personen, wier zuiver vermogen de waarde van tienduizend gulden niet te boven gaat en wier belastbaar inkomen in het laatst verloopen kalen derjaar, ongeacht de onverrekende verliezen uit vorige jaren en de persoonlijke verplichtingen, bovendien niet meer dan drie duizend gulden bedraagt. Artikel 5. Hij die opzettelijk in strijd met de bepa lingen dezer verordening of met een krachtens haar uitgevaardigde bepaling handelt of dezelve ontduikt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren en met geldboete tot een onbeperkt bedrag of met een van deze straffen. (2) Wordt het feit door schuld gepleegd, dan wordt gestraft-met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of met geldboete van ten hoogste honderdduizend gul den. Artikel 6. (1) Naast de straf kan tevens verbeurdver klaring der waarden, op welke het strafbare feit be trekking heeft, worden uitgesproken. (2) Is het niet mogelijk tegen een bepaalden per- Slot defect? Tel. 11493 DeSleutelspecialist,L.Veerstr.lO Adv. lngez. ïfled.) soon een vervolging in te stellen of hem te veroordee- len, dan kan de verbeurdverklaring als op zichzelf staand worden uitgesproken. Artikel 7. (1) De strafvervolging vindt niet dan op vordering van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-generaal voor Financiën en Economische Zaken) plaats. (2) De vordering tot strafvervolging kan, zoolang de uitspraak van het. vonnis in laatste instantie nog niet heeft plaats gevonden, worden ingetrokken. Artikel 8. De in artikel 5 strafbaar gestélde hande lingen worden beschouwd als delicten io den zin par. 2 lid-2 der verordening no.52/1940 betreffende de Duitsche rechterlijke macht voor strafzaken, zooals deze verordening laatstelijk is gèwijzigd bij de ver ordening no. 123/1941. Artikel 9. (1) De waarden, waarop de in artikel 5 strafbaar gestelde handeling betrekking heeft, kunnen ook bij interne bestuursbeschikking worden verbeurd verklaard. (2) De verbeurdverklaring wordt in een dusdanig geval bevolen bij de beschikking van den Rijkscom missaris voor het bezette Nederlandsche gebied (com missaris-generaal voor de Openbare Veiligheid). De verbeurdverklaring wordt van kracht op het tijd stip harer openbare bekendmaking of op het tijdstip, waarop zij aan den betrokkene wordt medegedeeld. Indien goederen of rechten wordtn verbeurd verklaard, te welker aanzien ingevolge eenig wettelijk voorschrift inschrijving in een openbaar register is geschied, moet de verbeurdverklaring op vordering van den Rijks commissaris (Commissaris-generaal voor de Openbare Veiligheid (onverwijld en vrij van kosten in dat regis ter wórden ingeschreven. (3) De Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied (commissaris-generaal voor Finan ciën en Eqonomische Zaken) beslist omtrent de bestem ming der verbeurdverklaarde waarden. Artikel 10. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied (commissaris-generaal voor fi nanciën en economische zaken) neemt de voor de uit voering dezer verordening noodzakelijke maatregelen. Hij kan in twijfelgevallen, welke zich bij de toepassing van de bepalingen van deze verordening mochten voordoen, algemeen bindende beslissingen nemen. Artikel 11. Deze verordening treedt heden in wer- king. BEGRAFENIS Mr. P. RINK. 's-GRAVENHAGE, 9 Augustus. (A.I^.P.) Op 'Oud Eik en Duinen is hedenmiddag ter aarde be steld het stoffelijk overschot van mr. P. Rink. oud minister van Binnenlandsche Zaken, oud lid van de beide Kamers der Staten-Generaal. Opgemerkt werden o.m. mr. W. L. Baron de Vos van Steenwijk, voorzitter van de Eerste Kamer, mr. J. R. H. van Schaik, voorzittér van de Tweede Kamer en voorts een groot aantal personen, met wie de overledene op eenigerlei wijze heeft samen gewerkt. In de aula heeft de oudste zoon, mr. S. Rink een kort afscheidswoord gesproken. ALS uw lever niet voldoende LEVER.GAL afscheidt lederen dag moet uw lever een liter lever-gal in ire ingewanden doen vloeien. Wanneer deze stroom var lever-gal onvoldoende Is, verteert uw voedsel niet, l.r bederft. U voelt u opgeblazen, u raakt verstopt. Uv lichaam Is vergiftigd, u voelt u beroerd en ellendig u ziet alles zwart. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen. U moet CARTER'S LEVER-PILLETJES nemen om deze liter lever-gal vrij te doen vloeien en u zult u ee- geheel ander mensch voelen. Onschadelijk, plantaardig, sacht, onovertroffen om -de lever-gal te doen vloeien Elscht Carter's Lever-Pilletjes bij apothekers en drogisten f 0,75. 14 LEVER-PI LLETJ E S (Adv. Ingeg. Med.) TURF ZONDER BON? Een waarschuwing. 's GRAVENHAGE, 9 Augustus. Het Rijks- kolenbureau vestigt er de aandacht op, dat alle turf met uitzondering van aanmaakturf en bol- sterturf, die echter niet als huisbrand voldoen tegen inlevering van geldige bonnen en/of toewij zingen verkocht dient te worden. Mocht goede turf, zooals bagger-pers-, kleine handgestoken of steekturf, peel- of haardbrandturf bonvrij verkocht worden, dan maken kooper en verkooper zich beiden aan een strafbaar feit schuldig. Aanbiedingen van turf zonder bon zullen der halve meestentijds betrekking hebben op aanmaak- en bolsterturf of op minderwaardige op turf ge lijkende producten met een zeer hoog watergehaite, die in drogen toestand verpulverd uiteenvallen. Bovendien staan de voor z.g. vrije turf gevraagde prijzen veelal in geen verhouding tot de stook- waarde. Men zy gewaarschuwd. BEPALINGEN BETREFFENDE HET NEDERLANDERSCHAP. 's GRAVENHAGE, 9 Augustus. In het hedén verschenen verordeningenblad is opgenomen de derde verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende eenige bepalingen ter zake van het Nederlanderschap. Hierin wordt o.m. bepaald, dat het verkrijgen van de Duitsche nationaliteit door Nederlanders, het Nederlanderschap slechts dan doet verliezen, wanneer de betreffende persoon of, indien deze minderjarig is, zijn wettelijke vertegenwoordiger voor hem binnen een jaar na het verkrijgen van de Duitsche nationaliteit verklaart, dat hij afstand doet van zijn Nederlanderschap. HET SCHILDERSGILDE VERGADERT. ROTTERDAM-, 9 Augustus (ANP) Het Schil dersgilde van het front van Nering en Ambacht heeft vandaag te Rotterdam een drukbezochte landelijke bijeenkomst georganiseerd. De morgens is in. het Brauhaus Monopole een vergadering be legd, waar verschillende functionarissen het woord voerden. De landelijke leider van het Gilde, de heer P. H. Henrion Verpoorten heeft de aanwezi gen welkom gehéeten, in het bijzonder de Duitsche en Nederlandsche gasten en heeft er den nadruk op gelegd, dat deze dag bedoejd is om een band van ware kameraadschap te smeden. In korte trek ken heeft spr. het ontstaan van het Gilde en het geen reeds tot stand is gekomen, besproken. Voorts heeft hij gereleveerd, hoe met de bestaande organi saties contact is gezocht, welke streven is afgestuit op de houding dezer organisaties. Hierna nam het woord de gewestelijk vertegen woordiger van het N.V.V., de heer A. Jordaans, die sprak over het verleden, het heden en toekomst van het N.V.V: Tenslotte sprak de landelijke leider van het front van Nering en Ambacht, de heer J. H. Scholte een slotwoord. Op de jongste jaarvergadering van „Haerlem" is medegedeeld, dat binnen eenigen tijd een uit stapje naar Huize Ypenrode aan den Wagenweg zou volgen. Autobussen zijn niet te krijgen, dus zal de reis gemaakt worden met de tram tot het Raadhuisplein te Heemstede en dan is 't langs de van Merlenlaan nog 10 minuten loopen. Dan ligt -Ypenrode of Iepenrode voor de Haarlemmers open en kijken ze naar het groote witte heerenhuis, waarvoor een uitgestrekte v/eidè ligt. Het maakt, met zijn donkeren, boschrijken achtergrond een aardig effect. Thans gaan we het ijzeren poorthek, recht over de van Merlenlaan niet door, maar doen een greep uit het rijke verleden. Het oudste gegeven over Ypenrode dateert van 1641 uit het Rechterlijk Archief van Heemstede. Wie na pluizen wil, vrage op het Rijksarchief no. 579 en zoekt op folio 50., Op den 4en April 1641 zijn dan in 't Rechthuis gezeten Jan Jacobus Dick- mans, Schout, Arent Piltersz en Dirck Guerts, Schepenen van Tetterode met Johan van Asch. Schout van Heemstede met twee Schepenen. Dan" compareert voor de zes heeren d' Eerbare juffrouw Catharina Rabou, nagelaten weduwe van Maximi- liaen Leignier met o.a. haren zwager als vercoren voocht". Zij transporteert dan aan den Eersamen Cornelis Fransz van der Wiel, brouwer in de brouweriie van 't Fortuyn te Haarlem een huizinge en land, zoo groot en klein als deze gelegen is, eensdeels in de banne varf Tetterode, Vogelensang en Aelbrechts- berg met zijn landerijen groot 5 morgen l]/3 hout (pl.m. 4 H.A.). Het terrein strekt zich uit „van de' Vaert tot des Heren (van Brederode), wildernisse". "Aan de noortzijde belendt huis en land" met al sulcke gerechticheyt van. de notweck als de voorz. huysinge, werve ende landen volgende de oude brief off anders bevonden zal werden te compe teren, wesende de voorsz. vercrofte huysinge ende landen belast met M^stuyvers 's jaers effhuyer. toecomende zijne Heer van Brederode, anders al vrij' d.w.z. niet met hypotheek belast. Maar in den koop is ook begrepen zekere hofstede en land met boomgaard en al de bepoting en beplanting om trent het Huis te Berkenrode, genaamd de Voor Koekoek nl. 5 morgen en 50 roe daar de voorz. hofstede, huizinge, boomgaard, planting in begre pen is met notweg over het land van Berkenro'de als de oude brieven vermelden. De lendens aan 't O. en Z. zijn de weduwe en erfgenamen van Jonk heer Heyndrick van Berkenrode van Haarlem, ten Noorden het navolgende stuk. De koopsom was f 18000, waarvan een derde gereed werd betaald. Ik sla nu meer dan 100 jaar over en st^I u voor Mr. Constantijn Sautijn, geboren te Amsterdam 16 December 1710_ en aldaar overleden 13 .Yuni 1748. Hij woonde op de Heerengracht zuidzijdüfbij de Vijzelstraat thans ns. 504 en kocht 12 September 1744 voor f 26000 de Hofstede Ypenrode onder Heemstede. Hij zat, wat men noemt er goed bij en hield in 1742 vijf dienstboden, bewoonde een huis van f 1550 huurwaarde, had te Amsterdam een koets en twee paarden en werd geschat op een jaarlijlcsch inkomen van 9 a ÏOIOOO gulden. Tal van ambten én betrekkingen heeft hij bekleed. Zoo was hij commissaris in 1731, secretaris in 1737, ka pitein van een compagnie voetknechten in garni zoen te Amsterdam van 17351737. Hij trouwde 1 Mei 1735 Catharina Jacoba Geelvinck van den Haag, die ér menig weekende en vele zomerwe ken met manlief en later ook met hun dochter ge zellig doorbracht. Een andere bewoner van Ypenrode was Abraham van Dedel, zoon van Mr. Willem Gerritsz. Dedel. Deze werd 4 Februari 1732 te 's-Gravenhage ge boren en stierf kinderloos te Amsterdam 11 De cember 1798, nalatend een vermogen van f 837000. Hij vestigde zich te Amsterdam, waar hij koopman, bankier en assuradeur was. Eerst onder dé firma Isaac van Alplien en Abraham Dedel 17531768, d'aarna onder de firma van Alphen. Dedel en van de Wall 17681770, vervolgens onder de firma EEN LUlSTRSTEt DCOR OTTO VREEBURG OVER VE GEHEIME INVLOED DER VR4METSELAR4 OP HET POLITIEKE WERELPÖESEUREN. nederlandsche wife omroep (Adv. Ingez. Med.) Dedel en Roquette 17711782. Hij'woonde op de Heerengracht, dicht bij de Spiegelstraat, nu no. 458 en kocht 16 Mei 1760 voor f 26000 de Hofstede Ypenrode die in 1798 f 40000 waard was. Dat zijn zaken belangrijk waren, zal men begrijpen als men hoort, dat de firma, van Alphen en Dedel verre kende o.a. over 1755 door bemiddeling van de Wisselbank f 1113400 de firma van Alphen, Dedel en van de Wall in Ti.65 voor f 1361400, de firma Dedel en Roquette in £775 voor f 1.197.500. Hij trouwde te Amsterdam 22 April 1755 Anna Jacoba Geelvinck, dochter van Mr. Nicolaas Geel vink en Johanna Jacoba Graafland. Zij stierf 3 Augustus 1793. De laatste bewoner was Mr. Joh. Enschedé, die er April 1938 overleed. Deze had Ypenrode blij kens courantenberichten op 11 Maart 1917 gekocht. Dit buiten was betrekkelijk kort te voren, 2 Maart 1891 ook van eigenaar verwisseld. ZANGFEEST VAN DEN JEUGDSTORM. 's GRAVENHAGE, 9 Augustus. In het cen trum van Den Haag, op het Plein, heeft de Na tionale Jeugdstorm vanmiddag een groot kinder zangfeest gehouden. Het Plein was rondom met vlagggendoek ver sierd, èn bood een feestelijlcen aanblik. Eenige hon derden stormers en stormsters uit verschillende deelen van de provincies Noord- en Zuid-Holland stonden opgesteld met het front naar het gebouw van den Hoogen Raad, op welks monumentale opgang de genoodigden' een plaats hadden ge vonden. Tot hen behooren ook de gevolmaohtigde van den rijkscommissaris in de provincie Zuid- Holland, dr. Schwebel, de kringinspecteur der N.S.D.A.P., dr. Schuon en andere Duitsche autori teiten, alsmede vele bekende figuren uit de N.S.B. Het zingen stond onder leiding van den heer Den Boef uit Rotterdam. Frisch en krachtig klon ken verschillende bekende nationale liederen over het Plein. Tijdens een zangpauze sprak de hoofdstormer van den Jeugdstorm, de heer van Geelkerken, die zijn toespraak eindigde met de stormers en stormsters toe te roepen trotsch te zijn op het lidmaatschap van den Jeugdstorm. Wanneer ons volle straks eens gezind zal zijn en een nieuwe toekomst zal ingaan, dan zal dit ook het werk van den jeugdstorm zijn. (A.N.P.) Voor de Kinderen (Teekenlngen H. Kannegleter). TEDDY OP DE SPOKENVANGST. Is de éerstê schrik geweken, dan gelooven ze niet meer, dat ze waarlijk spoken zagen: „Weet Je wat, we keeren weer! Met een hand vol groote steenen, en dan gaan we 't spook te lijf! Dat een spook niet kan bestaan is volgens vader «buiten kijf!" Moedig ér op af dan jongens, één, twee, drie, daar gaat een steenrechtaan op de spookverschijning, raakt hem aan het rech terbeen. Teddy TrSx, die ook niet bang is. zal aan 't apporteeren gaan. „Teddy! blijf toch!" roept nog Pimmie, die zijn hond met schrik ziet gaan. EXAMENS HOÖFDACTE. Haarlem, 9 Augustus. Opgekomen A- en B-can- didaten. Geslaagd geheele acte: W, Koeman te Am sterdam en F. Veraar te Amsterdam. Geslaagd voor A: J. Nachtegaal te Haarlem. Geslaagd voor B: J. P. Tuijn te Amsterdam. HANDTEEKENEN L. O. 's-GRAVENHAGE, 9 Augustus. Geslaagd mej. M. G. Thomson, Bloemendaal en de heeren M. van Overveld, Haarlem, en A. F. Bolterman, Haarlem. ENGELS CHE L. O. Geslaagd voor het examen Engelsch L. O., de heer J. J. van Kooten te Haarlem. BEGRAFENIS C. NIEMÖLLER. Zaterdagmiddag had onder veel belangstelling op de Begraafplaats aan den Schoterweg te Haar lem de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van den heer C. Niemöller. Als eerste spreker trad naar voren de heer H. C. Bille, ondervoorzitter van het Luthersch. Ge nootschap, die er de aandacht op vestigde, dat Niemöller een man van grooten eenvoud was, zon der schoolsche wijsheid. Toch was hij een sieraad van de Luthersch'e Kerk, ver buiten. Haarlem be kend in Luthersche Kringen. Ook tegenstandera zagen vol eerbied tegen hem op omdat hij altijd streed met" blanke wapenèn. Hij had een rijk ge zegend leven achter zich en heeft de voldoening ge had, vruchten van zijn werk te zien. Namens de afd. Haarlem van het Chr. Werk liedenverbond „Patrimonium" sprak de heer M. de Braai, die o.a. zeide, dat de overledene van veel beteekenis was geweest voor het Christelijk sociaal leven. Hij werd gekenmerkt door innige vroomheid en groote plichtsbetrachting en hij stond in kritieke oogenblikken vooraan. Hij zal een lichtend' spoor nalaten. Als vertegenwoordiger van den Chr. Besturen bond sprak de heer L. Silvis, voorzitter der afd. Haarlem van dien Bond. De heer Niemöller, aldus spr. was in onzen Bond steeds een groote stuw- kracht en werd door ons zeer gewaardeerd. Hij werkte altijd met inzet van al zijn krachten. Als vrienden spraken nog de heeren Th. J. Donker en Joh. van Norde een woord van afscheid, waarna ds. W. Spliethoff, die vóór de begrafenis in het Luthersch Rusthuis, waar de heer Niemöller over-, leden was, een korten dienst had gehouden, een stichtelijk woord sprak en eindigde met helf bidden #van.het Onze Vader. 'Een zoon van den overledene dankte namens de familie voor de belangstelling. VEILINGEN. Wegens een aan ons verstrekte foutieve opgave herplaatsen wij hieronder den uitslag der Don- derds.d j.L in het Notarishuis te Haarlem gehouden veilingen. Een heerenhuis te Haarlem aan de Uit den Boschstraat no. 2, J. E. Langelaar, voor f 9150. Een woonhuis aan de Voorhelmstraat no. 58, N.N., voor f 8375. "Een huis met erf aan de A. L. Dyse- rinckstraat no. 31, W. S. Harkmans, voro f 3975. NIEUW-LEUSDEN, 9 Augustus. De vrachtrijder J. W. uit Nieuw-Leusden, was met zijn wagen onderweg van Zwartsluis naar hufs, toen zijn ongeveer driejarig zoontje, dat met hem meereed, van den wagen viel en onder de wielen kwam. Het knaapje was vrijwel onmiddellijk dood. (A.N.P.) Zaterdagnacht hebben ongenoode gasten een be zoek gebracht aan een confectiefabriek aan de Rozengracht te Amsterdam. Vermoedelijk hebben de dieven zich laten insluiten, waarna zij een kantoordeur en vervolgens de deur van het maga zijn openbraken. Niet minder dan 700 meter gabardinestof, 17 jassen en een hoeveelheid zeep, ter gezamenlijke waarde van f 5000 wisten zij buit te maken. Crimineele Roman door JAN DOMANS. 11) Op dezen brief zelf kan de politie niet afgaan, maar zij hoopt en gelooft, dat de schrijver ervan in nauwe relatie staat met de roovers en dat hij gezien de mentaliteit, welke uit dezen brief spreekt kostbare inlichtingen zal kunnen geven Wat de ontvoering van Annette betreft; zij is gisteravond in gezelschap van een tot nog toe on bekenden jongeman gezien in het Park. Degene, die de beiden gezien heeft, beweert, dat het den man oogenblikkelijk zal herkennen, wanneer die aan hem zal worden voorgesteld. Hij heeft speciaal op hem gelet, omdat hij het vreemd vond juffrouw van Ooyen, die hij goed kent, op dat uur in' het park te zien in gezelschap van een man. Zóó zonder meer kon hij echter geen beschrijving van den metgezel van de jongedame geven. Zoo zie je weer Paul, dat je nooit moet denken ongezien iets te kunnen uithalen. Altijd is er wel eentje, die je gezien heeft! Als ze bij dien apotheker terecht komen zit ik erin, zuchtte Paul. Gelukkig dat ze geen sig nalement van Annette gaan geven. Tja als ze je arresteeren, verdacht van mede plichtigheid, wordt het lastig. Dat telefoontje en die brief spreken tegen je. Brieven schrijven is altijd gevaarlijk, jong, „scripta manent" zeiden de ouden. Ja, maar 't is hu eenmaal gebeurd en het was toch mijn plicht de politie de anwijzingen te geven, die ik kon geven, meende Paul.. Zeker en zooals ik al zei, dat zijn verzachten de omstandigheden. Bovendien zal spoedig genoeg blijken dat jij aan den overval onschuldig bent. Een dagje „brommen", zal je overigens geen fewaad doen! - Ik vergat je nog te vertellen, dat een som van bijna dertigduizend gulden gestolen is, welke kort voor het sluiten van het kantoor geïncasseerd was en nog niet in de safe was wegggesloten. Waarschijnlijk zal morgen eën belooning van f 1009 worden uitgeloofd voor dengene die in lichtingen kan geven omtrent de daders. Misschien maak jij daar nog wel aanspraak op met je brief! Je zou dat sommetje best kunnen gebruiken! Ik heb in de kamers van Annette wat rondge neusd en kleeren in den koffer gepakt, dien ik hier bij me heb. 't Lijkt me 't beste, dat ik haar dien morgen even breng, dan kan ik meteen eens met haar praten. Dat vond Paul best. Als ik terug ben uit Büssum gaan we samen naar Amsterdam om eens een kijkje te nemen op den Zeedijk, natuurlijk in een passende vermom ming. Ik krijg werkelijk schik in dat detective- spelen. Het was ondertusschen avond geworden en Ferd noodigde Paul uit met hem in een theater te gaan om hem wat afleiding te bezorgen, wat Paul dankbaar accepteerde. 's Avonds laat namen^fe beide vrienden afscheid, nadat was afgesproken, dat Ferd den volgenden morgen naar Bussum zou rijden om Annette haar kleeren te bezorgen en om haar van de plannen op de hoogte te brengen. Paul zou zich van verdere stappen onthouden en na zijn terugkomst zou Ferd hem afhalen voor het reisje naar le hoofdstad. VL Het beviel Annette uitstekend in de rustige, vriendelijke omgeving, waar ze nu was. Als niet het drama, warin zij zoo nauw bè- trokken was, haar deze onverwachte vacantie be zorgd had, zou zij volmaakt gelukkig geweest zijn. Zij had zóó weinig geluk gekend in haar leven, dat zij altijd vreesde, dat het volgende oogenblik i weer nieuw ongeluk zou brengen en zoo was haar vreugde zelfs in haar gelukkigste uren nog niet volkomen. Zij waardeerde het daarom dubbel als iemand haar aangenaapi wilde zijn én jegens zoo iemand was zij overvuld van dankbaarheid. Dat was ook het grootste gevoel, dat op dit oogenblik in haar hart jegens Paul en zijn ouders leefde. Dankbaar was zij den jongen man, die om harentwille, dat begreep zij heel goed, zoo veel op 't spel zette. Die verdacht zou worden van mede plichtigheid aan de afschuwelijke misdaad en wie weet, zelfs gearresteerd! Als dat gebeuren zou, dat nam zezich vast voor, zou zij zich onmiddellijk bij de politie gaan aanmelden. Zij wilde geen ongeluk brengen over de familie, die zoo goed voor haar was. De heer en mevrouw Meylers deden wat in hun vermogen was, om haar afleiding te bezorgen en haar gedachten een andere richting te geven. Paul's vader had haar mee in den tuin genomen en met enthousiasme verteld van zijn groote liefheb berij; het tuinieren en ze had dapper meegehol pen met schoffelen en harken, hoewel er nu, in het prille voorjaar nog weinig werk in den1 tuin was. De heer Meylers zag echter overal al sprietjes groen boven komen en vertelde wa tdit werd en dat, terwijl Annette aandachtig toeluisterde en zich liet vertellen over bloemen en planten, hun egien- aardigheden en .groeiwijze. De oude heer Meylers had plezier jn zijn op lettende leerlinge en wanneer zij, om van haar belangstelling blijk te geven, een vraag stelde, be ijverde hij zich haar met een vloed van woorden in te lichten. t Annette vergat er werkelijk een uurtje haar zorgen door en toen zij met een frisschen blo^ op de wangen in huis terugkeerde, wachtte mevrouw haar met de thee, waarna ook zij een handwerkje ter hand nam tot de avond viel. Zij werd het eerst weer aan het voorgevallene en de reden van haar vlucht naar dit hartelijke tehuis herinnerd, toen de post de avondbladen bracht. - Hierin las ze, dat er nog geen licht in de zaak gekomen was en tot haar groote verlichting zag ze dat „De Morgenzon" niet aan haar voornemen gevolg gegeven had om haar signalement te pu- bliceeren. Slecht met een enkel regeltje werd ge meld, dat de verdwenen secretaresse nog niet te recht was. Verder ging het blad er niet op in ge lukkig. Ze zag hierin het werk van Paul en een nieuwe golf van dankbaarheid vervulde haar. „In het' belang van het onderzoek, stond er verder, verzocht de politie ons geen nadere,, mede- deelingen te doen, omtrent de vermoedelijke 'daders. Wel kunnen wij voelen, dat de politie een belangrijke aanwijzing heeft gekregen en een spoor volgt, dat naar de Amsterdamsche misdadi- gersbuurten leidt". Dit was iets nieuws voor Annette en zij ver diepte zich in gissingen. Zou Karei dan toch on schuldig zijn? Het was haar bekend, en dat had zij ook aan Paul verteld, dat haar broer in de Rotterdamsche onderwereld verkeerde, maar dat hij ook in Am sterdam bekend zou zijn, wist ze niet Onmogelijk was dit natuurlijk geenszins. Even als de politie in het geheele land en buiten de landsgrenzen samenwerkt, doen de misdadigers dat ook. Een klein straaltje hoop verlichte echter haar hart. Tenslotte was het toch niet onmogelijk, dat iemand anders de dader was. Zoo goed als het aan Karei bekend was, dat er juist dien avond een groote som gelds in het kantoor aanwezig was, kon een ander dat ook weten. Het zou echter wel zéér toevallig zijn! Hoe beer ze er over nadacht, hoe meer haar kleine beetje hoop verdween en toen ze om 10 uur in bed lag, 't was de gewoonte des huizes vroeg te gaan slapen en Annette was daar dezen avond blij om, was ze er meer dan ooit van overtuigd, dat haar broer wel degelijk aanspra kelijk was voor den aanslag. Van Karei kwamen haar gedaahten weer op Paul, den man, die plotseling een zoo groote rol in haar leven was gaan spelen. Zy maakte zich zeer bezorgd over hem. Zij wist immers hoe gevaarlijk het was Karei tegen te werken en als deze eenmaal wist dat nog iemand anders dan de politie zich met het geval bemoeide, zou al zijn woede zich tegen dezen keeren. Annette huiverde onder de dekens. Zij had niet mogen toestaan, verweet zij zichzelf, dat terugkeerde, om den strijd tegen Karei aan te bin den. Hij zou zijn eigen ongeluk bewerken, hij was geen tegenpartij voor haar halfbroer. In zijn overmoed zou hij een gemakkelijke prooi van hem worden en danZij durfde er niet aan denken, wat er dan met haar vriend gebeuren zou. In haar angstfantasiën zag zij hem al dood een kogel door het hart of drijvend in een gracht Weer andere gedachten verdrongen zich in haar hoofd. Had zij Paul lief? Met een schok; realiseerde zij zich deze vraag, welke zich aan haar opdrong. En plotseling klaar Wakker, stelde zij zich de vraag opnieuw: hield'zij van Paul? Met groote dankbaarheid had zij tot nu toe aan hém gedacht. Dankbaarheid, meer niet. Maar nu kwam een nieuwe gedachte zich aan dienen. Als Paul eens- zooveel voor haar ging ge voelen, dat hij haar op zekeren -dag de vraag zou stellen: „Hoe je van mij, ifnnette?" Wat zou zij hem dan antwoorden? Zij was er van overtuigd, dat hij haar tot nu toe zonder bijbedoelingen had geholpen, enkel ge dreven door zijn eerlijke, goedhartige natuuru Maar nu- herinnerde zij zich het gesprek in den auto. Zij had zeer goed zij-n verlegenheid opge merkt, toen hij het onderwerp „liefde" aansneed, maar onbevangen was zij er op ingegaan. Het was toen neit tot haar doorgedrongen, dat deze jongeman haar nog eens met andere oogen zou kunnen aanzien, die van den man, die lief heeft. Nu echter, in de stilte kwam de vraag haar met ontstellende scherpte voor den geest. v {Wordt vervolgd)*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 6