De afspraak in de Parklaan SPORTKOUSEN ZATERDAG 16 AUGUSTUS 194T Deze sportkousen, door heeren zoowel als door 'dames te dragen, zijn gebreid van 200 gr. kunstwol, dit is wol met kunstzijde, 4 stalen pennen zonder knopjes, no. 3, kleur lichtgrijs. We breien de kousen in de rondte en zetten 72 st. op 3 pennen. We breien een boord van 20 toeren 1 r., la., dien we later omslaan, zoodat er een elastiek door kan. Nu vervolgen we in patroon en wel: 3 r., 4 a., 3 r., 8 a., 3 v., 4 a., 3 r., 8a., enz. en breien hier van 4 toeren. In die 8 a. komt in de volgende toeren dit figuur: na den 4den steek maken we er een rech ten verdraaiden bij en breien die den volgenden toer net zoo over. Dan maken we na den 3den steek er een rechten verdraaide bij, breien de volgende ste ken aver., recht verdraaid, aver, en maken er van den 5den st. weer een recht verdr. bij. Den volgenden toer breien we weer net zoo over. Dan maken we er van den 2den st. een recht verdr. bij, breien vervol gens. averecht, recht verdr. en maken er van den 6den weer een recht verdr. bij. V|ier overbreien. In den volgenden toer herhalen we dit in den eersten steek, zoodat dan alle 8 st. van die streep een r. verdr., een a. gebreid worden en er in plaats van 8 st. 16 'zijn. Deze toer breien we weer over en dan maken we van de 16 st. weer 8 op dezelfde manier, door om den toer van 2 st. er 1 te maken, door den rechte over den averechte te haïen. De middelste twee zijn nu het laatste aan de beurt. Na elke ruit breien we 4 pennen als vlak onder den boord. (Fo'to De Haas). Nadat we 3 ruiten onder den boord hebben, minde ren we af voor de kuit, en wel door eerst in de rechte streep aan den ^chterkant elke tweede toer te min deren, tot de twee strepen een worden, en dan de twee ruiten, die aan weerszijden van die streep ligger^ ook eiken tweeden toer 2 st. te minderen, tot ze op één ruit uitloopen. Dit is de achterkant. Nu nog in de andere strepen aan weerszijden 2 keer minderen, zoo dat-die streep 2 st. breed is. We breien nu nog twee ruiten en zijn dan aan den voet. We hebben nu 54 st. op de pen, 27 voor den hiel en 27 voor deri voorkant, waarin het patroon doorloopt. We breien de 27 st. van den hiel 24 keer en breien dan den kleinen hiel. De kleine hiel is als volgt: aan den averechten kant beginnen: 16 st. breien, 2 aver, tezamen, nog een aver, en omkeeren; eerste st. recht afhalen, 6 st. recht breien, overhalen, nog eep "breien en omkeeren; aver, breien (telkens eerste steek afhalen) tot de opening op de pen en daar minderen en nog een breien; omkèeren, recht breien tot de ope ning en daar overhalen en nog een breien; omkeeren aver, breien tot de opëhihg enz. tot alle steken ge breid zijn. We nemen nu de kantlussen van den groo- ten hiel/ op en breien rond, door de 27 steken van de voorpen er weer bij op te nemen. Op de voorpen steken we nu zooveel steken dat we hebben: '8a., 3 r., 4 a., 3 r., 8 a en in die 8a. komt op den voet de ruit nog 3 keer. Nadat we den kleinen hiel gebreid heb ben en de kantlussen opgenomen, minderen we de zijpennen af, (bij de eerste pen overhalen aan het begin en bij de tweede pen minderen aan het eind, telkens twee steken van den kant) tot we in de rondte 60 st. hebben (26 op de voorpen en 17 op de beide zijpennen). Na het afminderen versteken we de ste ken een beetje om gemakkelijker xle ruiten te kun nen breien en zorgen 15 op de beide zijpennen te hebben en 30 op de groote. Na 3 ruiten zijn we dus aan dwi teen en breien dan alleen maar recht; we minderen om de pen in de groote pen twee keer (aan het begin overhalen, aan het eind minderen, telkens twee steken van den kant) en in de kleine pennen een keer, zooals we dat bij het begin van den voet gedaan hebben, Als op de groote pen nog 15 st. staan en op de klei nen samen 15 minderen we elke pen tot we nog 14 st. in de rondte hebben. Dan keeren we het werk bin nenste buiten en kanten het, door telkens twee ste ken te zamen te breien, af. We naaien den boord naar binnen dubbel en rijgen er een bree'd plastiek door. Kunstwol kan gemakkelijk onder een vochtigen Öoek gestreken worden. ZURE SNIJBOONEN 1 K.G. snijboonen, 12 gr. zout (ruim een afge streken eetlepel), wat karnemelk (pl.m. 1 eet lepel). De boonen afhalen, wasschen en fijn snipperen, en met het zout zoo lang kneden tot pekel gevormd wordt. De boonen overdoen in een goed schoon ge maakte Keulsche pot, stevig aandrukken en zoo nu en dan een scheutje karnemelk toevoegen. Een plankje en een steen op de inmaak leggen, zoo- Crimlneele Roman door JAN DOMANS. 16) De eigenaar van het logement waar ze den nacht hadden doorgebracht, bezorgde hun zooveel lectuur als ze maar wilden, kranten entijdschriften van allerlei slag, waarin beiden zich verdiepten Plotseling uitte Paul een verschrikten kreet. Annette is gevonden! Wat!?, riep Ferd uit. Ja, hier staat 't in 't ochtendblad, hoor maar: DE ROOFOVERVAL IN HET BANKIERS KANTOOR.- Verdwenen seci-etaresse opgespoord. „Zooals men zich zal herinneren, was er bij den roofoverval in het privé-kantoor van den bankier Van Daelen, waarbij de dieven met een buit van f 30.000 verdwenen, na den heer Van Daelen te hebben neergeslagen, een vreemde omstandigheid, n.l. het spoorloos verdwijnen van de privé-secre- taresse van den heer Van Daelen, mej. van O. De politie bracht deze verdwijning terstond in ver band met den overval en stelde alles in het werk om de verdwenen jongedame op te sporen,! Den dag na den overval ontving de politie een anoniemen brief, waarin belangrijke aanwijzingen werden gegeven voor het onderzoek in deze geheim zinnige zaak. Tevens werd daarin verzocht geen pogingen in het werk te stellen om de verblijf plaats van mej. van O. te ontdekken. Aan dit laat ste verzoek kon de politie natuurlijk geen gevolg geven en. zij zocht dan ook in alle richtingen, aan vankelijk zonder 'resultaat. Na eenige dagen werd-per radio haar opsporing Verzocht en dank zij dit bericht is de secretaresse, dat de boonen flink onder het vocht komen te staan. Voor liet stof een doek, bord of deksel op de pot leggen. De pot op een koele plaats laten staan en na 14 dagen de kaam-laag die zich op de pekel gevormd heeft, verwijderen. Steen, plankje en doek schoon wasschen en weer op de boonen leggen en deze be werking herhalen wanneer het noodig is. De aldus ingemaakte boonen behoeven niet te worden afgekookt. OVER OPVOEDING Feestdagen. Er is voor een kind niets heerlijkers denkbaar dan een dag vol jolijt en zonneschijn, vol zorge- looze vreugde en gouden glans. Want de onbedorven mensch, die nog niet 7an zonde en berouw, van gemis en van leed-om-veriies weet, keert zich in stinctief van alles, wat duister en dreigent, koel en hard is, af, om iri volmaakte harmonie met zich zelf en het heelal, te klmnen genieten van dat, wat het leven waarde geeft. Wij, ouderen, bedachtzaam geworden door de moeilijkheden, die, naar wij dikwijls meenen, met wat meer inzicht te vermijden waren gewest, noe men onze'kinderen graag gedachteloos en opper vlakkig, juist om die voorkeur voor het lichte, het schoone, het juichende Maar hoe dwaas is het, in die jonge, vertrouwende harten het zaad van den twijfel te willen zaaien. Nog niet besmet door den lust, om door de vlucht in de zwartgalligheid aan de noodzakelijkheid van den moed tot het geluk te ontkomen. Het kind voelt onbewust, dat er met tobben nooit iets te bereiken valt en daarom gaat Ijet met koninklijke onverschilligheid aan veel, wat eins onoverkomelijk moeilijk schijnt te zijn, voor bij. Het spreekt vanzelf, dat het eene kind zwaar- tiilender is dan het andere, de gezonde spring-in- 't-veld met den zonnigen levenskijk vergeet snel ler en gemakkelijker dan het zenuwachtige bleek neusje, dat altijd bij alles achteraankomt en dat de grootste moeite heeft zich aan te passen aan de ook voor de jeugd dikwijls harde werkelijkheid. Maar er is geen kind of het kent oogenblikken van verademing, van zorgeloosheid, van rustig, blij vertrouwen! Kinderlijke ernst en kinderlijke lucht hartigheid gaan vaak hand aan hand en wie zich zorgen maakt om een kleuter-huilbui, die even gauw opkomt als voorbijdrijft, bemerkt al spoedig, dat er van het diepe verdriet, dat niet naliet indruk .op de toeschouwers te maken, geen enkel spoortje achterblijft. In stede van ons aan dezen geringen „diepgang" te stooten, behooren wij ons te verheugen over de veerkracht, waarover de jonge ziel blijkt te be schikken en ons te bezinnen op het wijze woord van Jung: „Alleen de gelukkige is een waarlijk edelmoedige en milde gever". De mensch, die de vreugde niet kent, kan nooit een liefdevol, geduldig opvoeder zijn. Heel mooi heeft Alie Smeding in „Liefde" de hunkering van de kinderziel naar de sfeer van zorgeloosheid en lichtblijheid geteekend. De ouders van de kleine Hermelijn die eigenlijk Liedia Uien heet en die zoo heel veel van de „mijmerende stilte" houdt zijn het dikwijls oneens, er is „ruzie" in huis en de kleuter, die nog niet aan weten en begrijpen toe is, tast in het duister naar veel droeve dingen, die ontastbaar, maar daarom niet minder be nauwend zijn. Als de pronkzieke moeder in een goed humeur is, omdat ze een of ander cadeautje heeft gekregen en de stemming rondom de ontbijt tafel goed is, fleurt het tobberige kind, dat over alle gebeurlijkheden thuis diep nadenkt, heelemaal op. Het voelt, dat alles in het kleine kamertje, de doofpot, de kachel, de theekopjes, meegenieten van het heerlijke, dat in de lucht is: de vreugdevolle atmosfeer, die voor een gelukkig en tevreden gezin natuurlijk ise, maar die de arme, kleine Her melijn telkens weer tevergeefs zoekt. Soms „regent" het dagenlang in haar hoofd, ook al schijnt buiten de zon nog zoo mooi, omdat het tusschen vader en moeder maar niet goed gaan wil, omdat zij altijd door „stille ruzie" hebben. Ja, een kind houdt van blijheid, van lach en zonneschijn, het zou het liefst altijd door gelukkig willen zijn. Het houdt van het feestelijk moment, van verjaardagen, van partijtjes En al mogen wij bedenken, dat ook hier overdaad zou schaden, wij moeten, terwille vani onze kinderen, den feestdag in eere houden. Een moeder, die niet aan haar verjaardag „doet", omdat zij een hekel aan drukte heeft, een vader, die nooit eens met zijn kleintjes uitgaat en aan een kleine tractatie eenvoudig niet denkt, schieten in opvoedkundigen zin tekort. Ouders, vergeet niet, dat een feestdag voor uw kinderen heel wat beteekent. RENé VAN FRANKENDAEL. thans gevonden. Zij bevond zich bij een familie te Bussum, waar zij herkend werd door een slagers jongen, die daar aan huis- vleesch bezorgde. De jongen stelde de politie van zijn vermoeden in kennis en een rechercheur begaf zich naar het aan gewezen huis, waar hij haar inderdaad aantrof. Zij bevestigde op het politiebureau de aanwij zingen, die in den anoniemen brief waren gegeven, maar weigerde te zeggen wie haar „ontvoerd" heeft. Ook de familie, waar zij thuis was, wilde hieromtrent geen mededeelingen doen. De politie heeft mej. van O. daarom in ver zekerde bewaring gehouden, hoewel zij overtuigd is, dat de secretaresse met den overval zelve niets heeft uit te staan. De toestand van den bij den overval zwaarge wonden heer van Daelen is, naar we vernemen bevredigend. Het levensgevaar is geweken". Ontzet keken Ferd en Paul elkander aan. We moeten haar vrij krijgen, zei Paul en dat moet jij opknappen, want als ik me aan het politie bureau meld, houden ze mij ook vast. Tja, dat spreekt, vanzelf, Annette moet zoo gauw mogelijk op vrije voeten gesteld worden. Maar het zal niet meevallen. Nu de politie één maal een houvast denkt te hebben, laat ze dit zoo maar niet één, twee, drie los! Missohien lukt 't tegen garanties, 't Is wel. niet zoo prettig voor Annette op die manier vrijgelaten te worden, maar er zit niets anders op. Ik zie tenminste niets an ders. Onze kaarten openleggen gaat ook niet. We hebben nu éénmaal het vertrouwen van zwarten Karei, maar dat is nog maar heel losjes en bij het minste wat hem verdacht voorkomt, ontglipt hij ons weer en een gladde vogel, die hem dan vangt! Over enkele uren zouden wij misschien de bewijzen in handen hebben. Als Annette tot zoo lang geduld zou kunnen hebben nu het ongeluk toch éénmaal gebeurd is.... Maar Paul wilde daar niets van hooren. Als jij niet gaat, ga ik! Ik kan de gedachte niet verdragen, dat dit arme kind nu als een gemeene boef in hechtente zit. Ze zal het zich verschrikkelijk aantrekken. GELAATSVERZORCING (Teekening M. Bekkers—Zürcher.) In een vorige artikeltje hebben wij u op het belang van een doelmatige huidverzorging gewezen. Een eer ste vereischte voor het behoud van een gezonde en dus goed-functionneerende huid 4s reinheid. Wasch ge regeld uw gezicht, eerst met warm, daarna met koud water. Alléén warm water maakt de huid slap, alléén koud heeft het nadeel", dat de huid niet zoo gemakkelijk grondig gereinigd wordt. Droog het gelaat altijd af met een ruwen handdoek, wrijving bevordert den bloedsomloop. Er zijn vrouwen met een teere, meest droge huid, die geen zeep kunnen verdragen, deze moe ten een goede facelotion, die vooral niet te scherp mag zijn, 'gebruiken. Voor een vette huid daarentegen is een sterk-alcoholhoudende lotion aan te bevelen. Een al te droge huid behoort op de volgende wijze behandeld te'worden: De reiniging geschiedt gedurende een zekeren tijd (de duur is afhankelijk van het resultaat) alleen door mid del van een zuivere olie-soortb.v. olijfolie. Wordt de huid minder strak, dan mag zij schoongemaakt worden met regenwater, waarin per liter een eetlepel borax is opgelost. Komkommerpap en een lotion-zonder-alcohol moeten dan de rest doen. me gewend is zich licht te poederen, gebruike als onderlaag steeds een goede dagcrême, die geschikt is als poederbasis te dienen. Deze crème wordt luchtig met de vingertoppen op de huid uitgestreken en er ver volgens ingeklopt. Het poederen geschiedt het beste met een stuk watten, maar men kan ook een poeder dons gebruiken. Brengt men 'savonds^ na het wasschen wat vet op het gelaat aan en dit" is in bijna alle gevallen wen- schelijk, zoo niet noodzakelijk dan zorge men, dat men vooral met de huid onder de oogen de noodige voorzichtigheid betracht. Eigenlijk mogen de teere spieren onder de oogen in het geheel niet gemasseerd worden, veel wijzer doet men, de nachtcrème met de noodige voorzorg in de huid te kloppen. Wil men ech ter toch liever voorzichtig de vette substantie met de vingertoppen in de huid wrijven niet ieder waagt zich direct aan 't „tapotement" - dan moet men 't op de hierbo ven aangegeven wijze doen. Met twee vingers van de eene hand houde men het huidgedeelte, dat men wil bewerken, strak, met den middelvinger van de andere hand strijke men de crème onder de oogen, steeds van den neus naar den buitenkant van het gelaat gaande. Heeft men last van „kraaienpootjes", dan wil de een of andere crème, die de spanning van de huid ver groot, nog wel eens uitkomst brengen. Sleutel weg? Tel. 11493 De Sleutelspecialist, L.Veerstr.lO (Adv? Ingez.Med.) Voor de Kinderen (Teekeningen H. Kannegleter). Sneller gaat het, al maar sneller, met een vaart naar 't brandend huis, waar zij schokkend tegenop stuit! Is de auto nu aan gruis? Neen, de wagen wipt vooroveren, wie had dat ooit geloofd? Stort al 't watér in de vuurzee, die terstond is uitgedoofd! Ferd voelde dat evengoed als Paul, maar hij was nuchterder dan zijn vriend. Maar hoe hij ook praatte, Paul hield voet bij stuk en stond er op, dat Ferd onmiddellijk vertrok. Nu in 's hemelsnaam dan, gaf Ferd eindelijk toe, wel inziende dat hij nu met Paul toch niets zou kunnen beginnen. Er werd afgesproken, dat Paul 's avonds alleen naar den „Sultan van Turkije" zou gaan, als Ferd nog niet terug was en zich, zoodra hij voldoende bewijs meende te hebben, tot de politie zou wen den, om tot de arrestatie van Karei over te gaan. Ferd had er eigenlijk niet veel verwachting van en had Zwarte Karei liever voor zijn rekening ge nomen dan hem aan' Paul over te laten. Paul was hem te warmbloedig en te driftig van aard en als Karei ook maar één woord zei over Annette, achtte hij Paul in staat hem naar de keel te vliegen, wat zijn eigen ongeluk en een ver loren zaak zou beteekenen. Er zat echter niets anders op, dan Paul op het hart te drukken de uiterste voorzichtigheid te betrachten en hem vooral te overtuigen van het belang van het goed spelen van zijn rol. Paul luisterde maar met een half oor naar de vermaningen van ,Ferd en drong voortdurend bij hem s aan, om zoo spoedig mogelijk te vertrek ken. Met een bezwaard hart en een bang voorgevoel, dat het mis zou loopen, nam Ferd eindelijk af scheid, zich voornemend om, als het maar eenigs- zins mogelijk was, op tijd terug te keeren. Een oogenblik dacht hij er aan slechts in schijn te vertrekken, maar ook hij verlangde er naar Annette terug te zien, vooral, onder deze voor haar zoo moeilijke omstandigheden en haar moed in te spreken. Zijn-bezoek zou haar goed doen, dat wist hij en zij zou flinker haar gevangenschap dragen als zij met hem gesproken had. Want dat hij haar vrij zou krijgen leek* hem zeer twijfelachtig. Men had Annette niet in een cel opgesloten maar haar een kamertje aangewezen in het politie bureau, waar zij niets anders miste dan de vrij heid. Zij was eenige malen aan een verhoor on- MENU VAN DEN DAG GEKOOKT VLEESCH MET GROENTEN EN AARDAPPELEN. VANILLEPUDDING MET GESTOOFDE VRUCHTEN. Recep'ten. Gekookt vlecsch. Wasch het vleesch zoodra het in huis en zet het ingewreven met zout, minstens een uur lang weg. Zet het op met kokènd water, wat zout en krui den, b.v. peterselie, een uitje, laurierblad, kruid nagel en kook het gaar, rekenende op drie kwar tier per pond. Dit kan heel goed op een sudder - comfoor. Kook op den vereischten tijd eenige soor ten groenten mee, zools prinsesseboonen, komkom mer, geschild en in blokjes-gesneden, en worteltjes. Zorg dat alles gelijk gaar is en bind de saus na met bloem of sago. Gebruik deze ook als jujf over de aardappelen en zorg dat ze vooral pikant is. Vanillepudding. 3/4 L. melk 1 pakje vanillesuiker. 20 gr. gelatine, waarvan 9y2 blad witte en V2 blaadje roode. 40 gr. suiker. 1 pond vruchten en suiker. De melk moet koud zijn. Week de gelatine in wat koud water, en los ze daarna met de suiker in weinig kokend water op. Laat dit wat bekoelen en roer het dan voorzich tig onder goed roeren bij de koude melk. Meng er tenslotte de vanillesuiker doorheen en giet de pud ding in een met koud water omgespoelden vorm als ze stijf begint te worden. Stoof de vruchten even op, haal er eventueel de pitten uit. voeg suiker naar smaak toe en laat ze goed koud worden. ZELFINGEMAAKTE GROENTEN Vele huisvrouwen hebben de gewoonte andijvie en snijboonen in het zout in te maken. Andere huisvrouwen steriliseeren iederen zomer een flin- Jkm voorraad groenten. ^En nu de laatste jaren de groente machinaal gedroogd wordt, vragen velen zich af of zij dit ook zelf kunnen doen. Vooral in de huidige tijds omstandigheden gaan velen over tot het inmaken van groenten. Het is eohter de vraag of het nuttig is de groen ten zelf te zouten, te drogen of te steriliseeren. Uit voedingsoogpunt bezien moet deze vraag ont kennend beantwoord worden. Met zuurkool als uit zondering bevatten de zelf ingemaakte groenten weinig of geen vitaminen. Moet het. inmaken 'van groenten dan geheel wor den afgeschaft? Noodzakelijk is dit niet, want de groenten kun nen 's winters een aangename afwisseling zijn. Maar de huisvrouw moet wel bedenken, dat de groenten in de eerste plaats 's -zomers zoowel als 's winters versch gebruikt moeten worden. Alleen wanneer zij over meer-groenten beschikt dan zij in verschen toestand kan gebruiken, zal zij dit te veel moeten inmaken. Nu het steriliseeren teveel brandstof vraagt zal de keuze juist op de inmaak in het zout vallen. Al is dit een veilige en gemakkelijke conservee- ringsmethode, het is toch een van de minst ge schikte. Het zout onttrekt niet alleen water aan de groenten, maar ook de in het water opgeloste mi neralen en vjtaminen. Hetgeen er van deze voe- dingsbestanddeelen nog is achtergebleven, ver dwijnt bovendien bij de eigenlijke bereiding geheel, daar voor het ontzouten der groenten het afkoken noodzakelijk is Dit afkoken vraagt weer brandstof, zelfs veel meer dan voor de bereiding van versche groenten noodig is. Verstandiger is het in den zomer de groenten veel rauw te gebruiken, zoodat, de brandstof voor •het steriliseeren gespaard wordt. Tegenover het inmaken van groenten met veel zout staat het inmaken met weinig zout, volgens de wijze waarop zuurkool ingemaakt wordt. Deze laatste conserveeringsmethode is zéér aan te be velen daar de groente niet geleden heeft en het vitaminegehalte van de groente niet verloren gaat, terwijl de melkzuurgisting, die tijdens het conser- TEDOr TRIX VERRICHT EEN HELDENDAAD. Al heeft hij het niet geweten, Teddy heeft het huis gered. Dikkie heeft toen tot be looning. hem een brandhelm opgezet. En de vrouw haalt 't vetste kluifje, dat er bij den slager lag, om het Teddy Trix te geven. Hem, den held van dezen dag! derworpen en zij antwoordde uitvoerig op alle vragen die men haar stelde, behalve wanneer men haar vroeg naar haar ontvoerders. Dan sloten zich' haar lippen vast opeen en vriendelijkheid noch gestrengheid konden haar ertoe bewegen ze te openen. Toen had de commissaris het tenslotte maar opgegeven en haar in arrerst doen stellen. Bepaald angstig was ze niet. Annette wist dat goede vienden bezorgd om haar waren en dat die alles in het werk stelden om het mysterie op te lóssen, waardoor zij uit haar gevangenschap ver lost zou worden. Zij twijfelde er niét aan of dat zou niet lang duren, zooveel vertrouwen had zij in haar beide vrienden en zij had den commissaris er daarom maar niets van verteld, dat Ferd en Paul bezig waren haar broer op te sporen Het eenige waarover zij zich angstig maakte was, dat niet zij Karei, maar Karei hen zou vangen. Zij slaakte dan ook een zucht van verlichting, toen een agent kwam zeggen, dat Mr. Huberts haar wilde spreken. Toen Ferd de kamer binnentrad, was zij hem bijna jubelend om den hals gevlogen, maar zij hield zich gelukkig nog bijtijds in door. de aan wezigheid van den agent, die Ferd binnenliet. Enkel een diepe blos verried haar emotie, toen zij Ferd de hand reikte. Ook Ferd was ontroerd, maar hij 'wist zijn gevoelens prachtig te verber gen. Toen ze alleen waren zei hij: Dat is een ander weerzien, dan we eenige dagen geleden gehoopt hadden, Annette. Het meisje knikte. Ik ben blij, antwoordde ze, dat het toch nog een weerzien is, want daar ik niets van jullie hoorde begon ik al bang te worden, dat jullie iets over komen was. Niks hoor! We zijn allebei nog springlevend engoede vrienden met Karei! Hebben jullie, hem gevonden? Vertel op. Hoe is 't jullie gegaan? Heeft hij 't gedaan? Weet de politie er al van? Ho! ho, wat 'n vragen ineens, weerde Ferd lachend af. Laten we maar eens eerst rustig gaan veeren optreedt, de groenten lichter verteerbaar maakt. Behalve voor de bereiding van zuurkool wordt deze inmaakmethode nog niet veel toegepast. Toch kan men snijboonen en roode kool op dezelfde wijze inmaken. De zure smaak lijkt in het begin misschien wat vreemd, maar als men bedenkt, dat aan de stamp pot van snijboonen of roo&e kool dikwijls wat azijn toegevoegd wordt, dan mag dit geen bezwaar zijn Integendeel van de aldus ingemaakte groenten zijn zeer smakelijke stafnppotten te bereiden. De nadruk dient er nog eens op gelegd te wor den, dat alleen de gave boonen voor de inmaak gebruikt mogen worden. Enkele aangestoken boo nen kunnen de geheele inmaak bederven. TASSCHEN EN TASCHJES De tijd van den zak, die, afzonderlijk gemaakt, met banden om het middel vastgeknoopt werd, is lang voorbij. De vrouw van heden heeft ook geep zak me^r in haar janponnetje, zij bergt de kleine dingen, die zij graag bij zich heeft, netjes in haar taschje. De tasch is een onmisbaar attribuut van het mo derne huisvrouwtje geworden. Natuurlijk houdt zij er ook een „mooie" tasch op na: die wordt voor den dag gehaald, als er sprake is van een visite of een bezoek aan ten toonstelling, schouwburg of concertzaal. (Teekening M Bekkers—Zürcher.) De tasschen, die op het oogenblik onze aandacht vragen, zijn alle eenvoudig en degelijk van vorm. De exemplaren, die van leer gemaakt zijn', blijken nog steeds zeer geliefd, maar ze zijn peperduur ge worden, vooral degene, die vervaardigd werden uit het een of ander reptielenhuidje. Maar ook in de goedkoopere soorten ziet men alleraardigste modellen Van vilt, linnen, lgken of wollen stof kan men trouwens zelf charmante niemendalletjes maken, die, passend bij de handschoenen of den hoed, een sfeer van élegance en verfijning kunnen schep pen. (Teekening M. Bekkers—Zürcher.) U ziet hier een viertal taschjes afgebeeld, die al heel gemakkelijk na te maken zijn. Geheel boven aan merkt u een exemplaar op, dat van visschers- garen gehaakt is en dat van den kartonnen bodem voorzien werd. Een practische boodschappen- tasch, waarinheel wat geborgen kan worden! Daaronder is een taschje van zwart zeildoek met smalle witte randen afgebeeld. De voering be staat uit toile-imprimé, vastgemaakt op kleur, waarop de initialen van de eigenares in rood en blauw geborduurd zijn De vierde tasch is de fraaiste: het is een ele gante namiddagtasch van fel-gekieurd vilt, een apart model, dat bij een "zwart tailleurtje zeker vol doen zal. Als sluiting fungeert een vierkant lapje vilt, waarop een groote drukkijop genaaid is. Óok deze tasch wordt met een dubbele laag watten of flanel en verder met satinet of kunstzijde gevoerd. Zoowel het zeildoek, als hefe linnen en het vilt kan men met de machine naaien. De gehaakte tasch die natuurlijk ook gevoerd moet zijn wordt geheel met de hand gemaakt. zitten en dan allebei onze geschiedenis vertellen. Begin maar vast. Ja, het was alles zoo plotseling gegaan, vertelde Annette. Een Bussumsche rechercheur had gister middag plotseling aangebeld en verzocht haar te mogen spreken. Toen hij haar zag, had hij haar terstond herkend van het opgegeven signalement en ontkennen zou weinig gebaat hebben. Paul's vader had al zijn overredingskracht aangewend om den politieman te bewegen Annette daar te laten, maar hij had zijn instructies en er zat dus niets anders op, dan dat ze meeging. Mijnheer Meylers was meegegaan naar het bureau en had nog een borgstelling aangeboden, maar de Bus sumsche commmissaris kon daarin geen beslissing nemen en zoo was zij nog denzelfden middag over gebracht haar hier, waar men haar onmiddellijk aan een verhoor had onerworpen. Dat verhoor vond Annette verschrikkelijk, maar zooals Ferd reeds wist, zij had absoluut geweigerd inlichtingen te geve nover haar „ontvoerder". Of zij daar goed aan gedaan had? Ze had anders geen reden tot klagen. De be ambten behandelden haar zeer behoorlijk en zij deden natuurlijk hun plicht, dat begreep zij wel. Als Ferd en Paul nu maar gauw sla gden.... Misschien vanavond nog wel, zei Ferd, die hier na het verhaal deed van hun wedervaren in de Amsterdamsche apachenwereld. Hij deed het op een komische wijze, bootste verschillende typen na en brrabbelde hun bargoensch zoo grappig na, dat dat Annette vaak schaterde van het lachen. Dat was ook Ferd's bedoeling. Hij wilde haar doen vergeten, waar zij zich bevond en haar wat van zijn blijmoedig optimisme meegeven, opdat zij niet in de eenzaamheid aan het piekeren zou raken. En Annette voelde zich steeds meer aangetrokken tot deze prettigen, jovialen jongeman, wiens gulle blijheid zoo aanstekelijk werkte. Ferd van zijn kant vond haar een schat van een meisje.... .(Wordi v«rvoffi4ii

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 8