De afspraak in de Parklaan
SPORTKOUSEN
ZATERDAG 16 AUGUSTUS 194T
Deze sportkousen, door heeren zoowel als door
'dames te dragen, zijn gebreid van 200 gr. kunstwol,
dit is wol met kunstzijde, 4 stalen pennen zonder
knopjes, no. 3, kleur lichtgrijs.
We breien de kousen in de rondte en zetten 72 st.
op 3 pennen. We breien een boord van 20 toeren 1 r.,
la., dien we later omslaan, zoodat er een elastiek
door kan. Nu vervolgen we in patroon en wel: 3 r.,
4 a., 3 r., 8 a., 3 v., 4 a., 3 r., 8a., enz. en breien hier
van 4 toeren. In die 8 a. komt in de volgende toeren
dit figuur: na den 4den steek maken we er een rech
ten verdraaiden bij en breien die den volgenden toer
net zoo over. Dan maken we na den 3den steek er
een rechten verdraaide bij, breien de volgende ste
ken aver., recht verdraaid, aver, en maken er van
den 5den st. weer een recht verdr. bij. Den volgenden
toer breien we weer net zoo over. Dan maken we er
van den 2den st. een recht verdr. bij, breien vervol
gens. averecht, recht verdr. en maken er van den 6den
weer een recht verdr. bij. V|ier overbreien. In den
volgenden toer herhalen we dit in den eersten steek,
zoodat dan alle 8 st. van die streep een r. verdr., een
a. gebreid worden en er in plaats van 8 st. 16 'zijn.
Deze toer breien we weer over en dan maken we van
de 16 st. weer 8 op dezelfde manier, door om den
toer van 2 st. er 1 te maken, door den rechte over
den averechte te haïen. De middelste twee zijn nu
het laatste aan de beurt. Na elke ruit breien we 4
pennen als vlak onder den boord.
(Fo'to De Haas).
Nadat we 3 ruiten onder den boord hebben, minde
ren we af voor de kuit, en wel door eerst in de rechte
streep aan den ^chterkant elke tweede toer te min
deren, tot de twee strepen een worden, en dan de twee
ruiten, die aan weerszijden van die streep ligger^ ook
eiken tweeden toer 2 st. te minderen, tot ze op één
ruit uitloopen. Dit is de achterkant. Nu nog in de
andere strepen aan weerszijden 2 keer minderen, zoo
dat-die streep 2 st. breed is. We breien nu nog twee
ruiten en zijn dan aan den voet.
We hebben nu 54 st. op de pen, 27 voor den hiel en
27 voor deri voorkant, waarin het patroon doorloopt.
We breien de 27 st. van den hiel 24 keer en breien
dan den kleinen hiel. De kleine hiel is als volgt: aan
den averechten kant beginnen: 16 st. breien, 2 aver,
tezamen, nog een aver, en omkeeren; eerste st. recht
afhalen, 6 st. recht breien, overhalen, nog eep "breien
en omkeeren; aver, breien (telkens eerste steek
afhalen) tot de opening op de pen en daar minderen
en nog een breien; omkèeren, recht breien tot de ope
ning en daar overhalen en nog een breien; omkeeren
aver, breien tot de opëhihg enz. tot alle steken ge
breid zijn. We nemen nu de kantlussen van den groo-
ten hiel/ op en breien rond, door de 27 steken van de
voorpen er weer bij op te nemen. Op de voorpen
steken we nu zooveel steken dat we hebben: '8a., 3 r.,
4 a., 3 r., 8 a en in die 8a. komt op den voet de ruit
nog 3 keer. Nadat we den kleinen hiel gebreid heb
ben en de kantlussen opgenomen, minderen we de
zijpennen af, (bij de eerste pen overhalen aan het
begin en bij de tweede pen minderen aan het eind,
telkens twee steken van den kant) tot we in de rondte
60 st. hebben (26 op de voorpen en 17 op de beide
zijpennen). Na het afminderen versteken we de ste
ken een beetje om gemakkelijker xle ruiten te kun
nen breien en zorgen 15 op de beide zijpennen te
hebben en 30 op de groote.
Na 3 ruiten zijn we dus aan dwi teen en breien dan
alleen maar recht; we minderen om de pen in de
groote pen twee keer (aan het begin overhalen, aan
het eind minderen, telkens twee steken van den kant)
en in de kleine pennen een keer, zooals we dat bij
het begin van den voet gedaan hebben,
Als op de groote pen nog 15 st. staan en op de klei
nen samen 15 minderen we elke pen tot we nog 14
st. in de rondte hebben. Dan keeren we het werk bin
nenste buiten en kanten het, door telkens twee ste
ken te zamen te breien, af. We naaien den boord naar
binnen dubbel en rijgen er een bree'd plastiek door.
Kunstwol kan gemakkelijk onder een vochtigen
Öoek gestreken worden.
ZURE SNIJBOONEN
1 K.G. snijboonen, 12 gr. zout (ruim een afge
streken eetlepel), wat karnemelk (pl.m. 1 eet
lepel).
De boonen afhalen, wasschen en fijn snipperen,
en met het zout zoo lang kneden tot pekel gevormd
wordt. De boonen overdoen in een goed schoon ge
maakte Keulsche pot, stevig aandrukken en zoo nu
en dan een scheutje karnemelk toevoegen. Een
plankje en een steen op de inmaak leggen, zoo-
Crimlneele Roman
door
JAN DOMANS.
16)
De eigenaar van het logement waar ze den nacht
hadden doorgebracht, bezorgde hun zooveel lectuur
als ze maar wilden, kranten entijdschriften van
allerlei slag, waarin beiden zich verdiepten
Plotseling uitte Paul een verschrikten kreet.
Annette is gevonden!
Wat!?, riep Ferd uit.
Ja, hier staat 't in 't ochtendblad, hoor maar:
DE ROOFOVERVAL IN HET BANKIERS
KANTOOR.-
Verdwenen seci-etaresse opgespoord.
„Zooals men zich zal herinneren, was er bij den
roofoverval in het privé-kantoor van den bankier
Van Daelen, waarbij de dieven met een buit van
f 30.000 verdwenen, na den heer Van Daelen te
hebben neergeslagen, een vreemde omstandigheid,
n.l. het spoorloos verdwijnen van de privé-secre-
taresse van den heer Van Daelen, mej. van O.
De politie bracht deze verdwijning terstond in ver
band met den overval en stelde alles in het werk
om de verdwenen jongedame op te sporen,!
Den dag na den overval ontving de politie een
anoniemen brief, waarin belangrijke aanwijzingen
werden gegeven voor het onderzoek in deze geheim
zinnige zaak. Tevens werd daarin verzocht geen
pogingen in het werk te stellen om de verblijf
plaats van mej. van O. te ontdekken. Aan dit laat
ste verzoek kon de politie natuurlijk geen gevolg
geven en. zij zocht dan ook in alle richtingen, aan
vankelijk zonder 'resultaat.
Na eenige dagen werd-per radio haar opsporing
Verzocht en dank zij dit bericht is de secretaresse,
dat de boonen flink onder het vocht komen te
staan. Voor liet stof een doek, bord of deksel op
de pot leggen.
De pot op een koele plaats laten staan en na 14
dagen de kaam-laag die zich op de pekel gevormd
heeft, verwijderen. Steen, plankje en doek schoon
wasschen en weer op de boonen leggen en deze be
werking herhalen wanneer het noodig is.
De aldus ingemaakte boonen behoeven niet te
worden afgekookt.
OVER OPVOEDING
Feestdagen.
Er is voor een kind niets heerlijkers denkbaar
dan een dag vol jolijt en zonneschijn, vol zorge-
looze vreugde en gouden glans. Want de onbedorven
mensch, die nog niet 7an zonde en berouw, van
gemis en van leed-om-veriies weet, keert zich in
stinctief van alles, wat duister en dreigent, koel en
hard is, af, om iri volmaakte harmonie met zich
zelf en het heelal, te klmnen genieten van dat, wat
het leven waarde geeft.
Wij, ouderen, bedachtzaam geworden door de
moeilijkheden, die, naar wij dikwijls meenen, met
wat meer inzicht te vermijden waren gewest, noe
men onze'kinderen graag gedachteloos en opper
vlakkig, juist om die voorkeur voor het lichte, het
schoone, het juichende Maar hoe dwaas is het, in
die jonge, vertrouwende harten het zaad van den
twijfel te willen zaaien. Nog niet besmet door
den lust, om door de vlucht in de zwartgalligheid
aan de noodzakelijkheid van den moed tot het geluk
te ontkomen. Het kind voelt onbewust, dat er met
tobben nooit iets te bereiken valt en daarom gaat
Ijet met koninklijke onverschilligheid aan veel, wat
eins onoverkomelijk moeilijk schijnt te zijn, voor
bij. Het spreekt vanzelf, dat het eene kind zwaar-
tiilender is dan het andere, de gezonde spring-in-
't-veld met den zonnigen levenskijk vergeet snel
ler en gemakkelijker dan het zenuwachtige bleek
neusje, dat altijd bij alles achteraankomt en dat
de grootste moeite heeft zich aan te passen aan de
ook voor de jeugd dikwijls harde werkelijkheid.
Maar er is geen kind of het kent oogenblikken
van verademing, van zorgeloosheid, van rustig, blij
vertrouwen! Kinderlijke ernst en kinderlijke lucht
hartigheid gaan vaak hand aan hand en wie zich
zorgen maakt om een kleuter-huilbui, die even gauw
opkomt als voorbijdrijft, bemerkt al spoedig, dat
er van het diepe verdriet, dat niet naliet indruk
.op de toeschouwers te maken, geen enkel spoortje
achterblijft.
In stede van ons aan dezen geringen „diepgang"
te stooten, behooren wij ons te verheugen over de
veerkracht, waarover de jonge ziel blijkt te be
schikken en ons te bezinnen op het wijze woord van
Jung:
„Alleen de gelukkige is een waarlijk edelmoedige
en milde gever".
De mensch, die de vreugde niet kent, kan nooit
een liefdevol, geduldig opvoeder zijn. Heel mooi
heeft Alie Smeding in „Liefde" de hunkering
van de kinderziel naar de sfeer van zorgeloosheid
en lichtblijheid geteekend. De ouders van de kleine
Hermelijn die eigenlijk Liedia Uien heet en die
zoo heel veel van de „mijmerende stilte" houdt
zijn het dikwijls oneens, er is „ruzie" in huis en
de kleuter, die nog niet aan weten en begrijpen toe
is, tast in het duister naar veel droeve dingen,
die ontastbaar, maar daarom niet minder be
nauwend zijn. Als de pronkzieke moeder in een
goed humeur is, omdat ze een of ander cadeautje
heeft gekregen en de stemming rondom de ontbijt
tafel goed is, fleurt het tobberige kind, dat over alle
gebeurlijkheden thuis diep nadenkt, heelemaal op.
Het voelt, dat alles in het kleine kamertje, de
doofpot, de kachel, de theekopjes, meegenieten van
het heerlijke, dat in de lucht is: de vreugdevolle
atmosfeer, die voor een gelukkig en tevreden gezin
natuurlijk ise, maar die de arme, kleine Her
melijn telkens weer tevergeefs zoekt. Soms „regent"
het dagenlang in haar hoofd, ook al schijnt buiten
de zon nog zoo mooi, omdat het tusschen vader en
moeder maar niet goed gaan wil, omdat zij altijd
door „stille ruzie" hebben.
Ja, een kind houdt van blijheid, van lach en
zonneschijn, het zou het liefst altijd door gelukkig
willen zijn. Het houdt van het feestelijk moment,
van verjaardagen, van partijtjes En al mogen wij
bedenken, dat ook hier overdaad zou schaden, wij
moeten, terwille vani onze kinderen, den feestdag
in eere houden. Een moeder, die niet aan haar
verjaardag „doet", omdat zij een hekel aan drukte
heeft, een vader, die nooit eens met zijn kleintjes
uitgaat en aan een kleine tractatie eenvoudig niet
denkt, schieten in opvoedkundigen zin tekort.
Ouders, vergeet niet, dat een feestdag voor uw
kinderen heel wat beteekent.
RENé VAN FRANKENDAEL.
thans gevonden. Zij bevond zich bij een familie te
Bussum, waar zij herkend werd door een slagers
jongen, die daar aan huis- vleesch bezorgde. De
jongen stelde de politie van zijn vermoeden in
kennis en een rechercheur begaf zich naar het aan
gewezen huis, waar hij haar inderdaad aantrof.
Zij bevestigde op het politiebureau de aanwij
zingen, die in den anoniemen brief waren gegeven,
maar weigerde te zeggen wie haar „ontvoerd"
heeft. Ook de familie, waar zij thuis was, wilde
hieromtrent geen mededeelingen doen.
De politie heeft mej. van O. daarom in ver
zekerde bewaring gehouden, hoewel zij overtuigd
is, dat de secretaresse met den overval zelve
niets heeft uit te staan.
De toestand van den bij den overval zwaarge
wonden heer van Daelen is, naar we vernemen
bevredigend. Het levensgevaar is geweken".
Ontzet keken Ferd en Paul elkander aan.
We moeten haar vrij krijgen, zei Paul en dat
moet jij opknappen, want als ik me aan het politie
bureau meld, houden ze mij ook vast.
Tja, dat spreekt, vanzelf, Annette moet zoo
gauw mogelijk op vrije voeten gesteld worden.
Maar het zal niet meevallen. Nu de politie één
maal een houvast denkt te hebben, laat ze dit zoo
maar niet één, twee, drie los! Missohien lukt 't
tegen garanties, 't Is wel. niet zoo prettig voor
Annette op die manier vrijgelaten te worden, maar
er zit niets anders op. Ik zie tenminste niets an
ders. Onze kaarten openleggen gaat ook niet. We
hebben nu éénmaal het vertrouwen van zwarten
Karei, maar dat is nog maar heel losjes en bij het
minste wat hem verdacht voorkomt, ontglipt hij ons
weer en een gladde vogel, die hem dan vangt!
Over enkele uren zouden wij misschien de
bewijzen in handen hebben. Als Annette tot zoo
lang geduld zou kunnen hebben nu het ongeluk
toch éénmaal gebeurd is....
Maar Paul wilde daar niets van hooren.
Als jij niet gaat, ga ik!
Ik kan de gedachte niet verdragen, dat dit
arme kind nu als een gemeene boef in hechtente
zit. Ze zal het zich verschrikkelijk aantrekken.
GELAATSVERZORCING
(Teekening M. Bekkers—Zürcher.)
In een vorige artikeltje hebben wij u op het belang
van een doelmatige huidverzorging gewezen. Een eer
ste vereischte voor het behoud van een gezonde en
dus goed-functionneerende huid 4s reinheid. Wasch ge
regeld uw gezicht, eerst met warm, daarna met koud
water. Alléén warm water maakt de huid slap, alléén
koud heeft het nadeel", dat de huid niet zoo gemakkelijk
grondig gereinigd wordt. Droog het gelaat altijd af
met een ruwen handdoek, wrijving bevordert den
bloedsomloop. Er zijn vrouwen met een teere, meest
droge huid, die geen zeep kunnen verdragen, deze moe
ten een goede facelotion, die vooral niet te scherp mag
zijn, 'gebruiken. Voor een vette huid daarentegen is een
sterk-alcoholhoudende lotion aan te bevelen. Een al
te droge huid behoort op de volgende wijze behandeld
te'worden:
De reiniging geschiedt gedurende een zekeren tijd (de
duur is afhankelijk van het resultaat) alleen door mid
del van een zuivere olie-soortb.v. olijfolie. Wordt de
huid minder strak, dan mag zij schoongemaakt worden
met regenwater, waarin per liter een eetlepel borax is
opgelost. Komkommerpap en een lotion-zonder-alcohol
moeten dan de rest doen.
me gewend is zich licht te poederen, gebruike als
onderlaag steeds een goede dagcrême, die geschikt is
als poederbasis te dienen. Deze crème wordt luchtig
met de vingertoppen op de huid uitgestreken en er ver
volgens ingeklopt. Het poederen geschiedt het beste
met een stuk watten, maar men kan ook een poeder
dons gebruiken.
Brengt men 'savonds^ na het wasschen wat vet op
het gelaat aan en dit" is in bijna alle gevallen wen-
schelijk, zoo niet noodzakelijk dan zorge men, dat
men vooral met de huid onder de oogen de noodige
voorzichtigheid betracht. Eigenlijk mogen de teere
spieren onder de oogen in het geheel niet gemasseerd
worden, veel wijzer doet men, de nachtcrème met de
noodige voorzorg in de huid te kloppen. Wil men ech
ter toch liever voorzichtig de vette substantie met de
vingertoppen in de huid wrijven niet ieder waagt zich
direct aan 't „tapotement" - dan moet men 't op de hierbo
ven aangegeven wijze doen. Met twee vingers van
de eene hand houde men het huidgedeelte, dat men wil
bewerken, strak, met den middelvinger van de andere
hand strijke men de crème onder de oogen, steeds van
den neus naar den buitenkant van het gelaat gaande.
Heeft men last van „kraaienpootjes", dan wil de een
of andere crème, die de spanning van de huid ver
groot, nog wel eens uitkomst brengen.
Sleutel weg? Tel. 11493
De Sleutelspecialist, L.Veerstr.lO
(Adv? Ingez.Med.)
Voor de Kinderen
(Teekeningen H. Kannegleter).
Sneller gaat het, al maar sneller, met een
vaart naar 't brandend huis, waar zij
schokkend tegenop stuit! Is de auto nu aan
gruis? Neen, de wagen wipt vooroveren,
wie had dat ooit geloofd? Stort al 't watér
in de vuurzee, die terstond is uitgedoofd!
Ferd voelde dat evengoed als Paul, maar hij
was nuchterder dan zijn vriend.
Maar hoe hij ook praatte, Paul hield voet bij stuk
en stond er op, dat Ferd onmiddellijk vertrok.
Nu in 's hemelsnaam dan, gaf Ferd eindelijk
toe, wel inziende dat hij nu met Paul toch niets
zou kunnen beginnen.
Er werd afgesproken, dat Paul 's avonds alleen
naar den „Sultan van Turkije" zou gaan, als Ferd
nog niet terug was en zich, zoodra hij voldoende
bewijs meende te hebben, tot de politie zou wen
den, om tot de arrestatie van Karei over te gaan.
Ferd had er eigenlijk niet veel verwachting van
en had Zwarte Karei liever voor zijn rekening ge
nomen dan hem aan' Paul over te laten.
Paul was hem te warmbloedig en te driftig van
aard en als Karei ook maar één woord zei over
Annette, achtte hij Paul in staat hem naar de
keel te vliegen, wat zijn eigen ongeluk en een ver
loren zaak zou beteekenen. Er zat echter niets
anders op, dan Paul op het hart te drukken de
uiterste voorzichtigheid te betrachten en hem vooral
te overtuigen van het belang van het goed spelen
van zijn rol.
Paul luisterde maar met een half oor naar de
vermaningen van ,Ferd en drong voortdurend bij
hem s aan, om zoo spoedig mogelijk te vertrek
ken.
Met een bezwaard hart en een bang voorgevoel,
dat het mis zou loopen, nam Ferd eindelijk af
scheid, zich voornemend om, als het maar eenigs-
zins mogelijk was, op tijd terug te keeren.
Een oogenblik dacht hij er aan slechts in schijn
te vertrekken, maar ook hij verlangde er naar
Annette terug te zien, vooral, onder deze voor haar
zoo moeilijke omstandigheden en haar moed in te
spreken. Zijn-bezoek zou haar goed doen, dat wist
hij en zij zou flinker haar gevangenschap dragen
als zij met hem gesproken had. Want dat hij haar
vrij zou krijgen leek* hem zeer twijfelachtig.
Men had Annette niet in een cel opgesloten
maar haar een kamertje aangewezen in het politie
bureau, waar zij niets anders miste dan de vrij
heid. Zij was eenige malen aan een verhoor on-
MENU VAN DEN DAG
GEKOOKT VLEESCH MET GROENTEN EN
AARDAPPELEN.
VANILLEPUDDING MET GESTOOFDE
VRUCHTEN.
Recep'ten.
Gekookt vlecsch.
Wasch het vleesch zoodra het in huis en zet het
ingewreven met zout, minstens een uur lang weg.
Zet het op met kokènd water, wat zout en krui
den, b.v. peterselie, een uitje, laurierblad, kruid
nagel en kook het gaar, rekenende op drie kwar
tier per pond. Dit kan heel goed op een sudder -
comfoor. Kook op den vereischten tijd eenige soor
ten groenten mee, zools prinsesseboonen, komkom
mer, geschild en in blokjes-gesneden, en worteltjes.
Zorg dat alles gelijk gaar is en bind de saus na met
bloem of sago. Gebruik deze ook als jujf over de
aardappelen en zorg dat ze vooral pikant is.
Vanillepudding.
3/4 L. melk
1 pakje vanillesuiker.
20 gr. gelatine, waarvan 9y2 blad witte en
V2 blaadje roode.
40 gr. suiker.
1 pond vruchten en suiker.
De melk moet koud zijn. Week de gelatine in
wat koud water, en los ze daarna met de suiker in
weinig kokend water op.
Laat dit wat bekoelen en roer het dan voorzich
tig onder goed roeren bij de koude melk. Meng er
tenslotte de vanillesuiker doorheen en giet de pud
ding in een met koud water omgespoelden vorm
als ze stijf begint te worden.
Stoof de vruchten even op, haal er eventueel de
pitten uit. voeg suiker naar smaak toe en laat ze
goed koud worden.
ZELFINGEMAAKTE GROENTEN
Vele huisvrouwen hebben de gewoonte andijvie
en snijboonen in het zout in te maken. Andere
huisvrouwen steriliseeren iederen zomer een flin-
Jkm voorraad groenten.
^En nu de laatste jaren de groente machinaal
gedroogd wordt, vragen velen zich af of zij dit
ook zelf kunnen doen. Vooral in de huidige tijds
omstandigheden gaan velen over tot het inmaken
van groenten.
Het is eohter de vraag of het nuttig is de groen
ten zelf te zouten, te drogen of te steriliseeren.
Uit voedingsoogpunt bezien moet deze vraag ont
kennend beantwoord worden. Met zuurkool als uit
zondering bevatten de zelf ingemaakte groenten
weinig of geen vitaminen.
Moet het. inmaken 'van groenten dan geheel wor
den afgeschaft?
Noodzakelijk is dit niet, want de groenten kun
nen 's winters een aangename afwisseling zijn.
Maar de huisvrouw moet wel bedenken, dat de
groenten in de eerste plaats 's -zomers zoowel als
's winters versch gebruikt moeten worden. Alleen
wanneer zij over meer-groenten beschikt dan zij
in verschen toestand kan gebruiken, zal zij dit te
veel moeten inmaken.
Nu het steriliseeren teveel brandstof vraagt zal
de keuze juist op de inmaak in het zout vallen.
Al is dit een veilige en gemakkelijke conservee-
ringsmethode, het is toch een van de minst ge
schikte. Het zout onttrekt niet alleen water aan de
groenten, maar ook de in het water opgeloste mi
neralen en vjtaminen. Hetgeen er van deze voe-
dingsbestanddeelen nog is achtergebleven, ver
dwijnt bovendien bij de eigenlijke bereiding geheel,
daar voor het ontzouten der groenten het afkoken
noodzakelijk is Dit afkoken vraagt weer brandstof,
zelfs veel meer dan voor de bereiding van versche
groenten noodig is.
Verstandiger is het in den zomer de groenten
veel rauw te gebruiken, zoodat, de brandstof voor
•het steriliseeren gespaard wordt.
Tegenover het inmaken van groenten met veel
zout staat het inmaken met weinig zout, volgens
de wijze waarop zuurkool ingemaakt wordt. Deze
laatste conserveeringsmethode is zéér aan te be
velen daar de groente niet geleden heeft en het
vitaminegehalte van de groente niet verloren gaat,
terwijl de melkzuurgisting, die tijdens het conser-
TEDOr TRIX VERRICHT EEN HELDENDAAD.
Al heeft hij het niet geweten, Teddy heeft
het huis gered. Dikkie heeft toen tot be
looning. hem een brandhelm opgezet. En de
vrouw haalt 't vetste kluifje, dat er bij den
slager lag, om het Teddy Trix te geven.
Hem, den held van dezen dag!
derworpen en zij antwoordde uitvoerig op alle
vragen die men haar stelde, behalve wanneer men
haar vroeg naar haar ontvoerders. Dan sloten zich'
haar lippen vast opeen en vriendelijkheid noch
gestrengheid konden haar ertoe bewegen ze te
openen. Toen had de commissaris het tenslotte maar
opgegeven en haar in arrerst doen stellen.
Bepaald angstig was ze niet. Annette wist dat
goede vienden bezorgd om haar waren en dat die
alles in het werk stelden om het mysterie op te
lóssen, waardoor zij uit haar gevangenschap ver
lost zou worden. Zij twijfelde er niét aan of dat zou
niet lang duren, zooveel vertrouwen had zij in haar
beide vrienden en zij had den commissaris er
daarom maar niets van verteld, dat Ferd en Paul
bezig waren haar broer op te sporen
Het eenige waarover zij zich angstig maakte was,
dat niet zij Karei, maar Karei hen zou vangen.
Zij slaakte dan ook een zucht van verlichting, toen
een agent kwam zeggen, dat Mr. Huberts haar
wilde spreken.
Toen Ferd de kamer binnentrad, was zij hem
bijna jubelend om den hals gevlogen, maar zij
hield zich gelukkig nog bijtijds in door. de aan
wezigheid van den agent, die Ferd binnenliet.
Enkel een diepe blos verried haar emotie, toen
zij Ferd de hand reikte. Ook Ferd was ontroerd,
maar hij 'wist zijn gevoelens prachtig te verber
gen.
Toen ze alleen waren zei hij:
Dat is een ander weerzien, dan we eenige
dagen geleden gehoopt hadden, Annette.
Het meisje knikte.
Ik ben blij, antwoordde ze, dat het toch nog
een weerzien is, want daar ik niets van jullie hoorde
begon ik al bang te worden, dat jullie iets over
komen was.
Niks hoor! We zijn allebei nog springlevend
engoede vrienden met Karei!
Hebben jullie, hem gevonden? Vertel op.
Hoe is 't jullie gegaan? Heeft hij 't gedaan? Weet
de politie er al van?
Ho! ho, wat 'n vragen ineens, weerde Ferd
lachend af. Laten we maar eens eerst rustig gaan
veeren optreedt, de groenten lichter verteerbaar
maakt.
Behalve voor de bereiding van zuurkool wordt
deze inmaakmethode nog niet veel toegepast. Toch
kan men snijboonen en roode kool op dezelfde wijze
inmaken.
De zure smaak lijkt in het begin misschien wat
vreemd, maar als men bedenkt, dat aan de stamp
pot van snijboonen of roo&e kool dikwijls wat azijn
toegevoegd wordt, dan mag dit geen bezwaar zijn
Integendeel van de aldus ingemaakte groenten zijn
zeer smakelijke stafnppotten te bereiden.
De nadruk dient er nog eens op gelegd te wor
den, dat alleen de gave boonen voor de inmaak
gebruikt mogen worden. Enkele aangestoken boo
nen kunnen de geheele inmaak bederven.
TASSCHEN EN TASCHJES
De tijd van den zak, die, afzonderlijk gemaakt,
met banden om het middel vastgeknoopt werd,
is lang voorbij. De vrouw van heden heeft ook geep
zak me^r in haar janponnetje, zij bergt de kleine
dingen, die zij graag bij zich heeft, netjes in haar
taschje.
De tasch is een onmisbaar attribuut van het mo
derne huisvrouwtje geworden.
Natuurlijk houdt zij er ook een „mooie" tasch
op na: die wordt voor den dag gehaald, als er
sprake is van een visite of een bezoek aan ten
toonstelling, schouwburg of concertzaal.
(Teekening M Bekkers—Zürcher.)
De tasschen, die op het oogenblik onze aandacht
vragen, zijn alle eenvoudig en degelijk van vorm.
De exemplaren, die van leer gemaakt zijn', blijken
nog steeds zeer geliefd, maar ze zijn peperduur ge
worden, vooral degene, die vervaardigd werden
uit het een of ander reptielenhuidje. Maar ook
in de goedkoopere soorten ziet men alleraardigste
modellen
Van vilt, linnen, lgken of wollen stof kan men
trouwens zelf charmante niemendalletjes maken,
die, passend bij de handschoenen of den hoed, een
sfeer van élegance en verfijning kunnen schep
pen.
(Teekening M. Bekkers—Zürcher.)
U ziet hier een viertal taschjes afgebeeld, die al
heel gemakkelijk na te maken zijn. Geheel boven
aan merkt u een exemplaar op, dat van visschers-
garen gehaakt is en dat van den kartonnen bodem
voorzien werd. Een practische boodschappen-
tasch, waarinheel wat geborgen kan worden!
Daaronder is een taschje van zwart zeildoek met
smalle witte randen afgebeeld. De voering be
staat uit toile-imprimé, vastgemaakt op kleur,
waarop de initialen van de eigenares in rood en
blauw geborduurd zijn
De vierde tasch is de fraaiste: het is een ele
gante namiddagtasch van fel-gekieurd vilt, een
apart model, dat bij een "zwart tailleurtje zeker vol
doen zal.
Als sluiting fungeert een vierkant lapje vilt,
waarop een groote drukkijop genaaid is. Óok deze
tasch wordt met een dubbele laag watten of flanel
en verder met satinet of kunstzijde gevoerd.
Zoowel het zeildoek, als hefe linnen en het vilt
kan men met de machine naaien.
De gehaakte tasch die natuurlijk ook gevoerd
moet zijn wordt geheel met de hand gemaakt.
zitten en dan allebei onze geschiedenis vertellen.
Begin maar vast.
Ja, het was alles zoo plotseling gegaan, vertelde
Annette. Een Bussumsche rechercheur had gister
middag plotseling aangebeld en verzocht haar te
mogen spreken. Toen hij haar zag, had hij haar
terstond herkend van het opgegeven signalement
en ontkennen zou weinig gebaat hebben. Paul's
vader had al zijn overredingskracht aangewend
om den politieman te bewegen Annette daar te
laten, maar hij had zijn instructies en er zat dus
niets anders op, dan dat ze meeging. Mijnheer
Meylers was meegegaan naar het bureau en had
nog een borgstelling aangeboden, maar de Bus
sumsche commmissaris kon daarin geen beslissing
nemen en zoo was zij nog denzelfden middag over
gebracht haar hier, waar men haar onmiddellijk
aan een verhoor had onerworpen.
Dat verhoor vond Annette verschrikkelijk, maar
zooals Ferd reeds wist, zij had absoluut geweigerd
inlichtingen te geve nover haar „ontvoerder". Of
zij daar goed aan gedaan had?
Ze had anders geen reden tot klagen. De be
ambten behandelden haar zeer behoorlijk en zij
deden natuurlijk hun plicht, dat begreep zij
wel.
Als Ferd en Paul nu maar gauw sla gden....
Misschien vanavond nog wel, zei Ferd, die hier
na het verhaal deed van hun wedervaren in de
Amsterdamsche apachenwereld. Hij deed het op
een komische wijze, bootste verschillende typen na
en brrabbelde hun bargoensch zoo grappig na, dat
dat Annette vaak schaterde van het lachen.
Dat was ook Ferd's bedoeling. Hij wilde haar
doen vergeten, waar zij zich bevond en haar wat van
zijn blijmoedig optimisme meegeven, opdat zij niet
in de eenzaamheid aan het piekeren zou raken.
En Annette voelde zich steeds meer aangetrokken
tot deze prettigen, jovialen jongeman, wiens gulle
blijheid zoo aanstekelijk werkte. Ferd van zijn
kant vond haar een schat van een meisje....
.(Wordi v«rvoffi4ii