De strijd
in het Oosten
De Komedianten komen
KORT NIEUWS.
Jladio tLwgxamma
Sovjets uit stellingen in den Noordelijken sector
verdreven. Duitsche troepen vernietigen
Sovjetdivisie -in den centralen sector. Aan
andere divisie ernstige verliezen toegebracht
Het D.N.B. verneemt van militaire zijide:
De Duitsche troepen hebben op 3 September hun
aanval in den Noordelijken sector van het Duitsche
Oostelijke front met succes voortgezet. In dit ge-
vechtsgebied heeft een Duitsche divisie de bolsjewis
ten uit goed ingerichte stellingen geworpen. Als ge
volg van het taaie verzet leden de Sovjetformaties
zware verliezen aan menschen en materiaal. Het ver
zet werd overal in vaak hevige gevechten van man
tegen man gebroken. Een andere divisie brak over de
geheele breedte van haar gevechtsgebied tot de stel
lingen der Sovjets door. De bolsjewisten werden hier
in alle deelen van den sector onder zware verliezen
uit hun stellingen verdreven. Na de inneming van
Reval hebben de Duitsche troepen in het Estlandsche
strijdgebied de streek om Reval gezuiverd van ver
strooide Sovjet-soldaten. Afzonderlijk optredende
plaatselijke tegenstand werd snel gebroken.
In gevechten van verscheidene dagen in den cen
tralen sector van het Oostelijke front werd de hon
derdste Sovjetpantserdivisie door Duitsche troepen
ingesloten. Ondanks herhaalde uitbraakpogingen werd
de divisie, van enkele kleine resten afgezien, volkomen
vernietigd. Een groot aantal Sovjetsoldaten geraakte
in Duitsche gevangenschap. De verliezen der bolsje
wisten aan gesneuvelden en aan oorlogstuig zijn nog
niet te overzien. De Duitsche troepen maakten tal
rijke pantserwagens der Sovjets buit, Duitsche pant
serstrijdkrachten vernietigden in denzelfden sector op
1 en 2 September het grootste deel van de 293e divisie
Van het Oostfront.
Mededeelingen van S.S. Kriegsberichter
dr. D. Tappenbeck.
Van het Oostfront wordt het A.N.P. door den Kriegs
berichter dr. D. Tappenbeck o.a. geschreven:
„Onder de schaarsche berichten, welke ons hier
aan het front uit het vaderland bereiken, was ook
het verheugende nieuws, dat ook in ons land een
vrijwilligerskorps voor den strijd tegen het bolsje
wisme is opgericht, en dat een deel van dat korps
zich reeds op weg naar het Oostelijk front bevindt.
Wij achten het een goed teeken, dat nu ook bree-
dere kringen van ons volk hun negatieve, „afwach
tende" houding ten opzichte van de groote worste
ling opgeven. Wij roepen allen, die onze gelederen
in den strijd tegen onzen doodsvijand, het bolsjewisme,
komen versterken, een hartelijk welkom toe. Zij zul
len hier met onze nationaal socialistische volksge
meenschap kennis maken en zij zullen die hardheid
opdoen, die in den strijd om het bestaan nu eenmaal
noodzakelijk is."
Verder schrijft Dr. Tappenbeck nog:
„Reeds ten Oosten van Krakau maakten wij ken
nis met de eerste bewoners van de Oekraïne, die, in
tegenstelling tot de Polen en de Joden, hun sympa
thie voor onze troepen niet onder stoelen of banken
staken. Het van de Sovjet-heerschappij bevrijde
deel van de Oekraïne verwelkomde ons met eerepoor
ten en bloemen en met gulle gastvrijheid.
Het is overigens merkwaardig hoe snel de rust
weerkeerde op de plaatsen, waar onze troepen
haar intocht hadden gehouden. Reeds op den eersten
dag na aankomst van den Duitschen soldaat werd
het werk hervat op het land dat jaren geleden den
boeren toebehoorde, maar dat zij na de onteigening
door de Sovjets, als landarbeider tegen een honger
loon moesten bewerken. Stalin had bevolen het ko
ren in brand te steken, maar de oogst, werd overal
binnengehaald. Op onze vraag of de boeren dan niet
bang v/aren dat de bolsjewisten weer zouden terug
komen, kregen wij een antwoord dat aan duidelijk
heid niets te wenschen overliet: „Hoe kan dat nu?
Jullie zijn er immers. Voor ons is de oorlog afgeloo-
pen."
Een volk van ruim dertig millioen menschen, dat
ln alles van de Russen verschilt, krijgt weer hoop
op de toekomst. Een land, waarvan de ontwikkeling
tot nirtoe'stelselmatig door zijn overheerschers werd
geremd, en waar hongersnood en bittere armoede
heerschten, is door zijn natuurlijke vruchtbaarheid
als het ware voorbestemd om in de nieuwe orde weer
de korenschuur van Europa te worden. Wij zijn tal
van boerenwoningen binnengegaan. Met haar daken
van stroo en haar witgekalkte fnuren zien zij er
soms niet onaantrekkelijk uit, maar binnen heerscht
de grootste armoede: een paar kisten, wat leege blik
ken en eenige potten en pannen op den primitieven
haard vormen met een enkel voorwerp dat als herin
nering aan vervlogen, betere tijden bewaard wordt,
gewoonlijk het eenige meubilair, Ons armbandhor
loge wordt als een kostbare rariteit bewonderd.
Een ding echter ontbreekt in geen enkel Oekraïnsch
huis: een huisaltaar met de Moeder Gods of een
Christusbeeldje. Dit boerenvolk heeft, niettegen
staande alle geloofsvervolgingen, door de bolsjewie
ken, taai aan den orthodoxen godsdienst vastgehou
den.
Ook heb ik gezien hoe onze gewonden in een hos
pitaal op de meest liefdevolle wijze door Oekrainsche
meisjes werden verzorgd en toen wij kort geleden
een kameraad moesten begraven, waren het
Oekrainsche vrouwen en kinderen die het graf sier
den met de mooiste bloemen en die, terwijl wij af
scheid van den gevallene namen, met ons om het
graf stonden en weenden
Hij, die evenals wij de Oekraïne gezien heeft,
Baarbij de bloedsporen welke het bolsjewisme er ach
ter liet, de eenvoudige, onderdrukte en misleide boe
renbevolking, de eindelooze, verwaarloosde graan
velden, de boomgaarden en de groentetuinen, waar
aardappels en zonnebloemen, kalebassen en boonen
naast schrikkelijk veel onkruid welig door elkaar
groeien, die moet wel even aan zijn eigen land den
ken, met zijn hoog ontwikkelden landbouw.
Dan heeft hij de zekerheid dat wij in dit land een
roeping hebben te vervullen en dat het bloed van de
kameraden die hier gevallen zijn, vloeide voor een
groote toekomst van ons werelddeel."
Hoofdredacteur: K. W. P. Peereboom, Heemstede.
Plaatsvervangend hoofdredacteur: C. J. van Tilburg,
Heemstede.
tirailleurs der Sovjets. De Sovjetdivisie probeerde den
opmarsch der Duitsche pantserstrijdkrachten door
een flankaanval tot staan te brengen. Het voornemen
van de bolsjewisten werd echter tijdig bemerkt. De
Duitsche gevechtswagens verrichtten een zwenkende
beweging en omsingelden de Sovjetdivisie. De bols
jewisten werden vernietigend verslagen en leden
zware bloedige verliezen. Bovendien werden 5.000 ge
vangenen gemaakt en groote hoeveelheden oorlogs
tuig der Sovjets buitgemaakt, waaronder 37 stukken
geschut, talrijke pantserwagens, voertuigen, machine
geweren en infanteriewapens.
Op 3 September ontstonden er eveneens in het cen
trale deel van het Oostelijke front op verscheidene
plaatsen nieuwe hevige gevechten, in welker verloop
de bolsjewisten weer tevergeefs sterke formaties
pantsertroepen gebruikten. In samenwerking tusschen
alle wapens wezen de Duitsche troepen alle aanvals-
pogingen onder zware verliezen van de Sovjets van
de hand. In deze gevechten werden hier in totaal 95
pantserwagens der Sovjets, waaronder wagens van
652 ton, vernietigd resp. buitgemaakt. In den sector
van een enkele Duitsche divisie verloren de Sovjets
alleen 62 pantserwagens. Het gebied dat de Duitsche
troepen in den céntralen sector van het Oostelijke
front hebben bezet werd Woensdag gezuiverd van
verspreide Sovjetstrijdkrachten. Tijdens deze zuive
ring werden in totaal 1100 gevangenen gemaakt. De
vliegtuigverliezen der Sovjets bedroegen op 1, 2 en 3
September 83, 60 en 86, dus tezamen 229 vliegtuigen.
De Duitsche vliegtuigverliezen bedroegen op die
dagen slechts 9, 2 en 6. dus tezamen 17 machines.
SPOORLIJNEN UIT DE LUCHT BESTOOKT.
Naar voorts van militaire zijde wordt meegedeeld,
heeft het luchtwapen op 3 September de spoorlijnen
der trajecten Polawa—Charkow op verscheidene
plaatsen verbroken. Op de spoorlijn KonotopIgow—
KoerskOrjel werden talrijke troepentransporttreinen
getroffen. Op denzelfden dag bestookten Duitsche ge
vechtsvliegtuigen ook bolsjewistische schepen met
bommen. In het zeegebied om Oesel geraakten twee
troepentransportschepen der Sovjets van elk 5.000
b.r.t. door voltreffers in brand. In het Zuiden van het
Ladogameer werden verscheidene kleine transport
schepen met bommen bestookt. Eenige van hen zon
ken terstond, terwijl andere brandend bleven liggen.
Op het Visschersschiereiland bestookten Duitsche ge
vechtsvliegtuigen barakkenkampen, troepenconcen
traties en batterij-stellingen en veroorzaakten groote
verwoestingen.
I Italiaansch weermachtsbsricht
Luchtbombardementen op Tobroek en
Mersa Matroeh
In de omgeving van Sidi Barrani
gemotoriseerde af deelingen en
dépots bestookt.
ROME, 4 September. (Stefani). Het 457ste
communiqué van het Italiaansche hoofdkwartier
luidt:
„De luchtmacht heeft gisteren haar moedige en
doeltreffende actie voortgezet en den vijand aan
zienlijke schade en verliezen toegebracht. Bom
menwerpers hebben zware bomtreffers geplaatst
op de havenwerken van Tobroek en versterkingen,
auto's en batterijen bij Mersa Matroeh. Jacht-
eskaders hebben in scheervlucht sterke concentra
ties van gemotoriseerde afdeelingen en dépots in
de omgeving van Sidi Barrani aangevallen. Tal
rijke auto's van verschillende soort geraakten in
brand en verscheidene ontploffingen deden zich
voor. Op het vliegveld van Sidi Barrani hebben
onze jagers talrijke op den grond staande vliegtui
gen met machinegeweervuur bestookt. Daarna
hebben onze dappere vliegers in den strijd met
vijandelijke luchtstrijdkrachten 18 toestellen neer
geschoten. Bij deze schitterende onderneming heeft
zich de groep jachtvliegers, die onder bevel van
luitenant-kolonel Mario Bonzano staat, bijzonder
onderscheiden.
Andere afdeelingen bommenwerpers en duikbom
menwerpers hebben in den afgeloopen nacht de
vijandelijke bases op Malta gebombardeerd, waar
bij belangrijke doelen getroffen werden. Bij La
Valetta raakte een stoomschip door een zwaren
bom in brand. Van de bovengenoemde operaties
zijn drie vliegtuigen niet teruggekeerd.
Aan het landfront bij Tobroek groote bedrijvig
heid der artillerie. De vijand heeft een luchtaanval
op Derna gedaan, waardoor onder de Mohamme-
daansche bevolking eenige slachtoffers zijn te be
treuren en eenige particuliere huizen beschadigd
zÖn- - i.
In Oost-Afrika geen belangrijke gebeurtenissen
Britsche scheepsverliezen
In twee oorlogsjaren ruim 13 millioen tonnage
verloren gegaan.
Het D.N.B. deelt mede: De Duitsche marine en
het luchtwapen .hebben volgens het weermacht-
bericht van 4 September zooals reeds is gemeld,
in de maand Augustus 537.200 b.r.t. Britsche en
in Britschen dienst varende buitenlandsche koop-
vaardijscheepsruimte vernietigd. Zij beschadigden
bovendien een groot aantal vijandelijke koopvaar
dijschepen op ernstige wijze. Talrijke andere
schepen werden door mijnen tot zinken gebracht
op beschadigd. Groot-Brittannië verloor daai-mede
in de twee oorlogsjaren door de Duitsche marine
9.532.700 b.r.t. en door het Duitsche luchtwapen
3.555.583 b.r.t. Bij elkaar dus 13.088.283 b.r.t.
eigen of in zijn dienst varende buitenlandsche
koopvaardijscheepsruimte. De ware verliescijfers
zijn echter nog aanzienlijk hooger, want in het
cijfer van 13.088.283 b.r.t. zijn de zeer aanzienlijke
verliezen door mijnen alsmede alle vernietigingen,
welke niet met stelligheid konden worden gecon
stateerd, niet inbegrepen. Ook het groote aantal
zwaar beschadigde schepen, welke voor het han
delsverkeer steeds geruimen tijd zijn uitgevallen,
is niet meegerekend en ten slotte ook niet het
groot aantal als goeden prijs, verklaarde schepen,
welke de Duitsche marine naar Duitsche steun
punten gebracht heeft.
Rede van Mackenzie King over
de Canadeesche hulpverleening
aan Engeland.
Antwoord van Churchill.
Het D.N.B. deelt mede: De Britsche Nieuwsdienst
meldt dat de Canadeesche minister-president, Macken
zie King, gisteren aan een maaltijd in het Mansion-
House het woord gevoerd heeft over de militaire
hulpverleening van Canada aan Engeland. Mackenzie
King gaf toe dat „met al de hulp en ondersteuning
welke Engeland tot dusver heeft ontvangen, het nooit
alleen dezen oorlog kan winnen". Voorts moet ervoor
gezorgd worden dat deze oorlog niet ontaardt in een
„strijd tusschen de beide halfronden van de wereld".
Canada vormt de „Noordelijke brug" tusschen Enge
land en de Ver. Staten.,
Winston Churchill zeidö in zijn antwoord dat het
tegenwoordige „groote wereldprobleem" niet kan
worden opgelost zonder de volledige medewerking
van alle landen van het Westelijke Halfrond. Chur
chill zeide verder dat de Canadeesche troepen in En
geland tot dusver nog geen gelegenheid gehad heb
ben „zich met den vijand te meten". Te gegevener
tijd zouden zij echter mede de eersten zijn die „tegen
den vijand in het veld zouden worden gebracht".
Uit New York meldt het D.N.B.: De New Yorksehe
middagedities publiceeren de redevoering van den
Canadeeschen premier te Londen, waarin hij o.m. den
Ver. Staten verzocht aan Engeland soortgelijke ga
ranties te geven als aan Canada. De bladen laten het
licht vallen op den eisch van King dat Engeland moet
worden verdedigd als bruggehoofd naar Amerika.
De „New York' Sun" schrijft hierover dat deze ^er-
klaringen van Mackenzie King door de meeste Ame
rikanen met volledigen ernst- worden gelezen, want
alle Amerikanen weten dat de verklaring van Roose
velt inzake Canada niets anders is geweest dan de
Voor de Kinderen
(Teekeningen H. Kannegieter).
DIKKIE SCHIET GANZEN EN... EEN BOK!
Wanneer Dik een keer met Teddy aan den
wapdel is gegaan, ziet hij een vreemdsoor
tig toestel, ergens op een landweg staan.
Wat heeft dat ding te beduiden vraagt
hij. maar hij weet het niet. En hij kan het
ook niet vragen, daar hij nergens iemand
ziet.
Teddy vindt dat ding wel grappig en hij
kruipt er binnenin. Dan hoort Dik een
vreemd gesnater.... dat begrijpt hij even
min. Heel lang staat hij dan te turen, door
het bladerdek omhoog, of hij soms iets kan
ontwaren, 't was precies of daar wat vloog!
NA DEN SLAG.
Wat er overbleef van een Sovjet-batterij, welke door de
Finsche troepen vernietigd werd.
(Foto Suomen-Holland)
herhaling van de Monroeleer met een speciale ver
wijzing naar Canada. Een zoo nabij buurman als
King, zoo schrijft het blad, moest weten dat het tegen
woordig onmogelijk is ook maar een kleine groep
van Amerikaansche senatoren voor een dergelijk ga
rantieverdrag op de been te brengen.
Doodvonnissen te Posen.
Over 18 politiebeambten het
doodvonnis uitgesproken.
Uit Posen met het D.N.B.: De speciale rechtbank
te Posen heeft vonnis gewezen tegen 28 vroegere
Poolsche politiebeambten die betrokken waren bij
den moord op 672 Volksduitschers. De twee voor
naamste beklaagden, een kapitein en een hoofd
wachtmeester der vroegere Poolsche politie, werden
wegens moord in 133 gevallen ter dood veroordeeld.
Zestien beklaagden werden- ter dood veroordeeld
wegens moord in een of twee gevallen. Twee be
klaagden werden vrijgesproken, acht werden vrij
gesproken wegens gebrek aan bewijs.
Het Nederlandsche stoomschip
„Sitoebondo" getorpedeerd.
Van-de opvarenden 59 man gered.
DEN HAAG. Blijkens een bericht uit Ponta Delgada
(Azoren), thans hier te lande ontvangen, liep al
daar eind Juli een Spaansch stoomschip binnen met
£9 schipbreukelingen aan boord van het in Engel-
schen dienst varende Nederlandsche stoomschip
„Sitoebondo" (7094 bruto registerton) van de Rot-
terdamsche Lloyd. Dit schip werd enkele dagen
tevoren op den Atlqntischen Oceaan door een Duit-
Sghe onderzeeboot getorpedeerd. De „Sitoebondo"
behoorde tot een Engelsch convooi, van hetwelk
voorts ook nog twee groote Engelsche sche
pen in den grond geboord werden. De gezamenlijke
bemanning van de. „Sitoebondo" telde 78 koppen,
zoodat van de bemanning 19 mannen om het leven
gekomen moeten zijn, De „Sitoebondo" kwam van
Noord-Amerika en had oorlogsmateriaal aan boord,
dat voor Engeland bestemd was.
Opgemerkt werd bij dit bericht dat dit voorval
weer aantoont aan welke groote gevaren de Neder
landsche schepen en zeelieden, die in den dienst
van Groot-Brittannië varen moeten, zijn blootge
steld en met welk een lichtvaardigheid en roeke
loosheid de bemanning van handelsschepen in En-
geland's dienst in oorlogshandelingen worden be
trokken. (A.N.P.)
EEN BLIJMOEDIGE ROMAN
door
WILHELM LICHTENBERG.
(Vertaling van Max van Straten.)
4)
Raffaela keerde In het café terug, waar Soldati on
verschillig met uitgestrekte beenen zat.
„Prachtig!" zei ze geestdriftig.
„Wat vind je nu weer prachtig?"
„Dien intocht van de komedianten".
„Verstoring van de openbare orde!" hoonde de
manager.
„Wat weet jij daarvan!" snauwde zij.
„Men mag toch nog wel wat zeggen!"
„Maar niet op dezen toon. Je weet heel goed dat
Ik ook eens bij zoo'n reizende troep begonnen ben."
Soldati wierp haar een ironischen blik toe. En la
ter moest de arme stakker een beroemde filmster
worden. Droevig!"
Raffaela was weer naast hem gaan zitten. Zij
scheen door de gebeurtenis opgewonden. „Je was arm,
je was jong, je was geestdriftig. Je trok met deze
menschen van plaats tot plaats en mocht iederen
avond een andere operapartij zingen...."
„Benijdenswaardig!"
„Daarom mag je deze menschen in mijn aanwezig
heid niet naar beneden halen! Versta je! Want aan
hen hang ik nog met heel mijn liefde. En mijn ver
langen, mijn herinnering. Wat weet jij ervan hoe
heerlijk het is op een klein, snel in elkaar getimmerd
tooneel te mogen staanmet schuddende coulis
sen
„En op dakkamertjes te slapen", vulde Soldati aan,
„en honger te lijden".
„Ik heb geen honger geleden!"
„Eens in mijn leven wil ik ook nog eens beleven,
dat ik mijn filmsterren met noten kan voeden", zucht
te Soldati.
„Ach, jij bent werkelijk een ondier."
„Dat moet wel", antwoordde de manager, „anders
kon ik jouw grillen niet voortdurend verdragen."
(Op dat oogenblik betrad een jonge man het terras
De voeding der bezette gebieden.
Het D.N.B. meldt: Duitschland heeft geenerlei
verplichting om voor de voeding der bezette ge
bieden iets te doen, zoo heeft men Woensdag van
toonaangevende Duitsche zijde verklaard op vra
gen betreffende den voedingstoestand in de bezette
Oostelijke gebieden. Wat de ravitailleeringstoestand
der bezette gebieden betreft is voor Duitschland
het volkenrecht toonaangevend. Volgens dit recht is
de bezettingsmacht alleen verplicht de orde ih het
land te handhaven. Zij heeft echter het recht haar
bezettingsleger in het land zelf van het noodige
te voorzien. Voor zoover Duitschland levensmid
delen, in het bijzonder graan, naar de bezette ge
bieden heeft gezonden is zulks vrijwillig geschied
en uitsluitend als bewijs van humaniteit. In dit
verband vestigde men er van Duitsche zijde de
aandacht op dat de bolsjewisten onder bijval van
de Engelschen in de Oostelijke gebieden zeer veel
hebben vernield en vele werktuigen hebben weg
gesleept. Men laat echter in de Wilhelmstrasse het
licht vallen op het recht van de burgerbevolking
om levensmiddelen in te voeren. De vrijheid dei-
zee, die de uitoefening van dit recht eerst mogelijk
maakt, is indertijd door de landoorlogregeling er
kend. De bezette Europeesche gebieden hebben,
aldus de meening te Berlijn, saldi genoeg om over
zee inkoopen te doen.
Ook de Oostelijke gebieden zouden goederen over
de Zwarte Zee kunnen laten komen. Voor derge
lijke transporten zijn, volgens hier heerschende
opvattingen, de Dardanellen open.
Het verbond van Amerikaansche zendingen
in het buitenland, gevestigd te Boston, maakt blij
kens een D.N.B.-bericht bekend dat met het oog
op den gespannen toestand alle Amerikaansche
zendelingen uit Japan zijn teruggetrokken.
In de Moskousche radio is een oproep uitge
vaardigd voor de inzameling van oud metaal. De
inwoners van de Sovjet Unie moeten zooveel moge
lijk oud metaal afstaan, opdat er vliegtuigen,
kanonnen en wapenen van allerlei aard voor het
Sovjet-leger gemaakt kunnen worden. Het oude
metaal moet onverwijld worden, ingeleverd, opdat
het terstond verwerkt kan worden. (D.N.B.)
Naar alle waarschijnlijkheid zal ook Eden deel
nemen aan de Engelsch-Amerikaansch-Bolsjewistische
besprekingen in Moskou, zoo meldt de New-York
Times" (D.N.B.)
Het speciale Fransche gerecht ter onder
drukking van communistische acties heeft in zijn
gisteren gehouden vierde zitting tien communisten
veroordeeld, o.w. een vrouw.
De vonnissen liepen uiteen van twee jaar gevan
genisstraf tot twaalf jaar tuchthuisstraf. (D.N.B.)
Het Turksche blad „Cumhuriyet" is, naar het
D.N.B. uit Istanboel verneemt, tot nader order ver
boden.
ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1941.
HILVERSUM I, 415.5 M.
6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00
Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B. N. O.
Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 9.15 Voor de
huisvrouw. 9.25 Gramofoonmuziek. 10.00 Ernstige muziek
(e.o.). 12.00 Omroeporkest (e.o.). 12.40 Almanak. 12.45 B. N.
O. Nieuws- en economische berichten. 1.00 Omroeporkest
en solist. 1.45 Orgelconcert. 2.00 Voor het gezin. 2.20 Gra
mofoonmuziek. 2.40 Eerste Nederlandsche Radio-Muziek
feest voor Harmonie en Fanfare-orlcesten. (In de pauze:
Voordracht en gramofoonmuziek). 4.00 Bijbellezing (voor
bereid door de Christelijke Radio Stichting). 4.20 Gramo
foonmuziek. 4.35 Voordracht. 4.50 Vervolg Muziekfeest. 5.15
B. N. O. Nieuws-, economische en beursberichten. 5.40
Vervolg muziekfeest. 6.05 Gramofoonmuziek. 6.15 Voor de
binnenschippers. 6.30 Ramblers. 7.00 Actueel halfuurtje;
7.30 Gevarieerd Zaterdagavondprogramma. 8.45 Voor den
boer. 9.00 Bandi Balogh. 9.30 Causerie: „De Invloed van de
Nederlandsche bouwkunst in Duitschland". 10.0010.15
B. N. O. Engelsche uitzending: Dutch news reel.
HILVERSUM II, 30i.5 M.
6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00
Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B. N. 0;
Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgen
wijding. 10.20 Omroeporkest en solist (e.o.) 11.20 Gramo
foonmuziek. 11.35 Klaas van Beeck en zijn orkest. 12.00
Boyd Bachman en zijn orkest. 12.45 B. N. O. Nieuws-, en
economische berichten. 1.00 Zang met pianobegeleiding en
gramofoonmuziek. 1.40 Voor de rijpere jeugd. 2.00
Utreehtsch Stedelijk Orkest en soliste. 2.45 Stad en land.
3.00 Utreehtsch Stedelijk Orkest. 4.00 Omroeporkest en
soliste (e.o.). 5.00 Bijbellezing. 5.15 B. N. O. Nieuws-, econo
mische- en beursberichten. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00
Cyclus: „In een nieuw licht bezien (voorbereid door de
N. S. B.). 6.15 Zutphens Vrouwenkoor. 6.45 Gramofoon
muziek. 7.00 Actueel halfuurtje. 7.30 Orgelconcert. 7.45
Reportage- R.00 Concertgebouworkest en solist. 9.00 Gra
mofoonmuziek.' 9.45 B. N. O/*Nieuwsberichten. 10.00 Dag
sluiting (voorbereid door de Christelijke Radio Stichting);
10.05—10.20 Brandende kwesties, causerie (e.o.).
HEt DUITSCHE RIJKSPROGRAMMA.
Vrijdag 5 September 1941.
HILVERSUM 4 September. In een opera-concert van
16.00—17.00 uur uit Hamburg speelt het groote orkest van
den rijkszender Hamburg o.l.v. Otto Ebel von Sosen wer
ken van de Duitsche romantiek in een- uitzending ge
titeld „Noten en Anecdoten". Van 17.10—18.00 uur verhalen
van Christian Fürchtegott, Grellert, Hans Sachs, E. T. A.
Hoffmann, Hermann Krause en Wilhelm Schafer. Van
20.15—20.50 marinemarschen en liederen. Aansluitend tot
21.10 frontberichten.
Zaterdag 6 September 1941.
Van 20.15—20.50 zendt het rijksprogramma een vroolijk
uurtje uit „Ons wekelijksch cabaret".
Aansluitend tot 21.10 frontberchten.
„1000 maten vroolijkheid" klinken van 21.15—22.00 uur.
Medewerkenden zijn Erna Sack, Carla Spletter, Marthl
Kohl, Wilhelm Strlenz.
van het café. Hij behoorde blijkbaar bij de stagione
Campagna, en Raffaela herinnerde zich, dat zij hem
op den wagen gezien had. De jonge, knappe kerel
met op den grond gerichte oogen was haar direct
opgevallen. Hij droeg nog steeds zijn sjovele costuum
waarvan niemand wist wat het beteekende en moest
zijn uitstekende figuur achter deze wonderlijke vod
den verbergen. De jonge man die bij de algemeene
voorstelling door directeur Campagna niet vermeld
was en dientengevolge slechts een zeer ondergeschik
te plaats bij de stagione innam, droeg een pakje
roode, bedrukte briefjes in de hand, die blijkbaar
langs de huizen en cafétafeltjes uitgedeeld werden. De
schuchterheid waarmede hij het terras betrad had
tegelijk iets ontroerends en innemends, De slaperige
kellner wilde hem eerst wegjagen, toen liet hij zich
echter tot een gesprek verleiden en tenslotte scheen
de toestemming om de biljetten uit te deelen verwor
ven te zijn.
Alle tafeltjes, met uitzondering van dat, waaraan
Raffaela en Soldati zaten, waren leeg. De jongeman
legde overal nauwgezet zijn biljetje neer en kwam
tenslotte pok aan de eenige bezette tafel naast den
Oleatiderboom. Dat kostte hem zichtbaar groote zelf
overwinning; toen echter vatte hij moed, kwam na
derbij en wilde zijn roode papiertje voor de beide
bezoekers neerleggen.
Tot hij den blik van Raffaela ontmoette. Een bloed-
roode golf sefhoot over zijn gezicht, zijn oogen zoch
ten snel een ver verwijderd punt op de piazza en hij
week een pas terug.
Raffaela wilde het hem gemakkelijk maken. „Geef
maar hier", zei ze vriendelijk, „we komen van
avond beslist naar de voorstelling."
De klank van haar stem scheen den jongen nog
meer te verwarren. Plotseling drukte hij het pakje
biljetten tegen zijn borst, als had hij een kostbare
schat te beschermen, bleef nog een oogenblik rade
loos staan en rende tenslotte weg.
„Een zwakzinnige", stelde Soldati nuchter vast.
Raffaela glimlachte. „Ik ken dat. Als men nog niet
erg door de wol geverfd is, meent men bij het uitdee-
len van de biljetten door den grond te moeten zin
ken".
„Er is ook nog een andere verklaring", meende
Soldati, terwijl zijn sombere trekken zichtbaar hel
derder werden.
„En wel?"
„Dat hij je herkende".
„Geloof je?"
„Ja, En dat hij het pijnlijk vond de groote collega
een papiertje te overhandigen."
Ze dacht een oogenblik aa en zei tenslotte: „Jam
mer! Het zou aardig geweest zijn om een beetje met
dien jongen te babbelen".
„Het zou veel aardiger zijn", zei Soldati tamelijk
onwellevend, „als je me weer naar Viareggio wilde
brengen. Je weet, dat ik zonder mijn middagslaapje
maar een half mensch ben".
Raffaela wenkte den kellner en legde het geld op
tafel. De kellner pakte het op en zei: „Nu heeft dat
komediantengespuis ons weer overvallen. U zult
goed doen die menschen te ontwijken".
Zonder antwoord verliet Raffaela het café, om naar
haar Lancia in de zijstraat bij het postkantoor te
gaan. Plotseling voelde zij, hoe haar iets ritselends in
de hand gestopt werd. Ze keek snel op en zag nog
hoe de jonge biljettenuitdeeler met groote sprongen
over de piazza rende. Hij had zich achter den
Oleanderboom verborgen gehouden om zich toch nog
van zijn plicht te kwijten.
„Kostelijk!" riep zij glimlachend uit.
En Soldati gaapte zoo luid, dat men het op den
Dom kon hooren. „Het zou nog kostelijker zijn, als
ik eindelijk op mijn divan lag".
IIL
ONTMOETING IN VAREGGIO.
Guido Soldati overdacht op den korten thuisrit wat
er dien dag gebeurd was. De zaken stonden onge
veer in evenwicht. De zaak met de „Zingende Engel",
was goed afgeloopen; daarentegen had het tele
gram aan Reginald Hicks duistere perspectieven voor
de toekomst geopend. De naaste toekomst was veilig,
de verdere moest echter nog met een sluwen inval
gered worden. Deze overwegingen volgden hem
zelfs in zijn middagslaapje.
De zon stond al achter de zee, toen Guido in 'den
tuin verscheen om naar Raffaela te kijken. Ze lag op
een ligstoel, had een ongeopend boek naast zich en
staardb naar den hemel.
Soldati ging naast haar zitten. „Ik heb zoo juist met
Rome gesproken. Rome is gelukkig je ovèr een week
in het atelier te kunnen Tiegroeten". Raffaela zweeg
koppig. „En raad eens wie je partner is!" ging hij
onverstoorbaar voort, zonder eigenlijk een antwoord
te verwachten. „Pascoli. Hij zingt als een god en ziet
er uit als een Apollo."
„Hij zingt als een zwijn en ziet er uit als een
als een...." beijverde zij zich plotseling.
Soldati hield zijn hoofd scheef. „Nou? Waarom ga je
niet door? Is je kennis van de zoölogie zoo gering?"
„Mij een zorg! Het kan me niet schelen welke te
nor mij in de „Zingende Engel" zijn stompzinnigheden
toefluistert. Ik dien mijn tijd uit, als een donna di
servizio haar veertien dagen."
„Nou goed", haalde Soldati de schouders op,
„als je er zoo over denkt kan ik je wel toegeven, dat
Pascoli werkelijk een straf is. De firma weet het zelfs.
Maar ze kon geen beteren tenor vinden en de tijd
dringt".
„Accoord", zei Raffaela vermoeid en triest.
Soldati zweeg een oogenblik. Maar hij verdroeg
zulke pauzen in het gesprek slecht. Plotseling zei hij:
„Luister eens, we konden van avond naar Florence
gaan. In het Teatro Comunale dirigeert Pizzini."
„Neen", besliste Raffaela kortaf.
.„Wil je thuisblijven?"
„Ook niet."
„Nou wat wil je dan?"
„Ik ga natuurlijk naar „Butterfly" bij de stagione
Campagne.
Soldati staarde zijn beschermelinge aan. „Neem
me niet kwalijk, maar ik begin aan je verstand te
twijfelen. Wil je mij die erbarmelijke voorstelling la
ten bijwonen?"
„Ik heb je toch niet uitgenoodigd."
„Niet als je me radbraakt en vierendeelt!" wees hij
hartstochtelijk af.
„Het zal me een genoegen zijn den avond zonder jou
door te brengen."
Guido Soldati schudde het hoofd. Er waren weinig
dingen die hem in filmsterren onbegrijpelijk voorkwa-.
men; maar haar besluit om Celestino Campagna als
Pinkerton te hooren, in den hof van het ristorante
Balbini, behoorde daartoe.
Even na zevenen maakte Raffaela zich werkelijk
gereed om uit te gaan. Soldati zag een eenzamen,
troosteloozen avond voor zich. Maar daar kwam hem
toch een van die gelukkige toevalligheden te hulp,
waarop hij in zijn leven vast kon rekenen. New-York
meldde zich met een vooroproep. En het gesprek zou
tusschen acht en negen uur 's avonds volgen. Het
theaterbezoek in Lucca was dus verijdeld. Maar te
gen den prijs, en dit vertroebelde Soldati's dank
baarheid voor het toeval eenigszins, van een defi
nitieve afspraak met Reginald Hicks.
Raffaela sprak niet meer over het mislukte thea
terbezoek. Ze at 's avonds een beetje, duldde zuchtend
Soldati's aanwezigheid, alsmede zijn onbedwingbare
praatzucht.
Eindelijk meldde Amerika zich. Reginald begi'oette
Raffaela op die schuchtere manier, die zij in hem
zoo hoog schatte. Hij was midden veertig, een man
met rijke levenservaring en de dagen met hem in
Arezzo hadden hem haar als een hoogstaand mensch
doen kennen. Toen had zij gemeend, Reginald Hicks
als een vaderlijken vriend te kunnen behouden, en er
nooit aan gedacht, zoo spoedig een plaats aan zijn zijde
in te zullen nemen.
„Ik heb je telegram ongeveer drie uur geleden ge
kregen", begon hij. En zijn stem klonk weer zoo
schuchter als steeds, wanneer hij over persoonlijke
dingen sprak. Raffaela zweeg verlegen en na een
oogenblik ging hij voort: „Je besluit heeft me heel
gelukkig gemaakt, Raffaela."
Eerst na een lange pauze kon zij zeggen: „Was je
erg verrast?"
„Eigenlijk niet. Ik heb tijdens mijn verblijf in Italië
alles met open oogen gezien. Ik heb in den tusschen-
tijd veel over je hagedacht en ik heb het telegram
bijna verwacht".
(Wordt vervolgd).