IJmuider Courant Bergen-Belsen „Situatie in Indië minder slecht dan velen meenen' Alle haring is geen pekelharing *!fk> Janrgang No. 18142 Bureaux: Kennemerlaan 154, IJmuiden - Telefoon 5437 Te Haarlem: Gr. Houtstr. 93 Telefoon 10724. Kennemer Editie van Haarlems Dagblad Dli%cteur-Hoofdrednctcur: Robert Peerebooin Dinsdag 2 October 1945 Uitgave van de stichting Voorlichting te Haarlem. Abonnementen: p.week 31 ct. per kwartaal 4. TE Lüneburg zei het proces tegen Joseph Kramer, den commandant van het moordkamp Bergen-Belsen, die met vierenveertig van zijn medewerkers en medewerksters terechtstaat, zich voort. Er zijn nu al dertien zittingen gehouden en de getuigen-verhooren zijn nog niet beëindigd. De Engelschen, die deze oor logsmisdadigers berechten, gaan niet over één nacht ijs. Zij hebben de volledige, breedvoerige apparatuur van hun recht spraak in dienst van het geding gesteld. Met eindeloos geduld wordt alles onder zoent. Vier openbare aanklagers treden in de zaak op, maar ook twaalf verdedigers en ik lees in de Engelsche pers ironische commentaren op het feit, dat de Duit- schers zich daarover verwonderen. „Voor hun mathematischen geest", zeggen die commentaren, „is dit een vreemd ver schijnsel. Zij zien er een soort overwicht van de verdediging in, omdat zij oordee- len naar getalssterkte Van de fairheid van onze rechtspraak, ongeacht de vraag, wie de beschuldigden zijn. begrijpen zij niets" Inderdaad worden de getuigen a charge, ex-gevangenen die in het afgrij selijke oord Bergen-Belsen de ergste be proevingen hebben doorstaan en die eigenlijk slechts bij toeval aan den dood zijn ontsnapt, door de verdediging aan een even scherp kruisverhoor onderwor pen als getuigen décharge van de zijde der openbare aanklagers ondergaan. Het resultaat van het proces is niet twijfelachtig. Maar zelfs deze monsters, deze rijen moordenaars en moordenares sen, in wier kamp de Engelschen bij hun komst dertienduizend onbegraven lijken van slachtoffers vonden, die de overle venden dagelijks martelden en onder voedden en hen in een toestand van af schuwelijke vervuiling en besmetting deden verkeeren, genieten de volle maat van het Recht. Niet terwille van hun per sonen, geenszins als uiting van een soort mildheid of zwakheid. Want als het Engelsche Recht eenmaal veroordeeld heeft, slaat het hard: in het algemeen, naar de vooroorlogsche tijden bewezen hebben, harder dan het onze. Maar het handhaaft onder alle omstandigheden zijn onpartijdig onderzoek. Dat is de Majes teit van het Recht Dat eischt de be*: schaving. Foto's van de groep beschuldigden too- nen een merkwaardige verzameling van misdadigers-tronies. Èr zijn enkele uit zonderingen, waaronder het knappe ge zichtje van de éénentwintigjarige Irma Grese, het veelbesproken jonge meisje, dat blijkens de getuigenverklaringen een der ergste boosdoeners is. Een knap ge zichtje, welgevormd, maar hard, gevoel loos, leeg evenals de leelijke mannen- tronies naast Irma Grese. En in alle Engelsche verslagen van het proces lees ik, dat de beschuldigden geen enkel tee lten van emotie geven tijdens de verhoo- ren. De opsomming van hun wandaden, de beschrijving van het lijden van hun slachtoffers, de verschijning van men- schelijke wrakken, die nog op het laatst aan hun beulshanden ontkomen zijn het heeft alles niet de geringste uitwer king op hun gemoed. Pas in de dertiende zitting heeft eindelijk een der vrouwen emotie getoond, maar het was opwinding, geen ontroering of verdriet. 1-Ioe is dit mogelijk? Wat zijn dit voor wezens? Wat zijn al die andere oorlogs misdadigers eigenlijk? Hoe zijn zij ont staan? Dat is een belangrijke vraag. Voor den oorlog hebben wij niet vermoed dat zulk een geestesgesteldheid, zulk een verwor ding bij een zoo groot aantal menschen kan bestaan. Wij hebben deze meedoogen- looze wreedheid niet alleen in Duitsche concentratiekampen maar ook in ons eigen land zien optreden. Wij hebben haar laat ons eerlijk zijn niet alleen bij Duitschers maar ook bij een aantal Hollanders, die niet eens allen N.S.B.'ers waren, tot uiting zien komen. Het natio- naal-socialisme met zijn geschetter en zijn valsche leuzen, zijn verheerlijking van den Staat en van zijn wanstaltige bloed en bodem-theorie, zijn wegvagen van de persoonlijkheid en de verantwoordelijk heid van den mensch, zijn verloochening van het Christendom, heeft deze afschu welijke ontaarding bij duizenden bevor derd. Maar het zou dwaze oppervlakkig heid zijn, dat alleen op rekening te schuiven van een politieke theorie, hoe minderwaardig die dan ook is Er moet dieper gewroet en doorschouwd worden om dit te kunnen begrijpen. En daartoe is meer noodig dan het onderzoek in een rechtszaak, dat alle feiten en alle détails met de grootst mogelijke accuratesse kan rangschikken, maar dat zich uiteraard tot de onderhavige gevallen bepaalt en het groote algemeene vraagstuk onaangeroerd laat. Voor ons Bijzonder Gerechtshof in den Haag hebben ook al menschen terechtge staan. wier misdaden ons met verbazing vervuld hebben. Wij begrijpen de wezens van Bergen-Belsen nog minder. Zij staan even ver van ons als krankzinnigen. En vroeger waren zulke misdadigers zeld zaamheden. De wandaden van een Lan- dru, een Peter Kürten waren uitzonde ringen. die de wereld als zoodanig be schouwde: excessen van menschelijke af dwaling en degeneratie, waarvan er zich hoogstens één of twee in vijf jaren voor deden Hoe is het mogelijk dat in de periode 1940-1945 plotseling de Landru's en de Kürtens bij duizenden verschenen? De vorige wereldoorlog heeft veel wreed- Publieke opinie op Java wordt gepeild Hoe is de situatie in Ned. Indië?, vraag door wel zeer velen in deze dagen gesteld. De minister voor Overzeesche gebieds- deelen, prof. dr. J. H. Logemann heeft Maandag in een persconferentie te Londen verklaard, dat de situatie in Indië niet zoo slecht was als de laatste dagen in som mige bladen is geschilderd. Een juist beeld kan echter op het oogenblik niet worden verkregen, aangezien men nog niet over de authentieke gegevens beschikt. Zoo bestaan er b.v. drie lezingen van generaal Christison's uitlatingen, die o.m. nog gezegd zou hebben, dat de Nederland- sche troepen zouden worden tegengehou den totdat de Britsohe troepen aan land waren gegaan. De minister achtte b.v. Soekarno geen goed democraat, omdat hij volgeling werd van het Japansche regime. Voorts zeide hij, dat Soekarno weliswaar streefde naar volkomen onafhankelijkheid van Indonesië, maar geen binnenlandsch program bezat, door slechts enkele helpers gesteund werd en dat achter zijn Indone sische republikeinsche beweging geen macht stond. De Nederlandsche regeering is nog niet in staat geweest de Nederland sche strijdkrachten volledig om te bou wen, maar zij vertrouwt, dat de Geallieer den haar zouden steunen totdat Neder landsche troepen de taak konden over nemen, het wettige gezag, d.w.z. de Ned.- Indische regeering te helpen verwezen lijken. Minister Logemann verklaarde, dat vele Indonesische nationalisten, die vóór de bezetting van Ned.-Indië in Nederland veel last hadden veroorzaakt, daarna de partij der Nederlandsche regeering had den gekozen. Zij waren nu allen volledig bereid met deze regeering samen te wer ken om de door Koningin Wilhelmina gedane belofte te helpen verwezenlijken. In Ned.-Indië daarentegen, waar verzet voornamelijk uit kringen van ontwikkel de Indonesiërs voortkwam, hadden Soekar no en diens helpers, w.o. mogelijk eenigen die misleid waren, met de Jappen geheuld, terwijl de Japanners aan jongeren een militaire opvoeding haöden gegeven in Hohei en Soekarela, welke militaire or ganisaties thans door Soekarno werden ge bezigd om de zaak van de Indonesische republiek te steunen. Deze jongeren zou den ongetwijfeld het verzet niet zoo spoe dig willen opgeven, maar zij vormden slechts een klein gedeelte van de geheele Indonesische bevolking, zoodat de macht waarop Soekarno steunde zeer zwak zou zijn. De minister zei, dat hem niets be kend was omtrent andere Indonesische nationalistische bewegingen in Ned.-Indië naast die of in samenwerking met die van Soekarno. Over besprekingen met de Britschc re- geering zei de Minister, dat hangende deze besprekingen beter niets gezegd moest worden. Hjj ontkende dat met de Austra lische regeering over de situatie in Indië was gesproken. De Australische troepen hadden trouwens een gebied bezet, dat ge heel buiten het conflict gelegen was. De Nederlandsche regeering, aldus de minis ter, wachtte geen enkele beslissing van welke andere regeering ook af, maar had eigen richtlijnen uitgebakend. Spr. hoopte, dat onze troepen binnen enkele maanden in Ned.-Indië zouden zijn. Voorts zei de minister, dat Nederland zich tot taak had gesteld, het Indonesische volk zelfbestuur te schenken, maar momenteel waren de Indonesiërs nog niet in staat het bestuur zelf in handen te nemen. Neder land wenschte niet deze taak halverwege op te geven, maar haar volledig te ver vullen, gebaseerd op de geloften, gedaan door Koningin Wilhelmina. Het einde daarvan zou zijn de onafhankelijkheid voor Indonesië. Nn Ned.-Indïsche kringen in Camp Co lumbia meende men, dat de verklaring van generaal Sir Philip Christison vol komen afwijkt van de tot dusverre ge volgde beezttingsmethoden. Men wenschte echter niet te oordeelen voordat, men in de gelegenheid was ter plaatse een on derzoek in te stellen en te zien waartoe de voorgestelde maatregelen in feite leidden. Luit.-gouv.gen. Van Mook antwoordde op een verzoek van Aneta om een verkla ring: „Ik ga naar Batavia: ik heb niets te zeggen alvorens ik de situatie ter plaatse persoonlijk heb opgenomen". Indische leiders tot bespreking uitgenoodigd Een aantal Indische leiders, o.m. Soe- heden gebracht en millioenen slachtof fers gekost, evenals de tweede. Maar van zulke verschijnselen is hij, in het alge meen gesproken, vrij gebleven. In een tweede artikel hoop ik op dit vraagstuk verder in te gaan, met vermel ding van de inzichten die een ex- gevangene van Bergen-Belsen gepubli ceerd heeft. Het is een raadsel dat ons allen sinds jaren bezighoudt. Het is van het hoogste belang dat, met bijstand van wetenschappelijke psychologen, naar een I oplossing gestreefd wordt. R. P. karno, is door het civiele bestuur van O - Indië tot een bespreking uitgenoodigd. Dit zou een poging zijn om de aspiraties der Indonesiërs te leeren kennen en om een schema op te zetten voor het toekomstige ten opzichte van Java en de andere eilan den te volgen economische, sociale en po litieke beleid. Dr. Van der Plas, vertegen woordiger van het bestuur van Ned. O.- Indië, verklaarde, dat de leidende figuren van de verschillende schakeeringen der publieke opinie werden uitgenoodigd en dat de luit. gouv.-gen. van Ned. O.-Indië, dr. Van Mook, die vandaag uit Australië zou aankomen, later ter bespreking zou komen. Dr. Van der Plas zeide, „dat hij, indien Soekarno niet ter bespreking zou verschijnen, den Geallieerden bevelhebber zou vragen hem hier te brengen." Geen erkenning van „Indonesische republiek" Door een stafofficier van schout-bij nacht Patterson, den oudsten vertegen woordiger van Mountbatten te Batavia, is volgens Reuter meegedeeld aan Soekarno, die beweert 95 van de Indonesiërs achter zich te hebben, dat de Geallieerde bezettingsmacht geen „Indonesische repu bliek" of eenigerlei andere regeering, ge vormd door een partij, zou kunnen erken nen. Soekarno en zijn collega's zouden hun volledige medewerking hebben aan geboden bij het pogen op Ja%ra recht en orde te handhaven. Soekarno moet hebben gezegd, dat hij zijn volgelingen reeds instructies had ge geven om met de Geallieerden samen te werken. De staking in Australië Op een vergadering in Sydney werd be sloten tot een actie van 15 vakbonden om den strijd in Indonesië te steunen. Op een vergadering in Melbourne deelde de com munist Ralph Gibson mede, dat een vrij Indonesië een prachtig afzetgebied voor Australische goederen zou opleveren. Het woord is aan.... Emerson: Wij doen wat wij niet la ten kunnen en noemen het bij den mooisten naam. IJMUIDEN Eerste ertsladingen voor de Hoogovens gearriveerd Kapitein met toespraken ontvangen Nadat gedurende langen tüd de groo te kranen ii. de Hoogoven-haven hun symphonie van den arbeid niet meer hebben laten hooren, kunnen ze thans hun geluid weer over de omgeving doen klinken. Er Is weer erts. En ko len waren reeds eerder gearriveerd, zoodat het bedrijf weer aan den slag kan. Hedenmorgen is in de haven binnenge komen het Engelsche in Nederland ge bouwde 6.S. Mary 2, dat bijna 2000 ton erts aanvoerde uit de Spaansche haven Onton. En later arriveerde het Grieksche ss. Margarita Chamris, dat 7500 ton erts aanvoerde uit Melilla in Spaansch Ma rokko. Laatgenoemd stoomschip kwam binnen met een diepgang van 24,6 voet. De Mary 2, dat dus het eerste ertsschip voor de hoogovens na den oorlog is, is ook het eerste schip, dat na zes jaar de haven van Onton verliet. De ontvangst van de beide schepen is met eenige plechtigheid geschied. Kapi teins en officieren werden toegesproken door de directie en natuurlijk waren er veel vlaggen in de haven. Scheepvaart. Alhier zijn binnengekomen de Alcyone van Londen met stukgoed en de Inspec teur Mellema van Goole met steenkool. Zullen er weer Engelsche drifters komen? Zaterdag waren in Scheveningen binnen zeven haringloggcrs met in to taal ongeveer 220 last of 3710 kantjes haring. Elk kantje bevat omstreeks 700 haringen, zoodat dien dag meer dan 2.600.000 haringen werden aangevoerd. We hebben in ons blad als eens meer gewezen op de groote haringvangsten in dezen tijd en dit schijnt bij velen de vraag hebben doen rijzen: „waar blijven al die haringen?"Waarbij van de veronderstelling wordt uitgegaan, dat deze haringen alle behooren tot het befaamde „zeebanket" alias Hollandsche nieuwe, een veronder stelling, die onjuist is. Alle haring is geen pekelharing, al heeft ze gedurende korten of langen tijd in de pekel gelegen. De haring, die de haringschepen thans aan voeren, bestaat grootendeels uit steur- haring, dat wil zeggen haring die niet ge kaakt is en wel daardoor niet, doordat de vangsten zoo ruim zijn, dat de bemanning geen tijd heeft, de haring te kaken. En bovendien is de haring veelal niet geschikt om tot pekelharing verwerkt te worden. Dit brengt do tijd van het jaar mee. De haring die thans wordt aangevoerd is de z.g. zandharing, gevangen bij de Doggers- bank; deze haring is grootendeels hom- en kuitziek, overrijp en daardoor minder malsch en vet dan de maatjesharing, de echte Hollandsche nieuwe. De haring, die thans wordt aangevoerd, gaat voornamelijk naar de rookerijen. waar ze verwerkt wordt tot Engelsche- of spekbokking, een soort die door haar hoog zoutgehalte en de wijze van bewerking in ER ZIT SCHOT IN! De textielindustrie in Twente draalt weer op volle toeren. de rookerijen houdbaarder is dan de vroe gere Zuiderzeeharing of de versch aange voerde en daarna licht gezouten Noordzee- haring. Ook de haring is te duur. Men heeft steen en been geklaagd over de hooge vischprijzen; men heeft even veel reden, te klagen over de hooge ha- ringprijzen en straks zal men gaan klagen over de hooge bokkingprijzen. Het is zeer jammer, dat dit kostelijke voedsel zoo duur betaald moet worden. En noodig is dat geenszins, vooral nu de schepen zulke groote vangsten maken. De besommingen van de zeven schepen, die Zaterdag in Scheveningen binnen waren, zullen zeker minstens 25.000 bedragen, een resultaat, dat bereikt werd in een buitengewoon korten tijd. De fiscus zal ongetwijfeld zijn deel hiervan opeischen, maar ondanks dat blijft er voor den reeder nog wel een flinke winst over. De regeering neemt de haring van de reederijen over tegen prijzen, die zeer aan den hoogen kant zijn. Naar den thans gel denden prijs kost de haring, zooals die uit zee wordt aangevoerd, ongeveer 7 ct. per stuk. Eer die als bokking aan het publiek ten verkoop kan worden aangeboden, is deze prijs verdubbeld. Zoo'n bokking komt dan op ongeveer 15 ct.. wat voor een pro duct „van eigen bodem" een eenigszins vreemde betiteling van een product, dat niet des bodems, maar der zee is te duur is-. Maar als de drifters komen De tijd nadert, dat de haring meer in de buurt van onze kust komt. Hetgeen be- teekent, dat de van IJmuiden uit visschen- de haringschepen na slechts enkele urea stoomens hunne netten uit kunnen werpen en na een reis van een paar dagen met een volle lading huiswaarts kunnen kee- ren. Het waren in de jaren voor den oor log vooral de Engelsche drifters, kleina snelvarende stoomvisschersvaartuigen. dia onze markt met enorme hoeveelheden ha ring, aangevoerd in verschen toestand, voorzagen. Indien deze drifters ook nu weer mochten verschijnen, zullen de prij zen zeer zeker belangrijk delen, want niet meer als voorheen zal het grootste deel van den aanvoer naar Duitschland wor den uitgevoerd, doch in ons land geconsu meerd worden. Of de kans bestaat, dat er drifters zul len komen' Naar onze meening is de kans niet groot. Weliswaar is onze gulden weer een gulden geworden, maar of de markt de groote aanvoeren zal kunnen verwer ken. staat te bezien. En voorts lijkt de kans groot, dat Engeland zelf de haring noodig heeft. Want ook Engeland heeft zijn voedselproblemen, waardoor de vangsten der drifters \tfel eens voor de voorziening van de eigen markten noodig zouden kunnen zijn. Verder staat het nog te bezien, of de afslag-accomodatie van het Staatsvisschershavenbedrijf thans in staat is. eenigszins groote aanvoeren te verwerken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1945 | | pagina 1