Regeeringsverklaring over Indië De brug De Tweede Kamer is heden bijeenge komen om met de regeering van gedach ten te wisselen over de toestanden, welke zich in Indië hebben ontwikkeld. Op het Binnenhof was er groote be langstelling van de zijde van het publiek.' Oud-gouverneur jhr. De Graèff was aan wezig, wiens standpunt als wij het wel hebben overeen zou komen met dat van den afgetreden G.G4 eerst orde en rust, daarna praten. PROF. LOGEMANN. De minister van Overzeesche gebieds- deelen, de heer Logemann, legde een ver klaring af, waaraan het volgende is ont leend: De ernst van de situatie in Ned. Indië, de zware verantwoordelijkheid, die op de regeering van het koninkrijk is komen te rusten voor menschenlevens in en voor de toekomst van dat rijksdeel, doen het haar uitermate welkom zijn, dat zij de gelegenheid heeft hier in het openbaar te mogen uitspreken hoe zij den toestand be oordeelt en welke haar voornemens zijn. Het is bekend hoe uitnemend getrouw Ned. Indië van laag tot hoog zich gehou den heeft, nadat Nederland door de Duit- schers onder den voet was geloopen. Dat neemt niet weg, dat de aandrang tot staat kundige hervormingen van ingrijpenden aard door de oorlogsgebeurtenissen reeds toen zeer werd versterkt. Men herinnert zich uit 1939 de actie van de Gaboengan Politik Indonesia, een federatie van zeer talrijke Indonesische politieke en sociale organisaties, voor een volwaardig parle ment. Noch de Nederlandsche regeering, noch het Nederlandsche parlement acht ten toenmaals den tijd tot ingrijpende her vormingen gekomen. Na Mei 1940 heeft de Indische regeering den voortgezetten aandrang steeds afge weerd met het gerechtvaardigd argument, dat een verandering van de structuur van het Koninkrijk eerst in behandeling kon worden genomen, nadat het Neder- ladsche volk zijn stem weer vrijelijk zou kunnen doen vernemen. Intusschen had H M. de Koningin in een radiorede van 10 Mei 1941 de overwe ging van „de aanpassing van de structuur van de overzeesche gebiedsdeelen en de bepaling van hun plaats in het Koninkrijk overeenkomstig de gewijzigde omstandig heden" aan de orde gesteld. Op 16 Juni 1941 kondigde de Gouverneur-Generaal bij de opening van de Volksraadszitting, krachtens Koninklijke machtiging een Rijksconferentie aan. voor datzelfde doel bijeen te roepen aanstonds na den terug keer van de regeering in het Moederland en op 27 Januari 1942 openbaarde een Lon- densche regeeringsverklaring de gedach te samenstelling der Rijksconferentie en haar taak, alsmede de verstrekte opdracht aan de Landvoogden der Overzeesche ge biedsdeelen om tot de aanwijzing der af gevaardigden over te gaan. Nederland en Indië zouden elk 15 leden aanwijzen, Su riname en Curacao elk drie. Van de 15 leden zou de Indische er tien benoemen op aanbeveling van den Volks raad. De conferentie zou „het karakter dragen van een round table conference, welke alle wenschen en opvattingen be treffende de positie der verscheidene ge biedsdeelen binnen rijksverband zou kun nen bespreken en op grond van deze be sprekingen aanbevelingen zou kunnen op stellen." Waren de nationalistische leiders dus allerminst onbekend met de door de hou ding van Indië gedurende den oorlog ge groeide bereidheid tot herziening der ver houdingen, men zal moeten aannemen, dat de fundamenteele radiorede van H.M. de Koningin van 6 December 1942 in Indië niet genoegzaam en niet tijdig is beleend geworden. Belangrijk is ook, dat Indië onbekend bleef met den geest van samen werking en vertrouwen, die tijdens en door het verzet tegen de Duitsche onder drukking, tusschen Nederlanders en ra dicale Indonesische nationalisten hier te lande was gegroeid. Des te meer tragisch is het, dat enkele leiders die aan het positieve werk van 1940 to* 1942 geen deel hadden zich hebben aten verleiden door de Japansche successen en zich niet hebben laten weerhouden door de Japan sche barbaarschheden ook tegen hun eigen volk, om aan een Japansche haatcampagne tegen de Nederlanders mee te doen, tra gisch dat o.m. bekwame Parindra- en Ge- rindoleiders zich hebben laten medeslee pen in een revolutionnairen opzet, zoo wij van het eerste oogenblik der geza hervatting af, ik moet hier wel duidelijk op wijzen, stonden tegenover een geest en een vorm, die explicatie met deze mannen uitsloot. Immers de oorlogsverklaringen hadden in Indie een vertrouwen doen groeien en in Nederland een begrip ge wekt voor de nationale aspiraties der In donesiërs, die beide een soliden grondslag schenen te vormen voor een rijkshervor ming, die voor de Indonesische natie naast de Nederlandsche een vrije en waardige plaats zou bieden. Sedert 7 December 1941 bevindt ons koninkrijk in het Oosten zich in oorlog met Japan. Op 7 Maart 1942 is het drama ten einde. Ik mag deze data niet noemen zonder eerbiedige hulde te brengen aan allen, die toen hun plicht deden tot het uiterste. In het bijzonder aan den Land voogd gelukkig voor Nederland en de zijnen behouden wiens klaar en recht beleid de zuiverheid van onzen Neder- landschen naam heeft bewaard. Sedert Maart 1942 dan drijven Indië en zijn re geering uiteen. Spr. gaf hierna een overzicht van het Japansche optreden in Indië. Tegen dezen achtergrond, die naar mijn beste weten geenszins in te felle kleuren Is geschilderd, dat men de politieke acti viteit der Japanners zien mag en zich kan indenken, dat de binnenkomende geheime rapporten den indruk bleven wekken, dat deze veroveraars er niet in geslaagd wa ren de sympathie of het vertrouwen te winnen der bevolking. In wezen is die indruk ook wel juist. Maar weinigen zul len in het politieke spel, door Japan ge speeld ernst hebben gezien. (De zitting duurt voort) Hulpverleeningswerk krijgt voorrang Een A.N.P.-correspondent meldt uit Batavia, dat volgens een Engelsche ver klaring het hulpverleeningswerk voorrang zal verkrijgen. Zoo gauw er voldoende troepen beschikbaar zijn, zullen de Ge allieerden het binnenland intrekken om de kampen te beschermen. Twee nieuwe brigades zijn kortgeleden in Batavia aangekomen en een derde zal binnenkort in Soerabaja landen. Verwacht wordt, dat ook Bandoeng spoedig bezet zal worden. De kampen te Semarang en Ambawara komen aan de beurt zoodra er meer tfoepen zijn. Deze zijn reeds onder weg. Bij het zenden van troepen naar Ned. Indië houden de Engelschen ook Te kening met de Nederlandsche troepen, die naar Ned. Indië verscheept zijn. Volgens een Nederlandsche opgave uit Londen zouden er vorige week 4000 man uit En geland zijn vertrokken. In de plaatsen, welke de Britten niet als de „voornaam ste" beschouwen, zullen de Indonesiërs de macht blijven uitoefenen. Het zal de taak van de Nederlandsche troepen zijn om daar de orde te herstellen. Het is te hopen, dat dit op vreedzame wijze kan geschieden, ook met het oog op de ge- interneerden op Midden-Java, die nu bij na als gijzelaars zijn te beschouwen. De besprekingen met de Indonesische leiders over de toekomstige politiek zullen dan kunnen beginnen, nadat de rust in de voornaamste plaatsen is hersteld, aldus voegt de correspondent eraan toe. De distributie NIEUWE PETROLEUMBONNEN Het Centraal Distributiekantoor maakt be kend, dat van 17 October tot en met 20 No vember a.s. op de bonnen a, b, c en d 781 der bonkaarten 511 drie liter petroleum beschik baar wordt gesteld. Het is in verband met de bevoorrading van den handel mogelijk, dat de petroleum niet onmiddellijk overal ver krijgbaar zal zijn. Voor-inlevering der bon nen mag evenwel niet plaats hebben. Men moet er rekening mede houden, dat waar schijnlijk niet spoedig weer voor de geheele bevolking een bon voor petroleum zal wor den aangewezen. Kanunnik L. Westerwoudt In de Mariastichting te Haarlem is over leden de hoogeerw. heer L. A. A. M. Wes terwoudt, kanunnik van het Haarlemsche Kathedrale Kapittel, oud-plebaan en oud deken van Haarlem, pastoor der parochie „St. Victor" te Noordwijkerhout. Kanunnik Westerwoudt werd in 1878 te Amsterdam geboren. Na zijn priesterwij ding werkte hij eerst te Rotterdam, in 1906 werd hij leeraar aan het seminarie Hageveld, in 1906 professor in Warmond. In 1915 volgde zijn benoeming tot secreta- ris van het bisdom Haarlem, in 1922 werd hij benoemd tot plebaan en kanunnik. La ter volgde de benoeming tot deken van Haarlem. In 1936 moest kanunnik Westerwoudt naar een rustiger werkkring uitzien, dien hij in Noordwijkerhout vond„ De begrafenis is Vrijdag te Noordwij kerhout. Spanning in Portugal Donderdag zal in Portugal de candl- daatstelling voor de over een maand te houden verkiezing geschieden. De oppositie wenscht deze zes maanden uitgesteld te zien en dreigt met een boycot. Wanneer Salazar niet toegeeft, zal de strijd op de spits gedreven worden. Militaire en seml- militaire lichamen zijn uiterst paraat. De Portugeesche dagbladeigenaren hebben in een vergadering besloten hun- belangrijke collega Diario Popular, die verboden is we gens het weigeren van een hoofdartikel van Salazar. te steunen Alle bijeenkomsten van studenten en politieke vergaderingen zijn verboden. De oppositie wijst erop, dat het huidige Portugal alle kenmerken van een demo- cratischen staat mist. Zij wijst eveneens ironisch op de meerderheid van 95 petdie Salazar gewoonlijk bij zijn ..verkiezingen" behaalde volgens haar werden de ont houdingen geteld als stemmen ten gunste n de regeering en dit was dan ook de re in dat democraten geen prijs stelden op de kiezerslijsten geplaatst te worden. Met ingang van heden is de voorcensuur op de bladen vervangen door een straf rechterlijke verantwoordelijkheid. Twee exemplaren van de krant moeten twee uur voor het uitbrengen op het ministerie van Justitie ter inzage gegeven worden. De spe ciale militaire rechtbank is opgeheven. Menschen in oorlogstijd Hijgend sjouwen Duitsche pioniers dc 145 trommels springstof uit hun vrachtauto en beginnen ze aan te brengen in de aan den kant van Pfaffenthal staande pijlers van de groote brug. Dan schuiven zij in de onderste trommels een paar kartonnen doosjes, waaraan ze twee groene snoeren bevestigen. Met een van spanning klop pend hart slaan Mathias Roesgen en zijn buurman van het nabijstaande huisje uit de veelzeggende voorbereidingen van de genietroep gade en de angst over het lot van hun huisjes doet hen de straat op gaan. „Om vier uur gaat de boel de lucht in," zegt een van de soldaten en kijkt daarbij veelbeteekenend naar den toren van het St. Michaelskerkje dat vlak bij staat. Bezorgdheid groeit om het hart van de beide Luxemburgers, maar vermindert iets als even voor vieren een motorfiets aan komt razen: het opblazen is tot zes uur uitgesteld. Dan komt een bekende uit het stadje aangefietst en roept Roesgen iets toe. De soldaten vragen hem achterdochtig: „Wat zei-die?" „De Amerikanen staan al in de buiten wijken." Duidelijke ontsteltenis. Roesgen ziet de kans van zijn leven en vertelt den Duitschers hoe gevaarlijk dat voor hen is: nog maar enkele kilometers en ze zijn ingesloten. ,.U mag wel voort maken en over Eich Vianden zien te be reiken." De spanning dreigt hèm te doen springen in plaats van de brug. Zullen ze toehappen?Dan het is haast on gelooflijk aarzelen ze. kijken elkaar weifelend aan en stappen tenslotte op hun fietsen, den weg op die hun vrachtauto zooeven heeft ingeslagen. Het is tien voor zes, tien minuten ian- ger en het zou te laat geweest zijn. De mannen zullen juist met het waag stuk van het onklaar maken van de lading beginnen, als het hart hun weer in de keel bonst. Uit het huis van Jean Clement, den buurman van Roesgen, komt een SS-man aangestapt met een Gefreiten naast zich in den loop van den middag heeft een SS-genietroep daar in de buurt haar intrek genomen. Het tweetal komt over het gras aangeloopen en betuigt zijn tevredenheid over de l»ding, die nog in tact is. De SS-man kijkt eens om zich heen en wijst naar den Bock. „Was ist das?" „Dat is een historische plek", vertelt Roesgen hem. spraakzaam van zenuwspan ning. „Daar bij de ruïne van dien toren stond de wieg van ons gravengeslacht. Kent U die mooie operette niet. waar de Führer zoo graag naar luistert, de Graaf van Luxemburg?" De mof heeft geen ge voel voor de fijne ironie. „Later legden de legeraanvoerders er kazematten aan. toen de stad 'n veel omstreden vesting werd De verdedigingswerken vormen een van dc interessantste bezienswaardigheden." De SS-man knijpt de oogen wat toe „Als U een eindje verder den weg op gaat, tot aan de roode brug van het kasteel dan heeft u een schitterend overzicht en een uitstekenden observatiepost.'" Twee moffen op den lijmstok. Nu vlug. Het is levensgevaarlijk. Rats! de snoeren doorgesneden, het zwarte los van het groene; Roesgen snelt door het gras naar de lading, maar als hij toe zal grijpen, begeven zijn krachten het een oogenblik: zou er geen tijdlading in aan gebracht zijn? Twee minuten later: alles klaar. Snoe ren en slagpijpjes in het struikgewas langs de Alzette. Eenige minuten later: SS-man en satel liet komen terug, klaarblijkelijk niet erg onder den indruk van hetgeen ze gezien hebben, en stappen op den pijler toe. De lading ligt er nog, ja, maar de ontsteking ts weggehaald. Het is echter vakkundig gebeurd: duswaarschijnlijk niet door Luxemburgsche saboteurs. Wel blijft er iets van argwaan hangen: „Waarom is het niet meer in zijn ouden toestand""' „Ach, zoo juist hebben we twee Duitsche soldaten bij den pijler aan het werk ge zien, maar we konden jammer genoeg niet vaststellen wat ze daar uitvoerden." Zóóveel goede gezindheid doet ook dit laatste Testje argwaan smelten. Dusniet door Luxemburgsche sa boteurs. Een uur later viel de brug een groep zeer snelle Amerikaansche verkennings wagens in handen en beteekende een on betwiste overgang der Geallieerden over de Alzette, een van de vele hindernissen die overkomen moesten worden op den weg naar Berlijn. Het 6tomverbaasde- groepje Duitschers wist niet beter te doen dan zich over te geven, daar het van zijn hoofdmacht afgesneden was. „Ik weet zeker, dat de bekendheid van deze moedige daad een bron van grooten trots is voor uw vrien den en van bevrediging voor uzelf." Z.Exc. George P. Waller, minis ter der Ver. Staten, aan Mathias Roesgen, Luxemburg. D. W. B Doodstraf geëischt Heden stond te "s Gravenhage voor het Bijzonder Gerechtshof terecht A. C. Man in 't Veld uit Delft, beschuldigd \-an het aanbrengen van Joden in 's Gravenhage. Deze Joden waren gearresteerd en ver volgens naar Westcrbork vervoerd. Van hier kwamen zij in Duitsche kampen terecht, vanwaar de meesten niet terugkeerden De procureur fiscaal noemde de hande lingen van verdachte uiterst gemeen en laag. Door zijn verraad heeft l»ij het leven van eenige medemenschen op zijn geweten Spr. elschte de doodstraf. Uitspraak over veertien dagen. Het Indonesische vraagstuk Federatie Amsterdam van de S.D.A.P. bijeen Maandagavond hield de Federatie Amster dam van de S.D.A.P. een vergadering :n het Concertgebouw aldaar, waarin het Indonesi sche vraagstuk werd besproken. De heer L. N. Palar als eerste spreker zei o.m,: ..Uit de sensatloneele berichten blijkt verschil van meening over de politiek, die ten opzichte van Indonesië moet worden gevoerd. Dit mee- ningsverschil kan gevaarlijk worden Men moet onderscheid maken tusschen vrijheids- r.ationaüsme en imperialistisch nationalisme^ De vrijheidsnationalist Soekarno wil een eer volle vrije positie voor zijn vaderland. Hij is zeer beslist geen landverrader. Hij heeft al leen een koloniaal bewind verraden. Hij was geen collaborateur, maar een coöperator. De geheele Indonesische nationalistische bewe ging staat als een eenheid achter hem. vooral nu het begeerde doei zoo nabij schijnt. Zij is sterk tegen den terugkeer van het Nederland sche gezag. Men weet daar niet. dat in Ne derland andere voor Indonesië aanvaardbare stroomingen gekomen zijn en zal deze ook niet vertrouwen. Hier is evenmin bekendheid met wat ginds gebeurt, anders had de Minis ter van Overzeesche Gebiedsdeelen nier van een ..incident-Soekarno" gesproken. Een ge wapend conflict zou zeer noodlottige gevolgen hebben", aldus spreker. Na de pauze sprak de heer J. E Stokvis, lid van de Tweede Kamer. „Alle partijen in het Indonesische conflict hebben het moei lijk", zeide hij. De Regeering bedoelt het z.i. goed. dat wordt erkend door de hier politiek werkzame Indonesische groepen. Er zal ge broken worden met de koloniale methoden. Indonesië zal zelfstandig moeten worden binnen het Rijksverband. In de voorbereidin gen daartoe komen nu de moeilijkheden. De figuur van Soekarno wil spreker alleen politiek zien en hij vindt daarom veel te zeg gen voor de weigering van de Regeering om te praten met dezen man. die uit handen van de Japanners wapens voor zijn beweging ont ving. Intusschen heeft Soekarno heel het vrij heidslievend Indonesië achter zich. Spreker zag geen heil in het contact tusschen uitge zonden NICA-ambtenaren en nationalisten. De daad kan en moet zijn de opneming van rndonesiërs in de regeering. Dit zal indruk maken op de groote groepen gematigde na tionalisten. De winkels Nieuwe regeling voor openingsuren Bij Koninklijk Besluit van 10 October is met ingang van 1 November de bestaande rege ling inzake de verplichte openstelling en sluiting van winkels gewijzigd. In den oorlogstijd achtten vele winkeliers, ln verband met de zienderoogen afnemende hoeveelheid beschikbare goederen, zich ge rechtigd hun bedrijf naar goeddunken te slui ten. Teneinde het publiek toch de mogelijk heid te waarborgen zijn inkoopen te doen, werd daarom voor het geheele land vastge steld gedurende welke uren de winkelier zijn zaak geopend moest houden. Nu er gaande weg meer goederen aangeboden kunnen wor den. streven vele winkelbedrijven er reeds eigener beweging naar den consumenten ten aanzien van de uren van openstelling zoo veel mogelijk tegemoet te komen. Het wordt thans juister geacht, dat de rege ling inzake de verplichte openstelling meer rekening zal kunnen houden met plaatselijke toestanden en behoeften. Daarom is de hui dige regeling komen te vervallen en is in plaats daarvan een nieuwe vastgesteld, waar bij het geven van voorschriften inzake ver plichte openstelling van winkels is opgedra gen aan de gemeenteraden. Wat betreft de Zondagssluiting is de „Cri- sis-winkelsluitingsregeling" van 1934 ingetrok ken. Als gevolg daarvan zullen van I Novem ber af, behoudens in die gevallen, waarin door den gemeenteraad een afwijkende rege ling Is vastgesteld, de vlsch-, fruit- en bak kerswinkels slechts gedurende ten hoogste vier uren en wel tusschen 8 en 18 uur ln het tijdvak van 1 October tot 1 April en tusschen 8 en 19 uur in het tijdvak van 1 April tot 1 October, voor het publiek geopend mogen zijn. Slijterijen en tabakswinkels zullen voorts van genoemd tijdstip af op Zondag niet meer voor het publiek geopend mogen zijn. Onze geneesmiddelenpositie Hoewel sinds de bevrijding groote hoe veelheden geneesmiddelen in ons land zijn aangevoerd, zijn talrijke van de meest ge bruikelijke nog zeer schaarsch. De als ge volg van de oorlogsomstandigheden on overzichtelijke wijze waarop de artikelen ons land bereikten en de ontreddering waarin ons economisch apparaat na een vijf jaar bezetting verkeerde, vormden de oorzaak van de helaas niet zoo vlotte ver deeling over groothandel, apothekers en apotheekhoudende artsen. Van verschei dene groepen geneesmiddelen die in het dagelijksche leven vaak worden voorge schreven, zooals opiaten, antipyretica en barbitalen, is.nog geen aanvoer van eenige beteekenis geschied. Zoodra de genoemde artikelen weer voldoende worden aange voerd waartoe het rijksbureau voor ge nees- en verbandmiddelen de noodige stappen heeft gedaan zal dat rijks bureau uiteraard onmiddellijk daarop den groothandel van deze artikelen voorzien. Herstelcredieten Het dept. van handel en nijverheid heeft in overleg met dat van financiën een credietregeling in het leven geroepen ter tegemoetkoming aan de moeilijkheden van overigens volwaardige middenstandsbe- drijven, welke een gevolg van de oorlogs omstandigheden zijn. Aanvragen hiertoe kunnen worden ingediend bij een der kan toren van de Ned. Middenstandsbank N.V. of bij een der bij haar aangesloten ban ken. Het te verstrekken voorschot of cre- diet zal in het algemeen de f 20.000 niet te boven kunnen gaan. Als rege! zullen alleen bedrijven, welke vóór 10 Mei 1940 zijn opgericht, van deze regeling gebruik kunnen maken. Veehouders en land- en tuinbouwers komen voor deze credietver» leening niet in aanmerking.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1945 | | pagina 3