De Rede over Indië Onderhandelingen, maar niet met Soekarno Ontslag van den G.G. aanvaard, aldus Min. Logemann Voorlichting op Java noodig •Oc Jaargang No. 18155 I I 1 T 1 f 1 T V* Woensdag 17 October 1945 Bureaux: Kennemerlaan 154, I *J 111 IJ I I J IJ I 1. J III Uitgave van de stichting IJmuiden - Telefoon 5437 t-Voorlichting te Haarlem. Tc Haariem: Gr. Hou*., 93 Kennemer Ed.tie van Haarlems Dagblad toMtn: p week 31ct Telefoon 10724. Directeor-Hoofdrcdnctcur: Robert Peereboom per kwartaal 4. MINISTER Logemann heeft een zoo breedvoerige uiteenzetting van de Indische situatie gegeven, dat de geheele middagzitting van de Tweede Kamer er door in beslag genomen is. Debat zal vol gen. De rede is ongetwijfeld een belang rijke bijdrage tot verheldering van den toestand en zij heeft het standpunt van de regeering zeer duidelijk gemaakt. Dat is niet geheel in overeenstemming geble ken met de inzichten van den in Neder land vertoevenden gouverneur-generaal Tjarda van Starkenborgh en daarom is hij gisteren afgetreden. Jammer, temeer omdat het geen principieel geschil betrof, maar alleen een verschil van meening over den te bewandelen weg en den toon van het staatkundig gezag. De G.G. wilde geen „besprekingen met daarvoor in aan merking komende Indonesische leiders, ter uiteenzetting van inzichten en voor nemens". die de regeering voornemens is te houden. Zij beschouwt zulke bespre kingen als uitvloeisel van haar bereidheid, om met de Indonesische nationalisten binnen het verband van het Koninkrijk samen te werken. Zij meent dat zij geen gezag prijsgeeft door zoo te handelen. Maar de afgetreden G.G., die op geen en kele wijze wou vooruitloopen op de een maal vastgestelde procedure voor een te houden Rijksconferentie, ziet dat er blijk baar wel in Ofschoon tot de in aanmer king komende Indonesische leiders niet de regeering-Soekarno behoort. Die is van 2ulke besprekingen uitgesloten. Minister Logemann heeft dat nog eens duidelijk verklaard. Onze regeering acht bespre kingen met het régime-Soekarno onwaar dig. omdat Soekarno zich vereenzelvigd heeft met het Japansche régime en vol strekt vijandig tegenover Nederland staat en onvruchtbaar, omdat hij als eenige op lossing de volstrekte onafhankelijkheid, buiten Nederlandsch rijksverband, ziet. De Engelsche regeering heeft de juist heid van dit Nederlandsche standpunt er kend. En er zij aan herinnerd dat Soe karno zelf positief geweigerd heeft en dat in grootsprakige bewoordingen, die meteen twijfel aan de beteekenis van zijn persoonlijkheid wekken om met Neder landers te onderhandelen. In haar verzekering, dat zij de loyale uitvoering van de toezegging van de Ko ningin van 6 December 1942 beoogt, is de Nederlandsche regeering nu nog iets ver der gegaan met haar beloften. Zij heeft verklaard dat zij niet alleen het optreden van een volksvertegenwoordiging met een substantieele Indonesische meerderheid maar ook de instelling van een daadwer kelijk kabinet, dat dus niet uit hooge be stuursambtenaren maar uit verantwoor delijke ministers zou bestaan, beoogt. Zij wenscht evenwel de rijksconferentie te houden en minister Logemann kon daar niet in andere opzichten op vooruitloopen. Hij heeft gezegd: „Wij zijn bereid het probleem van het Indische nationalisme in overleg en met wederkeerige waardee- ring en begrip op te lossen. Wij zouden dit al in vrede gedaan hebben als niet het Japansche politieke verraad nationa listische leiders ertoe verlokt had, een blinden weg in te slaan." Omtrent dit verraad is de minister dui delijk geweest. Hij heeft erkend dat hier te lande onvoldoende inzicht heeft bestaan in de intensiteit van de jeugdbeweging. In kenmerkend totalitaiTen stijl hebben de Japanners een verhit nationalisme bij de inlandsche jeugd gewekt, haar geestdrift ingegoten voor hun Aziatische idéé, haar blankenhaat bijgebracht en haar ge- militairiseerd. Is het niet een treffende nabootsing van Hitiers Europeesche be leid? Ja, Hitler is verslagen en Hirohito is verslagen, maar de nawerking van hun beleid is niet ten einde. Nergens ten einde. Het is volgens minister Logemann's opinie deze Japansche drijverij, die het régime-Soekarno heeft meegesleept. De republiek Indonesië is van Japansch maaksel. Hij heeft maarschalk Teraoetsji genoemd. Hij heeft opgemerkt, dat het zelfde in Burma en Indo-China en op de Philippijnen geschied is. Japan is bezet en Tokio onderworpen. Generaal MacArthur regeert. Maar de geesten, die zijn opge roepen, zijn nog niet bedwongen en de Japanner lacht in zijn vuistje als hij de gevolgen ziet. De minister heeft critiek op de bondge- nooten, met<yiame op Engeland, geoefend „tegen een achtergrond van groote waar deering" en erkennend, dat wij onze be vrijding in hoogen mate aan de Engel- echen danken. Het was niettemin critiek, vooral op de vertraging in het ontwape nen en evacueeren van de Japansche be zettingsmacht, op de nalatigheid in het handhaven van de orde zelfs in Batavia, op het gevoerde aarzelende beleid. Ge lukkig is de erkenning van het Nederland sche gezag, als het eenige wettige, nu dui delijk en onomwonden uitgesproken en de Engelsche regeering is niet doof gebleken voor de Nederlandsche vertoogen. In het algemeen blijft de toestand ern- etig. Maar er is vrijwat verheldering in ge komen. Bezetting van Bandoeng en Soe- rabaja is nu ook aangekondigd. Laat ons hopen dat het vooral en in de eerste plaats gelukken zal, de geïnterneerden in de kampen in veiligheid te brengen. Laat ons hopen dat met groote tact zal worden opgetreden door de militaire be velhebbers, dat bloedige botsingen ver meden zullen worden en dat het contact met die Indonesische leiders, die tot overleg over zelfbestuur binnen rijks- Bij zijn voortgezette verklaring wees minister Logemann Dinsdag in de Tweede Kamer erop, dat de kracht en het anti- Nederlandsche karakter van de door Ja pan ontketende revolutionnaire beweging is onderschat, omdat men onvoldoende in zicht heeft gekregen in intensiteit en om vang van de jeugdbeweging. De Japan ners hebben de jeugd volgegoten met verhit nationalisme, enthousiasme voor een groot O.-Azië en blankenhaat. Bo vendien heeft Japan hen gemilitariseerd. Daarnaast heeft men onvoldoende in zicht gekregen in de elementaire kracht der nationalistische verlangens. Japan heeft gepoogd in de verschillende O. Azia tische landen de groeikiemen voor een nieuwe Japansche Gr.O.Aziëpolitiek te bewaren. Dit hebben de leiders der re volutionnaire beweging waarschijnlijk ge weten, maar zij hebben toch gemeend uit bezoedelde handen de onafhankelijkheid te moeten aanvaarden. En waarheen ook de nu door hen gekozen weg moge leiden, stellig niet tot waarachtige, waardevolle nationale zelfstandigheid, noch tot natio nale gezondheid. Nu is Nederland wel bedacht geweest op het leveren van een bijdrage voor den oorlog tegen Duïtschland en Japan en voor het leveren van bestuursambtena ren, maar niet op strijd tegen Indone siërs Wel zijn de Nederlanders bereid hun bloed te offeren voor him bevrijding. En thans treft het juist, dat ook door de demobilisatie in O.Azië de Nederlandsche bevrijdingsmaatregelen in het gedrang zijn gekomen. De eerste bataljons zijn en kele weken later gegaan dan men heeft mogen hopen, maar nu mag ver wacht worden, dat het verschepingspro gram verder vlot zal verloopen. Er ligt echter in Indië niet alleen een Nederlandsche, maar ook een bondge nootschappelijke taak, n.l. het ontwape nen en evacueeren van de Japansche be zettingsmacht en het herstel van het wet tig gezag van den bondgenoot. De minister moet belaas uitspreken, dat Nederland de bondgenooten voor dien gcmeenschappelijken plicht niet gereed heeft gevonden en zelfs niet dan aarze lend bereid. Ook waren de plannen om over het geheele gebied van O. Indië te ontwapenen niet gereed. De regeering kan niet aanvaarden, dat men haar tegemoet voert, dat het conflict met de republiek Indonesia een interne aangelegenheid is. welker beslechting ligt buiten de taak van het geallieerd militair gezag. Geen oogenblik wordt ontkend, dat er in ons koninkrijk een probleem van het Indonesische nationalisme is, maar, zoo zeide de minister, wij waren gereed en bereid en wij zijn dat nog, om dit pro bleem op te lossen langs den koninklijken weg van overleg in wederkeerig begrip en waardeering met behoud van alle ze delijke waarden, die de historie voor beide naties, de Nederlandsche en de In donesische, heeft opgeleverd. De minister ontkende, dat de ongere geldheden op het eiland het gevolg wa ren van het optreden der Nederlanders. Want reeds toen de heer v. d. Plas in Ba tavia kwam, op een moment toen er noch Engelsche noch Nederlandsche troepen waren, vond hij een stad vol politieke op winding en, vooral des avonds, vol on veiligheid. Reeds toen liep het gezag over de jeugdige vrijscharen den leiders uit de hand. Dit behooren zij te bedenken, die van oordeel zijn, dat Nederlandsche troe penzendingen achterwege moesten blij ven. Ons wettig gezag gelooft in zijn recht en plicht, en het zou die laatste ernstig verzuimen, indien het zich niet van de middelen voorzag tot vestiging van orde en veiligheid. Over de kwestie van de krijgsgevange nen en geïnterneerden zeide de minister, dat ook deze zaak van den aanvang af niet is behandeld zooals wij zouden heb ben gewenscht. Verwarrende uitlatingen Er zijn vele verwarrende verklaringen verspreid, doch deze worden alle teniet gedaan door de openbare mededeeling van den opperbevelhebber, dat de Ned.- Indische regeering het eenige wettige gouvernement is. Naast de groote waar deering voor hetgeen de Britsche vrien den hebben gedaan wil de minister toch opmerken, dat het een zeer bedenkelijk Engelsch voornemen is geweest alleen de steden Batavia en Soerabaja te bezetten. verband bereid zijn, spoedig tot stand zal komen. Den lezer, voorzoover hij geen kenner van Indië is, geef ik denzelfden raad dien Ik mijzelf voorhoud: wees voorzichtig met oordeelen. Wij kennen Indië, zijn sfeer en zijn bevolking niet. Dat alles is geheel anders dan Nederland. Vergelij kingen met Europeesche volken en Euro peesche verhoudingen zijn wel erg ge makkelijk en leiden snel tot een dave rende opinie, maar hebben geen enkele waarde. Wij moeten ons laten voorlich ten door diegenen, die het beter weten dan wij en die kennelijk niet door voor oordeel of eigenbelang beïnvloe-d worden. Zoo zijn er genoeg: menschen die rustig en met kennis van zaken oordeelen. On bezonnen taal van ondeskundige lieden is niets waard. R. P. Die beperking hebben de Britten spoedig laten varen, maar zij had haar kwaad reeds gedaan. Bedenkelijk is eveneens, dat voor ontwapening der Japanners en hun wegvoering nog weinig is verricht en dat niet de hand is gehouden aan het naleven van de hun gegeven opdracht, dat zij verantwoordelijk waren voor dc-n goeden gang van het bestuur. Op tamelijk groote schaal zijn wapens en zwaarder oorlogstuig in handen van de vrijscharen geraakt, waardoor de situatie nog weer moeilijker is geworden. Ook heeft dit rampzalige gevolgen gehad voor de ver zorging en de veiligheid -der Nederlan ders. Daarom zijn krachtige vertoogen gericht tot de Engelsche regeering en hoewel deze daarvoor niet ongevoelig is gebleven, wordt niettemin met bezorgd heid de zeer langzame voortgang van za ken hier te lande gevolgd. Van den aanvang af is er van Engel sche zijde op aangedrongen door contact met nationalistische leiders te zoeken de politieke situatie te verlichten. De regee ring heeft dat van den beginne gedaan, maar wil niet met Soekarno onderhande len, ook omdat met hem geen gemeen schappelijke basis voor bespreking is te vinden, daar hij met niets minder dan volstrekte onafhankelijkheid genoegen neemt. (Vervolg op pag. 2) Stalin zond een brief aan Truman Volgens een bericht uit Washington van de New-York Times is Giomvko, dc am bassadeur van de Sovjet-Unie. die Maan- dag j.l. per vliegtuig uit Londen te Washington arriveerde. Dinsdag onver wacht naar Moskou vertrokken. Het blad ziet in dit feit een mogelüke aanwijzing van een ontwikkeling naar verbetering in de betrekkingen tusschen de Ver. Staten en de Sovjet-Unie. Het aangehaalde bericht meldde verder, dat. volgens aanduiding van het Witte Huis, Gromyko een bezoek aan president Truman zou hebben gebracht, en het voegde er aan toe: „Het verluidt, dat hij een brief van Stalin aan Truman zou heb ben gebracht. Zijn vertrek naar Moskou is een verrassing, aangezien hij, naar men meende, van plan was zijn functie te Washington te hervatten." Het woord is aan. Richelieu: Zet elk plan zoo door, alsof van het welslagen alles afhangt. IJMUIDEN Baggeraars besloten tot staking In een gisteren gehouden vergadering van arbeiders, werkzaam in het bagger bedrijf te IJmuiden, die door 50 man be zocht was. werd met op één na algemeene stemmen besloten, morgen in staking te gaan, indien niet alsnog aan hun wen- schen tegemoet wordt gekomen. De kans is groo:, dat de arbeiders in dit bedrijf werkzaam, in het geheele land het werk gaan neerleggen. Versche haring en een conflict Hedenmorgen was de eerste drifter met versche haring aan den afslag, echter geen Engelsche maar de KW 4, die 300 manden aanvoerde. Het schip werd door de eigen bemanning gelost, hetgeen niet naar den zin was van de havenarbeiders, die nu eenmaal van dit werk moeten bestaan. Er worden over dit geval besprekingen ge houden tusschen de betrokken organisa ties. In verband met de te verwachten verdere aanvoeren van versche haring is het te hopen, dat men tot een definitieve regeling van dit werk komt. Nog slechts één trawler naar zee Alhoewei het jongste conflict in het visscherijbedrijf geëindigd kan worden beschouwd, gaat het met het naar zee gaan der trawiers nog niet vlot. Alleen de KW 134. een kleine kustboot, is gisteren naar zee vertrokken. De eerste die naar zee zou gaan. was de Zwarte Zee IJMM, die gistermiddag half vijf van den kant ging De trawler bracht het niet ver, want bij het manoeuvreeren in de Visschers- haven is hij op een wrak gestooten en daarop vastgeloopen. Met veel moeite heeft men de boot los gekregen. Vermoe delijk zal een bodemonderzoek noodig zijn. alvorens de boot kan vertrekken. Ongetwijfeld zullen vandaag eenige trawlers uitvaren. Scheepvaart Alhier is binnengeloopen het Deensche vrachtschip Asnaes met een lading hos pitaal-barakken voor Amsterdam. Voor radio Herrijzend Ned. heeft een geallieerd officier het Britsche standpunt t. a. v. de gebeurtenissen in Ned. Indië uiteengezet en er daarbij op gewezen, dat door foutieve gegevens heel wat onrust is gewekt. Anderzijds moet worden ge constateerd, dat niemand een zoo sterke nationalistische beweging had verwacht te zullen aantreffen. Thans hebben we met de volgende factoren rekening te houden: 1. met den meesten spoed wor den versterkingen naar Java gebracht. 2. De Ned. autoriteiten en het Britsche op perbevel in de Stille Zuidzee zijn het eens over de te volgen gedragslijn. 3. dr. v. Mook heeft verklaard met de nationalis tische leiders te willen spreken als orde en rust is weergekeerd en de meenings- vrijheid is gegarandeerd. 4. De Indonesi sche bevolking is niet bekend met de be lofte van de Koningin van Dec. 1942. Ook dit brengt mede. dat een grootscheepsche voorlichtingsactie op Java zal moeten worden gevoerd. Spr. wees er verder nog op, dat in Gr. Brittannië ieder thans weet, dat het in Indië niet gaat om het dienen van impe rialistische doelen, maar om het helpen van een bondgenoot, die zich tijdens de donkerste uren schitterend heeft gedra gen. De achtergrond der Indische kwestie Een speciale A.N.P.-Anetacorr. vertefï, dat een groot aantal onderzoekingen heb ben uitgewezen, dat het grootste aantal van de ambtenaren, die op het oogenblik in de openbare diensten werkzaam zijn, de voortzetting van de Japansche terreur methoden, zooals door de Indonesische republiek wordt gedaan, verafschuwt. Zij zijn echter volmaakt hulpeloos en worden niet door de Geallieerden beschermd. Zelfs in het door de Geallieerden bezette Batavia zijn democratische en pro-geal lieerde Indonesiërs ontvoerd en sommige vermoord. Momenteel is er maar één par tij. die de andere overheerscht en de an dersdenkenden behandelt als de Gestapo en' de Japansche geheime nolitie Oneenigheid De republikeinen beweren niets te ma ken te hebben met de oorlogsverklaring van „Oemat Islam" Zij verklaren zelfs, dat deze partij en de Markas Barisan Ra- jat hun vijanden zijn. Volgens mededeeling van republikein- sche zijde heeft Pandit Nehroe de uitnoo- diging om naar Java te komen aanvaard Betreffende het hulpverleeningswerk van de Rapwi is door de republikeinen medewerking toegezegd. Aard en wijze van samenwerking met de Rapwi zal in een bijzondere regeling worden gepubli ceerd. Telegrammen uit Batavia en Bombay melden, dat de meeste vrouwen en kin deren in de omgeving van Batavia afge sneden waren van de Geallieerde strijd krachten en feitelijk als gijzelaar door de Indonesiërs worden vastgehouden. Onge veer 50.000 Nederlandsche vrouwen en kinderen zijn omsingeld door zeer opge wonden Indonesiërs, die naar verluidt, door de Japanners zijn opgezet, zoo be richten de telegrammen. Het Indo-Europ. Verbond heeft een ma nifest uitgegeven en daarin verklaard on voorwaardelijk te vertrouwen op het ko ninklijk woord van 6 Dec. 1942 en de toen gegeven richtlijnen zonder voorbehoud te aanvaarden. Soekarno schendt alle begin selen van oprechte democratie. Het Geallieerde hoofdkwartier heeft be kend gemaakt, dat er geen staat van oor log is tusschen Indonesiërs en Neder landers. Ook het radiostation van Ban doeng heeft het bestaan van zulk een oorlog ontkend. Het betreffende pamflet, waarin deze „oorlogsverklaring" werd bekend gemaakt, zou door extremistische jongeren zijn verspreid om ongeregeld heden te veroorzaken. Het radiostation maakt propaganda voor dienstneming in het Indonesische „vredesleger". Bekend geworden is, dat de Jappen op Bali tusschen 6 en 11 October de macht aan de nationalisten hebben overgedragen. Een nieuw radiostation Solo is met uit zenden begonnen. Hatta heeft aan Un. Press verklaard, dat hij op 9 Oct een officieel request heeft gericht tot den geallieerden opperbevel hebber op Java, om nieuwe landingen van Nederlandsche troepen te verbieden, de reeds aanwezige te verwijderen en de Nica-werkzaamheden te staken tot de In donesische kwestie door een comoetent internationaal lichaam is behandeld 5000 krijgsgevangenen en geïnterneerden in Singapore hebben zich voor eiken dienst op Java. ook m'i;+airen. aangeboden. Doodvonnis voor van Genechten Mr. R. van Genechten Is ter dood ver oordeeld met ontzegging van het actief en passief kiesrecht en het recht tot het be kleeden van ambten. Het recht tot 't aan- teekenen van cassatie werd toegestaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1945 | | pagina 1