IJmuider Courant
Het Gebouw
Beschuldigingen
tegen 24 oorlogsmisdadigers
Overeenstemming tusschen
Kabinet en Kamer
De nieuwe bonnen
60c Jaargang Xo. 18157
Bureaux: Kennemerlaan 154,
IJmuiden - Telefoon 5437
Te Haarlem: Gr. Houtstr. 93
Telefoon 10724.
Kennemer Editie van Haarlems Dagblad
Directeur-Hoofdredacteur: Robert Pcereboom
Vrijdag 19 October 194®
Uitgave van de stichting
Voorlichting te Haarlem.
Abonnementen: p.week 31 cf,
per kwartaal 4.
DR. H. J. Reinink draagt een langen
titel. Hij is namelijk waarnemend
secretaris-generaal van het departement
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen, Hij heeft voor Herrijzend Nederland
ever de verhouding tusschen Kunst en
Overheid gesproken en gelukkig niet ge
zegd, dat kunst geen regeeringszaak is.
Van deze zonderlinge zegswijze, gevolg
van de verkeerde uitlegging van een
woord van Thorbecke, zijn wij hopelijk
voorgoed verlost. Zij heeft narigheid ge
noeg veroorzaakt. Thorbecke heeft haar
nooit geuit en bovendien is hij al drie
kwart eeuw dood.
De hooge ambtenaar, die nu voor de
m icrofoon stond, zei eigenlijk het tegen
overgestelde: Kunst is wèl regeeringszaak.
De regeering is zich meer dan ooit tevo
ren het lot van het Tooneel gaan aantrek
ken Het moet los staan van beperkingen,
veroorzaakt door exploitatielasten en
daarom moet de gemeenschap deze lasten
dragen. Dat zijn geen geringe uitspraken.
Van den acteur wordt daartegenover ver
wacht, dat hij van harte zal meewerken
het beroepsideaal hooger stellen dan
persoonlijke belangen. Mr. Reinink ge
bruikte er wel een aardig beeld bij: Wij
staan midden in den opbouw, ook op het
gebied der Kunst en een gebouw in wor
ding levert nooit een schoon aspect op.
Als iedereen zijn beste krachten geeft, zal
Nederlands kunsttempel evenwel schoo
ner dan tevoren herrijzen.
Het is niet dan na eenige aarzeling dat
Ik hieraan een beschouwing verbind, die
wel eenigszins den indruk van een dom
per moet maken. Dompers zijn onprettige
dingen. Maar met geen mogelijkheid kan
lk dezelfde waarde aan deze rooskleurige
«verheids-voorspellingen toekennen, als
er aan verbonden zou zijn indien zij
bijvoorbeeld in het jaar 1928 waren geuit.
Het jaar 1928 noem ik vanwege de schrille
[tegenstelling. Toen was Nederland rijk.
Het leefde bovendien in een hoogconjunc
tuur. Het was zeer krenterig met subsidies
voor de Kunst, ofschoon de kunstenaars,
gesteund door vele dagbladen, hun uiter
ste best deden om daar verbetering in te
brengen. Nu is Nederland arm. Straatarm.
Het verkeert in een laagconjunctuur van
de meest grimmige soort, die zich even
wel aan vele menschen nog niet voldoen
de geopenbaard heeft. Binnenkort zal zij
dat doen. IJet is geen onvriendelijkheid,
hen daarop voor te bereiden. Hopelijk zal
het Tooneel een beetje meer aandacht ge
nieten dan vroeger, maar van de finan-
cieele uitdrukking van die aandacht heb
ik geen hooge verwachtingen. Want er zal
niet veel zijn. De spoeling zal erg dun
wezen.
Het is waar dat een gebouw in wording
nooit een schoon aspect oplevert. Maar
het wekt groote verwachtingen. Die ver
wachtingen, gepaard aan den ijver om te
vernieuwen en te verbeteren, wat vroeger
r<j tekortschoot, worden door velen te hoog
gesteld. Men maakt plannen voor de in
richting van het gebouw, die niet met de
beschikbare middelen overeenkomen. Er
worden ook decoraties bedacht, die ten
deele overbodig zijn en die straks te kost
baar zullen blijken, zoodat men ervan zal
moeten afzien. Die overbodigheid geldt
niet voor subsidies aan het Tooneel, wel
ker beteekenis ik evenzeer van harte er
ken als bijvoorbeeld die van de subsidies
voor de orkesten. Maar een sprekend
voorbeeld is onlangs aangeduid in den
kostbaren opzet van een Regeeringsvoor-
liehtingsdienst, waaraan slechts in be
perkten vorm een werkelijke behoefte be
staat.
Dit soort royaliteit zal niet blijvend zijn.
Als men straks in Den Haag begrootingen
gaat maken en nog meer als men reke
ningen begint vast te stellen zal de
noodzaak blijken om zwaar in te binden.
Niet alleen op hoofdstukken als de hier
genoemde, maar ook op alle andere. Want
's de toestand al zoo, dat de uitgaven
enkele afzonderlijke departementen
hooger zijn dan het totaal van een staats-
begrooting uit de dertiger jaren. Dat kan
too niet voortgaan. Instede van de enorme
staatsschuld te vergrooten, zooals dat nu
geschiedt, zal Nederland ertoe moeten
tomen de tering naar de nering te zetten.
Het is een thema dat weinig bezieling en
kan wekken, maar het zal on
vermijdelijk aan de orde komen. De belas-
llngbetaler, op wiens medewerking zulk
een geducht beroep zal worden gedaan
o «1 heeft minister Lieftinck de noodzaak
-tvan een „belastinggrens" erkend zal
edit ook met eenig recht eischen. Wij zijn
niet van de oorlogseconomie in de
vredeseconomie, met haar pijnlijke Testric-
lies, haar braafheid en haar degelijkheid,
teruggekeerd. Velen leven nog in de sfeer
'•van het boud-gesproken woord, dat geld
feen waarde meer heeft. Zij zullen.er af-
'sitand van moeten doen.
Toen minister Lieftinck onlangs een
>eroep op de spaarzaamheid van het Ne-
flerlandsche volk deed, heb ik opgemerkt
>dat de minister van Financiën een strijd
(op twee fronten zou moeten voeren. Want
lij zou ook de spaarzaamheid van de over
bid moeten organiseeren. Dit doel is nog
niet bereikt. En er worden ontzaglijke uit-
laven vereischt voor Indië, voor aankoo-
pen van voedsel in het buitenland, voor
'■fen opbouw en voor steun aan oorlogs-
1 slachtoffers.
De Nederlandsche Staat zal niet van
ijn schulden kunnen gaan leven. Laat
ons voorbereid zijn op hetgeen komende
s en de realiteit pogen te zien. R. P.
De acte van beschuldiging tegen vieren
twintig nationaal-socialistlsche leiders, indi
vidueel zoowel als leden van zes Duitsche
organisaties, die verantwoordelijk waren
voor de samenzweringen en oorlogsmisdaden,
welke Duitschland naar den ondergang voer
den en tot verwoesting leidden in naburige
landen, is gepubliceerd. De beschuldiging
omvat vier punten, die de geschiedenis van
de Duitsche agressie behandelen: lo. het al-
gemeene plan van de samenzwering; 2o. de
misdaden, gericht tegen den vrede; 3o. de
oorlogsmisdaden; 4o. de misdaden tegen de
menschheïd.
De beschuldigingen hebben een driedeelig
aanhangsel, nl. over de persoonlijke verant
woordelijkheid, over de misdadigheid van
groepen en organisaties en de misdaden,
welke tegen internationale verdragen werden
gepleegd.
De vierentwintig personen zijn: Göring, die
tot opvolger van Adolf Hitler werd aange
wezen: Hess, Hitiers afgevaardigde. Von
Ribbentrop; Robert Ley, Keitel, Kaltenbrun-
ner. Rosenberg, Hans Frank, Frick. Julius
Streicher, Walter Funk, Hjalmar Schacht,
Gustav Krupp, von Bohlen und Halbach, ad
miraal Karl Dönitz, admiraal Erich Rader,
Baldur von Sehirach, Fritz Sauckel, generaal
Alfred Jodl. Martin Börmann, Von Papen,
Seyss Inquart. Albert Speer, Von Neurath
en Hans Fritsche.
De zes met name genoemde organisaties
zijn: „de Reichsregierung", het corps van
politieke leiders van de N.S.D.A.P., de SS,
inbegrip van den SD, de Gestapo, de SA,
de generale staf en het opperbevel van de
Duitsche gewapende macht.
Alle verdachten zijn persoonlijk verant
woordelijk voor hun eJgen daden en voor
alle daden, welke door andere personen bij
de uitvoering van plan tot samenzwering
werden verricht.
Seyss-Inquart
Seyss Inquart heeft zijn persoonlijken in
vloed. op een zoodanige wijze gebruikt, dat
hij in bezitneming van Oostenrijk en ver
sterking van het toezicht door.de samenwer
kende nationaal-socialisten op dat land heeft
bevorderd. Voorts luidt de beschuldiging, dat
hij deel nam aan politieke toebereidselen en
voorbereidingen van de nat. soc. samenzweer,
ders voor aanvalsoorlogen en oorlogen, die
in strijd waren met internationale verdra
gen, overeenkomsten en verzekeringen. Hij
machtigde lieden tot en nam zelf deel aan
oorlogsmisdaden. Voorts nam h»j deel aan
misdaden, begaan ten aanzien van personen
en eigendommen.
Groote Drie niet bijeen
President Truman heeft medegedeeld,
dat er niet wordt overwogen een nieuwe
bijeenkomst der „groote drie" te houden
om uit de impasse te komen die uit de
conferentie van ministers van buitenland-
sche zaken te Londen ontstaan is.
De Bngelsehe Minister-President Attlee bracht een dezer dagen een
bezoek aan Walcheren, waar hij zich volledig over dc herstelwerk
zaamheden liet inlichten. Van links naar rechtsGeneraal-Majoor
Kruis en Minister-President Attlee.
Het woord is aan..
L u c a n u s:
Volharding verheugt zich
in moeilijkheden.
Conflict met G.G. van principieelen aard
In een uiterst kalme vergadering, liep
Donderdag het debat over Indië ten einde.
Alles te samen gevat, kan gezegd, dat er
over bijkans geheel de linie tusschen ka
binet en Kamer overeenstemming met be
trekking tot het probleem Nederland
Indië bleek te bestaan. Daarom had b.v.
de heer v. Poll (R.K.) afgezien van in
diening eener motie van instemming met
het Regeeringsbeleid.
De internationale kant, verbonden aan
de verwikkelingen, die zich in Indië voor
doen, gaf ook mr. Joekes (V.D.) aan
leiding kritiek te uiten op het beleid van
onze bondgenooten, speciaal de Engel-
schen, die zich z.i. aan een teleurstellende
traagheid hadden schuldig gemaakt, ter
wijl mr. Rutgers v. Rozenburg
(C.H.) den opeens uitgeoefenden aandrang
om met de Indonesische nationalisten te
spreken, niet in overeenstemming met
onze souvereiniteit noemde. Van minister
Logemann kreeg deze spr. te hooren,
dat er van zwichten voor Britschen aan
drang geen sprake was geweest, aangezien
de Regeering haar eigen motieven had
voor een soortgelijk beleid als onze En-
gelsche vrienden ons meende te moeten
aanbevelen. Overigens voelde de bewinds
man zich geroepen het voor de Britten in
zooverre op te nemen, dat hij nog eens
speciaal de aandacht vestigde op
de onverwachtsche moeilijkheden, o.m.
wat transport-gelegenheid en mili
taire machtsmiddelen aangaat. voor
onze bondgenooten, door de plotselinge
ineenstorting van Japan ontstaan. Ook
wekte de minister een beter begrip voor
de Australische houding. Juist door den
door ons uitgeoefenden aandrang om we
gens den kritieken toestand spoedig iets
op militair gebied te ondernemen, hebben
<3e Engelschen het er maar op gewaagd te
landen, al beschikten zij toen slechts over
een geringe troepenmacht. Op Java zijn
ruim 35.000 en in heel den Archipel een
goede 100.000 Japanners. Natuurlijk maak
te de Minister gewag van de jongste ver
klaring van den Britschen premier, waar
uit blijkt, dat deze bepaald de zijde van
het wettig gezag heeft gekozen.
Het lag voor de hand, dat de Minister
nogmaals wenschte te onderstrepen, dat
hij het ernstig verlangen koestert deze
crisis te boven te kunnen komen zonder
gewapende botsing, al vreest hij wel dat
de chaos op Java krachtig politieel op
treden zal vereischen. Voor hem blijft in-
tusschen praten de voorkeur houden boven
het slechts met geweld willen neerslaan
van het verzet. Dit praten zou moeten
geschieden met mannen, die bereid blijken
het wettig gezag te aanvaarden. Praten,
zoo vernamen wij nog, wil geenszins zeg
gen: het doen van bindende beloften, Den
wetgever zal men niet passeeren
Het een zevental punten bevattend sche
ma van onderwerpen, waarover It. G. G.
van Mook mag gaan praten, moet men
alleen zien als ontvouwing van een. als
het kan, te volgen Regeeringsbeleid. Op
de vraag van den heer Stokvis (S.D.).
wat te verstaan valt onder het Indië dat
zelfstandigheid zou krijgen binnen het
Rijksverband, kreeg deze te hooren. dat de
Minister, die op de adviezen van de Rijks-
conferentie niet wilde vooruitloopen, hem
dezen primeur niet kan geven! Mr. Wen-
d e 1 a a r (Lib.) kreeg nog te hooren, dat
er tusschen de Regeering en jhr. Star-
kenborgh een principieel verschil
bestaat omtrent de aan de nationalisti
sche beweging toe te kennen waarde en
de daartegenover in te nemen houding.
Vandaar de botsing. E. v. R.
VELSEN
Bioscoop en Hotel „De Pont"
Naar aanleiding van de heropening van.
bioscoop „De Pont" op 29 October a.s.
kunnen wij mededeelen, dat de besde ge
bouwen, zoowel de bioscoop als het hotel,
hetwelk langen tijd als Ortskommandantur
dienst deed. door de Duitsche bezetting
ernstig te lijden hebben gehad.
Behalve het interieur van de bioscoop,
dat schandelijk is verwaarloosd, was het
met de projectie-apparatuur ernstig ge
steld. „De Pont" bezigde een z.g. achter
projectie, doch de Duitschers apprecieer
den blijkbaar een normale projectie en
bouwden de apparaten daartoe om. Met
alle mogelijke moeite en groote zorgen
door materiaalschaarschte wordt thans ge
tracht het geheel in den ouden toestand
terug te brengen. Ook met de restauratie
van de bioscoopzaal gaat het tamelijk vlot.:
Deze is toevertrouwd aan den heer
Berghuis, aannemer.
Wat de hotelruimte betreft, deze heeft
niet zoo veel geleden, hoewel hier en daar
natuurlijk de sporen van misbruik niet
ontbreken Doch de cafézaal is er slechter
aan toe. Reeds is veel wat „ingebouwd"
was. weggebroken. Van hei meubilair, dat
bij de algeheele evacuatie grootendeels
elders kon worden opgeslagen, komt ge
lukkig veel terug. Alles wordt er op gezet
om zoowel de bioscoopruimte als het café
tijdig in zoodanigen staat te brengen, dat
einde dezer maand de deuren van beide
lokaliteiten voor het publiek zullen wor
den geopend, wat ongetwijfeld in een be
hoefte zal voorzien.
IJMUIDEN
De „Hornrif" In IJmuiden 1
Na een verblijf van 5J/£> jaar in Enge
land is de stoomtrawler Hornrif in IJmui
den aangekomen. Dit is de 23e trawler
die thans voor de-visscherij beschikbaar
is. De trawler gaat echter eerst naar Am
sterdam om aldaar een belangrijke ketel
reparatie te ondergaan. In Amsterdany
worden bovendien de Vikïngbank en da
Maria Elizabeth voor de visscherij klaar
gemaakt.
Afgebroken reizen
De KW 173 moest de reis ondei breken ir£
verband met een ontvangen radiobericht,
dat melding maakte van een ernstig ziek
tegeval in het gezin van den schipper.
Groote vangsten van wijting
De dagschokkers brengen de laatste
dagen veel wijting aan. Deze wijting ia
een geliefkoosde prooi voor de kabeljauw,
die dan ook achter de scholen wijting aan
zwemt, met het gevolg, dat de schokkers
niet alleen wijting, maar ook kabeljauw
vangen. In normale tijden werd zoo dicht
onder de kust geen kabeljauw gevangen,
zoodat niet alleen in de maatschappij vaU
den mensch, maar ook in de visschen-
wereld abnormale dingen gebeuren. Ook
al tengevolge van den oorlog.
Voor de week van 2127 October zijn
geldig:
Alle bonkaarten 511:
744 250 gram gort enz.
745 100 gram vermicelli, pudding
poeder, enz,
746 200 grapt zout
747 100 gram cacaopoeder
748 125 gram jam
749 100 gram gedr. zuidvruchten
Bonkaarten 511 a, b, c:
727 250 gram peulvruchten
Tabakskaarten:
02 1 rantsoen import-sigarettefl
a 774 2 liter melk
b 774 3»/s liter melk
c 774 3V2 liter melk
d 774 6 liter melk
a, b, c, d 775 100 gram vleesch
a, b, c, d 776 1 K.G. aardappelen
a, b, c 777 2 K G. aardappelen
b 778 1 K.G. aardappelen
Bovengenoemde bonnen kunnen reeds op
Vrijdag 19 October van des middags 12
uur af worden gebruikt, met uitzondering
van de bonnen voor melk en aardappelen,
waarop eerst met ingang van Maandag
22 October mag worden afgeleverd.
Bij deelneming aan de maaltijden van
de centrale keukens moeten de bonnen a,
b, c, of d 775 voor vleesch en a, b of c 77T
voor aardappelen worden ingeleverd.
Men moet er rekening mee houden, dat
de cacaopoeder niet bij alle leveranciers
onmiddellijk verkrijgbaar zal zijn. Er zijn
moeilijkheden gerezen, waardoor de pro
ductie is vertraagd. De bon bljjft geldig
tot en met 10 November.
ZelfveTZorgers voor graan, vleeisch, melk
of aardappelen moeten inleveren resp. de
bonnen voor brood, vleesch, melk of
aardappelen.
In de Distributiecourant, die dezer da
gen uitkwam, is gemeld, dat er 150 gram
vleesch gegeven wordt. Wij vernemen dat
het wel de bedoeling was 150 gram te ver
strekken. maar op het laatste oogenblik is
daarin wijziging gekomen, zoodat het
rantsoen op 100 gram gehandhaafd blgft»