JextieldLstii&utie
wordt eenvoudiger
Nederland
De toekomst der beschaving
Met ingang van 10 December a.s. wordt
de textieldistributie vereenvoudigd. Dan
zal onder- en bovenkleeding kunnen wor
den gekocht op door den distributiedienst
te verstrekken punten, dus zonder bereid
verklaring. De bereidverklaring blijft
echter gehandhaafd voor het aanschaffen
van huishoud- en woninginrichting-arti
kelen, schipperstruien en derg.. bedrijfs-
en vakkleeding. Zulk een verklaring zal
pas mogen worden afgegeven nadat de
distributiedienst hoeft vastgesteld voor
•welke artikelen betrokkene in aanmer
king komt. Hierdoor wordt dus een vlot
tere wijze van verdeeling bereikt, helaas
nog geen uitbreiding van het aantal te
verkrijgen goederen.
Kousen in distributie.
Onder de aan ons land toegewezen Ame-
rikaansche goederen bevindt zich een par
tij kousen. Deze zijn weliswaar niet van
het maaksel en de kwaliteit, welke men in
ons land gewoon is, maar de kousennood
heeft geleid tot het besluit deze partij toch
in distributie te brengen. Zij zullen voor
zoover het ongeminderde kousen betreft
op een aan te wijzen bon van de textiel-
kaart zonder inlevering van punten ver
krijgbaar worden gesteld. Voor cotton-
kousen uit binnenlandsche productie zal
men echter vier punten moeten geven.
Een nieuwe
W achtgeldregeling
De minister van Sociale Zaken heeft
een nieuwe wachtgeldregeling vastgesteld
die <>p 1 Januari 1946 in werking 2al tre
den.
Volgens deze regeling is het normale
overheidssubsidie in wachtgelden, door
ondernemingen aan haar personeel ver
strekt, op 60 vastgesteld. Ondernemin
gen, die thans reeds subsidie genieten,
behouden ook na 31 December 1945 voör-
loopig aanspraak daarop, zonder dat zij
een nieuwe aanvrag-2 hebben ingediend.
Echter is bepaald, dat men, om na 31
Maart 1946 subsidie te kunnen ontvangen,
een daartoe strekkend verzoek vóór 16
Januari 1946 op de gebruikelijke wijze
moet sndienen bij den directeur van het
betrokken gewestelijk arbeidsbureau.
De nieuwe regeling wordt overigens
reeds met ingang van 1 Januari 1946 voor
alle subsidie genietende ondernemingen
van kracht Met name vervallen van dien
datum af de hoogere uitkeeringsbedragen
en de hoogere subisfdiepercentages (boven
60 die tot nu toe gegolden hebben.
Hoogere subsidies dan de normale ech
ter. die toegekend zijn in verband met
den financieelen toestand eener onderne
ming, blijven voorloopig gelden. Ook deze
verlenging geldt evenwel slechts tot en
met 31 Maart 1946, terwijl men daarna
slechts voor een meer dan normaal sub
sidie in aanmerking kan komen, indien
een desbetreffende aanvrage vóór 16 Jan.
1946 is ingediend.
Roovers gaven zich uit
voor S.D.-ers.
De procureur-fiscaal bij het bijzonder
gerechtshof te 'e Gravenhage deelt mede,
dat op zijn last zijn gearresteerd de aan
nemer Reinder Zwolsman, 33 jaar en de
45-jarige Jan van Soest. Deze arrestaties
staan in verband met roofovervallen, ge
pleegd door een groep personen, die zich
daarbij uitgaven als behoorende tot den
S. D. Verdere arrestaties hebben niet
plaats gehad.
Rijwielen niet banden.
De distributiediensten zullen binnen
kort bekend maken op welke dagen aan
vragen voor rijwielen met banden kunnen
worden ingediend. In aanmerking komen:
le. practiseerende artsen, vee-artsen, wijk
verpleegsters, verloskundigen en invali
den voor zoover hun werk belangrijk is
voor den wederopbouw en de voedselvoor
ziening; 2e. personen die belangrijke
werkzaamheden verrichten ten behoeve
van den wederopbouw of de voedselvoor
ziening. Aanvragen, op welke niet on
middellijk een bon kan worden verstrekt,
vervallen niet, doch worden later in be
handeling genomen. Er behoeft dus niet
telkenmale een nieuwe aanvrage te wor
den ingediend.
Onderzoek naar de
stemmenverdeeling
In „Elsevier's Weekblad" Is het resul
taat van een opinie-onderzoek gepubli
ceerd, waaraan het volgende is ontleend:
Een groot aantal menschen werd ge
vraagd, welke partij zij bij de komen
de verkiezingen hun stem zouden geven,
hetzij aan een reeds bestaande, hetzij
aan een nieuwe partij of groepeering.
Hierbij bleek dat ongeveer een vijfde
deel der gevraagden geen besluit kon
nemen. Zij, die wel weten wal zij wil
len, voelen zich voor twee-derde tevre
den met de oude partijen, een derde
wenscht iets nieuws. Het stemmenverlies
van de diverse partijen ten gunste van
de nieuwelingen en de communisten zou
volgens deze statistiek (in procenten van
het kiezersaantal} bedragen: S.D.A.P. 3,
R K.S.P. 7, A.R. Partij 4, Christ. Hist. 5.
De communisten zouden een win6t van
2 pCt. boeken.
Op 10 Dcc. zullen ook nieuwe artikelen
op de 15 aangewezen punten van de tex-
tielkaart kunnen worden gekocht, n.l.:
bedjasjes en bedschoencn; blouses voor
dames en meisjes alsmede voor jongens
tot 15 jaar: blouse-beschermers; boven
kleeding voor kinderen van 0—3 jaar:
coins de feu; gebreide vesten, pullovers,
slipovers en truien voor dames, heeren,
meisjes en jongens: gebreide blazers voor
kinderen tot 15 jaar; mantelcostuums, on
derblouses; onderkleeding voor babies
(01 jaar); onderkleeding van kunstzijde
voor kinderen van 115 jaar; overhemden
met vasten boord; pantalons voor heeren
en jongens (3 jaar en ouder); peignoirs,
kimono's en kamerjassen, regencapes,
regenjassen en regenmantels van kunst
zijde; rokken voor dames en meisjes (3
jaar en ouder); schorten voor kinderen
tot 15 jaar.
Deze artikelen zijn nog geenszins volop
in de winkels verkrijgbaar. Indien deze
goederen echter in voorraad zijn. mogen
deze gekocht worden op de punten van
de textielkaart. Van verschillende van
deze artikelen is ook de puntenwaardee-
ring verlaagd.
Centrale sportschool
op komst.
Dezer dagen maakten wij melding van
de instelling van een Rijksdienst voor de
lichamelijke opvoeding en de sport. De in
stelling van dezen dienst beteekent een
grooten stap in de richting van een her
ziening en uitbreiding van de regeerings-
bemoeiïngen met de vraagstukken, die
zich op dit terrein voordoen.
Wat de schooljeugd betreft, is een ver
wezenlijking van deze doelstellingen bin
nen afzienbaren tijd te verwachten, dank
zij de voortzetting van de werkzaamheid
van de Inspectie voor de lichamelijke op
voeding binnen schoolverband. Buiten
schoolverband zijn het de jeugdvereni
gingen, waarmee de Rijksdienst contact
zal onderhouden. Voor politie, brandweer
en militairen te land en ter zee worden
speciale plannen beraamd in overleg met
de betreffende ministeries. Studiemate
riaal wordt verzameld voor de organisa
tie en uitbouw van de lichamelijke opvoe-
ding in bedrijfsverband.
Via de overkoepelingsorganisatie, die nog
in statu nascendi verkeert, zal contact
worden onderhouden met de sportbonden.
Hierbij zal bijzondere aandacht worden
geschonken aan de vorming van sportlei
ders. Binnen dit kader hoopt men te ko
men tot verwezenlijking van de plannen
tot stichting van een centrale sportschool.
Minister van der Leeuw over de Onderwijsvernieuwing
De minister van onderwijs, prof. dr. G.
v. d. Leeuw, hield Vrijdagavond „op de
brug" een rede over de toekomst van de
Nederlandsche beschaving. Wij bevinden
ons zoo zei de minister ook in cul
tureel opzicht in een noodtoestand.
Het Nederlanderschap moet meer zijn
dan een quaestie van den burgerlijken
stand die vanzelf spreekt en waarvoor
men in oorlogstijd warm loopt, het is een
ideaal en een overtuiging. An
ders dreigt de winst van dezen oorlog
verloren te gaan.
Alleen een gepast gevoel van eigen
waarde, een sterk gevoel van wat „Neder
lands geestesmerk" is, kan aan de be
schaving karakter verleenen. Daarom is
het toe te juichen dat het Nationaal In
stituut (onder voorzitterschap van Prins
Bernhard) waarin de meest uiteenloopen-
de geestesrichtingen vertegenwoordigd
zijn, zich in het bijzonder tot taak heeft
gesteld de verlevendiging en verheffing
van ons nationaal bewustzijn.
De tweede voorwaarde waaraan moet
worden voldaan, zal onze beschaving een
toekomst hebben, is de gezondheid van
het gezin.
De school moet aanvullend optreden,
maar een aanvulling die van het grootste
belang is.
De vernieuwing van het onderwijs.
Waar blijft die? vraagt men. De minister
antwoordt: Ik kan u verzekeren dat er
hard gewerkt wordt. Het is echter ge
makkelijker over deze materie brochures
te schrijven en te debatleeren dan een
nieuwe wettelijke regeling tot stand te
brengen. Natuurlijk, dit laatste moet ge
schieden en ik zal er met alle kracht naar
streven. Maar ik wil er hier toch op wij
zen dat geen wettelijke regeling, hoe
voortreffelijk ook, de vernieuwing van
het onderwijs tot stand kan brengen. Zij
kan slechts kanaliseeren wat op het oogen
blik als een levende stroom vloeit. Deze
stroom moet nog veel breeder en dieper
worden. De vernieuwing van het onder
wijs moet tenslotte tot stand komen in
de geesten van hen die het geven en hen
aan wier kinderen het wordt gegeven.
Daarom is elk experiment op onderwijs
gebied, mits wel overwogen, waardevol,
ook al omdat het aantoont wat in de
bestaande wettelijke Tegeling aan ver
nieuwing in den weg staat. Hoe meer dus
de scholen en hun leerkrachten de ver
nieuwing practisch ter hand nemen, hoe
spoediger zij tot stand zal komen. Daar
bij zullen nog twee dingen blijken. Voor
eerst dat elke vernieuwing behoort te
beginnen bij de opleiding der leerkrachten
zelf. Aan de opleiding van leeraren en
onderwijzers zal dan ook de meeste aan
dacht moeten worden besteed. In de twee
de plaats zal, naarmate men tracht ook
reeds binnen het bestaande kader tot een
zekere mate van vernieuwing te geraken,
blijken dat elke school wordt tot een
levend lichaam inplaats van een „inrich
ting van onderwijs". En wanneer dit ge
meenschapsgevoel op elke school groeit
en de jongens en meisjes er even geest
driftig over spreken als over hun voetbal
club en hun padvinderspatrouille, zijn wij
een heel eind verder.
Het derde milieu is waarin de jeugd
zich zelf opvoedt, het belang der ver
schillende jeugdvereenigingen. De over
heid heeft hier alleen een taak' van coör
dinatie en bemiddeling. De minister ver
telde hoe hij in Engeland een demonstra
tie van jeugddansen heeft bijgewoond.
Daarvoor had hij veel waardeering. Hij
zou er graag de moderne dancing voor
willen ruilen.
Ook op het gebied van kunst is veel te
doen. Men weet wel van Beethoven, maar
men luistert naar een Amerikaansch lied
je. Men kent de groote namen van het
tooneel, maar men neemt genoegen met
de eerste de beste film. Dit is zeker niet
alleen de schuld van het volk, de kunst
is veel te veel geworden een bedrijf van
en voor kunstenaars en hun bewonde
raars.
Men heeft te veel vergeten dat popula-
rietit niet noodzakelijk een bewijs van
artistiek onvermogen behoeft te zijn, in-
tegendeel. Een zeer geleerd en zeer objec
tief musicoloog zeide mij onlangs, dat aan
muziek, die niemand kan nafluiten, hoe
belangwekkend ook, toch iels mankeeren
moest. Gelukkig is hier veel aan het ver
beteren, ik denk hier aan onze nieuwste
dichtkunst, die vaak zoo eenvoudig is dat
een kind haar begrijpen kan. Ik denk ook
aan hel sterk toegenomen bezoek van
concerten en schouwburgen.
Het 2al echter noodig zijn, dat ook hier
de overheid optreedt, niet om voor kunst
te zorgen, maar wel om te bevorderen,
dat de kunst van allerlei soort ongehin
derd tot het volk kan komen. De minis
ter denkt hierbij vooral aan het 6treven,
waaraan op het oogenblik hard wordt
gewerkt, om de goede kunst ook in de
niet centraal gelegen deelen van ons land
een kans te geven.
Een subsidie van overheidswege is niet
een extra'tje, dat de staat afschuift om
het kunstliefhebbers naar den zin te ma
ken, maar de noodzakelijke financiering
van ons aller cultureel bezit.
Tenslotte wees de minister op het be
lang van de bevordering van de weten
schap.
De schoenen
Verioachtingen
Uit den Haag wordt gemeld, dat ver
wacht wordt dat iedere Nederlander eind
1946 een paar schoenen zal hebben ver
kregen.
Tot 1 October zijn in ons land 1.500.000
paar schoenen gemaakt. Thans bedraagt
de productie 350.000 paar per maand. Ge
hoopt wordt dat die tot 600.000 paar kan
worden opgevoerd.
Aanklacht
tegen Driemanschap
Besluit vctn de G.A.C.
Naar „De Gelderlander" meldt, heeft de
Groote Advies Commissie van de Illega
liteit in haar jongste zitting het besluit
genomen een aanklacht bij het Bijzonder
Gerechtshof in te dienen tegen de heeren
prof. dr. J. E. de Quay, mr. J. Linthorst
Homan en mr. L. Einthoven, in hun kwa
liteit van leiders van de Ned. Unie.
helpt Indië
Radio-rede
van Prinses Juliana
Prinses Juliana heeft Vrijdagavond een
radiorede gehouden over de hulpverlee
ning aan Indië. Na den overval op Neder
land is Indië als één man opgestaan ora
hulp te bieden en werd een bedrag van
bijna 3 millioen .gulden bijeengebracht
voor de oorlogvoering en de slachtoffers
in Nederland. Nu past ons zoo zei da
Prinses in Nederland slechts één ant
woord en dat is met de grootste eens
gezindheid en in algemeene samenwerking
en met inspanning van alle krachten nu
datgene tot stand te brengen, waar do
land- en rijksgenooten in Indië op reke
nen en op wachten.
Vervolgens zette de Prinses uiteen hoe
de hulpverleening geregeld is. De regee
ring neemt een groot deel voor haar
rekening, maar ook voor het comilé „Ne
derland helpt Indië" ligt een taak die
schier bovenmenschelijk groot rs. gezien
de nooden, welke te lenigen zijn en de
middelen, waarover wij na deze vijf jaren
van bezetting de beschikking hebben.
De Prinses wees op hetgeen het Roode
Kruis en de vereenigingen „Oost en West"
en Simavi hebben gedaan en nog doen.
Krachtig werden de luisteraars opge
wekt „Nederland helpt Indië" te steunen.
..Wij weten, dat geen gift te groot, geen
gebaar te royaal, geen hulp te overdadig
kan zijn Wij weten, dat wij hun, die
hier in hun vaderland lerugkeeren zon
der eenig bezit, dan dat wat hen in Suez
op hun doorreis aan kleeding. schoeisel
en andere dringend noodzakelijke zaken
wordt verstrekt, een ontvangst dienen te
bereiden, welke naast onze grootste dank
baarheid en liefde tevens stoffelijk zoo
danig dient te zijn, dat zij hier kunnen
huizen in ons midden zonder het gevoel
te moeten hebben door hun omgeving aLs
oorlogsslachtoffers te worden aangewezen.
Maar ook zij, die ginds blijven, omdat zij
daar thuis hooren, ook naar hen gaat ons
hart en daarmede onze hulp uit. Ook de
millioenen. die daar voortleven, verstoken
van het allernoodzakelijkste, ook zij die
nen geholpen.
„Het is thans geen vraag meer of het"
kan of niet kan, het moet, dat is het
moeten van een heilig willen.
Daarom steunt de actie welke thans
begint met de overtuiging geen zaak beter
te kunnen dienen dan deze. Zij daar ginds
kijken ons aan dat wij onze oogen niet
behoeven neer te slaan in het gevoel onze
plicht niet te hebben gedaan."
Daarna sprak oud-minister Ch. J. I. M.
Welter, die ook op krachtigen steun aan
drong. Hij zei voorts:
„Voor het oogenblik is uiteraard de
meeste hulp noodig en ook mogelijk voor
onze landgenooten, met name voor hen
die van Java vertrekken moeten: in het
belang van hun veiligheid. Hulpiaan de
inheemsche bevolking kan eerst worden
gebracht, als de chaotische toesland in
Ned.-Indië althans eenigermate zal zijn
opgeklaard. Deze hulp, evenals die aan
de Indo-Europeesche en Chineesche be
volkingsgroepen, wordt dus niet afge
steld, alleen uitgesteld tot een beter tijd
stip. Zij blijft op het programma."
Tenslotte wees ook de heer Van Ket-
wich Verschuur, directeur-generaal van
het Ned. Roode Kruis op de noodzake
lijkheid offers te brengen voor de hulp
aan Indië. „Wanneer ooit het moment ge
komen is om te geven, dan is het nu."
Een gift van het Prinselijk paar.
Het ligt in het voornemen van het Prin
selijk paar binnenkort een belangrijke
bijdrage voor het bovengenoemde doeL
beschikbaar te stellen.
Promoties, ir. J. E. J. Ankeismit. inge
nieur 2e kl. te Haarlem Centr. Werkplaats
is met ingang van 1 Nov. 1945 tot ingenieur
le kl. bevorderd. Ir. G. Rosenthal, afdelings
chef le kl. te Haarlem Centr. Werkpl. is met
ingang van 1 Nov. 1945 den pers. tire: van
hoofdingenieur toegekend evenals aan 5r. W.
H. de Bruijn Kops, afdeelingschef le ki. te
Haarlem Centr. Werkpl.
Op energieke wijze werden «le berstelHngswerkzaamheden aan «le door de
Duitsehers vernielde sluizen in de Maas ter hand genomen. Dat er flink
aangepakt werd bleek wel uit het feit, dat reeds maanden geleden «le eerste
booten met steenkolen naar Rotterdam konden varen. Ken kijkje op de
werkzaamheden, die gestadig vorderen. (P.)