De scholierenstaking
te Haarlem
In aansluiting op ons bericht van giste
ren over de scholierenstaking te Haarlem
kunnen wij nog het volgende melden:
Wat den achtergrond van deze quaestie
betreft, is mede te deelen, dat van be
stuurszijde ons indertijd een uiteenzetting
werd gegeven, die op het volgende neer
kwam: De lijst met de namen der jongens
werd gegeven door den voorzitter (die
later is afgetreden). De overige bestuurs
leden hebben, voorzoover zij contact met
elkaar konden zoeken, zich op.het stand
punt gesteld, dat de lijsten niet mochten
worden afgestaan. Handelend optreden in
de zaak konden zij niet. want voor hun
eigen veiligheid was het gewenscht, dat
zij onderdoken. De bestuursleden meenen
dat hun in deze zaak geen verwijt kan
treffen en dat er voor hen geen reden
was om af te treden. Zij hebben, toen dr.
v. d. Eist na de bevrijding zijn ontslag
aanvraag had ingezonden, verschillende
pogingen in het werk gesteld, om hem te
bewegen op dit besluit terug te komen.
Ook de leeraren hebben daartoe een po
ging bij dr. v. d. Eist gedaan, maar ook
zonder resultaat.
Hieraan kunnen wij toevoegen, dat dr.
v. d. Eist, naar ons indertijd werd gezegd,
van meening is, dat de overige bestuurs
leden in de bewuste dagen toch niet de
gewenschte houding hebben aangenomen.
Zij hadden, zoo meende hij, een bestuurs
vergadering moeten houden en als be
stuur^ moeten weigeren om de lijsten te
geven. Door dit niet te doen hebben zij,
zoo meent hij, er toe bijgedragen, dat zijn
gevangenneming niet de gewenschte uit
werking had: te beletten dat de Duitschers
toch de lijsten kregen.
Veel is ons in den loop der laatste maan
den ter oore gekomen over deze aangele
genheid. waaruit wel duidelijk bieek. dat
dr. v. d. Eist de overtuiging had, dat hij
met dit bestuur niet meer in de gewensch
te harmonie kon samenwerken. Dit heeft
hem dan ook tot de ontslag-aanvraag ge
leid.
Het bestuur en de stakers.
De voorzitter van het bestuur Ir. J.
Ouwehand deeldg ons mede, dat het be-r
stuur er niet aan denkt om met de sta
kende jongelui te gaan onderhandelen.
Dinsdagmiddag zijn de klasse-leiders bij
den secretaris van ons bestuur gekomen
met de vraag of dr. v. d. Eist niet terug
kon komen. De secretaris heeft toen ge
zegd: ..Het bestuur zou ook niets liever
wenschen". Daarop antwoordden de jon
gelui: „Ja, maar dan moet het heele be
stuur weg".
Wij zullen zoo vervolgde Ir. Ouwe
hand deze staking natuurlijk „breken".
Donderdagmiddag zou het bestuur verga
deren, waarna aan de conrectoren op
dracht gegeven zou worden om in deze
krachtige maatregelen te nemen. Als de
3 klasseleiders geen excuus maken zullen
zij van de school verwijderd worden.
Tenslotte verzekerde de heer Ouwe
hand nog eens dat het bestuur nog steeds
op het standpunt staat dat indertijd aan
ons werd kenbaar gemaakt. „Geen enkel
thans zittend" bestuurslid kan zoo ver
volgde hij aansprakelijk gesteld worden
van den ook door hen betreurden gang
van zaken met de lijsten.
Mgr. L. J. Willenborg
overleden
Donderdagmorgen om II uur is pastoor
Laurentius Jacobus Willenborg van Bloe-
mendaal.'in de Mariastichting, waar hij al
eenigen tijd ernstig ziek lag. overleden
Een operatie heeft dit leven vol activiteit
en doorzettingsvermogen niet kunnen ver
lengen.
Pastoor Willenborg, die op 17 Sept. 1876
in Zaandam werd geboren, studeerde te
Roermond en aan het Seminarie Hage-
veld. Zijn priesterlijke studiën voltooide
hij aan het groot-Seminarie te Warmond,
waarna hij op 15 Aug. 1900 tot priester
werd gewijd. Tot 1916 was hij achtereen
volgens assistent te Buitenveldert en ka
pelaan in Leiden, Delft en Haarlem.
Daarna werd hij benoemd tot bouwpastoor
voor de nieuw te stichten parochie te
Bloemendaal, in welke functie hij veel
pionierswerk verrichtte. Het is aan zijn
Initiatief en doorzettingsvermogen te dan
ken dat de parochie verrijkt werd met in
stellingen als het campagne-jeugdhuis, de
Benedictus-Stichting, het fraaie kerkhof
en vele moderne schoolgebouwen De
stichting van het Ziekenapostolaat in 1925
was ook zijn werk. Ook was hij geheim
Kamerheer van Z. H. den Paus.
Zusterschip van de
N.-Amsterdam in aanbouw
De directeur van de Holland—Amelika Lijn
de beer F. C. Bouman, die voor het eerst
sedert 1939 een bezoek brengt aan de V. S..
heeft op een persconferentie verklaard dat
de maatschappij het voornemen heeft voor
het eind van 1946 regelmatige toeristen-trips
:e organlseeren. De heer Bouman, die tot
Januari in de V. S. blijft vanwege de re
organisatie van den dienst, zeide verder, dat
er een zusterschip van de „Nieuw Amster
dam" dat de 22.000 ton groote Statendam"
moet vervangen, in aanbouw is. Verder zul
len twee schepen van 10.000 ton .n Nederland
worden gebouwd, die in het begin van 1947
gereed zullen komen.
De „Nieuw Amsterdam", „Noordam",
..Westerdam", „Veendam" en „Volendam"
zullen den dienst over den Atlantischen
Oceaan onderhouden. De „Delftdijk", de
..Drechtdtjk" en een. Duitsch prijsvaartuig
zullen voor den dienst op de Pacifiekust ge
bruikt worden. Op de route Java—New York
zullen de ..Sommelsdijk" de „Stoterdijk" en
waarschijnlijk de in de V, S. gebouwde „Lim
burg" diens dtoen.
De Generale Synode
Een dezer dagen hield de Generale Sy
node der Ned. Herv. Kerk een vergade
ring in huize „Blankenburg" te Wasse-
Tot afgevaardigde in het Algemeen Col
lege van Toezicht werd benoemd ds. W.
A. Zeydner. De voordracht van den Her
vormden Raad voor Pers en Publiciteit
tot benoeming van een voorzitter werd
teruggezonden met het verzoek een ander
dubbeltal te overwegen. Ook zal dezen
raad gevraagd worden, op korten termijn
rapport en toelichting van zijn werkzaam
heden uit te brengen. Tot leden van den
Raad voor Uitwendige Zending werden
benoemd prof. dr. K. H. Miskotte en ds.
T. J. van Oostrom Soede.
Alle leden van de commissie, die de
werkorde voorbereidden, zijn herbenoemd
t.w. prof. P. Scholten, ds. K. H. E. Grave-
meyer, prof. J. Severijn, dr. E. Emmen,
ds. A. A. van Ruler, dr. H. de Vos, dr.
Th. K Haitjema, prof. dr. Kraemer en ds.
J. Boonstra. Prof. Kraemer moest echter
tot zijn spijt door zijn vele werk op in
ternationaal gebied bedanken.
Op de vraag, of er ook relatie zal zijn
met de gescheiden kerken en de Remon-
strantsche Broederschap, herinnerde de
scriba aan de doelstelling van de Gen.
Synode. De commissie zal zeker alle aan
dacht aan de eenheid der Christenheid
besteden.
Doordat het werk der synode in den
oorlog zeer is gegroeid, heeft men beslo
ten ds. Gravemeyer te benoemen tot al
gemeen gedelegeerde, predikant in alge-
meenen dienst en adviseur bij de Gen.
Synode.
In dc hierdoor ontstane secretaris-
vacature adviseert de algemeene synodale
commissie te voorziep door benoeming
van dr. E. Emmen. Na stemming over
deze kwestie werd tot benoeming over
gegaan.
Ds. Emmen.
Dr. Emmen verklaarde de benoeming
in beraad te houden. Mocht h>j deze aan
nemen, dan beteekent dit een opgeven
van zijn predikantsplaats in Haarlem en
tegelijkertijd een aanstelling in algemee-
nen dienst.
Dr. E. Emmen werd 18 Maart 1902 te
Den Bommel gebOTen, waar zijn vader
predikant was. Na zijn theologische stu
die in Utrecht, Marburg en Groningen
werd ds. Emmen in 1929 predikant te
Kuïnre, waarna hij via een benoeming te
Noordhom in 1931 en Breda in 1935, Haar
lem tot standplaats kreeg. Dat was in
1939. Hij had toen reeds naam gemaakt
door vele artikelen in theologische tijd
schriften en was inmiddels in 1936 aan de
Groningsche Universiteit gepromoveerd
op het proefschrift „De Christologie van
Calvijn."
De nobelprijswinnares voor
de letterkunde
Gabrièle Mistral. Haar werkelijke naam
is Lucila Godov. In 1889 werd deze be
gaafde schrijfster in Vicuna (Chili) ge
boren uit een arm onderwijzersgezin. De
hardheid van het leven vermocht echter
niet de kleine Lucila de schoonheid er
van. te ontnemen: toen zij nog maar am
per schrijven kon maakte zij reeds ver-
Op 16-jarigen leeftijd werd zij onder
wijzeres en pas veel later, toen het leven
haar ten volle had beroerd, openbaarde
zich in haar de geniale poëte. Zij maakte
kennis met de liefde en den dood: Haar
verloofde pleegde zelfmoord, en niet in
de laatste plaats hieraan is de groote ge
voeligheid van haar warme hart te dan
ken en de sombere klanken, die vaak den
sehoonen ondertoon vormen van haar
werk.
Met den dag werd Gabriele Mistral,
zooals zij zich noemde, bekender. Zij werd
naar Santiago geroepen om de leiding
van een lyceum op zich te nemen, en
daarna stichtte zij in Mexico een onder
wijsinstituut, dat nog haar naam draagt.
Haar land vond in Gabriele een waardig
vertegenwoordigster in het instituut voor
intellectueel e samenwerking van den
Volkenbond en ook als Chileensch consul
te Genua, te Nice en te Rïo de Janeiro,
waar zij op het oogenblik nog de functie
van conSul-geneiTj^ uitoefent, was zij
meer dan eens in staat haar diplomatieke
gaven naast haar poëtische talenten te
gebruiken.
Dit jaar viel haar de eer te beurt, den
Nobelprijs voor Letterkunde te verwer
ven. Voor zoover wij weten, is lot nog toe
geen van haar werken in het Neder-
Jandseh vertaald, maar gezien het uitzon
derlijke talent van Gabriele Mistral zal
de eerste vertaling van haar werk wel
niet lang op zich laten wachten.
De oorlog ter zee.
Wat onze koopvaarders
presteerden.
Onder auspiciën van het comité „Onze
Marine", hield luitenant ter zee eerste
klasse, I. Rotgans, te Amsterdam een
lezing over het werk van de Nederland-
sche koopvaardij en marine in dezen
oorlog.
Luitenant Rotgans, die, toen de oorlog
uitbrak officier was op een Neder -
landsch koopvaardijschip, beschreef
eerst de lotgevallen van dit schip. Op
13 Mei 1940 verliet het de haven van
IJmuiden, nadat eerst een Duitsche
bommenwerper getracht had het tus-
schen de pieren tot zinken te brengen,
hoewel het 1000 Duitsche krijgsgevan
genen aan boord had met bestemming
Engeland.
Nadat het schip in. Engeland van een
lichte bewapening was voorzien, voer
het in dienst van de ravitailleering voor
Engeland's industrie en bevolking. Groot
is de taak geweest, die onze koopvaardij,
samen met die van de Vereenigde naties,
heeft verricht. Zij heeft den eersten
steen gelegd voor de eindoverwinning.
Maar groot waren ook de offers, die
gebracht moesten worden. Als een derde
van een convooi behouden kon worden,
was men toen al voldaan. Publicatie van
verlieslijsten werd dan ook in Engelsche
kranten verboden. De Duitsche onder
zeeërs sloegen in deze periode fel toe,
maar de schepen, die veilig hun bestem
ming bereikten, voèrden de grondstof
fen aan, waarmee de groote luchtarma-
da van de R.A.F. is opgebouwd. Ook in
de Pacific en de Indische wateren, heeft
deze koopvaarder zich verdienstelijk
gemaakt, zoo ravitailleerde hij de troe
pen te Singapore, transporteerde vlieg
tuigen uit deze stad naar Batavia, ter
wijl hij voortdurend door de Japanners
bestookt werd.
Vervolgens gaf spreker een gedetail
leerde beschrijving van het convooi-
varen, waarin de meest moderne bevei-
ligmgsmethodes, als kleine vliegtuigdek-
schepen en de zoo beroemde „radar
inrichting" besproken werden.
„Nooit mogen we zoo zei spreker
terugvallen in de politiek van „geen
man en geen cent". Een goede koop
vaardij en marine zijn van groote be-
teekenis voor de bescherming en ravi
tailleering van een land.
Oorlogs-
Molestverzekering
De Nederiandsche Bank heeft haar
algemeene vergunning nr. 22 a zoodanig
aangevuld, dat de overboeking van voor
schotpremies en heffingen, alsmede van
omslagen of naheffingen, dan wel van
voorschotten daarop wegens molest-
schade ten laste van een geblokkeerde
rekening van verzekerden tegen molest-
schade, voortaan ook kan geschieden op
een geblokkeerde rekening van een ver
tegenwoordiger van de molestverzeke-
ringsmaatschappij
Vier eeuwen geleden
Ter gelegenheid van het feit, dat 400
jaar geleden het vermaarde Concilie van
Trente werd geopend, heeft de Paus een
brief gericht tot den Aartsbisschop van
deze Noord-Italiaansche stad. Hierin
doet de Paus op alle Christenvolken een
beroep tot eenheid, niet slechts een een
heid van de katholieken, maar van al
degenen, die hoewel gescheiden van den
„Stoel van Petrus", getrouw zullen blij
ven aan het geloof en aan de beginselen
van den Christclijken godsdienst en in
het bijzonder getrouw aan de „Allerhei
ligste Drievuldigheid" en de goddelijk
heid van Jezus Christus. De Paus her
innert voorts aan de redenen, die tot
het bijeenroepen van het Concilie van
Trente hebben geleid, alsmede aan den
opbloei van geloof en zedelijk leven, die
hiervan over heel de wereld het gevolg
was. De brief besluit met het gebed
voor de eenheid der Christelijke kerken,
dat in de laatste zitting van het Concilie
werd gestort. Het Concilie van Trente,
bijeengeroepen vanwege de Hervorming,
werd 13 December 1545 geopend en met
langdurige onderbrekingen op 4 Decem
ber 1563 gesloten.
De Amsterdamsche
Haven
Naar normale tijden
De vereeniging „De Amsterdamsche
Haven' deelt mede: Telkens weer berei
ken ons berichten, die erop wijzen, hoe
langzamerhand het leven, en niet in de
laatste plaats dat van de Amsterdamsche
haven, opnieuw opbloeit. Hiervan ge
tuigt ook het schrijven, dat de S. M.
„Nederland" richtte aan haar afladers.
Zij verklaart hierin in het M. S. „Sapa-
roea", dat op 18 December van Amster
dam naar Indië zal vertrekken, ook
„ruimte voor verzending van goederen
voor particuliere rekening" te kunnen
aanbieden. Een ieder zal beseffen, van
hoe groot belang dit feit min of meer
een „precedent" is. Wij allen hopen,
dat het een symptoom is van een toe
komstige overstelpende bedrijvigheid in
de haven van Amsterdam.
Menschen in Oorlogstijd
De 78-ste
Den nacht als den dag verlichtend, don
derden de kanonnen op Monte Cassino
los. Het was „zero hour' tijdstip van
den aanval op de door de Duitschers sterk
verdedigde bergveste.
34th Coy P.P.C.L.I. lag op den uiter
sten linkervleugel. De compagniescom
mandant gaf het commando: „Now!'*
Voorzichtig kropen de gedaanten over do
borstwering de onheilspellende donkerte
in. Voor de andere eenheden lag de aan-
valstijd 10 minuten later, maar de 34e
moest eerst een omtrekkende beweging
maken. In de 8e minuut was zij al flink
gevorderd, zonder noemenswaardig •.-uur
van den vijand, maar juist toen brak een
onverwacht moordend vuur van links ios.
waar volgens de waarneming van den
vorigen avond geen vijanden aanwezig
waren.
Mitrailleurs ratelden, het doffe plop
van de loopgraafmortieren klonk ertus-
schen en om soldaat Lesage heen vielen
de eerste slachtoffers van het tegenvuur,
dat op geen ongelegener oogenblik had
kunnen komen. De nevelgranaten hadden
hun gordijn slechts in het centrum gelegd
en juist de linkerflank miste iedere dek
kingsmogelijkheid. De Quincey, Marïton
en Saunders vielen bij hetzelfde salvo,
anderen riepen hun monotoon: „Stret-
cher-bea-rer!", in de haast ijdele hoop,
dat de ziekendragers hen nog tijdig uit
het vuur vandaan konden sleepen naar
de noodverbandplaatsen, enkele honder
den meters terug. Oprukken was al niet
meer mogelijk, je probeerde tusschen
twee kietelsteenen nog dekking te zoeken
en eenigen vielen Zelfs terug op den klei
nen rotsrand aan het begin van de heliing.
Duckworth had zeker een goed plaatsje
gevonden, want Lesage hoorde zijn Bren-
gun, die altijd zoo'n eigenaardig bijgeluid
maakte, er lustig op los paffen. „Duckïe"
had met zijn haviksoogen zeker tegenstan
ders ontdekt en Lesage schoot een licht-
kogel af. Meteen begon ook links een
Bren te rat-tat-tatten: de mof had een
tegenaanval ingezet en in het spookachtig
flikkerende licht van de Very-kogels vie
len velen van hen door den maaionden
kogelregen van de Brehs, Stens en ver
scheidene karabijnen. Het vuur der Cana-
deezen werd echter zwakker, want ook
de vijand liet zich niet onbetuigd.
Een onbestemde angst welde Lesage
naar de keel: niet de angst om te ster
ven, die bezielde hem reeds 24 uur per
etmaal en daaraan was bij gewoon ge
raakt. Het omvatte meer. want heel zijn
denken verdofte, zoodat hij zijn vuur ge
heel werktuiglijk onderhield, met stijve
hand de patroonhouders leegdrukkend in
het magazijn en willoos vurend op de fi
guurtjes voor hem. Om hem heen vielen
hoe langer hoe meer schutters weg en
het geroep om ziekendragers werd kla-
gender en dringender. De grootste kracht
van den tegenstoot was gebroken.
Rechts achter en opzij begon nu het
rumoer van den grooten aanval; hier had
de Dood zijn oogst echter reeds binnen
gehaald. 77 Dooden werden geteld in de
34e Compagnie. Zij waren echter niet de
eenige verliezen: ook nog eenige tiental
len gewonden en Private Lesage. Deze
had zijn karabijn op een rots stukgesla
gen en was, hoewel het vuren nog aan
hield, teruggerend naar de eigen linie,
zonder letsel op te loopen, brullend als
een wild dier, ongeschikt voor verderen
strijd, in feite de 78e doode van 34th Coy
P.P.C.L.I., thans volkomen afhankelijk
van een gemeenschap, die enkele jaren
tevoren haar lot mede in zijn handen ge
legd had. D. W. B.
Leiding voor politieke
delinquenten
Toezichthouders zijn noodis;.
De Stichting „Toezicht op politieke delin
quenten" heeft ook een Haarlemsche afdee-
ling gekregen, waarvan het voorzitterschap
wordt bekleed door den kantonrechter mr.
Th. F. Raedt. In het bestuur hebber, o m zit
ting vertegenwoordigers van de kerken, ds.
J. W. Siertsema, ds. X. P. v. d. Waal. ris C.
H. Brandt (mede namens Volksherstel) en
kapelaan H. H. Westdijk; mr. W. M. Paarde-
kooper Overman, officier van justitie, de
directeur van het Gew. Arbeidsbureau, de
heer A. van Hiel, mr. F. van Blerkom. na
mens de Ned. Ver. tot, 2ecletijke verbetering
van gevangenen, de heer F. H. W. Vliegen
namens de Ver. voor maatschappelijk werk
op humanitalren grondslag, het hoofd van de
afd. Sociale Zaken der gemeente Haarlem,
de heer D. H. Zuurink. het hoofd der 1ste
afd. de heer J. W. A. Stalpers. Van de zijde
van een P.O.D. hebben in het bestuur zit
ting de heer A. Wiers:nga en mr. dr. L.
Erades. Voor de vrouwelijke gevallen zullen
mevr. M. E. Clausing—v. du Siuys en mej.
Th. W. Oliviers zorg dragen, van wie de laat
ste ook met het werk voor ds N.S-B.-kinde
ren is belast. De afdeeling heeft voorts een
socialen werker tot haar beschikking, n.l.
den heer P. Strijbosch, voordien huisbezoeker
bij Maatsch. Hulpbetoon te Haarlem. Secr.
is mr. M. D. Proper. De burgemeester van
Haarlemmermeer, de heer J. F. Jansonius
heeft zitting, in het bijzonder voor gevallen
in zijn rayon. In het dagelijJtsch bestuur heb
ben behalve voorz., secr. en penningm., ook
mevr. Clausing en de heeren Wierslnga en
Vliegen zitting.
Het directe toezicht op de gedragingen van
vrijgelatenen zal worden uitgeoefend door
hen. die zich hiervoor vrijwillig melden. Het
meest welkom zijn natuurlijk zij, die over
eenig paedagogisch talent beschikken.
Ongetwijfeld zal het iverk der afdeeling
niet gemakkelijk zijn. Zij zal met veie moei
lijkheden te kampen hebben, zooals het vin
den van onderdak, werk enz., maar zij zal
in haar werk moeten slagen, want de demo
cratie heeft deze menschen, die behooren
tot de z.g. lichte gevallen, welke hun straf
al hebben gehad door den tijd gedurende
welken zij zijn geïnterneerd, weer op te
nemen. Daarvoor zal medewerking noodig
zijn, evenals hulp en leiding, want er mag
geen groep komen, die zich buiten, de samen
leving gesloten voelt.