c
De allerarmsten
Vrouwen op den Tweesprong
Avonturen yam
Gewichtigaards
Nederland heeft vele naoorlogsche pro
blemen, die om een oplossing vragen. Eén
van deze vraagstukken omvat de kwestie
van de politieke gevangenen en een on
derdeel hiervan wordt gevormd door de
vrouwelijke gedetineerden. De regeering
stelt zich op het standpunt, dat het ver
geldingselement niet overheerschend mag
zgn bij het bepalen der strafmaat voor de
mannen cn vrouwen, wier politieke rich"
ting en daaruit voortvloeiende houding en
daden niet in overeenstemming waren
met de Nederlandsehe begrippen van
recht en menscheiijkheid.
Het opvoedende gedeelte van de straf
fende taak onzer regeering manifesteert
zich onder meer in een aantal tehuizen,
waar de vrouwelijke delinquenten nog
wel „gedetineerden" zijn, maar toch een
vrijheid genieten, welke de voedings
bodem moet vormen voor een moreele
herscholing.
Huize „De Tweesprong".
Zandvoort leent zoo'n inrichting: Aan
den Kostverlorenweg staat een geel ge
bouw. modern-koel van stijl, het terrein,
waarop het is opgetrokken is gemerkt met
twee schuchtere bordjes: „Departement
van Justitie, Streng verboden toegang"
en acl.Ier de groote ramen ziet de voorbij
ganger meisjes en jonge vrouwen breiend,
pratend of doendg, wat der vrouw is
„De Tweesprong" staat in zwarte
letters op den gevel en inderdaad, hier
is een tweesprong. Niet alleen in de
gewone betcekenis, maar ook symbo
lisch. De nog jonge vrouwen, die hier
zijn geplaatst en bijeengebracht uit de
diverse interneeringskampen, welke
ons land bezit, omdat ze te jong waren
voor feitelijke „opsluiting", de leel-
tijdsnormen voor opneming in het
Zandvoortsche huis liggen tusschen 17
en 21 jaar staan wellicht aan het
Justitia als opvoedster
begin van een betere levensperiode.
Misschien, want dit hangt geheel af
van hun houding, hun „betere ik" dat
hier geholpen wordt, zich te open
baren.
Tijdens het verblijf in Zandvoort en
wij hebben kunnen constateeren, dat dit
verblijf zoo niet hoogst aangenaam, dan
toch zeer dragelijk is worden de meis
jes scherp geobserveerd door deskundige
leidsters. Deze observatie wordt in een
rapport uitgewerkt, welk rapport via de
..Vnjlaüngscommissie" voor politieke ge
vangenen leiden kan tot invrijheidsstel-
ling, zij het onder het wakend oog van
„Nazorg", een reclasseeringsinstelling, die
ontslagen gevangenen de helpende hand
biedt.
Van vrouw tot vrouw.
De 125 meisjes, die het Zandvoortsche
tehuis herbergt, kwamen bijna allen als
onhandelbare schepsels uit de kampen,
het verblijf, de gesprekken, het begrijpen
van de bekwame vrouwelijke leiding en
de debating-avonden hebben hén weer in
vrouwen, soms met een beetje heimwee,
soms met wat angst voor de Nederlanders,
die hen straks weer moeten ontvangen,
getransformeerd.
Zij genieten een beperkte bewegings
vrijheid en het vertrouwen, dat de direc
trice bijna dagelijks moet stellen, is zelden
beschaamd.
Niet ieder meisje geniet natuurlijk
genoemde voorrechtener zijn re
calcitrante, onverbeterlijke, moreel on-
handelbaren onder, die zoo gauw mo
gelijk naar een Rijksopvoedingsgesticht
zullen worden afgevoerd. Deze cate
gorie was in een normale maatschappij
ongetwijfeld eveneens reddeloos ge
weest. Ze komen dan ook niet in aan
merking voor plaatsing in een Zand-
voortsch gezin.
Gczinsinvlocd en dienstbodennood.
Velen zullen bij het lezen van de vorige
Tegels de wenkbrauwen fronsen en het
woord „onverantwoordelijk" naar de lip
pen voelen komen. Dat zijn de pessimis
ten, die na vijf jaar bezetting het geloof
in de menschheid grootendeels verloren
hebben. Maar de leiding van het Zand
voortsche gesticht heeft het aangedui-fd,
eenige vroegere „Kameraadskes" en
„Meeuwkes" onder te brengen bij Neder
landsehe gezinnen, natuurlijk na een
nauwkeurige selectie te hebben toegepast.
De resultaten overtreffen de verwachtin
gen. De practisehe kant van de zaak wordt
gevormd door de leniging van den dienst-
bodennood, die ook in Zandvoort heerscht,
alhoewel deze zijde vaak overschat wordt.
Zestien meisjes werken tot nog toe in de
huishouding van een overbelaste Zand
voortsche moeder, zestien meisjes verdie
nen op eerlijke wijze haar wekelijksche
f 7.50 of f 5, al naar gelang zij heele of
halve dagen bezig zijn. Van deze inkom
sten moeten zij echter 70% aan den Staat
afdragen ter compensatie van de onkos
ten.
Wij mochten tijdens een langdurig on
derhoud met Mej. P. Joosse, adj. directrice
van het Zandvoortsche tehuis het boven
staande uit haar mond vernemen. Mej.
Joosse wees er op, dat de inrichting vol
strekt niet bedoeld is als „geduldig ar-
beidsreservoir", maar dat slechts enkelen
worden gewogen en zwaar genoeg bevon
den om extern (de meisjes moeten des
nachts en gedurende de maaltijden „naar
huis") arbeid te verrichten.
Dezer dagen werd een vergelijk ge
troffen tusschen het Gewestelijk Ar
beidsbureau te Zandvoort, dat uiter
aard ook deze arbeidskrachten regis
treert en op papier verder behandelt,
en de directrice van „De Tweesprong"
over de tewerkstelling van de meisjes.
Het bureau zal onderzoeken, welke
gezinnen werkelijk voor een dienst
meisje uit de inrichting in aanmer
king komen, de directrice onderzoekt
harerzijds de wenschelijkheid van uit
zending. Hei; ligt, indien de arbeids-
krachten-in-spé door haar waardig
zijn bevonden, in de bedoeling, meer
meisjes bij een Zandvoortsche was-
echerij te plaatsen.
Medan, Januari '46.
Wiens hart is zoo kil dat hij een handje
rijst kan weigeren aan de met lompen
bedekte figuur, die de handen opheft
om in Gods naam te smeeken haar dezen
dae den ergst en honger te besparen?
Welke Nederlander, die in de internee
ringskampen heeft geleerd wat armoede
beteekent, kan zijn maaltijd voortzetten
als aan zijn venster een moeder met haar
kind staat, beiden met den dood op het
gezicht? En wie onzer gevoelt zich niet
rijk en beschaamd, wanneer hij van de
centrale keuken thuis komend, een ander
mensch het vuilnisvat ziet doorzoeken?
De vloek van de Japansclje „Sfeer van
gemeenschappelijke welvaart, in Groot
Oost-Azië" is op eiken hoek van elke
/straat te zien, want het getal verhonger
de Indonesiërs dat zich over de wegen
voortsleept, is grooter dan dat der hon
den. dat vroeger zonder belastingpenning
liep.
Er is geen samenleving of zij kent haar
slachtoffers, wier bestaan berust op de
liefdadigheid der gemeenschap en Medan
had zijn figuren voor den oorlog evenzeer
als elke andere stad. Thans zijn het geen
figuren meer maai massa's, die alleen bij
honderdlallen en meer geleld kunnen
worden. De Jap moge opruiend hebben
gesproken over de koelie-
loonen. die de Nederlan
ders betaalden, hij heeft den
Javaan en den Maleier zijn
eenvoudig bestaan ontno
men en hem er ellende voor
in de plaats gegeven.
Het nauw luisterend apparaat der Wes-
tersche ondernemingen, waarbij de arbei
der zeker was van zijn voedsel, zijn wo
ning, zijn medische verzorging en vrijen
tijd voor zich en zijn gezin, van zijn ver
diensten en zijn verplichtingen, hebben de
Japansche veriossers niet kunnen bedie
nen. zelfs willens en wetens vernield. Zij
die op de ondernemingen konden blijven,
zagen de Europeanen vervangen door eeri
corrupt bestuur; waar vroeger in centen
werd gerekend, moest nu in guldens wor
den betaald, bij loonen, die op het oude
peil bleven. Het leger dat de bevrijding
van den Indonesiër kwam brengen, eischte
veel op aan goederen en menschen, want
duizenden tellen de koelies die voor Nip
pon hun leven hebben moeten geven door
ondervoeding en ziekte, weggevoerd naar
spoorlijnen, vliegvelden en olieterreinen,
ver van vrouw en kind.
Het is het residu van Japan's faillisse
ment dat. thans schooiend over de wegen
zwerft, overdag zoekend naar voedsel,
'6 nachts sluimerend in goten, stallen en
krotten. Zij zijn slachtoffers gelijk wij en
in veel opzichten zwaarder getroffen. Zij
leefden niet in interneeringskampen, maar
leden vaak meer honger dan wij. Zij wa
xen vrij. voor zoover men daarvan onder
den Japanner kan spreken, maar aan hun
Ibt overgelaten.
Nogmaals: wie jaagt een mensch, die om
eten vraagt, van zijn deur, als men zoo
juist zelf de ervaringen van honger zoo
duidelijk heeft geleerd?
Maar nu: wie geeft van zijn eigen, toch
nog karig bestaan aan een ander, die on
der zijn lompen een handgranaat verbergt?
En dat is de mare, die zekeren dag als
een brand door het kamp ging, terwijl
Britsche bewakingstroepen de bedelaars
bij vrachtwagens vol wegbrachten. De ter
roristen hadden een nieuwe mogelijkheid
gevonden er» tusschen de uitgemergelde.
totaal verzwakte hongerlijders, troffen
wij kerngezonde, vitale en krachtige ke
rels aan, die voor de gelegenheid ook in
jutezakken waren gestoken, doch wier be
doeling niet was om wat te halen. En wat
zij wilden brengen werd niet op prijs ge
steld.
Thans bezien wij de stakkerds met een
ander oog en het onrechtvaardig principe
dat de goeden maar met de kwaden moe
ten lijden, viert hoogtij. Bovendien wil de
traditie dat bedelaars ook dieven zijn, die
overdag poolshoogte komen nemen om in
het donker hun slag te kunnen slaan, zoo
dat zij nu uit de tuinen worden geweerd
en slechts een enkeling brengt hun nog
eens een hapje rijst.
De diefstallen en insluipingen nemen
daardoor echter niet af, hetgeen bijna een
bewijs is voor de onschuld van de honger
lijders, temeer daar inbraak in een In
disch huis wel erg gemakkelijk is door de
summiere afsluiting, doch nog steeds meer
kracht vereïscht, dan waarover deze uit
geteerde menschen - kunnen beschikken,
die wij dagelijks op straat zien ineen zak
ken. En toen een dame, midden in den
nacht gewekt door het „tik-tik-tik" van
haar kleerenhangers, ontdekte dat een
vreemde bezig was een keuze te maken
uit haar garderobe, welks kwaliteit blijk
baar niet zoodanig was, dat
hij ongezien tot diefstal kon
besluiten, was de figuur die
behendig uit het raam
sprong een gansch andere,
dan die van een onder
voede,
Ook de familie, die vrijwel al haar be
zit aan kleeren zag vertrekken op de even
eens gestolen fiets van den heer des hui
zes, constateerde dat zij van een heel wat
gespierder heer bezoek had gehad, dan de
zwerversgroep kan opleveren.
Wij hebben de armsten der armen van
onze erven gebannen. En pogen vergeefs
het gilde der getrainde insluipers de baas
te worden. W. Sch.
S3NELVERBAND
i"
99'
"Boottochten voor lichamelijk
gebrelrldgen
Wederom organiseert „Snelveiband" te
Haarlem boottochten voor lichamelijk ge
brekkiger). Reeds 5 jaar werd verlangend
naar deze tochten uitgezien. Voor vele ge-
brekkigen was dit uitstapje een feestdag en
zij verheugen zich nu reeds om dit jaar weer
zoo'n dagje te kunnen mee maken.
Het welslagen van deze tochten is echter
in hoofdzaak afhankelijk van de vrijgevig
heid onzer stadgenooten, waarop dan ook een
dringend beroep wordt gedaan.
Leden van bovengenoemde vereeniging
trachten op lijsten gelden voor dit doel te
krijgen. Wanneer u dan ook één dezer dagen
een lijst wordt aangeboden, geeft dan, of
stort uw bijdragen op gironummer 233733 ten
name der penningmeesteresse van de boot
commissie.
Opgave voor deelneming aan de boottoch
ten van dit jaar kan gedaan worden aan de
volgende adressen: A. J. Spoor, Brouwer
straat 86; Mej. G. W. Bout. Hofdijkstraat 50;
Mej, A. van Donselaar, Spijkermanslaan 2a;
J. P. Delchambre, Van Oosten de Bruin-
straat 9: Th. A. C. de Vries, Gaelstyaat 5.
De vleeschfooïiïiem
Hoeveel op 100 gram?
Het Centraal Distributiekantoor deelt
mede, dat op een bon voor 100 gram
v'.eesch de volgende hoeveelheden vleesch
cf vleeschwaren gekocht kunnen worden:
Versch rund-, kalfs-, varkens-, schapen-
vleesch zorder been 100 gram; versch
paardenvleesch 150 gram; vleesch in blik
4 oz. (pl.m. 112 gr.); meat and vegetables
fi oz (pl.m. 225 gr,); versche tong, lever of.
hart van runderen, schapen, kalveren,
varkens en paarden 175 gram; versche
zwezerik van runderen of kalveren 265 gr,;
varkenskluiven, versche uiers van runde
ren, versche nier van runderen, kalveren,
varkens en schapen 330 gr.; staart van
runderen en kalveren 430 gr,; varkens-
pooten 665 gr.gerookt en/of gekookt rund-
kalfs-, varkens-, schapen-, paardenvleesch
gerookte worst, gebraden gehakt, corned
beef 100 gr.; bloedworst vrij; knakworst,
gekookte worst 130 gr., leverartikelen,
tongenworst, nierbrood 165 gr.; zure zult
200 gram.
,Ga daar maar zittenzegt de
owcïe duizendpoot en schuift haar bril
voor op haar spitse neusje. Twee
vreemdgevormde bankjes staan voor
de bezoekers klaar en Wag slaat er eerst
een wolk stóf af en gaat dan zitten,
maar Warrie is een beetje benauwd en
kijkt eerst goed rond, voor hij met een
huivering gaat zitten. De oude strijkt
met haar voorste pooten over de glazen
bol. die tusschen haar achterste pooten
is geklemd. Dan wórdt het vreemd
groenachtig licht in de bol en Wag on
derscheidt een vaag beeld van een wesp
die met de twee mieren bij de poort-
staat te praten. Hij hoort een vreemde
gedempte stem zeggen: vasthou
den tot alles veilig is en dan zullen we
wel verder zien." Dan is het beeld ver
dwenen en de oude duizendpoot zegt:
Wie een beetje heeft rondgekeken ïn
de wereld en vooral wie zijn oogen de
kost heeft gegeven in Noord-Amerjka,
treft in Europa, of laat-ik liever rnaar in
eens zeggen: in Nederland al is hij nog
zoo verheugd er terug te zijn en al ziet
hij er nog zooveel goede dingen ook
verschijnselen, die overbodig en schadelijk
lijken.
Een van die dingen is de gewichtigheid,
waarvan wij een vaderlandsche, lach
wekkende bezienswaardigheid hebben
gemaakt.
Onlangs vroeg een meneer, nogal hoogs
employé van een groot bedrijf, of ik hem
het genoegen wilde doen „prompt elf uur"
even bij hem aan te komen op kantoor.
Wel, ik was er. En ik was er prompt elf
uur Maar een gewichtige jongste bedien
de vroeg mij namens den gewic'ntigen
meneer of ik even in de gewichtige
wachtkamer wilde wachten. Ik zei: „nee,
dat doe ik niet" en verliet het gewichtige
kantoorgebouw, Tien minuten later belde
de blijkbaar onthutste gewichtigaard mij
op: waarom ik was weggegaan? Hij was
juist klaar. En ik antwoordde: „Omdat u
juist klaar was, was er nog minder reden
vodr mij om te wachten."
Een oude vriend uit mijn studententijd
is eeiy heel gewichtig man geworden: een
hooge ambtenaar. Ik was bij hem terwijl
hij allerlei heeren ontving. Ik kende den
ouden Piet niet meer. Zijn lichaamshou
ding was anders, zijn stem veranderd en
zijn woorden klonken hol en opgeblazen.
Waarom doe je in 's hemelsnaam zoo
gewichtig, ouwe jongen?" vroeg ik hem.
En hij antwoordde: „dat moet ik nou een
maal doen voor mijn prestige; ik kan toch
niet familjaar zijn op mijn plaals."
Ik heb hem in zijn gezicht uitgelachen.
Maar niet iedereen was een studiegenoot
van Piet en kan zich dus veroorloven hem
uit te'lachen.
Ook was ik eens in New-York op het
kantoor van het weekblad „Time", dat
een oplaag van 2.000.000 exemplaren heeft
en bijna 200 redacteuren en bijna 1500
andere werknemers, dat zetelt in een ge
bouw met 53 verdiepingen en dat millioe-
nen en mijlioenen winst per jaar oplevert.
Ik had de' redactie iets te vragen en zonder
voorafgaande telefoontjes van relaties,
zonder brieven van groote mannen, werd
ik onmiddellijk binnengelaten 'bij een
meneer, die niet alleen onmiddellijk mijn
vraag beantwoordde, maar die mij ook
een koele dronk en een sigaret aanbood.
Zóó doet men dat in de V.ereenigde Staten.
Ook moest ik eens een hoogen employé
van een reusachtige bank spreken. „Derde
deur links, achtste verdieping" zei de por
tier. Ik stond direct voor den grooten
man. „Tien minuten" zei hij. „Spreek!"
Ik stak van wal en hij gaf zijn zienswijze.
En een kwartier later stond ik weer op
rtraat met alles wat ik weten wilde.
Dit is een vertolking van de Ameri-
kaansche opvatting van democratie, die
nu eenmaal meebrengt dat men anderen
niet laat wachten, omdat men zelf ook niet
graag wacht en omdat iedereen, die wer
kelijk hard en systematisch werkt, altijd
tien minuten tijd voor een ander heeft.
Het moet ook hier beter zijn dat men
zijn werk zoo indeelt, dat men rekening
houdt met bezoekers; dat men vooral niet
groot doet. omdat groot-doen belachelijk
is, ondemocratisch en volslagen nutteloos;
dat men uit zijn werk en prestaties het
argument voor zijn belangrijkheid put en
niet zijn grootheid zoekt in het uiterlijk
vertoon van gezichten-trekken, stem-
intonaties en actetasschen.
Wanneer de president der Vereenigde
Staten vrijaf heeft en naar het stadje van
zijn jeugd gaat, speelt hij een spelletje
biljart in zijn presidentieele hemdsmouwen
niet John den slager en Pete, den bank
bediende. Dat doet hij op natuurlijke wijs
en van g'anseher nar te en er is niemand,
die hem er minder om aankijkt, Integen
deel. Toch is hij een ietwat grooter man
dan de Weledelgestrenge heer enz. Iienri
van Putten, directeur van het bijkantoor
van de Bank van Zandwoude, die „ner
gens anders kan komen dan op de Socië
teit" en dien ge alleen maar op zijn privé-
kantoor te spreken kunt krijgen na over
legging van deugdelijke introductiebrie
ven, geschreven door aan hem, mr. dr.
Henri van Putten, te goeder naam en
faam bekend staande heeren.
Laat me niet lachen, Henri.
Ga eens kijken in Amerika, Henri.
Mr. E. ELIAS.
Volksconcert
der H.O.V.
Op het Volks-concert, dat de H.O.V. op
Dinsdagavond 5 Maart in de Gemeentelijke
Concertzaal te Haarlem geeft, zal de vio
liste Lida Langerveld haar medewerking
verleenen. Zij speelt met orkestbegeleiding
„Havanaise" van Saint-Saëns en het Con
certstuk voor viool en orkest van de Ne
derlandsehe pianiste Henriëtte Bosmans.
Dit werk, dat tijdens de bezetting verbo
den was, is na de bevrijding direct weer
op het repertoire gekomen en is niet al
leen in Nederland een graag gehoord
werk, doch ook in het buitenland mocht
het veel succes oogsten-
Het orkest, dat wederom onder leiding
staat van Jan Out. opent het concert met
net toongedicht, „Saul en David" van Joh.
Wagenaar.
Na de pauze wordt, op veelvuldig ver
zoek, wederom een werk uitgevoerd, dat
wij eenige jaren niet hebben kunnen be
luisteren, n.l. de Sym.pb.onie No, 6 „Pa-
thétique" van Tschaikowsky.
FRÏTS SCHUURMAN NAAR PARIJS.
De heert Frltsz Schuurman, dirigent van het
Residentie-orkest, zal op 4 Maart een concert
van het Orcbestre National m Parijs leiden,
welk. concert door Radio Parijs zal worden
uitgezonden. Het programma bevat werken
van H. Andriessen, Willem.Pijper, A. Die-
penbrock, L. Orthel en Cl. Bebussy.