IJmuider Courant
De Spaansche
Kwestie
Iran beschuldigd van
imperialistische oogmerken
Coring doceert Nazi-theorieën
60e Jaargang- No. 18280
Bureaux: Kennemerlaan 154,
IJmuiden - Telefoon 5437
Te Haarlem: Gr. Houtstr. 93
Telefoon 10724.
Kennemer Editie van Haarlems Dagblad
Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom
Vrijdag 15 Maart 1010
Uitgave van de Stichting
Voorlichting te Haarlem.
Abonnementen: p. week 31 et.
per kwartaal f 4.
EN paar weken geleden heeft de
Spaansche kwestie in het centrum der
wereldbelangstelling gestaan. De aan
leiding daartoe was, dat José Garcia ^en
een dozijn andere Spaansche republikei
nen op last van Franco waren gefusil
leerd. Garcia had zich in de oorlogsjaren
bijzonder onderscheiden als een der lei
ders van de FransChe resistance (de
verzetsbeweging tegen de Duitschers) en
toen hij en zijn vrienden in Spanje,
waarheen zij teruggekeerd waren om er
een socialistische partij te stichten, wer
den gearresteerd richtte de president der
Fransche regeering Félix Gouim langs
diplomatieken weg het verzoek tot
Franco, Garcia's leven te sparen. De
dictator stoorde zich er niet aan en de
executie der groep-Garcia ontketende
een storm van verontwaardiging, vooral
in Frankrijk, dat de Spaansche grens
sloot. Waarop Franco zijnerzijds hetzelfde
deed, beweerde dat hij binnen een paar
dagen Parijs zou kunnen bezetten en
20.000 man Marokkaansche troepen 1-iet
aanrukken. Daarna ontstond een uitwis
seling van diplomatieke nota's tusschen
de geallieerden waarbij bleek, dat vooral
de Engelsehen er niet voor voelden om
de diplomatieke betrekkingen met Fran
co's regeering af te breken, aangezien dit
meer nadeel dan voordeel voor de Spaan
sche bevolking zou opleveren. Wel kwam
het tot een gemeenschappelijke Ame-
rikaansch-Engelseh-Fransche verklaring,
waarin afkeer van het fascistische
régime-Franco werd uitgesproken en
voorkeur geuit voor de schepping van
een soort overgangsbewind als de dicta
tor ten val zou zijn gebracht. Dat zou
evenwel niet van buiten af ondernomen
worden; de Spanjaarden in het binnen
land moesten zelf maar zien dat zij met
Franco afrekenden. Voorshands schijnen
zij daar geen kans toe te zien en de
laalstovergebleven haard van het fas
cisme in Europa brandt nog steeds door,
tot verwondering en ergernis van velen.
Intusschen heeft de groote maar grillige
belangstelling der wereld zich alweer van
de Spaansche kwestie afgewend. Er zijn
zoovee! kwesties en de Perzische scheen
plotseling veel dringender en ingrijpen
der. Ook is er de Engelsche uitdrukking
„a nine days' wonder", die dit feit ver
klaart. De Engelsche opvatting, dat de
publieke belangstelling voor eenige sen-
sationeele gebeurtenis niet langer dan
liegen dagen aanhoudt, tenzij zich nieuwe
schokkende feiten met betrekking tot het
onderwerp voordoen, geldt misschien niet
voor de mentaliteit der openbare meening
in alle landen, maar klopt zeker in vele
gevallen, ook in het Nederlandsche. Dit
neemt niet weg dat de Spaansche kwestie
even belangrijk blijft als zij was en dat
zij bijyien afzienbaren tijd tot oplossing
zal moeten komen. In vele geesten is het
fascisme nog niet gestorven, zooals ieder
een opmerkt die de verschijnselen van den
tijd nauwkeurig waarneemt. De grootste
waakzaamheid blijft geboden. Dit besef
fend moet men wel met zorg het zonder
linge feit constateeren, dat het nog steeds
over een machtsbasis binnen Europa be
schikt.
De Fransche regeering beschouwt Fran
co's bewind als een gevaar voor den we
reldvrede en wil daarom d-e Spaansche
kwestie voor den Veiligheidsraad brengen.
Zij wordt in die opvatting door Sovjet-
Rusland gesteund, maar niet door Amerika
en Engeland, die er geen direct gevaar in
zien. Wellicht is-de juiste formuleering van
den toestand, dat Franco geen militair ge
vaar voor de buitenwereld oplevert, maar
dat zijn voortgezet bewind een zekeren
stimulans aan in de wereld voortlevende
fascistische aspiraties verschaft, dien men
niet als onbelangrijk kan beschouwen. De
mogelijkheid doet zich voor. dat Frank
rijk en Rusland gezamenlijk de Spaansche
kwestie voor den Veiligheidsraad zullen
brengen, maar zonder Engelsche en Ame
rikaansche medewerking zal dat niet veel
gevolg hebben.
In de Angelsaksische landen heerscht de
meening, dat interventie van het buiten
land een verkeerde uitwerking op een
groot deel der Spaansche bevolking zou
hebben en op nationalistische gronden
verzet uitlokken. Dit deel der bevolking
zou dus wel geneigd zijn tot medewerking
als Spanje zichzelf van de dictatuur be
vrijdde. maar in zijn trots gekrenkt wor
den door buitenlandsche inmenging. Waar
schijnlijk is dit inzicht juist. Sommigen
zullen ook geneigd zijn, over het zelfbe
schikkingsrecht- der volken te spreken.
Dat kan evenwel moeilijk aangevoerd
worden als, zooals in Spanje, een minder
heid de meerderheid terroriseert. Bij toe
passing van zelfbeschikkingsrecht moet
toch de meerderheid zich kunnen doen
gelden.
Interessant is evenwel het feit dat ook
In Frankrijk, bij onderzoeken der publieke
opinie, geen uitgesproken meerderheid
vóór interventie in Spanje bleek te be
staan. Het Nederlandsch Instituut voor de
Publieke Opinie deelt mede dat het Fran
sche instituut van denzelfden naam in
Augustus 1945 de vraag stelde: „Indien
Franco niet uit eigen beweging heengaat,
moeten dan de geallieerden en met name
Frankrijk in Spanje tusschenbeide komen?
Van de ondervraagden antwoordden 43*/*
Mr. JD. N. van Kleffens is per vliegtuig naar New York vertrokken, waar
hij als permanent vertegenwoordiger van Nederland zitting zal nemen in
den Veiligheidsraad van de Verecnigde Naties. Hij werd uitgeleide gedaan
door verschillende autoriteiten. Mr. van Kleffens in gesprek met den
Amerika»nseheii ambassadeur In Nederland, mr, Stanley Hornh-celc. kort
voor zijn vertrek. (P)
99
Het Sovjet-Russische dagblad „Izvestla
is begonnen met de publicatie van een
serie artikelen over de Russisch-Iraansche
betrekkingen, waarvan het eerste den
titel draagt: „Imperialistische oogmerken
van de Perzische reactionnairen." Radio-
Moskou heeft in zijn uitzendingen van
Donderdag een uittreksel gegeven van dit
artikel, waarin gesproken wordt van de
„leidende kliek in Perzië van 1919. die
droomde van de overweldiging van Rus
sische landstreken" en waarvan sommigen,
zooals de vroegere premier Hakimi, thans
nog invloed uitoefenen op de Perzische
politiek. „Wetend dat hun eigen krachten
te zwak zijn, trachten zij de Sovjet-Unie
met een andere groote mogendheid in bot
sing te brengen." Het artikel noemt verder
het verdrag van 1921 „de basis van beider
betrekkingen" en wijst op de „ongeëve
naarde vriendschappelijkheid" waai*mee
Rusland destijds talrijke concessies aan
Iran deed, waarvoor dankbaarheid uit
bleef. Tenslotte wordt Iran beschuldigd
van „flirten met het fascistisch Duitsch-
land en bet maken van plannen tot over
weldiging van het Russische Azerbeidsjan
en de oliegebieden van Bakoe."
De troepenbewegingen.
Het Amerikaansche departement van
buitenlandsche zaken heeft medegedeeld,
dat een nader betrouwbaar rapport over
voortgezette bewegingen van troepen in
Iran Donderdag werd ontvangen.
Radio-Moskou heefi Donderdagavond de
volgende verklaring van het Sovjet-pers
agentschap Tass uitgezonden:
,,In de Amerikaansche bladen is een be
richt van het Amerikaansche ministerie
van buitenlandsche zaken gepubliceerd,
dat er in Iran bewegingen van Sovjet-mili
taire eenheden door Tebris naar Teheran
en in de richting var: de Westelijke grens
van Iran plaats hebben Tass is gemach
tigd mede te dealen, dat bovengenoemd
bericht niet m<=t de feiten overeenkomt."
De Daily Express meldt uit Cairo, dat in
Noord-West-Iran de Koerden een auto
nome „Koerdistansche republiek" hebben
gevestigd. De regeering van Irak heeft
versterkingen naar de grens gezonden.
Bevin, Truman en Smuts
over den toestand.
Donderdag heeft Bevin in het Lagerhuis
een verklaring over Iran afgelegd, naar
aanleiding van een desbetreffende vraag
van Anthony Eden. Bevin zeide dat de
Britsche regeering geen besluit heeft ge
nomen om de Britsche troepen in Iran
te vervangen of onderhandelingen te
openen met de Iraansche regeering voor
terugkeer der Britsche troepen, Vervol
gens wees Bevin op de „meest categori
sche verzekeringen van Stalin" dat de
onschendbaarheid van Iran zou worden
gerespecteerd, en op Molotofs verklaring
ja, 33% neen en 24*/# onthielden zich van
een meening.
In Januari 1.1. stelde het Fransche in
stituut de vraag, of Frankrijk onmiddel
lijk alle diplomatieke betrekkingen met
Spanje moest afbreken of wachten tot En
geland en de Vereenigde Staten dat ook
deden. 41% verklaarden zich vóór afwach
ten op Engeland en Amerika, 29*/o voor
onmiddellijk afbreken, 14V« voor niet af
breken en 16% gaven geen meening. Dat
gebeurde vóór de executie van Garcia.
Maar op. zichzelf beschouwd veranderde
die in deii toestand niet veel. De Fransche
bevolking snakt natuurlijk ook naar een
wereld zonder oorlog of dreigend con
flict. De nabuurschap van Franco zal haar
die evenwel niet schenken.
R. P.
dat er over den datum waarop de ge
allieerde troepen zouden worden terug
getrokken geen meeningsverschil heeft'
bestaan. Die datum was 2 Maart 1946.
Bevin besloot met te zeggen: „het is
moeilijk voor de Britsche regeering de
tegenwoordige politiek van de Sovjet-
Unie in deze aangelegenheid te begrijpen
en nog moeilijker is het voor ons te ge-
looven, dat alle door de Sovjet-autori
teiten gedane verzekeringen t.a.v. de ver
plichte ontruiming van het Iraansche ge
bied, niet zouden worden nagekomen.
Thans wachten wij het antwoord van de
Sovjetregeering af op de vragen die wij
haar hebben gesteld".
President Truman heeft vólgens Reu
ter tijdens zijn wekelijksche persconfe
rentie gisteren verklaard door den hul
digen internationalen toestand niet ver
ontrust te zijn. Hij zeide letterlijk: „Ik
geloof niet, dat de toestand zoo vol ge
varen is als een groot aantal mensehen
wel denken". Hij zeide geen plannen te
hebben voor nieuwe bijeenkomsten van
de „Groote Drie".
De Zuid-Afrikaansche eerste minister,
generaal Jan Smuts, heeft gisteren in het
Zuid-Afrikaansche parlement verklaard,
dat Stalin de rede van Churchill te Ful
ton misschien verkeêrd geïnterpreteerd
had. „Ik heb een zeer hoogen dunk van
Churchill en zijn beleid voor en tijdens
den oorlog", verklaarde Smuts. „Daarom
aarzel ik aan Churchill ideeën toe te
schrijven, die tot een nieuwen ooi-log
kunnen leiden. Ik betwijfel of Churchill's
rede, over het algemeen beschouwd, tot
die conclusie moet leiden."
Smuts vervolgde: „Stalin's standpunt
is redelijk, voorzoover hij betoogt, dat de
Sovjet-Unie zeer geleden heeft door
Duitschland en zij daarom de zekerheid
wil hebben, dat de omringende landen
haar veiligheid niet zullen bedreigen.
Dat wil niet zeggen, dat de Sovjet-Unie
zich op een oorlog voorbereidt. Wij moe
ten geen overijlde conclusie trekken. La
ten wij op iedere eventualiteit voorbereid
zijn, maar Iaat ons ondanks alles alle
krachten inspannen om de UNO tot een
succes te maken. Een verbond van alle
Engelsch sprekende volken is goed, maar
de oprichting van een verbond binnen
het kader van de UNO zou de huidige
moeilijkheden ten zeerste doen toe-
De toekomst van Palestina
Dr. Judah Leon Magnes, president van
de Hebreeuwsche universiteit te Jeruza
lem, heeft aan de Anglo-Amerïkaansche
commissie voor Palestina een Joodsc'h me
morandum voorgelegd. Het memorandum
stelt een Palestina bestaande uit twee
volleen van verschillende nationaliteit voor
waarin beide volken een volledige mate
van zelfbestuur hebben. Ook wordt in het
memorandum geopperd, dat 100.000 ge
deporteerde Joden onmiddellijk in Pale
stina worden toegelaten en voorts dat Pa
lestina onder het bestuur van de Vereenig
de Naties wordt gesteld met een staats
hoofd, dat eveneens door haar wordt be
noemd.
Het Arabisch bureau in Palestina heeft
tegenover een correspondent van Reuter
verklaard, dat. het memorandum, waarin
het Arabisch standpunt uiteengezet wordt,
aan 500.000 Joden, die momenteel op wette
lijke wijze in Palestina verblijven, het vol
ledig burgerschap in een voorgestelde»
democratisch-Arabischen staat Palestina
aanbiedt.
Ernstige moeilijkheden
in Griekenland verwacht
„Griekenland is op weg naar een nieu
wen burgeroorlog", zon meldt de bijzon
dere correspondent van de News Chro
nicle, Terwijl de rechtervleugel er op
staat, dat de verkiezingen op 31 Maart
gehouden zullen worden, zijn de groepen
van het centrum en links even vast be
sloten uitstel van de verkiezingen te ver
krijgen. De EAM heeft zijn aanhangers tot
massa-vergaderingen opgeroepen, te hou
den op. 17 en 24 Maart.
De regeering heeft deze bijeenkomsten
verboden. Men verwacht thans ernstige
moeilijkheden, aangezien geheime in
structies zijn opgevangen aan organisaties
van den linkervleugel om „gereed te zijn
voor den strijd."
Men acht het waarschijnlijk, dat de linlc-
sche coalitie onder leiding van de commu
nisten de staking als een deel van haar
campagne zal gebruiken om de verkie
zingen uitgesteld te krijgen.
De Grieksche Iinksehe partijen, die de
verkiezingen van 31 Maart a s. boycotten,
hebben een telegram gezonden aan Groot-
Brittannië. de Vereenigde Staten, de
Sovjet-Unie en Frankrijk. waarin huLp
wordt gevraagd om_de ..bespotte!iike ver
tooning der verkiezingen" te verhinderen.
Noorsclie zeelieden terecht
Sedert Woensdagavond verkeerde men
in stijgende ongerustheid over de 11
Noorsclie zeelieden, die aan boord van
het s.s. „Betty" waren achtergebleven cn
spoorloos bleken te zijn verdwenen. Meden
ddag kwam van het Noorsche consu
laat te Amsterdam het bericht, dat de
mannen, voor wier lot men het ergste
vreesde, in-Antwerpen zyn aangekomen.
Het schip zelf is vannacht door de sleep-
booten „Hector", „Stentor" en „Hudson"
in Hoek van Holland binnengebracht en
tusschen deze plaats en Maassluis aan den
grond gezet.
Ds. Oldeman veroordeeld
tot 3 en 2 jaar
Het Bijz. Gerechtshof te Amsterdam
heeft hedenmorgen uitspraak gedaan in de
zaak tegen ds. R. H Oldeman, Ter zake
van het eerste deel der tenlastelegging, het
doen van aangifte bij een NSB-politieagent
en den S.D.. werd hij veroordeeld tot 3
jaar gevangenisstraf. De eisch luidde fi
jaar. Ter zake van het verkoopen van
valsche persoonsbewijzen en distributie
kaarten aan ondergedoken personen tegen
veel hoogere prijzen dan waarvoor hij ze
had ingekocht werd ds Oldeman veroor
deeld tot 2 jaar gevangenisstraf. Er was
hiervoor 1 jaar geëischt.
Hjj blijft nog een week aan 't woord
Donderdagochtend in de Neurenbergsche
rechtszaal. Göring zit rustig als een docec-
rend professor achter den katheder en een
verveeld gehoor luistert naar zijn uiteen
zettingen. die op de meest onverstoorbare
wijze het goed recht van de nazi-ideologie
bepleiten. Göring zal nog ongeveer een
week aan het woord blijven, waarna hij
den degen zal moeten kruisen met zijn
aanklagers, die hem weinig gelegenheid
zullen geven de kernpunten der aanklacht
te omzeilen, zooals hij dat thans in zijn
zorgvuldig opgesteld betoog herhaaldelijk
i duidelijk doet.
Wel is het opvallend, dat Göring geen
enkele poging doet om de verantwoorde
lijkheid voor bepaalde feiten van zich af
te schuiven. Voor de annexatie van Oos
tenrijk bijvoorbeeld verklaarde hij zich
met nadruk verantwoordelijk, tesamen
met den „Führer".
Hij zeide voorts nog altijd het leiders
principe voor te staan, al gaf hij toe, dat
wat In het eene land past, niet altijd ge
schikt is voor het andere. Ook de katho
lieke kerk slaat dit principe voor en Rus
land zou zonder dit beginsel de zware be
lasting van den oorlog niet hebben kun
nen doorstaan, zoo zeide hij.
In den loop van zijn betoog noemde hij
het aantal slachtoffers van den bloednacht
volgend op den Röhm-putsch, 76. Uit
voerig sprak Göring over de Luftwaffe.
Spanje was oefenterrein geweest voor dit
jonge wapen. Dat Zweden niet werd aan
gevallen. was Göring's werk geweest.
Voorts wierp hij een zonderling licht op
de politieke constructie van het Reich"
door te onthullen, dat een aantal mi
nisters van de invallen in Tsjechoslowakije
Oostenrijk en Polen evenveel wist als
iedere gewone Duitscher: zij moesten het
nieuws 's ochtends van de radio vernemen.