Effecten- en Geldmarkt
Van
hout tot deviezen
Het Frans Halsmuseum
Avonturen
Onze internationale financieele positie
Wij verkeeren nog in afwachting van
het resultaat, der besprekingen, welke
minister Lieftinck thans in Amerika
voert. Maar wat hij dezer dagen in een
persgesprelc heeft medegedeeld kan niet
anders dan teleurstellend worden ge
noemd.
Minister Vos heeft onlangs medegedeeld
'dat we dit jaar voor ea. f 3 milliard zul
len moeten invoeren en naar hij hoopt
voor f 1 milliard kunnen uitvoeren en dat
onze betalingsbalans per saldo een deficit
van 1/ milliard zal aanwijzen, zoodat
we behalve ons tegoed van f 1 'A milliard
in de V.S. nog een flink crediet noodig
zullen hebben om het evenwicht te her
stellen. Minister Lieftinck meent dat we
elk kwartaal 100 millioen zullen noodig
hebben voor een beperkten wederopbouw,
doch schijnt niet zeker te zijn dat wé die
in de V.S. zullen kunnen krijgen. Eerst
tegen het einde des jaars zullen de We
reldbank en het Wereldvalulafonds hun
werk kunnen beginnen en onder deze
omstandigheden zal het noodig zijn onze
buitenlandsche middelen op korten ter
mijn te versterken met de opbrengst
een deel der Nederlandsche particuliere
beleggingen in de V.S., waarbij hij de
voorkeur geeft aan een vrijwillige liqui
datie, Tevens maakt de regeering thans
gebruik van de haar bij Deviezenbesluit
1945 gegeven bevoegdheid goud, edele me
talen en buitenlandsche betaalmiddelen
op te vorderen, welke activa binnen 14
dagen, dat is voor 25 Maart a.s. aan dc
Nederlandsche Bank moeten worden op
gegeven.
Dit komt dus hierop neer dat we lang
zamerhand- al onze buitenlandsche activa
ten behoeve van den wederopbouw zullen
moeten afstaan en dat een groot dollar-
crediet, waardoor zulk een liquidatie zou
kunnen worden voorkomen, niet schijnt
te kunnen worden verkregen.
De recente uitlating van Minister Vos
'dat het crediet van den Nederlandsehen
gulden in de V.S. gelijkwaardig wordt, ge
acht aan dat van andere toonaangevende
valuta's valt daarmede o.i. moeilijk te
rijmen. Want ook de regeering zal er
getwijfeld van overtuigd zijn dat aan een
groot crediet boven de liquidatie van ons
bezit in het buitenland verre de voorkeur
moet worden gegeven. Of men niets, dan
wel f 1000 schuld en f 1000 crediet heeft,
is in economisch opzicht zeker niet het
zelfde. Vooral de afstooting van ons bezit
aan Amerikaansche waarden heeft voor
ons land bedenkelijke gevolgen. In de eer
ste plaats zullen we op onze betalings
balans voor een goed deel de inkomsten
uit beleggingen in het buitenland missen,
welke voor den oorlog ca f 200 millioen
bedroegen en die we vooral nu noodig
hebben als een der voornaamste credit-
posten. Bovendien beteekent de afstooting
van ons bezit aan Amerikaansche waar
den. dat op f 2 milliard geraamd wordt
voor deri belegger de noodzakelijkheid
eener eenzijdige oriënteering op binnen-
landsche fondsen, waardoor de uit een
oogpunt van voorzichtig beheer gewensch-
te ri.sicoverdeeling vrijwel onmogelijk
wordt.
Hét is dan ook geen wonder dat de
Vereeniging voor den Effectenhandel zich
reeds met een telegram tot Minister Lief
tinck .gewend heeft om tegen de liquidatie
van de Nederlandsche particuliere beleg
gingen in de V.S. te protesteeren, met
name ook tegen een gedwongen over
dracht aan de Nederlandsche Bank. Do
vraag dringt zich op waarom niet reeds
lang de handel in Amerikaansche waarden
is vrijgegeven, in welk geval ongetwijfeld
een deel er van naar Amerika verkocht.
in deviezen zou zijn omgezet tegen
koersen, welke aanmerkelijk hooger zijn
dan die van thans. Na de scherpe koersstij
ging, die het vorig jaar plaats had, is kort
na Nieuwjaar een ferme daling inge
zien, waardoor bijv. de gemiddelde
koers van spoorwegshares van 67.14 (16
Jan.) tot 61.81, die der Industrials van
208.81 op 192.89 is teruggegaan. De Neder
landsche houders hebben dus niet ten
volle van de koersrijzing kunnen profi
teered wat wil zeggen, dat ook de devie-
zenopbrengst thans kleiner zal zijn dan
wanneer verkoop sinds einde 1945 moge
lijk geweest was. Het is dan ook geen
wonder, dat; er op de beurs en bij den
fondsenbezitter over dezen gang van za
ken groote ontstemming bestaat.
Intusschen wordt door deze jongste
maatregelen der regeering wel duidelijk
in welk een benarde financieele positie
wij verkeeren en hoe goed het is te luis
teren naar den zwanenzang van Mr. Trip,
den scheidenden president, der Nederland
sche Bank, die dezer dagen in een persge-
sprek met klem heeft aangedrongen op
een spoedige saneering der begrooting.
beknotting der overtollige uitgaven, een
rentepolltiek, die den spaarzin niet be
lemmert en een zoo ruim mogelijk kapi
taalverkeer. mede met het doel Amster
dam een plaats te doen krijgen als inter
nationaal financieel centrum.
Men kan de meest moderne financie
ringsmethoden voor den Staat propag
ren, de simpele werkelijkheid is altijd
deze, dat men van zijn inkomsten en niet
van zijn uitgaven moet: leven en dat ook
in den nieuwen tijd een sluitende begroo
ting noodig ls om credieten te kunnen
verkrijgen.
Eeii allerlaatste
gelegenheid.
De termijnen van inlevering en aan
vrage van de buitengewone aangiftebil
jetten, bedoeld in het buitengewoon na-
orderingsbesluit, zijn officieel gesloten.
Het fiscale apparaat tegen belastingont
duikers is in werking gesteld.
Van de zijde van het departement van
Financiën wordt echter medegedeeld, dat
hun die zich bezwaard gevoelen, omdat
zij of hun biljet niet juist hebben ingevuld
of geen biljet hebben, aangevraagd, nog
allerlaatste gelegenheid wordt gebo
den om er zonder boete af te komen.
Wenden zij zich tót uiterlijk 1 April a.s.
mondeling of schriftelijk tot hun inspec
teur. dan mogen zij aannemen dat hun
aangifte alsnog in genade zal worden aan
genomen. Het verdient echter aanbeveling
dit onmiddellijk te doen, want als het.
initiatief van den inspecteur uitgaat, is
het te iaat om er zonder boete af te komen
Bovendien loopt men dan het risico met
den strafrechter in aanmerking te komen.
Zandvoortsche begrooting
voor 1946
Een tekort van f240.000
Zandvoort is de eerste gemeente Ln deze
omgeving, die de begrooting voor 1946
klaar heeft. Zelfs al vastgesteld. Dit laat
ste kost trouwens niet veel tijd, want
Zandvoort heeft, zooals onze lezers we
ten, geen noodraad. Als het college van
B. en W. de begrooting heeft goedgekeurd,
is de behandeling' voltooid en kan zij naar
het college van Gedeputeerde Staten ge
zonden worden, ter goedkeuring.
De begrooting sluit met een tekort van
240.000, Er wordt evenwel gehoopt dat
dit bedrag nog geheel of gedeeltelijk zal
worden opgevangen door rijksbijdragen.
6" Een Haarlemsch aandeel in Neerlands welvaart
Een schriel boompje
en de Lente
Achter mijn huis staat een appelboompje
Het. staat er al jaren tusschen de bruine,
nietszeggende schuttingen van een huizen
complex en als er zon is, vangt het de
weldoende stralen op in zijn uitgestoken
takken als een kind een kleurig speelgoed
in de verlangende handen.
Dezen winter heeft het boompje regen
gehad en daarna wind en toen nog eens
regen met sneeuw en zelfs ijzel. Maar het
bleef staan, zooals een appelboompje be
taamt, dat straks weer bloeien en vruch
ten dragen wil. Het is altijd een schriel
boompje geweest, dat appelaartje. Het is
nooit met bijzondere zorg omgeven.
Slechts als de groote groen-roode glanzen
tusfechen zijn takken werden opgehangen.
roo in het zachte najaar, dan herinnerde
ik mij piot&eling zijn bestaan. Dan werd
een aanslag gepleegd op zijn kostelijken
last. Verder droomde het boompje zijn
eigen oroomen, van zon en wind en
blauwe luchten en misschien wel van het
spreeuwenpaar, dat straks weer op zijn
knoesten zou gaan zitten kwetteren over
het voorjaar en al die dingen, waarover
spreeuwen kwetteren.
Maar nu is er een zonnetje komen kijken
in mijn achtertuintje. Het is wel een wa
terig zonnetje geweest en het is niet lang
gebleven. Maar het heeft mijn boompje
geraakt en de wortels en sappen in wer
king gezet.
Straks ga ik haar huis en dan is het
misschien weer een beetje groener om zijn
takken, alsof het zeggen wil, dal de lente
zich tóch niet stoort aan een koude Maart
of een achtste kolenbon of een ruzie om
petroleumbronnen ergens ver weg. Dat
kleine boompje heeft meer vertrouwen
dan zijn baas en wellicht heeft het gelijk.
Nee. het hééft gelijk en ik zal er eens een
beetje op gaan letten, een beetje meer dan
op de kolenbon en de petroleumruzie.
J. F,
Wanneer de spaarzame Nederlander,.,
die thans nog langs de New-Yorksche
Avenues dwaalt, of ronddoolt in Zürïch kan
het gebeuren, dat hij plotseling temidden
van de fonkelende overdaad in de étala
ges een vertrouwd kleurengamma op
merkt: Rood, wit en blauw. Hij mag dan
wereldburger zijn, en. even gaat een
schokje door hem heen, zooals het al
eeuwen door alle Hollanders, die de drie
frissche kletiren in den vreemde zagen,
is gegaan.
Nee, het is geen kunstdruk-reclame
folder. geen tentoonstellingsaffiche, maar
een blozend jongetje, een lachend meisje
met een, óók lachende, vlag boven het.
hoofd.
i een onaanzienlijk huis aan het Prin-
senbolwerk te Haarlem worden die jon
getjes en meisjes met hun uitwaaiende
vlaggen geboren, bij honderden tegelijk,
Daar zijn drie figuurzaagmachines, be
diend door vaardige, zwenkende handen,
zij zagen 2500 figuurtjes per week. Niet al
leen jongetjes en meisjes, maar ook kabou
ters, feeën, dieren en wat al niet. Het ma
teriaal hiervoor komt uit Finland, per week
wordt ongeveer een kubieke meter Finsch
berkenhout, keurig tot platen gezaagd
in vlotte figuren omgezet, twintig paar
meisjeshanden geven al die dingsigheid-
jes met hun aardige vormen een kleurtje
en zoo noodig een blosje, een lijntje op
hun krullebol en de winkels in Zurich
en New-York kunnen weer pronken met
een schat van kinderlijke, artistiek ver
antwoorde kleinooden; Nederland tou
cheert de zoo hoog noodige deviezen,
Zoo op het oog een simpel bedrijf. Je
neemt een stukje hout en een zaag, het
resultaat wordt bont beschilderd: devie-
zenn! Maar zoo gemakkelijk is het niet.
Ten eerste is dat „stukje hout" een zaak
van gewicht. Elke week een M3. Finsch
berken te bemachtigen is een heksentoer,
daarom wordt er ook wel met Neder-
landsch afvalhout gewerkt, de producten,
die hieruit ontstaan zijn echter bestemd
voor het binnenland.
„Zoo maar een teekeningetje" zou onze
naam in het buitenland schade doen: tee
kenaars, die hun onderwerp en den smaak
van het kind kennen, hebben de 100 ver
schillende modellen, welke het kleine be
drijf thans vervaardigt, ontworpen. Het
is hun gelukt een serie verrassend smaak
volle en raak typeerende figuurtjes te
maken, welke gunstig afsteken bij hetgeen
sedert den oorlog op dit gebied op de
markt werd gebracht. Jammer, dat het
publiek deze vergelijking zelf nog niet
overal kan maken, de binnenlandsche af
zet is slechts voor een zeer klein ge
deelte ter hand genomen. Maar op de
aanstaande Jaarbeurs te Utrecht zal men
het Haarlemsche product kunnen bewon
deren en daarna zullen ook de Nederland
sche winkels de geestige, vlotte fig-iiur-
tjes gaan verkoopen.
Binnenkort gaat het fabriekje, dat uit
de kleeren is gegroeid, naar Heemstede
verhuizen, waar men met 5 zaagmachines
hoopt te kunnen werken.
De ontvangst in het buitenland van dit
Haarlemsche „huisvlijf-product werd
door de jonge directie uitstekend ge
noemd.
Luxemburg
bezocht door Nederlanders
Gaf de wedstrijd LuxemburgNeder
land niet veel bijzonders te zien, op an
der gebied viel er Zondag in Luxemburg
heel wat meer te aanschouwen. Des och
tends werd in de prachtige moderne kathe
draal Notre Dame Consolatrice der Affligés
(O.L.V. Troosteres der Bedrukten) een re
quiem gehouden voor de eerste 45 van de
4000 geïdentificeerde Luxemburgsche doo-
den uit Duitsche concentratiekampen, die,
den uit Duitsche concentratiekampen, die in
hun „Hemeeht" (vaderland) herbegraven
worden. De stoffelijke overschotten lagen
sedert Zaterdag opgebaard in de Cercle,
het stedelijk gebouw voor offieieele ge
beurtenissen. Door den rustigen, weinig
speetaculairen aard van den Luxemburger
maakte deze plechtigheid zelfs op een.
volkomen buitenstaander diepen indruk.
Het kerkkoor mét zijn bijzondere stem
men wist een weemoedigheid te wekken',
die zich mededeelde aan alle aanwezigen.
Een zoodanig gezongen De Profundi.s
hoort men geen drie keer in zijn leven.
Tijdens de consecratie door Mgr. Philippe,
bisschop van Luxemburg, werd het „Aux
Morts" gespeeld op trompet met lichte
sourdine, begeleid door het magistrale
orgel. Even later verliet de groothertoge
lijke familie de kerk, tijdens het zingen
van het laatste couplet, van het volkslied,
dat doet denken aan het zesde couplet
van het Wilhelmus:
En U daarboven, Wiens hand
het lot der naties leidt,
Bewaar het Luxemburgsche land
van vreemd juk en leed.
U hebt ons immers reeds als kinderen
den vrijen geest gegeven
Moge ons dan ook de vrijheidszon
nog jarenlang beschijnen.
Op de Place d'Armes klonk ons het
oude Wilhelmus tegemoet, dat je als Ne
derlander zoo schoon en vertrouwd in
de ooren klinkt. Een kort commando en
een eerewacht van het Luxemburgsche
leger presenteert het geweer. Grootherto
gin Charlotte, Prins Felix, Kroonprins
Jean en de twee oudste prinsessen als eer
sten van hun volk bewijzen de laatste
eer aan de dooden, bij wier kisten de
wacht wordt gehouden door kameraden
uit de concentratiekampen, die er het
leven hebben afgebracht en thans weer in
de kleedij gestoken waren die zij toen
droegen.
Er heerschte nog uren later een soort
van eerbiedige stilte in de stad, de men-
schen spraken met gedempte stem en
menigeen in het zwaar getroffen landje
vertoefde met zijn gedachten in de dagen
van weleer,
De komst van een luidruchtig troepje
Nederlanders, dat, nauwelijks 100 in ge
tal, meer lawaai schopte dan de meest
enthousiaste Luxemburgers, is dan ook
voor velen niet al te welkom geweest.
Niet dat zij er iets van lieten merken
verre daarvan. Gastvrijheid en behulp
zaamheid zijn het deel van iederen gast,
maar veel eerbied zal ons land niet ge
wonnen hebben.
Een onderhoud
met den nieuwen Directeur
De beer H. P. Baard, die eenige dagen
als directeur van het Frans Halsmuseum
in functie is, vertélde ons, dat hij het
museum al lang kent. Bovendien heeft hij
in de laatste maanden zich er in het bij
zonder voor geïnteresseerd. Toen ik hier
kwam, werd ik niet vcor verrassingen ge
steld. Haarlem heeft een bijzonder en
kostbaar kunstbezit en de huisvesting is
ook zeer gelukkig. De sfeer is intiem en
het is een voordeel, als men schilderstuk
ken kan hangen in een. omgeving die met
denzelfden tijd dateert. Hec is mogelijk,
dat op den duur een deel van de histori
sche voorwerpen uit het museum verdwijnt
(een galg en rariteiten behcoren niet in
een kunstmuseum!) maar de meubels, die
de zalen aankieecen, zullen natuurlijk be
houden blijven. Voor het museum heb ik
reorganisatieplannen, die evenwel eerst
met het college van B. en W. besproken
81. Telkens omlaag kijkend, of nie
mand op het slotplein zijn gevel-uit
stapje merkte, krabbelde hij, hangend
aan een dunne draad, naar het aan
grenzende raam en keek er door. Eerst
kon hij niets onderscheiden, maar toen
zijn oogen wat aan de duisternis ge
wend waren, bemerkte hij tegen den
muur van het andere torenkamertje,
een bij, een bijtje nog maar, dat ver
twijfeld tegen den muur tikte, terwijl
groote tranen langs zijn snuitje rolden.
Toen werd zijn kamervenster verduis
terd door het dikke lijf van Warrel, die
lustig aan zijn draad heen en weer
bengelde, en met gebaren probeerde
den bü iets aan het verstand te brengen.
moeten worden. Wel kun ik zeggen, dat
mijn streven er op gericht zal zijn, het
museum populair te maken. Het moet een
levend iets worden, dat de belangstelling
van duizenden heeft.
Aan uitbreiding van de schilderijenver
zameling is door aankoop in den eersten
tijd niet te denken. Ik zal blij zijn als ik
voorloopig het geld krijg voor de reorga
nisatie. Maar ook zonder aankoop is mis
schien wel iets te bereiken. Wij moeten
het Frans Halsmuseum als een streek
museum zien, waarin de Haarlemsche
schildersschool domineert. Het Rijksmu
seum heeft plaats te kort voor zijn enorm
schiiderijeribezit. Indertijd is reeds een
enkel stuk aan Haarlem afgestaan. Het is
niet onmogelijk, dat er meer stukken in
Amsterdam zijn, die daar gemist kunnen
worden en die een belangrijke aanwinst
voor ons museum zouden beteekenen. In
1.923 heeft er zelfs een ruiling plaats ge
had tusschen het Rijksmeuseum en het
Louvre te Parijs.
Het zou verkeerd zijn uit deze opmerking
de conclusie te trekken, dat er in' het
Haarlemsche museum alleen stukken uit.
de Haarlemsche school geplaatst moeten
worden. Als ik mocht kiezen tusschen een
Frans Hals en een Rembrandt, zou ik mis
schien zelfs de voorkeur aan den laatste
geven, uit de overweging, dat Haarlem al
veel Hal6en en nog geen enkele Rembrandt
heeft!
De toestand waarin de stukken van het
Frans Halsmuseum zich bevinden, is lreel
goed. Den oorlog hebben zij goed door
staan. Er zijn evenwel stukken die restau
ratie vereischen. Hoe die zal worden uit
gevoerd is nog niet te zeggen. Mijn mee
ning is, dat aan onze kostbare stukken
alleen door restaurateurs van naam ge
weckt mag worden.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat enkele
„toewijzingen" van schilderijen gewijzigd
zullen worden, want die vind ik aanvecht
baar.
Toen ik benoemd was heb ik, zoo besloot
de heer Baard, reeds aan u medegedeeld,
dat. ik geen expertises geef. Wie een in
teressant schilderstuk heeft, kan gerust
naar mij toekomen. Ik wil het graag zien
en misschien is het iets voor het museum.
Ook wil ik uit kunstzinnige belangstelling
persoonlijk mijn meening wel zeg
den, maar schriftelijke verklaringen geef
ik niet.