In de Regeering veroordeelt de havenstakingen De Staten-Generaal ontvangen Churchill Donderdagmiddag drie uur. President mr. W. L. baron de Vos van Steenwijk, stram en recht, had het pre- sidentieele gestoelte beklommen en ze telde. Een man als hij zit niet, maar ze telt. Beneden hem was het een wirwar van Kamerleden en genoodigden, schier allen in het zwart. Weinig uniformen. Weinig dames. Het gezelschap bij de plechtigheden van Staat is veel minder kleurrijk en pralend dan vroeger. Ver sobering i.s ingetreden. Maar niet in de aankleeding van de Ridderzaal zelf, die zoo mooi zou kunnen zijn als er veel van weggenomen en weinig voor in de plaats gesteld werd. Laat ons er niet over uit weiden. Boden rinkelden met belletjes. De zit ting scheen geopend te zijn. De President verhief zijn stem en een versterker ver hief haar verder, tot in de eeuwenoude gebinten. Hij benoemde de Kamerleden Welter, van der Goes van Naters en Wendelaar in de commissie, bestemd om den Heer Churchill in- en uitgeleide te doen. De commissie verrees snel en ge hoorzaam en begaf zich op weg. Electrisch licht flapte aan in de mo derne kronen en deed de Ridderzaal nog meer onrecht dan haar vloertapijten en meubelen. De Regeering verscheen daarop van links, aangevoerd door professor Scher- merhorn en zette zich op twee stoelen rijen vlak tegenover de verhevenheid, waarboven de roode troonhemel prijkt: de minister-president in het midden voor aan, met minister Drees aan zijn rech terhand. De Raad van State verscheen van rechts, aangevoerd door zijn vice-presi dent en zette zich achter de Regeering. Staatsraad mr. J. B. Kan 'trok de aan dacht der tribune. Hij is gebruind, spor tief, niet verouderend. Net als vroeger. Er waren natuurlijk meer autoriteiten. Dit is geen tijd om er een lijst van te geven. De hoogsten zijn genoemd: Staten- Generaal, Regeering, Raad van State. Het werd halfvier, het officieele aan- vangsuur. Meteen drong gejuich van bui ten tot ons door. Even later verrezen allen van hun zetels en een daverend applaus, dat minuten scheen te duren, zette in. Winston Churchill, gevolgd door zijn vrouw en dochter, begeleid door den Britschen ambassadeur Sir Neville Bland en andere leden der ambassade, verscheen in het middenpad. Het gezelschap begaf zich naar de verhevenheid onder den troonhemel en nam plaats tegenover Re geering, Raad van State en President- in-den-hooge, links en rechts geflankeerd door de leden der Staten-Generaal en de genoodigden. De President hield zijn welkomstrede, die kort was en veelzeggend. Het ver wonderde velen en ook ons, dat die rede in het Nederlandsch werd uitgesproken, waarvan de Britsche gasten natuurlijk geen woord konden verstaan. Wel bleek uit Churchill's antwoord, dat hii tevoren van den vertaalden inhoud op de hoogte was gesteld, maar waartoe dient dit zonderlinge protocolaire gebruik? Moet Nederland daarmee zijn zelfvertrouwen demonstreer en? Het heeft dat immers toch! Dit scheen overdreven en ouder- wetsch en deed onbehagelijk aan: niet de inhoud van de presidentieele rede, maar haar onverstaanbaarheid voor hem, tot wien zij gericht was. Rede De Vos v. Steenwijk. „Namens de Nederlandsche volksver tegenwoordiging heet ik U mr. Churchill, welkom in haar midden. Wij zien in U den grooten staatsman, aan wien na Gode niet alleen Nederland, maar het geheel beschaafd Europa, ja de gansche wereld het verschuldigd is, dat tenslotte de onafhankelijkheid en de vrijheid der volkeren is bewaard gebleven. Algemeen is de erkentelijkheid deswege hier te lande". „Wij geven er ons volkomen reken schap van en erkennen het met groote dankbaarheid, dat mede en in hooge mate aan Engeland's krachtdadigen bij stand in de latere jaren Nederland het herstel van zijne onafhankelijkheid heeft te danken. Die te dezen Engeland zegt, zegt Winston Churchill". „Thans zal Europa zich moeten aan gorden om zijne beschaving op het Chris tendom gegrondvest, te redden. Ook te dien aanzien hebben, evenals in den oor log, het Engelsche volk èn de Nederland sche natie eene gelijke, gemeenschappe lijke roeping. Moge het U gegeven wor den, naar Gods bestel en onder zijn ze gen welhaast, ook daaraan Uwe beste krachten te wijden. Dan kunnen wij in vol vertrouwen op den Heere der Heir- scharen de toekomst rustig tegemoet tre den". Winston Churchill stond op, toen de President geëindigd had, begaf zich naar den kleinen katheder en had opnieuw een daverend aonlaus in ontvangst te nemen, eer hij zijn rede begon. Het is lange jaren geleden, in vooroor- logsche tijden, dat ik hem vaak in het Lagerhuis heb gezien en gehoord. Hij is uiterlijk niet veranderd. Het gelaat is even rimpelloos als vroeger, zijn weinige ha ren zijn niet vergrijsd. Hij is zwaarhjvi" maar stoer: zijn langzame bewegingen maken den indruk van ingehouden lo-acM De stem doet hetzelfde. Als zij zich ven heft wordt zij zwaar en doordrinee""'' Zijn uiterlijk en ontreden symbol)seere- die onverzettelijkheid, die wij in de oorlogsjaren in het Britsche volk zoo bewonderd hebben. Rede Churchill. Winston Churchill eindigde zijn rede onder een herhaald algemeen applaus. De President richtte woorden van dank tot hem, opnieuw in het Nederlandsch. Dadelijk daarop vertrokken Churchill en de overige Engelsche gasten, nadat Churchill onzen minister-president har telijk de hand geschud had en enkele woorden met hem gewisseld. Buiten werd de groote man opnieuw met luid gejuich begroet. „Mijnheer de Voorzitter, mag ik op mijn beurt U feliciteeren met de vorderingen, in dit land sinds de verdrijving van de Duitsche overweldigers gemaakt. Neder land heeft zeer snel zijn stabiliteit en kracht in Europa herkregen. Ik feliciteer al die personen in openbare functie van harte, die zonder onderscheid van par tijen of persoonlijke belangen tot deze prestatie hebben bijgedragen. De stabiliteit van de Nederlandsche constitutie, gebaseerd op de vereeni- ging van Kroon en volk, is een voor beeld voor vele landen. Ik vertrouw, dat Uw aangelegenheden in het buiten land even voorspoedig zullen gaan als in het binnenland. Wij in Engeland kennen en waardeeren de diensten, die Nederland in recente en vroegere tij den aan de Europeesche vrijheid heeft bewezen." „Nu ik hier het woord voer en mijn woorden wellicht ver zullen worden uit gedragen, is hel mijn eerste plicht de hei ligheid der rechten van de kleine landen vast te leggen. Wanneer ik dit doe. baseer ik mij op die groote figuur uit het libe rale Victoriaansche tijdperk, Gladstone, die verklaarde, dat er geen onderscheid bestaat tusschen groote en kleine naties. Er is een absolute gelijkheid tusschen hen." „Het is de plicht der groote mogend heden ervoor te zorgen, dat de rechten strikt worden nageleefd. Het is de plicht van de Vereenigde Naties, die rechten in ternationaal te sanctioneeren, waarvoor Nederland terecht zoo beroemd is, en te vens toe te zien, dat de macht van het recht uiteindelijk door de macht van het geweld zal worden beschermd." Het nationalisme ,Is het een kwaad of is het een goed? Waar nationalisme gelijk staat met het verlangen naar macht en naar overheer- sching door overmacht of geweld, waar het de ongebreidelde zucht beteekent om de voornaamste in de wereld te zijn, daar is het een gevaar en een kwaad. Waar nationalisme echter beteekent liefde voor traditie en beschaving, liefde voor het land en bereidheid om ervoor te sterven, waar het beteekent de geleidelijke opbouw door de eeuwen heen van een sociaal ge heel, dat nationaal in aanzien staat, daar is het de eerste van alle deugden.. Het is inderdaad de pijler voor een vooruitstre vende en gelukkige volken-familie. Som migen van onze oppervlakkige denkers of van onze valsche leiders en er zijn er velen heden ten dage maken geen onderscheid tusschen deze twee afzonder lijke en tegenoverelkaar staande opvattin gen." „Wij staan' tegenover twee voorname taken. De welvaart van Europa moet herleven en de Europeesche beschaving moet weer oprijzen uit de chaos en het bloedbad, waarin zij was gedom peld. Tegelijkertijd moeten wij alle maatregelen nemen voor de veiligheid van de wereld, teneinde te verhinde ren, dat wij opnieuw door een ramp zouden worden getroffen. In deze beide taken heeft Nederland een belangi'ijk aandeel. Het herstel en de wederop bouw van Europa, physiek en moreel, wordt bezield en geleid door de ver wante opvattingen van vrijheid en de mocratie." „Zijn er gerechtshoven, vrij van storen de invloeden en van bedreigingen met het geweld der massa? Zullen deze hoven zich houden aan gevestigde wetten, welke in den menschelijken geest geassocieerd zijn met de ruime beginselen van eerlijkheid en rechtvaardigheid? Zal er „eerlijk spel" zijn voor armen en rijken? Zullen de rech ten van het individu, binnen de grenzen van zijn plicht tegenover den staat ge handhaafd worden, tot gelding kunnen komen, hoog gehouden worden? Kortom, bezit de regeering het volk, of bezit het volk zijn regeering? Dit zijn de duidelijke criteria, waaruit de politieke opvattingen I en gevoelens van een gemeenschap kun- nen blijken. De tweede taak. Laten wij ons nu bezinnen op onze an dere groote taak: het bouwen van een wereldomvattende veiligheidsorganisatie, waarbij alle volkeren, groote en kleine, een groot en diepgaand belang hebben. Hoe meer de groote mogendheden van thans tezamen gebonden zijn met banden van trouw en kracht, des te doeltreffen der zullen de waarborgen tegen d$n oor log zijn, en des te grooter dé veiligheid van staten en volkeren. Het is natuurlijk duidelijk, dat de aan gelegenheden in Groot-Brittannië en het Britsche gem eenebest steeds meer ver weven worden met de aangelegenheden van de Vereenigde Staten van Amerika en dat een onderling ten grondslag lig gende eenheid van gedachte en overtui ging groeiende is tusschen de volkeren van de Engelsch sprekende wereld. Voor de geheele wereld kan een dergelijke breede en fundamenteele synthese niets dan voordeel beteekenen. Wij hopen, dat ons twintigjarig verdrag met Sowjet- Rusland, dat niet in strijd is met andere verbintenissen, een van de zekere plecht ankers van den wereldvrede zal blijken te zijn. Wij vertrouwen, dat tegelegener- tijd de natuurlijke eenheid en verbonden heid tusschen Groot-Brittannië en Frankrijk opnieuw haar bevestiging mo gen vinden in een formeel document. Wij hopen, dat de Westelijke en Oostelijke democratieën in Europa in steeds hechter vriendschap zullen optrekken. Ik zie geen reden, waarom niet ten slotte, onder de hoede van een wereld organisatie, de Vereenigde Staten van Europa zouden verrijzen, zoowel van Oost als van West-Europa, welke Vereenigde Staten het continent zouden kunnen ver eenigen op een wijze, welke nooit ge kend is sedert den val van het Romein- sche rijk en in welke geheel haar bevol king zou kunnen tezamen wonen in voor spoed, rechtvaardigheid en vrede." Tegenmaatregelen op komst De Regeeringsvoorlïchtingsdienst deelt mede: Gedurende bykans een maand is in de Nederlandsche havens een staking gaan de, die het uitvaren van schepen belem mert en den laatsten tijd ook het laden en lossen van zeeschepen vertraagt en be moeilijkt. De ontwrichting, die aldus te weeg wordt gebracht in onze overzeesclie verbindingen, die het na een vijfjarige afsluiting eindelijk weer mogelijk maak ten te voorzien in de dringende behoefte aan voedingsmiddelen, grondstoffen en andere goederen, waaraan hier te lande een groot gebrek bestond en de gelegen heid verschafte het personenvervoer met onze overzeesche gebiedsdeelen te her vatten, bedreigt onze geheele bevolking met zeer ernstige gevolgen. In overzeesche havens in Amerika en elders liggen groote hoeveelheden voor Nederland bestemde goederen, die in be langrijke mate tot herstel van het door Een overzicht In de Ridderzaal tijdens de rede van den Britschen oud-premier in de zitting van de Eerste Kamer. (P) den oorlog lamgelegde economische le ven kunnen bijdragen, op verscheping te wachten. Te wijzen is b.v. op belangrijke partijen suiker, die in het tekort van de eerstkomende maanden moeten voorzien, op ma is en gerst, op lijnzaad ter verbete ring van onze vetpositie, op textiel en. schoenen, op productiemiddelen tot her stel van onze industrieele uitrusting. De Nederlandsche schepen, die voor het ver voer dezer goederen zijn aangewezen, kunnen echter bij gebrek aan een voltal lige bemanning niet vertrekken en kost bare tijd gaat met noodeloos wachten verloren. Buitenlandsche scheepsruimte kan voor dit vervoer niet worden ver kregen, omdat Nederland geen voldoende vreemde betaalmiddelen ter beschikking heeft. Het werk in de havens, dat met zooveel ontplooiing van energie en werk lust op gang is gebracht, neemt ziender oogen af. Onze landgenooten in Oost-Azië, man nen, vrouwen en kinderen, die jarenlang aan de grootste ellende in interneerings- kampen ten prooi zijn geweest en reik halzend uitzien naar scheepsgelegenheid -om naar het vaderland terug te keeren, moeten diep teleurgesteld ervaren, dat de lang verbeide schepen uitblijven en hun belangen blijkbaar niet in tel zijn bij hen, die deze stagnatie veroorzaken. Wat is de reden-van deze staking? Op 4 April is een nieuwe collectieve ar beidsovereenkomst voor zeevarenden in werking getreden. Een deel van de zeelieden onder lei ding van de Eenheids-Vak-Centrale meent deze nieuwe loon- en arbeidsvoor waarden niet te moeten aanvaarden en tracht met politieke agitatiemiddelen en bedreigingen met geweld de werkwilli gen, die verreweg de meerderheid vormen, van hun werk af te houden. Toen de zeeliedenstaking weinig suc ces bleek le hebben is de E. V. C. de havenarbeiders er in gaan betrekken ten einde het lossen en laden te verhinderen. Zoowel van Nederlandsche schepen als van buitenlandsche, die niets met het conflict te maken hebben. Op het oogenbllk liggen in Amsterdam en Rotterdam ter lossing schepen met soyaboonen, soyaolie, vleesch, suiker en rogge. Komt de soyaolie niet deze week ter beschikking van de margarinefabri kanten, dan dreigt 26 Mei een rantsoen- verlaging van vet. De levensbelangen van het Nederland sche volk worden zoodoende op de meest onverantwoordelijke wijze tot speelbal gemaakt van een door een kleine groep ge- voerden machtsstrijd, waaraan het alge meen welzijn volkomen wordt opgeofferd. Een dergelijke staking. waaraan iedere redelijke grondslag ontbreekt, mag noch door het Nederlandsche volk in zijn ge- geheel, noch door de Nederlandsche rcgce- ring worden geduld. Alle maatregelen, die ten dienste staan, zullen derhalve worden genomen om het scheepvaartverkeer onder Nederlandsche vlag van Nederland uit. als mede het lossen en laden van schepen voortgang te doen hebben. Nieuwe legercorpsen Bij K. B, is bepaald de oplichting van: Regiment ..Prinses Irene": Regiment Stoot troepen; le, 2de en 3e Miirailleurbataljon; ie Verkenningsregiment: 9de Regiment Veld artillerie; lste. 2de en 3de en 4de Regiment Pantserafweergeschut; 3de Regiment Lueht- doelartillerie; lste Regiment Pioniers; lste Regiment Verbindingstroepen; lste, 2de, 3de en 4de Geneeskundige Afdeeling; ist.e, 2de 3de en 4de Bataljon Aan- en Afvoertroepen lste afdeeling technische troepen en lste bataljon uitrustingstroepen, van welke een heden de vredessamenstelling nader zal wor den vastgesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1946 | | pagina 5