Zweden zorgde voor Nederiandsche gevangenen Onze kennis van het leer is nog te klein Moderne methoden bij de Arbeiders-scholing Het Zwecdsclie tehuis, waarin zoo goed voor buitenlanders werd gezorgd. Nederiandsche verpleegster vertelt haar wedervaren Dinsdagavond kwam het Zweedsche s.s. Skirner uit Sandumar -binnen met een lading cellulose voor de Papierfa briek. In Umuiden stapte een jonge dame van boord, een sportief vlot type, die naar Haarlem moest, waar ze tijdelijk bij familie logeert. Wij wisten, dat zij aan boord was, en ook was ons verteld, dat zij in de oor logsjaren heel wat beleefd had, hetgeen voor ons aanleiding was haar op te zoe ken om haar iets van haar belevenissen te laten vertellen. Eerst was zij nogal terughoudend, maar tenslotte was zij toch bereid om het een en ander van haar ervaringen in Zweden te vertellen, waar zij als ver pleegster werkzaam is geweest. „In Juni 1944. na de geslaagde invasie in Frankrijk, werd ik door den benach ten N.S.B.-er Gestapo-agent W. uit Haarlem gearresteerd en naar den Am- stelveenscheweg overgebracht. Ik zag kans, zij het met groote moeite, hieruit te ontsnappen, doch werd korten tijd later weer gegrepen en nu overge bracht naar het beruchte vrouwencon- centratiekamp Ravensbrück. Wat wij daar allemaal meegemaakt hebben, be hoef ik u niet te vertellen. De gruwelen hiervan zijn reeds bekend genoeg. DE BEVRIJDING. Wat ik u echter wel wil vertellen, en wat ook niet zoo bekend is, is hoe wij door het Zweedsche Roode Kruis zijn bevrijd, reeds vóór de capitulatie van Duitschland. In April 1945 zocht het Zweedsche Roode Kruis contact met Himmler, om te bewerkstelligen dat de gevangenen van vreemde nationaliteit zouden worden vrijgelaten. Deze po gingen werden niet succes bekroond. Zoo gebeurde het. dat ongeveer half April de eerste Zweedsche Roode Kruisbussen bij het Kamp Ravensbrück arriveerden om de Denen en Noren te bevrijden. Ik kan u verzekeren dat dit eerste contact met de beschaafde wereld ons allen deed ontroeren. Doch het waren alleen nog maar Denen en Noren die de vrijheid tegemoet gingen. Natuurlijk deden on middellijk geruchten de ronde, dat ook wij spoedig aan de beurt zouden komen. En werkelijk, op 24 April 's morgens bij het appèl werden de Nederlanders, Bel gen, Franschen en Polen uit het gelid geroepen en moesten deze hun nummers gaan inleveren. Wij zagen dit als het eerste teeken van de naderende bevrij ding. Maar ja, zeker was je daar nooit. Je kon het tóch niet eerder gelooven, dan dat de bevrijding een feit was ge worden. Twee dagen moesten we nog wachten, voordat de Roode Kruisbussen, waar we al verlangend naar hadden uit gezien, ook ons kwamen halen. Wij waren in die twee dagen van af wachting in een klein kamp onderge bracht, waar we opeengepakt bij elkaar zaten. Van slapen kwam natuurlijk niets. Maar eindelijk waren ze dan toch -daar, de Roode Kruismannen, onze be vrijders! Ongeveer 50 wouwen, waar toe ook ik behoorde, wachtte echter nog een teleurstelling. Het transport was reeds zoo overladen, dat wij niet meer mee konden. De bevrijding zoo dicht bij, en dan nog niet mee te kun nen! We wilden wel boven op de bus sen als we dan alsjeblieft maar mee mochten. Het ging niet! De begeleiden de officier van het transport beloofde ons. absoluut den volgenden dag terug te zullen komen om ons te halen. On der geen beding wilden we evenwel weer in het kamp terug. De Zweed kreeg toen van den kampcommandant gedaan, dat we werden ondergebracht in een barak van het kamp waar oor logsinvaliden werden verpleegd. Den volgenden morgen om 10 uur kwam gelukkig het transport om ons te halen. Achteraf gezien hebben we toch nog geboft, aangezien het eerste transport beschoten is geworden, waarbij nog eenige dooden te betreuren waren. Wat een kerels zijn dat, die Z weden - We hebben ze leeren waardeeren in alle opzichten. De organisatie van het vervoer was tot in de puntjes geregeld. En dan die chauffeurs van die bussen: echte stoere Zweden, pracht kerels ge woon. HET VERBLUF IN ZWEDEN. Na twee dagen reizen kwamen we in Denemarken aan, waar we één dag zijn gebleven. Toen zijn we per boot. en trein naar Malmö vertrokken. In Mahnö moesten we in quarantaine. Na ons verblijf daar, gingen we naar Gothenburg, waar we in een kamp werden ondergebracht. Op onze heele reis ondervonden we vele blijken van medeleven. Overal verleende men ons de grootste medewerking. Begin Juli ging ik naar een eilandje vlak bij Stockholm, waar een tehuis werd inge richt als rusthuis voor de Nederiand sche vrouwen, om eenige voorberei dende werkzaamheden te verrichten. Eind Juli was alles in orde en kwa men de patiënten. De meesten waren bedpatienten, doch er waren ook en kele loopende patiënten onder, die vol op van de schitterende omgeving kon den genieten. Daar hebben we een fij nen tijd gehad. We beoefenden allerlei sport, o.a. het skiën. Met dit laatste was ik niet erg fortuinlijk, aangezien ik reeds na een paar keer skiën mijn enkel verstuikte. We waren met twaalf man personeel, waaronder Dr. Holt uit Utrecht. Dit alles was mogelijk ge maakt door de „Utlannings Commis sion'5, die de organisatie en de finan ciering voor haar rekening had geno men. Later is dit door de Nederiand sche Legatie overgenomen. Al het mo gelijke is gedaan, om de patiënten den vreeseliiken tijd, in Ravensbrück door gebracht, te doen vergeten. Op 6 April j.l. vertrokken de laatste patiënten per vliegtuig naar Holland. Ik had nog eenige zaken te regelen, toen was ook mijn taak in Zweden geëindigd. IN NEDERLAND TERUG Nu moest ik echter zien weer in Hol land te komen. Dank zij de medewer king van een Zweedschen reeder, is het mij gelukt als passagiere op de Skirner huiswaarts te keeren." Zoo eindigde het relaas van deze flinke Hollandsche jonge vrouw. Wij vroegen haar wat nu haar verdere plannen .waren. Dit kon zij nog niet zeggen, aangezien ze nog geen plannen gemaakt had. Natuurlijk kwam toen ook het probleem ter sprake over het tekort aan geschoold personeel in de ziekenhuizen. Het cardlnale punt was: dé salariëering van het personeel. Het. bleek dat dit ook in Zweden nooit een behoorlijk betaald baantje was ge weest, doch den laatsten tijd was daar verbetering in gekomen. VELSEN Buurtvereeniging „Da Costa" De buurtvereeniging „Da Costa" hield Vrijdagavond in het ontspanningslokaal van de Java-deurenfabriek een ledenver gadering. In zijn opening memoreerde de heer Slotboom, voorzitter, de geslaagde festivi teiten der Buurtvereeniging, welk terrein dient fe worden uitgebreid tot dat van het sociale werk in de buurt. Hieraan wordt reeds groote aandacht besteed en het is prettig te ervaren, dat men over het ai- gemeen dit initiatief zeer waardeert. Voorts vermeldde de voorzitter het toe treden van geheel Rooswijk tot „Da Costa" alsmede het toetreden van vele bewoners van den Koningsweg tusschen spoorover weg en Rooswijkerlaan, waardoor het ledental belangrijk grooter werd. Het kas verslag liet, zelfs na de gehou den feestelijkheden, een batig saldo zien Ten aanzien van den herbouw van Vel- sen-Noord deelde de voorzitter mede in een onderhoud met den wethouder van sociaie zaken te hebben vernomen, dat voorloopig is vastgesteld eerst ten Zuiden van den spoorovergang aan den Konings weg winkels te gaan bouwen, terwijl voor den bouw ten Noorden daarvan een af wachtende houding moet worden aange nomen. Zeer verheugd bleek de wethouder over het initiatief van Da Costa binnen afzienbaren tijd voor de jeugd een speel tuin te verkrijgen in de buurtkom. waar toe volledige medewerking werd toege zegd. Mogelijk kan reeds volgend jaar met den aanleg daarvan worden aangevangen. Voorts is door het gemeentebestuur in overweging genomen, de entourage van de Da Costabuurt met plantsoenen of perken te verfraaien. Echter kan zoowel voor den speeltuin als voor de entourage de mede werking van de buurtbewoners niet ge mist worden. In de plaats van den tusschentijds afge treden heer Handgraaf werd bij acclama tie tot bestuurslid gekozen mevr. Korver. De heer Slotboom ontvouwde daarna nog de voorloopige plannen van de Oranje- vereenigïng „Velsen" voor de viering van nationale gedenkdagen. „Weltevreden" te Rotterdam gearriveerd Met 824 repatrieerehden van Java aan boord is het motorschip „Weltevreden" Vrijdag te Rotterdam aangekomen. Om 9 uur is men reeds bij de bekende loods van de HollandAmerika Lijn aan de Wilhelminakade met de ontscheping be- gonnen, Er waren 17 zieken aan boord. De „Johan de Witt" wordt met 1140 evacués omstreeks 11 Juni in Rotterdam verwacht. Laboratorium stelt onderzoekingen in In een onderhoud, dat het A.N.P. met den directeur van het Lederinstituut te Waalwijk, den heer J. Roelofs Heyrmans, had, vertelde deze het een en ander over de werkzaamheden en het werkprogram van zijn laboratorium. Het instituut werkt in hoofdzaak in op dracht van de industrie en ter voorlich ting van de schoenenfabrikanten en looiers Thans is het vakonderricht aan de Rijks vakschool voor de schoenenindustrie (ge vestigd in hetzelfde gebouw) ingedeeld bij het lagere nijverheidsonderwijs. Het ligt in de bedoeling van de vakopleiding thans een middelbare nijverheidsopleiding te maken. In verband hiermede zal het noo- dig zijn den looierij-cursus uit te breiden, hetgeen ook een uitbreiding van het expe- rimenteele laboratorium van het Leder- instituut ten gevolge zal hebben. De geschiedenis van het leerlooien toont aan, hoe weinig aan fundamenteel weten schappelijk onderzoek op dit gebied gedaan is. De ervaringen gingen van vader op zoon over met de bestaande recepten, die bepaalde leerlooiers in hun bezit hadden. De oorlog heeft geleerd hoe nuttig het wetenschappelijke onderzoek is en he* werk van het laboratorium wordt dan ook door de leerlooiers met groote waardee ring gesteund en gebruikt. Immers, ge durende den oorlog is gebleken, welke on schatbare diensten het laboratoriumonder zoek kon bewijzen bij het zoeken naar vervangingsmiddelen voor de looierij. Zooals men weet, bestaan er twee soor ten looibewerkingen. In het algemeen geldt de volgende regel: voor het boven leer chroomlooiing en voor het zoolleer me; plantaardige stoffen. Daarna geschiedt het eigenlijke looien om het leer zacht en soepel te maken en onaantastbaar voor micro-organismen. Tenslotte wordt het leer gebeitst met che mische stoffen, waardoor een lossere leer- structuur verkregen wordt. Het nalooien geschiedt teneinde het leer en dit geldt vooral bij plantaardig ge looid leer, dus zoolleer als het ware te doordrenken met looistoffen, die het soe peler en sterker heetcn te maken. Het is echter in de practijk gebleken, dat het leer niet meer dan een bepaald quantum looistof opneemt en dat het surplus in water oplost en afgevoerd wordt. Aange zien een teveel aan looistof het leer on- noodig zwaar maakt, is het vinden van de Juiste verhouding noodzakelijk. Dit hoopt men door onderzoekingen in het laborato rium te kunnen vaststellen. Wat betreft de schoenenindustrie heeft het instituut uitgebreide proeven op het programma staan ten aanzien van he; rek- vermogen en de sterkte van bovenleer en het uitvinden van de richting waarin het bovenwerk voor schoenen dient ie worden uitgesneden. Hoe vreemd het ook moge schijnen, evenmin als in het buitenland, is men hier volledig uitgestudeerd op dit ge bied. In dit verband zij gewezen op het onderzoek naar de slijtage van zoolleer. Nergens, ook in het buitenland niet. is het den schoenenfabrikanten gelukt een me thode te vinden om de slijtage van het zoolleer te bepalen. De tot nu toe gevolg de was het in dienst nemen van ..proef- loopers". Deze menschen moesten onder voortdurende' controle ioopen en zoo zolen verslijten, opdat aan de verkregen resul taten de onderzoekers kwaliteit en gedrag van het zoolleer konden vaststellen. De slijtage van de zool geschiedt niet, zooals men wellicht zou meenen, onder het Ioo pen zelf, maar voornamelijk dan wanneer men met het lichaamsgewicht op den voor voet rustende, een draaibeweging maakt. Het is den staf van het lederinstïtuut ge lukt een vrij gecompliceerde machine sa men te stellen, waarbij het zoolleer al draaiend onder een gewicht dat het men- schelijk gewicht benadert, geplaatst wordt en zoo gewreven over een carborundum- steen, die met zand bedekt is. Met dit in strument is men in staat met groote nauw keurigheid de slijtagefactor in alle richtin gen vast te stellen, ongeacht den loop van de nerf van het le^f waarmee geëxperi menteerd wordt. Het lederinstituut, hetwelk als zoodanig nog niet zoo lang bestaat, heeft volgens de directie zijn nut bewezen en zal on getwijfeld, wanneer de voorgenomen uit breiding een feit geworden is, in sterkere mate nog dan thans de industrie mef goed voorlichtend werk dienen. De meeste looierijen hebben geen eigen proeflabora- toria en wat de schoenenindustrie betreft, deze is geheel aangewezen op het onder zoek van het lederinstituut, dat thans on zen achterstand van vijf jaar moet helpen inhalen. Hoe er in Eindhoven gewerkt wordt Het huidige tekort aan geschoolde vakarbeiders Is in alle takken van het Nederiandsche bedrijfsleven tot een rem op het herstel uitgegroeid. Welke bronnen kunnen worden aangeboord, om in dit tekort te voorzien? In principe is elke leerling, die met goed gevolg de Lagere School heeft doorloo- pen. rijp voor vakarbeider, maar voor hij nattig werk kan verrichten, zal een grondige seholing onontbeerlijk zijn. In de oorlogsjaren werd hierbij het „stoomsysteem" bij vooi-keur toegepast, natuurlijk om zoo gauw en zooveel mo gelijk arbeiders voor Duitschland aan de jonge generatie te kunnen onttrek ken. Nu de toestanden weer eenigszins normaal zijn en de vaderlandsche ar beidsmarkt dringend verlegen is om geoefende krachten, is het begrijpelijk, dat het na-oorlogsche systeem van scho ling belangrijk afwijkt van het door de Duitschers gepropageerde. De drie maanden stoomcursus hebben plaats gemaakt voor een cursus van negen maanden en be halve deze langere tijdsduur trekt een ander verschilpunt de aan- - dacht: de praktijk die thans de hoofd-richtlijnen oplevert voor het scholingssysteem. Dat deze omme keer in de scholing alleszins bevre digt, wordt bewezen door het feit, dat thans een leerling metselaar na circa vier maanden 2/3 presteert van een volwaardige kracht. Elke aspirant-cursist wordt aan een nauwkeurige test onderworpen, waarbij gebruik wondt gemaakt van hetgeen op het gebied van de psycho-analyse den laatsten tijd bekend is geworden. Deze test wordt te Eindhoven eveneens uit gevoerd voor de Rijkswerkplaatsen in Venlo, Helmond. Maastricht en Nijme gen. De aanleg en de voorkeur van den cursist beslissen in laatste instantie over zijn plaatsing in één dei- afdee- lingen. Rhytlimiek als onderwijsmethode. De eigenlijke scholing beteekent een ware revolutie op het gebied van vak opleiding^ Geen droge theoretische ken nis, die later weer overboord wordt ge gooid, doch een evenwichtige verhou ding tusschen theorie en praktijk. Geen uiterst gedetailleerde teekeningen, doch een ruwe schets, waarbij de hoofdlijnen goed tot hun recht komen. Teneinde de vaardigheid met de verschillende gereedschappen zoo hoog mogelijk op te voeren, maakt men gebruik van rhythmische met-; sel- en timmeroefeningen. Een werkmeester geeft op een ijzeren buis en blikken bus de maat aan, terwijl de leerlingen in rhythmische beweging de verschillende oefenin gen uitvoeren. Bij het metselen: oefeningen met den truffel en met een steen of met beide tegelijk. Het is interessant om te zien, hoe de cursisten, na een tijd proef ge bikt te hebben op een houten blok met spijkers, een steen op de juiste maat weten af te kappen. Alzijdig zijn de timmeroefenin gen, waarbij in een soort walstempo de hamers wonden gehanteerd. Men heeft aan verschillende technische moeilijkheden gedacht. Zoo vinden b.v. de schaafoefeningen füaats op een plankje, dat draaibaar is om een as, het zagen wordt links geleerd, daar normaliter iedere leerling wel eens een zaag in zijn handen heelt gehad, en der halve, rechtshandig zijnde, ook fouten in de methode van zagen heeft aangeleerd, die links het beste kunnen worden af geleerd, zoodat hij, eenmaal in de prac tijk gekomen, links- en rechtshandig volgens een goede en vlotte methode kaai werken. Ook het metselwerk geschiedt twee handig, terwijl voorts, als een novum in den lande, in Eindhoven een cursus voor stratenmakers bestaat, die in zeer korten tijd uitstekende resultaten levert. Dat het groote belang van deze nieu we scholingsmethoden erkend wordt, blijkt wel uit het feit. dat de leerlin gen. wanneer zij den cursus hebben doorloopen, gaarne door een patroon worden aangenomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1946 | | pagina 7