IJmuider Courant
Byrnes
Gemeenteraden
maakt de Parijsche balans op
Nederlandsche schepen
verbreken Australische blokkade
61e Jaargang No. 18380
Bureaux: Kennemerlaan 154,
IJmuiden - Telefoon 5437
Te Haarlem: Gr. Houtstr. 93
Telefoon 10724
Kennemer Editie van Haarlems Dagblad
Directeur-Hoofdredacteur: Robert Pcerebooin
Dinsdag 10 Juli 1Ö46
Uitgave van de Stichting
Voorlichting te Haarlem.
Abonnementen: p. week 31 et
per kwartaal f 4.
p ER deze Julimaand verstreken is zul-
len de kiezers voor de derde maal ter
stembus geroepen worden, ditmaal om
gemeenteraden te kiezen voor de bijna
elfhonderd gemeenten, die ons land telt.
Met den besten wil kan men niet verkla
ren, dat groote spanning in den lande be
staat in het vooruitzicht van dezen stem
busstrijd. Dit is begrijpelijk. Onzeker
heid omtrent de politieke krachtverdee-
ling in den lande bestaat niet meer,
sinds de Kamerverkiezingen duidelijk
hebben vastgesteld hoe de zaken staan en
de Statenverkiezingen dat resultaat nog
eens hebben bevestigd. Het ia geen dank
bare taak voor de gemeenten, in de derde
en laatste plaats aan den start te ver
schijnen.
Maar er zijn meer omstandigheden, die
de belangstelling voor de Raadsverkie
zingen doen verflauwen. De positie van
het gemeentebestuur in ons land is bij
lange na niet meer hetgeen zij vroeger
geweest is, toen de vaak bezongen auto
nomie der gemeente, haar groote mate
van zelfbestuur, als een der kernen van
onze staatsinrichting gold. In de economi
sche crisisjaren, voor den tweeden wereld
oorlog werd daar al zware inbreuk op
gemaakt, toen de controle van Gedepu
teerde Staten der provincies op het fi-nan-
cieele gemeentebeleid zich steeds sterker
deed gelden. Er waren ook andere in
vloeden en nieuwe maatregelen die de
gemeentelijke autonomie verminderden,
maar bovenal deed zich de toenemende
centralisatie van het financieele beleid
gelden, in de eerste plaats ten aanzien
van gemeenten die in den zin der wet
„noodlijdend" werden. Haar aantal is,
tengevolge van den oorlogstijd en de
maatregelen van het Duitsche bewind,
nu geweldig gestegen en het Haagsche
toezicht op de gemeenten gaat thans zoo
ver, dat een burgemeester van een stad
van veertig- of vijftigduizend inwoners
mij onlangs nog vertelde dat hij een postje
van vijfentwintig gulden jaarlijksche
subsidie had moeten rechtvaardigen te
genover hoogerhand en het alleen had
kunnen handhaven, doordat het voor den
oorlog ook op de begrootmg stond. Als
nieuwe post had de gemeente het niet
mogen „opbrengen". Zulk teekenend
voorbeeld verneemt men niet zonder aan
doening en ook niet zonder verwondering,
als men denkt aan de geweldige royali
teit, die zich sinds de bevrijding in het
beheer der rijksdiensten heeft doen gel
den. Het is intusschen duidelijk genoeg
dat de bevoegdheden van het gemeente
bestuur onder een dergelijk financieel
toezicht wel tot zeer geringe afmetingen
worden teruggebracht. Centralisatie van
ander beleid, bijvoorbeeld wat betreft
den wederopbouw, leidit tot gevolgen van
denzelfden aard.
Er zouden breedvoerige beschouwingen
over de komende positie der gemeente in
het staatsbestel te houden zijn. Duidelijk
is die positie nog allerminst. In een tijd
van moeizaam herstel zooals wij nu bele
ven is het onvermijdelijk dat de beperkte
middelen, waarover men voor dat herstel
beschikt, centraal beheerd en verdeeld
worden. Maar als het zoover gaat dat men
den gemeentebesturen ieder en armslag en
bewegingsvrijheid ontneemt en ze feitelijk
beperkt tot het uitvoeren van de besluiten
van hoogerhand, tot in détails toe, ont
staat een toestand die bezorgdheid ook
voor de toekomst wekt. Decentralisatie van
bestuur heeft zeer wezenlijke voordeelen,
die niet gemakkelijk over het hoofd ge
zien of terzijde geschoven kunnen worden.
Het locale bestuur kent de plaatselijke
omstandigheden en ontwikkelmgs-moge-
lijkheden het best en kan daarmee dus ook
het meeste voordeel bereiken. Centraal
beleid heeft daarentegen de tendenz
vervlakkend te werken en verschillen te
negeeren, waarmee rekening moet worden
gehouden. Daarbij komt dat men het
plaatselijke initiatief gelegenheid moet
3ven zich te ontplooien om leven in de
--uwer ij te houden. Locaal gemeen
schapsleven is een wezenlijk begrip; het
>e:ft in het verleden tot veel welge-
s' ragde ondernemingen en gelukkige acti
viteit geleid. Ook moeten personen in het
locale bestuur gelegenheid krijgen zich
e doen gelden; uit de plaatselijke open
bare lichamen zijn tenslotte altijd weer
de nieuwe krachten voor de hoogere be
stuursorganisatie in den lande gerecru-
teerd. Het is moeilijk dit alles in korte
woorden weer te geven; er zal in de
naaste toekomst reden te over zijn om
méér aandacht aan dit onderwerp te wij
den. Belangwekkend is dat hetzelfde ver
schijnsel zich ook in Engeland voor doet
en dat dan ook in de Engelsche pers
waarschuwende woorden geuit zijn tegen
een te ver doorgevoerde centralisatie, die
„alle wijsheid in Westminster poogt op
een te hoopen".
Misschien zal de komende Grondwets
herziening aanleiding geven om. behalve
andere wezenstrekken van onze democra
tie die voor rustige beschouwing en be
zinning in aanmerking komen, ook de
positie der gemeente, zooals die in Thor-
becke's Gemeentewet geschapen werd, op
nieuw op grond van haar werkelijke ver
dienste in overweging te nemen. Dit is
een zoo belangrijke en ernstige zaak, dat
zij niet afhankelijk kan zijn van tijdelijke
maatregelen en opportuniteit.
„Aan het hoofd van de gemeente staat
de Raad" heeft de wetgever destijds be
sloten. Maar de gekozen Raad zal zich
straks afvragen: wat mag het Hoofd
eigenlijk nog doen? R. P.
„Een strijd van tien maanden
met succes beëindigd
Russische houding wekte twijfel en
achterdocht - Krijgt het Duitsche
militarisme weer de kans,
te verdeelen en te heerschen
Maandag heeft de Amerikaansclie mi
nister van Buitenlandsche Zaken voor de
radio een uiteenzetting gegeven van de
resultaten, die de Zaterdag geëindigde
viermogendhedenconferentie naar zijn
meening heeft opgeleverd en hy heeft
daarbü eenige kceren een karakteristiek
van de Russische houding by deze be
sprekingen gegeven. Zoo zeide hy o.a.:
„Soms had ik den indruk, dat de Russen
vreezen voor zwak én slap te worden
aangezien, wanneer zij zonder stryd ac-
coord gaan met de wensclien van anderen
ook al zouden zij dat willen." Byrnes
begon zyn rede met te zeggen: „De stryd
van tien maanden om de meeningen der
groote mogendheden over de vredescon
ferentie met elkaar in overeenstemming
te brengen, is tot een succesvol einde
gebracht".
Byrnes noemde de vredesverdragen die
te Parijs tot stand kwamen „de beste die
de menschelijke geest kon uitdenken om
de vier voornaamste geallieerden er toe
te brengen hun goedkeuring er aan te
hechten; zij vormen den meest bevredi
genden stap tot den terugkeer van den
vrede, waarop wij in deze onvolmaakte
wereld konden hopen".
Duitsch militarisme als pion?
Nadat Byrnes de verschillende stadia
van de bespreking over Duitschland, in
herinnering had gebracht, zeide hij: „Ik
geloof niet, dat de Sovjet-Russen besef
fen, welk een twijfel en achterdocht zij
in den geest van hun niet-landgenooten,
die hun vrienden willen zijn, hebben op
geroepen door de gereserveerdheid, koel
heid en vijandige gezindheid, waarmee
zij het Amerikaansche aanbod, gemeen
schappelijk de voortgezette ontwapening
van Duitschland te garandeeren, hebben
ontvangen. Gaat men het Duitsche mili
tarisme als een pion in het spel tusschen
Oost en West gebruiken en krygt het
Duitsche militarisme weer de kans
te verdeelen en te hecrsechen?". Byrnes
erkende, dat geen der vier groote mogend
heden van meaning is, dat haar bestuur
van Duitschland goed functionneert. Byr
nes kondigde in dit verband aan, dat de
militaire vertegenwoordigers van Ameri
ka in Duitsohland deze week opdracht
zullen krijgen met elk der drie and-ere
regeeringen samen te werken in belang
rijke bestuurszaken als financiën, ver
voer, handel en industrie.
Sprekende over het verdrag met Italië
zeide Byrnes, dat de weigering van de
Sovjet-Russische delegatie, het geschil
van Amerika en de Sovjet-Unie over
Joego-Slavië ter beslissing aan de vredes
conferentie over te laten, Amerika in
een moeilijker parket bracht dan de
meeste menschen beseffen.
Byrnes noemde de door Frankrijk voor
gestelde oplossing „eerlijk en bruikbaar",
indien de volken, die er het meest bij
betrokken zijn, daarin meewerken.
Aan het eind van zijn rede, die een
half uur duurde, zei Byrnes tot zijn
landgenooten: „Wij zullen er in en
buiten de vergaderingen op aandrin
gen, den vredestoestand voor deze
oorlogsmoede wereld te herstellen, de
soldaten naar huis en gezin terug te
brengen, onze zwaarden om te sme
den tot ploegscharen. De oorlog heeft
wonden geslagen, maar wij moeten er
voor werken deze wonden te heelen.
Wij moeten vertrouwen op de hee-
lende kracht van den vrede en bidden,
dat God in zijn genade aan de wereld
vrede zal geven".
Het woord is aan.
Denis de
Rougemont:
Wil een initiatief goed. ge
volg hebben, dan moet het
een risico beteekenen, even
zeer of in nog sterker mate
als 't voorzichtigheid eischt
„Koudenhorn" en
„Duinrust"
spoedig ontruimd
Van de zijde van het direct oraat-geuc-
raal voor de Bijzondere Rechtspleging te
's-Gravenhage vernemen wij, dat het on
derzoek naar een geschikte verblijfplaats
voor de uiit de bewaringskampen aan den
Koudenhorn te Haarlem en Duinrust te
Overveen te verhuizen politieke gedefei
neerden nog aan den gang is. Men is bezig
de moge'ijkheid te onderzoeken van de
inrichting van een aanital forten rondom
Amsterdam voor dit doel en een beslis
sing in dezen valt ieder oogenblik te ver
wachten. Ons werd namelijk de verzeke
ring gegeven, dat de ontruiming van de
kazerne aan den Koudenhorn en het ge
bouw Duinrust een quaestie van dagen is.
Een spoedige ontruiming van het Krelage_
huis door de militairen kan in verband
hiermee eveneens worden tegemootgezlen.
Lie naar Moskou
Trygve Lie vertelde op een persconfe
rentie dat hij den 22sten Juli zal vertrek
ken voor een bezoek van enkele dagen
aan Moskou. Trygve Lie deelde mede dat
hij verder naar Kopenhagen en Parijs zal
gaan, waar hij voor de opening van de
vredesconferentie denkt te arriveeren.
Het bezoek aan Moskou zal geen officieel
karakter dragen. (Un. Pr.)
Goed-voorbereide manoeuvre
met succes uitgevoerd
Sprokkelhout als brandstof
Drie van dc Nederlandsche schepen,
die sinds September j.l. in Australische
havens worden vastgehouden doordat de
communistische vakvereenigingen weige
ren toestemming te geven voor het laden
en het bunkeren van deze schepen, heb
ben hedenmorgen door een listige ma
noeuvre de waakzaamheid der vakvereeni
gingen verschalkt en zyn op eigen krach!
de haven van Brisbane uitgevaren naar
zee. Het zyn de „Van Oulhoorn", dc „De
Both" en de „Bontekoe", die thans koers
zetten naar Java, terwyl zy een afscheids-
boodschap richtten tot de bevolking van
De herstelde spoorbrug over de Oude Maas die Zwijndreeht met Dordrecht ver
bindt. Is Maandag met eenige feestelijkheid geopend. Een vroolijk versierde clec-
triselie trein passeert als eerste zie brug. waarvan de heropening een belangrijke
nieuwe schakel beteekent in de gestoorde verbinding tusschen West en Zuid.
Brisbane, waarin zij de gastvrijheid eu
het begrip roemen die de bemanningen
van haar mochten ondervinden.
De drie schepen hebben de haven ver
laten zonder een ons steenkool in de bun
kers. De ketels worden gestookt met hout,
dat de bemanningen hebben verzameld in
in de omgeving van Brisbane. Op zee zul
len zij van kolen worden voorzien vanuit
een lichter, die ergens in Australië ko'en
heeft geladen. De manoeuvre is welover
wogen en gocd-georganiseerd uitgevoerd:
In de afgeloopen maanden hebben de
schepen voortdurend van ankerplaats
verwisseld, zoodat hun beweging van
vanmorgen geen aandacht trok.
Nieuw Brïtsch initiatief?
Frederick Kuh, correspondent van de
„Chicago Sun", meldt zijn blad u.t Lon
den, dat de Britsche regeering, ten einde
ten einde te maken aan de huid.ge im
passe, overweegt Nederlandsche en Indo
nesische leiders uit te noodigen voor oen
nieuwe vredesconferentie onder voorzit
terschap van Lord Kfllearn, en waar
schijnlijk aan boord van een schip in de
Nederlandsch-Indische wateren.
Spoedig nieuw kabinet.
In welingelichte Indonesische kringen
wordt voorspeld, dat president Soekarno
vóór het einde van deze week stappen zal
ondernemen om een regeering te vormen,
beslaande uit een nationale coalitie op
breede basis, representatief voor de ver
schillende politieke partijen in het land.
Tegelijk met de vorming van een dergelijk
kabinet zal de president automatisch af
stand doen van al die bevoegdheden,
waarvan hij zich na den staatsgreep op 28
Juni met toestemming van den minister
raad verzekerd heeft. Sjahrir zal zich
morgen naar Djogjakarta begeven; men
verwacht, dat hij van Soekarno weer het
verzoek zal krijgen een kabinet te vor
men. waarin hij zelf eerste minister en
minister van buitenlandsche zaken zal
zijn. Men verwacht dat het nieuwe kabi
net over het algemeen gelijk zal zijn
aan het laatste kabinet-Sjahrir. wel zul
ten de drie ministers Soewandi, Moha-
med Sjafei en Djamaloedin Rasat ver
vangen worden. Eenige ingrijpende por
tefeuille-wisselingen worden ook nog ver
wacht.