De opbouw van hef nieuwe Zandvoort Plannen voor 1947 1 Ups en Tops Een onderhoud met den burgemeester De burgemeester van Zandvoort. de heer H. van Alphen. onderschreef de meening die tot uiting kwam in onze beschouwing over de resultaten van het loopende bad seizoen. De badgasten, die thans in Zand voort verblijven. behodlen in het algemeen tot een andere categorie dan de menschen die in de voor-oorlogsche jaren hun ver- poozing aan zee zochten. Maar zoo ver volgde hij dat is slechts een tijdelijk verschijnsel. Bij den opbouw van ons Nieuw-Zandvoort hebben wij er gelukkig geen rekening mee te houden. Het ver schijnsel der Zwarte Pieten gaat voorbij. Als de fiscus er goed achter heen zit en op het geld beslag weet te leggen, zal 'net wel gauw afgeloopen zijn. Wij zijn er overtuigd, dat op den duur weer meer ge waardeerde gasten naar Zandvoort zullen komen! Trouwens zoo vervolgde de burge meester wij zijn er in Zandvoort op u om niet uitsluitend te 'zijn aangewezen op het badseizoen en wat daarmee samen hangt. Het streven is cr op gericht ii Zandvoort een flinke groep forensen te krijgen, menschen die in Haarlem of Ai sterdam werken, maar die het aangenaam vinden in de onmiddellijke nabijheid der zee te wonen. Bij het ontwerpen van de plannen voor het Nieuwe Zandvoort is door ir. G. Fried- hoff daarmee rekening gehouden Voor die groep vaste bewoners zijn mooie villa wijken ontworpen in het Zuidelijk deel der gemeente. Trouwens met het ge'neele saneeringsplan is daarmee rekening gehou den. Vandaar ook dat het juist gezien is om het eigenlijke badplaats-centrum meer noordelijk te ontwerpen. Het Zuidelijke strand zal dan in de toekomst het rustige gedeelte vormen. De opbouw van Nieuw-Zandvoort is be gonnen. De 40 nieuwe arbeiderswoningen zijn gegund. Binnenkort zal ook begonnen worden met den bouw van het nieuwe Zuiderbad. De bedoeling is, dat dit bij het seizoen 1947 in gebruik genomen zal kun nen worden. En dan? zoo vroegen wij. Burgemeester H. van Alphen, Wat er in 1947 kan worden uitgevoerd is nog niet geheel zeker. Aldus het antwoord van den burgemeester. Wij. dat wil natuurlijk allereerst zeggen, de Wederopbouw Zandvoort, zullen aan Den Haag toe stemming vragen om, behalve natuur lijk woningen, ook in 1947 een hotel voor zomer en win terverblijf te zetten en een groot restau rant. Aan beide din gen is groote be hoefte. Het hotel komt ter plaatse vari het vorige Groot-Badhuis. Een definitief-gegadigde daarvoor hebben wij nog niet. De eigenaar van het vroegere Groot-Badhuis heeft evenwel de voorrang. Binnenkort zullen de onderhandelingen wel in een beslissend stadium komen. Hetzelfde is trouwens ook te zeggen van de andere hangende plan nen. Het is bekend, dat wij f'oor de ver kaveling van de gronden een economisch en adviseur hebben aangesteld, die in eer sten aanleg tracht tot overeenstemming te komen met de gedupeerden om hun nioir we gronden aan te wijzen ter vervanging van de gronden waarop hun vroegere be zittingen stonden. Als er geen overeen stemming verkregen wordt is er beroep mogelijk bij een commissie bestaande uit 5 personen, die door B. en W. is ingesteld. Als die verkaveling achter den rug is, kunnen de nieuwe eigenaars hun plannen gaan uitwerken. Het is mogelijk, dat iemand die niet zelf opnieuw beginnen wil zijn aanspraken aan een gegadigde over doet. Zoo zal zoo besloot de burgemeester ons Nieuwe Zandvoort langzaam groeien. Vliegen jacht. Wat Amerika doet voor Nederland Tallooze verzoeken van Amerikaansche burgers om iets voor een Nederlandsch gezin te mogen doen, hebben er toe geleid, dat c.a. 2500 „stille armen" in Nederland door Amerikanen zijn geadopteerd. De Amerikanen zullen deze menschen pak ketten zenden. Namen en adressen van deze Nederlanders zijn door Nederlands Volks herstel. in overleg met sociale instellingen bijeengebracht. Het zenden van nieuwe adreslijsten is op verzoek van Amerika thans stopgezet, zoodat aan nieuwe aan vragen niet kan worden voldaan. Een an dere belangrijke hulp uit Amerika is de verstrekking van allerlei noodzakelijke goederen aan instellingen, werkend op het gebied van kinderzorg. De hiervoor door het American Relief for Holland aange kochte goederen zijn nu voor verzending gereed. Zij omvatten o.a.: 10.000 bedde- lakens. 9000 sloopen, 5000 dekens, 7000 hand doeken, 40 opvouwbare kinderbedjes met matras en grondzeil. 700 kussens..vele tien duizenden stuks boven- en onderkleeding, zoowel voor de kinderen als voor hun ver zorgers. kousen, zakdoeken, schorten. 5000 paar kinderschoenen, duizenden ponden breigarens en breiwol, gereedschapsdoozen voor handenarbeid en naaiwerk, duizen den borstels, bezems en andere huishou delijke artikelen, een aantal naaimachines, schrijfmachines en kinderwagens, een vol ledige weck-installatie enz. Een ander Amerikaansch geschenk, dat binnenkort in Nederland aankomt, is een tweepersoons lesvliegtuig, dat Justus Heymans, de sport vlieger. die-voor'den oorlog van Neder land uit een retourvlucht naar Ned.-Indië maakte, uit dankbaarheid voor het feit, dat hij op 14 Mei 1940 op het laatste nip pertje met een vliegtuig uit Nederland kon ontsnappen, voor ons land heeft ge kocht. Het vliegtuig is eind Juli verzon den met het s.s. „Delftdyck". Het toestel zal worden geschonken aan de Nationale Luchtvaartschool. De Haarlemsche vischmarktzal moeten verdwijnen U hebt ze wel gekend, die knusse gele kleefsïierten, die des zomers in kamer en keuken zoo gezellig aangroeiden tot een bungelend vliegenkerkhof. Onsmakelijk, maar nuttig. En ach, waarom kan men ?e nog steeds maar niet of nauwelijks weer inschatten? Dat is niet billijk, want er zijn volop vliegen. Als manlief thuis komt uit kantoor en zijn hoofd om den hoek van de keukendeur steekt, ziet' hij zijn vrouw een wanhopiger) strijd voeren om tegen onafgebroken aart- gonzende vliegeneskaders haar potten en pannen te beveiligen. Geen stukje vleesch. geen worteltje en geen aardappel mag zij uit het oog verliezen. Slaat zij naar den aardappel, dan zitten er tien vliegen op het stukje vleesch en verjaagt zij deze. dan moet zij zich haasten om via het wor teltje, dat zwart ziet, den aardappel weer te bevrijden. 7.ij spartelt rond met een hoogrood hoofd en roept vertwijfeld', wan neer haar echtgenoot een vlieg van haar wang jaagt om ruimte te maken voor zoen. dat er voor elke vlieg, die zij dood slaat, zeven nieuwe opduiken. Moordlust blinkt in haar oogen. Manliefs ridderlijke gevoelens ontwaken in volle geduchtheid en met een veelzeg gend „Wacht maar" grijpt hij een oude krant en gaat het zoemende ongedierte te lijf. Hij neemt er een op net oog, mikt en pats! wordt hij een moordenaar, triomfan telijk het lijk tussehen duim en wijsvinger maar de gootsteen dragend. Met groote sprongen danst hij de keuken door. slaat jannen er. ander gerei kletterend omlaag en laat r.-.et bloed, vleugels en poolen be smeurde flarden krant in het: rond dwar relen. Hij trekt zijn jasje uit en duikt on der de tafel, teneinde eventueele onder duikers te graze te nemen. Bij het opstaan gooit hij bijna de tafel om. springt op een stoel en maakt een salto naar het plafond. Telkens moet er een versche krant aan gelooven. Var. tijd tot tijd werpt hij een tevreden blik in het gootsteenbakje. Inmiddels is zijn vrouw het slagveld ont vlucht en heeft zij het eten op tafel gezet. Herhaaldelijk heeft zij reeds naar de keu ken geroepen, of mannie maar komen wil. Vervolgens roept zij verwijtend, dat ze alvast is begonnen. Maar de keuken is nog steeds strijdtooneel. Telkens verschijnen er nieuwe vliegen en de bloeddorst van den heer des huizes is onverzadiglijk. Als hij tenslotte even naar de voordeur is ge- loopen om het avondblad op te rapen, dat ook als slagwapen moet fungeeren, aan gezien alle oude kranten aan flarden zijn. als ook het avondblad opgeofferd is en hij den strijd moet staken, loopt hij trotsch mot het gootsteenbakje de huiskamer bin nen Zijn vrouw heeft het eten bijna op en dat is maar goed ook. want tegen wil en dank moet zij een blik in het bakje wer pen. „Ga liever zitten", zegt zij vol af schuw en dan valt het oog van den over winnaar op zijn bord. Het lijkenhuisje glijdt uit zijn handen. Zijn diner is koud, maar blijkbaar niet onsmakelijk. Er wordt althans van gesmuld. Gretig', door twintig oolijke zespooten. „Ik heb je vast opge schept", klinkt de stem van zijn vrouw „Eet nu maar, lieve". r\E Haarlemsche Vischmarkt, waarvan ■-'wij hebben gemeld, dat de plannen om haar op te heffen, thans een definitieven vorm krijgen, heeft een lange geschiedenis achter zich. Zij dateert uit het jaar 1767. Vóór dien tijd was er ook vischhandel in Haarlem, maar die was hoofdzakelijk ge- localiseerd in de omgeving van de tegen woordige Mellcbrug, die dan ook vroeger toepasselijkerwijze Vischbrug werd ge noemd, Er was zelfs een scheiding tus sehen de markten voor riviervisch en zee- visch, hoewel deze beide wel dicht bij el kaar gelegen waren. In 1603 werden beide vischmarkten ver plaatst naar de omgeving van de Groote Markt. Aan de Noordzijde werd de rivier visch verkocht, zooals trouwens nog in den naam Riviervischmarkt is te zien. Aan de Zuidzijde was de handel in zeebanket. Deze situatie was echter niet bevredigend. Vooral de kerkgangers ondervonden last en het stadsbestuur ontving veel klachten van menschen, die den ingang van de kerk niet konden bereiken en van anderen, die van meening waren, dat de Groote Markt ontsierd werd. Ook degenen, die ter markt gingen waren niet tevreden en klaagden erover, dat zij bij sledht weer gedwongen waren in de open lucht te blijven staan. Het heeft echter tot 1769 geduurd voor er een overdekte vischmarkt werd ge bouwd. Zij kwam op de plaats van het zoo genaamde dievenkerkhof tegen den Noor delijken muur van de kerk, op de plaats, waar zij heden ten dage r.og te vinden is. Hoe doelmatig de vischmarkt gebouwd was, blijkt wel uit het feit, dat zij ook in onzen tijd nog gebruikt is, zooals men zich herinnert uit het najaar van 1942, toen de hal in gebruik werd genomen om de win keliers in de gelegenheid te stellen er 'hun visch af te halen. Dat was in den tijd van de transportmoeilijkheden, die nu gelukkig weer in zooverre opgelost zijn, dat de win keliers hun visch weer regelrecht van IJmuïden kunnen betrekken. Na deze laat ste opleving is het tijd om de plannen tot liquidatie te verwezenlijken, die al sedert 1936 bestaan. In dat jaar was namelijk de eens groote belangstelling voor de visch markt zoodanig getaand, dat er nog slechts een enkele handelaar stond. Oude Haarlemmers herinneren zich nog wel de drukte van een jaar of veertig ge leden. De toeloop begon na den eersten wereldoorlog te verminderen. Een der oorzaken daarvan was, dat de visch vóór 1914 verkocht werd per mand, of „snees" (21 stuks) maar later bij het gewicht. Dat beteekende een vermindering van den ver koop, welke tot gevolg had, dat de hande laren zich langzamerhand van de markt terug trokken. In den mobilisatietijd heeft de visch markt nog eenigen tijd gediend als opslag plaats voor groente; dat was voor zij in 1942 tijdelijk heropend werd. Droomstadje aan het water Onze vaderlandsohe geschiedenis bevat namen, die bij het uitspreken plotseling een grootgche episode voor den geest roepen. Daar is Alkmaar, van waar de victorie begon tegen dé Span jolen en daar is den Briel. waar de ijzeren hertog op dien lsten April zijn bril verloor. Brielle. is een stadje vol van droo- men met een oud gelaat, dat van de zee spreekt, maar dit spreken geschiedt in den verleden tijd. Want den 'Briel is van de zee vervreemd, zonder dat hot dit helpen kon, de haven is geen haven meer en de zeeschepen stoomen op naar Rotterdam, zonder te denken aan de en Rochus Meeuwiszoon, de mannen die met hun rijke lading Brielle als los plaats kozen. Het stadje heeft zijn eigen tragiek, die het heldhaftig verbergt achter schoo- ne geveltjes, zich rijende langs hei Drie- 'oellenslop, vertellende van Koppestock en Rochus Meeuwiszon. de mannen die de Spanjaarden door slimheid en kracht verre wisten te houden. Rond het stedeke is een bolwerk, ver der op liggen de weiden en boomgaar den onder de zomerzon en voor ons staat een panitserkanon te roesten als overblijfsel van den tweeden grooten strijd, dien Brielle kende. Brokken „Atlantikwal" worden al haast opgenomen in het groene bastion rond de stad. In de straten, die betrek kelijk ruim zijn voor een middeleeuwsch stadje vertellen de gevelsteenen en de oude huizen van hen. die in deze veste woonden of geboren werden. Daar wa ren grooten onder hen: kerels als Jacob van Maerlandt en Maerten Tromp, Witte de With en Philips van Almonde. Maar ook van kleine menschen. die daar leef den, de schippers en de kooplieden ver telt het stadsbeeld. In gindschen winkel met den luifel-woonde eertijds een han delsman, wiens naam genoemd werd in het verre Portugal, hij bezat een vloot van vele schepen. Nu is dat roemruchte Brielle ineen geschrompeld tot een stadje-zonder meer. De 3500 menschen, die er wonen leven van winkelnering, van wat rivier en zeevisscherij. maar het hart klopt er trager dan in de dagen van Al>va en Bossu. Zoo heeft de waternymph, die voor het Zeeliedenasyl staat, gelijk door met een steenen hand naar de zee te wijzen en met de andere een vlag op te heffen naar het land. Brielle is van ouds her een zee-stad en draagt de kenmerken daarvan onveranderd in haar karakter, maar intusscnen is het door den loop der omstandigheden gedwongen zich op het land te oriënteeren en in land- en tuinbouw middelen van bestaan te zoe ken. Jan Fabrieius 75 jaar. Onze oud-stadgenoot Jan Fabrieius, schrijver van vele tooneelstukken, hoopt 30 September a.s. zijn 75sten verjaardag te vieren. Op het oogenblik verblijft hij nog in Engeland, doch hij komt naar zijn geboorteplaats Assen, waar de Drentsche bevolking hem zal huldigen. De a.s. jarige, die als timmermans leerling zijn maatschappelijke loopbaan begon, kwam later in de journalistiek. Eenigen tijd was hij werkzaam aan de Javabode 'te Batavia en voerde later de hoofdredactie van de Preangerbode. In een korte periode van zijn verblijf in Nederland was hij verbonden aan de Spaarnebode te Haarlem. Later maakte hij nog reizen naar Indië en woonde ook in Engeland en Vlaanderen. Jan Fabrieius is vooral bekend ge worden door zijn tooneelstukken, zooals Eenzaam (1907). De rechte lijn (1910), Onder één dak, Ynske (1914). Totok en Indo (1915), Dolle Hans (1916), Nonni (1917), Een ridder kwam voorbij, De meteoor. Afrekening en Villa de Vreugd. Ter gelegenheid van zijn verjaardag zal in Assen „Onder één dak" ten too- neele worden gebracht. Dit stuk van Fabrieius heeft de heer J. Naarding be werkt in het Drentsch. Als transitohaven heeft Rotterdam een. merkwaardig staaltje van snelheid geleverd. Op 23 Juli vertrok met eenige trucks een. zending dons uit Praag. De auto's bereik ten tijdig Rotterdam voor de inlading in het s.s. „Union Victory", dat op 27 Juli zee koos en op 3 Augustus te New York arriveerde. Een dag later was de geheele zending reeds uitgeladen en ter beschikking van den ont vanger gesteld. Het vervoer van Tsjecho- Slowakijc naar de Ver. Staten had slechts twaalf dagen in beslag genomen. TT* in De bril van Sultan Sar 30. Tips en de Sirdar, die dien avond voor spook speelden, kregen zoo'n schik, in het werk, dat zij'op de mannen toe liepen, en, toen deze het hazenpad ko zen, hen nog op den nek sprongen. „Dat mannen, die zeker uit streken kwamen, is teveelriep Halef, „ik ben van kind af met spoken opgegroeid, maar ze moe ten me niet op m'n nek springen!" En hij rukte zich los, zoodat de Sirdar zijn burnoes in de hand hield. De overige waar men niet met spoken in co7itact kwam, waren al gillend weggehold. „Het spookt in de minaret", riepen ze, Allah il Allah", en ze strooiden kwistig met geweren op de trappen. Ziezoozei Tips, „wapens hebben we tenminste."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1946 | | pagina 4