Velsens Raacl was weer present en koos drie Wethouders Een sprookje herleeft Over de benoeming van den vierden geen overeen stemming. Uren-lang debat over beleid en houding van den burgemeester tijdens den oorlog en na de bevrij ding. Vergadering geschorst na het middernachtelijk uur. Maandag vergaderde voor het eerst weer de Raad. Na de installatie van de raadsleden hield de burgemeester een zeer uitvoerige openingsrede Rede van den burgemeester. Allereerst gaf hij een resumé van den gang van zaken van de eerste jaren der bezetting. 1 April 1942 werd hij zelf door de Duitschers uit zijn ambt ontzet en leg den ook de wethouders hun mandaat neer. De bezetter gal' de macht in handen van zijn landverraderlijke satellieten, de dictatuur werd op den troon verheven, de terreur en willekeur vierden hoogtij en een zwarte nacht daalde over Velsen. Spreker verzocht daarna even stilte om de inwoners te gedenken die in den oor log hun leven offerden. „Diepe erkentelijkheid en groote waar deering past ons jegens hen en dan denk ik daarbij niet in de laatste plaats aan de leden van het gemeentelijk perso neel die liever gijzeling en concentra tiekamp aanvaardden, dan dat zij de knie bogen voor den Baal van het nationaal- socialisme. De bevrijding zag een geha vend. geteisterd en bijna vernietigd Vel sen. Het grootste deel der burgerij was naar alle windhoeken verstrooid. Maar met de bevrijding was Velsens martel gang nog niet teneinde. De vesting bleef gesloten. IJmuiden werd ontwapenings centrum en tot aan den dag van heden toe loeien dagelijks nog de sirenes ten tee- ken dat wederom Duitsche verdedigings werken worden opgeblazen" Vervolgens gaf de burgemeester een overzicht wat er na de bevrijding is tot stand gebracht om de gemeente weer op te bouwen. Hij prees de samenwerking met den Wederopbouw. „Het wederopbouwplan is thans gereed en wanneer dit eenmaal werkelijkheid zal zijn geworden zal hier zijn verrezen een geheel nieuwe stad aan de zee, die niet alleen zal voldoen aan hooge eischen op stedebouwkundig gebied, maar waar ook ruim plaats is geboden aan verschil lende sociale instellingen, die wij tot he den hebben moeten missen". De burgemeester wees er op. dat vele ouden van dagen, die niet meer in het arbeidsproces zijn opgenomen, nog niet in Velsen konden terugkeeren, omdat er voor hen nog geen woningen zijn. „Ik acht het een allereersten eisch van men- schelijkheid om voor deze groep iets te doen; zij zijn niet te helpen met tehuizen of gestichten, maar wij zullen alles moe ten doen, teneinde te bereiken dat deze oude werkers in de gemeente, waar zij geboren en getogen zijn, waar zij gewerkt en geleefd hebben, binnen de besloten heid van een eigen woning ook hun le vensavond zullen kunen doovbregen". Na er op gewezen te hebben dat in Velsen een belangrijke taak was opge dragen aan het college van B. en W. daar Velsen geen Noodraad kreeg, constateer de de voorzitter, dat thans aan dien toe stand een einde gekomen is Hij bracht dank aan het afgetreden college, dat zich voor vele moeilijkheden geplaatst zag. „Aan mijn voorzitterschap van dit in snel tempo arbeidende en vooruitstre vende college zal ik steeds met genoegen terug denken; in dit dankwoord betrek ik ook gaarne onzen loco-secretaris, wien ik ook nog steeds erkentelijk blijf voor de toegewijde wijze, waarop hij mij in den bezettingstijd bij mijne duels met den vijand als een nimmer wijkend schild knaap heeft ter zijde gestaan". De voorzitter besloot met de volgende woorden: En thans, dames en heeren van onzen nieuwen Gemeenteraad verklaar ik u te zijn geïnstalleerd; moge uw arbeid zich kenmerken door goede samenwerking en bij alle verschil van inzicht tóch onder linge waardeering mogelijk zijn; belang rijk is de taak, die u wacht, moge in deze zittingsperiode veel arbeid tot heil der gemeente door u worden verricht en moge gij ook persoonlijke voldoening vinden in uw nieuwe taak; critiekloos zal overi gens uw arbeid ook niet zijn, dit is hij nimmer, immers een eeuwenoude waar heid ligt er besloten in de woorden van Vondel in de Leeuwendalers: ,,D' onwe tende gemeente ontzagh zich noit haer schuit en misdaet op den hals der Heer schappen te laden". Maar dan ligt er troost en vermaning en veel wijsheid besloten in de regels die ik eens las aan den gevel van een naburig Raadhuis: ..Trek u niet aan wat yeder segt maar doe wat billyck is en regt" En wat uw voorzitter betreft: ik ben geheel tot uwen dienst bereid, met slechts dit eene voorbehoud: Ik ben bereid te zijn uw aller dienaar maar niemands knecht. De wethoudersbenoeming. De benoeming van de eerste drie wet houders had een vlot verloop, in de vaca- ture-Nijssen werd benoemd de heer W F. Visser (Partij v. d. Arbeid) met 16 stemmen. De heer Nijssen (R.-K.) ver kreeg 13 stemmen. In de vacature-W F. Visser werd gekozen de heer A J. van Leusen (P. v. d. A.) eveneens met 16 stemmen. Ook nu weer verkreeg de heer Nijssen 13 stemmen. Voor de vacature- F. P. Vermeulen werd aangewezen de heer Th. Kruisman (Comm.) met 16 stem men. De heer Nijssen kreeg opnieuw 13 stemmen. Bij de benoeming van den vierden wethouder werden uitgebracht op den heer Nijssen 13 en op den heer C. P. J. Maas 16 stemmen, zoodat laatstgenoem de derhalve was benoemd. Deze verklaart echter de benoeming niet te aanvaarden. Uit de stemming blijkt, dat de rechter zijde haar stem op den heer Nijssen. links die op den heer Maas heeft uitge bracht. Op voorstel van den heer Ver beek (P. v. d A.) werd besloten, de be noeming van den vierden wethouder aan te houden tot de volgende vergadering, nadat de heer Vermeulen nog had ver klaard, dat geen der Protestantsche leden bereid zou zijn een benoeming te aan vaarden. Hierna had de benoeming plaats van de commissies van bijstand enz. Hierna kwam aan de orde een voorstel van 8 raadsleden (4 Communisten en 4 P. v. d. A.): „Mededeelingen, belangrijke zaken en het gevoerde beleid sinds Mei 1945 betreffende, door den burgemeester", dat aan de agenda was toegevoegd. „Wat is hiervan de bedoeling?'' vraagt de voorzitter. Dit wordt uiteengezet door den heer R. Verbeek, die meent, dat het voor de bevolking van Velsen. als ook voor de raadsleden van belang is, een uiteenzet- j ting te hooren over de in de afgeloopen periode door het voormalige college ge nomen besluiten enz. De voorzitter verklaart zich be reid. hieraan te voldoen Hij begint met een uiteenzetting te geven van de com- I petenties van burgemeester en wethou- ders, die belangrijke bevoegdheden heb- ben gehad. De voorzitter staat weliswaar op het standpunt, dat het oude college geen verantwoording verschuldigd is aan den nieuwen raad, maar dit sluit niet uit zijn bereidheid de gewenschte inlich tingen te verschaffen. De heer Verbeek zet de bedoeling van het voorstel nader uiteen. Spreker acht het gewenscht, dat verschillende te genstellingen opgelost moeten worden. Hij stelt de vraag: Waarom werd wethouder van Leusen. toen hij zich na de capitulatie weer meld de, nadat hij onder pressie der Duitschers was verdwenen, door den burgemeester gezegd, dat er voor hem geen plaats was op het raadhuis? De tweede kwestie is de volgens spre ker ongemotiveerde terzijdestelling van de Adviescommissie. Waarom heeft het col lege deze commissie na de vergadering van 22 Januari 1946 genegeerd? Dan wil de heer Verbeek de vordering van Schoonenberg door den burgemeester ter sprake brengen. De voorzitter ant woordt hierop, dat hbm dit recht door de regeering is gegeven. Hier moet de heer Verbeek rekening mee houden _De heer Verbeek, voortgaande zégt. dat "9e Adviescommissie accoord ging met het voorstel. Schoonenberg voor f 200.000 :e koopen De Adviescommissie heeft B. en W. gevraagd, wat de bedoeling was met dezen koop. De heer Vermeulen heeft in een vergadering gezegd. dat het geen slecht idee zou zijn, het huis ter beschik king te stellen van den burgemeester Onmiddellijk daarop werd het huis door den burgemeester gevorderd. waarvoor de woorden van den heer Vermeulen wel niet als springplank gediend zullen heb ben. Door wien is de huurwaarde bepaald en welke maatstaf is bij de vaststelling daar van aangelegd? Tenslotte brengt de heer Verbeek de benoeming van den nieuwen directeur van Gas en Water ter sprake, hetgeen ge schiedde drie dagen vóór de raadsverkie zing, zonder dat daarvoor een oproeping in de bladen werd gedaan. Welke dringen de zaken hebben deze benoeming noodig gemaakt? vraagt spreker De v o o r z i t t e i zegt, dat men uit de woorden van den heer Verbeek zou kunnen afleiden, dat het college niet veel goeds heeft gedaan Het college heeft hier een chaotischen toestand aangetrof fen en heeft gewerkt als karrepaarden. Spreker ontkent, dat het college autori tair heeft gewerkt.' Hij aanvaardt deze opmerking niet, het college heeft demo cratisch gehandeld. Inzake de kwestie van Leusen merkt de voorzitter op, dat het college en niet al leen de burgemeester deze zaak met den Commissaris der Koningin en den Mi nister van Binnenlandsche Zaken heeft behandeld Sprekei zal daarna zijn standpunt ten aanzien van de Advies commissie uiteenzetten. Deze commissie heeft klaarblijkelijk niet begrepen de fi guur van B. en W houdende de bevoegd heden van den Raad Omtrent den koop van Schoonenberg wijst de voorzitter er op. dat hij als oor logsslachtoffer recht had op een woning in deze gemeente. De heer J P Nijssen, oud-wethouder, merkte ten aanzien van de benoeming van den heer Kampman tot directeur van Gas en Water op, dat het alleszins ge wenscht was, dat in de vacature werd voorzien. De heer Kampman is 17 jaar adjunct-directeur geweest en spreker wilde als wethouder geen toestand ach ter laten. dien hij zelf ongewenscht achtte. De heer Vermeulen zegt. gaarne mededeelingen te willen doen over den aankoop »v,an Schoonenberg. Hij zegt. dat het bekend was. dat de burgemeester al bezig was Schoonenberg voor zichzelf te huren, voor dat er van koopen sprake was Er is nagegaan, voor weike doelein den het zou kunnen worden gebruikt. Spreker erkent, dat hij den burgemeester Ijeeft geadviseerd de woonruimte voor zich te vorderen. De woning is getaxeerd op f 20 000. De huurprijs is vastgesteld in het cojlege van B. en W liet geheel was in de Personeele Belasting aangeslagen voor f 1200. Voor den burgemeester is de huur voor de woonruimte met 1000 M2. van de 207000 M2 grond (zonder do stallen) op f 1200 per jaar gesteld. Ook de heer Visser wenscht zijn af wijzend standpunt ten aanzien van de door den heer Verbeek naar voren ge brachte kwesties uiteen te zetten Hij stelt zich op het standpunt, dat de heer Van Leusen precies dezelfde rechten had als spreker en de heer Nijssen. De heer Van Leusen had dus weer op zijn oude plaats terug moeten komen. Ook ten aan zien van de Adviescommissie zet de heer Visser zijn standpunt uiteen. Aangaande de benoeming stelde de heer Visser zich op het standpunt, dat wat op den nieu FEUILLETON Anne als Asschepoes van MARIA SAWERSKY 17) Falke knikte toestemmend. Je hebt gelijk. Toen ik nog gezond en sterk was, won mijn wil het van mijn wenschen. Maar nu voel ik mij oud en zwak. Ik verlang naar wat liefde, naar een vrouwelijke hand, naar wat jeugd en zonneschijn om me heen. Misschien deed ik verkeerd zoo lang te aarzelen. Nog is het niet te laat, Remus. Be denk toch eens. wat er nog alles kan ge beuren: je kleindochter hier op den Falk- brucht, en over een poosje weer bij mij op het landgoed wij, twee ouwe kerels temidden van de uitgelaten jeugd! En, wie weet, raken ze niet verliefd op el kaar mogelijk heeft Jens nu al sympa thie voor het meisje opgevat! Dan zullen we op den Falkburcht nog een verloving, een huwelijk en wie weet wat nog meer vieren! Jij met je dolle fantasieën! lachte Falke. Die intusschen heel gauw werkelijk heid kunnen worden! Geef me m'n schrijfmap eens aan, Christian. Ik zal direct aan notaris I-Iam- sen schrijven om die zaak weer op te nemen. Persoonlijk wil ik met mevrouw Sta nyjcki niets te maken hebben. Hamsen moet alles maar regelen. Als die vrouw toch weer gaat trouwen, zal ze er wel niets tegen hebben dat meisje aan mij over te laten. Eventueel kan Hamsen een financieel accoord treffen. Hier is je pen en papier, Remus. Breng het Hamsen maar goed aan zijn verstand. Hoe gauwer het meisje' hier is, hoe beter. Terwijl Falke schreef, wandelde de oude Grottkau vergenoegd de kamer op en Een uur later zat hij weer in het zadel met den brief aan den notaris in zijn zak. Hij wilde hem zelf ter post bezorgen. Mevrouw Olga Staniecki toonde zich in alle opzichten de gelukkige -verloofde. Ze straalde in tegenwoordigheid van haar aanstaanden echtgenoot, las hem eiken wensch van zijn lippen en paste zich ge heel bij hem aan. Dat alles was eerlijk ge meend. Minder eerlijk echter was het stralende gezicht, dat mevrouw Staniecki tegenover de brave Elmshornsche ingezetenen ten toon spreidde. Natuurlijk was ze blij, dat haar verloving met Eschental tot stand was gekomen, temeer, omdat de datum van het huwelijk reeds was vastgesteld. Nog vóór Kerstmis de consul had het zoo gewenscht zou de trouwplechtigheid plaats hebben en daar was van haar kan* uiteraard geen enkel bezwaar tegen ge weest. Desondanks echter had ze haar geheime zorgen. De grootste zorg was Anne. De tweede zorg haar lievelingsdochter, Vera. En de derde zorg was een briefwisseling, weike ze sinds eenigen tijd voerde, alsmede een plan, dat daarmee samenhing. Een vrouw, die onder zooveel moeilijk heden gebukt ging, was het tenslotte niet kwalijk te nemen, dat zij zich binnen de vier muren van haar eigen huis wel eens wat minder opgewekt gedroeg dan in de Elmshornsche samenleving. Daarbij kwam nog, dat ook Vera's stemming sinds eenigen tijd veel te wenschen overliet. Verschillende dingen, die zij zich anders gedacht had, ontwikkelden zich niet over eenkomstig haar wenschen. Graaf Grundt- vig Bagessen en Jens Grottkau hadden zich, sinds de laatste theevisite, niet meer in den huize Staniecki laten zien. Vera was innerlijk woedend op Grundtvig Zijn dwaze nasporingen, zooals zij het noemde, naar de schoone onbekende van het bal. ergerden haar in niet geringe mate. Even woedend was zij op Grottkau en diens leugens over de „zilverprïnses". maar het woedendst van al was ze op haar moeder, die haar verwend dochtertje bij den consul niet zóó op den voorgrond plaatste als Vera dat had meenen te mo gen verwacht en- wen Raad kon blijven wachten door dezeil behandeld moest worden. Tenslotte behandelde nog de heer N. W. van Nifterick (P. v. d. A.) het beleid van den burgemeester Hij spreekt over de behandeling van den pachter van Velserbeek, over de ontrui ming van Velserbeek. waardoor een pa niek ontstond onder de vele aanwezigen. Tijdens de spoorwegstaking heeft de bur gemeester tegen de bedrijfshoofden ge zegd „Zorg er voor dat er bij de be drijnen niet gestaakt wordt' aldus de heer van Ntfterick Spreker leest een paar brieven voor. dat de bur gemeester actief zou zijn geweest ten bate van Winterhulp. In verband met wat de burgemeester indertijd over het afbreken van zijn huis door de Duitschers aan de pers heeft medegedeeld zegt de heer van Nifterick: „de burgemeester heeft zelf zijn huis laten afbreken'" De voorzitter zal hierop antwoor den. meer tot den Raad dan tot den heer Van Nifterick. die van de zuiveringscom missie voor burgemeesters al rot ant woord gekregen heeft, dat de burgemees ter volkomen zuiver was De heer van Nifterick had als een goed democraat in de uitspraak van de Zuiveringscommissie moeten berusten Spreker weerlegt uit voerig de beschuldigingen van der, heer van Nifterick. Zoo zeide hij. da: zijn hou ding tegenover Winterhulp een van de redenen van zijn ontslag is geweest De gelden, voor Winterhulp opgebracht heeft spreker gegeven aan de bestaande acties. Alle beweringen van den heer van Nifterick zijn volkomen uit de lucht ge grepen. zoo besloot de voorzitter Tenslotte voert ook nog de heer van Leusen het woord over de hem be treffende kwestie. Hij wijst er op. dat de door de regeering vastgestelde uitzonde ringsbepalingen inzake het terugkeeren van wethouders alleen betrekking had op N S.B 'ers en dus niet op hem betrekking konden hebben Spreker ziet hlerm een beschuldiging van zijn persoon Hij wil gaarne in een openbaar debat zichzelf tegen de hierin opgesloten beschuldigin gen verdedigen. In het niet toelaten van den heer van Leusen moet men alleen zien een forma liteit en niets anders, zegt de voor zitter. Het is inmiddels middernacht geworden als ook de heer D. Verbaan nog het woord vraagt, om eenige opmerkingen over het beleid van den burgemeester. „U bent bij de burgerij niet gezien", al dus de heer Verbaan. „Als ik u was. zou ;k hieruit de conclusies trekken en heen gaan". Op voorstel van den heer Verbeek be sluit de raad de vergadering te schorsen. De vergadering zal op een door den voorzitter te bepalen datum worden voortgezet Voorloopige hinderwet vergunningen verleend Burgemeester en Wethouders van Vel sen hebben bij besluit van 27 Augustus '946 de navolgende voorwaardelijke ver gunningen verleend: Aan J. Duijn's Kistenfabriek Meer straat 126 te Beverwijk en haar recht verkrijgenden tot het oprichten van een kistenfabriek in het perceel Industrie straat 61 te IJmuiden, aan C. H ten Broeke. Fazanteniaan 31 te IJmuiden-Oost en zijn rechtverkrijgen den. tot het oprichten van een machinale •immerwerkplaats in het perceel Haring kade 35 te IJmuiden. aan de N V Visscherij-Onderneming „De Vem". Trawlerkade 15 te IJmuiden en haar rechtverkrijgenden tot het uit breiden van de ijsfabriek in de perceelen Middenhavenstraat 1—7 en Trawlerkade 15 te IJmuiden; aan Joh. van der Bijl, Meervlietstraat 31 te Velsen en zijn rechtverkrijgenden tot het uitbreiden en wijzigen van de bakkerij In het perceel Meervlietstraat 31 te Velsen AANVOER VAN PEKELHARING. Van de haringvisscherij kwamen alhier binnen de KW 20 me: 404 kantjes, de KW 175 met 480 kantjes, de KW 67 met 591 kantjes, de KW 16 met 554 kantjes en 70 kisten versche en de KW 43 met 90 kisten versche. Vandaag was Vera al heel slecht te spreken, Het was een troostelooze, regenachtige dag. Buiten loeide de eerste herfststorm, die de bladeren van de boomen rukte en ze op hoopen in den tuin .bijeen dreef. Binnenshuis was het ontzettend ver velend. Bovendien had haar moeder om de een of andere onnaspeurlijke reden Anne en Ursel met een lange lijst boodschap pen naar de stad gestuurd, zoodat Vera nu de huishoudelijke plichten moest na- loopen. Ze deed het morrend en onver schillig en streed intusschen met haar innerlijke woede, waaraan ze dreigde te stikken. Ze was nu bezig de theetafel in de huiskamer in orde te maken. Ook weer zoo'n zot idee van haar moeder om juist vandaag een keurig gedekte tafel te ver langen. Waarvoor eigenlijk? De consul kwam toch niet; die was vandaag even eens naar de stad. Plotseling kon Vera zich niet meer be- heerschen. Ze wierp de zilveren iepeitjes met een smak op tafel en begaf zich met opgeheven hoofd naar de kamer van haar moeder. Mevrouw Staniecki zat aan haar schrijf tafel. Zij had een stapel papieren en brieven voor zich en keek op, toen Vera binnentrad. Ze zag er bleek en zichtbaar vermoeid uit, maar het scheen Vera, die geheel in beslag werd genomen door haar eigen ergernissen niet op te vallen. Ik zou je wel eens even willen spre ken. mama, zei ze kort (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1946 | | pagina 3