In het kamp „Duinoord" worden de jongeren apart opgevoed FLITSEN Een sprookje herleeft Adelborsten zonder ponjaard en roode kraag Op het „Koninklijk Instituut voor de Marine" te Den Helder, waar de kolonel F. Th. Burghard het commando voert, is de opleiding voor zeeofficieren weer begonnen. Wegens den grooten achter stand, welke als gevolg van den oorlog in de officiersopleiding ontstaan is, heeft men een verkorte opleiding inge steld, welke IV2 jaar duurt en die op 15 Mei begonnen is. Bovendien is op 17 September de normale opleiding, welke drie jaar in beslag neemt, begonnen. In November 1947 zal tenslotte een begin gemaakt worden met de opleiding van „mariniers-officieren" (adelborsten). De verkorte opleiding bestaat uit een jaar theorie en een half jaar óp een op leidingsschip, terwijl de normale oplei ding twee jaar theorie en een jaar „vor- mingsschip" omvat. Op het oogenblik beschikt men nog niet over een voor dit doel geschikt schip, doch in Mei 1947 hoopt men Hr. Ms. „Van Kinsbergen" als zoodanig in dienst te kunnen stellen. Eeïde opleidingen omvatten thans 119 man ieder, terwijl voorts nog 37 offi cieren der mariniers er hun opleiding krijgen. ïn de toekomst zal het „instituut" echter een veel grooter aantal gasten krijgen. Als gevolg hiervan moet er ge bouwd en verbouwd worden tot het een capaciteit heeft voor 500 man. Er zal een geheel nieuw schoolgebouw ge plaatst worden op het terrein, waar vroeger het hospitaal stond, dat echter gedurende de bezetting geheel is uitge brand en waarvan slechts de funda menten de plaats aangeven waar het eens stond. Overigens hadden ook de Duitschers het gebouw niet gespaard. Van het meubilair was geen spoor meer te bekennen. Het machinelaboratorium was leeggeroofd en de groote bibliotheek naar Duitschland gevoerd. Deze biblio theek is thans ontdekt in de Russische zone. Inmiddels wordt er hard gewerkt, om het gebouw weer voor de opleiding in orde te brengen. Er zijn nog tallooze moeilijkheden. Veel meubilair en di verse attributen voor de practische en de gymnastiekopleiding ontbreken nog. Als een andere moeilijkheid, die van de kleeding, zal zijn opgelost, zullen de adelborsten weer in de traditioneele uni form met roode kraag verschijnen, al moet de even traditioneele ponjaard voorloopig nog achterwege blijven, om dat het materiaal ontbreekt en ér de eerste jaren geen kijk op is, dat deze ponjaards vervaardigd kunnen worden. Gelukkig zit de bekwaamheid van onze officieren niet in ponjaard of roode kraag en dus zal het zonder deze uni- formaeelen van den adelborst ook wel gaan. Activiteit van rijwieldieven De rijwieldieven leggen de laatste dagen een groote activiteit aan den dag. Voor hun operatieterrein hebben zij ditmaal Santpoort gekozen, waar binnen een tijd van 24 uur vijf rijwielen werden gestolen. Uit een gafage werden in den nacht van Donderdag op Vrijdag twee dames- en een heerenrijwiel ontvreemd. De dader had zich door verbreking van een deur toegang tot de garage verschaft. In denzelfden nacht werd een schuurtje aan de J. T. Cremerlaan, dat met een hangslot was ge sloten, opengebroken, Oogst: een heeren rijwiel. Vrijdagmiddag werd een tuinder het slachtoffer van een fietsendief. Terwijl hij op zijn land werkte, was zijn fiets op geborgen in een schuurtje. Toen hij weev naar huis wilde, moest hij loopen, want de fiets was verdwenen. Het herbouwplan van Velsen Hedenavond houdt ir. Van Tijen in het Statenhuis aan den Velserweg 12 te Bever wijk zijn eerder aangekondigde lezing over: woningen en woonwijken in het her- bouwpian van Velsen. wordt midden in den nacht wakker, het moet voor baby zoowat tijd zijn om te huilen 3^ geen gelyid; wat zou het prachtig zijn als hij eens een heeelen nacht door sliep als zij eens één nacht kon hebben zonder eruit te moeten zou zij zich een nieuw mensch voelen schrikt op; is half uit bed voor zij beseft dat het een verwijderd auto signaal was vraagt zich af hoe lang het nog wel zal duren voor baby haar 's nachts niet meer wekt stel je voor dat het ventje al eerder gehuild heeft en zij hem niet heeft ge hoord richt elke halve minuut het hoofd op om inge spannen te luisteren dit is zoo ongewoon; als hij nou maar huilde, dan. zou ze weten dat het in orde is en dus eruit in de kou om zich even te buigen over een baby in diepen slaap Wel zeer tegengesteld zijn de indruk ken. die men krijgt van het kamp „Duindorp", wanneer men het van bui ten en van binnen bezichtigt. Een toe vallige wandelaar, die dit kamp voor politieke delinquenten te Schevenin.gen, voorbij gaat, ziet niets dan een hooge prikkeldraadomheining, een enkele ge üniformeerde bewaker en wat verwaar loosde huizen; kortom het kamp „Duin- dorp" maakt van buiten af bekeken een vrij triesten en troosteloozen indruk. Wanneer men de tweede prikkel draadversperring is gepasseerd, staat men even verwonderd te kijken naar een aantal goed onderhouden straten en huizen, ja hier en daar zelfs enkele goed onderhouden perkjfes. De geest in dit gedeelte van het kamp blijkt geheel te verschillen met die, welke onder de overigen gevangenen heerscht. Binnen deze tweede barricade, bevinden zich ongeveer tweehonderd jeugdige politie ke delinquenten tusschen 18 en 23 jaar. Toen de meeste politieke delinquen ten na de bevrijding veilig In kampen waren ondergebracht, bleek al spoedig, dat men over het algemeen genomen, betrekkelijk weinig last had van de ouderen. De jongeren daarentegen wa ren degenen, die veel moeilijkheden veroorzaakten. Aanvankelijk heeft men gemeend, deze jeugdige opstandelingen te moeten vereenigen in een zoogenaam de tuchtklasse. In tegenstelling lot de overige bewoners, die den geheelen dag werkten, moesten deze jongelui den ge heelen dag excerceeren en sport be oefenen. Het gevolg hiervan was, dat zij 's avonds zoo rnoe waren, dat ze blij waren naar bed te kunnen gaan. Zoodra ze echter weer waren opge nomen in het. gewone kampleven werd de behaalde winst al spoedig teniet gedaan. Weliswaar kon men de jongelui tijdelijk in bedwang houden, maar een oplossing van het probleem was de tuchtklasse niet. Toen is men er toe overgegaan, de jeugdige delinquenten beneden de 18 jaar onder te brengen in eigen kampen. Maar ook de jongeren van 19 tot 23 jaar bleken veel moeilijkheden te ver oorzaken. Daarom heeft men deze groep eveneens afgezonderd in een „jeugd blok". Men was ook van oordeel, dat ge tracht moest worden de jongeren op te voeden tot menschen die, wanneer, zij straks worden vrijgelaten, bruikbare leden van de maatschappij zouden zijn. Vooral de jongeren immers zullen groo te moeite hebben zich aan den norma len toestand in de wereld aan te passen. Zij waren immers hoogstens 17 jaar toen de oorlog uitbrak en hebben dus nooit bewust geleefd in een normalen democratischen staat. In tegenstelling tot de ouderen leven de jongeren niet in groote lokalen. Men heeft hen ondergebracht in huizen, waar ongeveer 17 jongens wonen. Een aan tal mei zorg gekozen puderen houden, natuurlijk met de ambtenaren, een oof| in het zeil. De jonge menschen hebben zelf hun woningen ingericht. Momenteel is men ongeveer twee maanden aan het werk met deze jongeren in hun jeugdblok". De resultaten, aldus deelde een sociaal verzorger van het kamp ons mede, heb ben de verwachtingen overtroffen. De helft van den dag krijgen de jeug dige delinquenten nu cursussen. Alle takken van het onderwijs zijn vertegen woordigd. De andere helft van den dag wordt gewerkt- in eigen werkplaatsen, 's avonds worden voordrachten en con certen gegeven. Men kent in het „jeugdblok" drie klassen. De eerste is tuchtklasse. De jongens daar krijgen een biizonder zware daginaeeling. welke hoofdzake lijk bestaat uit exerceeren en sport beoefening. De jongens in de tweede klas krijgen dezelfde behandeling als de ouderen: zij moeten den geheelen dag wei-ken en kunnen geen deel ne men aan de cursussen. Men was er trotsch op te kunnen mededeelen, dat de eerste klas „leeg" is en dat de twee de klas slechts een aantal delinquenten telt. De jongens in de derde klas heb ben faciliteiten, welke de ouderen niet genieten. Zoo wordt er met hen in zee gezwommen en maakt men excursies naar het Schoolmuseum te 's-Graven- hage. Tot de vierde klasse behoort mo menteel nog niemand. Dit wordt de klasse voor bijzondere ..uitblinkers". De heer L. G. Pleysant te Haarlem is aan de Vrije Universiteit te Amsterdam geslaagd voor het candidaatsexamen theologie. In den Helder worden weer Marine-Officieren opgeleid Hoor ik baby? FEUILLETON Anne als Asschepoes van MARIA SAWKFSKY 40) Ik ben met Anne's portret begonnen, riep de laatste al van verre. Ik geloof, dat het werkelijk goed wordt. Kleuren heb ik op mijn palet, kleuren om te zoenen! Senta Bratt knipte met haar vin gers, een gebaar, dat haar enthousiasme nog moest accentueeren. Ja, ja en dat arme model heb je in- tusschen laten verhongeren! antwoordde de gravin. Ursel heeft me al twee uur geleden haar nood geklaagd en Grottkau is over de onvriendelijke ontvangst boven heelemaal van streek. De kinderen willen naar de ijsbaan. Gaan jullie maar gauw naar binnen. Je vindt ook bij mij helaas den hond in den pot, maar koffie kan je nog wel krijgen. Fijn ik heb reuze trek in koffie. Is Grottkau erg nijdig op me? Ik heb hem voor ezel uitgescholden, omdat hij voort durend tegen de deur stond te bonzen en niet weg wilde. Heb je ergen honger, Anne? Anne schudde lachend van neen. Grott kau bleek niet haatdragend te zijn en was zijn nederlaag tegenover de beide dames alweer vergeten. Grundtvig echter was woedend op de schilderes, toen hij Anne's vermoeid gezicht zag. Senta Bratt be merkte het niet en at, in plaats van het verzuimde middagmaal drie gebakjes en twee stukken tulband achter elkaar op. Ziezoo, nu heb ik genoeg, zei ze eindelijk. Eigenlijk moest een mensch zich niet zoo vol stoppen met zoetigheden. Waarom kijk je me zoo bestraffend aan. Ernst? Vergeet niet, dat dit koffiemaal me weer een heele poos op de been moet houden, want nu ga ik weer aan het werk. In vredesnaam! riep Grottkau ver ontwaardigd. U bent toch niet van plan om die ongelukkige Anne opnieuw op de poseerstoel te nagelen? Dat bel ik on middellijk de dierenbescherming op. Waar is de telefoon? Dank je, lachte Anne, wil je me als mishandeld schaap melden? Bewaar me als een onschuldig gemartelde duif natuurlijk! Juffrouw Bratt, kunt u me niet als plaatsvervan ger voor Anne gebruiken? Jou ja! Jij zou geen twee minuten 6til kunnen zitten, of je had al spier pijn! Voor juffrouw Anne doorsta ik de ergste plagen! Hoor je dat, Anne? Een ridder zon der vrees of blaam. Het spijt me, maar ik kan je vriendelijk aanbod niet aannemen. Je uiterlijk staat me niet aan! Wat een beleediging! Bovendien zou Anne's costuum je waarschijnlijk niet passen, Grottkau. Zoo. poseert Anne in een costuum? Wat is dat voor een costuum? Grieksch? Romeinsch of rococo? Anne rilde innerlijk. Zou Senta haar geheim verraden? Maar de schilderes keek Grottkau slechts spottend aan. Kennelijk wist deze jongeling zich geen raad van nieuwsgierigheid. Senta Bratt was echter niet van plan haar te bevredigen. Het costuum blijft voorloopig nog een geheim, zei ze tot Anne's groote op luchting. Dat moet een verrassing voor je worden. En wat voor een, dacht Anne. Tegen dat het portret klaar is, moet ik zorgen dat ik weg ben. Senta Bratt stond op. Ik ga weer naar boven, Anne, zei ze. Maar u hebt immers geen licht ge noeg meer om te schilderen! riep Grundt vig, wien er alles aan gelegen was het jonge meisje voor de rest van den dag vrij te krijgen. O ja, ik heb een uitstekende zon lichtlamp, waar je prachtig bij kunt wer ken. Maar Anne behoeft zich vandaag niet meer op te offeren. Ze moet noodig wat frissche lucht hebben. Ik ga wat aan het costuum kwasten. Hopelijk niet den geheelen avonds Senta, liet de gravin zich nu hooren. Ik heb Hesterberg en den notaris verzocht te komen bridgen. Maak je maar niet ongerust. Tegen dien tijd kom ik wel weer beneden om m'n. plichten als vierde man te vervullen. Terwijl de schilderes zich weer naar haar atelier begaf, maakte het jeugdige kwartet zich gereed om naar de ijsbaan te gaan. De gravin keek de beide paren door het raam na. Wat zag Ernst er toch kranig uit en wat paste dat jonge meisje, die Anne, uitstekend bij hem. Hij lang en donker, zij teer en blond. Zij vtirmden werkelijk een bijzonder knap paar. Gravin Grundtvig zuchtte. Ernst bezit niet veel en zij waar schijnlijk heelemaal niets, mompelde ze. Bovendien schijnt Grottkau vuur en vlam te zijn. Nou, die kan zich de weelde van een vrouw zonder geld permitteeren. Deze laatste veronderstelling van de gravin was er echter lichtelijk naast. Grottkau stond allerminst in vuur en vlam. Hij schepte er behagen in Anne op zijn uitbundige manier een beetje het hof te maken, maèr dat zou hij Doddie Hesterberg ook hebben gedaan, wanneer hij deze jonge dame voor vol had aange zien. Doddie was is zijn oogen echter een kind, dat men af en toe wat plaagde en voor den gek hield, zij het dan een aller aardigst kind, dat tot een charmant vrouwtje beloofde te zullen uitgroeien. Ook Grottkau's oordeel ten aanzien van „het kind" Doddie was evenwel niet in alle opzichten juist, want in werkelijk heid was het altijd even opgewekt nichtje van professor Hesterberg een scherpzin nig persoontje met een uitstekende op merkingsgave. Zij had allang bemerkt, dat Grundtvig tot over de ooren op Anne verliefd was. Dat zou nemand haar uit haar hoofd kunnen praten. Waarom snauwde hij anders dien armen Jens altijd zoo af, wanneer deze zich wat al te zeer met Anne bemoeide? (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1946 | | pagina 7