Anton Bruckner
overleed 11 October 1896
Onze zoutwinning heeft op'het oogenblik
een unieke kans
De Balkan-Ballade
Shakespeare's afkomst
wordt nog steeds omstreden
Als een legende doet dit leven ons aan.
Nu, nu het strijdrumoer om hem verstomd
is en hij de overwinning heeft behaald,
nog destemeeer. Waar zijn ze gebleven,
de tijden, waarin nog om kunst gedispu
teerd werd, om muziek, waarin de strijd
om een kunstenaar, om een kunstwerk,
de gemoederen sterker in beweging bracht
dan het actueele politieke program, de be
langrijke economische beslissing? En dat
was toch nog het geval in Oostenrijk, in
Weenen: zeventig, ja pas vijftig jaar ge
leden. Of is het niet een legende, als
daar ergens diep in de provincie een jon
gen opgroeit, zoon van een dorpsschool
meester, Sangerknabe in het barokke
klooster St. Florian,, die dan hulponder
wijzer in de kleinste gaten wordt, met
vaak niet meer dan twee gulden salaris
in de maaRd, als deze plattelandsjongen
weet door te zetten, doorworstelt, door
werkt tot hij organist is van de K.K. Hof-
kapelle in Weenen, die het orgel bespelen
moet als een lid van de keizerlijke fa
milie trouwt, tot contrapuntleeraar aan
het Weensche conservatorium, tot lector
in de muziektheorie aan de Weensche
universiteit benoemd wordt? Als deze
man zijn symphonieën aan de grooten der
aarde opdraagt, aan Richard Wagner, aan
den vorst Hohenlohe-Schillingsfürst, aan
koning Lodewijk van Beieren, aan zijn
keizer Frans Jozef? Als een Adolf Exner
den zeven en zestigjarigen Bruckner, dien
hij juist tot doctor h.c. bevorderde, met
de woorden eert: „Waar de wetenschap
halt moet houden, waar haar onover-
schrijdbare grenzen zijn gesteld, daar be
gint het rijk van de kunst., die dat tot
uitdrukking vermag te brengen, wat voor
al het -weten een gesloten boek blijft? Ik,
de rector magnificus van de Weencrhe
universiteit, buig mij voor den vroegeren
hulponderwijzer van Windhaagl" Klinkt
het niet als een legende, als men hoort,
dat de keizer tenslotte aan den grijzen
Bruckner een woning in den zijvleugel
van de Weensche Belvedere ter beschik
king stelt, het vroegere zomerverblijf van
Prins Eugenius van Savoye? Als later de
doode meester teruggebracht wordt naar
de plek van zijn jeugd, naar St. Florian,
om daar in de crypt van de klooster
kerk onder zijn orgel in een vrijstaand
pronkgraf te kunnen rusten?
Men meene niet, dat dit alles den
meester van Ansfelden in den schoot viel.
Als iemand met de grootste vasthoudend
heid, met boerenstïjfhoofdigheid en een
eerzuchtigen harden kop volhield, alle
vaak vreeselijke vijandigheden het hoofd
bood, dan was het de laat tot bloei ge
komen Bruckner. Tusschen zijn 50ste en
70ste jaar schiep hij zijn hoofdwerken,
op zijn 60ste trok hij nog weinig de aan
dacht en pas het succes van zijn ..Zeven
eer" in Leipzig (onder Nikisch) en in
München (onder Levi) brachten hem ook
in Weenen de zegenrijke doorbraak Als
paedagoog, als organist, zelfs nog als'
componist van kerkmuziek zou men den
man van het platteland in het liberale
Weenen, in het Weenen van Makart, in
het Weenen van Strausz, in de keizerstad
in haar bloeitijd; waaromheen toch al de
zilveren draden van den. levensherfst ge
sponnen werden, nog wel. geduld hebben.
Maar als componist van symphonieën, als
baanbreker, die zich bovendien nog heel
diep met Wagner verbonden voelde, ver
droeg men hem niet. Dal waren de lange
jaren van strijd, van onverstand, van
boosheid, van afgunst en haat. Want, en
hier begint de legende weer, maar mooier
en dieper nog: deze Anton Bruclcner paste
zich niet aan. Uiterlijk niet en innerlijk
niet Temidden van een aristocratische
voornaamheid, van een élégance, die de
charme van het Westen en het Oosten op
sublieme wijze weet te verbinden en met
het eigene të vullen, leeft, onderwijst en
schept Bruckner, de knokige, boersche
man in zijn slecht zittende zwarte loden
jas, met de geweldige flambard op den
Romeinschen kop. de bonte zakdoek in
de vuist, de snuifdoos steeds bij de hand.
Hij blijft de reine dwaas, die niets anders
lezen wil dan Noordpoolreizen en Mexi-
caansche avonturen, die zijn 6de sympho-
nie aan den heer Oetzelt opdraagt, zijn
huisheer, die angstig slechts twee dingen
kent en kennen wil: muziek en geloof.
Daarbij, is de meester vol hartelijke devo
tie en overstroomende dankbaarheid,
o\rergelukkig bij ieder aanmoediging,
overgevoelig voor ieder afwijzing, steeds
bereid, ja verlangend, zich te laten exa-
mineeren, zich zwart op wit te laten be
vestigen, hoe bekwaam en tot iets groots
geroepen hij is. Ook innerlijk blecf^pruck-
ner wie hij was, van het begin af aan:
geloovig zonder wankeling, Door geboorte
vergroeid met het feestelijke, kunstlie
vende Katholicisme van Oostenrijk, bleef
hij ook hier trouw als geen ander. Dat is
immers het geweldige verschil tusschen
Wagner en Bruckner, dat voor Wagner
ook -het Christendom tot een facet van
het werelddrama, maar daarmee dan ook
tot tooneel werd, terwijl Bruckners zalige,
kinderlijke geToovigheid niet alleen on
wankelbaar was, maar de bron, waaruit
hem steeds weer moed en kracht en geest
drift toestroomden. Zeker belijdt Bruck
ner Wagner en is vooral zijn harmonie
leer niet denkbaar zonder „Tannhjiuser",
zonder ..Tristan". Maar de fundamenten
van Bruckner zijn ook gebouwd op Pa-
lestrina. op Schubert, op Beethoven bo
venal. Het is waar dat Bruckner, in over
stroomende geestdrift, voor Wagner op
de knieën zonk, maar het is ook waar,
dat Bruckner zich voor de „Negende" van
Beethoven tot een „heel klein hondje"
voelde ineenkrimpen. En toen Beethovens
lichaam, ook in tegenwoordigheid van
Bruckner, opgegraven werd om op een
andere plaats bijgezet te worden, viel een
brilleglas van Bruckner in de geopende
kist. En het groote kind Bruckner was
blij, ook op deze wijze in Beethovens na
bijheid te mogen zijn.
Wij weten, dat Bruckner pionier en pro
feet was (en nog steeds is), dat zijn mu
ziek vaak de kerk in een concertzaal en
de concertzaal in een kerk verandert. Wij
weten ook, dat deze groote kenner en
kunner van de (noemen wij het.) mathe
matische wetenschap der harmonieën,
deze regels in het vrije scheppen bewust
doorbrak en doorbreken moest Wij weten
ook, dat Bruckner zich nog niet overal
doorgezet heeft, neen. dat men nog niet
overal tot Bruckner doorgedrongen is.
Ach, deze tijd heeft immers zooveel an
dere zorgen en komt niet toe aan zijn
eigen geluk. De strijd om Wagner is al
lang volstreden en door "hem gewonnen,
de strijd om Bruckner is misschien nog
hier en daar aan den gang. Maar de af
loop is niet twijfelachtig. Want het is meer
dan een legende, het is een wonder, één
van de eeuwige wonderen van de kunst
en het genie, als men hier ziet. hoe na
tuur en geloof in hun eenvoudigste oer
vormen zich in een ongekend nieuw,
vergeestelijkt en verfraaid kleed openbaren
hoe al deze muziek van Bruckner steeds
weer om dat eene en eenige middelpunt
draait, om Hem, aan wien hij de laatste,
de negende van zijn symphonieën, de on
voltooide, uitdrukkelijk opdroeg: den
lieven God. H, St.
EXAMEN TWEEDE STUURMAN.
De heer J. Lindeman te Haarlem is geslaagd
voor het examen tweede stuurman groote
handelsvaart.
Wegens gebrek aan materialen zal wor
den overgegaan tot het bouwen van nood
stallen van geperste pakken stroo voor vee.
Te Dussen (N.B.) zal binnenkort een derge
lijke noodstal opgericht worden.
Constellation uit Indië terug [)e Racj;o geeft vanavon(]:
Gistermiddag om 13.05 uur is de KLM-
Constellation PH-TAV, die Maandag 30
September naar Nederlandsch-Indië is
vertrokken, op Schiphol teruggekeerd. In
minder dan twee etmalen werd de terug
reis volbracht met slechts drie korte tus^
schenlandïngen te Calcutta. Karachi en
Cairo.
Het toestel was Maandagavond om
22.30 uur plaatselijke tijd te Batavia ge
start. De eerste tusschenlandïng werd te
Calcutta gemaakt waar getankt werd.
Daarna werd zoowel in Karachi als in
Cairo vijf uur, rust gehouden.
De vliegtijd' voor de heenreis bedroeg
34 uur 32 minuten, die voor de terugreis
35 uur 58 minuten.
HILVERSUM I, 301.5 M.
7.00, 8.00, 13,00, 18.00, 20.00, 22.00 Nieuws. 17.00
AVRO-Kaleidoscoop. 17.20 Welk dier deze
week? 17.35 Romancers. 18.15 Viool-muziek.
18.30 Nederl. Strijdkrachten. 19.05 Sportpraat-
je. 19 20 Radio Volksmuziekschool. 19.45 R. V.
D. 20.00 Echo van den dag. 20.15 Concertge
bouworkest o.l v. Eduard van Bienum. 21.15
Gram. muziek. 21.35 Hoorspel. 22.15 Zang.
22.15 N. J. V. 23.15 Operamuziek. 23.45—24 W
Gram. muziek.
HILVERSUM II, 415.5 M.
7.00 8.00, 13 00. 19.00, 20.00. 23.00 Nieuws.. 17.15
Gram. muziek. 17.50 Rijk over Zee. 18.00 Ve-
delaars. 18.30 Clir. Nation. Vakverbond. 18.45
Vedelaars. 19 15 Lezing. 19,30 Zangduetten.
19.40 Causerie. 20.05 Drentsch Programma.
21.45 Pianomuz. 22.15 Na het nieuws. 22.30
Elisabeth Schumann. 22.45 Avondoverden
king. 23.00 Beethovencyclus. 23.3023.57 Strijk
kwartetten.
7 OUT wordt in groote hoeveelheden
in den Nederlandschen bodem ge
vonden. Door een toeval kwam dit in
1895 aan het licht bij het slaan van een
pomp op het. landgoed „Twickel" bi.i
Delden. In plaats van zoet kwafri toen
zout water naar boven. Het duurde
evenwel tot 1918 alvorens te Boekelo
het winnen van zout ter hand werd ge
nomen. en aan de Koninklijke Neder
landsche Zoutindustrie een concessie
werd verleend. Voor dien was Neder
land voor zijn zoutvoorziening volko
men van het buitenland afhankelijk,
voornamelijk Duitschland.'
Het uit den bodem halen van zout
geschiedi door middel van een boor
toren. Als een zoutlaag is aangeboord
meestal bevindt zich de laag op on
geveer 400 meter onder de oppervlakte
wordt in het boorgat een buis omlaag
In een vorig artikel bespraken wij r
mijnbedrijf. Hier volgt een beschrij
ving van de zoutwinning in Boekelo
en Hengelo, waar vertegenyjonrrtigers
van de Nederlandsche pers. onder
auspiciën van het Ministerie van
Economische Zaken, een bezoek
brachten.
De kwestie der llarduiiellcii, lot nieuwe urgeutie gebracht door een
intensieve nota wisseling tusschen de belanghebbenden Rusland. Turkije
cenerzijds en Engeland, Amerika en Turkije anderzijds dreigt een be
langrijk en gecompliceerd punt van wrijving te worden tussehéü Oost
en West een wrijving die baar trefpunt vindt in een gebied dat van
oudsher verschillende elementen van gevaar voor den vrede heeft op
geleverd: Do Bnlk#i. Griekenland is een ander, niet minder kwetsbaar
onderwen), dat ten nauwste verband lioudt met de traditionecle rivali
teit der Balkanlandcn en reeds openlijke vijandigheid tusschen Grieken
land en zijn naburen Albanië, Bulgarije en Joegoslavië heeft veroor
zaakt. Zoo vormt de Balkan op het oogenblik een samenstel van netelige
problemen, waarvan de oplossing zoo die al mogelijk zal blijken
nog vele voeten in tic aarde zal hebben. Bovenstaand kaartje brengt die
problemen overzichtelijk in beeld.
gelalen welke tot aan den bovenkant
der zoutlaag reikt. In deze buis hangt
een dunnere buis, welke lot aan den
onderkant van de zoutlaag wordt ge
bracht. Vervolgens word! in de buiten
buis water gepompt, dat. in aanraking
met de zoutlaag gekomen, pekel wordt.
Door den druk van het omlaag gepomp
te water stijgt de pekel door de bin
nenhuis naar de oppervlakte. Ze wordt
door een pijpleiding naar de fabriek ge
perst en daar in groote reservoirs op
gevangen.
De pekel wordt door middel van een
indampproces tot zout verwerkt. Nadat
het zout in een draaienden trommel met
warme lucht is gedroogd, wordt het
gezeefd en in verschillende kwaliteiten
verpakt. Tafelzout wordt deels met
deels zonder geringe hoeveelheden
jodium, ter bestrijding van kroo. in den
handel gebracht.
De rijkdom der zoutlagen bii Boe
kelo en Hengelo is van dien aard. dat
men gedurende een eeuw zou kunnen
voorzien in de gehèele wereldbehoefte
aan zout van 25 millioen ton per jaar.
Men dekt nu de binnenlandsche behoefte
van ongeveer 160.000 ton per jaar,
maar exporteert daarenboven nog flin
ke hoeveelheden. België, de Scandina
vische landen. Denemarken. Noorwe
gen. Zweden en Finland, die zelf geen
zout hebben, zijn goede afnemers. Voor
al Zweden is een belangrijk afzetgebied
hetgeen voor het verkrijgen van devie
zen van groote beteekenis is.
Voor de chemische industrie is het
zout een onmisbaar artikel aangezien
het door electrolyse tot natronloog kan
worden gevormd, dat in de kunstzijde
industrie gebruikt wordt. Verdund'na
tronloog wordt na toevoeging van chloor
in bleekwater omgezet. Een belangrijk
product dat ook door middel van elec
trolyse uit zout kan worden gemaakt is
zoutzuur. Al deze producten, die anders
uit het. buitenland zouden moeten wor
den ingevoerd, zijn van zeer groote be
teekenis voor de Nederlandscb.p chemi
sche industrie.
Nu de Duitsche chemische industrie,
voorheen een ernstige concurrente van
de Nederlandsche is uitgeschakeld, heeft
ons land voor de naaste toekomst een
unieke kans gekregen, aldus verzeker
de een der ingenieurs van de Konink
lijke Nederlandsche .Zoutindustrie. In
de West-Europeesche - jan(jen en jn
Scandinavië bestaat een goede afzet
mogelijkheid voor Nederlandsche che
mische producten. De Nederl. zout
industrie produceerde in de jaren vóór
den oorlog omstreeks 200.000 ton zout
per jaar. Door gebrek aan kolen be
droeg de productie in 1945 slechts 54000
ton. Men hoopt dit jaar 150.000 ton te
kunnen produceeren. Het bedrijf heeft
voor de toekomst plannen, om de jaar-
liiksche zoutproductie op 800.000 ton
te brengen. Zoodra het mogelijk is. zul
len de fabrieken worden vergroot.
DE vraag naar Shakespeare's afkomst
houdt nog steeds litteratuur-histori
ci bezig en al is de meest gangbare en
aannemelijke lezing, dat Shakespeare te
Stratford on Avon werd geboren en wer
kelijk Shakespeare heette, steeds zijn er
menschen geweest, die andere verklarin
gen trachten te vinden. Dat er betrekkelijk
weinig biografische gegevens over den
Engelsehen dramaturg bekend zijn en
dat het verrassend is hoe iemand van
eenvoudige afkomst een zoo verfijnde be
schaving aan den dag legde, zijn feiten,
die voor twijfel aan de echtheid van
Shakespeare's biografie aanleiding zijn. De
lezing, dat Shakespeare de schuilnaam ge
weest zou zijn van Bacon is algemeen be
kend. Minder bekend zijn de theorieën van
den? Franschman Abel Lefranc, die beweert
dat Shakespeare in werkelijkheid William
Stanley was. een van de graven van
Derby.
Lefranc kwam in 1919 voor het eerst-
met zijn theorie voor den dag in een
boek, dat hij „Sous le masque de William
Shakespeare" noemde. Dat zijn denkbeel
den destijds niet algemeen gewaardeerd
werden heeft hem blijkbaar niet in het
minst afgeschrikt, want nu heeft, hij een
nieuw boek over hetzelfde onderwerp
geschreven, welks niet minder dan zes
honderd pagina's gebundeld zijn onder
den naam „A la découverte de Shake
speare".
Het boek is het resultaat van een zeer
gedetailleerd onderzoek, maar het heeft
onmiddellijk van Engelsche zijde het ver
weef uitgelokt, dat het zoo veel aandacht
aan kleinigheden besteedt, dat het de
groote lijnen uit het oog verliest. Lefranc
stapelt détail op détail, maar vele van zijn
bizonderheden hebben alléén waarde als
bewijsmateriaal-, wanneer men er een
zeer speciale en niet voor de hand lig
gende beteekenis aan geeft.
De theorie van Lefranc is voor een be
langrijk gedeelte gebaseerd op „Hamlet".
Dit tooneelstuk is volgens den Franschen
geleerde een politiek spel. geschreven
door iemand, die nauw betrokken geweest
moet zijn bij de opvolging van Koningin
Elisabeth. Het zou een allegorie zijn van
de relaties tusschen Koningin Maria Tu
dor van Schotland, Darnley, Bothwell en
de anderen, die bij de tragedie van Maria's
ondergang betrokken zijn geweest Ham
let zou Stanley geweest zijn, maar al
dus de theorie van den Franschmap
met een paar karaktertrekken van an
deren er aan toegevoegd. Het is echter
heelemaal niet mogelijk de personen in
het drama te vervangen door «Je werke
lijke .historische figuren, want dan passen
de verhoudingen absoluut niet.
Hoe zou, heeft een Engelsche Shake-
speare-kenner gevraagd het eenvoudige
publiek uit Shakespeare's tijd zoo'h inge
wikkelde en onvolledige allegorie hebben
kunnen begrijpen, en welke bewijskracht
ligt er in willekeurig bijeengebrachte bi
zonderheden waarvoor een zeer ver ge
zochte uitleg wordt bedacht?
Lefranc's bewijs maakt den indruk van
een aaneenrijging van toevalligheden, die
desnoods ook geheel anders uitgelegd
zouden kunnen worden. Den Shakespeare-
vorschers geeft het een nieuw onderwerp
voor discussie, maar den Shakespeare-
minnaar kan dit historisch krakeel onbe
roerd laten. Tenslotte doet het er weinig
toe wie Shakespeare precies was: zijn
stukken veranderen er niet door in
waarde.