Litteraire Kantteekeriingen
Fascisten vierden den ma rsch naar Rome
Maurice Roelanls: Gebed om
een goed einde. Uitg. Mij, Man-
teau, Brussel Nygh Van
Ditmar. Rotterdam.
Lang kunt ge zoeken in onze Noord-
Nederlandsche letterkunde naar een toon,
zoo vrij, zoo van inniger harte warm van
leven, zoo toegewijd, als die van Maurice
Roelants in dit boek of het moest Aart
van der Leeuw zijn, die hem het naast
staat. Niemand nog is het gelukt, de be
koring van deze taal. zoo eigen van me
lodie aan een bepaalde gesteldheid des
harten, te bepalen. Bekoring? Neen. het is
meer dan dat: stille vervoering, die zoo
hoog uittilt boven de smetten en kneuzin
gen. waaraan géén ontkomt, dat er iets
over ons komt van een zegen, die meer
dan vertroosting is. Eindelijke, vurig be
vochte bevrijding is er in. verlossing en
liefde, liefde voor de goedheid des levens,
ondanks alle melancholie, alle verdoold-
heid, alle falen Ook ondanks alle pijn en
verdriet, dat we toch dankbaar moeten
zijn voor de ontvankelijkheid, die het ons
geschonken heeft voor zooveel schoons in
eenvoud.
Vorig maal schreef ik over Bordewijk,
dubbel omzichtig en objectief, omdat
zooals ik bekende zijn wereld, zijn
levensvisie, zijn menschen me even vreemd
zijn als onverschillig. En nu speelt het lot
niet het toeval me dit boek van Roe
lants in handen. Grondiger tegenstelling
kunt U zich niet denken; twee werelden
zijn het, die elkander niet kennen en
nooit zullen verstaan. Symbolische tegen
stelling: Bordewijk hard, nuchter, ver
standelijk, tucht, wil. Zijn boek geschre
ven, niet beieden. Roelants gansch en al
hart, toegewijdzijn en als men het groo-
le woord wil uitspreken liefde. „Broeit
in ons geslacht een verdriet om al de men-
schelijlce eenzaamheid, verdriet dat uit de
diepten van ons wezen tranen doet kwel-
men met zulk een heimwee, dat we maar
liever de oogen sluiten?" Ja. Roelants, ja
en dat is nog het hoopvolste: dat er
zulk een verdi-iet kan zijn, hier en daar.
Heeft een generatie het niet beproefd,
ach. afgrijselijk beproefd met de tucht,
den wil, de hardheid, de liefdeloosheid?
Het heeft niet gebaat, het kón niet baten:
één weg is er maar. die van het open en
daarmee kwetsbare hart, dat niet zóó ge
slagen of verschrompeld kan zijn of er
gens, in de diepste duisternis ervan, is
nog een herinnering aan wat kan redden:
liefdevol geloof in het leven, in de goed
heid van het leven, ondanks het mensche-
lijk tekort. Open, ganschelijk open, weet
het hart daarvan, wil het daarvan weten,
ook al zou het zijn ondergang zijn. Maar
waardiger, milder, rijker dan de onder
gang is én het open hart én hel geloof in
's levens goedheid, beide tegelijk.
Roelants, ge hebt geroepen, want Uw
boek is meer dan een boek: zoo waarachtig
een bede als er een kan zijn, niet alleen
tot God, maar tot de weinigen, de ver
strooiden, om gehoor en antwoord. In de
volkomenste stilte van ons lief land heb
ik mij aan Uw boek opgericht: ik heb er
de luchten zien klaren en den wind hoo-
ren bedaren tot. die gewijde rust. van den
nacht, zoolang ik U heb aangehoord
van den nacht die alleen de oplossing kan
brengen, klaar voor een nieuwen dag Met
U ben ik teruggegaan naar kinderland,
het, Uwe en het mijne, verschillend maar
zoo verwant. Met U heb ik de bevrijdende
tochten genoten op den bolderenden wagen
van Uw oom Gerard, het Vlaamsche land
door, en in de nachtelijke stilten heb ook
ik een werkelijkheid liefgehad, waarbij
vergeleken de droom arm is. Uw moeder,
die de ziekte vrij spel gaf, omdat zij al
afscheid genomen had van dit ons leven,
dat de liefde nauwelijks meer kent of her
kent. is me lief geworden en daarom kan
ik het verstaan, hoe een kind zijn een
zaamheid, die zijn vloek en zijn zegen zal
zijn, vergeten kon als hij zijn hand legde
in den voermansknuist van Uw oom
Gerard. Dal kinderlijk-onbewust zich af
wenden van den carnavalsjool, die de
vreugde niet kent, met zijn grimassende
maskers als trieste symbolen van de zoo-
velen die aan het leven voorbijleven, is me
vertrouwder dan ge vermoeden kunt. En
zou ik de vriendschappen niet gekend
hebben van de trouwhartigen die U het
'goede deel brachten en van de boosaardi-
gen die U met schuld belaadden, zoodat
Uw moeder een tweede maal in U sterven
moest?
Ja. het is goed voor een geluk, dat het
ook de filigranen draagt van leed en heim
wee, even goed als het voor een strijdbaar
hart is. dat het zooals ge het zoo wel
noemt, altijd kneusbaar is gebleven. Want
dat is het wel, waardoor het U ingefluis
terd kon worden, niet den weg van Uw
moeder, noch dien van Uw grootvader, in
wien Uw moeder nogmaals van U ging, te
volgen, maar het leven te verdedigen van
uit het kleine stukje geluk, dat U bleef,
om er een zegen mee deelachtig te wor
den. Niets heeft U nader kunnen dragen
tot het hart van wie Uw liefste levensge
zellin is dan dit vermogen tot een zoo
diep. zoo eerlijk, zoo innig bewogen-zijn.
Van vaster, bevochtener trouw heb ik
zelden gelezen en nog minder gehoord.
Maar het is of er ontelbare wonden door
helen, schrijnende en andere, die bijna
vergeten waren, als ik de bladzijden, waar
aan dit hartewoord aan Uw naaste is toe
vertrouwd, lees en herlees met de verlos
sende bewogenheid die maar spaarzaam
ons deel is. Ge hebt, Roelants, dezen feTlen,
stillen veldslag met de melancholie gewon
nen. Bijna erfelijk was het U voorbestemd
zich over te geven. „Er bestaan gevoelens,
waorbij een fier gemoed zich onverbidde
lijk van de wereld afwendt, vernederd en
gewond. Niets van Uw liefde willen prijs
geven. maar bloeden in stilte, dof en traag,
omdat iets goeds onvermijdelijk versuk
kelt, omdat iets donkers in uw gemoed
geslopen, is en gij dat donkere veraf
schuwt Toen ge den baar van Uw groot
vader volgde, waart ge op weg om U als
hij en zijn dochter af te wenden van de
troosteloosheid dezer pijnlijke onvolmaakt
heid. Maar U keerde om „en stil. daar
gaat een kind voorbij. Uw leven lang gaat
in Uw hart die oude lente bloeien, en
nooit zai alle liefde gestild zijn of voor
Immer overgaan." Laat ons daarop ver
trouwen, U en ik.
Kritiek? Ik weet er geen, ik kan aan dit
boek niet de maatstaven van aesthetische
smetteloosheid aanleggen, zoo goed ik in
het gezicht van een trouwsten vriend de
onvolkomenheden voorbijzie. Dit boek
aanvaardt ge zooals ge een mensch aan
vaardt, die U dierbaar is.
Een gebed om een goed einde: „Laat mij
den dood niet koesteren Gun mij dat ik
hem dagelijks overwin. Gij weet wel dat
hij toeslaan mag en mij elk uur verraden.
Maar geef dat ik het leven nooit verraad."
Dit bidt Roelants tot zijn Heer.
C. J. E. DINAUX.
Het na-oorlogsche Italië beleefde deze week zijn grootste goll' van fascistische
activiteit sedert de bevrijding toen duizenden neo-l'ascisten over liet schiereiland
tierden ter gelegenheid van den 24sten verjaardag van Mussolini's zwarthemden-
marsch naar Rome, op 28 October, meldt Un, Press.
Over Muziek
Italië beleefde roerige toeek
Carabinieri en troepen stonden paraat
om ongeregeldheden te vermijden, doch
konden niet verhinderen dat bijna over
al zwarte vlaggen en fascistische sym
bolen verschenen.
Talrijke arrestaties werden verricht
en honderden zwarte vlaggen door de
autoriteiten neergehaald, doch de lei
ders kreeg men niet te pakken en de
pogingen van de regeering om het fas
cisme den kop in te drukken zijn vruch
teloos gebleken.
De grootste fascistische activiteit
wordt uit het sterk monarchistische Zui
den gemeld. In Napels had de politie
den geheelen dag druk werk om alle
soorten bommen weg te brengen en on
schadelijk te maken en zwarte vanen
neer te halen. Fascistische vlaggen
moesten verwijderd worden van den
hoofdingang van de bank van Napels,
van de spoorwegstations, van de scho
len en van vele gebouwen in de hoofd
straten van de stad. De vlaggen ver
toonden ook het fascistisch doodshoofd,
dat door graaf Ciano tijdens de Ethio
pische campagne werd ingesteld. Men
ontdekte zoovele bommen dat voor het
onschadelijk maken daarvan de hulp
van het leger moest worden ingeroepen.
Italiaansche politie in touw bij het
onderdrukken van de activiteit der
groepen, die in de afgeloopen week
opschudding verwekten in verschillende
Italiaansche steden.
In Milaan, de stad waar Mussolini en
zijn minnares Clara Petacci wei-den op
gehangen en waar in het afgeloopen
voorjaar het lijk van den duce werd
opgegraven, was het rustig,
In Rome werd een projectiel ontdekt
dat gedurende den nacht bij het parle
mentsgebouw was geplaatst, waar de
nieuwe constitutioneele vergadering van
de republiek volgende maand zal bijeen
komen. I-Iet was in hetzelfde gebouw dat
Mussolini in 1922 wat van Italië's re
geering over was gebleven bijeen riep.
dreigementen uitsprak voor geval ziin
orders niet werden opgevolgd en zeide
dat hij deze grijze zalen in onderkomens
voor zijn soldaten kon veranderen.
De tijdbom die een geheelen vleugel
van het gebouw had kunnen vernieti
gen was beschilderd met de lictoriaan-
schen pijlenbundel en gewikkeld in een
zwarte vlag.
Intusschen patrouilleerden in Rome
en Napels groepen speciale politieke
politie. Zij arresteerden groepen jonge
ren en agitatoren die fascistische pam
fletten verspreidden. De kroon op dit
terroristische werk werd gezet door een
bomaanslag op de Britsche ambassade,
waar Donderdagmorgen twee tijdbom
men aan den ingang van het gebouw-
ontploften. Het gebouw stortte gedeel
telijk in. doch er vielen geen slachtof
fers onder het personeel; wel werd een
voorbijganger gedood.
Democratisch Italië wacht op een hard
handige zuiveringsactie.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 2 NOVEMBER
Stadsschouwburg: Het Vrije Tooneel „Niet
van gisteren" 0 uur, Kemonstrantcnkerk: Ned.
vereeniging van Spiritisten, lezing J. P.
Smits „De kloof overbrugd", 8 uur. Rem
brandt Theater: ABC-Cabaret, 8 uur, Frans
Hals: „De dief van Bagdad" (boven 14 jaar),
2, 4.30. 7 en 9.15 uur. Palace: „Het recht op
geluk" (boven 14 jaar). 2, 4.35 7 en 9.15 uur.
Luxor: „De vlucht uit de beschaving" (alle
leeftijden), 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Ver
dachte sta op" (boven 18 jaar). 2.15, 4.30, 7
en 9.15 uur. Spaarnc: ..Opa gaat trouwen"
(boven 14 jaar), 2.30, 7 en 9.15 uur. (Zondag 2,
4.15, 7 en 9.15 uur).
De Zangkunst
Men kan het spel van een instrumenta
list niet hooger eeren dan door te erken
nen dat hij speelt alsof hij zingt. Zoodra
wij bij strijken, blazen en piano-spelen
het cantabile opmerken hebben we het
voornaamste gehoord; het eigenlijke en
het primitieve. Niet ieder musicus heeft
instinctief behoefte aan gezang, iedere
artist wel lil het gezang ligt het criterium
der muzikale schoonheid, dit is in alle
stijlen hetzelfde. Men kan over de waarde
van vele muzikale zaken twisten, over
rythme en maat. over harmonie en instru
menten. maar niet over de superioriteit
van het zingen Dit beteekent niet dat een
zangeres hooger staat dan een clarinettist.
Dikwijls zijn zangeressen beroemder, maar
meestal niet beter. Een clarinet-passage in
een symphonic kan ons een ideale sug-'
gestie van gezang geven terwijl vele zan
geressen (en zangers niet minder) ons van
het ideaal afleiden. De zangers en in "t
vervolg zijn nu weer de zangeressen hier
bij inbegrepen hebben het moeilijker:
zij staan of zichzelf of de schoonheid in
den weg en het tweede is natuurlijk het
ergste. Het is niet alleen de kwade wil
der ijdelheid die de hand heeft in de te
leurstelling, het is ook de moeilijkheid de
adel. de noblesse van het lichamelijke in
strument onbesmet te laten leven.
Waarschijnlijk is dit het allermoeilijkste:
het gebruik-van-stem en het zingen in de
practijk niet te verwarren. Het is niet
zeldzaam dat bij een aria met een obligaat
instrument (bijvoorbeeld sopraan met
hobo) de instrumentale partij- meer edele
melodieuse schoonheid geeft dan de solo
zangpartij. Men luistert naar het bewegen'
van de zangstem, naar de voordracht van
den tekst, men speekt van sentiment van
de zangeres, men bewondert de zangerës
en nog eens de zangeres, maar het ideaal
van den componist sprak inmiddels door
het woordelooze zingen van den instru
mentalist, zonder pretentie van persoon
lijkheid. Over het algemeen wordt de mu
zikale begaafdheid van den zangsolist over
schat en de muzikaliteit van den instru
mentalist vergeten. De schoonheid der
melodie (het gezang) wordt niet gewaar
borgd door de intentie van den zanger om
zooveel mogelijk met gevoel te zingen;
zelfs het zoogenaamde begrip van den
tekst (ach, ach!) leidt in gunstige'gevallen
tot het accentueeren van de gevoélsmee-
ning van den zanger, maar dit is niet de
werkelijke schoonheid.
Wie de verrukkelijke aanhef van het
Prélude a l'après-midi d'un faune hoort is
niet in contact met de persoonlijkheid van
den fluitist; de hoorder noch de blazer
denken aan zichzelf, zij denken niet aan
woorden of beteekenissen, zij laten zich
slechts door het gezang der melodie lei
den en zijn gelukkig De fluitist dient zijn
instrument lief te hebben, zijn techniek te
beheerschen en van nature behoefte te
hebben aan gezang. Hij behoeft "t gedicht
van Mallarmé niet te lezen hij heeft
slechts de aanduidingen van den compo
nist te volgen en hij zal dan. al blazende,
een artist zijn.
Meent de hoorder dat de componist zich
bij het schrijven der melodie voelde als
een solist die aan het publiek zijn gevoe
lens meedeelt? Neen, de componist was
vervuld van iets, dat hij wil laten klinken,
dat iets is niet hijzelf en ook hij wil bij de
uitvoering luisteren naar dat iets en niet
naar zichzelf. Ik houd eigenlijk niet van
zangers, omdat ik zooveel van zingen houd.
Waarom is een sopraan-partij in een motet
van Palestrina. door een jongenskoor ge
zongen zoo onbeschrijfelijk mooi, zoo véél
mooier dan vele liederen-voordrachten
door een solist? Dit is niet omdat het „ge
meenschap" is of iets dergelijks, maar om
dat de melodie ongestoord vlucht kan ne
men. omdat de voordracht geen inmenging
heeft- Solo-passages in een orkest zijn per
soonlijk, maar het is de primaire persoon
lijkheid van de melodie die optreedt en
deze is bewonderenswaardig Het is wel
waar dat de meeste zangers met sentiment
zingen, maar het is meestal nun gevoel
en niet het sentiment der muziek. Waar
om behoeft men met een clarinettist niet
te harrewarren over de muziek en waar
om wel met een zangsolist? Een dirigent
kan met een knip-oogje aan den blazer
zich verstaan over een toppunt van muzi
kale schoonheid en men stuit bij een zang
solist op een mee-pratende intelligentie
die volkomen vreemd is aan alle aesthe-
tiek.
In het algemeen zijn de opleidingen te
weinig gebaseerd op het zingen en nog
precieser op het woordelooze zingen.
De middeleeuwers kenden den muziek
term „jubilus", dit was het voortzetten
van een melodie waar het woord reeds
geëindigd was: de onvolprezen alleluia's
in het Gregoriaanse!) zijn er voorbeelden
van. Met deze kunst behoort de muziek*-
studie der „solisten" der „kunstenaars" te
beginnen. Dit is het werkelijke bel canto,
het schoone gezang, het opgaan in de
schoonheid. En dit is evenzeer de klinken
de ziel der lyriek van de Fransche mees
ters als Fauré en Debussy, óók daar waar
schijnbaar (niet blijkbaar) hun melodieën
recitativisch zijn
HENDRIK ANDRIESSEN.
Honderden gezinnen in Milaan verloren hun woningen tijdens de oorlogshande
lingen. Zij werden ondergebracht in openbare schoolgebouwen, waar zij hunne
„apartementen" afscheidden door velddekens op te hangen. Thans zijn er
plannen om de scholen weer aan het onderwijs terug te geven, doch de dak-
loozen hebben in massale demonstraties daartegen geprotesteerd.
ZONDAG 3 NOVEMBER
Stadsschouwburg: Het Vrije tooneel „Niet
van gisteren", 8 uur. Gem. Concertgebouw:
..The Ramblers", 8 uur. Rembrandt: ABC-
Cabaret, 2.30 en 8 uur. Bioscopen: middag
en avondvoorstelingen.
MAANDAG 4 NOVEMBER
Bakenesserkerk: Concert Chr. var. der
Glas (viool) en Hendrik Lasschuit (orgel), 8
uur. Rembrandt Theater: „Als je verliefd
bent" (boven 14 jaar) 2.30 en 4.15 uur. ABC-
Cabaret, 8 uur. Bioscopen: Middag- en avond
voorstellingen.
Stichting voor den Landbouw
Het bestuur van Kring 23 van de Stichting
voor den Landbouw (omvattende de gemeen
ten Bennebroek, B'oemendaal, Haarlem, ged.
Haarlemmerliede, Heemstede en Zandvoort)
is als volgt samengesteld: J. N. v. d. Peet.
Haarlemmerliede, voorzitter; G. Wigchert,
Haarlem, 2de voorzitter; J. P. Brouwer,
Hoofddorp, 1ste secretaris; A. Wessellng,
2de secretaris; P. M. Strljbls, Haarlem, lid;
KI. Jongert. Haarlem, lid; P. de Wilde, Voge
lenzang, lid; A. v. d. Veldt. Haarlem, lid en
J. jr. van Sclüe, Haarlem, li<L,