AtldntlS: een onopgelost raadsel Van pacifist tot N.S.B.-er Haarlem IJmuiden De P.R.A. te Haarlem heeft nog veel werk Intimiteiten van de „Queen Elisabeth Noodlanding in de woestijn Wetenswaardigheden Verzonken werelddeel of fantasie? Overleveringen zonder meer naar het rijk van de fantasie verwijzen, doet soms te kort aan de waarheid. Het verhaal van den zond vloed, voor zoover dat als een overlevering gekarakteriseerd kan worden, is er een voor beeld van. Niet alleen de Bijbel vertelt er over, in de oude verhalen van vele volken vinden we dezen watersnood terug, zoodat er aanleiding is om te overwegen, of de kern van het verhaal op waarheid berust. De sage van Atlantis eischt veel meer om zichtigheid, want ze berust hoofdzakelijk op de geschriften van den Griekschen wijsgeer plato. Hij laat haar door een zijner per sonen vertellen als een reeds bestaande overlevering „Negen duizend jaar ge leden'bestond er al een machtige Atheensche staat. Op een eiland, gelegen buiten de zui len van Hercules (de Straat van Gibraltar) grooter dan Azië en Libye tesamen, bestond een bewonderenswaardige dynastie, zich niet alleen over het geheele eiland, maar ook over vele aangrenzende gebieden en deelen vaVi het vasteland uitstrekkende"Later kwam een tijd van aardbevingen en groote overstroomingen en in één verschrikkelijken dag en nacht werden alle schatten van Atlan tis met het eiland zelve door de zee verzwol gen Later komt Plato, in een tweede geschrift, op dit geheimzinnige Atlantis terug en hij laat een andere hoofdpersoon uitvoerig ver tellen van het ontstaan van dit rijk. De eerste bewoners zouden geluisterd hebben naar de namen Leucippe en Euenor. Hun dochter Clito was huwbaar, toen de ouders stierven: een zekere Poseidon (de god, die bij de verdee ling der aarde Atlantis kreeg toegewezen) nam haar tot vrouw en maakte in het midden van het eiland een onneembare vesting. Zijn nakomelingen regeerden vele geslachten lang over het eiland, dat in den loop der tijden op een fantastischen rijkdom kon bogen. Plato laat dan verder vertellen, hoe het hoogtepunt in welvaart gevolgd werd door een tijd van verval en hoe een decadente maatschappij op Atlantis het ongenoegen van de goden op wekte. „Zeus, de oppergod belegde daarom een vergadering van de goden en besloot:" Wat hij besloot zal wel nooit openbaar wor den, want hier houdt Plato's verhaal plotse ling op en hij is er later nooit op terug gekomen. Door de eeuwen heen hebben zich twee kampen gevormd: het eene gelooft in het be staan van Atlantis en wil de „overlevering" niet zonder meer ter zijde zetten, een andere verwijst naar" de handigheid van Plato, om zijn Atlantis te elfder ure in het niet te laten verdwijnen, zoodat hij voor zijn verhaal nim mer ter verantwoording geroepen zou kunnen worden. Voor beide opvatingen is iets te zeg gen, maar toch: kan men van een ernstig filisool' als Plato een sensatie-verhaal ver wachten, dat aan niets, anders dan een vrucht baren duim zijn bestaan ontleent? Hier staat weer tegenover, dat Plato in zijn-geschiede nis het verhaal laat vertellen door een Egyp- tischen priester, zoodat men zou kunnen vra gen: „Is er iets over Atlantis bekend in de Egyptische kronieken?" En daarop moet de .wetenschap het antwoord schuldig blijven, want tot nog toe is er niets van gebleken, dat 'de oude Egyptenaren iets wisten van Atlantis. Verder klopt er iets niet in de tijdsvolgorde van de verteller en in de luisteraars, die Plato ten tooneele voert. Een grootvader zou na melijk de sage van Atlantis verteld hebben aan zijn kleinzoon en diens overgrootvader zou de tijdgenoot geweest zijn van een koning die honderd jaar later leefde. Voor de tweede kamer van het Haarlemsche tribunaal had zich te verantwoorden W. A. van S., wien ten laste was gelegd, dat hij lid is ge weest van de NSB, dat hij zijn kinderen had laten aansluiten bij den Nationalen Jeugdstorm, dat hij directeur is geweest van het provinciaal Bureau van de Stichting Winterhulp Nederland en van den Nederlandschen Volksdienst en dat hij in laatstgenoemde functie een klacht bij de leiding der NSB had ingediend over den burge meester van Urli. De voorzitter merkte op, dat beschuldigde een salaris genoot van f GGOO per jaar van een instelling, die gelden ontving uit liquidaties en op manieren, waarover hij niet wilde uitweiden. Volgens hem werd het gezin door het hooge inkomen bevoordeeld boven an deren ten koste van de gemeenschap. De vrouw van Van S. was sympatiseerend lid geweest. Zij deelde mee, dat haar kinderen korten tijd deel hebben uitgemaakt van den Nationalen Jeugd storm. Als verdediger trad op mr. J. Verlooy. Deze merkte op. dat beschuldigde geen propagandist van de NSB is geweest, dat zijn kinderen niet lang lid geweest zijn van den jeugdstorm en dat de klacht over den burgemeester van Uric geen moeilijkheden heeft opgeleverd. Vervolgens deelde pl. mee niet te kunnen begrijpen, hoe Van S. er toe gekomen is, lid te worden van de NSB. In 1933 was hij immers een vurig pacifist. Toen hij merkte, dat Fi.gee waar hij werkte, oorlogsmateriaal maakte, heeft hij om princi- pieele redenen zijn ontslag genomen. Dat betee- kende veel in een periode van werkloosheid. Geestverwanten hielpen het gezin door hem in staat te stellen thee en koffie te laten verkoopen. Later had hij een copleerinrichting. Moeilijke jaren heeft hij doorgebracht. In 1942 wilde van S., die een groot idealist was, weer wat doen. Na het lezen van het programma van de NSB sloot, hij zich aan. Daar hij een goed organisa tietalent had kreeg hQ het verzoek in dienst te komen van den N. V. D.. w:aaraan hij gevolg gaf. Tevoren had hij bij den distributiedienst te Haarlem gewerkt, zeer tot tevredenheid van de directie. Mr. Verlooy verzocht de leden van het tribunaal ook rekening te houden met hetgeen Van S. in het verleden heeft gedaan. De uitspraak zal op 19 November volgen. ,Jn overoude tijden bevond zich buiten de zuilen van Hercules een groot eiland, bewoond door een beschaafd en hoog ontwikkeld volk. Er kwam een dag, dat het eiland verzwolgen werd door de wateren van den Allantischen Oceaan en sindsdien heeft geen sterveling iets ontdekt van de cultuur van dit eiland, hetwelk genoemd werd „Atlantis" In korte woorden wordt ons de sage van Atlantis verteld, maar het is de moeite waardom verder te zoeken naar de grondslagen van deze mythe, die, zoo als alle mythen niet heelemaal op fan tasie berust. Ter wille van de volledigheid moeten we nog even diegenen recht doen wedervaren, die gelooven. dat de kern van het verhaal juist is, maar dat, de bijzonderheden er aan- gelijmd zijn. Het kan best zijn, aldus deze groep, dat de zeevaarders van het oude Phoe- nicië, of misschien nog oudere volken, meer malen verder de zeeën op zijn geweest, dan ze wel wisten. Het daar ontdekte werelddeel (Atlantis dus) zou door de overlevering een beetje dichter gij huis geplaatst zijn: dus vlak buiten de „zuilen van Hercules". Het zou te ver voeren alle schrijvers te noemen, die Atlantis zoeken op een andere plaats dan waar Plato het „neerlegde". Een bekende geograaf uit de zestiende eeuw zocht Atlantis in Amerika; een Zweedsch pro fessor betoogde in 1675, dat Atlantis te ver eenzelvigen is met het Scandinavische schier eiland, een Fransche astronoom meende dat het mysterieuze werelddeel aan de Noord pool gezocht moet worden (Groenland zou er een overblijfsel van zijn). Verder zijn er veel vuldige pogingen om te bewijzen, dat Atlantis wel degelijk bestaan heeft, zooals Plato het beschreef (Madeira en de Azoren zouden er overblijfeels van zijn). Van de Inca's weten wij nog maar zeer weinig, in Zuid-Afrika heeft men de ruïnes van Zimbabwe ontdekt en er is nog niets bekend over de bouwers van deze gigantische steenmassa's. De overlevering is bovendien versterkt door theorieën van natuurkundigen, die getracht hebben een verklaring te vinden voor het „verdwijnen" van het geheimzinnige rijk. Film Bezet Gebied'' In een door het comité GooiLimburg ge organiseerde nachtvoorstelling,, waarvan de baten aan het Limburgsch comité ten goede kwamen, heeft Zondagnacht de Nederland- sche verzetsfilm „Bezet Gebied" van Frans Dupont en Wim Gerdes haar wereldpremière beleefd. De samenstellers hebben niet gestreefd naar felle dramatische effecten, zij hebben integen deel het gegeven uiterst sober behandeld en hier en daar, uit de schier overstelpende stof, grepen gedaan, welke hun kenschetsend voor het verzet leken. Van de verzetsmenschen zijn geen helden gemaakt, integendeel het zijn eenvoudige jonge mannen en vrou\ven ge bleven, die zonder ophef den weg gingen, welken het hart hun ingaf. Dit ïs ongetwijfeld een der grootste verdiensten van deze film. Het is ons inziens echter jammer', dat vèel épisodes onbegrijpelijk zullen zijn voor de genen, die de bezetting niet hebben meege maakt, een bezwaar, dat vooral gaat wegen als de film eventueel in het buitenland zal worden vertoond. Een tweede en ernstiger bezwaar is het gemis aan de sfeer van ang stige spanning en verbetenheid, die den be zettingstijd kenmerkten. Doch ondanks de vele tekortkomingen, twij felen wij er niet aan, of een ieder zal deze film tot het einde mei groote aandacht vol gen, al was het alleen maar omdat de behan delde stof ons nog zoo versch in het geheu gen ligt. EX-BEWAKER GEARRESTEERD. Door de Haarlemsche Politie is proces-verbaal opgemaakt tegen een gewezen bewaker van de Strafgevangenis, een zekeren G. A. S.. die zich Gevangenis-eigendom, in den vorm van onder broeken, hemden en sokken had toegeëigend, G. A. S. legde een volledige bekentenis af. Verdere besprekingen in Batavia Uit gezaghebbende bron wordt verno men, dat bij de Maandagavond na afkon diging van het bevel „Staakt het vuur" gehouden besprekingen tusschen de Ne- derlandsche commissie-generaal en de In donesische delegatie, welke van 19.00 tot 23.00 uur plaatselijken tijd in het paleis plaats hadden, de fundamenteele vraag stukken van de organisatie van de toe komstige samenwerking met volledig be grip voor de wederzijdsche standpunten zijn besproken. Ten aanzien van een aantal punten werd verheldering verkregen. Er blijven echter een aantal punten over, ten opzichte waarvan de bestaande kloof .tusschen de standpunten niet kon worden overbrugd en welke een verder overleg vereischen. De datum voor dit overleg is nog niet vastgesteld. Heden heeft de Britsch-Indische minister van Defensie, G. S. Bhalja, in het Britsch- Indische parlement verklaard, dat plannen waren gemaakt voor cie terugtrekking van de Britsch-Indische troepen uit Indonesië tegen 28 November. Momenteel ligt de 36ste Britsch-Indische divisie in garnizoen op Sumatra en de 23ste divisie op Java, thans alleen in Batavia, sinds Buitenzorg eind October aan de Nederlandsche auto riteiten is overgedragen. Terwijl de Britsche zones in Neder- landsch-Indië aan de Nederlandei's zullen worden opgedragen, zullen anderzijds een aantal gebouwen, die tot dusver wefden bewaakt door gewapende Japanneezen on der voorwaarden, die in samenwerking met de Indonesiërs zijn opgesteld, aan de In donesische strijdkrachten worden overge dragen. Zeven jaar geëisclit tegen machine-bankwerker Dinsdagmorgen werd voor het Amsterdamsche Bijzondere Hof de behandeling van de zaak tegen den Haarlemschen machine-bankwerker B. voortgezet. Hem was ten laste gelegd dat hij in 1944 een val had opgesteld voor den verzeke ringsagent B.. die als fel anti-Duitsch bekend stond. De verdachte zou een briefje bij den agent hebben bezorgd waarin gevraagd werd „even aan te komen". De verzekeringsman gaf aan het verzoek gehoor en werd gearresteerd. Bovendien vermeldde de tenlastelegging dienst neming bij den Wach- und Schutzdienst Nieder- saksen. Tijdens de zitting van Dinsdag verklaarde de echtgenoote van den assuradeur dat B. voor haar man een open briefje met de oproeping had achtergelaten. Verdachte ontkende dit en vertelde hoe hij in opdracht van den beruchten politieman F. Krist een gesloten enveloppe be zorgd had. In zijn requisitoir achtte mr. B. J. Besier het bewijs van opzettelijkheid niet geleverd, wel achtte hij bewezen dat verdachte zijn plicht om een arrestatie te voorkomen, verzaakte. De eisch luidde zeven jaar met aftrek en levenslange - ontzetting uit de kiesrechten. Mr. Kokofsky betoogde in zijn pleidooi dat de ten laste legging geen vonnis wettigt. Uitspraak over 14 dagen. Weer een zware aardbeving geregistreerd De seismografen van het meteorologisch instituut te De Bilt hebben Maandagavond óm 22,55 uur een zeer zware aardbeving gere gistreerd,, waarvan de haard op 4000 km in Oost-Zuid-Oostelijke richting, vermoedelijk in de omgeving van de Perzische Gol? ligt Roofoverval te Sehagerbriig In den afgeloopen nacht hebben vier ge wapende mannen een roofoverval gepleegd op de boerderij van de familie Van Schaik te Schagerbrug. De indringers knevelden den boer. de boerin en een zoon en braken de brandkast open, waarna®zij zich met 3000, een aantal gouden en zilveren voorwerpen en twee" fietsen uit de voeten maakten. Op 7 November a.s., ter gelegenheid van den 29Sten verjaardag der Bolsjewistische Revolutie van 1917, zal naar men verwacht Stalin een verklaring afleggen. Slecht begin van Verheersweek Doodelijk ongeluk Maandagavond om half zeven is bij de tram halte Jansweg-Stationsplein een ernstig on geluk gebeurd. De een en zestigjarige mevr, K. S. uit Overveen, was zoojuist uit de tram gestapt, toen een zwaarbeladen vrachtwagen met aardappelen den vluchtheuvel waarop zij zich nog bevond, passeerde. Zij werd door den wagen aangereden en kwam met het onderlichaam onder de wielen. De mogelijk heid bestaat, dat zij van een der andere uit gestapte passagiers per ongeluk een duwtje heeft gekregen. Den chauffeur treft geen schuld. Mevri K. S. was op slag dood. Tentoonsteling van werken van Kees Verwcy Zaterdagavond zal in het Frans Halsmuseum een tentoonstelling van werken van Kees Verwey worden geopend door mej. A. I-Ioo- gendoorn. wetenschappelijk assistente aan het rijksmuseum voor kunsthistorische docu mentatie in Den Haag. Op deze tentoonstel ling bevindt zich het laatste portret van dr K. J. L. Alberdingk Thym (Lodewljk van Deyssel). Lasscher in brand geraakt De twee en twintigjarige A. J. v. A. en zijn broer hadden Dinsdag eenige laschwerk- zaamheden te verrichten aan het transforma torhuisje op het viaduct over den Zijlweg. Hoewel men hem gezegd had eerst den tech- nischen dienst van de Spoorwegen om bevei liging te verzoeken, heeft hij deze waarschu wing in den wind geslagen en is hij zonder meer aan het werk gegaan. Gedurende het lasschen kwam hij in aan raking met een hoogspanningsdraad en stortte brandend van den ladder waarop hij werkte, naar beneden. Hij werd in zorgwekkenden toestand in het Elizabeth's Gasthuis opgeno men. Het brood wordt nog slechter Onder dit opschrift schrijft de „Bakkers wereld": „Ruim anderhalf jaar na de bevrijding zijn de bakkers in Nederland genoodzaakt steeds slechter brood te bakken. Eerst was de zeeliedenstaking in Amerika oorzaak van stagnatie in den aanvoer van tarwe en later de staking van kapiteins en stuur lieden, welke inmiddels is opgeheven. Men mag verwachten, dat de reeds geladen schepen binnen niet al te langen tijd de Nederlandsche havens bereiken. Doch voor het zoover is. dat het bij de meelfabrieken arriveert, zal het toch wel tegen Kerstmis loopen. Tot dien tijd zullen we ons moeten behelpen met slecht brood. Want brood lebakken van bloem, bereid uit dertig procent inlandsche rogge, vijftig procent inlandsche tarwe, twintig procent buiten- landsche tarwe, uitgemalen op vijf en tachtig procent, is bedroevend slecht". Het blad vraagt dan: ,.Zou het niet mo gelijk zijn om het uitmaalpercentage van 85 op 80 procent te stellen?" Die vijf pro cent zijn niet verloren; er moet toch ook veevoeder zijn. Met vijf procent minder uitmalen hebben we wel geen prachtig brood, maar in elk geval wordt de kleur aanmerkelijk beter." Is Uw costuum of mantel verregend? WIJ I'KRSF.N VOOR U OP Old Clothes New Koningsplein 10 - Telefoon 4SS6 Dezer dagen is gemeld, dat de P.R.A. te Amsterdam haar personeel aan het in krimpen was. Dit was voor ons aanleiding te onderzoeken hoe het met de P.R.A. te Haarlem staat. Ons werd medegedeeld, dat men hier al eenigen tijd daarmede bezig is. In het voorjaar zijn de plaatselijke diensten in Bloemendaal, Heemstede en Haarlem op geheven omdat het werk in Haarlem ge centraliseerd werd. Bovendien zijn in den laatsten tijd verschillende menschen die bij de P.R.A. werkten, weggegaan omdat zij in hun vroegere functie terug wilden keeren of een andere betrekking konden krijgen. In het algemeen werd in die vaca tures niet voorzien, tenzij het personen gold die met een speciale taak belast wa ren, zoodat het noodig was nieuwe des kundigen in hun plaats te benoemen. In Nu de Queen Elizabeth" weer aan haar vredestaak begonnen is, na lange jaren als een in het grijs gestoken troepenschip duizenden militairen over de oceanen te hebben vervoerd, is het interessant deze reuzin onder de zeeschepen eens aan een nader onderzoek te onderwerpen, daarbij natuurlijk de hoffelijkheid tegenover de „grande dame" in het oog houdend, Op 27 September 1938 gleed haar enorme romp in Schotland te water en eenigen tijd" later nam de „Cunard White Star Line" deze laatste aanwinst officieel over. Het schip is met zijn 85.000 bruto ton het grootste ter wereld, de „Queen Mary" is „maar" ruim 81.000 ton groot. Overigens hebben de twee groote zusters veel gemeen. De Elizabeth heeft echter twee schoorsteenen, tegenover de Mary drie en verder wijken ze eenigszins af. wat den vorm van het voorschip betreft. Veertien dekken telt de Queen Elizabeth plus een dubbelen bodem over de geheele lengte van het schip, 50 waterdichte schotten verdeelen deze in veiligheidscompartimenten en de romp zelf is door 140 schotten onder verdeeld. Om een beeld te geven van de grootte van „klein Liesje", zooals een En- gel6chman haar eens wat oneerbiedig noem de, zij vermeld, dat het schip 314 meter lang en 36 meter breed is, tusschen kiel en hoogste overkapping liggen 41 meter en voor den pijp komen er nog veertien meter bij. De vier bronzen schroeven worden aange dreven door vier stel turbines; die schroefjes wegen maar even 32 ton elk.De vier klassen kunnen 2326 passagiers herbergen, waarbij nog eens 1235 personen komen voor beman ning en bedienend personeel. Ter vergelijking diene, dat de „Oranje", die zoo langzamerhand een gewone gast in de IJmuider sluis is ge worden, 22.000 ton meet en het met de acco- modatie voor 713 passagiers moet doen. Denk u even in, dat er een kolos va'n vier maal de Oranje onze pieren zou binnen, stoomen, wat zou het een gepas worden, om hem door de Noordersluis te krijgen! het algemeen is dus het personeel der P. R. A. te Haarlem ook ingekrompen. Daarbij werd voor oogen gehouden, dat de P.R.A. slechts een tijdelijke functie te vervullen heeft, zoodat -tenslotte algeheele opheffing in het uitzicht is. Het is evenwel nog\niet mogelijk ge weest de rechercheurs van de gemeente politie te Haarlem, die tijdelijk te werk ge steld zijn bij de Politieke Recherche Af- deeling weer naar him oude corps terug te laten gaan. Wel heeft, om de belangen van beide diensten van het betrokken personeel te bevorderen, sindsdien af en toe een rui ling plaats gehad. Er is voorloopig voor de P.R.A. te Haar lem nog veel werk te doen. In den laatsten tijd is, overeenkomstig de richtlijnen die gegeven zijn door het Directoraat-Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging, in het bijzonder gewerkt aan het. afwerken van de onderzoekingen die betrekking hadden op de zoogenaamde lichte gevallen. Men weet, dat het streven was zoo snel moge lijk beslissingen mogelijk te maken om het aantal gedetineerden in de kampen te verminderen. Dit onderzoek in de lichte gevallen is te Haarlem thans voltooid. Nu is men begonnen aan het verder af werken van het onderzoek in de zwaardere en zware gevallen die in de kampen over gebleven zijn. Daarmee zal ongetwijfeld nog eenige tijd gemoeid zijn. Maar dan men er nog niet. Er ligt bij de P.R.A. te Haarlem nog een zeer groot aantal dossiers van personen die thans nog vrij rondloo- pen en waarvan er ongetwijfeld velen zijn die vervolgd moeten worden. Het kan op het publiek, dat met het doen en laten van die menschen geheel of ten deele bekend is een eigenaardigen indruk maken, maar er is toch geen grond voor de veronder- -stelling, dat de P.R.A. van. zins is die zaken maar te laten rusten. Het was even wel niet mogelijk alle zaken meteen aan te pakken. Sclieveningsche haring naar IJmuiden Dinsdag is per vrachtauto een groote zending versche haring uit Scheveningen "naar IJmuiden vervoerd, die aldaar door IJmuidensche handelaren was gekocht. Het bleek namelijk, dat de haring in Scheve ningen veel goedkooper was dan in IJmui den. Zullen de Scheveningsche reeders hierin een vingerwijzing zien, dat het voor hen voordeeliger is hun schepen de versche haring in IJmuiden te laten verkoopen? Wegens sleelite kolen teruggekeerd De Vikingbank, die Dinsdagmorgen voor een makreelreis naar zee was vertrokken, moest des middags weer terugkeeren, om dat de kwaliteit der kolen van dien aard was, dat de machinist geen stoom kon houden. De trawler heeft daarna andere kolen gekregen en zou heden weer naar zee gaan. Dc Japansclie walvisclivaart Het Japansche vaartuig „Hashidate Maru", dat onlangs in fabriekschip ver anderd werd, .vertrekt binnenkort naar de Zuidelijke IJszee. De geheele vloot zal 14 eenheden tellen, waaronder twee fabriek- schepen. Versche haring voor versche zeeviscli? Een zonderlinge ruil. Zooals wij reeds berichtten is er over eenstemming bereikt over het markten van Nederlandsche trawlers in Engeland, waar voor als marktplaats Grimsby werd aan gewezen. Wel schijnt er omtrent de ko- lenvoorziening nog iets niet in orde te zijn, maar ongetwijfeld zal deze kwestie ook wel worden opgelost. Het heeft bevreemding gewekt, dat hoe wel in ons land straks een tekort aan zee- visch dreigt te ontstaan, men thans traw lers naar Engeland gaat zenden, maar het zal verbazing wekken, wanneer men ver neemt, op, welke basis deze overeenkomst tot stand is gekomen. Van ambtelijke zijde wordt ons namelijk medegedeeld, dat het hier een compensatietransactie geldt en dat Engeland ons hiervoor iets zal terug leveren. Textiel? Gold Flake of Capstan? U kunt gerust blijven raden, wani u raadt het nooit: Versche haring! Het. is haast niet te ge looven want dit is water naar de zee dra gen, of zwarte handelaars naar de Nieuw- markt fn Amsterdam. Maar met stellig heid werd ons verzekerd, dqt het bericht juist is. Ongeval bij de vischhal Toen Dinsdagmorgen eenige vischknechts bezig waren kisten visch op een auto te laden, had de 38-jarige L. K. het ongeluk, uit te glijden en van de auto te vallen. In zijn val nam hij een kist visch mee, die op hem viel. K. bekwam daardoor een ern stige wonde aan het hoofd: voorts klaagde hij over inwendige pijnen. De heer Bakker van E.H.B.O. verleende de eerste hulp en bracht K. daarna naar een dokter. Nadat deze hem geholpen had, kon hij naar zijn woning worden vervoerd. HIT DE VAART GENOMEN. De stoomtrawler Katwijk II, KW 134, is uit .de vaart genomen om in Amsterdam een belangrijke reparatie te ondergaan. Een nachtelijke vechtpartij in de vischhal In den nacht van Maandag op Dinsdag kregen vier mannen, die niet heelemaal „brandschoon" moer waren, ruzie in de vischhal. die uitliep op handtastelijkheden. De politie kwam tusschenbeide en maak te een eind aan den "strijd, die twee ge wonden opleverde. Het edele zeebanket Een kook- en bakdemonstratie Langzamerhand herstelt Nederland van de lange, levensgevaarlijke ziekte, die oor log heet. Stuk voor stuk komen oude ge woonten weer terug, en een van deze is zeker wel een kook- en bakdemonstratie. Toen we gisteravond in de school aan de Houtmanstraat getuige waren van visch- bereiding, gingen onze gedachten onwille keurig terug naar den „hongerwinter in bezettingstijd". Het is Nederlanders eigen altijd te mop peren, en, nu ja, alles is nog niet in kan nen en kruiken, maar één ding is .zeker: zoolang we het edel zeebanket nog kun nen bemachtigen, hebben we geen reden tot klagen. Een groote factor is echter de bereiding, vooral nu vet. olie, botét- nog betrekkelijk schaarsch worden toebedeeld. Het is daar om dan ook niet te verwonderen dat vele huisvrouwen en zelfs eenige heeren, van hun belangstelling blijk gaven. De toeloop was zelfs overstelpend te noemen. Mej. G. Pranger gaf een overzicht van de voedingswaarde, terwijl de heer W. Voogd toonde hoe de verschillende visch- soorten dienden schoongemaakt en gefi leerd te worden. Want elke vischsoort ver dient apart behandeld te worden. 'Mej. Pranger demonstreerde hierna het bakken in een minieme hoeveelheid vet. Een en ander werd met groote belang stelling gevolgd, het spreekwoord zegt im mers: men is nooit te oud om te leeren. en inderdaad zelfs een huisvrouw, die de zil veren bruiloft al achter den rug heeft kon hier nog iets opsteken. De commissie inzake huishoudelijke voorlichting en gezinszorg gaat met den tijd mee en geeft de juiste demonstratie op het juiste oogenblik. Volgende week Dinsdag verwacht zij vele belangstellenden in het gebouw Kriemhilde aan den Zeeweg, waar te half drie een lezing zal worden gehouden over Kinderverzorging en Opvoeding. Haarlemsche Damclub II wint van D.C.IJ. II Vermoedelijke uitslag 15—5 Voor de eerste klasse competitie van den Nederlandschen Dambond, afdeeiing Haarlem en omstreken, werd te Haarlem in het club gebouw der H.D.C. de wedstrijd gespeeld wel ke van groot belang kan zijn voor het verdere verloop der competitie. D.C.IJ. II immers is op papier één der sterkste tientallen, terwijl ook H.D.C. II voor een sterke ploeg geldt. De uitslag van dezen wedstrijd is een verrassing geworden, daar de IJmuidenarcn een groote nederlaag te incasseeren kregen. Hieronder volgt de uitslag. H.D.C. II—D.C.IJ. II 1. D. Schrijnemakers—F. Dukel afgebr. 2. P. H Meure—J. v. Stratenafgebr. 3. H. T. Luif— C. Schol 2—0 4. J. v. Looy—J, Smit 2—0 5. Th. Rost—L' Koetsier 2—0 6. J. I-I. Meure—J. Nanne afgebr. 7. Th, Amelung—J. Jonker l—l 8. G. Eising—L .Haver2—0 9 J. BoerkoolJ. Waal 11 10. J. H. Blom—D. Ott 2—0 Voorloopige uitslag 122 F. Dukel staat gewonnen, terwijl mogelijk J. v. Straten nog remise-kansen heeft, even als J Nanne. zoodat de uitslag vermoedelijk 155 wordt. H.B.S.-VETERANEN VERSUS STORMVOGELS-VETERANEN Zondag a.s. gaat een elftal Stormvogels- Veteranen zijn krachten meten met een elftal H.B.S.-oudjcs. Voor Stormvogels komen o.a. uit: De Waard of Kollenberg. Effern, Van der Steen. De Jonge. Tol en Prins HARING IN BESLAG GENOMEN. Ambtenaren van den C. C. D. hebben bij een vischhandelaar een 20-tal kisten ver sche haring in beslag genomen, die deze handelaar van verschillende arbeiders had gekocht. SCHEEPVAART 5 November Aangekomen: Grebbest room van Newport: Kempshaan v. Koo«nhagen; Kachulla van Osmanlonie (voor Velsc 5 November, Vertrokken: h .xc naar Antwer pen; Prins Bemhard naar Antwerpen; Splca naar stavanger; Sambre naar Parijs; Depa naar Antwerpen; René W. Vinke (A M 7) naar Las Palrnas. FEUILLETON door Hans Hirthammer 4) Zij schudden elkaar de hand en haastten Zich daarop naar het vliegtuig. „Die arme Hamilton schijnt er leelijk aan toe te zijn!" De machine stond loodrecht overeind en j van eenige wollen deken in orde hadden had zich met den neus van den propeller j gemaakt, nadat het hun niet zonder In den grond geboord. moeite gelukt was het vliegtuig weer in Op de plaats van den bestuurder lagj een ietwat behoorlijken stand te ^brengen. Cookerel knipperde slaperig met zijn oogen en bromde als een hongerige wolf. „Uit de veeren, zeg je? Man ik voel me als geradbraakt! Een kop thee op bed kan er vanmorgen zeker niet op over schieten?!" Een onderdrukt gekreun van de plaats van den piloot deed hun het gesprek af breken. Floyd klauterde naar voren. „Morgen, mister Hamilton!^ Nog steeds pijn? Ik hoop, dat u tenminste hebt kunnen sla pen!" „Het gmg!" antwoordde de piloot met een flauw glimlachje, terwijl hij zich op richtte op zijn geïmproviseerde legevstede, welke zijn beide passagiers met behulp „En hoe staat het met de pijn?" Hamilton betastte voorzichtig zijn voor hoofd, dat iets boven het rechteroog een flinke buil vertoonde. „Ik heb een gevoel of de China Clipper in mijn hoofd rondtolt en mijn linker arm schijnt wat gekneusd te zijn. Ik moet u nog wel bedanken, sir, dat u. „Onzin, Hamilton! Dat was immers van- Het donkere gewelf van den hemel zelfsprekend. Laten wij nu liever maar vulde zich met licht. De kale rotspunten eens beraadslagen, wat ons te doen staat, maakte zich los uit de duistere omhulling Denkt u, dat uw krachten toereikend zijn Edward Hamilton. Het lichaam hing half buiten boord. Floyd greep den arm van den piloot en voelde zijn poLs. „Goddank, hij leeft!" zei hij met een zucht van verlichting. IV. van den nacht en leken als door een schijnwerper te worden bestraald. Francis Floyd opende zijn oogen en toen hij zijn pijnlijke ledematen voelde,- her innerde hij zich zijn nachtelijk avjontuur. Naast hem, eveneens als een bal in el kaar gerold, zijn knieën hoog opgetrokken, zat James Cookerel. Zijn mond stond half open en een zacht gesnurk bewees, dat hij ei' voorloopig nog weinig voor voelde tot om de machine weer vlot te krijgen?" Cookerel, die intusschen zijn plaats had verlaten en om het vliegtuig was heenge- loopen, stak zijn hoofd over den rand. „Dat zal ons weinig baten!" beant woordde hij de vraag van den professor. „Ik vrees, dat we met een gebroken pro peller niet heel ver zullen komen". „Mooi!" riep Floyd, ontsteld. „Wat nu?" ,Er zijn twee mogelijkheden", meende de wreede werkelijkheid terug te keeren.Cookerel zakelijk, nadat hij den brand in Het kostte de$i professor eenige zelf- een sigaret had gestoken. „Of we binden overwinning hem wakker te schudden, het noodzakelijkste op onzen rug en pro- „Hallo. James, vlug uit de veeren, mijn beeren te voet het Gainermeer te bereiken jongen!" of wij wachten hier, tot ze ons komen halen. Ik persoonlijk voel meer voor het laatste". De piloot brak een stuk van den ver splinterden propeller, dat er los bij hing, af en wierp het met een vloek op den grond. „Ik heb daar even in een genoeg lijke situatie gebracht! Het zou mij een lief ding waard zijn geweest, als ik die ontdekking voor mijzelf had gehouden!" „U. vergeet, dat ht het was, die u tot deze nachtelijke vlucht overhaalde. Het motordefect is tenslotte niet uw schuld. Bovendien lijkt het mij even nutteloos als belachelijk om ons hief over de schuld vraag het hoofd te breken". „Hoe groot is de afstand naai' Gainer meer?" Cookerel haalde de landkaart, welke een paar scheuren had opgeloopen, uit de ma chine en spreidde haar zorgvuldig in het zand uit. Met zijn wijsvinger tipte hij op een bepaalde plaats. „Dit zal ongeveer het punt zijn, waar wij ons op het oogen blik bevinden. En dat hier is het Gainer meer. De afstand bedraagt dus ongeveer honderd mijlen". „Dat wil dus zeggen, dat wij ons op een marsch van tenminste vijf dagen zouden moeten voorbereiden". „Ten eenenmale onmogelijk!" consta teerde Floyd. „Wij mogen niet vergeten, dat wij veel te weinig levensmiddelen en, vóór alles, geen water hebben!" Cookerel wierp de rest van zijn sigaret weg. „Dan blijven wij hier! Wij kunnen er op rekenen, dat er reeds morgen, mis schien zelfs al wel vandaag, naar ons zal worden gezocht". „Stellig!" verzekerde Hamilton. „Maar u vergeet, dat niemand het zal durven ris- keeren in dezen zandkuil te landen!" „Dat is ook niet noodig! Men kan er gevoeglijk mee volstaan ons vain het noo- dige water en wat levensmiddelen te voor zien en ons van het Gainer-meer een paar menschen tegemoet sturen". Floyd lachte spottend. „Niet slecht be dacht, James. Maar hoe wil je de beman ning van het vliegtuig van je wenschen in kennis stellen? Wij bezitten helaas geen radio". Cookerel krabde zich verlegen op het hoofd, maar Hamilton slaagde er weldra in zijn beide passagier-s gerust te stellen. „Hebt u daar maar geen zorg over. Wij, piloten, seinen in dergelijke noodgevallen met onze armen. Daardoor kunnen wij ons heel goed verstaanbaar maken". „Mooi zoo!" zei Floyd, kennelijk opge lucht. „Dan blijft ons dus voorloopig niet veel anders te doen dan rustig af te wach ten. Laten wij intusschen maar eens zien, wat wij aan proviand bij ons hebben". Het resultaat van deze inventarisatie was niet bepaald moedgevend, maar wan neer zij zich met een paar tabletten choco lade, wat biscuit en eenige bananen tevreden stelden, zouden zij toch wel tol den volgenden dag rond kunnen komen, Tot hun groote verrassing vonden zij ook een flesch whiskey en van sigaretten en tabak was men voorloopig voldoende voor zien, dank zij miss Hugsley, die haar vriend Cookerel twee groote doozen had toege stopt. intusschen was de zon boven den rand van hét gebergte uitgestegen en wierp zij haar verzengende stralen in het dal. Drie mannen legden hun vliegkleeding af. „Wij hebben tenminste een schaduwrijk dak boven' ons hoofd!" troostte Cookerel. terwijl hij op de geweldige draagvlakken van het vliegtuig wees. „Het dukt mij het verstandigst, dat wij ons evenals de kippen, in het zand ingraven en ons den tijd met slapen verdrijven". Floyd wilde juist een toestemmend ant woord geven, toen hij plotseling ineen dook en opgewonden Cookerel's arm greep. Toevallig was zijn blik'langs den Noor delijken rotswand gegleden en daarbij had hij iets zeldzaam merkwaardigs ontdekt. „Kijk daar eens naar boven, James! Precies langs den voorkant van het draagvlak, ongeveer vijftig meter onder den kam. Zie je daar niets?" Het duurde niet lang, of ook Cookerel bemerkte de witte gedaante, die zich daar boven tusschen de rotsen bewoog en dui delijk tegen den donkeren rotswand af stak. Hamilton haalde een verrekijker uit de cockpit en richtte hem op de, in deze omgeving wel zeer ongewone verschijning. „Het is een man met een togavormig wit kleed. Hij schijnt ons geen moment uit het oog to verliezen. Hier, kijkt u maar eens professor!" Floyd nam het instrument en kon zich nu overtuigen van de juistheid van deze mededeehng. Een lange, magere gestalte m een wapperend, wit gewaad, kroop tus schen de rotsen rond. Af en toe richtte de man zich op, waarbij hij dan zijn hand beschermend boven zijn oogen, onafge broken naar het dal staarde. Plotseling was de spookachtige gestalte verdwenen. De professor gaf Hamilton den kijker terug. „Het begint er op te lijken", zei hij ernstig, „dat wij dezen tocht toch niet tevergeefs hebben gemaakt. Die witte me neer daarboven zal daar wel niet toevallig verdwdald zijn geraakt. Het wil mij voor komen, dat v/ij ons in de onmiddellijke na bijheid van de door u ontdekte geheimzin nige stad bevinden, mister Hamilton. Ver moedelijk heeft men vannacht ons vlieg tuig gehoord en is er nu een spion uitge zonden om te zien, of wij ons in de nabij heid bevinden". James Cookerel voelde zich weer ge heel de ontdekkingsreiziger. Hij daccht niet meer aan slaap. „Ik geloof, dat het de moeite waard is om daar eens naar boven te klimmen. Hop denk jij daarover, Francis?" Professor Floyd had Hamilton nog eens om den kijker gevraagd en zocht reeds naar de geschikte plaats om den rotswand te beklimmen. Hij wees op een plek, welke iets meer naar het Westen lag. De rotswand was daar opvallend gespleten en vertoonde verscheidene kloven en scheuren. „Ik geloof, dat wij van daar uit den berg gemakkelijk zullen kunnen beklimmen", zei hij en zich daarop tot Hamilton wen dend: „Dan zult u wel tot den avond alleen moeten blijven, want ik vrees, dat u met uw gekneusden arm wel niet in staat zult zijn om u bij ons aan te sluiten". De piloot vertrok zijn gezicht tot een grijns. „Om u eerlijk de waarheid te zeg gen, voel ik maar een bitter beetje voor die klimpartij. Ik blijf maar liever bij mijn kist. Stoort u zich maar niet aan mij; ik zal mij in mijn eentje best weten te amu seeren tot u terug komt". De beide mannen der wetenschap waren spoedig gereed om te vertrekken. Een laatste handdruk, een paar schertsende afscheidswoorden en het volgende oogenblik liepen zij met groote stappen in de door Floyd aangeduide richting. Noch de beide vertrekkenden, noch de eenzaam achterblijvende dachten ook maar een moment aan de mogelijkheid, dat op dit korte afscheid geen weerzien meer zou kunnen volgen. Miss Anny Hugsley,' die met haar braven two-seater niets vermoedend door Bom bay's straten toerde, geraakte op den hoek van Temple Road geheel onverwachts ln een relletje tusschen Muzelmannen en Hindoes verzeild. Zij was hevig ontsteld, toen zij zich plotseling door de elkaar fel bestrijdende partijen ingesloten zag. Er werd gejoeld en geschreeuwd, sieenen en dergelijke in alle haast bijeengeraapte projectielen, vlo gen over en weer en aangezien de gewel dige menigte zich rijen dik om haar wagen verdrong, bleef haar niet veel anders over dan te stoppen en haar hoofd onder het dashbord te laten verdwijnen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1946 | | pagina 3