Een Groenlandvaarder vergaat
Noodlanding
in de woestijn
Uit de geschiedenis van de walvischvaart
HET is 14 Maart 1826; er. is veel drukte
op de havenhoofden, want de „Har
lingen", de laatste Harlinger walvischvaar-
der ligt zeilree. Kapitein Klaas Hoekstra
en de 46 leden der bemanning, waaronder
eenige kinderen van 9 tot 12 jaar hebben
al afscheid genomen van hun familie en
vrienden. Het wachten is nog op de Heeren
Directeuren van de Nederlandsche Groen-
lands- en Straat Davis Visscherij Socië
teit, die gevestigd is in het groote gebouw
aan de Zuiderhaven, waarin later geduren-
de vele jaren de Gemeentelijke Hoogere
Burgerschool gevestigd zou worden. De
Heeren Directeuren zullen het nieuw ge
bouwde schip, een fraaie driemaster tot
de Vlieree vergezellen.
Een laatste handdruk, een laatst gewuif
en statig glijdt het schip met nog licht ge
reefde zeilen de haven uit. De driekleur
aan den achtermast gaat omlaag en weer
omhoog, tot drie keer toe. Op de Vlieree
gaan de He'eren Directeuren van boord, om
met een kotter naar de haven van Har-
lingen terug te keeren.
Den volgenden moj-gen wordt het anker
gelicht. Alle zeilen worden bijgezet en bij
een mooie koelte uit het Zuid-Westen zet
kapitein Hoekstra koers naar het Noord-
Westen, om benoorden Schotland langs, I
den Atlantischen Oceaan te bereiken.
Zwaar weer en tegenwind zijn oorzaak,
dat deze pas 9 April wordt bereikt. Dan
wordt de koers meer Westelijk en een
maand later is de „Harlingen" in Straat
Jftavis ten Zuid-Westen van Groenland.
Walvisch gesignaleerd.
Den 25en 'Mei wordt de eerste walvisch
gezien. Engelsche schepen, die worden ge
praaid, rapporteeren, zes visschen te heb
ben gevangen. De „Harlingen" koerst om
den Noord. Kapitein Hoekstra wil naar de
Melvillebaai aan de Noord-Westkust van
Groenland.
Hoe noordelijker men komt, des te slech
ter wordt (het weer. Het worden zware da
gen voor de bemanning. Het is een ontzet
tend stuk werk, bij nacht en ontij „naar
boven'' te moeten om de stijf-bevroren zei
len te bergen, terwijl het schip slingert en
danst op de wilde zee. Maar het zijn allen
mannén, 4 ie het vale verstaan en zij zijq
vol goeden moed.
Op 29 Juni is de kapitein genoodzaakt,
de luwte op te zoeken van een reusachti-
gen ijsberg. Tegen den avond komt een
sloep in het zicht, die zich met veel moeite
door het ijs een weg baant naar de „Har
lingen". Het is de bemanning van den
Engelschen walvisChvaarder „Cicero", die
tusschen het ijs is platgedrukt. In deernis-
wekkenden toestand werden de schipbreu
kelingen aan boord genomen. Later worden
zij aan andere Engelsche walvischvaarders
overgegeven.
Door kruiend ijs, met gereefde marszei
len vaart men langzaam Noordwaarts. Het
weer blijft zeer stormachtig en onder hun
oogen zien de Harlinger zeelieden de
„Dexterity" uit Peterhead vergaan.
De positie wordt hachelijk.
Op 30 Juli komt men dwars tegen een
Jxoogen ijsberg te liggen; de positie van
het schip wordt hachelijk. De grietjessteng
blaat aan stukken, de bramra van den groo-
ten mast komt naar beneden en het roer
wordt verbrijzeld. De opvarenden vreezen,
dat hun laatste uur geslagen is. Maar na
eenige dagen reparatie krijgt men den boel
weer voor elkaar. De „Harlingen" maakt
van den ijsberg los en koerst, begunstigd
door een Zuid-Wester verder Noorwaarts.
In den loop der volgende dagen wordt
de „Dundee" van Londen gepraaid. Kapi
tein Duncan wil dezelfde route volgen als
kapitein Hoekstra en daarom besluiten
beide gezagvoerders bij elkaar te blij ven en
elkaar zoo noodig te assïsteeren.
Nadat de schepen eenige dagen bij elkaar
zijn gebleven, worden ze door.een'orkaan
overvaiien, die gepaard gaat met hevige
sneeuw- en regenvlagen. De schepen wor
den van elkaar gescheiden. De -hevige
Zuid-Wester drijft ze naar de kust van
noordwestelijk Groenland. Zware ijsblok
ken kruien tegen den scheepswand op. Zal
de „Harljngen-' het houden? Het schip is
hecht en sterk, maar de persing van het ijs
doet vreezen, dat de elementen een over
winning zullen behalen. 22 Augustus, dus
vijf maanden na het vertrek, wordt de toe
stand zoo beangstigend, dat kapitein Hoek
stra voor alle zekerheid proviand aan dek
laat brengen. Het tijdstip lijkt niet ver
meer, dat men den driemaster zal moeten
verlaten. Des nachts gaat niemand naar de
kooi. Het schip trilt in een waren doods
strijd. De,bemanning zoekt beschutting aan
den lijkant. Een der opvarenden tracht in
den fokkemast met flambouwen noodsei
nen te geven, maar het lukt niet. Uitgeput
en bijna bevroren komt hij weer omlaag.
Gekraakt
Te middernacht verkondigt een hevig ge
kraak het einde van het schip. De scheeps-
Harlingen, het oude stadie aan de Zui
derzee was in dc dagen toen de zeilvaart
nog bloeide, een drukke havenplaats.
Schoeners, barken en brikken voeren de
kleine haven in en uit. Zij brachten in
hoofdzaak hout uit Zweden aan, maar
ook andere producten van de havens
aan de Oostzee kwamen naar de maga
zijnen van de Harlinger kooplieden, de
Fonteins, de Harmens en de Hoekstra's.
Toen de zeilschepen verdwenen, was het
uit met de drukte in de Harlinger haven.
Wel kwamen er stoomschepen, die een
lijndienst op eenige Engelsche havens
als Londen, Huil en Leith onderhielden,
maar het was niet meer de drukte van
vroeger.
In enkele artikelenwaarvan hier het
eerste volgt, geeft een medewerker een
beeld uit de geschiedenis van de destijds
belangrijkste haven van het noorden des
lands, de haven van Tjerk Hiddes de
Vries.
Belgische eeuwlingen iDe burgerlijke Stand van de misdaad
elgie mag zich od het oogenblik in
Geheimen op „Huize Katwijk
wand bezwijkt voor de zware blokken ijs,
die zich donderend een weg banen naai
de ruimen, die bestemd waren voor het
bergen van de walvischtraan. Het heele
dek wordt onder gróote ijsblokken bedol
ven. De bemanning vlucht in het want,
met den dood voor oogen. Kapitein Hoek
stra heeft nog de scheepspapieren kunnen
redden en ook een vaatje buskruit mee
naar boven genomen.
Een vreeselijke nacht, een nacht om niet
te beschrijven.
Maar ze komen hem door. Het houten
schip blijft drijven, maar het drijft op een
verlaten zee.
Als eindelijk de dag aanbreekt gaat de
wind iets liggen; de nieuwe dageraad ziet
de geheele bemanning in "de masten van
het ontredderde schip
Aan de weermacht geleverd
De vierde Kamer van het Haarlemsche
tribunaal heeft uitgespraak gedaan in de
zaak tegen den kantoorboekhandelaar O.
Th. D., wien ten laste was gelegd de le
vering van schrijfmachines aan en het
schoonmaken er van voor de Duitsche
weermacht. De levering en de daaraan
verbonden werkzaamheden zijn volgens
het tribunaal vrijwillig geschied en
moeten beschouyvd worden als een onge
oorloofde steun aan den vijand. Het tri
bunaal meende, dat de daaruit genoten £i-
nancieele voordeelen dienen te worden ont
nomen én bepaalde dat een bedrag van
f 12.000 uit het vermogen moet worden
verbeurd verklaard. D. werd ook uit de
beide kiesrechten ontzet gedurende tien
jaar. Verder was het tribunaal van oor
deel, dat het lezen van „Die Deutsche Zei-
tung" en het geven van kleine bedragen
aan Winterhulp, welke feiten D. eveneens
ten laste waren gelegd,.geen blijken van
nationaal socialistische gezindheid behoef
den te zijn, hoe onvoorzichtig zij ook ge
noemd moeten worden. Het tribunaal over
woog daarbij, dat D. gehuwd was met een
Duitsche vrouw en vroeger ook Duitsche
kranten las.
Deviézen en bloembollen
Resultaten over 1946
De ondervakgroep Export van bloem
bollen heeft gegevens -verzameld over den
uitvoer. Tot en met 9 November waren dit
jaar uitgevoerd 23.622.438 kg tot een waar
de van 47.390.532.
Daaronder zijn: Vereenigde Staten
ƒ18.254.242; België ƒ1.530.178; Canada
2.023.278; Denemarken 1.042.428, Enge
land ƒ9.858.306: Frankrijk ƒ2.588.864;
Zweden ƒ7.255.909.
Kolen in papieren zakken
Het directoraat-generaal van de prijzen
vestigt er de aandacht op, dat de prijzen
van vaste brandstoffen, wanneer zij in
papieren zakken worden afgeleverd, mo
gen worden verhoogd met ten hoogste 70
cent per tien zakken. Wanneer meer wordt
gevraagd of betaald stellen zoowel leve
rancier als kooper zich aan strafvervolging
bloot.
Klompen bonvrij
De distributie van klompen is opgehe
ven, niet omdat er thans voldoende klompen
zijn, maar omdat de hoeveelheid beschik
bare klompen zoo gering is, dat van een
redelijke distributie geen sprake kan zijn.
LOU BANDY NAAR INDIë.
Zondag zijn het orkest Malando, de zan
geres Ann Sandor en de revue-aftïst Lou
Bandy per vliegtuig naai- Indië vertrokken
waar zij zullen optreden voor de Neder
landsche strijdkrachten.
België mag zich op het oogenblik
het bezit van niet minder dan veertien
honderdjarigen verheugen. Dat de vrou
wen taaier zijn dan de mannen blijkt wel
hiei-uit dat op deze 14 honderdjarigen
slechts twee mannen voorkomen. De Bel
gische regeering heeft besloten aan deze
oudjes voor den winter een speciaal rant
soen van vijf hectoliter steenkool toe te
kennen.
De oudste dezer honderdjarigen is de
weduwe Catharina Dalcq uit Noduwez, die
den leeftijd van 106 jaren heeft bereikt.
Dez<? krasse dame wilde met alle geweld
nog haar stem uitbrengen tijdens de laat
ste gemeenteraadsverkiezingen en toonde
zich zeer teleurgesteld toen de dokter haar
dit verbood.
Roenieensche koning opent
parlement
De 25-jarige koning Michael van Roeme
nië is voor het eerst sinds den oorlog in het
openbaar opgetreden, toen hij Zondag de
eerste zitting van het nieuw-gekozen Huis
vaiKAfgevaardigden opende. Hij werd lui
de toegejuicht door afgevaardigden van de
regeeringspartijen. De afgevaardigden van
de oppositie nationale boerenpartij en
nationaal-liberalen waren niet aanwezig.
Volgens welingelichte kringen hebben zij
besloten de geheele zitting te boycotten.
In zijn rede legde koning Michael den
nadruk op de Rnemeensche politiek van
vriendschap en nauwe samenwerking met
de Sovjet Unie en de Vereenigde Volken.
Hij hoopte, dat Roemenië na de ondertee-
kening van het vredesverdrag spoedig tot
de organisatie der UNO zou worden toege
laten.
„Rampzalige gebeurtenissen"
mogelijk in Perzië
De Perzische minister-president, Gha-
vam es Soeltaneh, heeft opnieuw een tele
gram gezonden aan dr. Dj avid, den gou
verneur van Azerbeidsjan, waarin het zen
den van troepen door de centrale regeering
vóór het houden van toezicht bij de ver
kiezingen werd aangekondigd. Ghavam
deed een bei-oep op dr. Djavid, geen tegen
stand aan de troepen van de regeering te
doen bieden. De Azerbeidsjaansche auto
riteiten zouden verantwoordelijk gesteld
worden voor alle „rampzalige gebeurte
nissen", wanneer er verzet geboden zou
worden. De verkiezingen zullen op 6 De
cember beginnen.
Inbrekers kwamen te laat
Een timmermanswerkplaats aan den Schalk-
wijkerweg te Haarlem was door het inbrekers
gilde uitgekozen voor een inbi-aakje. De be
zoekers hadden het vermoedelijk voorzien op
een electro-motor en een aantal accu's, maar
gelukkig waren deze zaken eenigen tijd te
voren elders ondergebracht. De eenige schade
bleek een geforceerde deur te zijn; verder
wordt niets uit de werkplaats vermist.
HET STRANDSCHAP ZANDVOORT.
Gedeputeerde Staten van Noordholland
hebben de raadsbesluiten van Zahdvoort,
Haarlem en Amsterdam tot vorming van
het „Strandschap Zandvoort" goedgekeurd.
1 Januari 1947 treedt het in werking.
Wij vernemen nog, dat er indertijd ook
onderhandeld is met Bloemendaal om
eveneens tot dit strandschap toe te treden,
maar dit heeft toen niet tot een guhstig
resultaat geleid.
„De namen van meer dan 800.000 Ne-
derlandei-s. die op de een of andere wijze
met Politie of Justitie in aanraking zijn
geweest, staan hier geregistreerd", zegt de
commissaris H. J. Regenboog, het hoofd
van den in huize Katwijk ondergebrachten
rijksidentificatiedienst, en hij wijst op de
groene stalen kasten, die manshoog langs
de muren staan.
Het betreft hier niet allemaal menschen,
die zware misdaden op hun geweten heb
ben. Zoo staat een groot aantal menschen
geregistreerd, die om de een of andere re
den eens een boete hebben gekregen en
deze door verhuizing of vertrek naar het
buitenland nooit hebben voldaan. Zoodra
de nieuwe woonplaats van deze menschen
vaststaat, worden zij in de gelegenheid
gesteld alsnog deze boete te voldoen.
Alleen hierdoor bi-engt de cartotheek reeds
bijna haar geld op want in zeker jaar werd
b.v. reeds f 50.000 aan achterstallige boete
geïncasseerd. Het overgroote gedeelte dei-
cartotheek wordt evenwel ingenomen door
Nederlanders, die ongunstige strafrechte
lijke antecedenten hebben, tei-wijl ook alle
gedetineerden, zoowel voor gewone als
politieke delicten er in zijn opgenomen,
cartotheek wórdt voortdurend up-to-
T reinparlement
Het is vol in den trein, stampvol. Ik
hang, op précaire wij2C balanceerend, aan
een jassen-haakje en wijs den man, die
voor-mij slaat, er af en toe op dat hij lich
telijk ongelijk staat. Vervelen doe ik mij
niet, want een amateur-treinparlement is
in vollen gang. Tot nu toe is het „probleem
Indië" besproken en gezien de heftigheid,
waarmee de debatten gevoerd worden,
ziet het er naar uit, dat dit punt de heeren
leden nog wel tot Haarlem zal bezig
houden.
Links van mij zit de rechtsche fractie,
rechts de linksche. Om in stijl te blijven,
corrigeer ik dus mijn observatiepost en
draai mij om, hoewel ik niet tegen achter
uit rijden kan.
Voorloopig zijn beide fracties nog bezig
hun standpunt te formuleeren. De fractie
voorzitter van links neemt het woord;
„Kijk'es heere, nou gaane onze jonges naar
dat Indonesië toe. Waarom? Om te vech
ten, accoora, maar foor wie, foor Jan Ka
pitaal". De fractie knikt instemmend en het
eenige vrouwelijk lid zegt: „Zoo is 't net-,
foor die aandeelknippers" en ze trekt haar
neus in een minachtende kronkel. De voor
zitter, zich door dezen bijval sterk voe
lend, richt zich nu tot ieder lid afzonder
lijk: „Jijvvelleswatuitindiëgesien? Jij? Ooit
afdeeling beschikt thans over een enorme Sesien?" De fractie betuigt nega-
s^tssi SE» ÏÏLS& St.de
In een vorig artikel over Huize Katwijk
werd iets verteld over de wetenschap,
die de Nederlandsche politie terzijde
staat bij het opsporen van groote of
kleine misdadigers. Thans is het de
beurt aan den Burgerlijke Stand van
de Nederlandsche misdaad" en den
dactyloscopischen dienst, die elk op hun
wij-zo tol de bestrijding van den zelfkant
der maatschappij bijdragen.
sonen. die een leidende functie zouden
krijgen er 2 lid geweest waren van de S.S.
Vingerafdrukken:
een belangrijke rol.
De Dactyloscopische afdeeling maakt
een belangrijk onderdeel uit van den
rijksidentificatiedienst. Men werkt er vol
gens het z.g.n. Amsterdarnsche systeem,
uitgevonden door wijlen Commissaris van
Politie E. J. Pateer. De Dactyloscopische
geregeld wordt aangevuld met die, welke
date gehouden doordat de burgemeesters uit de huizen van detentie en van de po-
van alle gemeenten in Nederland dit een- lltie dei' verschillende gemeenten worden
Irale punt door middel van weekstaten .ontvangen alsmede met die, welke door.
voortdurend op de hoogte houden van mu- den rijksidentificatiedienst zelf worden
taties inzake crimïneele elementen. In het gemaakt.
bijzonder geldt dit natuurlijk voor het ver
anderen van verblijfplaats en de gedra
gingen van recidivisten. Aan den anderen
kant, aldus de Commissaris, waarschuwen
wij de gemeenten wanneer de straf van een
delinquent expireert, zoodat een beetje op
hem wordt gelet. Uiteraard geldt dit na
tuurlijk alleen voor de ernstigere gevallen.
De cartotheek dient in de eerste plaats
ter informeering der Politïeele en Justi-
tieele instanties, doch ook landmacht, ma
rine en luchtstrijdkrachten en vele semi-
officieele instellingen maken er gebruik
van. Met betrekking tot laatstgenoemde
instellingen brengt de rijksidentificatie
dienst alleen een advies uit. b.v. of een
betreffend persoon op grond van zijn ante
cedenten wel dan niet kan worden aange
nomen. Bij het verstrekken van een naga-
tief advies worden dezen instellingen even
wel niet de bijzonderheden verstrekt, die
tot het uitbrengen hiervan aanleiding zijn
geweest.
Op zeker oogenblik werd ons verzocht
de antecedenten na te gaan van enkele
personen, die in dienst van de UNRRA wa
ren. Uit onze cartotheek bleek dat een van
hen geregistreerd stond wegens oplichting
en vei-duistering en bovendien nog lid was
geweest van de N.S.B., hij werd Jjatuurlijk
ontslagen.
Ook de militaire instanties maken ge
regeld gebruik van den identificatiedienst
en zoo bleek, dat op een groep van 30 per-
G sen beter, eerivoudiger en
goedkooper middel om iets op te
ruimen of te ruilen dan
een LUIDSPREKER in de
IJMUIDER COURANT.
Doet er uw profijt mee.
Zoo neemt deze dienst b.v. van alle po
litieke delinquenten, die wapendragers
zijn geweest, vingerafdrukken.
Vexwolgens liet Commissaris Regenboog
een andere belangrijke afdeeling van den
identificatiedienst zien: den foto-techni-
schen dienst. Van dezen dienst is dagelijks
een aantal fotografen op stap om foto's te
maken van de gedetineerden in gevange
nissen, huizen van bewaring en bewarlngs-
kampen van politieke gevangenen. Zij ko
men vaak terug met 2000 tot 2500 opna
men. Deze worden in negatief-vorm in de
cartotheek opgenomen en worden pas af
gedrukt wanneer hiertoe op een bepaald
oogenblik aanleiding bestaat. Op verzoek
van Politie of Justitie verleent deze dienst
met zijn prachtige outillage eveneens des
kundige assistentie wanneer dit in belang-
rijke misdrijven noodig mocht blijken.
Micro-fotografie.
Hier zien wij eveneens de panphot, een
op microscoop gemonteerde camera. Het
geen de microscoop duizendmaal vergroot,
wordt door de camera met een vergrooting
van niet minder dan 2Vz duizend maal op
de gevoelige plaat vastgelegd. Deze appa
ratuur wordt in het bijzonder gebruikt
voor het fotografisch vastleggen van bloed- had'
Dat deze materialistische beschouwingen
door de rechterzijde met afketlrend ge
snuif worden ontvangen, behoeft niemand
te verwonderen. Een oud heertje, dat zijn
nationale gevoelens onderstreept met een
rood-wit-blauw speldje, zegt: „Heeren,
wij hebben daar een taak te vervullen.
Bovendien is Soekarno een fascist. Ik heb
een neef bij het leger en die zit er al twee
maanden en die zegt. dat die extremisten
een soort W.A.'ers zijn, niet met zwarte
pakkies, maar met zwarte gezichten en
dat de bevolking ons maar al te graag te
rug wil hebben. Trouwens waarom ook
niet? Hebben ze het bij ons niet best ge
had? Waarom zouden die menschen vrij
willen?" De fractie denkt hier een oogen
blik over na en komt dan eenparig tot de
conclusie, dat daar inderdaad geen enkele
reden toe is.
Het debat brandt los en de remmende
invloed van een voorzitter ontbreekt. Men
verheft de slem, men duwt elkaar kran
tenartikelen onder den neus, men twijfelt
aan elkaar goede trouw en tracht elkaar
te overtuigen van eikaars waarheid. Pan
demonium breekt los.
Wat ik alreeds gevreesd heb, gebeurt nu.
Men begint het nuttelooze. „Alsar
gument te hanteeren, niet de vaardige
domheid, die dit soort politici eigen is.
„Als de Engelschen zich er maar niet
mee hadden bemoeid".
„As'ze maar naar mijn man hadde ge
luisterd".
„Als we toen maar troepen hadden ge-
Eduard van Beinum, dirigent van het Amsterdarnsche Concertgebouworkest, heeft in
Londen enkele concerten gegeven vtet het Londensch Pliilharmonisch orkest. De foto
toont van Beinum, in Londen dingeerend voor een radio-opname.
preparaten, spermatozoïden, vezels en
haren.
Een snufje der moderne techniek is ook
de hier opgestelde vergelijkingsmicroscoop.
Vooral bij het vaststellen, of een bepaald
projectiel uit een bepaald vuurwapen af
komstig is, wordt van-deze vei-gelijkings-
microscoop gebruikt gemaakt.
Hiertoe wordt dan de kogel, die in het
lichaam van het slachtoffer is gevonden,
vergeleken-jnet het projectiel, dat men op
zettelijk nog eéns heeft afgeschoten uit
het wapen waarvan men vermoedt, dat het
gebruikt is door den dader. Wanneer beide
projectielen dezelfde, door de z.g.n. trek
ken en velden van den binnenkant van
den loop veroorzaakte krasjes vertoonen,
mag men aannemen dat zij uit hetzelfde
vuurwapen afkomstig zijn. Ook bij het
vergelijken van een echt geldstuk met een
valsch, bewijst deze vergelijkingsmicro
scoop groote diensten.
Gedenkteeken in Flossenburg
Nabij het voormalige concentratiekamp
Flossenbürg in Oberpfalz is onlangs een
monument onthuld, dat is opgericht ter her
innering aan de 53.960 gevangenen, die er
gedurende de jaren 1938—1945 om het leven
kwamen. Hiertoe behoorden 1.162 Nederlan
ders. Bij de plechtigheid waren kapitein ir.
H. J. A. Almoes, Nederlandsch verbindings
officier te Frankfort, en luitenant Gomez de
Mesquita aanwezig en verder Russische, Joe
goslavische, Poolsche en Amerikaansche dele
gaties.
Het voormalige concentratiekamp, dat thans
in gebruik'is als Kamp voor displaced persons
uit Polen en de Baltische staten ligt op c.a.
1100 m. hoogte, op een door steile rotsen en
diepe afgronden omringde vlakte.
Het woord werd gevoerd door een Rus-
sischen en een Joegoslavischen kolonel, door
kapitein Almoes en door een Amerikaan, die
sprak over zijn 001 het leven gekomen Jood-
sche broeders. Tenslotte heeft de minister
president van Beieren, dr. Gögner gesproken.
In een der gedenktafels bij het monument zal
de volgende Nederlandsche tekst gegraveerd
worden: „Gedurende de jaren 19381945 vie
len hier 1.162 Nederlanders voor hun Vader
land. "Wij hebben jaren verloren, wij kunnen
een eeuw winnen
„As' Troelstra d'r nog maar was".
Dan wordt het verlossende woord ge
sproken door de eenige partijlooze. Een
bleek, gebrild, spichtig meisje van een jaar
of zeven zegt met treiterende duidelijk
heid: „As is verbrande turref".
De fracties zwijgen onthutst en een
beetje geraakt bij deze ontstellende waar
heid.
De trein rolt het Haarlemsche station
binnen. W. L. B.
Eeredocloraten voor
verdienstelijke Nederlanders
De senaat der Technische Hoogeschool te
Delft heeft besloten het doctoraat in de
technische wetenschappen honoris causa te
vevleenen aan ir. W. J. H. Harmsen, direc
teur-generaal van den Rijkswaterstaat, ir.
W. Hupkes, president-directeur der Neder
landsche Spoorwegen, A. Plesman, presi
dent-directeur van de K.L.M. en ir. D. P.
Ross van Lennep, hoofdbedrijfsingenieur
bij de Staatsmijnen. Deze eeredoctoraten
zullen worden verleend op de vergadering,
die 8 Januari ter gelegenheid van den
verjaardag der Technische Hoogeschool
wordt gehouden.
Nier van cellofaan
De Daily Express meldt het volgende:
„De Nederlandsche physioloog dr. G. W.
Kollf, die verbonden Is aan een Londensch
ziekenhuis, heeft een kunstmatige nier ver
vaardigd uit cellofaan. Met deze kunstmatige
nier is reeds in vijf gevallen levensgevaar
afgewend. Volgens het door dr. Kollf uilge
vonden procédé wordt het onzuivere bloed,
aan een arm van den patient onttrokken, door
een buis van cellofaan, ter lengte van onge
veer 35 meter, geleid, welke buis is gedrenkt
in een speciale vloeistof op bloedtemperatuur.
De onzuiverheden worden door het cellofaan
opgenomen en het gezuiverde bloed wordt in
het lichaam teruggeleid. Het voor dit procédé
geconstrueerde toestel wordt aangewend in
gevallen van nierziekte, om den patiënt in
leven te houden terwijl de zieke nier wordt
geopereerd. Dr. Kollf heeft verklaard, dat
evenwel niét in alle ernstige gevallen van
nierziekte van dit apparaat gebruik gemaakt
kan worden."
FEUILLETON
door Hpns Hirthammer
27)
Met een trage beweging schoof hij het
tapijt, dat de tent afsloot, terzijde om
daarna voorzichtig binnen te treden. Zijn
blik dwaalde onderzoekend door de als
woonvertrek ingerichte ruimte, om daarna
tmet kennelijke onverschilligheid op de
Europeanen te blijven i'usben.
„U hebt mij laten roepen?"
Ellen Boyard keek verbaasd op. Zij be
merkte onmiddellijk, dat Ali sinds den vo~
rigen dag een belangrijk deel van zijn
onderdanigheid had ingeboet. De zelfbe
wuste klank in zijn stem getuigde van een
verandering in zijn houding.
„Mister Been is vannacht spoorloos ver
dwenen".
„Dat hoorde ik van mijn mannen",
„En heb je geen enkel vermoeden?"
„Neen, Sah'bije, niet het minste. Wij
zullen maar hopen, dat den heer niets is
overkomen".
Miss Boyard wees op den piloot. „Dit
is mister Hamilton. Ik heb hem verzocht
mister Been te vervangen".
„Ik zal het mijn mannen meedeel en".
Tijdens dit korte gesprek had Hamilton
kwasi doelloos de tent op en neer geloopên.
In tusschen was hij echter steeds dichter
de opening genaderd om den Mohamme
daan eventueel den terugweg te kunnen
afsnijden. Nu leunde hij tegen den paal,
welke dc tent naast den ingang stutte.
„Is je vannacht niets bijzonders opgeval
len? Een of andere gebeurtenis, welke met
het verdwijnen van mister Been in verband
zou kunnen worden gebracht?"
Ali keerde zich met een ruk naar den
piloot om. Eenige seconden lang boorden
zijn oogen zich wantrouwend in die van
,den Engelschman?
„Neen, Sahib! Ik was in mijn tent en
heb geslapen. Hoe zou ik dan iets bijzon
ders hebben kunnen bemerken?"
„Werkelijk? Heb je den geheelen nacht
geslapen? Het komt me voor, dat -je ge
heugen je min of meer in den steek laat".
All werd zichtbaar onrustig. „U schijnt
mij niet te gelooven, Sahib.
„Goed geraden, mijn zoon! Je deed
verstandiger door je nachtelijk uitstapje
eerlijk op te biechten. Vei'tel eens op
waar ben je geweest?",
„U vergist u!" antwoordde dc Moham
medaan met iets van gekrenkte waardig
heid. „Ik heb mijn tent niet verlaten!"
„Je bent door een vreemden man weg
gehaald en mister Been is je gevolgd. Hou
dus eindelijk op met dat eeuwige liegen!"
Ali verschoot van kleur. „Wat, mister
BeenEn plotseling sprong hij op
Hamilton toe, met de verbetenheid van
den tot razernij gebrachten man, die voor
niet terugdeinst.
De piloot zag, hoe de Mohammedaan
bliksemsnel een dolk greep, dien hij.in zijn
gordel droeg. Op hetzelfde oogenblik ech
ter trok Hamilton zijn browning, mikte
even en drukte af.
Ali wankelde midden in den sprong. Zijn
opgeheven hand zonk omlaag en de dolk
viel o£> den grond. Hij draaide een halven
slag om zijn eigen spil en zakte daarna
zonder een kik te geven ineen.
Hamilton keek star naar den stervende
tot deze geen teekenen van leven meer
gaf. Daarop bukte hij zich, raapte den
donk op en bekeek het wapen van alle
kanten. „Een goede kling!" zei hij, met iets
van waardeering.
„Mister Hamilton!"
Hij sloeg zijn oogen op en zag den ang-
stigen blik van het meisje op zich geves
tigd-
„Dat was helaas niet vermijden", zei
hij, schouderophalend. „Hij of ik! Een
van ons beiden moest er aan gelooven".
Peinzend onderzocht hij met den top van
zijn vinger het scherpe, puntige wapen.
„Wat nu?" fluisterde Ellen Boyard.
Het ontging Hamilton niet, dat het ge
beurde haar uit haar evenwicht had ge
bracht. „In ieder geval het hoofd niet ver
liezen! Eerst zullen wij eens zien, hoe de
anderen zich gedragen. Misschien is het
wel goed dat zij zoo spoedig mogelijk ver
nemen, dat hun hoogst onbetrouwbare
aanvoerder zijn verdiende loon heeft ge
kregen. Zij kunnen dan op hun vingers
nagaan, dat wij niet zoo veel complimen
ten maken".
„Ilc heb het gevoel, dat deze geschiede
nis ons nog duur te staan zal komen".
Met een snelle beweging trad hij op
haar toe en drukte haar handen. „Ik ben
blij, miss Boyard, dat u den moed hebt de
wei-kelijkheid onder de oogen te zien"..
Daarna ging hij naar buiten om eenigen
mannen opdracht te geven het stoffelijk
overschot van Ali Mohammed te begra
ven.
XXVIII.
Onder Vischwa's bekwame leiding wa
ren de beide vrienden een heel. eind opge
schoten.
„Het was me een lief ding waard, als ik
met een flinke dynamietlading, die heele
bende hier in de lucht kon laten vliegen!"
James Cookerel mompelde het met nauw
verholen woede voor zich heen, nadat
hij aan een vooruitspringende rotsblok
weer eens op zeer gevoelige wijze zijn
hoofd had gestooten.
„Houd toch eindelijk eens op met dat
eeuwige gemekker!" trachtte professor
Floyd zijn metgezel te kalmeeren: „Zelf-
beheersching en gematigdheid vormen nog
steeds de kenmerken van den verstan-
digen mensch".
„Je wilt toch niet beweren, dat we,
sinds we naar dit krankzinnige onderaard-
sché hol zijn getogen, nog ,iets met ver-,
standige menschen gemeen hebben?" siste
Cookerel, terwijl lxij verder achter Vïschwa
aan door de duisternis slofte.
„Wij zijn er bijna. En ik zou u nog
eenmaal willen raden uw plannen te laten
varen. Ik vrees, dat het niet goed zal af-
loopen!" waarschuwde het meisje op be
zorgden toon.
„Nu moet je eens lief en volgzaam zijn,
Vischwa, en ons niet meer bang trachten
te maken. Wat mij betreft, ik ga nog liever
vandaag den dood tegemoet dan hier nog
een dag langer dan noodig is als een slak
te moeten x-ondkruipen".
Vischwa scheen ixx te zien, dat al haar
waarschuwingen vruchteloos waren. „Bin
nen een half uur kunnen wij er zijn. Hla
Ma Chood huist ixx een eenzaam en moei
lijk toegankelijk hol, dat door niemand
behalve hijzelf mag worden betreden. Een
dubbele keten van uitgezoohte mannen
bewaakt hem, maar zelfs, wanneer het U
gelukt door deze keten heen te komen,
bent u ïxog niet veel verdei-, want de plaats
waai" de oppex-priester zetelt, heeft een
doodelijke uitwerking op eiken onbevoeg
de, die haar durft te betreden".
„Hoezoo?"
„Dat weet niemand. Men fluistert,*dat
Hla Ma Chood omgeven wordt door een
giftige uitstraling. Wie deze inademt, vindt
onder verschrikkelijke pijnen onherroepe
lijk den dood!"
„Hm!" bromde Floyd. „Wat denk jij daar
van, James?"
„Ik geloof, dat zelfs een gasaanvalletjc
ons niet van ons plan zal kunnen afhouden.
Jammer, dat we geen gasmaskex-s hebben
meegenomen. Enfin, je kunt tenslotte niet
aan alles denken".
„Denk je, dat er iets waars schuilt in die
bewering?"
„Ach wat! Zoo ex-g zal het* wel niet zijn.
Anders zou de oude heer het zelf ook wel
niet zoo lang hebben uitgehouden".
Weldra bemerkten zij aan Vischwa's
toenemende voorzichtigheid, dat zij de ge-
varenzöne naderden. Het meisje hield elk
oogenblik haa<r pas in, luisterde ingespan
nen naar elk geluid, dat door de heer-,
schende duisternis tot hen doordrong,
fluisterde onvei*staanbare woorden en be
wees daarmee, dat zij nu elk oogenblik
voor een onaangename verrassing zouden
kunnen komen te staan.
Deze laatste liet dan ook niet lang meer
op zich wachten. Fi-ancis Floyd, die nu
aan het hoofd ging van van de kleine ex
peditie, bleef plotseling staan eri dc an
deren, die tegen hem opbotsten," waren wel
gedwongen dit voorbeeld te volgen.
Er was geen twijfel mogelijk! Op eeni
gen passen van hen af bevond zich iemand.
Duidelijk vernamen zij een langgerekte,
fluitende ademhaling.
„Die kerel slaapt!" fluisterde Cookerel.
„Hoor je niet, hoe hij snurkt?"
- „Misschien komen we er doorheen zon
der hem wakker te maken".
„Laten we het probeeren!"
Voorzichtig slopen zij verder.
Nu klonk het gesnurk in Floyd's on
middellijke nabijheid. Hij meende den
niets vennoedenden man te zien liggen,
het moede hoofd rustend op den arm ge
bogen. Hij liep zoo ver 'mogelijk om hem
heen en beduidde den anderen hem te
volgen.
De kleine manoeuvx-e scheen te zullen
gelukken, maar juist, toen Floyd meende,
dat het gevaar geweken was, verscheurde'
een doox-dringende kreet de heerschende
stilte.
Was. Cookerel over den^ slapenden
schildwacht gestruikeld, of was de man
uit zichzelf ontwaakt? Het deed er ten
slotte weinig toe. Het ongeluk was ge
beurd en nu bleef hun niet veel anders
over dan zich snel en zoo stil mogelijk van
den spelbederver te ontdoen.
Helaas schreeuwde de man als een be
zetene en toen Floyd hem eindelijk bij zijn
keel te pakken kreeg en hem den adem
afsneed, was het te laat.
De hel scheen te zijn losgebroken. Hier
en daar werden fakkels zichtbaar. Half- -
naakte gestalten kwamen krijschend aan
rennen en dreigden de indringers onder
den voet te zullen loopen.
Met. een snellen, welgerichten vuistslag
ontdeed Floyd zich van den man, die het
onheil had veroorzaakt. Daarna vloog
$iin blik over het tafereel, dat in het
schijnsel der walmende fakkels voor hem
opdoemde.
Enkele seconden waren voldoende om
hem de situatie te doen overzien. Daar
ginds, die steile hoogte dat was him
eenige kans. Uit die richting kwam nie
mand en als het hun gelukte snel ge
noeg het eerste plateau te bereiken, dan
zouden zij hun eventueele achtervolgers
een voor een omlaag kunnen werpen.
Hier beneden den strijd met de veel
voudige overmacht aan te gaan, zou gelijk
staan met een poging tot zelfmoord.
Blikserhsnel gingen deze gedachten hem
door het hoofd. Hij greep Vischwa en trok
haar met zich mee. „Vlug, daar naar bo
ven!" riep hij James toe. „Loop zoo hard
als je kunt!"
Cookerel begreep onmiddellijk, wat hij
bedoelde en nu ontwikkelde- zich een wed
loop pp leven en dood.
Floyd en zijn metgezellen verdubbelden
hun pogingen. Vooral Vischwa ontwikkel
de een ongelooflijke snelheid. Haar hax-cn
wapperden achter haar aan.
Floyd had alle moeite het meisje bij te
houden, temeer, omdat hij zijn vriend niet
in den steek mocht laten. Zwaar hijgend
en vrijwel geheel buiten adem snelde hij
achter de beide anderen aan. Het zweet
parelde hem op het voorhoofd.
„James, wij halen het! Maar spaar je
krachten, want wij moeten den berg nog
op!"
Cookerel gaf geen antwoord, maar zijn
van inspanning verwrongen gezicht ver
ried meer dan waartoe woorden in staat
zouden zijn geweest.
Zij bereikten den voet van den bex-g met
een kleinen voorsprong op een paar vlugge
kerels, die van rechts naderbij stormden.
(Wordt vervolgd)