c Litteraire kantteekeningen Met de „U-brigade" naar Padang De prijs der economische eenheid Zeer geringe belangstelling voor nieuwe emissies Zondagavond een totale Maansverduistering Wereldnieuws J De Zeeuwen hebben het niet gemakkelijk Padang 26 November 1946. De U-brigade is naar Padang gegaan om de bezetting van het eenige plekje geal lieerd gebied in West-Sumatra van de Engelschen over te nemen. De U-brigade bestaat uit Nederlandsche oorlogsvrij willigers, de bataljons „Jagers", „Zee land" en „Veluwe". aangevuld met de noodzakelijke genie, aan- en afvocrtroe- pen, enz. Een bataljon van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger is er ook bij ingedeeld, doch dit blijft voorloopïg op Java. Het is nu ruim een jaar geleden, dat deze jongens Holland vaarwel zeiden om t? doen hetgeen zij zagen als hun plicht en tevens wat van de' wereld te zien. Een gemakkelijk leventje hebben zij niet gehad. Eerst zijn zij in Malakka „gestrand", en daar moesten zij eenige maanden blijven. Toch kwam het ge dwongen verblijf aldaar hun goed van pas. Hun opleiding was n.l. verre van volledig ge weest, en nu gaf Malakka de noodige gelegen heid tot training, waarvan een dankbaar ge bruik is gemaakt. In Maart van dit jaar bracht de brigade commandant, kolonel J. W. Sluyters van het K.N.I.L., de drie bataljons naar Batavia. Sinds dien hebben deze Hollandsche jongens, zij aan zij met hun collega's van het Indische leger, vrijwel onafgebroken dienst gedaan bij de bewaking van de stad en de pacificatie der ommelanden. Zij begonnen onmiddellijk met het aflossen der Britsche troepen en verloren in de eerste drie weken bij schermutselingen vijf man. Het was hun eerste ervaring in het gevecht: daarna bleven de verliezen uitzon derlijk laag. In totaal zijn van begin Maart tot half November bij de U-brigade 20 dooden gevallen in actie, terwijl negen man ten ge volge van een ongeluk om het leven zijn ge komen. Dit op een totaal van omstreeks 4000. Ik ging naar Padang met het m.s. „Ruys", een der mooiste schepen van de K.P.M., toen dit het bataljon „Zeeland" met wat techni sche troepen (in totaal een 1200 man) van Batavia derwaarts bracht. Alle afscheid is moeilijk cn het was een van die momenten, die men niet gauw vergeet toen de Prins Bernard Kapel (compleet: mêl Kees den bok!) op de kade van Priok het Wilhelmus blies. De Zeeuwen hadden heel wat waclitjcs moeten kloppen In die acht maanden rond Batavia, i patrouille loopen door dc sawah valt ook Onze speciale verslaggever in Inclïé bracht, een bezoek aan Paclang en ver telt naar aanleiding daarvan in een reeks artikelen iels over de Nederland sche troepen, de toestanden daar, zooals die sedert de capitulatie van Japan zijn gegroeid, en de militair-politieke situa tie op dat oogenblik. Hoewel een en ander Padang betreft, is het geheel karakteristiek voor de overal in Indië bestaande moeilijkheden. een goede gelegenheid om eens rustig te pra ten en zoo leerde ik die Zeeuwen een beetje kénnen op de reis naar Padang.- Het zijn kerels van de beste soort, die hun taak hier zeer serieus opvatten en op een bewonderenswaardige manier met dc Indo nesische bevolking weten om te gaan. Ik hoor de treffende staaltjes van de dankbaarheid der bevolking bij het afscheid van het Zeeuw- sdhe bataljon. Het levende bewijs is er trouwens in den vorm van „Mandri de Zeeuw". Enkele maan den geleden struikelde een der Zeeuwen des avonds bij het wachtloopen in Grogol, buiten Batavia, over iets. Dat „iets" bleek te zijn een Indonesisch jochie van een jaar of zes, dat daar te slapen lag". Men droeg 'hem bin nen en vroeg hem naar zijn naam. „Mandri" heette hij. Waar zijn vader 'en moeder waren? Hij had,geen ouders meer. Waar hij vandaan kwam? Hij wist het niet. Van dien avond af is „Mandri de Zeeuw" het meest trotschq. lid van het bataljon. Mandri was vermagerd en ziekelijk, maar knapte al gauw op onder de goede zorgen van het heele bataljon. Hij kreeg een uniform (met „Zeeland" op de mouw!) leerde Hbl- landsdh en ging zelfs op de lagere school ge durende den tijd, dat „zijn" troep in de stad gelegerd was. De zwaar beschadigde spoorbrug bij Wes tervoorl wordt thans weer opgebouwd. Roode Kruis-hulpaclie voor Oostenrijk Daar de toestand in Oostenrijk nog zeer slecht is heeft het Nederlandsche Roode Kruis een hulpactie op touw gezet, ten einde den voedselnood voor de komende Kerstdagen eenigszin3 te lenigen. Deze ac tie is ondernomen in samenwerking met Oostenrijksche comités overzee, die levens middelenpakketten inzamelen. 12 Decem ber wordt een Kersttransport samenge steld. De pakketten mogen niet zwaarder zijn dan 5 kg. De inhoud mag uitsluitend bestaan uit artikelen zonder bon, waaraan een weekrantsoen van gerantsoeneerde ar tikelen kan worden toegevoegd. 10 De cember moeten de pakketten aan het bu- beau Imhoffstraat 45, Den Haag bezorgd zijn, waar ook de transportkosten ad 1' 4.25 voldaan kunnen worden. Verder wordt elke maand een transport van pakketten naar Oostenrijk verzorgd. Alle pakketten moeten voorzien zijn van inhoudsopgave in duplo met naam en adres van deh afzender. Welke kleur is de beste voor een voetbal? Modderige velden en grijze lucht, de normale omstandigheden, van hét Engelsehe voetbalsei zoen, hebben geleld text een proefneming met voetballen van diverse kleur, om den bal beter zichtbaar .te maken. De leiders van de Corinthian afdeeling. Walton and Hersham, zijn thans bezig daarmede proe ven te nemen, om 'uiteindelijk de kleur van den bal te kunnen vastleggen. Begonnen wordt met een groen,gekleurde bal, daarna met een witte en vervolgens met een helgele. in de Spuistraat tc Amsterdam reed de Haarlemsche tram een bespannen wagen aan., waardoor het paard op hol sloeft Een politie agent sprong op den wagen, klom over den 'ook op den, rug van den rossinant en wist het dier tot staan te brengen. IN DE WERELDPOLITIEK: Dr. Rudolf Paul is minister-president van het door de Sovjets bezette Thiiringen en wanneer deze functionaris via de Ber- nict mee. Maar wat zy achter lieten, mocht j lijnsche radio een bepaalde uitlating doet, er ztfn: een gebied waar dc bevolking weer kan men er zeker van zijn dat dè Russen rustig haar gang kon gaan zonder die voort- met die uitlating accoord. gaan omdat zij durende vrees voor terreur of kidnapper^ van den Japanschen tijd en den chaos sinds dien. Anderhalve dag aan boord van een schip is DE TOOVERSTAF VAN DE GOEDE FEE Er was eens diep in het bosch een goede fee. Rustig en tevreden leefde zij tusschen de dieren en kabouters. Als dan menschen kwamen en haar om hulp en raad vroegen, nam zij haar tooverstaf ter hand en vervulde vele wen- schen der arme menschen. Deze heerlijke tijden zijn jammer voor bij. Er zijn geen feeën meer die tooveren en veel moeilijkheden van ons kunnen wegnemen. Toch zullen ook zonder feeën met tooverstaf veel moeilijkheden worden opgelost. Op het oogen blik genieten wij toch reeds van dingen, die ons kort geleden nog bijna een sprookje schenen. Wij genieten weer van de heerlijke koffie roodmerk en van de geu rige thee zilver-roodmerk van De Gruyter. (Adv.) van Thomas Toverbal Tekst van Bep Smits, met tekeningen van 1 Giesberts 20. Eindelijk brak dan De Grote Dag aan! Vroeg in de ochtend liep de bur gemeester al rond in zijn nieuwe statie- pak, om vast wat aan de snit te wennen. Ook Mevrouw Amandelpers-Bitterkoek hulde zich tijdig in haar japon van zacht geel bladerdeeg. Op weg naar het raad huis, waar alles voor de koninklijke ont vangst gereed ivas, werden zij beide luide toegejuicht. Toen klaroengeschal van he rauten de komst van Koning Ananas aan kondigde, steeg de vreugde ten top! Daar reed hij, in zijn sierlijke met dadels be werkte vijgenkoets, door de oude Stads poort, Roomhoorn binnen. Aan het stad huis trad de burgemeester den ouden vorst met een diepe buiging tegemoet, doch kon van aandoening slechts enige schamele welkomstwoorden over zijn trillende lip pen brengen. Maar de Koning glimlachte beminnelijk en wuifde de opgewonden me nigte vriendelijk toe. Plots viel er een stilte, over het Beschuitplein: 't Mannenkoor hief de eerste tonen aan van het pasgemaakte Volkslied. „Geen Krentenlop op heel de aard Heeft, eeuwenlang zóó'n klont bewaard! Geen schooner berg, dan die van Grutten, Om ons klein landje te beschutten!" Zoo luidde het refrein, dat door allen staande werd meegezongen. Toen brak het grootse ogenblik aan: de onthulling van het standbeeld. De Koning sneed met vorstelijk gebaar drie dikke kaneelstangen door, het doek gleed omlaag.... en daar stond het meesterwerk van Jochem Fruitmes. De ruwe kandijklonl was herschapen in een wonderschone beeltenis van Ceresde Go din van de Overvloed. tevoren door de bezettingsautoriteiten van Thüringen grondig is gecensureerd. Dr. Paul legde dezer dagen een merk- waardige verklaring af zoo merkwaar dig, dat men zich afvraagt, of hier niet sprake is van een door de Russen geïnspi reerde uiting met voorshands nog moeilijk te achterhalen bedoelingen. „Een der belang rijkste doelstellingen van mijn regeerings- program", aldus Paul, „zal zijn het. tot stand brengen van goede verbindingen met de Westelijke zones'1. Wanneer men zich de omstandigheden van isolatie en economische zoowel als politieke gesloten heid der Russische zóne voorstelt, die ver antwoordelijk is voor de bekende verge lijking van het „gordijn", dan krijgt men bij het vernemen van Paul's woorden een gewaarwording die het midden houdt tus schen verrassing en argwaan. Een minister president van een stukje Russisch Duitsch- land, die twee censuur-sluizen door moet voor hij zijn per interview afgelegde ver klaring door den aether kan zenden, heeft bitter weinig kans iets te vertellen, dat de Sovjets niet welgevallig is. Een Kurt Schu macher kan in Londen wel komen uitba zuinen, wat een grandioze mislukking de Britsche bezettihgspolitlek in Duitschland is geworden, maar dergelijke vrijmoedig heden en vrijheden zijn in bet Oosten min stens zeer ongewoon. Dus dr. Paul zal wel de les hebben opgedreund, die zijn over heden hem tevoren hadden ingeblazen. Dan tot het gordijn terugkeerend wordt de vergelijking bepaald 'humoris tisch: Het gordijn wordt voorzichtig met een spleetje geopend en daar doorheen komt de bengel met het spartelende spie rinkje, dat een tót nu toe nog anoniem ge bleven kabeljauw zal moeten lokken De figuur van Dr. Paul krijgt nu plot seling in de oogen van de niet-Russische bezetters van Öuiischland een belangrijke functie: Men ziet hem als de „wegberei der" voor den grooten Russischen stap tot deelneming aan de economische unificatie van Duitschland: men zoekt achter hem het verlangen der Russen hun zóne te doen deelen in zegeningen der door Amerika gedragen saneering van Duitschland, na dat zij om met een onlangs in ons blad aangehaalde uitlating van de „News Chro nicle" te spreken die zóne tot een uit geknepen citroen hebben gemaakt, waar de economie geruïneerd is en niets meer kan opleveïen. Er is niets "humoristisch meer in de heele kwestie, wanneer men beseft wat voor soort bezettingspolitiek dit eigenlijk is. De handelwijze die de Russen ten opzichte van Duitschland bezigen, verraadt reeds weinig verantwoordelijkheidsgevoel tegen over Europa, waarvan Duitschland een belangrijk onderdeel vormt. Doch de Wijze waarop de Sovjets dit Duitschland boven dien nog probeeren uit te spelen tegen het verlangen der andere geallieerden, Europa te saneeren, is wel het beste bewijs voor afwezigheid van dat verantwoordelijk heidsgevoel. De reeds hierboven gesigna leerde opmerking in de News Chronicle definieerde Rusland's overwegingen zooals die uit de feiten en verwachtingen kan worden gereconstrueerd, zeer raak door te zeggen: Een staaltje van goede commercieele ta'ctiek der Russen, waarbij Duitschland zou l'ungeeren als een koe, ge- oed door het Westen en gemolken door het Oosten". De feiten, waarop deze beschouwing van de News Chronicle steunde, zijn op het oogenblik weer ruim een week oud, zoodat de uitlating van dr. Paul als een recente bevestiging daarvan kan worden beschouwd, Het terug trekken van belang- ijlte contingenten Russische troepen uit Oost-Duitsehland staat ongetwijfeld met deze tactiek in verband en maakt er waar schijnlijk een element van uit. Ten eerste zal de Sovjet-zóne. die, tot nu toe een om vangrijk bezettingsleger heeft moeten voe den, terwijl de productie enorm gehinderd werd door drastische fabrieksverplaatsin- gen en liet wegvoeren van uitrustingen, Spoorbaan bij Ketel hersteld Treinenloop weer normaal Eerder dan verwacht werd, is de stremming op het baanvak Sehiedam^Delft opgeheven. Door met man en macht aan het herstel van het tweede vernielde spoor te werken, is bereikt, dat dit spoor gistermiddag om 4 uur weer in dienst gesteld kon worden. De trei- i nenloop was van dat tijdstip af weer normaal. een „afgegraasd" terrein zijn, waar een economische crisis niet kan uitblijven wanneer dat leger niet naar elders ver trekt. Ten tweede is het een bekend ver schijnsel dat contact van Russische troe pen met het Westen zooveel mogelijk door de Sovjets wordt vermeden vanwege de „verderfelijke ideeën" waarmede de solda ten zouden kunnen worden besmet. Als de Russische zóne eerstdaags officieel tot het groote economische geheel gaat behooren en dus van „goede verbindingen met het Westdh" moet worden voorzien, zooals dr. Paul vooropstelt, is een beperking der be zetting uit isolationistisch standpunt der Sovjet-Unie bekeken, noodzakelijk. In het algemeen is het enthousiasme over de toenadering der Russen ten aan zien van Duitschland's economische een heid en daarnaast ten aanzien van de algemeene politieke geschillen heel wat geringer dan men oppervlakkig zou mo gen verwachten. Men weet veel te goed datruilen een Russische hartstocht en voordeelig ruilen een Russisch principe is. Terwijl men aan de internationale con ferentietafel zich bij een aanbod tot in schikkelijkheid van Russischen kant, on middellijk afvraagt: „Wat zal de prijs zijn?" stelt men ten aanzien van de Duitsche kwestie thans vast, dat de Rus sische bereidheid tot samenwerking reeds dubbel en dwars van te voren betaald is; weliswaar heeft de betaling zich achter een gordijn afgespeeld, doch de grootte van de som is wel te raden. Maar dat nu verder de saneering van het geledigde ge bied ook nog geheel en al voor Westelijke rekening komt, is een enormiteit op het thema van internationale handelaarstactiek die op afperserij gaat lijken. Dat kan het onschuldige spierinkje van dr. Paul onmo gelijk verdoezelen. De kabeljauw blijkt een goudvisch te zijn .T. L. Agenda voor Haarlem ZATERDAG 7 DECEMBER Stadsschouwburg:: „Iphigeneia In Taurus", 8 uur. Begijnhofkapel: Rosa Spier (harp), Hélène Ludolph, Re Koster en Annie Hermes, 8 uur. City: „Pygmalion" (alle leeftijden) 2.15, 4.30, 7.00 3.15 uur. Spaarne: Piloot X (boven 14 jaar) 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: „Karavaan" (boven 18 jaai) 2.00, 4.15. 7.00 en 9,15 uur. Palace: Vier van den ooievaar" (boven 18 jaar) 2.00. 4.15, .00 en 9.15 uur. Luxor: „De Win, ter-koning In" (alle leeftijden) 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Prans Hals: „Wij lachen weer" (alle leeftijden) 2.00, 4.30, 7.00 en 9.15 uur. ZONDAG 8 DECEMBER Stadsschouwburg: De hemel komt later wel (Comedla), 20 uur. Bioscopen: als Zaterdag. Spaarne: Matinee om 2.00 en 4.30 uur. MAANDAG 9 DECEMBER Stadsschouwburg: Rip van Winkle (Haarl. Operette-spelers), 19.30 uur. Brinkmann, Gr. Markt: „Openbare Psychometrische séance". 20 uur. Bioscopen: als Zaterdag. Uit het feit dat er deze week op de Amsler- damsche effecten beurs voor Indische waarden iets -hooige koersen werden genoteerd, kan men zeker niet afleiden -dat het op de beurs getoonde pessimisme ten aanzien van Linggadjati ver dwenen zou zijn. Integendeel, men acht in finan cieel e kringen de overeenkomst niet alleen catastrophaal voor het in Nederiandsch-Ind'ië belegde kapitaal, dat enkele mil)(arden'beloopt, maar niet miinder voor de Nederlandsche cre- dietwaardigheid., welke uiteraard met de econo mische mogelijkheden van Indië ten nauwste samenhangt. Wanneer Indische waarden zich eenigermate hebben hersteld, houdt dit alleen verband met het feit dat de verkooporders allengs „opgedroogd" zijn en er hier en daar iemand is, die het wagen durft een enkel stukje tegen afbraak-koersen op te nemen. De waardevermindering van het Nederlandsch effectenbezit loopt sinds dc laatste maanden, n-aar de meening van beurskringen in de hno- derden millioenen en zal van grooten invloed zijn op het resultaat van de Vermogenshcffing, waar toe minister Lleftinck de Kamer wil bewegen. Intusschen wordt op dit punt de tegenstand sterker, voornamelijk omdat men er voor ons economisch leven een destructieve uitwerking van verwacht in, verband met de gedwongen liquidatie van allerlei vermogensobjecten en omdat de zich thans in langzaam tempo ontwik kelende bedrijvigheid niet door nieuwe stoor nissen moet worden geremd. Vooral nu wegens de scherpe koersdaling van effecten de opbrengst van een Vermogensheffifig ongetwijfeld kleiner zal zijn dan de Minister -meende te mogen ra men, wordt de vraag gesteld of de voordeel heffing ën Gedwongen leening, welke hij in uitzicht gesteld heeft nadat gebleken zal zijn welk deel van de 3% en 4 °.'n leeningen, ten aan zien waarvan de conversie thans door de ka mer is aanvaard, op een geblokkeerde rekening zal worden geboekt, In ons vorig artikel konden we nog vermelden, dat de rente op deze geblok. keerde gelden van Vj tot 1.2 was verhoogd even later werd bericht dat de Minister nogmaals water in oen wijn had gedaan door de rente op 2>/i vast te stellen. Dit is vermoedelijk de den geweest, waarom voor het conversieplan in dc Kamer een meerderheid kon worden ge vonden. -Het is op de beurs duidelijk ie merken dat de vraag naar staatsfondsen aanmerkelijk is ver minderd en dat in het algemeen de obligatie- markt beïnvloed wordt door de verwachting, •dat na verloop van korten tijd een hoogere rente zal moeten worden betaald om nieuw ka pitaal te kunnen aantrekken. Enkele hypotheek banken hebben den koers van afgifte voor dc 3 pandbrieven zelfs tot 99'{, °/o verlaagd, over eenkomstig de noteerin-gen, welke daarvoor ter beurze thans gelden en het ziet- er naar ,uit dat ook de 33% Co-n versieleening, welke straks wordt uitgegeven, zich op den parikoers niet zal kunnen handhaven. Zelfs de bestaande 3—3!!: leening 1938, welke van 1 Ma-art 1948 af 3]i rente zal' opleveren en die, naar mag worden aangenomen, niet in het conversieplan van den minister begrepen is, noteert reeds 93 Vi Dc 2|/j »/o N.W.S. kan zich alleen op 32!L »/o hand haven om-dat deze stukken bij de betaling der Vermogens-heffing a 83 "Id worden aangenomen Ook op de aandeelenmarkt is trouwens welke de schatkist zal genieten, wel opwegen, I normale aan-koopen geen sprake. Ondanks het tegen de n-adeelen., die aan het bedrijfsleven zullen worden toegebracht. Het denkbeeld van een gedwongen lecning wordt in ruimen kring sympathieker geacht, omdat zij evenzeer tol consolidatie van 's lands financiën zou bijdragen. Minister Lieftinck wil echter, blijkens zijn Jongste nota aan de .Kamer, beide: Vermogens- Goedkooper ontbijtkoek Een onderzoek bij een aantal fabrikanten Van ontbijtkoek heeft het Bedrijfschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten aangetoond, dat de prij zen van de goedkooopste ontbijtkoek verlaagd •kunnen, wonden. Naar uit het Voedselvoorzie ningsblad van 5 December blijkt, gaat de ver- bruikersprijs, naar gelang van de grootte.van de koek, met één tot drie centen omlaag. De kwa liteit van de koek blijft onveranderd. De overige koeksoortéh, waarin duurdere grondstoffen zijn verwerkt, zijn in prijs gelijk gebleven, doch in kwaliteit verbeterd. De ver- bruikersprijs v,an het kleinste model verpakte ontbijtkoek van 200 gram, varieert nu, naar ge lang van de kwaliteit, van 21 tot en met 25 cent. Tevens is voorgeschreven dat een eenheid ont bijtkoek (105 gram) tenminste 50 gram bloem en 50 gram zoetmiddel moet bevatten, De verbruikersprijs van lcantkoek Is nu ten hoogste f 1 per kg. verpakt en f 0,90 per kg. onverpakt, fei-t dat tal van. industrieel e ondernemingen zich allengs van de ooriogsgevolgen beginnen te her stellen en na het slechte jaar 1945 voor 1946 ei 1947 betere resultaten en dividenden in uitzicht stellen, blijven de koersen der aandeelen op een laag niveau hangen. De claims voor de emissie van Ketjen, die aanvankelijk ver beneden de theoretische waarde werden verhandeld, konden deze week iets oploop-en, maar die van -de Ne derlandsche Kabel, van „welke onderneming f4.2 millioen aandeelen a 145 worden, uitgege ven, noteerden slechts f65 bij een. theoretische waarde van ca. f140. Toch heeft men hier met een onderneming te doen, die haar sporen ver diend heeft en bij ,den wederopbouw van ons land een belangrijke plaats inneemt. In dit jaar zullen de verliezen der beide voorgaande jaren worden ingehaald en zal vermoedelijk een divi dend van 5 u/o kunnen worden uitgekeerd. Geen reden tot bezorgdheid over het broodrantsoen Hoewel door de stakingen in Amerika de tarweleveranties aan Nederland aanzien lijk worden vertraagd, bestaat er volgens een mededeel ing van officieel e zijdë geen reden voor directe bezorgdheid over de handhaving van het broodrantsoen. Voor de naaste toekomst is de broodgraanvoor ziening gedekt. DE TOTALE MAANSVERDUISTERING. MORGEN, 8 December 1946, wordt een totale maansverduistering verwacht, die'van 18.19 tot 19.17 uur zal duren en, in ons land tenminste als het weer dat toelaat zichtbaar zal zijn. De oorzaak van deze verduistering is, dat de aarde zich op dat tijdstip tusschen de zon en de maan b'evindt en dus het licht onderschept. Dit gebeurt natuurlijk steeds en men spreekt dan ook van den „schaduwkegel" der aarde. Onder normale om standigheden kan die niet waargenomen worden, omdat'er geen vlak is; waarop het „silhouet" van onzen wereldbol zich afteekent. Op 8 December is de stand van aarde en maan echter zoodanig, dat de maan door dien schaduw kegel heen gaat. Op nevenstaande teekening is dat schematisch in beeld gebracht. De zwarte cirkel is de doorsnede van de kegel-vormige „aard- schaduw". Wanneer de maan zich daar doof heen beweegt ontvangt ze geen zon-licht en kan ze dit dus ook niet naar ons die aan de „schaduwzijde" van de aarde' zijn op dat moment terugkaatsen. Heelemaal onzicht baar is de maan echter nigt, want ze blijft als een wijnroode schijf zichtbaar. De maan bevindt zich, wanneer de verduistering begint, in het Noord-Oosten en stijgt geleidelijk boven den horizon. R. BLIJSTRA: Mislukte Isolatie. De Gulden Pers, Haarlem. 1946. Wie aangenaam-onderhoudende litteratuur verlangt cn geen letterkundig genot zoekt, zal in dit nieuwe boek van Blijstra een aardige verpoozing vinden. Blijstra, vóór wiens on langs besproken „Haaien voor Nabatoe" ik een zekere mate van waardeering kon ge voelen, heeft zieh ditmaal aan een verhaal gewaagd, dat het midden houdt tusschen een novelle en een „thriller"; het is noch een detective-story, noch een roman en staat daarmee aan de grens van de z.g. ontspan ningslectuur, waarmee men den tijd doodt. Een echtpaar plus vriend plegen, na bij wijze van amusement zich aan speurders-romans verlustigd te hebben, een bankroof. Sinds dien leeft het drietal in een gedwongen isole ment: man, vrouw en vriend zijn op elkaar aangewezen, van elkaar afhankelijk. Het be houd van den één is de redding van den an der. Natuurlijk komt daaruit een vrij vulgair liefdesspel voort tusschen vrouw en vriend., een spel, meer niet. Terwille daarvan ver- 'aadt de vrouw haar echtgenoot aan de politie - een onverwachte moord beëindigt dit ver haal. Het geheel blijft vlak, van „psycholo gische diepte" heb ik niets kunnen bemerken. Het beste dat men van dit boek kan zeggen is, dat de verteltrant onderhoudend ls. Maar dat is dan ook al, ofschoon genoeg voor hem, die met een enkel uur ontspanning bevredigd is. Blijstra kan meer en beter. Ik betreur het verschijnen van dit boek voor hem. Slauerhoff-nummer van „Proloog" Uitgeverij „Contact". Amsterdam. October-November 1946. Nog wordt Slauerhoff, een onzer grootste moderne" dichters nu 10 jaar geleden overleden slechts in beperkten kring naar waarde geschat. Het is niet te verwon deren: moeilijk is hij, de geslotene, toeganke lijk voor wie het diepste heimwee niet kent naar Eldorado, zijn „verborgen vrijplaats", zijn „eenig onderdak buiten zijn verzen". In deze laatste kon hij zich wel niet bevrijden van al wal hem van dit leven vervreemdde, maar zich tenminste uitzeggen, in een bijna stamelend woord, zooals iemand in diepsten zielenood tot zichzelf spréékt en al verlos sing vindt in het hooren van zijn eigen stem. Men zou zich gansch en al (voor zoover men het niet uit eigen aard is) moeten vereenzel vigen met den romanticus in hem, in al zijn angst, verlangen, heimwee, kwelling, verbor- gèn, ja verbeten liefde, alvorens men Slauer hoff kan eeren als een onzer grootsten. Zijn tijd is nog niet gekomen. Wel is er langzaam aan een nieuwe romantiek aan het opbloeien Aafjés getuft ervan als rijpste vrucht maar lang zal het nog duren, voor men ooi- zal hebben vooy een stem als die van Slauer hoff. Neen, hij spreekt niet de „redelijk ver staanbare" taal van het gestorven naturalis me. Tot hem leidt alleen een ondergrondsche weg door de diepten van een menschelijke ziel of één die ver boven deze aarde ligt. En toch is hij eenmaal zal men het erken nen een der grootsten, ook als prozaschrij ver („Schuim.en Asoh" bijv.!), ondanks zijn onvolkomenheden. Want zoek bij hem geen „glad" vers, geen „perfecte" techniek, waar door zoovele jongeren meer schijnen dan zé zijn. Alle verfijning was hem vreemd. Ner gens is zijn werk uit „schoonheidsaanbidding" voortgekomen: het is een en al belijdenis, har- tekreet om verlossing, zelfstrijd van een mensch, koud en strak van buiten, gloeiend warm binnenin. Hij was vol innige vervul ling, maar hij kón van zijn overdaad niet wegschenken, zonder tot den dood bedreigd te zijn Wat een smartelijk-verbitterd, maar van liefderijkheid overvol geluid is te hooren in deze regels van een zijner onvoltooide gedichten; O, Liefde, als ik U minder Oprecht beleden had En die zoo. op U leek nimmer Tot Godin verheven had, Als ik U niet in de Vrouw, Maar in mij zelf vereerd Zijn bijna barschf geslotenheid, zijn schuwe wantrouwige teruggetrokkenheid deden hem den klankbodem niet vinden voor het beste van zijn hart. En zoo dreef hij af, als scheeps dokter op vreemde zeeën, verder en verder van het leven de eenzaamheid in, zwervend op den oceaan in een tr-otsch afstand-doen van de „wereld" die hem te benauwend was. De zee, „waar al wat lieflijk is verleden wordt" werd zijn element, ver buiten den gezichtseinder van de velen als „gevloekt dichter", zooals eens Baudelaire, Verlaine, Corbière, en fn zekeren zin Rilke. „Ik heb alleen maar gezwoxwen, 'k Kwam niet aan genieten toe," Zoo rebelleex'de hij tegen de „belegering" van zijn leven, tegen dat „zich-nimmer-veilig- voelen" hij in wien de zachtheid te groot was om verstaan te worden. Een zwerver op zoek naar rust, die pas de Dood hem geven kon, „bedekt met sneeuw ,en ijs", zooals hij eens dichtte. Hij was geest noch hart enkel, hij was verbonden met het buitentijdsche, anders dan Roland Holst, maar in gelijken zin, Ook hij was een zoeker naar dat „eiland", waar „ein Asyl, für Dichter auserkoren" een eindelijk veilig onderdak zou bieden. De litteratuur over Slauerhoff is schaarsch: men moet haar bijeenrapen uit verspreide essays: Marsman's inleiding bijv., de (matige) studie van Van Wessem, en verder uit du Perron en Ter Braak. Daarom is dit lijvig Proloog-nummer, geheel aan hem.gewijd met onvoltooide gedichten, een prdza-fragment, talrijke getuigenissen, studies en herdenkings gedichten van hen. die hem min of meer na stonden, een zoo dankbaar te baat genomen gelegenheid om hèm te herdenken, van wien Roland Holst eens dichtte: „En dankbTe zachtheid, die hij steeds verbeet, Komt nog een uitweg door zijn oogen vinden C. J, E, DINAUX. Over Muziek Nederlandsche muziek HET is gemakkelijker nationale karakter trekken aan te wijzen in Spaansche. Ita- liaansche, Fransche, Duitsche, Engelsehe, Noorsche en Russische muziek, dan te om schrijven wat de nationale eigenschappen zijn der muziek van Nederlandsche componisten. Bestaat er een werkelijk Nederlandsche mu ziek? Iedere muziekstudent weet dat de Ne derlanders een roemrijk tijdperk hebben ge had van de 15e tot de 17e eeuw: maar de meesters dezer periode waren niet alleen Nederlanders, maar vooral ook Vlamingen cn Franschen. Het is waar dat zoowel de techni sche als aesthetische vondsten van deze z.g. Nederlandsche scholen een onvergelijkelijken invloed hadden op de kunst van geheel West en Zuid-Europa, maar de internationale ont wikkeling dezer muziek, waarvan de begin selen in Engeland leefden, was mogelijk door het internationale geestelijke leven van dien tijd. Men mag zich afvragen waar de grenzen van het muzikale beschavingsrijk der Neder landers waren in de 16e eeuw; en bij derge lijke onderzoekingen zal men tenslotte moeten vragen of de typische kracht der Nederlanders niet altijd was de ontvankelijkheid voor ar tistieke cultuur, onafhankelijk van den eigen aard onzer provinciën, en het critische inge nieurs-vermogen om technieken te vergelijken en zeer goed toe te passen. Of mag ik hier niet van kracht spreken? Is dit internationa lisme alleen maar Middeleeuwsch en niet karakteristiek voor onzen werkelijken eigen aard? Was het toeval dat in de streken van Noord-Frankrijk, België en Zuid-Nederland de eerste en onsterfelijke grootheid der Euro- peesche muziek leefde? Ik kan deze vragen niet met een gezellig praatje op dezen Zater dagavond afdoen en geef ze voor dit oogen blik over aan de meditatie van den muziek liefhebber. Maar de muziek-liefhebbende lezer zal misschien mopperen en zeggen: Wat hoor of zie ik aan die oude muziek, hier valt voor mij nieis te mediteeren." Helaas, dat roem rijke tijdperk der muziek is nog minder ge kend en geëerd in de muziekwereld dan het orgel, al is ook in deze zaak in den loop der jaren een verbetering waar te nemen. Ik vraag mij af waarom er niet in iedere stad tenminste één koor is dat regelmatig de klas sieke werken der zoogenaamde oude Neder landers uitvoert. Of zou het wezen dezer mu ziek het publiek niet boeien? Hier past een woord van warme hdlde aan hen die hier en daar met werkelijk idealisme telkens weer aandacht vragen voor de oude schoonheid. Sweelinck, Amsterdammer in den tijd van Hooft en Vondel, organist van Fransche, La- tijnsche en Hollandsche gezangen, bescheiden en goedhartig burger, musicus van zéér groote gaven en meester van alle toenmalig gebrui kelijke techniek, zou de levende brug naar het nieuwe Nederland 'moeten zijn. Alles wat in de eeuwen vóór hem zich ontwikkeld had concentreerde zieh in zijn werken: naast zijn edele vocale muziek beloofden zijn instru mentale composities mogelijkheden voor nieuwe muzikale vindingen, maar nieuwe meesters stonden niet op. De koren in de kerken waren verstomd en als Sweelinck ge storven is, mag de veelgeprezen gouden eeuw der Nederlandei-s schitteren in alles, behalve in muziek. Als bet.waar is dat.de muziek' ëen spiegel van het volk is, wat moet men dan denken van deze ontwikkeling in onze ge schiedenis? Ik geloof dat er behalve door de lieftallige vrouwtjes aan het claviehaïd, in de Holland sche steden nog wel meer gemusiceerd werd, maar bij het onderzoek naar Nederlandsche composities ben ik na Sweelinck het spoor bijster. Men verhaalt dat in de 18e eeuw ge leidelijk het concert-leven opkwam, dat af en toe buitenlandsche virtuozen optraden, dat de belangstelling voor de muziek gedurende de 19e eeuw (men moet nu reuzen-stappen ne men) voortdurend grooter werd Eindelijk komt de gevoelvolle oppermacht der Duitsche muziek, te beginnen met de mannenkoren, die 1 zich met het leelijke woord Liedertafel tooien; men gelooft onvoorwaardelijk in de superiori teit der Duitsche muziek en Brahms en Schu mann glorieeren hier als de heilige apostelen Petrus en Paulus. Ach, ach, wat zijn we dan verlicht vergeleken bij die duistere middel eeuwen. De principieele gewetensstrijd van ons ver ward muzikaal wezen zou eindelijk uitgevoch ten worden in de persoonlijkheid van Alphons Diepenbrock. Hij staat als musicus tamelijk eenzaam in het gezelschap der zoogenaamde Tachtigers. Het komt mij dikwijls voor dat oude en nieuwe krachten in hem als in een vuur-oven brandden; minnaar der oude tijden en aanvankelijk Wagneriaan als de andere artisten van zijn tijd, lyricus met dramati- schen aanleg, romanticus en strijdbaar mo dernist. Met Diepenbrock begint de nieuwe tijd voor de muziek in Nederland; hij zal om zijn werken en om zijn bevrijding onsterfelijk zijn. Hij vormde geen school, hij bond geen menschen, maar ontplooide het gebied. Hij was individualist al had hij romantische ge- meenschaps-idealen. Overigens moet ik ten slotte zijn pex'soon uitschakelen als wij op onderzoek zijn naar de algemeene wezens trekken der Nederlandsche muziek, want de aard der kunst komt uit de onbewustheid voort. Waar is de Nederlandsche aard in de mu ziek der Nederlandsche meesters? Is die aard vei'borgen en onherkenbaar, en behoort dit- schuilgaan tot het karakter? Behoeven wij geen positieve kenmerken, kunnen wij in stinctief vertrouwd zijn met hun taal en be wonderen wij in de m.eesters een romantische vrijheid van sentiment en- verbeelding? Ik geloof dat hel zoo is, want wij waren, zijn en blijven heimelijke avonturiers. HENDRIK ANDRIESSEN. Een Perzisch militair woordvoerder heeft ontkend, dat troepen van de Perzische centrale regeering de grens van Azerbeidsjan hebben overschreden en dat gevechten zijn uitgebroken, zooals door radio Tebriz was gemeld. Hij verklaarde, dat de regeeringstroepen niet zouden vechten zonder bevel daartoe, welk bevel' tot dusver niet' gegeven was doch hij voegde er aan toe, dat zich een kleine botsing heeft vooi*- gedaan, toen een stam, „die trouw is aan 'de re geering", nationalistische, Azerbeldsjansche troe pen heeft aangevallen. De „Oekrainsche bevrijdingsraad" (leiding dér Oekrainsche ondergrondsche beweging) heeft een actres aan den voorzitter van den economi- schen en socialen raad der Vereenigde Volken, gericht, waarin gezegd wordt, dat. de. Poolsche x-egeei'ing gedurende de laatste maanden Oekrai- ners, die ten westen van de Curzon-lijn woon den met geweld uit hun haardsteden heeft doen verdrijven, dorpen heeft doen verwoesten en de inwoners doen dooden. Het adres vraagt, onmid dellijke bescherming van de Oekrainsche bevol king in Po.len, alsmede een onderzoek tér plaatse door- een commissie, Volgens den New Yorksc-hen correspondent van de „Daily Mirror" heeft Werner von -Braun, de voornaamste uitvinder van de V 2, de uit- noodiglng van het Amerikaansche leger om Amerikaansch staatsburger te worden, aange nomen. Von Braun, die volgens den correspon dent door Hitier werd onderschelden voor de uitvinding van de V 2, komt nu met 117 andere Duitsche geleerden naar Texas. Alle 118 personen willen het Amerikaansche burgerschap verkrij gen. Het Amerikaansche leger is druk bezig met de voor naturalisatie vereischte formaliteiten,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1946 | | pagina 2