Twintig jaar geëist tegen
„de schrik van Helgoland''
De financiën van Noord Holland
Belangrijke „visserijdagen" op til E
Wakend oog over Velsens runderlappen
DONDERDAG 15 JANUARI 1948
IJ MUIDER COURANT
Hij zou van de Nederlanders
wel eens mensen maken
„Als Eickhoff op Helgoland kwam was
iedereen van streek". Dit is het eenparig
oordeel van de Nederlandse gevangenen,
die op dit eiland voor de Duitsers verster
kingen moesten aanleggen.
Eickhoff, een 47-jarige monteur uit
Zwanenburg, stond Dinsdag terecht voor
het Amsterdams Bijzonder*Gerechtshof.
„Ik ben sprakeloos" is zijn stereotiepe
antwoord op de beschuldigingen, die de
ene getuige na de andere hem voor de
voeten werpt.
Zijn verdediging voert Eickhoff in een
Nederlands, doorspekt met Duitse woor
den en geïllustreerd met theatrale gebaren.
Zijn nationaliteit staat nog niet vast. Hij
zelf beweert op 1 Januari 1945 tot Duitser
te zijn genaturaliseerd, maar de stukken
hiervan kan hij niet produceren. Op 8-
jarige leeftijd is Eickhoff met zijn ouders
reeds naar Duitsland verhuisd. In 1923 is
hij naar Nederland teruggekeerd en is in
Amsterdam met een Duitse vrouw gehuwd,
van wie hij drie kinderen heeft. „Ik voel
me ook geheel Duits", zegt hij tegen de
president, prof. J. A. van Hamel, die
het op dit punt met de verdachte vol
komen eens is. In 1943 verloor. Eickhoff
-zijn zoontje. Aan de groeve, op het kerkhof
bij Halfweg, was zijn laatste groet aan zijn
kind de Hitlergroet
Als gevangene vermomd werd Eickhoff
in Augustus 1944 naar Helgoland gebracht.
In opdracht van de Kriminalpolizei te
Kiel, waar hij in die tijd werkzaam was,
moest hij op het eiland enige fraude
gevallen onderzoeken. Hij verklaarde eerst
op het eiland gehoord te hebben, dat zich
hier Nederlanders bevonden. „Ik heb toen
het plan opgevat om te zien wat ik voor
deze landgenoten kon doen", beweert Eick
hoff.
Camouflage
Hij heeft zich door soldaten het kamp
van de Nederlanderslaten binnenleiden
om niet als politiebeambte herkend te
worden.
Het zat hem echter niet mee. Frits
Tienstra, een typograaf uit Halfweg, die
op Helgoland was terecht gekomen, her
kende de nieuw aangekomen pseudo-ge-
vangene als zijn buurman, die op verjaar
dagen van Hitier de hakenkruisvlag placht
uit te steken.
Tienstra waarschuwde zijn kameraden
en zo was het hele kamp reeds op de dag
van zijn aankomst tegen Eickhoff gewaar
schuwd. Twee dagen is hij des ochtends
meegegaan naar de werkobjecten. De
derde dag werd hij wederom door soldaten
op het werk „gearresteerd" en enige tijd
hoorden noch zagen de vrijwillige en on
vrijwillige bewoners van Helgoland iets
van Eickhoff.
Enige weken later werd in het kamp
de komst van een zeer belangrijk perso
nage aangekondigd. Deze hooggeplaatste
figuur bleek tót de grote verwondering van
de gevangenen niemand anders te zijn dan
Eickhoff. Hij hield een toespraak, waarin
hij aankondigde van de Nederlanders wel
eens „mensen" te zullen maken. Tot op
heden waren ze dat niet geweest, maar ze
zouden in de Groot-Germaanse geest wor
den opgevoed. Wie dat niet wilde zou on
barmhartig gestraft worden.
Beestachtig
De Lagerführer van het werkkamp was
een Duitser, genaamd Steffen. Hoewel deze
ook weg wist met de bekende Duitse me
thoden, bleek hij van angst bevangen als
weer het bericht kwam, dat Eickhoff, zo
als dit later herhaaldelijk gebeurde, Hélgo-
land kwam bezoeken.
„Alleen het noemen van zijn naam was
voldoende om heel Helgoland schrik aan
te jagen" zei een getuige.
„Elke burger van Helgoland heeft het
recht jullie zoveel te trappen en te slaan
als hij maar wil, indien je je ooit in de
stad mocht vertonen" zei Eickhoff tegen
de gevangenen.
Toen Eickhoff op zekere dag enige Ne
derlanders betrapt had, die aardappelen
hadden verborgen liet hij hen gedurende
vier uur met opgestoken handen in de
sneeuw geknield zitten, terwijl hij zelf voor
het raam van zijn kamer toekeek.
Een Duitse officier heeft aan deze beest
achtige vertoning een einde gemaakt.
Jeugd en
verantwoordelijkheid
Een congres der Jeugd-
Gemeenschap te Haarlem
Op Zaterdag 14 Februari organiseert de
districtsraad Haarlem van de Nederlandse
Jeugd Gemeenschap het Haarlemse Jeugd-
congres „Verantwoordelijkheid" in de gro
te zaal van de vereniging van Vrijzinnig
Hervormden in de Jacobstraat. Dit con
gres is toegankelijk voor alle leidsters en
leiders van de aangesloten jeugdorganisa
ties. De opening geschiedt door de wet
houder van Onderwijs, de heer D. J. A.
Geluk, met een rede over „Verantwoorde
lijkheid".
In de middagzitting, die om half vier
begint is de voorzitter van de N.J.G., dr.
J. A. de Koning, aan het woord over:
„Taak en werk der N.J.G."
In de tweede zitting 's avonds van 7-10
uur wordt het woord gevoerd door de
heer A. Oosterlee, hoofd van de afdeling
Vorming Buiten Schoolverband van het
ministerie van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, die een inleiding houdt
over: Het werk van zijn afdeling en de
jeugdzorg". Er is gelegenheid voor het
stellen van vragen.
Het geheel wordt omlijst met muziek,
zang en samenzang. Het adres van het
organisatie-comité is Oranje Nassaulaan
111, Overveen.
Installatie
mr. H. M. van Feneina
De installatie van de burgermeester van
Zandvoort, mr. H. M. van Fenema, is be
paald op Maandag 2 Februari. De burge
meester en familieleden zullen om ongeveer
half twee aan de grens der gemeente wor
den ontvangen, waarna vermoedelijk om
twee uur een openbare vergadering van de
gemeenteraad wordt gehouden. Na afloop is
er gelegenheid voor bestuursleden van ver
enigingen ep particulieren, om kennis te
maken met de burgemeester.
De heer H. van Alphen zal in een raads
vergadering van 29 Januari afscheid nemen.
Het woord „knuppelaars" werd gedu
rende de zitting talloze malen door de
getuigen gebezigd. Voor dit beroep, dat
inhield het tuchtigen van gevangenen,
leenden zich mede-geïnterneerden tegen
vergoeding van extra brood en worst. Een
gemeente-ambtenaar uit Amsterdam heeft
enige malen met de knuppelaars kennis ge
maakt. Een van zijn tuchtigingen werd
door vrijwel alle mede-gevangenen bij
gewoond, zodat alle elf getuigen, die wa
ren opgeroepen, de juistheid hiervan kon
den bevestigen. Eickhoff had ook in deze
mishandeling zijn actief aandeel.
„Ik was maar een klein stofje", zegt
Eickhoff.
„Ik vraag mij af, of wel ooit een zo
laaghartige en laffe kerel voor een Bij
zonder Gerechtshof heeft terecht gestaan"
zei de procureur-fiscaal, mr. F. P. Th.
Rohling, in zijn requisitoir, waarin hij
tegen Eickhoff een gevangenisstraf van
twintig jaar eiste.
De president bepaalde de uitspraak op
27 Januari.
Ans van Dijk
terechtgesteld
Gistermorgen is het doodvonnis
voltrokken dat uitgesproken was over
Ans van Dijk, die voor de S.D. in Am
sterdam werkte en vele Joodse landge
noten had verraden
Zij was door het Bijzonder Gerechtshof te
Amsterdam tot de doodstraf veroordeeld.
Haar beroep in cassatie werd door de Bij
zondere Raad van Cassatie verworpen.
Ans van Dijk vroeg daarna gratie aan,
welk verzoek werd afgewezen.
Vorstschacïe was vrij groot
in de Noordoostpolder
Door de strenge winter van 1946 op 1947
de vorst zat op sommige plaatsen 80 cm
in de grond is er veel schade toegebracht
aan sommige gewassen. Van de 4500 ha
wintertarwe bleef er 3200 ha over, van de
1470 ha wintergerst 400 en van de lucerne
ging 40 pet. verloren. In April werd aan
109 personen totaal 762 ha grasland voor
de tijd van drie jaar verpacht; 38 combines
maaiden een oppervlakte van 2683 ha. In
Jiili werd begonnen aan de bouw van 100
noodboerderijen. In de herfst werd onge
veer 60Ó0 ha wintertarwe, 500 ha winter
gerst, 580 ha .koolzaad, 200 ha winterrogge
en 15 ha stoppelknolzaad ingezaaid. Voor de
polder bestond in 1947 weer grote belang
stelling: 481 gezelschappen met 20757 per
sonen, waaronder 830 buitenlanders, namen
een kijkje in het nieuwe land. Aan 140 per
sonen werd in December een boerderij ver
pacht.
De tweede Bloemlusttentoonstelling in Lisse oefent blijkbaar niei alleen grote aan
trekkingskracht op de onderen, want deze twee peuters staren gefascineerd naar de
perfecte tulpen, 'die slechts één plekje vormen op het fantastisch kleurenpalet van
deze blpemen-show.
Gunstige invloed der commissie Oud
Dezer dagen deelden wij reeds mede,
dat uit de begroting der provincie Noord
holland voor 1948 blijkt, dat de rijksbij
drage ingevolge de voorstellen der com
missie-Oud belangrijk hoger geraamd kan
worden.
Nu wij de begroting nog eens nader be
keken blijkt, dat de rijksbijdrage die in
1947 f 433.200 was, nu geraamd wordt op
f 1.593.000, een stijging dus van niet min
der dan f 959.800. Ged. Staten merken op
dat die post in maximum te ramen zou zijn
op f 1.788,000.
Daarbij is door Ged. Staten uitgegaan
van de veronderstelling dat dé Provinciale
Staten ook van mening zijn dat de'opcen
ten die de provincie heft, niet verhoogd
moeten worden. De provincie is namelijk
bevoegd om, in plaats van 50 opcenten op
de Grondbelasting, er 60 te heffen. Indien
de provincie dit deed zou niet alleen
f 630.000 meer aan opcenten ontvangen
worden, maar dan zou ook de rijksbijdrage
nog met f 195.000 stijgen.
Enorme kosten voor de wegen
De uitkering uit de Motorrijtuigenbe
lasting is, ingevolge de voorstellen der
commissie-Oud, ook belangrijk gestegen.
Nu kon daarvoor f 2.225.000 geraamd wor
den. Dit is evenveel als de motorrijtuigen
en de rijwielbelasting voor de oorlog teza
men opbrachten. De rijwielbelasting is nu
evenwel vervallen.
Uit deze uitkeringen worden de wegen-
aanlèg en het onderhoud gedeeltelijk ge
financierd. f h775.000 is nu op de provin
ciale begroting gebracht voor de wegen
voorkomende op de provinciale wegenlijst
en f 450.000 voor het tertiaire wegenplan.
Van die f 1.775.000 blijft f 235.000 be
schikbaar voor het Wegenfonds. Daar
naast zal uit de overige gewone middelen
nog f 1.486.509.in het Wegenfonds moe
ten worden gestort. Tot dekking van de
gewone uitgaven van het Wegenfonds is
namelijk niet minder dan f 1.721.500.
waaronder f 1.686.500,voor rente en af
lossing van geleende en nog te lenen be
dragen, nodig. In de laatste jaren vond
geen storting in het Wegenfonds plaats,
zodat tegenover deze uitgaven leningsgeld
als dekking moest worden geraamd. Of
schoon zulks, gezien de omstandigheid dat
vroeger op veel groter schaal kapitaals
uitgaven uit de gewone middelen werden
betaald, niet ontoelaatbaar was, menen
Ged. Staten,, dat" op deze weg niet langer
moet worden voortgegaan.
Een nieuwe berekening van de eisen,
die de Uitvoering van het Wegenplan aan
de gewone middelen stelt, wijst aan, dat
boven het op f 188.000.te ramen bedrag
voor rente en aflossing van de tot dusver
uitgegeven bedragen voor het extra-onder
houd, dat als gevolg van de oorlogsjaren
thans noodzakelijk is, gerekend moet wor
den op f 1.355.500,(jaarlijks afnemend
met pl.m, f 20.000,voor rente en aflos
sing wegens tot dusver uitgevoerde werken
benevens voor rente en aflossing wegens
naar raming in 1948 uit te voeren werken
op f 143.000,(jaarlijks toenemend* met
pl.m. f 177.000,— tot f 1 650.000,— in 1957
bij een voltooiing in tien jaren van het
Wegenplan). Het behoeft geen betoog, dat
de baten, die een eventuele toepassing van
het ontwerp der Commissie-Oud zullen op
leveren, niet opwegen tegen een zo grote
druk alleen reeds van de uitvoering van
het Wegenplan. Daarnaast zullen er ook
nog uitgaven gemoeid zijn met de aanleg
van wegen en de bouw van bruggen, die
niet op het Wegenplan voorkomen. Reeds
hebben Ged. Staten versmallende verzoe
ken en voorstellen bereikt, welke thans in
overweging zijn.
Een en ander gaf Ged. Staten aanleiding
er bij de minister van Binnenlandse Zaken
op aan te dringen, althafns enige correcties
op het voorgestelde ontwerp, ingediend
naar aanleiding van het voorstel der com
missie-Oud, in overweging te willen ne
men.
„NEELTJE" VERVANGT „CANOPUS"
De loodsboot „Canopus", die wegens
ketelreparaties aan de kant moest blijven
liggen, is Woensdag na de hervatting van
de loodsdienst, door de reddingboot „Neel-
tje Jacoba" vervangen.
Overheidssteun voor
nieuwe industrieën
Maatregelen der provincie
Noordholland
Er is thans grote vraag naar fabrieks-
ruimte. In verschillende gemeenten wordt
overwogen door de'stichting van gemeen
schappelijke industriegebouwen aan deze
vraag tegemoet te komen. Daartoe is ook
door het ministerie van Economische Za
ken een regeling ontworpen, die de moge
lijkheid opent, dat het Rijk en de betrok
ken gemeenten deelnemen in het kapitaal
van de naamloze vennootschappen, die de
stichting van deze industriegebouwen ten
doel hebben.
Verlangd wordt, volgens deze regeling,
dat de toekomstige huurders een derde deel
van het aandelenkapitaal zullen opnemen.
Velen der gegadigden zullen er echter jjje-
zwaar tegen maken zich reeds bij de op
richting der vennootschap te verbinden tot
het huren van een gebouw en de daarbij
geëiste zekerheid te stellen, omdat met de
bouw dan nog zal moeten worden begon
nen en er dus een jaar of langer kan ver
lopen, voordat het betrokken kan worden.
Deze moeilijkheid zal enigermate worden
verminderd, irïdien het Fonds voor de
Economisch-Technologische Dienst in
Noordholland gedurende de bouw een deel
der aandelen, die door de huurders moeten
worden genomen, opneemt om deze aan
delen weer af te stoten, zodra het gebouw
gereed is. Te verwachten valt dat op dat
ogenblik een voldoend aantal gegadigden
zich zal aanmelden. Hoewel deze gelden
dus slechts betrekkelijk kort behoeven uit
te staan en de bij verkoop der aandelen
vrijkomende middelen weer kunnen dienen
voor de financiering van een soortgelijk
project in een andere gemeente, zal tocfi
voor dit doel een relatief groot bedrag
nodig zijn.
Teneinde het Fonds in staat te stellen
aan alle aanvragen te voldoen, is verster
king der middelen nodig. Daarom wordt
door Ged. Staten van Noordholland aan
de Prov. Staten voorgesteld dit jaar een
bedrag van f 100.000.uit de provinciale
middelen in het Fonds voor de Economisch-
Technologische Dienst te storten.
BERGEN BRENGT CONTACT
Coöperatieve samenwerking in de visserij
Vaak is er in visserijkringen ge
klaagd over gebrek aan contact tussen
de diverse geledingen van het bedrijf
en meestal hadden de klagers het
grootste gelijk van de wereld. Sinds
echter verleden jaar een veertig tal
reders, vissers, handelaren en ambte
naren gedurende twee dagen op de
Bergense Volkshogeschool van ge
dachten hebben gewisseld over de
problemen, die de visserij in haar ge
hele breedte stelde, hebben de onte
vredenen moeten toegeven, dat er iets
„aan het verbeteren was".
Toch is men er zowel in regeringskrin
gen als in de regionen van het bedrijf zelf
van overtuigd, dat het belang van de vis
serij en haar direct-geïnteresseerden, on
voldoende naar voren wordt gebracht.
Velen zijn van mening, dat alleen aaneen
sluiting en samenwerking (wij hoeven
slechts te denken aan de talloze rapporten,
die de laatste tijd over de visserij j het
licht zagen) „onze" bedrijfstak sterk kun
nen maken en in deze richting wijst dan
ook het programma, dat voor de visserij -
dagen van 1948, op 30 en 31 Januari even
eens in Bergen, werd opgesteld.
„Organisatie en coöperatie in de vis
serij" is namelijk het motto, waaronder
de gasten van de volkshogeschool bijeen
zullen zijn tijdens het laatste weekeinde
van deze maand.
Wat het wordt.
In de „Zandhoeve" een van de prettigste
gebouwen der volkshogeschool, worden
namelijk Vrijdag de dertigste na het mid
dagmaal de besprekingen over „de nood
zaak van sterkere organisatie van de vis
serij" ingeleid door drs. A. G. U. Hilde-
brandt, de reeds bekende chef van het
Landbouw-economisch instituut in Den
Haag, waarna ir. G. J. Lienesch, directeur
der visserijen „De organisatie van de
Vleeskeuringsdienst doet met beperkte middelen
veel goed werk
Een nederig huis aan de Meervliet-
straat herbergt Velsens meest misdeel
de dienst, een dienst, die weinig aan
de weg timmert en desondanks elke
dag weer in de bres springt voor de
hele bevolking.
Wanneer wij deze gemeentelijke Vlees
keuringsdienst „misdeeld" noemen, is dat
allerminst omdat haar collega's in Velsen
het zo weelderig hebben en nog minder
om een blaam te werpen op de overheid,
welke niet zou zorgen voor een outillage,
bij een moderne keuringsdienst passend.
Als er straks gebouwd wordt, dan komt er
natuurlijk een slachthuis met een piekfijn
laboratorium, inplaats van de wel wat be
nepen kamer, waar thans over de biefstuk
en de carbonade van de gemeentenaren
gewaakt wordt. Maar nu moet er geroeid
worden met povere riemen en dat er des
niettemin geen stukje vlees in de Velser
pot komt of het is onderzocht, mag een
compliment zijn voor de Keuringsveearts
en zijn drie keurmeesters.
Tussen grazen en de dood
Wat is de weg, die de koe of het varkën
moet gaan tussen het moment, dat hij of
zij vredig graast en het ogenblik, waarop
de slager verkondigt: „Het is niet veel,
mevrouwtje, maar het is een lekker
lappie...."?
Elk dier, dat ter slachting wordt aange
boden, ondergaat een keuring als het nog
in leven is. De gang, de blik, de huid, zij
worden gecontroleerd om alvast gegevens
te verzamelen voor de „dode" keuring.
Wat dus ook geldt voor het slachtoffer-in-
spe van eèn huis- of noodslachting.
Nemen we bijvoorbeeld het varken van
boer X, dat laatst lichtelijk kreupel door
zijn hok scharrelde. De temperatuur van
het beest was iets boven normaal, dus de
keurmeester hees in gedaclïten het attentie-
sein. De boer, die het dier in huisslachting
wilde doden, kreeg het consigne, dat geen
vezel vlees of geen druppel bloed des krul-
staarts van zijn erf af mocht. Toen het dier
geopend was tijdens de slachting, zag zijn
inwendige er op het eerste gezicht prima
uit, maar een nauwkeurig onderzoek toon
de aan, dateer sprake was van een lichte
darmontsteking plus een infectie, die zich
in hart, lever en nieren openbaarde. De
kreupelheid van Knor bleek veroorzaakt
te zijn door een ontsteking in de achter-
gewrichten en verder zoekend concludeer
de de keurmeester, dat daaruit de andere
euvelen moesten, zijn voortgekomen.
Een stuk vlees plus de organen van het
dode dier verhuisden naar de Meervliet-
straat, waar kleine stukjes ervan op de
meest steriele manier onderzocht werden.
In een „broedstoof" kwamen de vlees
snippers tenslotte tezamen met steriele
cultures 48 uur op bloedwarmte, waarna
inderdaad bleek, dat het vlees niet zuiver
was.
Afgekeurd!
De onvoldoende outillage laat nog niet
toe, dat in Velsen zoals vroeger wordt
uitgemaakt, wat het onderhavige dier pre
cies gemankeerd heeft, maar wel komt-
men aan de weet, dat er „iets mis" is met
het cadaver. Toch kan op deze manier een
ogenschijnlijk gezond stuk consümptie-
vlees tijdig vóór de distributie worden te
gengehouden.
Het kan natuurlijk zijn, dat de ontdekte
bacteriën niet schadelijk zijn; in zo'n geval
wordt het vlees hetzij in gekookte of be
vroren toestand in de normale handel ge
bracht.
Zo vertoont het werk van de Vleeskeu
ringsdienst velerlei facetten.
Noodslachtingen bij voorbeeld (ten
gevolge van een ziek of invalide ge
worden stuk vee) worden tot in détails
onderzocht. Na de bacteriologische
proeven worden er kook- en bak-
experimenten mee uitgehaald, want
een „traumatische pericarditis" bij
voorbeeld kan eeirergerlijke stank aan
het overigens gezonde vlees veroorza
ken. Afgekeurd!
Dan zijn er nog de gestorven dieren, die
grotendeels direct worden afgekeurd voor
menselijke consumptie en daarna in de
Purmerendse destructor verdwijnen, die er
veevoer en lijm van fabriceert. Wanneer de
heren ivan de Keuringsdienst, zoals keur
meester K. Hollander of de arts L. J. Kas,
loskomen over „hun" dienst, borrelen er
interessante verhalen uit hun herinnering.
Een paar keer in de veertienjarige Velsen-
se praktijk van dokter Kas is> het voorge
komen, dat zich ergens fyet gevaarlijke en
terecht gevreesde miltvuur openbaarde.
De boer weet in zo'n geval drommels goed,
dat hij het besmette dier niet in de grond
mag stoppen, omdat dan de kans groot is,
dat het cadaver vele ja^en lang zijn hele
bedrijf besmet en naar de ondergang helpt.
Bovendien: het is in elk geval strafbaar,
een dood stuk vee te begraven zonder me
deweten van de Vleeskeuringsdienst.
Over „zwart" gesproken
Wanneer wij tenslotte ook de inspecteur
van de volksgezondheid in Noordholland
vragen naar zijn mening, vertelt hij ons
iets over het gevaar dat de frauduleuze
slachtingen meebrengen, een gevaar dat
maar al te graag over het hoofd wordt ga-
zien. Er vallen in Noordholland wekelijks
heel wat verbalen wegens „ontduiking van
de vleeskeuringswet", welke overtreding
in de meeste gevallen een diepere bedoe
ling verraadt, namelijk om het niet ge
keerde (en dus mogelijk gevaarlijk be
smette) vlees in de zwarte handel te laten
verdwijnen
In de aanvang noemden wij de Velsense
vleeskeuringsdienst misdeeld. De primitie
ve noodslachtplaats van de gemeente en
de geïmproviseerde normale slachtplaats
van de slagers zelf die volgens ingewij
den overigens een zeer bpna-fide midden-
standsgroep vertegenwoordigen en zich dus
de tirade over de clandestiene slachterijen
niet hoeven aan te trekken maken 'het
keuringswerk in het rayon Velsen er niet
gemakkelijker op. Maar dokter Kas en zijn
mannen zijn niet voor een koetje vervaard!
FEUILLETON
Mijnheer Melvile's
wonderlijke fantasie
door W. H. Lane Crawford
20)
„Maar maar....." Michaels hersens
hadden moeite dit alles zo maar te verwer
ken, „bedoel je, dat Jim Josephine in de
steek heeft gelaten?"
„Ja, iets dergelijks heb ik wel gepro
beerd duidelijk te maken".
„Maar hij was zo dol op Josephine!"
„Ja, en nu is hij dol op een roodharige
weduwe", snauwde Henry. Rood van ver
ontwaardiging sloeg hij op de brief en
siste:
„En die gemene vent heeft. Josephine
geschreven, dat hij weggegaan is om haar
gelukkig te maken".
Michael staarde hem sprakeloos aan.
„Allemaal minderwaardige leugens", zei
Henry buiten zichzelf van woede. „Hij had
de brutaliteit te zeggen, dat hij reeds lang
weet. dat Josephine bij hem niet gelukkig
was, dat haar hart mij toebehoorde en dat
hij daarom had besloten weg te gaan en
plaats te maken voor een betere echtge
noot". Henry zweeg. De drift- belette hem"
verder te spreken. Even later vervolgde
hij echter: „Hij zei ook, dat hij alles zou
doen, om de scheiding te vergemakke
lijken."
Er was opnieuw een moment van stilte
en de verwondering was algemeen.
Michaels mening omtrent de dolende
Jim werd opmerkelijk verzacht door deze
laatste onthulling, zozeer, dat hij mom
pelde:
„Nou, dat is toch.sportief van hem".
„Wat!" schreeuwde Henry woedend.
„O, het is natuurlijk geen verontschul
diging", voegde Michael er haastig aan
toe. „Maar ik bedoel, dat als haar hart jou
toebehoort...." Hij stak zijn pijp in zijn
mond en blies een grote rookwolk uit.
„Dat is niet waar", brulde de ridderlijke
minnaar. „Haar hart behoort haar echtge
noot toe, het heeft nooit iemand anders
toebehoord. Dat weet Jim heel goed en hij
weet ook, dat Josephine en ik nooit een
woord over liefde hebben gesproken, sinds
zij met hem is getrouwd".
„Natuurlijk, natuurlijk, dat weten wij
allemaal", suste Michael.
„Josephine is geen handelsartikel, dat
van de een naar de ander gaat!"
„Dat zou ik ook denken", zei Michael
voorzichtig.
„Wat is ze van plan te doen?" kwam
Christopher de arme Michael, die steeds
dieper, wegzonk in de poel van zijn ver
warring, te hulp.
Henry keek hem verdrietig aan. „Ze is
bezig van Jim te scheiden".
„Natuurlijk, dat ligt voor de hand".
Henry zuchtte smartelijk en diep. „Het
is verkeerd", zei hij nadrukkelijk. „Die
malle verliefdheid van Jim zal spoedig
voorbij gaan; het is de schuld van het
klimaat".
„Hm", Christopher beet op zijn onderlip.
„Bovendien is die man ?ïek", hield
Henry aan.
„Hij schijnt merkwaardig plotseling en
volledig genezen te zijn", zei Christopher
droog.
„Maar ik zeg je, dat hij zichzelf niet is",
riep Henry nerveus uit, „en als hij weer
nonnaal is, dan zal hij Josephine smeken
om weer terug te mogen komen".
„Dan zal het te laat zijn".
Henry las sommige gedeelten van de
brief over, hij bromde hei*haaldelijk af
keurend en bewoog zich ongedurig in zijn
stoel.
„Ik zal haar aanraden, het echtschei
dingsproces niet door te zetten", zei hij
tenslotte gedecideerd.
Christopher schudde zachtjes zijn hoofd.
Het was een uiterlijk ridderlijke geste,
maar Henry bedroog zichzelf. Het was
normaal, dat Henry er van overtuigd was,
dat Josephine's echtgenoot, als zijn ver
liefdheid voor de weduwe over zou zijn,
weer bij Josephine terug zou willen ko
men. Maar Henry wist niets van de aan
trekkelijkheden van de dame in kwestie.
En te oordelen naar de wijze, waarop
Josephine over haar had geschreven,
moesten die niet gering zijn. Josephine
was in Henry's ogen, volmaakt. Voor hem
was Jims ontrouw slechts verklaarbaar
door een tijdelijke abnormaliteit, tenge
volge van zijn ziekte. Hij zag Josephine
nog steeds zoals ze was, toen de foto, die
op zijn tafel stond, gemaakt was. Christo
pher had haar slechts in haar rijpere jaren
gekend. Er was geen twijfel mogelijk, toen
ze de frisheid van de jeugd had bezeten,
moest ze zeer aantrekkelijk zijn geweest.
Maar op het ogenblik was ze dat, volgens
hem, niet. De blos der jeugd was van haar
wangen verdwenen en wat ze er in de
plaats voor had opgedaan, was te veel en
te duidelijk; heur haar was van een tame
lijk onmogelijke kleur; haar tanden waren
tamelijk naar voren gegroeid en ze had
duidelijke plooien onder haar ogen. Ze
had nog steeds een slank, meisjesachtig
figuur en ze was steeds zeer goed gekleed,
maar ze was niet meer mooi.
„Heeft ze je om raad gevraagd?" vroeg
Christopher. (Wordt vervolgd).
Landbouw" in het kader der om zich heen
grijpende samenwerking van producenten,
zal toelichten. Des avonds wordt contact
gezocht met de Nederlandse Landbouw-
gemeenschap, in de vorm van een bespre
king met een groep van vooraanstaande
boeren, landarbeiders en landbouwexperts,
die op dezelfde dagen eveneens in Bergen
bijeenkomen. Dr. H. G. W. v. d. Wielen, de
voorzitter van de N. L. G. spreekt. Zater
dagochtend leidt mr. H. J. Louwes, van
de Nationale Coöperatieve Raad, het on
derwerp: „De coöperatieve gedachte" in
en in de middag komt de secretaris der j
Reders vereniging voor de Nederlandse j
Haringvisserij, dr. H. A. H. Kranenburg s
iets vertellen over de noodzaak van
„coöperatie in de visserij".
Deze twee dagen, zowel instructief als
oriënterend van groot belang voor j
alle reders, vissers, handelaren, en
allen, die direct of zijdelings bij
de jacht op het zeebanket betrokken zijn,
verdienen ongetwijfeld een warme aanbe- j
veling, die wij hier dan ook gaarne door-
geven.
Treinreiziger bij aanslag
levensgevaarlijk gewond
In een trein tussen Leeuwarden en c
Groningen is eenaaanslag gepleegd op de t
53-jarige heer V. uit Groningen. De heer
V. was, nadat in Veenwouden enige rei- J
zigers waren uitgestapt, met twee jonge- 1
mannen in de coupé achtergebleven. Deze 3
sloegen de lamp m de coupé stuk en wier- 3
pen zich op de heer V., die na een slag 3
met een hard voorwerp op het hoofd be-
wusteloos raakte. Voordat de trein in
Zwaagwesteïnde stopte sprongen de daders
uit de trein. De heer V. bleek zeer ernstig 1
gewond te zijn; nadat hij voorlopig verbon- 1
den was, is hij na aankomst van de trein in 1
Groningen naar een ziekenhuis vervoerd,
waar een schedelbasisfractuur werd ge
constateerd. De toestand van de heer V.
was levensgevaarlijk.
De politie uit Zwaagwesteinde en
Leeuwarden zette onmiddellijk de achter
volging der daders in. Het zoeken naar
sporen werd aanvankelijk belemmerd door
zware sneeuwval. Later vónden de politie
mannen enige aanwijzingen, welke leidden
tot de arrestatie van de 20-jarige S„ een
voorwaardelijk in vrijheid gestelde poli
tieke delinquent, en de 29-jarige W., bei
den uit Zwaagwesteinde. Het motief voor
hun daad was roof.,
Jhr. van Vredenburch
naar Djokjakarta
Naar Aneta verneemt, zal jhr. mr. H. L.
F. K. van Vredenburch, lid van de Neder
landse delegatie bij de onderhandelingen
op de „Renville" en voorzitter der Neder
landse technische commissie voor het
staken van het vuren, heden naar Djokja
karta vertrekken. Hij wordt morgen te
Batavia terug verwacht.
Naar het republikeinse persbureau An-
tara mededeelt, is volgens welingelichte
kringen te Djokja een twaalf punten om
vattend voorstel door de Nederlanders aan
de republiek voorgelegd, hetwelk volgens
de Nederlanders tot oplossing van het
huidige conflict zou kunnen leiden.
Dit voorstel bevat geen enkele garantie
omtrent de positie van de republiek in de
Verenigde Staten van Indonesië en roert
ook niet de door de Commissie van Goede
Diensten voorgestelde volksstemming in
Indonesië aan, aldus Antara. De commissie
heeft van haar kant een voorstel van zes
punten voorgelegd, waarin duidelijk voor
zien wordt in het houden van een volks
stemming onder internationaal toezicht.
[-Iet republikeinse antwoord' zal waar
schijnlijk morgenochtend aan de Neder
landers worden medegedeeld. Er bestaat
go'ede reden aan te nemen, dat jhr. mr.
Van Vredenburch morgen met het ant
woord van de republiek naar Batavia zal
terugkeren.
Van andere zijde verneemt Antara, dat
in de loop van de besprekingen, welke
gisteren te Kalioerang gehouden zijn, prof.
Graham als zijn mening heeft uitgespro
ken, dat de toekomstige Indonesische fede
ratie volgens Amerikaans systeem zou
moeten worden ingericht. Voorts zou vol
gens prof. Graham de republiek .in de
federatie .rechtvaardig vertegenwoordigd"
moeten zijn, alduS besluit Antara.
Ook vis en peulvruchten
leveren eiwit
Het Voorlichtingsbureau van de Voe-
dingesraad schrijft' Waarom wordt aan
geraden op de dagen, dat men geen vlees
bij de warme maaltijd kan geven, in plaats
daarvan vis, garnalen, mosselen, bloed- of
leverworst of een peulvruchtengerecht op
tafel te brengen? Zonder vlees missen we
iets aan de maaltijd en dat is niet alleen
een kwestie van smaak. Al is de maaltijd
nog zo smakelijk en voedzaam, dat wil nog
niet zeggen, dat hij ook goed en volledig
is en ons alle noodzakelijke voedingsstof
fen toevoegt. Dagelijks hebben wij behalve
koolhydraten, vetten, zouten en vitaminen,
een zekere hoeveelheid eiwit nodig. Vlees
is een eiwitrijk voedingsmiddel en kan
ons dat dus verschaffen.
Maar gelukkig zijn er nog andere levens
middelen, die veel eiwit bevatten: eieren
(ook eendeneieren), melk, kaas, yoghurt,
vis en peulvruchten. In vele gevallen zul
len wij in een warme maaltijd het vlees
kunnen vervangen door vis of door peul
vruchten. Daarbij moeten we er nog eens
op wijzen, dat het een foutief idee is, dat
men vis alleen kan eten met worteltjes of
sla. Gebakken bokking smaakt uitstekend
bij bieten of rode kool. Schelvis is heel
smakelijk met rauwe andijviestamppot.
Peulvruchten kunnen als vleesver
vanging dienst doen in de vorm van een
hartig peulvruchten-koekje. Ook kan
men een deel van de aardappelen ver
vangen door peulvruchten: 100 gram
peulvruchten in plaats van 250 gram aard
appelen. Wanneer men peulvruchten ver
werkt tot een stevige soep zal men goed
doen, daaraan wat fijngemaakte aardappe
len toe te voegen. Niet alleen, omdat deze
de soep smeuïg maken, maar ook omdat
aardappelen een plantaardig eiwit bevat
ten, dat een goede aanvulling vormt van
het peulvruchten-eiwit. Alle eiwitten zijn
namelijk voor onze voeding niet van de
zelfde waarde.
Sommige groepen van personen hebben
een bijzonder grote behoefte aan eiwit. Dit
zijn aanstaande en jonge moeders en op
groeiende kinderen Dat komt, doordat
eiwit een bouwstof is, waaruit nieuw#
lichaamscellen worden opgebouwd.