Literaire Kanttekeniegen
^"AKKERTJE
Madame
De Nederlandse Toneelvereniging
1 Film i schijnbare eenvoud het
J^ATERDAG
20 MAART 1948
AMOEDE VAN HAERSOLTE: „Sophia in de Koestraat".
(N.V. Uitg. Mij. G. A. van Oorschot, Amsterdam).
nr VRAAG ot de Jury, op wie
HET .alleen moeilijke maai- ook
ie „iwoordeliike taak rustte, een
.uiterst 'eran"me„ inzake de toekenning
lesl'si"? foïl ingestelde en naar P, C.
W» ie npmde Staatsprijs voor Letter-
Hooft vei»°«" schrijfster van deze ver-
tunde. a»" dienst heeft bewezen met
halenbundel1werk Niemand kan.
nemE°' als 1et j0ek van
men W a„ Wie onverhoeds een zo
döscMWf, n dee, vidj me( crj.
h°?e0 èespitster neiging tol verge-
tlscher oog et s verhaiend pr0za in de
lijking juii 1944 tot Juli «947 vor-
periode vaV,chm,w[l wordt dan anders
«W® ,,s'7, .an geweest. Men wil zich
W'!et„ geven ™n wat dan wel het
"Knsf -iBkiorijzenswaardige is; men leest
uitzonderlijk P tbaasd; naar twee kanten
O - J ,.nt de Staatsprijs werd ge-
uerbaastt. gepubliceerd in boven-
lplilSt:fSdvak, 'schijnt de jury een vol-
itroning waard geacht te hebben,
oosttoum Arthur van Schendel
1)11 "ïü- niemand' zal het de schrijver
tf Een Hollandsch Drama", „De Wereld
""Seest", enkele werken uit de z.g.
'n.Ke Parioje" e" zék£r n, ""V"1
3 SereVerhalen", „Fratilamuren
dl 2> en de Lente" misgunnen al-
eerbetoon viel ongelukkiger-
geel aan een roman, die zeker niet
-den beschouwd als een hoogtepunt
levenswerk, al blijft het
10 h m Hie weet te luisteren in dezelfde
rarh®sfwS ..Het Oude Huis" werd
*2Leu, toch altijd Van Schendel, die
ISéef! Maar, gebonden door het voor-
hraven jaartal van verschijnen, was
E Lalst-uilgegeven roman van de dro-
a. neinzer van Sestri Levanti de enige,
Z voc' de hoge onderscheiding van.
Z halve staatsprijs in aanmerking kwam.
r. V schrijver-zelf dit verdeeld eerbe-
bnn de jury in dank hebben afgenomen?
halve postume eer is een twijfelachtig
Maar goed, Arthur van Schendel is
termade dan bijgezet in het Staatspan-
51 der Letteren, met een gehalveerde
Hóoft-kroon op het hoofd, alsof het hier
«en hoofdzaak gold.
Pp de andere helft? Deze rust dan op
Sophia in de Koestraat gevolgd door nog
ks andere verhalen. Buiten geding blijft,
of de schrijfster veel of weinig literair werk
op haar naam heeft staan Van Schendel
had een teveel daarvan of zij al dan niet
tot de „gerenommeerde auteurs" -behoort,
waar een ieder toch wel weet, dat „roem"
en letterkundige waarde in een tijd als de
onze, waarin de maatstaven voor deugde
lijke literaire kritiek op een zo ontstellende
- wijze zoek zijn, niet altijd samengaan. Wat
I beoorbeeld moest worden, waren de kwa
liteiten van het boek als kunstwerk en niets
anders dan deze. En daarvan onbevoqpoor-
- (ieeld uitgaande, moet men wel verbaasd
staan - verbaasd, dat geen enkel ander
1 proza-product van dit drietal jaren „So
il phia", volgens het oordeel der jury, naar
de kroon kon steken. Amoede evan Haer-
splte schrijft namelijk een proza, geschikt
om voorgelezen te worden door precieuse-
lijk-gekpitste mondjes, zoals men deze
'waarderen kon in een porcelein-fragiele
tijd van Watteau en Fragonnard: wat co-
quelleren met een „woordkunst", die' haar
effect ontleent aan wei-bestudeerde drib
belpasjes van zinsmetrum, van gracielijke
woordschikking, van folkloristische taal-
lequisieten en onverwachte buiginkjes van
„plechtige" taal. Telkens weer deed haar
verhaaltrant rriij denken aan een ijverig-
trotse moeder, die haar kind op zijn paas-
best heeft uitgedost met kwikjes en strik
jes, met paviljotjes en een wei-gesteven en
gestreken kanten jurkje, het dan, „achter
uittredend", op een afstand beziet en met
uiterlijke ijdelhéid zegt: „en dat is nu óns
kind!" In die trant, fraai-gestyleerd, spre
ken haar personen, spreekt de schrijfster
van en tót haar personen, juist een tikje té
zangerig-welluidend, te exquis, te over-
Jaden met détail een stijl, soms vreemd
gemengd met expressionistische ingrediën
ten, hier wat Vlaams, daar wat „Bartje"-
achtig regionaal en precies teveel twee
dimensionaal, om aan haar verhaal hoe
welgekozen soms haar vondsten de diep
te te geven van wat mensnabij, levens-echt
is in de waarachtige sterkte van eenvoud
en onopzettelijkheid. Met zorg en elegantie
gehaakt „frivolité", geurend naar een acht-
tiende-eeuwse salon daaraan deed dit
proza mij denken.
Hooft was een dergenen, die onze mo
derne taal mee heeft helpen vormen
®|n denke aan zijn „Nederlandsche Histo
riën"; Hooft was een minnedichter met een
taalgevoel van uiterste fijnheid Hooft
was een man van stijl, een laalvormer, een
woordsmid, een „vent" dié" tevens de
„vorm" beheerste (om de terminologie van
Jlenno ter Braak te gebruiken). Naar hèm
beeft men de Staatsprijs vernoemd. Ep met
zijn naam is „Sophia in de Koestraat" ge
werd. Het is jammer voor de schrijfster,
aie, toegerust met een scherp waarnemings
vermogen, een talent voor vaak puntige
tekening, een oog van markante situaties
€n rijkelijk voldoende ontvankelijkheid
voor wat er in een mensenhart kan om
gaan met natuurlijker stijlmiddelen en min.
der concessies aan een anachronistisch
aestheticisme, bij machte is tot het schrij
ven van gaver werk dan dit bekroonde.
Maar méér dan jammer is het, dat de
criteria voor het Onderscheiden tussen
kunstwoord en woord-lcunst dusdanig is
verzwakt, ja, verloren gegaan zijn, dat men
na deze bekroning moet zeggen; „dat zet er
kroon aan op" en met. weemoed denkt aan
de jaren, dat de dichter van Eyck te
kortstondig helaas in zijn periodiek „Lei-
ding" nog leiding gaf aan onze kritiek! „Het
persoonlijke karakter van een schrijver
bepaalt zijn betekenis voor het publiek, niet
de kunsten van zijn talent. Napoleon zei
van Corneille: als hij nog leefde, maakte
ik hem vorst maar hij las hem niet. Ra
cine las hij wel maar vap hèm zei hij
dit niet. Dat is een woord van Goethe.
Zou men niet goed doei),- daaraan nog eens
indachtig te zijn? v C. J. E. DINAUX.
Zwitserse avond van de
Ned. Reisvereniging
De leden van de afdeling Haarlem der Ne
derlandse Reisvereniging hadden Donder
dagavond grote, aandacht voor Zwitserland,
waarover de heer Herman Felderhof in de
tuinzaal van het Concertgebouw sprak. De
spreker heeft verschillende delen van het
land bezocht en vertelde er bijzonderheden
over, welke de bezoekers, die een reis naar
Zwitserland hadden gemaakt, niet altijd
bekend waren. Het hoven van de namen en
later het zien op het witte doek van bekende
plekjes wekten aangename herinneringen op.
Vertoond werden films over de bouw van de
Sint Gotthard-tunnel, over wintersporten en
een bezoek aan Berner Oberland. De Spoor
wegmaatschappij Bërn-Simplon-Lötsberg
heeft kort geleden een prachtige film laten
maken van centraal Zwitserland. Deze werd
na de pauze vertoond en genoot de bijzondere
belangstelling. Na afloop dankte de voor
zitter. de heer C. Spaargaren, de spreker en
het Zwitserse Verkeersbureau uit Amster
dam, dat de films beschikbaar had gesteld.
Distributiebescheiden
welke men moet bewaren
Op veelvuldig verzoek deelt het Centraal
Distributiekantoor mede, welke distribu
tiebescheiden' thans in gebruik zijn of bin
nenkort in gebruik genomen worden. De
volgende bescheiden dienen zorgvuldig
bewaard te^ worden: de tweede distributie
stamkaart; het inlegveld G 605; de bon
kaart K. L, O of P 804 en K, L, O of P
806; tie Tabaks- én/of Versnaperingen-
kaart QA. QB en QC 802; de Textielkaar-
ten VA 705 en VA 804; de brandstoffen-
kaarten TA en TB 707 en TA en TB 806;
de inlegvellen voor a.s. moeders CM 703,
CA 802 en CB 808; en de toeslagkaarten
M 804 en Z 804, M 806 en Z 806.
Van alle andere kaarten, welke men nog
iri bezit mocht hebben, zullen geen bonnen
meer worden aangewezen.
gif f M OeNxfer'andsche
noord pij fff Pijnstiller
Kiespijn (®j)
Zenuwpijn W
emanmngen op
lange K.L.M.-vluchten
tiin^L e.e.n vlucht van ongeveer dertig
VtmT eea s^uk de bemanningen van de
zepr ^Jen, ^sterdam.-Johannesburg te
bemanJi ™oien is thans een volledige
neei-ri v i in Kano gestation-
vheeüZ i! plg voor Yier maanden. Het
te S komende uit Amsterdam, wordt
nine na i°°r .^e ^an vliegende beman-
vloBpn riA ?n?ing verlaten en verder ge-
de NedmOa j m Zuid-Afrika verblijven-
het topilindse KLM-personeel. Dit vliegt
daarna mn ,naar Johannesburg, keert er
spi'onkeliilfp v!'Ug naar Kano> waar de oor
bet naar q\^T:ianning weer instapt en
00k JlCÏmr?\
than-; <JL Zuid-Amerika-lijn wordt
dat beooef v gemaak.t van di* systeem,
de Dercnno ye4rmoeidheid van het vliegen-
sneller te. voorkomen en de luchtreis
Hio de jL e" Verl°Pen- Te Casablanca,
aiugen sPQf"r °n Montevideo zijn beman-
vZ imIT™*"1 0p de Indië-lijn
,s° w®d-bSSgen.SebrUik Semaakt
Muziekprijs. De muziekprijs A 1947 van
de stad Amsterdam wordt opnieuw uitge
schreven. Ditmaal stelt de gemeente een prijs
van f 1500 beschikbaar voor een werk voor
kamerorkest of een kamerniuziekwerk of een
klein koorwerk (met of zonder begeleiding
van instrumenten). Deelneming sfaat open
voor Nederlandse componisten, die de leef
tijd van 35 jaren nog niet hebben bereikt.
De jury is samengesteld uit de heren Wil
lem Andriessen, Paul Pella en Henri
Zagwijn.
Voor radio-Bremen. De Hïlversumse
musicus Harry Wiggelaar heeft een uitnodi
ging ontvangen om eind Mei voor Radio-
Bremen, onder auspiciën van de Amerikaanse
bezetting, een tweetal concerten te dirigeren
van het Philharmonisch orkest van radio-
Bremen. Daarbij zullen ten gehore worden
gebracht een symphonie van Ignaz Liliën en
een werk van Léon Stekke. Voorts zal hij
een tweetal vioolrecitals geven.
Parijse charme tussen Hollands bloemen-
schoon. Een plaatje van de tentoonstelling
van Hollandse narcissen en tulpen in Parijs
Gratis N.S.-aboimemeiiteii
voor militairen uit In die
Met. ingang van Maandag 22 Maart zul
len aan gerepatrieerde militairen gratis
abonnementen worden verstrekt. Deze
abonnementen zijn gedurende de eerste
maand na de terugkomst van de militai
ren geldig op allé voor het reizigersver-
voer geopende lijnen van de Nederlandse
Spoorwegen, op door de N.S. geëxploiteer
de lijnen, op het stoombootveer Stavoren-
Enkhuizen en op de lijnen van de ver
voersondernemingen, die aangesloten zijn
bij de Nederlandse Vereniging van Trans
portondernemingen (N.V.T.O.) zodat de
gerepatrieerde militairen ook op vrijwel
alle busdiensten vrij vervoer genieten. Op
de keerzijde van de abonnementskaart is
een lijst afgedrukt, die alle bij de N.V.T.O.
aangesloten ondernemingen bevat. De
abonnementen worden bij aankomst van
de militairen in Nedeidand door een daar-fl
mede belaste militaire organisatie uitge
reikt. Vobr elke kaart moet door de mili
tair bij het in ontvangst nemen een waar
borgsom gestort worden van 7. Deze
waarborgsom wordt, bij tijdige inlevering
aan een station of halte van de N.S. terug
betaald.
Ambtenaren van Amersfoorts
Beheersinstituut gestraft
De Utrechtse rechtbank, welke 14 dagen
geleden de zaak behandelde tegen de vijf
ambtenaren bij het -Beheersinstituut te
Amersfoort, beschuldigd van verduistering
en corruptie, heeft de candidaatnotaris mr.
J. A. L. V. secretaris van het Amersfoort-
se Beheersinstituut veroordeeld tot zes
maanden met aftrek. De adjunct-secretaris
K. B. kreeg 14 dagen met aftrek van 14
dagen voorarrest, zodat hij op vrije voeten
werd gesteld. De chef der afdeling „eigen
beheer" A. B. werd veroordeeld tot zes
maanden, de ambtenaar L. S. tot vijf
maanden, het hoofd van de sectie huishou
delijke dienst. M. de J. tot 126 -dagen met
aftrek, waardoor ook hij op vrije voeten
werd gesteld en de ambtenaar van het op
sporingsinstituut J. C. A. W. B. tot een
jaar, met bevel tot onmiddellijke inhech
tenisneming.
„,In een blauwgeruite kiel"
In de twee helft der 18de eeuw werd
te Vlissingen het Zeeuws genootschap dei-
Wetenschappen opgericht. Het jaar daarop
werd de zetel van het genootschap naar
Middelburg overgebracht, teaamen met 'de
inventarise,. welke de grondslag vormde
voor het museum van da^ genootschap. Tot
die inventaris behoorde ook het bekende
wiel. uit de touwslagerii, waar „in zijif
blauwgeruite kiel" Michiel de Ruyter aan
gedraaid heeft. Later hebben verschillende
stadsbestuurderen „Ruyteriana" verkocht
ten bate ener sluitende begroting, zodat
Vlissingen, de stad van „Bestevaer Mi
di iel", vrijwel geen tastbare herinneringen
aan de grote zeeheld meer bezit.
Te Vlissingen is thans evenwel het ver
heugende bericht ontvangen dat bij het
Zeeuws genootschap der Wetenschappen
geen principiële bezwaren bestaan het be
roemde wiel aan het gemeentelijk museum
van Vlissingen in bruikleen af te staan.
Ingetogen en bescheiden
als een kloosternovice !/^V%
lijkt de draagster van fff 'c
dit ensembledat her- 1
innert aan voorbije
eeuwen doch tegelijk
door snit en materiaal
keuze hypermodern
werkt. „Nopjes" is de
mode dit jaar. In aller
lei kleuren komen de
nopjesstoffen aan de
markt .en daarbij zijn
weer verschillende gloed
nieuwe tintenvariaties,
die het oog bekoren door
hun originele en vaak
verrassende combinaties.
Geel op bruinwit op
maxtoe of marine blauw
en grijs op lichtblauw
zijn de voornaamste,
doch daarnaast heeft
men het aangedurfd om
donkerblauwe noppen op
beige fond en zelfs
donkergroene op licht
grijs te projecteren.
Madame La Mode was
met de nieuwe vondsten 1
danig.in haar nopjes, f
Toaceiheraineringcn. en ton cclporfretten
De Nederlandse Toneelvereniging was
het gezelschap, dat in de eerste plaats natu
ralistische en realistische toneelspeelkunst
wilde brengen. De tijd van het realisme
moge voorbij zijn, men zal moeilijk kunnen
ontkennen, dat de oprichting van de Ne
derlandse Toneelvereniging in de ontwik
kelingsgang van ons toneql niet noodzake
lijk is geweest. In ons land vierden Alexan
der Dumas en Victorien Sardou hoogtij en
zelfs schrijvers als Hauptmann en Ibsen
waren in de jaren '90 op de officiële plan
ken van de Amsterdamse Stadsschouwburg
nog taboe.
Het was dan ook een frisse wind, die er
woei door de Hollandse Schouwburg in
die jaren heette hij nog Artis-SchoiAvburg
toen de Ned. Toneelvereniging er haar
eerste voorstellingen gaf. Stukken van
Hauptmann, Max Halbe, Multatuli, Ibsen,
Maeterlinck, Strindberg, Zola, waarvoor de
deftige Stadsschouwburg toen nog gesloten
bleef, kwamen op het repertoire en hadden
een groot succes.
Al heel spoedig ging er een roep uit van
dit nieuwe gezelschap. Zo groot was de
naam van de Ned. Toneelvereniging, dat zij
in 1895 een uitnodiging ontving om in das
Deutsche Theater te Berlijn, gastvoorstellin-
gen te komen geven. De zo moeilijke Ber-
lijnse pers prees de opvoeringen zeer en
met roem beladen keerde het gezelschap
naar Nederland terug.'"
Mahr van roem alleen kunnen zelfs
toneelspelers niet leven. Vfcoral toen Chris-
pijn in 1896 naar het Leidse, Plein ging,
kwamen er moeilijke dagen voor de Toneel
vereniging. ^.driaan van der Horst verving
Ghrispijri als regisseur en toen l&ter Henri
van Kuyk door een geesteskrankheid zijn
werk moest neerleggen^verd hij vervan
gen door Mari Temooy^.pèl. Des' winters
speelde men stukken als Spoken, Rosmers-
holm, De Vijand .van het Volk en Kleine
Eyolf, des zomers moesten kluchten als
Jan Ongeluk op de kermissen de financiële
stroppen, die het artistieke repertoire hun
had bezorgd, weer goed maken.
Gezonde huid
vrij vaQ allerlei onzuiverheden.
Purol doet wonderen. Doos 30 ct.
Purolin (verfijnd product voor
moeder en kind). Doos 40 cent.
„Retournons a la nature!" Laten wij
tot de natuur terugkeren schreef de filo
soof Jean-Jacques Rousseau in de jaren
voor de Franse revolutie, toen hij schoon
genoeg had gekregen van het klatergoud
en het bederf in het grootsteedse leven.
Zijn leuze vond gehoor en het werd al
lengs een rage de natuur in al haar vor
men te bezingen of te bestameien, naar
gelang men talent had of aan zelfoverschat
ting leed.
Wij zouden ons kunnen voorstellen, dat
de film „Farrebique" van de Franse cineast
George Rouquier in de cinematografie van
onze dagen een soortgelijke omwenteling
te weeg brengt.
De officiële erkenning van dit meester
werk, dat niets anders toont dan het dage
lijkse leven van een boerengezin in de wis
seling der seizoenen op een boerderij in
Zuid-Frankrijk, is er reeds. Tijdens het
festival te Cannes heb.ben de twee jurys
van de „Grand prix du Cinéma'^ en van de
„Prijs van de Internationale critiek" „Fa-
-roViimio"». m-frlprscheïden al:
rehique"- onderscheiden als
een film, die onder een
meest oorspronkelijke en
meest gedurfde product van
de laatste jaren betekent.
De Franse filmcriticus George Charensol
heeft opgemerkt, dat in de filmwereld een
stroming gaande is, vergelijkbaar met het
inpressionisme in de schilderkunst. Drie-;,
kwart eeuw geleden bepaalden traditie en
methode de vormgeving der schilders. Een
Van Gogh begreep, dat, wilde zijn kunst
levend blijven, een nauw contact met de
werkelijkheid onontbeerlijk was.
Indien de film zich vrij had kunnen ont
wikkelen, dan was het gebied, dat George
Rouquier ons heeft geopenbaard, reeds lang
ontdekt. Dan hadden de oineasten kunnen
gaan in vele richtingen: de documentaire,
de tekenfilm, het experiment.
Maar het is nu een keer zo, dat de film
vóór alles een industrie is, waarin de pro
ductie bepaald wordt door de winst. En op
hetzelfde ogenblik, dat de fabrikanten in
Hollywood en Nieuw-Babelsberg ontdek
ten, dat het publiek gemakkelijk te paaien
was met melodrama's, met kijkspullen, met
cowboy- en gangster-avonturen, was de
vrijheid voor de cineast verkeken.
Daarbij moet opgemerkt worden dat het
publiek door producenten en zaal-exploi
tanten stelselmatig wordt onderschat. „Far
rebique" ontlokte aan een eenvoudig, doch
bewust belangstellend publiek in een door
het „Instituut voor Arbeidersontwikkeling"
georganiseerde vertoning een hartelijk ap
plaus en werd algemeen gewaardeerd. Wel
licht dat dit voor een der Haarlemse bio
scoopdirecteuren aanleiding is dit werk ook
eens in de gewone roulatie op te nemen.
Tot nu toe, zo vernamen wij, stond „Fare-
bique" nog niet voor een Haarlems theater
geboekt.
Men dient deze rolprent ook welbewust
te onderscheiden van die „gespeelde docu
mentaires", die een tijdlang dank zij een
vlotte intrigue in een exotisch landschap
grote populariteit genoten.
„Farrebique" mist namelijk iedere ver
telling in de gewone betekenis. Deze boe
ren en boerinnen spreken lang en breed
over een voorgenomen herstelling van hun
behuizing, die tenslotte toch niet doorgaat.
Dat is dan het enige „verhaaltje", waarofti
de film draait. Het is zonder meer duide
lijk, dat het de regisseur daar nu juist niet
om te doen was. Het is de natuur zelf, die
hier aan het woord i's. Geboorte, leven en
sterven van de schepping in al haar ver
schijningsvormen krijgen gestalte door het
oog van de kunstenaar. Die laatste, toevoe
ging is belangrijk, daar men anders zou
kunnen jjenken, dat „Farrebique" een soort
natuur-journaal is, een letterlijke weer
geving van feiten zonder meer. Het zou dan
niet mogelijk zijn, dat wij anderhalf uur
geboeid bleven meeleven.. De meeste na-
tuurfilmpjes voor didactisch gebruik plegen
immers reeds na tien minuten te vervelen.
Maar waar een schoolmeester ter be
schrijving van de lente een stuifmeel-
theorie ten beste zou hebben gegeven,
biedt Rouquier ons een fragment lyriek
aan, dié getuigt van zijn persoonlijke ver
voering en verrukking bij het aanschouwen
en beschrijven van het eeuwige wonder
van hét leven zelf. En' het is juist deze
steeds aanwezige persoonlijkheid van de
artist, die „Farrebique" het karakter geeft
dat de producten van de lopende Holly-
woodband zo deerlijk missen.
J. H. B.
De hoofdpersoon uit Farrebique, geen
jeune-premier, slechtseen normaal
mens.
Het water stond reeds aan de lippen en
er was ernstig sprake van opheffing van
de Toneelvereniging, toen er onverwachts
redding kwam. Heyermans had op dringend
verzoek van Ternooy Apèl en Van dei-
Horst Ghetto geschreven en de première
van dit stuk-in 1898 betekende het begin
van een elk jaar terugkerend groot finan
cieel en ook ondanks de in het eerst nog
zeer gereserveerde pers artistiek succes.
De Ned. Toneelvereniging werd het gezel
schap van de Heyermans-stukken en al ligt
de tijd nu al meer dan 40 jaar achter ons,
een ieder weet, wat dit voor Nederland
betekende.
Zoals in Noorwegen Ibsen, zo was in
Nederland Heyermans de schrijver, die elk
jaar vast.een nieuw stuk schreef en de pre
mières in de Kerstweek werden telkens
weer evenementen. Na Ghetto volgden Het
7e Gebod, Op Hoop van Zegen, Ora et La-
bora, Bloeimaand, Allerzielen, Uitkomst, De
Meid, De Opgaande Zon en bijna elk nieuw
stuk werd een succes.
En hoe voortreffelijk waren ook deze op
voeringen! Nooit zijn later de stukken van
Heyermans ook niet in het 'buitenland,
waar men de Hollandse sfeer niet wist te
treffen zo goed, ja zo volmaakt gespeeld
als door de oude Ned. Toneelvereniging.
Welk een uitstekende krachten had dit
gezelschap voor dit genre! De onvolprezen
mevr. De BoerVan Rijk, de ontroerend-
?uivere actrices Wilhelmina van der Horst
en Tilly Lus. de ernstige Adriaan van der
Horst, Alex Faassen Jr., de toen nóg jonge
Jan Musch, de gémoedelijk-komische
later, helaas, blind geworden Van Wester
hoven, Dirk Holkers, Mari van Warmelo,
ja, het was in waarheid een prachtig en
semble voor realistische toneelspeelkunst.
Want niet alleen in de keuze van hun stuk
ken, ook in hun regie waren Ternooy Apèl
en Van der Horst zuivere realisten. De eer
ste vooral! Ik heb daar persoonlijk een
herinnering aan bewaard, die te typerend
is voor de^opvatting van Ternooy Apèl als
regisseur, om haar in deze toneelherinne
ringen niet te vermelden.
De Ned. Toneelvereniging speelde in 1908
mijn komedie van het kleine stadsleven
Fatsoen. In het derde bedrijf kwam een
toneel voor, waarin de dames en heren van
de Vereniging „Voor Steun" om een ronde
tafel vergaderden. "Ternooy stond er op, dat
deze dames en heren zoals in de werke
lijkheid ook zou gebeurep in een gesloten
ronde kring om de tafel plaats .namen. Rea
listisch volkomen juist, maar het effect
van de vergadering ging%oor meer dan de
helft er dooi' verloren."
Ik zat met Van der Horst in de donkere
zaal en sprak tegen hem mijn vrees uit, dat
deze scène, zó gespeeld, 'n fiasco zou wor
den. Van der Horst was het volkomen met
mij eens en ik bracht hierdoor gesterkt
dus mijn bezwaren in bij de regisseur.
Ternooy woedeivl. Hij weigerde eerst zelfs
pertinent aan mijn verzoek te voldoen, om
de dames en heren in e#h halve kring te
doen plaats nemen, doch toen ik er met de
meeste nadruk op stond, gaf hij eindelijk
toe, maar niet, voordat hij woedend een
tinnen intkoker over het toneel had ge
gooid. „Dames en heren,'wij zullen doen,
wat de auteur uitdrukkelijk wil! Weg dus
met de realiteit!"
De scène werd opnieuw gespeeld en toen
wij aan het eind waren, zei Van der Horst
zacht tegen rnij„Stil zo laten! Ternooy zal
zelf wel inzien, dat je gelijk hebt!" En ook
mevrouw De Boer kwam na afloop van de
repetitie naar mij. toe. om mij haar instem
ming met de verandering te betuigen.
Ik heb er nooit spijt van gehad en Ter
nooy wa-arschijnlijk ook niet. Hij heeft de
mise en scène tenminste later niet meer
veranderd.
J. B. SCHUIL.
Lagerhuisleden zullen boycot
advies voor Haags Congres negeren
Reuter's politieke correspondent meldt
uit Londen, dat Engelse parlementsleden
van beide zijden voorspellen, dat vele re
geringsaanhangers in het Lagerhuis de
boycot door de Labourpartij van de con
ferentie voor een Verenigd Europa, die
van 7 tot 10 Mei te 's-Gravenhage zal wor
den gehouden, in de wind zullen slaan.
Men verwacht, dat de socialisten van het
vasteland, die dit weekend op internatio
nale socialistische bijeenkomsten te Lon
den hun Engelse collega's ontmoeten, een
sterke poging zullen wagen, de Engelse
Labourpartij te overreden om de aanbeve
ling tot niet-bijwoning in te trekken.
ALGEMENE STAKING AAN DE
GOUDKUST.
Het congres'Van vakverenigingen van de
Goudkust heeft gisteren een algemene sta
king geproclameerd, die te middernacht zou
beginnen, als protest tegen de arrestatie
van zes leiders, die beschuldigd voorden
van medeplichtigheid aan de relletjes van
gedemobiliseerde militairen in verband
met de hoge kosten van levensonderhoud.
Bij deze onlusten, die de vorige maand uit
braken, zijn 22 personen om het leven ge
komen,
Over Muziek
Vert' ling der
Maltt i
us-Snssie
Bij de uitgeverij Het Snectrvm fe Utrecht
is dezer dagèn verschenen de urlyndse
vertaling van de tekst van Bach's Maüheus-
Passie. Prof. dr. G. van der Leeuw, zelf
een goed kenner van Bach's werk, heeft
indertijd als minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen aan de dichter
Jan Engelman opgedragen deze vertaling
te maken. Bij de inleidende woorden van
Wouter Paap lees ik onder andere de vol
gende zinnen: „Een vertaling met eerbied
en begrip voor het kunstwerk gemaakt,
heeft Jan Engelman ons geschonken. Deze
vertaling is met scheppend taalvermogen
uit het muzikale wezen van het kunstwerk
voortgekomen. Vaardigheid met taal en
muzikaal inzicht hebben bij het tot stand
komen van deze vertaling voortdurend
samengewerkt". Met deze opmerkingen
mag men het volkomen eens zijn; ik meen
zelfs dat op vele plaatsen de aesthetische
eenvoud van het Nederlands ons bevrijdt
van onaangename medeklinkers en klin
kers en wat diepr grijpt van gevoe
ligheden, die wel door het Duits, maar niet
door de muziek van Bach worden gewekt.
Hiermee zijn we aan de kern van de zaak.
Er zijn principiële tegenstanders van een
vertaling van de tekst der Mattheus-Passie.
Zij zouden gelijk hebben wanneer het we
zen en de stijl van Bach's muziek een vol
maakte eenheid met de oorspronkelijke
Duitse taal waren. Zeer zeker is deze Passie
practisch ontstaan uit het Duits-Lutherse
kerkelijke leven, als specifiek kunstwérk is
het geboren uit Bach's kunstenaarschap.
Als getrouw en toegewijd Cantor heeft hij
zijn schepping aan de kerk gegeven; als
kunstenaar kon hij zich niet afvragen of
de gemeente de vlucht van zijn muzika
liteit kon volgen. Men weet wat een moeiL
lijkheden de eerste uitvoeringen meebrach
ten, men weet ook dat men na Bach's dood
het werk maar niet meer uitvoerde in de
kerk.
Het practische uitgangspunt van het
werk bracht mee dat de volks-choralen
hun aandeel zouden hebben in het geheel;
dit aandeel is het meest kerkelijke element
in het stuk. Bij het noteren van deze cho-
ralen moet Bach met hart en ziel als ker
kelijk musicus gedacht en gewerkt hebben.
En toch is ook in dit laten wij zeggen
meest-Duitse gedeelte van het werk de
muziek van nature ruimer dan de Duitse
taal. D.w.z. ook de Hollanders bijvoorbeeld
kunnen hun gevoelens uiten in deze
choralen, in directe verbinding met de
muziek, zonder de vertolking van wat aan
de Duitse woorden eigen is. Het tweede
couplet van no. 30 luidt in Engelman's
vertaling:
„Gelaat, dat alle leven
Door zijn geheimen kleurt,
Dat hémelen doet beven,
Wie heeft u zo besmeurd?
Mag uwe mond verbleken,
Verglijdt uw ogenlicht.
Gij zijt mijn eeuwig Teken,
O godd'lijk aangezicht."
Ik zou niet weten in welk opzicht Bach's
werk Jets te kort zou komen, wanneer men
deze zeer zuiver-Hollands gevoelde woor
den zingt; en is het niet in het voordeel
van de Hollanders als zij hun gevoelens
zo direct kunnen uiten?
Een tweede punt is de vertaling der
recitatieven. Hierbij, zou men zeggen, was
de componist toch wel zeer gebonden aan
de landstaal. De recitatieven echter zijn
geen mededelingen van de Duitse taal,
maar mededelingen van de Evangelist of
toegevoegde gebeden of beschouwingen.
Hier kwam het er op aan dat de vertaler
het universele verhaal volgens de muziek
van Bach nauwkeurig weergaf, met inacht
neming van Bach's melodische accenten en
overigens met alles wat de muziek hier
aan eigenaardigheden bezit. Voor deze
vertalingen heb ik bijzonder veel respect,
want de dichter Engelman had hier voor
de vrije vlucht van zijn poëzie natuurlijk
beperkingen; hij heeft hier nochtans zijn
fijne smaak van het zuivere Hollandse
woord tot alle recht laten komen. Ik pre
fereer o.a. hier de edele klankvormen van
het Nederlands boven de oorspronkelijke
taal. Dit wat betreft de rol van de verte
genwoordiger van de Evangelist; het deel
der recitatieven dat een meditatie van de
mens vertolkt, ontstijgt in Bach's compo
sitie de zakelijke vorm der z.g. secco-
recitatieven. het zijn eigenlijk ariosi, dat
wil zeggen liederen, waarin de zuivere de
clamatie verenigd is met melodisch gezang.
Ongetwijfeld behoren deze stukken tot de
schoonste muziek van het werk. Wie niet
in alle onschuld verslaafd is aan de Duitse
woorden zalmet bewondering bemerken
hoe de innige aandoeningen van Bach's
muziek tot hun recht komen bij de nieuwe
woorden. En met de aria's is het niet
anders.
Hoe is het in de grond van de zaak mo
gelijk dat dit werk in een vertaling zichzélf
volkomen gelijk blijft? Omdat het ideaal
van Bach's muziek is de lyrische schoon
heid van de Italiaanse aria der Renais
sance. Hij steunde als rechtgeaard musicus
op de superioriteit der muziek en zijn
voorbeelden daarin waren de Italianen. Het
was geen gril van Bach, dat hij zelfs nach
telijke uren besteedde met het lezen van-
Italiaanse voorgangers en tijdgenoten. Niet
de woorden waren zijn spreektaal, maar
de muziek was zijn spreektaal wanneer hij
componeerde. Het was in Italië dat de dra
matische chromatiek was opgekomen, het
was in Italië dat men zong wat men te
zeggen had. Het was in Italië dat van ouds
her het universele karakter der muziek
bloeide. En zo ontstond in de dramatische
muzikaliteit van Bach deze Passie als een
groots mysteriespel vol zingende activiteit
en elegant gezang.
Het universele dezer muziek behoort ook
tot ons Hollanders direct te kunnen spre
ken; het is zeer zeker de verdienste van
deze vertaling dat dit nu meer dan ooit
mogelijk is.
HENDRIK ANDRIESSEN.
TSJECHISCHE PARLEMENTSLEDEN
VERLIEZEN ONSCHENDBAARHEID.
Zes Tsjechoslo waakse parlementsleden
zijn Donderdag van hun parlementaire
immuniteit vervallen verklaard op grond
van „samenzwering en verraad". Het zijn:
Jan Ursini, voormalig Slowaaks democra
tisch vice-premier, dr. Fedor Hodza, voor
malig secretaris van de Slowaakse demo
cratische partij, dr. Vladimir Rrajina,- se
cretaris van de Tsjechoslowaakse socialis
tische partij, Alois Cizek Bohuslab Deci
en Otto Hora van de socialistische partij.
De voorzitter van het Oostenrijkse Cha-
ritasverbond, mgr. dr. D. Weinbacher, be
zoekt momenteel ons land om te bedanken
voor de gastvrije ontvangst van Oostenrijkse
kinderen, die hier drie maanden worden
ondergebracht.