Literaire Kanttekeniegen ^"AKKERTJE Madame De Nederlandse Toneelvereniging 1 Film i schijnbare eenvoud het J^ATERDAG 20 MAART 1948 AMOEDE VAN HAERSOLTE: „Sophia in de Koestraat". (N.V. Uitg. Mij. G. A. van Oorschot, Amsterdam). nr VRAAG ot de Jury, op wie HET .alleen moeilijke maai- ook ie „iwoordeliike taak rustte, een .uiterst 'eran"me„ inzake de toekenning lesl'si"? foïl ingestelde en naar P, C. W» ie npmde Staatsprijs voor Letter- Hooft vei»°«" schrijfster van deze ver- tunde. a»" dienst heeft bewezen met halenbundel1werk Niemand kan. nemE°' als 1et j0ek van men W a„ Wie onverhoeds een zo döscMWf, n dee, vidj me( crj. h°?e0 èespitster neiging tol verge- tlscher oog et s verhaiend pr0za in de lijking juii 1944 tot Juli «947 vor- periode vaV,chm,w[l wordt dan anders «W® ,,s'7, .an geweest. Men wil zich W'!et„ geven ™n wat dan wel het "Knsf -iBkiorijzenswaardige is; men leest uitzonderlijk P tbaasd; naar twee kanten O - J ,.nt de Staatsprijs werd ge- uerbaastt. gepubliceerd in boven- lplilSt:fSdvak, 'schijnt de jury een vol- itroning waard geacht te hebben, oosttoum Arthur van Schendel 1)11 "ïü- niemand' zal het de schrijver tf Een Hollandsch Drama", „De Wereld ""Seest", enkele werken uit de z.g. 'n.Ke Parioje" e" zék£r n, ""V"1 3 SereVerhalen", „Fratilamuren dl 2> en de Lente" misgunnen al- eerbetoon viel ongelukkiger- geel aan een roman, die zeker niet -den beschouwd als een hoogtepunt levenswerk, al blijft het 10 h m Hie weet te luisteren in dezelfde rarh®sfwS ..Het Oude Huis" werd *2Leu, toch altijd Van Schendel, die ISéef! Maar, gebonden door het voor- hraven jaartal van verschijnen, was E Lalst-uilgegeven roman van de dro- a. neinzer van Sestri Levanti de enige, Z voc' de hoge onderscheiding van. Z halve staatsprijs in aanmerking kwam. r. V schrijver-zelf dit verdeeld eerbe- bnn de jury in dank hebben afgenomen? halve postume eer is een twijfelachtig Maar goed, Arthur van Schendel is termade dan bijgezet in het Staatspan- 51 der Letteren, met een gehalveerde Hóoft-kroon op het hoofd, alsof het hier «en hoofdzaak gold. Pp de andere helft? Deze rust dan op Sophia in de Koestraat gevolgd door nog ks andere verhalen. Buiten geding blijft, of de schrijfster veel of weinig literair werk op haar naam heeft staan Van Schendel had een teveel daarvan of zij al dan niet tot de „gerenommeerde auteurs" -behoort, waar een ieder toch wel weet, dat „roem" en letterkundige waarde in een tijd als de onze, waarin de maatstaven voor deugde lijke literaire kritiek op een zo ontstellende - wijze zoek zijn, niet altijd samengaan. Wat I beoorbeeld moest worden, waren de kwa liteiten van het boek als kunstwerk en niets anders dan deze. En daarvan onbevoqpoor- - (ieeld uitgaande, moet men wel verbaasd staan - verbaasd, dat geen enkel ander 1 proza-product van dit drietal jaren „So il phia", volgens het oordeel der jury, naar de kroon kon steken. Amoede evan Haer- splte schrijft namelijk een proza, geschikt om voorgelezen te worden door precieuse- lijk-gekpitste mondjes, zoals men deze 'waarderen kon in een porcelein-fragiele tijd van Watteau en Fragonnard: wat co- quelleren met een „woordkunst", die' haar effect ontleent aan wei-bestudeerde drib belpasjes van zinsmetrum, van gracielijke woordschikking, van folkloristische taal- lequisieten en onverwachte buiginkjes van „plechtige" taal. Telkens weer deed haar verhaaltrant rriij denken aan een ijverig- trotse moeder, die haar kind op zijn paas- best heeft uitgedost met kwikjes en strik jes, met paviljotjes en een wei-gesteven en gestreken kanten jurkje, het dan, „achter uittredend", op een afstand beziet en met uiterlijke ijdelhéid zegt: „en dat is nu óns kind!" In die trant, fraai-gestyleerd, spre ken haar personen, spreekt de schrijfster van en tót haar personen, juist een tikje té zangerig-welluidend, te exquis, te over- Jaden met détail een stijl, soms vreemd gemengd met expressionistische ingrediën ten, hier wat Vlaams, daar wat „Bartje"- achtig regionaal en precies teveel twee dimensionaal, om aan haar verhaal hoe welgekozen soms haar vondsten de diep te te geven van wat mensnabij, levens-echt is in de waarachtige sterkte van eenvoud en onopzettelijkheid. Met zorg en elegantie gehaakt „frivolité", geurend naar een acht- tiende-eeuwse salon daaraan deed dit proza mij denken. Hooft was een dergenen, die onze mo derne taal mee heeft helpen vormen ®|n denke aan zijn „Nederlandsche Histo riën"; Hooft was een minnedichter met een taalgevoel van uiterste fijnheid Hooft was een man van stijl, een laalvormer, een woordsmid, een „vent" dié" tevens de „vorm" beheerste (om de terminologie van Jlenno ter Braak te gebruiken). Naar hèm beeft men de Staatsprijs vernoemd. Ep met zijn naam is „Sophia in de Koestraat" ge werd. Het is jammer voor de schrijfster, aie, toegerust met een scherp waarnemings vermogen, een talent voor vaak puntige tekening, een oog van markante situaties €n rijkelijk voldoende ontvankelijkheid voor wat er in een mensenhart kan om gaan met natuurlijker stijlmiddelen en min. der concessies aan een anachronistisch aestheticisme, bij machte is tot het schrij ven van gaver werk dan dit bekroonde. Maar méér dan jammer is het, dat de criteria voor het Onderscheiden tussen kunstwoord en woord-lcunst dusdanig is verzwakt, ja, verloren gegaan zijn, dat men na deze bekroning moet zeggen; „dat zet er kroon aan op" en met. weemoed denkt aan de jaren, dat de dichter van Eyck te kortstondig helaas in zijn periodiek „Lei- ding" nog leiding gaf aan onze kritiek! „Het persoonlijke karakter van een schrijver bepaalt zijn betekenis voor het publiek, niet de kunsten van zijn talent. Napoleon zei van Corneille: als hij nog leefde, maakte ik hem vorst maar hij las hem niet. Ra cine las hij wel maar vap hèm zei hij dit niet. Dat is een woord van Goethe. Zou men niet goed doei),- daaraan nog eens indachtig te zijn? v C. J. E. DINAUX. Zwitserse avond van de Ned. Reisvereniging De leden van de afdeling Haarlem der Ne derlandse Reisvereniging hadden Donder dagavond grote, aandacht voor Zwitserland, waarover de heer Herman Felderhof in de tuinzaal van het Concertgebouw sprak. De spreker heeft verschillende delen van het land bezocht en vertelde er bijzonderheden over, welke de bezoekers, die een reis naar Zwitserland hadden gemaakt, niet altijd bekend waren. Het hoven van de namen en later het zien op het witte doek van bekende plekjes wekten aangename herinneringen op. Vertoond werden films over de bouw van de Sint Gotthard-tunnel, over wintersporten en een bezoek aan Berner Oberland. De Spoor wegmaatschappij Bërn-Simplon-Lötsberg heeft kort geleden een prachtige film laten maken van centraal Zwitserland. Deze werd na de pauze vertoond en genoot de bijzondere belangstelling. Na afloop dankte de voor zitter. de heer C. Spaargaren, de spreker en het Zwitserse Verkeersbureau uit Amster dam, dat de films beschikbaar had gesteld. Distributiebescheiden welke men moet bewaren Op veelvuldig verzoek deelt het Centraal Distributiekantoor mede, welke distribu tiebescheiden' thans in gebruik zijn of bin nenkort in gebruik genomen worden. De volgende bescheiden dienen zorgvuldig bewaard te^ worden: de tweede distributie stamkaart; het inlegveld G 605; de bon kaart K. L, O of P 804 en K, L, O of P 806; tie Tabaks- én/of Versnaperingen- kaart QA. QB en QC 802; de Textielkaar- ten VA 705 en VA 804; de brandstoffen- kaarten TA en TB 707 en TA en TB 806; de inlegvellen voor a.s. moeders CM 703, CA 802 en CB 808; en de toeslagkaarten M 804 en Z 804, M 806 en Z 806. Van alle andere kaarten, welke men nog iri bezit mocht hebben, zullen geen bonnen meer worden aangewezen. gif f M OeNxfer'andsche noord pij fff Pijnstiller Kiespijn (®j) Zenuwpijn W emanmngen op lange K.L.M.-vluchten tiin^L e.e.n vlucht van ongeveer dertig VtmT eea s^uk de bemanningen van de zepr ^Jen, ^sterdam.-Johannesburg te bemanJi ™oien is thans een volledige neei-ri v i in Kano gestation- vheeüZ i! plg voor Yier maanden. Het te S komende uit Amsterdam, wordt nine na i°°r .^e ^an vliegende beman- vloBpn riA ?n?ing verlaten en verder ge- de NedmOa j m Zuid-Afrika verblijven- het topilindse KLM-personeel. Dit vliegt daarna mn ,naar Johannesburg, keert er spi'onkeliilfp v!'Ug naar Kano> waar de oor bet naar q\^T:ianning weer instapt en 00k JlCÏmr?\ than-; <JL Zuid-Amerika-lijn wordt dat beooef v gemaak.t van di* systeem, de Dercnno ye4rmoeidheid van het vliegen- sneller te. voorkomen en de luchtreis Hio de jL e" Verl°Pen- Te Casablanca, aiugen sPQf"r °n Montevideo zijn beman- vZ imIT™*"1 0p de Indië-lijn ,s° w®d-bSSgen.SebrUik Semaakt Muziekprijs. De muziekprijs A 1947 van de stad Amsterdam wordt opnieuw uitge schreven. Ditmaal stelt de gemeente een prijs van f 1500 beschikbaar voor een werk voor kamerorkest of een kamerniuziekwerk of een klein koorwerk (met of zonder begeleiding van instrumenten). Deelneming sfaat open voor Nederlandse componisten, die de leef tijd van 35 jaren nog niet hebben bereikt. De jury is samengesteld uit de heren Wil lem Andriessen, Paul Pella en Henri Zagwijn. Voor radio-Bremen. De Hïlversumse musicus Harry Wiggelaar heeft een uitnodi ging ontvangen om eind Mei voor Radio- Bremen, onder auspiciën van de Amerikaanse bezetting, een tweetal concerten te dirigeren van het Philharmonisch orkest van radio- Bremen. Daarbij zullen ten gehore worden gebracht een symphonie van Ignaz Liliën en een werk van Léon Stekke. Voorts zal hij een tweetal vioolrecitals geven. Parijse charme tussen Hollands bloemen- schoon. Een plaatje van de tentoonstelling van Hollandse narcissen en tulpen in Parijs Gratis N.S.-aboimemeiiteii voor militairen uit In die Met. ingang van Maandag 22 Maart zul len aan gerepatrieerde militairen gratis abonnementen worden verstrekt. Deze abonnementen zijn gedurende de eerste maand na de terugkomst van de militai ren geldig op allé voor het reizigersver- voer geopende lijnen van de Nederlandse Spoorwegen, op door de N.S. geëxploiteer de lijnen, op het stoombootveer Stavoren- Enkhuizen en op de lijnen van de ver voersondernemingen, die aangesloten zijn bij de Nederlandse Vereniging van Trans portondernemingen (N.V.T.O.) zodat de gerepatrieerde militairen ook op vrijwel alle busdiensten vrij vervoer genieten. Op de keerzijde van de abonnementskaart is een lijst afgedrukt, die alle bij de N.V.T.O. aangesloten ondernemingen bevat. De abonnementen worden bij aankomst van de militairen in Nedeidand door een daar-fl mede belaste militaire organisatie uitge reikt. Vobr elke kaart moet door de mili tair bij het in ontvangst nemen een waar borgsom gestort worden van 7. Deze waarborgsom wordt, bij tijdige inlevering aan een station of halte van de N.S. terug betaald. Ambtenaren van Amersfoorts Beheersinstituut gestraft De Utrechtse rechtbank, welke 14 dagen geleden de zaak behandelde tegen de vijf ambtenaren bij het -Beheersinstituut te Amersfoort, beschuldigd van verduistering en corruptie, heeft de candidaatnotaris mr. J. A. L. V. secretaris van het Amersfoort- se Beheersinstituut veroordeeld tot zes maanden met aftrek. De adjunct-secretaris K. B. kreeg 14 dagen met aftrek van 14 dagen voorarrest, zodat hij op vrije voeten werd gesteld. De chef der afdeling „eigen beheer" A. B. werd veroordeeld tot zes maanden, de ambtenaar L. S. tot vijf maanden, het hoofd van de sectie huishou delijke dienst. M. de J. tot 126 -dagen met aftrek, waardoor ook hij op vrije voeten werd gesteld en de ambtenaar van het op sporingsinstituut J. C. A. W. B. tot een jaar, met bevel tot onmiddellijke inhech tenisneming. „,In een blauwgeruite kiel" In de twee helft der 18de eeuw werd te Vlissingen het Zeeuws genootschap dei- Wetenschappen opgericht. Het jaar daarop werd de zetel van het genootschap naar Middelburg overgebracht, teaamen met 'de inventarise,. welke de grondslag vormde voor het museum van da^ genootschap. Tot die inventaris behoorde ook het bekende wiel. uit de touwslagerii, waar „in zijif blauwgeruite kiel" Michiel de Ruyter aan gedraaid heeft. Later hebben verschillende stadsbestuurderen „Ruyteriana" verkocht ten bate ener sluitende begroting, zodat Vlissingen, de stad van „Bestevaer Mi di iel", vrijwel geen tastbare herinneringen aan de grote zeeheld meer bezit. Te Vlissingen is thans evenwel het ver heugende bericht ontvangen dat bij het Zeeuws genootschap der Wetenschappen geen principiële bezwaren bestaan het be roemde wiel aan het gemeentelijk museum van Vlissingen in bruikleen af te staan. Ingetogen en bescheiden als een kloosternovice !/^V% lijkt de draagster van fff 'c dit ensembledat her- 1 innert aan voorbije eeuwen doch tegelijk door snit en materiaal keuze hypermodern werkt. „Nopjes" is de mode dit jaar. In aller lei kleuren komen de nopjesstoffen aan de markt .en daarbij zijn weer verschillende gloed nieuwe tintenvariaties, die het oog bekoren door hun originele en vaak verrassende combinaties. Geel op bruinwit op maxtoe of marine blauw en grijs op lichtblauw zijn de voornaamste, doch daarnaast heeft men het aangedurfd om donkerblauwe noppen op beige fond en zelfs donkergroene op licht grijs te projecteren. Madame La Mode was met de nieuwe vondsten 1 danig.in haar nopjes, f Toaceiheraineringcn. en ton cclporfretten De Nederlandse Toneelvereniging was het gezelschap, dat in de eerste plaats natu ralistische en realistische toneelspeelkunst wilde brengen. De tijd van het realisme moge voorbij zijn, men zal moeilijk kunnen ontkennen, dat de oprichting van de Ne derlandse Toneelvereniging in de ontwik kelingsgang van ons toneql niet noodzake lijk is geweest. In ons land vierden Alexan der Dumas en Victorien Sardou hoogtij en zelfs schrijvers als Hauptmann en Ibsen waren in de jaren '90 op de officiële plan ken van de Amsterdamse Stadsschouwburg nog taboe. Het was dan ook een frisse wind, die er woei door de Hollandse Schouwburg in die jaren heette hij nog Artis-SchoiAvburg toen de Ned. Toneelvereniging er haar eerste voorstellingen gaf. Stukken van Hauptmann, Max Halbe, Multatuli, Ibsen, Maeterlinck, Strindberg, Zola, waarvoor de deftige Stadsschouwburg toen nog gesloten bleef, kwamen op het repertoire en hadden een groot succes. Al heel spoedig ging er een roep uit van dit nieuwe gezelschap. Zo groot was de naam van de Ned. Toneelvereniging, dat zij in 1895 een uitnodiging ontving om in das Deutsche Theater te Berlijn, gastvoorstellin- gen te komen geven. De zo moeilijke Ber- lijnse pers prees de opvoeringen zeer en met roem beladen keerde het gezelschap naar Nederland terug.'" Mahr van roem alleen kunnen zelfs toneelspelers niet leven. Vfcoral toen Chris- pijn in 1896 naar het Leidse, Plein ging, kwamen er moeilijke dagen voor de Toneel vereniging. ^.driaan van der Horst verving Ghrispijri als regisseur en toen l&ter Henri van Kuyk door een geesteskrankheid zijn werk moest neerleggen^verd hij vervan gen door Mari Temooy^.pèl. Des' winters speelde men stukken als Spoken, Rosmers- holm, De Vijand .van het Volk en Kleine Eyolf, des zomers moesten kluchten als Jan Ongeluk op de kermissen de financiële stroppen, die het artistieke repertoire hun had bezorgd, weer goed maken. Gezonde huid vrij vaQ allerlei onzuiverheden. Purol doet wonderen. Doos 30 ct. Purolin (verfijnd product voor moeder en kind). Doos 40 cent. „Retournons a la nature!" Laten wij tot de natuur terugkeren schreef de filo soof Jean-Jacques Rousseau in de jaren voor de Franse revolutie, toen hij schoon genoeg had gekregen van het klatergoud en het bederf in het grootsteedse leven. Zijn leuze vond gehoor en het werd al lengs een rage de natuur in al haar vor men te bezingen of te bestameien, naar gelang men talent had of aan zelfoverschat ting leed. Wij zouden ons kunnen voorstellen, dat de film „Farrebique" van de Franse cineast George Rouquier in de cinematografie van onze dagen een soortgelijke omwenteling te weeg brengt. De officiële erkenning van dit meester werk, dat niets anders toont dan het dage lijkse leven van een boerengezin in de wis seling der seizoenen op een boerderij in Zuid-Frankrijk, is er reeds. Tijdens het festival te Cannes heb.ben de twee jurys van de „Grand prix du Cinéma'^ en van de „Prijs van de Internationale critiek" „Fa- -roViimio"». m-frlprscheïden al: rehique"- onderscheiden als een film, die onder een meest oorspronkelijke en meest gedurfde product van de laatste jaren betekent. De Franse filmcriticus George Charensol heeft opgemerkt, dat in de filmwereld een stroming gaande is, vergelijkbaar met het inpressionisme in de schilderkunst. Drie-;, kwart eeuw geleden bepaalden traditie en methode de vormgeving der schilders. Een Van Gogh begreep, dat, wilde zijn kunst levend blijven, een nauw contact met de werkelijkheid onontbeerlijk was. Indien de film zich vrij had kunnen ont wikkelen, dan was het gebied, dat George Rouquier ons heeft geopenbaard, reeds lang ontdekt. Dan hadden de oineasten kunnen gaan in vele richtingen: de documentaire, de tekenfilm, het experiment. Maar het is nu een keer zo, dat de film vóór alles een industrie is, waarin de pro ductie bepaald wordt door de winst. En op hetzelfde ogenblik, dat de fabrikanten in Hollywood en Nieuw-Babelsberg ontdek ten, dat het publiek gemakkelijk te paaien was met melodrama's, met kijkspullen, met cowboy- en gangster-avonturen, was de vrijheid voor de cineast verkeken. Daarbij moet opgemerkt worden dat het publiek door producenten en zaal-exploi tanten stelselmatig wordt onderschat. „Far rebique" ontlokte aan een eenvoudig, doch bewust belangstellend publiek in een door het „Instituut voor Arbeidersontwikkeling" georganiseerde vertoning een hartelijk ap plaus en werd algemeen gewaardeerd. Wel licht dat dit voor een der Haarlemse bio scoopdirecteuren aanleiding is dit werk ook eens in de gewone roulatie op te nemen. Tot nu toe, zo vernamen wij, stond „Fare- bique" nog niet voor een Haarlems theater geboekt. Men dient deze rolprent ook welbewust te onderscheiden van die „gespeelde docu mentaires", die een tijdlang dank zij een vlotte intrigue in een exotisch landschap grote populariteit genoten. „Farrebique" mist namelijk iedere ver telling in de gewone betekenis. Deze boe ren en boerinnen spreken lang en breed over een voorgenomen herstelling van hun behuizing, die tenslotte toch niet doorgaat. Dat is dan het enige „verhaaltje", waarofti de film draait. Het is zonder meer duide lijk, dat het de regisseur daar nu juist niet om te doen was. Het is de natuur zelf, die hier aan het woord i's. Geboorte, leven en sterven van de schepping in al haar ver schijningsvormen krijgen gestalte door het oog van de kunstenaar. Die laatste, toevoe ging is belangrijk, daar men anders zou kunnen jjenken, dat „Farrebique" een soort natuur-journaal is, een letterlijke weer geving van feiten zonder meer. Het zou dan niet mogelijk zijn, dat wij anderhalf uur geboeid bleven meeleven.. De meeste na- tuurfilmpjes voor didactisch gebruik plegen immers reeds na tien minuten te vervelen. Maar waar een schoolmeester ter be schrijving van de lente een stuifmeel- theorie ten beste zou hebben gegeven, biedt Rouquier ons een fragment lyriek aan, dié getuigt van zijn persoonlijke ver voering en verrukking bij het aanschouwen en beschrijven van het eeuwige wonder van hét leven zelf. En' het is juist deze steeds aanwezige persoonlijkheid van de artist, die „Farrebique" het karakter geeft dat de producten van de lopende Holly- woodband zo deerlijk missen. J. H. B. De hoofdpersoon uit Farrebique, geen jeune-premier, slechtseen normaal mens. Het water stond reeds aan de lippen en er was ernstig sprake van opheffing van de Toneelvereniging, toen er onverwachts redding kwam. Heyermans had op dringend verzoek van Ternooy Apèl en Van dei- Horst Ghetto geschreven en de première van dit stuk-in 1898 betekende het begin van een elk jaar terugkerend groot finan cieel en ook ondanks de in het eerst nog zeer gereserveerde pers artistiek succes. De Ned. Toneelvereniging werd het gezel schap van de Heyermans-stukken en al ligt de tijd nu al meer dan 40 jaar achter ons, een ieder weet, wat dit voor Nederland betekende. Zoals in Noorwegen Ibsen, zo was in Nederland Heyermans de schrijver, die elk jaar vast.een nieuw stuk schreef en de pre mières in de Kerstweek werden telkens weer evenementen. Na Ghetto volgden Het 7e Gebod, Op Hoop van Zegen, Ora et La- bora, Bloeimaand, Allerzielen, Uitkomst, De Meid, De Opgaande Zon en bijna elk nieuw stuk werd een succes. En hoe voortreffelijk waren ook deze op voeringen! Nooit zijn later de stukken van Heyermans ook niet in het 'buitenland, waar men de Hollandse sfeer niet wist te treffen zo goed, ja zo volmaakt gespeeld als door de oude Ned. Toneelvereniging. Welk een uitstekende krachten had dit gezelschap voor dit genre! De onvolprezen mevr. De BoerVan Rijk, de ontroerend- ?uivere actrices Wilhelmina van der Horst en Tilly Lus. de ernstige Adriaan van der Horst, Alex Faassen Jr., de toen nóg jonge Jan Musch, de gémoedelijk-komische later, helaas, blind geworden Van Wester hoven, Dirk Holkers, Mari van Warmelo, ja, het was in waarheid een prachtig en semble voor realistische toneelspeelkunst. Want niet alleen in de keuze van hun stuk ken, ook in hun regie waren Ternooy Apèl en Van der Horst zuivere realisten. De eer ste vooral! Ik heb daar persoonlijk een herinnering aan bewaard, die te typerend is voor de^opvatting van Ternooy Apèl als regisseur, om haar in deze toneelherinne ringen niet te vermelden. De Ned. Toneelvereniging speelde in 1908 mijn komedie van het kleine stadsleven Fatsoen. In het derde bedrijf kwam een toneel voor, waarin de dames en heren van de Vereniging „Voor Steun" om een ronde tafel vergaderden. "Ternooy stond er op, dat deze dames en heren zoals in de werke lijkheid ook zou gebeurep in een gesloten ronde kring om de tafel plaats .namen. Rea listisch volkomen juist, maar het effect van de vergadering ging%oor meer dan de helft er dooi' verloren." Ik zat met Van der Horst in de donkere zaal en sprak tegen hem mijn vrees uit, dat deze scène, zó gespeeld, 'n fiasco zou wor den. Van der Horst was het volkomen met mij eens en ik bracht hierdoor gesterkt dus mijn bezwaren in bij de regisseur. Ternooy woedeivl. Hij weigerde eerst zelfs pertinent aan mijn verzoek te voldoen, om de dames en heren in e#h halve kring te doen plaats nemen, doch toen ik er met de meeste nadruk op stond, gaf hij eindelijk toe, maar niet, voordat hij woedend een tinnen intkoker over het toneel had ge gooid. „Dames en heren,'wij zullen doen, wat de auteur uitdrukkelijk wil! Weg dus met de realiteit!" De scène werd opnieuw gespeeld en toen wij aan het eind waren, zei Van der Horst zacht tegen rnij„Stil zo laten! Ternooy zal zelf wel inzien, dat je gelijk hebt!" En ook mevrouw De Boer kwam na afloop van de repetitie naar mij. toe. om mij haar instem ming met de verandering te betuigen. Ik heb er nooit spijt van gehad en Ter nooy wa-arschijnlijk ook niet. Hij heeft de mise en scène tenminste later niet meer veranderd. J. B. SCHUIL. Lagerhuisleden zullen boycot advies voor Haags Congres negeren Reuter's politieke correspondent meldt uit Londen, dat Engelse parlementsleden van beide zijden voorspellen, dat vele re geringsaanhangers in het Lagerhuis de boycot door de Labourpartij van de con ferentie voor een Verenigd Europa, die van 7 tot 10 Mei te 's-Gravenhage zal wor den gehouden, in de wind zullen slaan. Men verwacht, dat de socialisten van het vasteland, die dit weekend op internatio nale socialistische bijeenkomsten te Lon den hun Engelse collega's ontmoeten, een sterke poging zullen wagen, de Engelse Labourpartij te overreden om de aanbeve ling tot niet-bijwoning in te trekken. ALGEMENE STAKING AAN DE GOUDKUST. Het congres'Van vakverenigingen van de Goudkust heeft gisteren een algemene sta king geproclameerd, die te middernacht zou beginnen, als protest tegen de arrestatie van zes leiders, die beschuldigd voorden van medeplichtigheid aan de relletjes van gedemobiliseerde militairen in verband met de hoge kosten van levensonderhoud. Bij deze onlusten, die de vorige maand uit braken, zijn 22 personen om het leven ge komen, Over Muziek Vert' ling der Maltt i us-Snssie Bij de uitgeverij Het Snectrvm fe Utrecht is dezer dagèn verschenen de urlyndse vertaling van de tekst van Bach's Maüheus- Passie. Prof. dr. G. van der Leeuw, zelf een goed kenner van Bach's werk, heeft indertijd als minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aan de dichter Jan Engelman opgedragen deze vertaling te maken. Bij de inleidende woorden van Wouter Paap lees ik onder andere de vol gende zinnen: „Een vertaling met eerbied en begrip voor het kunstwerk gemaakt, heeft Jan Engelman ons geschonken. Deze vertaling is met scheppend taalvermogen uit het muzikale wezen van het kunstwerk voortgekomen. Vaardigheid met taal en muzikaal inzicht hebben bij het tot stand komen van deze vertaling voortdurend samengewerkt". Met deze opmerkingen mag men het volkomen eens zijn; ik meen zelfs dat op vele plaatsen de aesthetische eenvoud van het Nederlands ons bevrijdt van onaangename medeklinkers en klin kers en wat diepr grijpt van gevoe ligheden, die wel door het Duits, maar niet door de muziek van Bach worden gewekt. Hiermee zijn we aan de kern van de zaak. Er zijn principiële tegenstanders van een vertaling van de tekst der Mattheus-Passie. Zij zouden gelijk hebben wanneer het we zen en de stijl van Bach's muziek een vol maakte eenheid met de oorspronkelijke Duitse taal waren. Zeer zeker is deze Passie practisch ontstaan uit het Duits-Lutherse kerkelijke leven, als specifiek kunstwérk is het geboren uit Bach's kunstenaarschap. Als getrouw en toegewijd Cantor heeft hij zijn schepping aan de kerk gegeven; als kunstenaar kon hij zich niet afvragen of de gemeente de vlucht van zijn muzika liteit kon volgen. Men weet wat een moeiL lijkheden de eerste uitvoeringen meebrach ten, men weet ook dat men na Bach's dood het werk maar niet meer uitvoerde in de kerk. Het practische uitgangspunt van het werk bracht mee dat de volks-choralen hun aandeel zouden hebben in het geheel; dit aandeel is het meest kerkelijke element in het stuk. Bij het noteren van deze cho- ralen moet Bach met hart en ziel als ker kelijk musicus gedacht en gewerkt hebben. En toch is ook in dit laten wij zeggen meest-Duitse gedeelte van het werk de muziek van nature ruimer dan de Duitse taal. D.w.z. ook de Hollanders bijvoorbeeld kunnen hun gevoelens uiten in deze choralen, in directe verbinding met de muziek, zonder de vertolking van wat aan de Duitse woorden eigen is. Het tweede couplet van no. 30 luidt in Engelman's vertaling: „Gelaat, dat alle leven Door zijn geheimen kleurt, Dat hémelen doet beven, Wie heeft u zo besmeurd? Mag uwe mond verbleken, Verglijdt uw ogenlicht. Gij zijt mijn eeuwig Teken, O godd'lijk aangezicht." Ik zou niet weten in welk opzicht Bach's werk Jets te kort zou komen, wanneer men deze zeer zuiver-Hollands gevoelde woor den zingt; en is het niet in het voordeel van de Hollanders als zij hun gevoelens zo direct kunnen uiten? Een tweede punt is de vertaling der recitatieven. Hierbij, zou men zeggen, was de componist toch wel zeer gebonden aan de landstaal. De recitatieven echter zijn geen mededelingen van de Duitse taal, maar mededelingen van de Evangelist of toegevoegde gebeden of beschouwingen. Hier kwam het er op aan dat de vertaler het universele verhaal volgens de muziek van Bach nauwkeurig weergaf, met inacht neming van Bach's melodische accenten en overigens met alles wat de muziek hier aan eigenaardigheden bezit. Voor deze vertalingen heb ik bijzonder veel respect, want de dichter Engelman had hier voor de vrije vlucht van zijn poëzie natuurlijk beperkingen; hij heeft hier nochtans zijn fijne smaak van het zuivere Hollandse woord tot alle recht laten komen. Ik pre fereer o.a. hier de edele klankvormen van het Nederlands boven de oorspronkelijke taal. Dit wat betreft de rol van de verte genwoordiger van de Evangelist; het deel der recitatieven dat een meditatie van de mens vertolkt, ontstijgt in Bach's compo sitie de zakelijke vorm der z.g. secco- recitatieven. het zijn eigenlijk ariosi, dat wil zeggen liederen, waarin de zuivere de clamatie verenigd is met melodisch gezang. Ongetwijfeld behoren deze stukken tot de schoonste muziek van het werk. Wie niet in alle onschuld verslaafd is aan de Duitse woorden zalmet bewondering bemerken hoe de innige aandoeningen van Bach's muziek tot hun recht komen bij de nieuwe woorden. En met de aria's is het niet anders. Hoe is het in de grond van de zaak mo gelijk dat dit werk in een vertaling zichzélf volkomen gelijk blijft? Omdat het ideaal van Bach's muziek is de lyrische schoon heid van de Italiaanse aria der Renais sance. Hij steunde als rechtgeaard musicus op de superioriteit der muziek en zijn voorbeelden daarin waren de Italianen. Het was geen gril van Bach, dat hij zelfs nach telijke uren besteedde met het lezen van- Italiaanse voorgangers en tijdgenoten. Niet de woorden waren zijn spreektaal, maar de muziek was zijn spreektaal wanneer hij componeerde. Het was in Italië dat de dra matische chromatiek was opgekomen, het was in Italië dat men zong wat men te zeggen had. Het was in Italië dat van ouds her het universele karakter der muziek bloeide. En zo ontstond in de dramatische muzikaliteit van Bach deze Passie als een groots mysteriespel vol zingende activiteit en elegant gezang. Het universele dezer muziek behoort ook tot ons Hollanders direct te kunnen spre ken; het is zeer zeker de verdienste van deze vertaling dat dit nu meer dan ooit mogelijk is. HENDRIK ANDRIESSEN. TSJECHISCHE PARLEMENTSLEDEN VERLIEZEN ONSCHENDBAARHEID. Zes Tsjechoslo waakse parlementsleden zijn Donderdag van hun parlementaire immuniteit vervallen verklaard op grond van „samenzwering en verraad". Het zijn: Jan Ursini, voormalig Slowaaks democra tisch vice-premier, dr. Fedor Hodza, voor malig secretaris van de Slowaakse demo cratische partij, dr. Vladimir Rrajina,- se cretaris van de Tsjechoslowaakse socialis tische partij, Alois Cizek Bohuslab Deci en Otto Hora van de socialistische partij. De voorzitter van het Oostenrijkse Cha- ritasverbond, mgr. dr. D. Weinbacher, be zoekt momenteel ons land om te bedanken voor de gastvrije ontvangst van Oostenrijkse kinderen, die hier drie maanden worden ondergebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 5