c
3 Het Hildebrandmonument
Xilly Lus, actrice van grote innigheid
De 9 Muzen
Zangwedstrijd van Haarlems Chr. Gem. Koor
„Door Zang Vriendschap"
Overeenstemming over een
West-Europese clearing
la Mode
ROVER
MEI 1948
2A TERDAG
^r^^herinmering'eBi en toncclporfrcttcn
r, van Riik, Mien van der
Estill ia„®°r,us zii waren alle drie aan
flotf,ïdveréniging verbonden. Men
j£ Ned. dat dit wel drie su-
moeten ere krachten waren voor
S^ÏÏfdS eieh voornamelijk had
een enf™„ iet realistische toneel.
ingesteld OP he ,Uke kennismaking
Mijn eerste tQen Z1J m mijn
Fatsoen" de .ionge melsjMtol
komedie ..Fats lijd hcb ik haar hele
PT* kunnen volgen bij de Toneel-
uopbaan kunne ,erSi het gezelschap
«BCT1Sin!',,„ en het Centraal Toneel en
SSh 4 onverdeelde bewondering, ge-
1« iei wel zeel' be6enadlg kun"
Itenares1__ mij vroeg naar de namen
TSoSted™ Sant levende toneel-
land. dan non A daarbij
.«f'lfuy Lus noemen. En toch behoort
«oV« Al11?, AJU -I mfln ?n se
in ons
«w ÏÏÜëel'ïiet tot wat men zo ge-
Cl "..S^tLier grote tragediennes ver-
,00!1 7ii hS een heel apart talent en
cisaf. Zij neen „ij ^an nnk een
neemt in onze toneeiw«»~
het gewone leven
rit zowel als innerlük heel weinig
„ittrlljk zot« zjj is jn de eerste
Krojfën moeder en m,o»oe«
plaats
i te twijfelen, dat het haar
ze-f moeite gekost heeft haar gezin te
's avonds te spelen. Want zij
verlaten om zelfde innigheid en
- dikwijls op het
•"fnLheid dat is het grote kenmerk van
J ™l vën Tillv Lus. Innigheid en zuiver-
H ft ken geen actrice, wier spel zo ge-
ini Ik ken_ë uilkomt en daarom
w! en al van binnen uiw«
^ontroert, als Tilly Lus. Zij is
""rSjfel een natuurta
"S verschillend van een actrice ais mise
GS die ook tot de grootste drie m
M,!s'bnddibeho°ortt053ij" Else Mauhs voelt
m elk gebaar, elke stem-nuance van
k raren is bestudeerd en vastgelegd; zij
liaat steeds boven haar rol, maar haar
SniekS» volmaakt, dat alles volkomen
"SyLlfc1daarentegen speelt, zoals haar
bart betbaar ingeeft. Hoe zij in haar rol-
to een zo grote, ontroerende innigheid
LreikP Misschien zou zij zelf er niet op
Een antwoorden. Men zou even goed
een bloem kunnen vragen, hoe zij bloeit.
Van Tilly Lus kan men zeggen, dat zij
meer bespeeld wordt dan dat zij speelt. Zij
S in hoge mate de vrouwelijke eigen
schap der intuïtie. Haar spel is voorname-
I lijk intuïtief en haar intuïtie doet haar
ids't juiste gebaar en het juiste accent
1 vinden. Zij staat bijna altijd geheel m
haar rol, zij beleeft haar. En omdat zij
een zo zuivere, waarachtige vrouw is, is
haar spel ook zo zuiver en waarachtig.
Ik herinner mij van Tilly Lus met éen
bi valse toon of onecht gebaar. Wanneer men
'haar ziet spelen, dan voelt men: zo moet
het "en niet anders. Het is dan ook heel
natuurlijk dat de kritiek haar spel dikwijls
in de meest enthousiaste soms zelfs
ltD' extatische termen heeft geprezen. Tilly
Lus heeft ons herhaaldelijk het allerhoog
ste geschonken, dat in de toneelspeelkunst
te bereiken is, omdat haar spel zuiver was
als kristal en van een zo innige menselijk
heid, dat elke gedachte aan toneelspelen
soms voor ons weg viel.
Haar talent eigende Tilly Lus in haar
jeugd Voornamelijk voor het sprookjes
achtige, het fragiele en tere van de fan
tasie en de droom, op latere leeftijd voor
het uitbeelden van de zachte, reine of
lijdende vrouw. Wie van Tilly Lus Rau-
tendelein in Hauptmann's „Versunkene
Glocke" of Hannele in zijn Hannele's He
melvaart, Dromelot in Heijermans' Schone
Slaapster of Jan in Uitkomst heeft gezien,
zal dit in zijn herinnering bewaren als het
meest subtiele, ragfijne en tere, dat het
toneel hem kon bieden.
Ik herinner mij een toneel in het Chinese
spel „De Gele Mantel", waarin Tilly Lus
met een stuk hout in de arm een moeder
voorstelde, die met haar kind de trappen
van de hemel zou bestijgen en dit zal voor
mij onvergetelijk blijven, omdat zij ook
ons met haar spel regelrecht de hemel
indroeg. Het was kortweg subliem.
En van hoeveel vrouwenfiguren heeft
zij het leed voor ons tot werkelijkheid ge
maakt, zó dat wij het ondergingen als van
iemand, die ons heel na stond. Wie zou
ons zo het lijden van een Mademoiselle
Bourrat hebben kunnen geven als zij? Wie
de ontluikende liefde van het reine, een
voudige, kuise meisje Mar tine in het
stuk van die naam en later het leed van
de ontgoochelde, vertrapte vrouw in deze
zelfde rol. Het was zo fijn en zuiver, zo
poëtisch en daarna zo schrijnend, zo broos
en teer en toch zo diep menselijk, dat
Martine voor mij steeds een der mooiste
en zuiverste vrouwenfiguren dié ik ooit
op het toneel heb gezien, zal blijven.
Van welk een aanbiddelijke en ontroe
rende echtheid was haar Blanche in Thuis
komst evenals Martine van Jean Jacques
Bernard hoe innig vrouwelijk en
daarom zo sympathiek haar lieve, de
jeugd begrijpende dr. Anna Molte in
Meisjes-Lyceum! Wie zou als Tilly Lus zich
zo volkomen kunnen inleven in de rol
van de gemartelde Eva in „Voor bewezen
Diensten'" waarin zij door haar spel het
publiek een ogenblik zo met ontzetting aan
greep, dat niemand Het waagde na afloop
de stilte door applaus te verbreken.
Ja, wel is zij een begenadigde kunstena
res, Tilly Lus, een actrice die herhaaldelijk
spel van de hoogste orde heeft gegeven,
omdat het van een zo grote innigheid was,
dat het tot het volmaakte steeg.
J. B. SCHUIL
Strijders. Op 1 Mei heeft de vermaarde
negerzanger Paul Robeson het woord ge
voerd op een vergadering voor de partij van
Wallace en hij heeft te kennen gegeven, dat
„Wallace de enige candidaat voor het presi
dentschap der V. S. is, die consequent strijdt
voor de rechten van millioenen onderdrukte
negers en andere Werkers in de Verenigde
Staten".
„5 Mei-prijzen". De stichting van Neder
landse toneelspelers reikt ieder jaar aan drie
jonge actrices en drie jonge acteurs, die nog
geen vijf jaar aan het toneel zijn en. niet
meer verdienen dan f4000 per jaar een „5
Mei-prijs" groot f250 uit.
Dit jaar zijn de prijzen toegekend aan
mevr. Ellen Vogel (Comedia), Lilv Meulman
(Nederlands Volkstoneel), mej. Henni Orri
(Vrije Toneel), Raymond Oosthout (Am
sterdams Volkstoneelgezelschap), Eli Blom
(Rotterdams Toneelgezelschap) en Bob Goed
hart (Nederlands Volkstoneel).
Magnaat. De Amerikaanse millionnair
Howard Hughes heeft thans de meeste aan
delen van de naamloze vennootschap der R.
K. O.-studio's Hollywood in handen, namelijk
920.000. Hughes heeft reeds het grootste aan
tal aandelen in de T.W.A.-Iuchtvaartmaat-
schappij, alsmede in talrijke Amerikaanse
fabrieken.
Vergeten ouverture. Een tot nog toe niet
uitgegeven ouverture, die door deskundigen
aan Rossini wordt toegeschreven, is in het
muziekarchief te Odense (Funen) ontdekt.
CHIN. IND. REST. HONGKONG
HAARLEM. Smedestraat 21. Telefoon 21375
(Adv.»
Zestien jaar geëist tegen
Heemsteedse ex-politiechef
Dt advocaat-fiscaal by het Bijzondere
«rechtshof te Amsterdam eiste 16 jaar
tevan;enisstraf met ontzetting uit alle
openbare rechten voor de tijd van het leven
kien de 37-jarige voormalige kapitein
*an de staatspolitie B. H. uit Groningen.
JWyMf. sinds 1936 deel uitmaak-
f..fj ,JNederlandse poUtie v,-erd in 1940
«^gesteld als inspecteur van politie te
iacMnn p tIn 1941 mËakte bij speciaal
Ine l "GetmSen van Jehova" en per-
nitptw-6 g'Sc^.iften of Agaven van de
hadidn V'-'P6 Wachttoren" in hun bezit
feam>4 'i personen werden door hem
ES' waarvan er twee in Duitse
eigenschap omkwamen.
SD'er fLl?°rjaar van 1942 was hij de
attwS^v"; met Wle hii nauw sa-
hUlpraam b" het arresteren
KnëÜh, Vï am' t,ie door de Duit"
herdacht" Herhaalde malen reed
naar ndPrfmet EnSelsman uit om
^nen te nten.Cn P°litiek verdachte
«"SmSd?vaJ9fl3 Verd hij' benoemd tot
b Groningen in aï St Priisb"eheersing
de staatsnolitio u'3"2 Van kaPitein van
iemand in Jl arresteerde hij
»as gevonden pn 7°^ een radi°toestel
Het Hof 7aIeverde hem uit aan de
1 Hof zal op 21 Mei uitspraak doen.
E COn'CERT beethoven-cyclus.
f* V1?1jVierde concert in
>.«t W yctus, dat de Haarlemse Or-
Vermdd^^- op Dinsdag 11 Mei zal geven.
J%ezen .ookonrIlt L'04ering van het on-
ttt; «kestbegelK?' door GiJs Beths
&es Hartvel! onL worden vertolkt.
hnv:'a *0r<tt geconcertL^,Cns leiding deze
ï^'Mncert n2dJ nd* opent dit Beet"
tenslotte na de °uverjure -Egmont"
W OSS?Sym'
Dit concours, dat als besluit geldt van de
viering van het 35-jarig bestaan der vereni
ging, werd Donderdagochtend door de voor
zitter, de heer Jac. van Waarde geopend.
Intussen had de jury, bestaande uit de heren
Fred. J. Roeske, Phons Dusch en ondergete
kende, in 't midden van de zaal plaats ge
nomen.
De morgenzitting.
De 4e afd. gem. koren zette met „P.T.T.
Vooruit", Bussum niet gunstig in. Geen prijs
(205 p.). „Santa Luica", Zoeterwoude, bracht
het ten minste tot een derde (246 p.).
4e afd. Mannenkoren. „De Porcelijne Fles",
Delft, begon goed, maar verslapte in het vrije
werk: 3e prijs (246 p.).
3e afd. Dameskoren. „Sursum Corda", Gie-
sendam had verdienstelijke momenten, (262
p.) 2e prijs.
3e afd. Mannenkoren. „Opijnen's Mannen
koor" bracht van het verplichte werk niet
veel terecht, doch was beter in zijn vrije
werk; 3e pr. (221 p.). „Voorburg's Chr. Man
nenkoor", zong de opgave „Aan een minne
bode" van Jac. Kort beter, maar toch wat
zwaafwichtig; daarentegen boekte het winst
met het tweede nummer; le pr. (303 p.).
„Woerden's Mannenkoor" gaf een lichtere
toets aan het verplichte werk, doch zong het
vrije wat ruw; toch nog net een le pr.
(300 p.).
2e afd. Gemengde'koren. „Sursum Corda",
Rossum, zong het verplichte werk (mijn
quam suavis est") vrijwel onbegrepen. Ook
het vrije werk liet onbevredigd. Geen prijs
(192 p.). Beter maakte het „Excelsior", Oud-
dorp; toch gaf het vrije werk een te slappe
indruk; 2e pr. (292 p.). „De Lof stem". Scha-
gen, nam het tempo van 1 te vlug; 2e pr.
(285 p.).
Tijdens deze ochtendzitting'kwam de wet
houder, de heer D. J. A. Geluk door zijn
aanwezigheid blijk van zijn belangstelling
geven. r
Namiddagzitting.
2e afd. Mannenkoren. Chr. Mannenkoor
Delft gaf een dragelijke uitvoering van „De
Conducteur" van ondergetekende; 2e prjjs
(280 p.). „De Staart" Dordrecht, liet dit ver
plichte werk klankrijker horen en deed ook
goede dingen met „Gloria" van v. Leeüwen;
le pr. (315 p.).
le afd. Dameskoren. „De Verenigde Zan
gers", Sliedrecht, zong het verplichte „In
dulci jubilo" aardig van klank en stemming,
maar wat onrustig; le pr. (315 p.). „Het
Noorden", Rotterdam was vóller van klank
duidelijker; „Du Hirte Israels" klonk
prachtig; le pr. (335 p.). „Zaandam's Chr.
Dameskoor" was minder fortuinlijk met het
vrije nummer; 2e pr. (283 p.).
le afd. Gemengde Koren. Oranjekoor,
Baambrugge maakte met de opgave: „Ps.
100" van Jac. Kort, en meer nog met het num
mer van eigen keuze een slappe indruk; 3e
pr. (239 p.).
„Zanglust", St. Pancras, vertolkte het opge
geven stuk zeer goed en gaf eert fraaie ver
tolking van Roeske's „De Gypten";' le pr.
(355 p.).
„Zang door Vriendschap", 's Gravenhage,
kwam ook beslagen ten ijs; een mooie presta
tie met Ave Verum van Orlando; le pr.
(333 p.).
le afd. Mannenkoren. „De Ver. Zangers",
Sliedrecht, was in de forti van het verplichte
werk („Drinc sprac den herfst" van Roeske)
nog al ruw; 2e pr. (271 p.).
„Zaandam-s Chr. Mannenkoor" vertolkte
het verplichte werk tamelijk brokkelig; beter
was „Veni Creator" van Diepenbrock; 2e pr.
(283 p.).
„De Eendracht", Wormer, was heel goed
in het drinklied, iets slapper in het vrije
werk; le pr. (332 p.).
„Kunst kweekt genoegen", Geldermalsen,
was vooral mooi in de zachte gedeelten; le
pr. (306 p.).
„Mannenkoor Ver. Touwfabrïeken", Lei
derdorp, zong vrij stevig, maar bedierf veel
door een onfraaie dialectklank; 2e pr.
(276 p.).
„Onvermoeid Vooruit", Waddinxveen, was
ook nog al slap en vlak? 2e pr. (287 p.).
Mannenkoor „Electr. Materiaal". Haarlem,
dir. K. Zeilmaker, liet het verplichte werk
mooi gezond klinken en vertolkte ook ver
dienstelijk.„Bede" van Roeske; le pr. (315 p.).
Avondzitting.
Afd. Uitmuntendheid Gemengde Koren.
„Soli Deo Gloria", Noord-Scharwoude, liet
het verplichte werk „Vrede" van Phons
Dusch en „Morgen" van Roeske in frisse
klank horen; le pr. (309 p.).
„Lier's Gem. Koor", was wat overdreven
met zijn nuancering en werd tamelijk ruw in
de forti, maar 't stond alles stevig; le pr.
(303 p.).
Superieure afd. Dubbel-mannenkwartetten.
„Sempre Avanti", Leiden, en „Alphens D.
M. K.", zongen dezelfde nummers: „Aan een
minnebode" (Kort) en „Ps. 42" (Bonset) en
ontliepen elkaar niet veel in kwaliteit: geen
van beide heeft een voldoende gave bezet
ting om het werk van Bonset dragelijk te
laten klinken.
Leiden verdierf een 2e pr. met .270 p. en
Alphen a. d. Rijn een 2e pr. met 268 p.
„Harmonie", Haarlem, dir. H. Arisz, was
tamelijk dik van toon; de samenklank was
niet ideaal, maar er werd over 't geheel vlot
en beheerst gezongen, vooral in „In Epipha-
nia" van Neumann; 2e prijs met 297 p.
Erewedstrtfd.
Vijf verenigingen (eerst geklasseerde van
hun afdeling) dongen in de eindkamp. Het
resultaat was, dat Voorburg en Dordt afvie
len en de ereprijzen alvast toegekend wer
den: 1. „Zanglust", St. Pancras; 2. „Soli Deo
Gloria", Noord-Scharwoude; 3. Dameskoor
„Het Noorden", Roterdam.
De twee uitgeloofde directeursprijzen wer
den toegekend aan Corn. Jonker (van „Zang
lust", St. Pancras) en aan Jan v. d. Wa?rt
(van „Zang door Vriendschap", Den Haag).
Daarna werd deze eerst concoursdag be
sloten.
Op tweede Pinksterdag wordt de wedstrijd
voortgezet. JOS. DE KLERK
M BEROEMDE GENEESMIDDELEN
H- IN EEN TABIET
TEGEN PIJNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN
I 0.75
(Adv.)
Prof. J. Bronner is hier nog bezig
Hildebrand, de hoofdfiguur van het Hilde-
brand-monument, wat bij te hakken. Het
beeld dat 2 meter hoog is en 11.000 kg
weegt, komt op een Voetstuk van 2 meter
hoogte te staan. Naast de echtë Hildebrand
staat het model, dat op y2 van de werke
lijke grootte is. Het model van het voetstuk
wordt niet gevolgd, later heeft prof. Bron
ner daarvoor een gelukkiger oplossing ge
vonden, waardoor er nog meer eenheid ver
kregen wordt tussen beeld en voetstuk.
De acht hoofdfiguren uit de Camera
eveneens gehouwen in Franse kalkzand
steen zijn 1.30 m hoog. Zij komen op de
hoeken van de achthoekige fonteinbak te
staan. Van een dezer beelden, Suzette
Noirét, geven wij hier een reproductie.
Deze foto's, aangevuld met vele andere,
worden opgenomen in' een standaardwerk
over liet Hildebrand-monument dat over
enkele maanden zal uitkomen bij „Else-
Over Muziek
SEM DRESDEN
De activiteit op de Amsterdame Beurs
was deze week onbetekenend. De onzekere_
politieke en economische toestanden geven
weinig ^aanleiding, grote posities op te
bouwen of specuaties op touw te zetten.
De mogelijkheden daartoe zijn vermoede
lijk ook geringei- dan enige tijd geleden.
Uit de Rijksmiddelenstaat over Maart,
die er voor'de minister Van Financiën „be
moedigend" uitziet, is wel gebleken dat
grotere bedragen uit inkomen en vermogen
aan de fiscus worden afgedragen. Voorts
hebben de kapitaalsverschuivingen, welke
per 1 Mei plegen te geschieden, een tijde
lijke verkrapping van de geldmarkt ten
gevolge gehad, terwijl de nieuwe emissies,
zij het - tot betrekkelijk kleine bedragen,
aanhouden.
Daar in 1947 voor ca. 250 millioen
nieuw geld werd geVraagd en alleen de
emissiqs van de Koninklijke en Philips
dit jaar reeds een bedrag van 600 rriil-
lioen vorderden, is het duidelijk dat het
publiek voor de aankoop van fondsen niet
Men zal willen zeggen,
dat een schoen de vo.et
in zekere mate moet be
schermen tegen regen,
kou en het trappen op
de" tenen door een dans
partner. Welaan, het zij
toegegeven dat deze
modellen wat dat alles
betreft ongeveer even
veel nuttig effect hebben
als een kop koffie tegen
slapeToosheid. En als wij
dit „defensie"-criterium
nu laten varen en aan
nemen dat de voetjes
van genoemde dame op
een heel andere leest ge
schoeid zijn, dan zijn wij
toch wel bereid op goed
keurende toon te mom
pelen, dat de Parijse
schoenenscheppers aar
dig uit de hoek gekomen
zijn. En wij geloven
trouwens, dat men zich
helemaalniet zou hoe
ven te verbazen wan
neer vandaag of morgen
een ondernemende
jongedame een schoen
maker in de arm en
naald en draad in de
hand nam, om zichzelf
een paar van deze
schoentjes aan te meten.
meer over zo ruime middelen beschikt als
zulks een a twee jaar geleden het geval
was. Hierdoor kan worden verklaard dat,
ondanks de publicatie van gunstige be
drijfsresultaten en de declaratie van hogere
dividenden, de koersen ook deze week
eerder een dalende richting' insloegen, al
zijn de koersverliezen niet van grote be
tekenis.
Wat de Marshall-hulp betreft, de heil
zame gevolgen hiervan zijn nog te weinig
zichtbaar dan dat men daaruit conclusies
durft te trekken. Het schijnt dat de con
fererende ministers van vijf West-Europese
landen tot een vergelijk zijn gekomen wat
betreft de verruiming van het onderlinge
Europese handelsverkeer door een soort
clearing of giro, waardoor het stramme
karakter van de bilaterale handelsverdra
gen verdwijnt en plaats zal maken voor
een soepeler werkende dollarpool, ten dele
te vormen met de van overzee komende
middelen.
Ook aan zulk een clearing zullen de
„haken en ogen" zeker niet ontbreken,
welke echter, zoals ook bij de Benelux-
overeenkomsten wel gebleken is, doorgaans
nietf eerder voor de dag komen -dan bij het
in werking treden van de plannen, waar
over men het op papier eens werd. Men
zal daarom goed doen zich nog niet al te
zeer over de verbeterde perspectieven te
verheugen, want tenslotte gaat het er om
of men over en weer in eikaars valuta
vertrouwen kan stellen, zodat de zwarte
markten daarin verdwijnen. Hiertoe zijn
uiteraard krachtige interne maatregelen
nodig en alleen wanneer deze worden ge
nomen kan via een terugkerend vertrou
wen de handel tussen de West-Europese
statqp onderling en tussen West-Europa en
Amerika dermate worden uitgebreid dat
het dollardeficit op de West-Europese
handelsbalans, dat in 1947 voor de acht
voornaamste landen 6.6 milliard dollar
bedroeg, geleidelijk kan verminderen.
Men zal er echter mee moeten rekenen
dat met de grotere bewegingsvrijheid van
de internationale handel ook de onderlinge
concurrentie weer scherpere vormen zal
aannemen, waarvan bijvoorbeeld de Maas
trichtse Zinkwit Maatschappij in haar
jongste jaarverslag melding maakt. Het is
van het grootste belang dat de Marshall
hulp wordt gebruikt voor de modernisering
van ons productie-apparaat om het aan de
eisen van deze tijd te doen aanpassen.
Voorts dient men niet te vergeten dat
Amerika, hoezeer ook bereid om Europa
te helpen, tegelijkertijd ter behartiging van
eigen belangen maatregelen neemt, die het
herstel van Europa bemoeilijken. Dit geldt
bijvoorbeeld ten aanzien van het giganti
sche scheepsbouwprogramma, waarvan de
uitvoering ook voor de Nederlandse scheep
vaart ongetwijfeld een aanzienlijke ver
zwaring van de concurrentie zal betekenen.
Amerika is zeker niet het land van uitslui
tend philantropie.
De „Volendam" in
Nederland terug
Gisteren is het s.s. „Volendam" met 676
passagiers, onder wie 377 vrouwen en kin
deren en 47 K.N.I.L.-militairen, te Rotter
dam aangekomen. Op dit schip zijn tien
van de vijftig babies tengevolge van maag
darm-stoornissen overleden.
De Haagse kinderarts dr. H. Broekema,
die op Zondag 18 April, toen de eerste
telegrammen over de sterfgevallen binnen
kwamen, door de Dienst vaij de Kwartier
meester-generaal verzocht werd in Suez
aan boord van de „Volendam" te gaan, het
geen dan ook op 22 April geschiedde, ver
klaarde dat de eerste baby in Colombo aan
longontsteking stierf. In de vief- dagen die
volgden op het vertrek uit Colombo stier
ven nog negen babies aan maag-darmstoor
nissen. In totaal leden 38 kinderen aan
lichte maag- en darmstoornissen. De ziekte
was volgens dr. Broekema te wijten aan
het ontbreken van het begrip van hygiëne
bij de passagiers en de verkeerde voeding,
die vele moeders hun kinderen gaven. Toen
enkele gevallen werden geconstateerd, zijn
direct allerlei instructies gegeven, waaraan
echter door de passagiers niet goed de hand
werd gehouden.
Toen journalisten aan de militaire auto
riteiten vroegen, of het mogelijk was, de
ouders van de gestorven babies te spreken,
deelde men mede, da£ dezen reeds waren
vertrokken, hetgeen echter niet het geval
bleek te zijn. De journalisten hebben nog
met verschillende ouders gesproken. Een
stemmig waren deze van oordeel, dat de
voeding voor de militairen uitstekend was,
doch niet voor de vrouwen en kinderen en
dat men alleen op doktersattest wat fruit
kon krijgen voor de kinderen.
Steekvlam in scheepstank
Toen zes arbeiders werkzaamheden ver
richtten in een tank van het Noorse tank
schip „Strïnda", dat bij de werf van Wil-
ton-Feijenoord te Schiedam ligt, ontstond
plotseling een grote steekvlam. De arbei
ders wilden in paniek via een ladder de
tank'verlaten. De 18-jarige bikker A. S.
uit Rotterdam raakte bedwelmd en viel
terug in het ruim. Hoewel zijn collega's
brandwonden hadden gekregen, haalden zij
hem naar boven. De jongeman clie een
schedelbreuk had opgelopen, werd naar
een ziekenhuis overgebracht, waar hij is
overleden.
De politie onderzoekt thans, hoe de
steekvlam in de tank is ontstaan.
twee jongens omgekomen
bij zandinstorting.
In Mook bij Nijmegen waren padvinders
en kinderen uit het dorp gaan graven in een
zandberg, welke daardoor instortte. Drie
jongens, die bedolven werden, konden wor
den bevrijd, doch bij een nieuwe .instorting
geraakten twee andere jongens onder de
zandmassa. Toen men hen had uitgegra
ven bleken zij overleden te zijn. Een«jder
slachtoffers woonde in Nijmegen, het
andere in Mook.
De minst populaire compon st in ons
land is ongetwijfeld Sem Dresden; het is
evenzeer buiten twijfel dat hij een bijzon
der interessante en geenszins onmaatschap
pelijke persoonlijkheid is. Deze componist
leeft met felle aandacht en 'n scherpe intel
ligentie in het rijk der muziek. Dresden is
de vleesgeworden weloverwogenheid. Bij
muziek kan dit de vrees wekken dat alle
aandoening en alle spontaneïteit gesmoord
worden. Wie echter wijs genoeg is om niet
alleen individualiteiten aan begrippen,
maar ook begrippen aan 't leven te toetsen,
zal zich hoeden om in deze kwestie der
sentimenten bij de componist Sem Dresden
een ongunstige conclusie te trekken. Tot
de slechte levenshoudingen behoort in de
eerste plaats de onware: tot de goede alles
wat eenvoudig is. Dresden's houding als
componist is waar en eenvoudig. Dit be
tekent niet dat hij er op uit is een ware
en eenvoudige indruk te maken, het wil
veeleer zeggen dat hij wat hem invaft van
nature behoedt tegen alles wat hem on
waar, onecht of opdringerig zou lijken.
Men zou kunnen vrezen dat zijn muziek
dan misschien simplistisch of „kinderach
tig" zou zijn. Maar zo is het niet. Het in
nerlijk muziekleven van Dresden is
voor zover ik weten kan gecompliceerd
als de levensgang van ieder mens waarin
voortdurend veel in snelle bewegingen
omgaat. Actie en reactie dringen zonder
rust in dit wezen vooruit en waar een
andere persoonlijkheid alle vrijheid van
uiting zou laten aan één gesteldheid van
sentiment, zodat de uiting in kunstvorm
een levend portret zou zijn van één onder
deel van het leven, daar mengen zich bij
Dresden reagerende sentimenten en ge
dachten bij de inval dooreen en eisen alle
hun rechten' bij de realisatie. En nu be
hoort het tot de houding van de eenyoud
om bij gecompliceerde innerlijke aangele
genheden de orde te vinden en deze orde
in de uiting recht te doen wedervaren. Dit
maakt voor de hoorder de kennismaking
met het wezen van zulk een muziek niet
gemakkelijk. Het valt lichter, de harts
tochtelijkheden van alle liederen van
Richard Strauss te „genieten", dan één
maat van Dresden's muziek te v/aarderen.
Dit zegt au fond niets tegen Strauss, maar
wel zeer veel vóór de muziek van Dresden.
De kunst veronderstelt .voor haar waarheid
duizend mogelijkheden; wat juist is voor
Strauss zou vals zijn voor Dresden en om
gekeerd.
Ik geloof dat 't Dresden niet moeilijk
zou vallen met typische muzikanten-han
digheid een zogenaamd royaal stuk van
zwaaiende allure te maken; hij had al lang
met allerlei gevoelseffect een bepaalde in
druk kunnen maken; enfin hij zou de mu
ziekwereld op een bepaalde wijze kunnen
beheersen. Hij kan zéér veel en is méér
„muzikant" dari veel moderne componis
ten die menen zichzelf te zijn, maar feitelijk
de vrijheid vrezen en met hun complexen
getrouwd zijn. Zijn vrijheid echter is, om
onafhankelijk de nauwkeurige waarheid te
noteren en niemand zal ooit weten hoe na
de voltooiing van een werk deze componist
weer in zijn binnenste reageert op wat hij
schreef. Vraagt hij zich af: is dit het nu
werkelijk of ik heb toch misschien dit en
dat in melodisch, harmonisch of rythmisch
opzicht gemaakt uit een oogpunt dat ik
eigenlijk niet erken? Het feit dat ik deze
kwestie bij hem eerder stel dan bij een
ander wijst natuurlijk op een indruk die
deze muziek (althans op mij) maakt.
Niemand wordt wild van warmte na een
stuk van Dresden. Maar is dit voor een
werkelijk rechtgeaard Nederlander het
enige criterium voor de schoonheid? Ligt
het niet feitelijk in onze aard, om oor te
hebben voor gedetailleerde mededelingen
van geest Qn verbeelding? Ligt het niet ook
in onze eigenlijke aard om het liefelijke te
erkennen wanneer het niet is uitgebuit
maar gesuggereerd? De reacties van het
Nederlandse publiek zijn internationaal.
Ik geloof niet dat wij Nederlanders een
„Nederlandse" maatstaf hebben. Toch moet
deze in ideële zin bestaan, maar wie zal
deze maatstaf thans aanduiden?
Dresden studeerde indertijd bij Bernard
Zweers en later bij Hans Pfitzner. Van
beiden is hij even onafhankelijk als van
alle Duitse of Franse invloeden. Toen ik
onlangs het door Jo Juda vootreffelijk
voorgedragen Vioolconcert hoorde herken
de ik in Dresden's werk een positief-klas-
siek-Nederlandse techniek in 't compone
ren. Hij zou hoe vreemd 't ook klinken
moge hebben kunnen school gegaan bij
Josquin des Pres of zelfs Johannes
Okeghem. Maar wat zeggen deze namen
aan het tegenwoordige publiek? Ik zou u
waarde lezer nodeloos moeten ver
moeien met vak-technische zaken om dit
te bevestigen. Ook een behandeling van
het zuiver-artistieke wezen dezer muziek
zou zonder aanroering van technische za
ken niet volledig kunnen wezen. Dresden
zelf noemt zijn werkwijze „enigszins deco
ratief". Dit mag lijken op een ietwat ver
ontschuldigende erkenning van de heer
sende rust dezer muziek, die nochtans als
j geordende muzikaliteit geenszins een ver-
I zameling van rustigheden is.
Men prijze ieder uitvoerend kunstenaar
die deze muziek tot klinken brengt.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Een van Eneeland's beste automobielen...»
nu nog beter.
6 Cylinder 75 p.k.
Te leveren op R V I vergunning, lichte klasse
Bezoekt op de R.A.I. Stand 132
Geert Hoogeveen's Garagebedrijf
Mr. Cornelisstraat 54
Telefoon 16279
(Adv.)
BRABANT KRIJGT EEN RIJDENDE
KLEDINGWINKEL.
Binnenkort zal Brabant de primeur voor
Nederland krijgen van een rijdende winkel
voor het platteland, uitsluitend voor de
verkoop van dames-, heren- en kinder-
bovenkleding.
Vele afgelegen dorpen en gehuchten
zijn verstoken van een kledingwinkel. De
plattelandsbevolking kan zich vaak niet de
moeite en het tijdverlies getroosten, naar
de ver verwijderde stad te gaan en zich
daar te voorzien van de gewenste kleding
voor man, vrouw of kind. Zij spaart dus
noodgedwongen op de kleding uit en de
onbenutte textielpunten komen vaak te
recht bij lieden die het platteland afstro
pen. De zelfstandige wjnkel heeft een af
meting van 10.50 x 2.50 x 3.40 m. met
vitrines, verwarming en verlichting, een
showroom, paskamers en een magazijn.
Deze rijdende winkel zal een vaste route
volgen en daarbij alleen die gemeenten
aandoen waarin geen zaken voor dames-
of herenbovenkleding gevestigd zön.