K a m 11 e k e m in g e m
VeSttssi
IS 15 51
3
Over de Beek die geen beek was
Chefariite 4
r
Hoofdpijn
De 9 Muzen
Mijn eerste contact als schrijver met het toneel
Saterdag
15 MEI 1948
COLA DEBROT: „Bewolkt bestaan" (Roman)
p M. Meulenhoff, Amsterdam),
roman van een dergelijke
rot zou een r0IJa® n moeten worden.
kJSm wek êcs„c ile wereldoorlogen,
'"fi^eett Voor hen die er
«n le cata^°"
feuftd 111 a pr ziin te veel le-
E®/karakter gehad heden te
^•"""■don S niet (penzeer als
Etjeêi® df™ 1918) een schnjversge-
Öillijk ontlaslen van de
P"!i?rde noodlottige, ja nihilis-
der gebeurtenissen, welke
S« ?srtden in een hevigheid, die de
K«"®S\£t verwerkelijken kan.
Ciil» "t Sebrofs nieuwste roman
55® de vertwijfeling. De stille
t-boek van ._jinand Bournouille, een
rdochtige Ferdinana bQek en
X """'ïmtmtie dan van professie,
l""1 uMhët schrijven van een werk,
de situatie van de vertwijfeling
iM"n j, hoofdrol zou vormen, de
I moeten overgaan in zwaarmoe-
tjao ®oe'e" haar beurt in sarcasme,
Rn?,??, zelfvernietiging zijn einde
n vmden". Daarmee typeerde
l"*? Bewolkt Bestaan', dat
grot zeIl.,z'J Hr" gt van de ernst en fel-
FXw waaruit het voortkwam
nok alle fouten daarvan.
ondoenlijk, de intrige van dit
""tSadering samen te vatten,
als bladeren in
„„se'wereld is in verwarring en zo
„g? weinig toe, waar de figuren
DEI ci lon vrpps in
lil!
li
Aarde, verlangen naar het Volmaakte en
kluistering aan de fnuikende betrekkelijk
heid aller aardse dingen: een „bewolkt
bestaan".
Ik heb tegen deze roman vele bezwaren:
als voornaamste wel een tekort aan com
positie, die zich soms uit in een beschrij
ving van uiterlijkheden, welke wel de
weerspiegeling zijn (voortreffelijk soms)
van de zielsgesteldheid van de personen,
waarop ze betrekking hebben, maar door
hun detaillering èn verwarrend èn vertra
gend werken. Evenzeer is het mijn over
tuiging, dat een beperking van de omvang
deze roman aan litteraire waarde had
doen winnen. Maar de ernst waarmee er
aan dit boek dat ons vele problemen
van het destijds verschenen: „Bid voor
Camille Willocq" doet herkennen is ge
schreven, en de benauwende confrontatie
met onze tijd en met ons zelf, doet ons,
ondanks de hoge eisen aan een ingespan
nen lezen, die de auteur aan zijn publiek
stelt, besluiten, dat Debrot, in verhulde*
vorm, een boek van deze tijd heeft ge
schreven.
C. J. E. DINAUX.
j Ymman hun hoop en vrees in
rw ondergaan: of zij als in vlucht
zoeken hi het land, waarnaar
heimwee wel steeds zal blijven
a. West waarvan hij in de on-
Eijkste bladzijden van zijn boek de
'„t te vatten in een suggestie die
Ï3 dan enige landschapsbeschrij-
?5kan doen, maar waarin de ziel
{"J ieugd, een land, een volks-
verlangen - dan wel
Stalen en hokken in Parijs, Am-
of New York. Evenzeer is het,
Kldig de auteur aan elk van zijn
Kalten heeft gewerkt, van belang
Voersonen worden beschreven; ze
elk op eigen wijze, de projectie van
„•'3 eigen innerlijke gesteldheid die
ten daar de grenzen van het verstan-
Hk-vatbare bedenkelijk nadert, zo met
«hriidt, maar dan ook beschreven zijn
Een 'vaardigheid en - wat me meer
jré iS - een overtuiging en waarach-
heid 'die op sommige plaatsen niet vei*
er at is van wat men geniaal zou kun-
noemen in hun voortdurende confron-
e met de chaos, de gebondenheid aan
vertroebeld, vergiftigd verleden, een
jonden jeugd, waaraan men zich
cht te ontworstelen of wel gewonnen
R in ondergang. Alle denkbare tegen-
die, van het onbewuste uit,
r m kunnen aannemen in het hart, wor-
r- tegen elkaar uitgespeeld in een
jig van soms onvolgbare situaties,
een tijdsgewricht, dat met zichzelf
["raad weet. zijn personnages brengt,
«tot heeft het zijn lezers niet gemak-
«I t gemaakt. Niet alleen dat de mensen
afwisselen in een even verbijste-
lempo, als waarmee zij van plaats
feelen; zij jagen ook door de tijd, zij
ai terug in hun jeugdjaren en won-
jk liggen als „symbool" van de
ngesteldheid van het menselijk leven
len en verleden door elkaar heen-
igeld, zo goed als de veelheid van
ionen geen verbeelding is van afzon-
ijke figuren, maar projecties van één
[Keilde innerlijke problematiek, waar-
I de auteur gevochten heeft, misschien
[op leven en dood. Want er valt niet te
i aan de oprechtheid en echtheid
jn schriftuur, dat bij deze ziele-
itemis, die tevens tijdsduisternis is,
wil blijven staan, maar zich kramp-
ig afvraagt; „Wie ben ik? Het ant-
- ad is even gemakkelijk als ondraag-
Dt ben een van de vele Parcifals die
meld van heden kent, op zoek naar
liemve synthese, die zij waarschijnlijk
zullen vinden". Het is een onont-
jlsombaar dilemma, waarin deze mens ver
is: strevend naar licht en leven aan
lêne zijde, gedoemd tot duisternis en
i=B!®d aan de andere. „Wie de hemel kiest
«loost de aarde en wie de aarde
verzuimt de heerlijkheid van de
IP oei. Wie dè verbinding van de twee
logt. eindigt in waanzin". Dat is een
iraak van één van Debrot's figuren:
ld van een kwellende tweespalt, in
*n aanwezig in zijn persoon, verhevigd
Moor de zinloze tijd, waarin hij leef-
llt ®ij' zowel als alle gestalten van deze
llipaj] - die men als compositie nauwe-
een „roman" kan noemen zijn zich
deze zinloosheid bewust en dat is het
*at aan hun leven de smartelijkheid
een tragiek, waarvan zij de po-
ossing niet meer kunnen vinden,
«ntrale figuur, Senorita Carlota
de verpersoonlijking van het
U'ordt heen en weer gejaagd tussen
wae.polen van het aards bestaan: de
ptheid, die haar in haar beste ogen-
het bewustzijn geeft, een non te
- en de geschondenheid, waarin voor
waardereen plaats is: Hemel en
S ■«««Us. pijn >n kon
clnnen I verdrijlt ze
"en 6en kwartier geheeL
fenda voor Haarlem
ZATERDAG 15 MEI
v— emigran-
durf te leven"
if!
J
).15 uur.
eoujii ii jaar, 2,
„Tondeldoos", alle
""y: „Adam
7 en 9.15
14 jaar,
to Ma-
.Road 1
f-fe, 2 4 u - ux®r: „Tondeldc
18 S'15,UUr' Cil>'
W" ife?- 1.30. 1
915 uur r )e GlJzen",
e JO, 7 en 9.15
t0N'triG 16 MEI
emigran-
Poverello", 11.30
tjto. middag em
ciciiu 11,Q(
avondvoorstel
mVAjlc"JKe eiT>igran-
1 Biddag en avondvoor-
CHIN. IND. REST. HONGKONG
HAARLEM Smedestraat 2L Telefoon 21375
ZANDVOORT, Zeestraat 38 - Telefoon 2925
(Adv.i
Brueghel deed illegaal werk. In de af
gelopen, bezettingstijd circuleerden verschil
lende foto's, waarop men door deze op spe
ciale wijze te draaien en te wenden de por
tretten van leden van de koninklijke familie
zag. Nieuw was deze vorm van portretten
niet. Voor de tentoonstelling ter herdenking
van de Vrede van Münster, die volgende
maand te Delft wordt gehouden, heeft de
Hongaarse regering een schilderij van Pieter
Brueghel de Oude afgestaan. Officieel stelt
dit voor de prediking van Johannes de Do
per, maar illegaal was het een uitbeelding
van een hagepreek. welke de toeschouwer
steun in het geloof en volharding moest
geven. Volgens de nieuwste theorieën heeft
Brueghel op dit schilderij de portretten van
Zwingli, Melanchton en Erasmus geschilderd.
Stadionspel. Op 10 Juli zal de Neder
landse Jeugdgemeenschap ter gelegenheid
van het regeringsjubileum van de Koningin
twee .opvoeringen verzorgen van een spel in
het piympisch stadion te Amsterdam,
boortehuis van Rabelais te Seuilly verkeert
boortehuis van Rabelais te Seully verkeert
reeds lange tijd in een vervallen toestand.
Er zijn nu plannen om deze woning aan te
kopen en er een museum gewijd aan Rabelais
en aan de 16de eeuw in onder te brengen.
Aucties. Dezer dagen werden te Parijs
de volgende manuscripten verkocht: 15 brie
ven van Lamartine aan zijn vriend Vacher
voor frs. 161.000, 104 brieven van Georges
Sand aan Charles Marchal voor frs. 40.500.
Vier handschriften en 19 brieven van
d' Alembert voor frs. 183.000; 143 brieven van
Concordet aan Turgot voor frs. 150.000; een
handschrift voor Dumas Père voor frs. 50.100;
zes brieven van Mad. de Stael voor frs. 77.500
en een manuscript en 21 brieven van Voltaire
voor frs. 246.000.
Wanneer er soms men
sen zijn, die zouden
menen dat de new
look" een vinding is van
het Europees of Arrteri-
kaans modistisch ver
nuft, dan kunnen zij de
ontstemde blik van de
man op het linker plaatje
ter harte nemen. Hij
presenteert zijn mode
snufje misschien meti
wat minder élégance
maar toch in. ieder geval
met evenveel trots als
de dame rechts. Voor
mode-historici mag gel
den dat de linkse new
look" gebezigd wordt
door d? boeren uit het
Aphyon-district in Ana-
tólië, die afstammelingen
zijn van indertijd door
de sultan van Turkije
geïmporteerde Abessi-
niërs. De rechtse is uit
gevonden door blanke
kunstenaarsdie één oog
op de klassieke lijn en
het andere op de porle-
monnaie van hun cliën-
tèle gevestigd hielden.
Toneelhermmeringen em toneelportretten
Uit Haarlems verleden
De in 1938 overleden Tsjechische schrij-
•ver Karei Capelc heeft in het - door Jan
Teulings vertaalde - boekje„Hoe een toneel
stuk ontstaat" op allergeestigste wijze de
martelgang, die een schrijver van de lezing
van zijn stuk af tot de première en zelfs
daarna moet doormaken; beschreven.
Hij overdreef, zeer zeker, maar toch nooit
zoveel, dat ik bij he.t lezen van .zijn onweer
staanbaar humoristische beschrijvingen
niet telkens eigen ondervindingen door
leefde.
Velen benijden de auteur, die zijn stuk
bij het grote toneel geplaatst weet te krij
gen, maar zij beseffen niet half, wat deze
heeft te doorstaan, voordat hij tot het
succes komt, als hij het zelfs ooit zo ver
brengt.
„Bent u reeds toneelschrijver, of bent u
van plan het te worden? Laat mij u dan de
goede raad geven, vooral niet naar een
eerste repetitie of de lezing van uw stuk
te gaan. Dat is namelijk vernietigend",
schreef Capek in zijn boek. Ik kan er van
meepraten en mijn eerste contact met het
toneel mag dan ook niet in deze toneel
herinneringen ontbrekèn.
Mijn eerste toneelstuk „Gedebal-lo-
teerd", een Indisch blijspel ging in 1905
bij de Kon. Vereniging „Het Nederlands
Toneel". Ik was nog jong en had dus heel
wat illusies. Geen wonder, als je voor het
eerst met het „grote .toneel" in aanraking
komt en in je stuk artisten als Hubert la
Roche, van Schoonhoven, Cor Schultze,
Bart Kreeft, Ko van Dijk, Holtrop, Ver
kade, Guusje Poolman, mevr. Pauwels-van
Biene en vele anderen medespelen.
Mijn stuk zou gaan in de Stadsschouw
burg op het Leidse Plein en er werd op
het toneel gerepeteerd. Met mr. Van
Loghem, de; secretaris van de Raad van
Beleer, zat'ik in de donkere zaal en na
het eerste-bedrijf vroeg men mij op het
toneel te komen om mijn op- en aanmer
kingen te maken. Toen ik nog jong,
zoals ik reeds schreef en heel schraaltjes
verscheen, keken zij mij allen goedig
glimlachend aan, alsof zij wilden zeggen:
„Och, ventje, wat moet jij hier? Wou jij
ons nu heus wat komen vertellen?" De
Leur, die de regie voerde, nam mij dadelijk
apart en fluisterde mij in het oor: „Als u
wat te 2eggen hebt, zegt u het dan maar
aan mij. Artisten zijn'gevoelige en lastige
mensen en horen niet gaarne opmerkingen
over hun spel van schrijvers in bijzijn van
anderen".
Dat was mijn eerste practische les als
auteur. Ik merkte trouwens .duidelijk, dat
ik voor de acteurs en actrices een quantité
négligeable was. Zo ver als de toneelspeler
Van der Grijp, die zoals Louis Moor mij
eens vertelde het gewoonweg vertikte
te repeteren, als de schrijver aanwezig was,
gingen de dames en heren niet, maar ze
vonden de auteur nog even overbodig als
in de tijden van Moor.
In spanning wachtte ik na afloop der
repetitie af, of één van de acteurs iets over
mijn stuk of over sijn rol tegen mij zou
zeggen zo naïef was ik toen nog maar
het bleek mij heel duidelijk, dat de schrij
ver voor hen nog een minder belangrijk
persoon was dan de man aan het-gordijn
of de electriciën. Op dat moment dacht ik
niet anders dan 'n prul van 'n stuk ge
schreven te hebben. Maar eindelijk komt
er toch één naar mij toe. .Het was Cor
Schultze, een der besté en fijnste komische
krachten, die ik gekend heb.
„Wel, mijnheer, is u de schrijver?"
Verheerlijkt glimlachend, kuchte ik tóe-
stemmend.
„Het is 'n goed stuk!"
„Vindt u?" Mijn gezicht glom van pure
trots. s>
„Ja, of je stuk wat betekent en wat zal
doen, dat zou ik je niet kunnen zeggen,
maar ik mag er in roken en ik mag er in
drinken en dan vind ik 'n stuk altijd
goed!"
Dat was het enige bewijs van apprecia
tie, dat ik, als schrijver, bij de eerste re
petitie van mijn stuk op het toneel mocht
ontvangen.
Na afloop van de première kreeg ik nog
van onverwachte zijde 'n compliment. Dat
was van een juffrouw van de vestiaire. Ik
was omdat ik na afloop van het stuk
op het toneel was geweest de laatste, die
mijn jas kwam afhalen. De juffrouw wist
niet, dat zij de schrijver van het stuk voor
zich had. Mijn verrassing was dus groot,
toen ze zei: ,,'n Fijn stuk vanavond, me
neer!"
Benieuwd, wat deze dame, die natüurlijk
het oordeel van heel wat mensen bij het
afhalen van hun kleding had gehoord, mij
te vertellen had, zei ik, niet zonder trilling
in mijn stem: „Och kom!"
„Ja zeker, meneer, veel fijner dan Oud-
Heidelberg en Cyrano".
„Zo, zo", herhaalde ik, glimmend van
vreugde, en ik gaf haar twee kwartjes als
prijs voor zo ongewone lof. Mijn stuk te
horen roemen boven Oud-Heidelberg en
Cyrano de Bergerac al was het dan ook
maar door een eenvoudige juffrouw van
de vestiaire maakte mij al bijna duize
lig van geluk.
„Ja, meneer, dat benne beesten van
stukken. Dan zit je tegen twaalven nog in
de schouwburg. Maar met <Jït stuk van
vanavond staan wij tenminste voor half elf
op straat. Da's 'n fesoenlijke tijd".
J. B. SCHUIL.
In de historieboeken van Haarlem is her
haaldelijk gewag gemaakt van de Beek.
Deze naam wekt de illusie op aan een hel
der vlietend stroompje. Omdat bekend was
dat de Beek over het Sant (de Grote Markt)
liep, zijn verhalen ontstaan dat de edelen,
die in het grijs verleden deelnamen aan de
ridderspelen die op het Sant gehouden
werden Voor het grafelijk paleis (het
tegenwoordige stadhuis) zich vermeiden
aan dit zilveren *met groen omzoomde
beekje en verfrissing zochten na hun ver
moeiend spel.
Maar latere onderzoekingen hebben aan
getoond, dat die fantasie niet met de feiren
overeenkomt. De Beek was een gegraven
vaartje. Een kaart van de Geologische
dienst van Haarlem en omgeving toont aan
dat de oorsprong van de Beek niet in de
duinen was te zoeken maar in het veen
gebied, dat gelegen was tussen Overveen
en Haarlem, Bij de Raaks kwam de vaart
binnen de vesting.
Mevrouw Sterck-Proot, die in 1932 voor
het jaarboek van „Haerlem" een studie
schreef over de Beek, wijst er op dat in het
Middennederlands Woordenboek onder
beek ook verstaan werd water zonder
meer. De Haagse beek heeft haar oorsprong
ook in het veen van Zorgvliet. Langs de
Zeestraat en het Noordeinde was het water
geleid naar de Hofgracht, om daarna langs
het Bezuidenhout den Haag weer te ver
laten.
In vroeger eeuwen moet de gegraven
Haarlemse beek wel bruikbaar drinkwater
aan de Haarlemse poorters geleverd heb
ben. Niet onmogelijk is dat de Beek 01
last der graven van Holland gegraven L
om aan de ridders en hun paarden, die op
het Sant aan de spelen deelnamen, goed
drinkwater te verschaffen. Dan zou Haar
lem dus reeds zeven eeuwen terug een
drinkwaterleiding hebben gehad! Het
drinkwater werd immers naar de stad ge
leid, ook al was het dan in een open bed
ding en niet in ijzeren buizen. Het is wel
aardig daaraan! te herinneren nu wij pas
het 50-jarig bestaan der Haarlemse Water
leiding hebben herdacht.
.Aanvankelijk is Iffet water uit de Beek
ook gebruikt door de bierbrouwers. Later,
vermoedelijk na het graven van de Oude
Gracht (waardoor natuurlijk vermenging
ontstond) is het water van de Beek ver
ontreinigd geworden. Toen was het nodig
de Brouwersvaart te graven om helderder
water voor de brouwers in Haarlem te
brengen. In die tijd was de fabricage van
bier voor de Haarlemmers een belangrijke
bron van inkomsten. Het, Haarlemse bier
was wijd en zijd bekend. Er was in die
tijd hier zeker een 40-tal florerende brou
werijen.
Het klooster der Jacobijnen (in de Jaco-
bijnestraat) was voor een deel over de
Beek gebouwd. Van de Koningstraat, Grote
Houtstraat en Kerkstraat (thans Warmoes-
straat) kon men over bruggen over de
Beek op het Sant komen.
Ex-leider van liet „Filmgilde"
heeft terechtgestaan
Een van dé laatste zaken, welke het
Dordtse tribunaal te behandelen kreeg,
was die tegen de regisseur G. J. T. ex-
leider van het „Filmgilde". Hij was ook
leider geweest van de filmdienst van de
N.S.B. en van de filmdienst der Germaan
se SS. Hij had de propagandafilm „St.
Bavo" vervaardigd, waarmee vooral de
katholieken moesten worden beïnvloed en
verschillende propagandistische boekjes
uitgegeven. Verder was hij' opgetreden als
voorzitter van de rijksfilmkeuring. Het
ontslag van de directeur van de Bioscoop
bond zou hij hebben bevorderd. Over de
voordrachtskunstenares Chaja Goldstein
zou hij gegevens hebben verstrekt aan de
SD, met het gevolg, dat zij en haar man
werden gearresteerd.
Het tribunaal achtte de feiten, uitgezon
derd het laatste, bewezen en adviseerde
tot internering van 4 jaar, een boete van
25.000 en ontneming van de kiesrechten.
Bezuiniging op de
departementen
Op alle departementen worden commis
sies ingesteld met het doel verschillende
diensten, met name die, welke uit de oor-
logs- en bevrijdingsperiode stammen, op
korte termijn te doen inkrimpen of ver
dwijnen.
MINISTER GIELEN NAAR BRUSSEL.
De minister van Onderwijs dr. J. J.
Giélen zal ter gelegenheid van het 25-
jarig bestaan van de Vlaamse Club op 22
Mei een bezoek aan Brussel brengen. Hij
zal des avonds voor de leden van deze
vereniging een lezing houden over het on
derwerp: „De universiteit in Nederland".
Het is nu 400 jaar geleden dat een deel
der Beek overwelfd werd op^verzoek van
de. Kerkmeester der St. Bavo, om het
Kerkplein te kunnen uitbreiden. Er werden
in de overwelving enigeluiken gemaakt,
opdat het water nog gebruikt zou kunnen
worden om branden te blussen.
De Beek mondde uit in het Spaarne bij
de Damstraat. Oude Haarlemmers herin
neren zich dat naast het huis op de hoek
van de Damstraat (waar ®hu een muziek
winkel is) een deur was die toegang gaf
tot een portaal, waar men ook nog bij het
Beekwater kon komen. In 1931 is dit huis
gesloopt en werd ook de Beek voorgoed aan
het oog onttrokken. Vroeger waren ook
reeds andere stukken van de Beek over
welfd, maar toen werd de overwelfde beek
nog gebruikt als een afvoer voor riool
water.
De illusie van een „heldere duinbeek",
die zelfs door prof. Huizinga nog werd ge
koesterd, is naar het rijk der fabelen ver
wezen.
Over Muziek
Vannacht is in Palestina de onafhankelijke
Joodse staat uitgeroepen. De vlag van de
nieuwe staat beslaat uit twee banen, blauw
en wit met in het centrum de Daviidssler.
TEGEN PIJNEN EN GRIEP
"20 TABLETTEN i I 0.75
(Adv.)
Franse gezanfen
yormen een literaire jury
(Van onze correspondent te Parijs)
Op 22 Mei a.s. zullen vijftien Franse
gezanten, die, voorzover ze nog in actieve
dienst vertoeven, speciaal over zullen ko
men naar Parijs, zich aan een dis verèni-
gen teneinde uit de literaire productie der
laatste jaren één boek te kiezen dat Frank
rijk het waardigste in het buitenland kan
vertegenwoordigen: dat bekroonde boek zal
dan met de onderscheiding .Prijs der Ge
zanten" en met speciale bijstand van
hogerhand in den vreemde worden gelan
ceerd.
Mogelijk zullen sommige lezers zich bij
dit bericht over twee dingen verwonderen:
ten eerste dat gezanten de tijd kunnen vin
den de overvloedige boekenproductie van
hun land bij te houden en ten tweede dat
schrijvers en uitgevers hun de competentie
toekennen een oordeel te vellen over het
letterkundig gehalte voor de publieke opi
nie. Ter verklaring van het eerste f>unt
moge dienen, dat een commissie van be
roepscritici tevoren een voordracht van een
beperkt aantal werken heeft opgesteld
en de ambassadeurs dus niet alle boeken
behoeven te lezen en van het tweéde,
dat de combinatie van diplomaat en lite
rator in Frankrijk zich zo veelvuldig voor
doet, dat men hier bijna geneigd is een
ambassadeur reeds uit hoofde van zijn
beroep en waardigheid een zeker literair
recht van spreken toe te kennen.
Een letterkundig weekblad opperde dezer
dagen zelfs de mogelijkheid in toekomstige
bloemlezingen een aparte afdeling aan de
„Poëzie van Buitenlandse Zaken" te wijden:
onder de functionarissen van dat departe
ment telde de redactie namelijk sedert- en
kele tientallen jaren niet minder dan een
half dozijn poëten, waaronder Claudel, Gi-
raudoux en Saint John Perse, die stuk voor
stuk tot de fine fleur der Franse dichters
gerekend worden.
PIJNLIJK EINDE VAN ONTHULLING
IN LEUVEN.
Ter gelegenheid van de herdenking van
de 400-ste verjaardag van de geboorte van
de Humanist Justus Lipsius uit de tweede
helft der zestiende eeuw zou er Donderdag
in de tuin van het Justus Lipsius-college te
Leuven een borstbeeld van deze dehker
worden onthuld. Dit beeld werd tijdens de
Franse omwenteling gestolen en stond
sedertdien in het museum van het Jubel
park.
Wie schetst de verbazing van de vele
hoge Autoriteiten, toen na het wegtrekken
van het doek bleek, dat de albasten buste
zich niet meer op het voetstuk bevond. De
rector-magnificus, mgr. Waeyenburg, die
een toespraak had voorbereid, toonde zich
'verontwaardigd. Hij verklaarde dat hier een
misplaatste studentengrap in het spel moest
zijn.
In Nigeria is een grote campagne aan de ga ng tegen het analphabetisme, waaraan door
oud en jong met geestdrift wordt deelgeno men. De bevolking zelf draagt vrijwillig bij
aan de kosteji der leermiddelen, de klassen zelf -1— waarin jeugd, en ouderdom ver
enigd zijn vinden heel modern in de op enlucht plaats. Het bouwsel op de achter
grond bedoelt een gemeentehuis te wordenwaaraan de inheemsen in hun vrije tijd
vrijwillig meebouwen
HENRI DUPARC
César Franck ontdekte de m. .cdit'eit
van#Duparc. Dit zal omstreeks I860 ge
weest zijn en waarschijnlijk, in het Collége
de Vaugirard te Parijs, waar' de jonge
Duparc zich voorbereidde voor verdere
wetenschappelijke studies. De student on
derscheidde zich van de andere jongens
door zijn begaafdheid en het ontging aan
de leermeester niet, dat de muzikaliteit bij
hem meer was dan een passieve belang
stelling. Een muzikaal dichterschap .drong
om ontploöiïng en vrije uiting. En voor
deze natuur en voor dit karakter was
Franck precies de man om de gewenste
dingen te zeggen. Zij hadden beiden
leraar en leerling iets eenzaams; dat
wil zeggen: zij waren geenszins verlaten
of verbitterd, maar zij pasten niet gemak
kelijk in de conventionele kunstwereld, en
dit zou ook altijd zo blijven, volkomen in
overeenstemming met 'hun aard. „Le père
Franck" heeft altijd beminnelijk geglim
lacht wanneer er over miskenning gespro
ken werd,en de melancholieke Duparc had
eveneens wel andere dingen aan 't hoofd,
dan over dergelijke zaken na te denken.
In Duparc leefde de eerste Franse com
ponist van^het volmaakte lied. Hij zou
slechts door Fauré, Debussy, Ravel en»
Poulenc geëvenaard worden. Dit betelcent
niet, dat deze componisten in zijn geest
verder gingen of zijn stijl voortzetten.' Zij
verschilden allen van hem; als enigen die
enigszins in zijn stijlschreven zouden
Chausson en de Sévérac genoemd kunnen
worden. Duparc schreef in liet geheel
slechts dertien liederen, behalve enige
kamermuziek en een paar orkestwerken.
Het levenslot yan de artist heeft niet ge
wild, dat hij meer zou schoppen. Van zijn
zeven-en-dertigste jaar af heeft een ze
nuwziekte zijn werkzaamheid gestoord,
tot zijn dood in 1933. Hij was in 1848
dus nu 100 jaar geleden in Parijs ge
boren; hij is dus zeer oud geworden, maar
leefde de langste tijd in Mont de Marsan
(in de Landes) zonder in staat te zijn tot
werken. Hij werd meer en meer een vroom
philosoof cn ontving alleen oude vrienden.
Het is curieus, dal in de school van
Franck ook het lied tot bloei kwam. Franck
zelf had zich nauwelijks voor de lyrische
poëzie geïnteresseerd. Hij was het -klas
sieke type van de absoluut-muzikale, la
ten wij zeggen instrumentale intelligen
tie. Hij had geen bewuste principes over
deze zaak; hij schreef ook wel vocale wer
ken, maar hoezeer ook een duidelijke,
positieve gevoelsinhoud van een .gedicht
hem bezig hield, een werkelijk en natuur
lijk besef van de eigenlijke poëzie had hij
niet. Voor Franck was litterair goed, wat
bruikbaar was voor wat zijn muzikaliteit
wilde. Wanneer deze muzikaliteit.' niet zo
'diep en krachtig was geweest, niet zo vol
maakt voor zich zelf had gunnen spreken,
dan zouden de vocale werken van deze
meester prullerij geweest zijn.
Voor Dupar-c, die zich al jong verloor in
het lezen van verzen, was de Riding van
Franck hoe vreemd het oppervlakkig
beschouwd ook moge klinken nu juist
gewenst. Ik geloof dat de nooit twijfelende
en nooit aarzelende leermeester de muzi
kaliteit van de ^onge man heeft gered,
gesterkt en* tot evenwicht heeft gebracht.
Hij heeft hem niet van de poëzie afgeleid,
maar de aanwezige zuiver muzikale krach
ten tot bloei laten komen. Het was niet
nodig Duparc in algemeen artistieke zin
raad te geven; het was nodig de musicus
in hem tot zelfstandigheid te brengen en
daarvoor waren Franck's lessen in. alle
zaken, die de kunst van 't componeren
betreffen, van onschatbare waarde. Be
halve de techniek op zichzelf, bestudeerde
hij met Franck de kunst der klassieke
meesters en der componisten van hun tijd.
En zo stond de jonge artist tegenover* de
lyrische poëzie van zijn dagen als een
zuiver musicus, "die het contact met de
muziek der verzen helder kon zien en het
evenwicht der litteraire schoonheid met
de muzikale drijfveren van zijn eigen aard
door rijpe ontwikkeling kon bereiken.
Wie de ene bundel liederen van Duparc
leest, zingt, speelt en hoort heeft gelegen
heid, van de mooiste lyrische kunst te ge
nieten. Het komt nu maar op onze aanleg
aan. In zekere zin staan de zanger, de
speler en de hoorder voor dezelfde edele
aangelegenheid als de componist, toen hij
de liederen schreef; een muzikaal door
dringen tot het innigste wezen der verzen,
tot datgene wat de verzen deed ontstaan.
Wanneer deze composities alleen eerbie
dig de specifiek-litteraire samenhang na
liepen, zouden zij geen goede liederen zijn.
Zij zouden ook niet volkomen waardeer-
baai; zijn, wanneer zij de gedichten als een
soort vocaal materiaal inrichtten, tot on
derdeel van een instrumentaal-lyrische
compositie. Zij zijn bewonderenswaardig,
omdat datgene wat de dichter zong door
het temperament van de musjcus tot mu
zikale gestalte is genomen. De keuze der
verzen was voor de componist een keuze
der liefde, een drang zijner gemoedsge
steldheid. Dit was een primaire voorwaar
de voor het ontstaan der ware muzikale
schoonheid. En zo vormen de door Duparc
gekozen verzen vanzelf een le%rend beeld
van zijn gevoelsleven. Uit respect voor het
geheim der levenspoëzie weersta ik het t&
trachten, dit karakter te beschrijven." Ik
weet, dat ik maar zelden bij de voordracht
dezer liederen het echte dezer muziek heb
gehoox'd; waar het zintuig voor lyrische
schoonheid ontbreekt baat een litteraire
cursus over Baudelaire evenmin als lessen
in melodie-leer.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Verkiezingen waarschijnlijk
op Woensdag 7 Juli
De minister van Binnenlandse Zaken
heeft aan de gemeentebesturen medege
deeld, dat de regering er naar streeft, de
verkiezing van de leden der Tweede Kamer
te doen geschieden op Woensdag 7 Juli. In
dat geval zal de candidaatstelling op 4 Juni
kunnen plaats hebben.
SNOEP IN DE WINKELS NIET BONVRIJ
Gister-en is medegedeeld, dat binnenkort
het kermissnoepgoed zonder bon verkocht
mag worden. De ondervakgroep Banket
en Chocolaterie deelt mede, dat dit alleen
op kérmissen mag geschieden. Dezelfde
artikelen moeten echter in de winkels op
bonnen worden verkocht.
MAANDAGCENT VOOR T.B.C.-
BESTRIJDING.
Het hoofdbestuur van de vereniging
„Indisch Jeugd-Céntrum" heeft het initia-
tïef genomen tot leniging van de nood
veroorzaakt door de tuberculose in de
overzeese gebiedsdelen. Het wenst voor
deze t.b.c.-bestrijding de schooljeugd in
Nederland in le schakelen en verzoekt de
leerkrachten van alle scholen in ons land
hun leerlingen op te wekken elke Maan
dag op school één cent te offeren voor dit
daal.