J De 9 izen I De grote blanke vader" heeft zich verbaasd de ogen uitgewreven Nieuw industrieel initiatief door de Verenigde Staten gesteund MASSENET ,4 AUGUSTUS 1948 ANTON VAN DER VET: „Het vluchtend geluk". (Kroonder, Bussum). tttitTIENDE, zestiende Ze" rtAÏ opiiw de ontdekkingsdrang 1<ml ie achttiende wist van R... öioed, k naar vreemde, on- i5U»t v ill Maar er is tussen »aelr den vreemde in beide "Snif» verschil: vroegere :?Ljm ie» we 2 de avonturendrang spr-3ssï»=,= s!re motieven o» gemeen- 'chriiven over gemeen- fi ten dede" niet de onvolkomenhe- SS-lïmen in eigen land en ^Wden, die ondervond. »^bit5stoautmoedig genoeg, de b "'Z waren swm Qp te wagen> naar het °nb i ten hun maatschap- f Verwerkelijken in de •l-<e idealen te gemeenschappen. 'li ze, had zijn tijd gehad. •1..:=, meenden ze, ng gepaard gaande levensdrang, is be- il®"4 2 Sde in de nadagen van %f eriode en aan de voor- Pwhavingspe' De besten heten ®Wln meSaerdiger samen- ^lar lêolal werden ze als fa °"t 1, utopisten" gehoond. Zij .ijilistcn i n een overtuiging. Zij >de,gl°l door de kracht van een gtfS naar een maatschappij- «ni verlangen ajg is En heel goed deugdelijker staat niet iW»® worden door dromen, maar d»r een „denken met de fVw onze Zwitserse tijdgenoot ^SS^vr^'situatie, If Sale wereld verkeert, dat «si,^.tS*'tonB auteur zijn roman- Uelrekkeüjlr johB verleden_ dat in de ondernemendsten, die de een ideaal te dienen, vol was Sed hadden „geluksland »"fSeveen, Nederlands zeevaar- !i?i de West-Indische Compagnie fef- Schepen ter beschikking kreeg dnetal .sörep Incogmta Austra- van der Vet's roman een ygrond. Inderdaad is er verwantschap tussen deze ,er en de hoofdpersoon "lit boek, Anton Repelaer. Beiden kre- - Ten vader, wiens avontuurlijke f;Zich beperkte tot het wetenschap- 1 «en in een stille studeerkamer, rcin^f mee het romantisch ver- SBS, Slijdere wereld, naar oov- r.,. van thuis alleen de fantasie rïn toch is van der Vet's roman 'Seleen avonturenroman geworden, it. element611 daarvoor waren aanwezig: Jfl End geheim van een onbestemde tel vrijgevochten vagebonderen van Sw op zoek naar een regiment, Z teling met een woeste zee by or al, .muiten van een vijftal opvarende S .uilen - gedroste studenten de 2 Li en vestiging op het „eiland van '1» met zijn weeldeng-gulzige tro- olantengroei, strijd om het bestaan; ook het. stillen van een vnjheids- ook vredige kameraadschap. Een «eOTe Robinsonade, zou men bij een duchtig doorbladeren denken. Wie het Vluchtend Geluk" met dit oog leest, zal 'm de bonte opeenvolging van gebeurte- Ut aan de levendige natuurbeschrrj- ;Sen (van der Vet's sterkste zijde) en de vcfial boeiende verhaaltrant al zijn ge- Maar het is dat niet alleen, wat van dei- Vet tot het schrijven van deze roman heeft «drongen, al is er een zekere lyrische stekkingniet aan te ontzeggen. Zijn hoofd toon, Anton Repelaer, een patrrcrers- is in zijn dichterlijke jeugd vervuld na een droom, waarin al het goede, dat jonge jaren hem maar matig bieden, rdt. Had de roman niet meer een goed-gecomponeerde uit reking van dit motief, hij zou uiting ge- hebben aan een levensgevoel dat :ren eigen is in wankele tijden als tae, maar het element gemist hebben, ïssidoor dit boek zich nu ondanks al- krlei bezwaren die er tegen zijn aan te onderscheidt: het sociale element. Li dit betekent tevens: het positieve ele- cünt. Er is een litteraire groep die, ge tost aan litteraire maatstaven, zeker het en gaafste voortbrengt, wat in «i overgangstijd als de onze geschonken ba worden. Maar deze schrijft en dicht to voor een beperktebovenlaag van ce volk. Dit wil zeggen: onze letterkunde ii voor het grootste deel geen volkskunst e»r. Er is een kloof ontstaan tussen het publiek en de schrijver-dichter, waardoor deze laatste zich is gaan terug- tokken op eigen persoonlijkheid. Waar- Kbijnlijk is dit in een periode van maat- laspoelijke overgang niet anders mogelijk, kaar jonge kunst- is die, welke gelooft in taiwe mogelijkheden, in een wereld die *ij allen samen zullen moeten bouwen, re', vertrouwen, vol geloof in een gemeen- saappelijk ideaal. Jonge kunst is positieve tet. En zo zie ik het hoogtepunt van Achtend Geluk" in de episode, waarin ''•pelaer, die alle gevaren trotseerde om wor zichzelf een eiland van geluk te win- "ta verantwoordelijk voelt voor het voor de rechtschapenheid van de .«chap, die in de loop der jaren op m: Beramino is gegroeid. Daarmee gaat deze sociale roman urm het geluk moet vluchten omdat het «appelijk welzijn vertroebeld ratdoör de menselijke ondeugden: ach- wcht, naijver, hebzucht, eigenbaat i eraire uitdrukking van een persoon- 'e boven. Repelaer scheept «ontgoocheld en berooid in naar Europa, fii i- S e *rede befde hoopt te ij.Br.ehfj0, het meisje van zijn .-..T .l,: een noodlottige gebeur- SfHii Vindt haar niet terug; zij -■«els gestorven. Zijn ideaal werd ■Mm. sijn jeugd is dood. Maar on- EXAHENQPLEaDINQ Handoiswetensehappen-Wiskunde HSA-ARNHEM mende Schriftelijke Cursus) (Adv.) JEMEEDW" WAS vleugellam. WoMEr -van de Provinciale rfna r S? geland, welke de Matste hein Vlaanderen, die met WolrtL ^U]ninSen arriveren, Schelde een°S +gt: kreeg op de uitgewornpn jStormS' Het anker de nacht-,enu acht Passa6iers hZeemeeuw'A hb°Id doorbrengen. be haven van S volgende mor- ®ierS!bSrerien 0m danks dit alles prevelt Repelaer op zijn sterfbed, dat hij het beste deel meent ge kozen te hebben: het onverwoestbaar ge loof in een ideaal en de bereidheid, daar voor offers te brengen. Daarom noemde ik deze roman positief. Hij schiet in meer dan één opzicht tekort, ik geef- het grif toe. Ik zie niet voorbij aan een soms hin derlijke opzettelijkheid, aan zekere filmi sche romantiek, aan een storende neiging tot „fraai schrijven", waaraan een auteur als van der Vet met een zo natuurlijk talent zeker geen gehoor behoeft te geven, om ernstig genomen te worden. Maar af gezien daarvan beveel ik dit boek, op grond van zijn voortreffelijke stalen van vertelkunst en zijn positief-sociale strek king, in uw aandacht aan. C. J. E. DINAUX. Kerkmuzickcursussen. Op 18 September vindt in de Spuikerk te Amsterdam de offi ciële opening van de kerkmuziek-cursussen plaats. Deze cursussen, die onder auspiciën van de Nederlandse Organisten Vereniging in kerkgebouwen te Amsterdam en Rotterdam gegeven zullen worden, zijn bedoeld als een richting-aangevende aanvulling van het con servatorium- en privé-onderwijs, dat zich uiteraard niet aan de schakeringen, die het- Nederlandse kerkelijke leven beheerst, kan wijden. Ze worden nodig geacht omdat de opleiding van de organisten in overeenstem ming moet zijn met het de laatste jaren sterk oplevende besef van de liturgische waarden in de erediensten. Als docenten zijn onder meer benoemd: prof, dr. G. v. d. Leeuw en prof. dr. W. Kooiman. Als organisten werken mee: Adriaan Engels, Cor Kee, dr. Anthon van der Horst, George Stam, Adriaan C. Schuurman en Willem Mudde. Amerika's vergeten man, TSavaho Klein Marshallplan voor de Indianen De bevallige dames van papier die in aller- tneelijwekkende hou dingen in winkel-étalages plegen te staan om de voorbijgangsters te be wegen tot aankoop van het mantelpakje of de jurk die deze roerloze poppen sie ren, hebben blijkbaar hun langste tijd gehad. De M grote modehuizen in Parijs hebben ingezien dat de houterige kunstmannequins niet voldoen aan de eis des tijds en zijn er toe overge gaan om echte dames in hun étalages te zetten, die zich niet zoals haar voorgangsters bepalen tot het liefelijk vasthouden van een prijskaartje en een bevroren glimlachje, doch de te koop aangeboden kledingstukken al wande-, lend, en kerend „aan den lijve" demonstreren. Er blijven nu veel meer dames voor de étalages staan dan vroeger. Ook meer heren trouwens, maar dat interesseert de mode huizen minder dan de mannequins. Effecten- en Geldmarkt Het mag tot voldoening stemmen, dat de Amsterdamse Beurs in een periode, waarin activiteit en productiviteit door de vacan- ties worden geremd en ondanks het depri merende Viex-mogendhedenconflict, haar góede humeur niet heeft verloren. Men kan integendeel zeggen dat zij doorgaans van een zeker optimisme blijk geeft, al blijven de omzetten gering en komt er in het koersniveau weinig verandering. Ge constateerd kan worden dat de beurs ge voeliger wordt voor gunstige factoren. Alan Valentine, het hoofd van de E.C.A. (Economie Cooperation Administration) missie, welke zich thans in ons land be vindt, heeft er aan herinnerd dat de Marshallhulp in het gezamenlijke plan van de economische wederopbouw van Europa slechts een ondergeschikte positie inneemt. Slechts 5 pet. van de nodige goederen komt van het Marshall-plan; de overige 95 pet. zal door de betrokken 16 landen zelf moe ten worden voortgebracht. De dollarbedra gen, welke Amerika verstrekt, zijn welis waar belangrijk, maar nog belangrijker zijn de krachtinspanningen in de 16 landen zelf. Temeer is dit het geval omdat de hulp in 1949 zal afhangen van de in 1948 be reikte resultaten, m.a.w. hoe meer we zelf hebben gepresteerd, hoe groter en vlotter die hulp zal zijn. Daarom is het van zo grote betekenis dat zowel door de Beneluxlanden in klei ner als door de 16 landen in -groter ver band plannen beraamd en maatregelen ge nomen worden om door een verruiming van de onderlinge uitwisseling van goe deren, de nationale productie en afzet mogelijkheden te vergroten. Wanneer, als gevolg van de functionering van een centrale dollarpool, het tekort op de betalingsbalans met het ene land door een overschot op de betalingsbalans met een ander land kan worden gerescontreerd, zal de import uit dat ene land niet meer door het tekox-t op de betalingsbalans wor den belemiherd. België zal zijn uitvoer naar ons land, die 20 a 30 millioen per maand groter is dan zijn invoer uit ons land, dan niet behoeven in te krimpen en hetzelfde geldt van de Nederlandse uit voer naar Engeland, waar wij tengevolge van ons exportexcedent thans over een pondensaldi beschikken, dat straks voor betaling van importexcedenten met andere landen zal kunnen worden gebruikt. Wat de Beneluxlanden betreft, zal naar geleidelijke nivellering van het loon- en prijspeil mpeten worden gestreefd en naar de opheffing van de prijs- en exportcon- tx-öles, kortom naar de vex'mindering van ovex'heidsbemoeiing, voor zover die met het oog op de nog altijd heersende schaar- ste-economie niet dringend noodzakelijk is. Dat ook de deze week afgelegde regei'ings- vei'klaring daarvan de tendenzen bevat en blijk geeft van een grotere werkelijkheids zin bij het nieuwe kabinet heeft daarom ook op de Amsterdamse Beurs de hoop op een voortgaand herstel van onze nationale welvaart ver-sterkt." Overheid en particu liere ondernemingsgeest zullen moeten sa menwerken om voor het economische redres nieuwe wegen te banen. Het is moedgevend dat dux-f en commer cieel initiatief voor nieuwe industrieën kapitaal weten aan te trekken en dat ook in dit opzicht Amei-ika bereid is met'Ne derland samen te werken. Een derde groots opgezette onderneming is als vrucht van die samenwerking in oprichting. Na de Nederlands-Amerikaanse Autobandenfa briek en de Nederlands-Amerikaanse Fit- tingfabriek zal binnen korte tijd de N.V. Rheem-Evenblij in ons land de meest mo derne fabriek van ijzeren vaterr in bedrijf stellen, waardoor evenals door de beide andere Nederlands-Amerikaanse concerns onze economische afhankelijkheid vermin derd en uiteraard onze deviezenpositie ver sterkt wordt. Amerika is, zo zeide de heer Valentine, bereid aan het inhalen van de technische achterstand op velerlei terrein mede te werken, niet alleen door het fourneren van kapitaal, maar ook door Amerikaanse tech nici hierheen te laten komen teneinde op die wijze de industrialisatieplannen te hel pen verwezenlijken. (Van onze correspondent te New York) Milliarden dollars stromen Amerika uit ter leniging van de noden over de gehele wereld. En in hun lemen hutten in het Verre Westen zitten de Navaho's en hebben alle tijd voor overpeinzingen omtrent hun lot, het lot van de enige en oorspronkelijke Amerikaan, die tot voor enige maanden ge heel in het vergeetboek was geraakt. Wie Cooper, Aimard en Karl May heeft gelezen zal zich de naam Navaho nog wel herinneren, en wanneer wij de beschrijvin gen dier dagen volgen dan ontbraken daar ook niet de scalpeerpartijen en de over vallen op de huifkarren van de blanke for tuinzoekers die het Verre Westen in trok ken. Maar de „bleekgezichten" hebben zich wel honderdvoudig op de roodhuid ge wroken. Niet door het zenden van straf expedities, het platbranden van Indiaanse nederzettingen en grootscheepse uitroeiin gen, maar eenvoudig door hen economisch om te laten komen. De laatste veldslag tussen blanke rege ringstroepen en Navaho's had plaats in 1868 en sedertdien leefden laatstgenoemden teruggetrokken in de zogenaamde Indian Reservations, een gebied van 25.000 vier kante mijlen. Daar bleven zij onaangetast door de zegeningen van de Amerikaanse beschaving, daar handhaafden zij hun eigen cultuur, hun eigen taal, gebruiken en kle derdracht. Geen wolkenkrabbers, onder grondse treinen, snelle auto's, vakvereni gingen en Hollywoodfilms voor hen, maar ook geen doktoren, geen ziekenhuizen, zelfs geen wegen en geen stromend water als geen wegen en geen stromend water en daarbij een gebrek aan alles, wat wij tegen woordig als noodzakelijk beschouwen voor de hygiène. Dat zij in armelijke omstandigheden ver keerden was ook de Amerikaanse regering bekend en de Navaho's tezamen met andere rest-stammen ontvingen een steunuitkering uit de kas van het Indian Bureau Washington. Maar het was maar een karige ondersteuning die, als men de resultaten thans ziet. de Navaho's in de diepste ellende liet voortleven. De Navaho's zijn een stam van 60.000 personen, zij hebben de hoogste tbc-graad van alle bevolkingsgroepen der Verenigde Staten, de kindersterfte is tien maal zo hoog als het gemiddelde van het land, hun levenskansen zijn geringer dan van enige andere groep. De helft van de Navaho-krn- deren sterft voor zij de schoolgaande, leef tijd bereiken, hetgeen men onbarmhartig redenerend ook een oplossing zou kuft- nen noemen van het schoolvraagstuk: immers voor de 24.000 kinderen van school gaande leeftijd zijn er slechts schoolfacili- teiten voor 6000. Het gevolg is dat 2/3 van de gehele Navaho-bevolking nimmer op school gaat. Men kan het hun dan ook nauwelijks kwalijk nemen, dat zij niet kunnen lezen of schrijven en dat hun alge mene ontwikkeling en kennis om zichzelf een bestaan te verschaffen minimaal is of geheel ontbreekt. Hun voornaamste voedsel bestaat uit brood, schapenvlees en koffie, maar hun rantsoenen zijn ten enenmale onvoldoende en de Duitsers in de Ameri kaanse bezettingszone hebben een voedsel rantsoen dat enkele honderden calorieën per dag hoger is dan dat van de Navaho. De oorzaak van de ellende schuilt in het feit dat de Navaho's, die een verouderde landbouw bedrijven, met 60.000 personen leven op een dor gebied, dat aan niet meer dan 35.000 een karig bestaantje zou kunnen verschaffen. En het wonderlijk verschijnsel doet zich voor, dat, terwijl de grondkwali- tert van hun gebied nog voortdurend af neemt, de Navaho's in aantal groeien. Het netto-overschot der bevolking ^bedraagt thans 1000 per jaar. Terwijl volgens de' klassieke beginselen de bevolking zal af nemen in een gebied dat hen niet kan voe den, ziet men bij de Navaho's het omge keerde: zij hebben klaarblijkelijk een nieuw „evenwicht" gevonden tussen ge boorten en sterften op een voedingsperl dat ver beneden de norm ligt. Voor tientallen jaren had de Navaho ge leefd in deze ellende. En zo er dan niets aan zijn lot gedaan werd, was dit niet toe te schrijven aan kwaadwilligheid van het volk der Verenigde Staten, maar doodeen voudig aan het feit dat er in het gehele land klaarblijkelijk niemand meer aan dacht, dat de Indiaan eens heer en meester was van wat wij thans de Verenigde Staten noemen, en dat het alleen de Indiaan is, die zich „Amerikaan" mag noemen. Totdat vorig jaar een geïllustreerd tijdschrift een reportage gaf van het leven in het Navaho- gebied. Amerika wreef zich de ogen uit en spontaan kwamen er geldsbedragen binnen om een ondersteuningsfonds te vormen. Maar de sensatie te Washington was niet geringer en het overbezette Amerikaanse Congres vond tijd om een wetgeving te in troduceren ter verhoging van de Navaho- 1 evensstandaard. De noden der Navaho's kunnen gemakkelijk worden samengevat: opvoeding, wegen en water voor irrigatie. Onder een tienjarenplan is thans 80 mil lioen dollar uitgetrokken voor een bevloei- ingsproject, dat 117.000 acres, thans vol komen verloren voor landbouw, in cultuur zal brengen. Een verder bedrag van 22 mil lioen dollar zal besteed worden aan wegenbouw, en dan nog zal het Navahoge- bied het wegenarmste deel van Amerika zijn. Wat thans weg genoemd rfordt is een stofwolk in de zomer en een modderpoel in de winter, waar men ternauwernood met paard en wagen doorheen kan komen. Het plan is bedoeld om de jonge Navaho vertrouwd te maken met een schoolse op voeding, met stromend water dat uit de kraan komt, met een bed, met kunstmest voor zijn akker, met ziekenhuisverpleging, met moderne doktoren en geneesmiddelen. Op deze wijze hoopt men een min of meer modern boerenbedrijf op te bouwen, het handwerk te bevorderen en een kleine han deldrijvende stand te stichten voor de ver koop van eigen handwerkproducten. En hoewel het misschien nog wel een generatie zal duren vodr de resultaten in een' brede kring voelbaar worden, is de Navaho thans door het dieptepunt van zijn bestaan heen. De „Grote Blanke Vader" in Washington, waarmee de Indianen de Amerikaanse regering aanduiden, heeft thans zijn be schermende hand uitgestrekt en een betere toekomst ligt in het verschiet. Ook het tweede slachtoffer van de ontploffing in de metaalgieterij in de Wal dorpstraat te Den Haag, de 36-jarige B. W.. is thans overleden. De film „Crossfire" (Kruisverhoor) die dezer dagen tot „Film van de maand" is uitgeroepen, is in meer dan één opzicht merkwaardig. Tot nu toe was de naam van de regisseur, Edward Dmytryk, slechts bekend door „Murder my sweet",, die het publiek van de wijs bracht door een verward scenario en aantrok door een bewonderenswaardig geschapen sfeer. Door „Crossfire" verwierf hij zich een plaats op de eerste rang. De film triom feerde in het voorjaar van 1947 t,e New York en de Europese toeschouwers schij nen deze plotselinge voorliefde te delen, getuige de toekenning van een prijs op het Festival te Cannes. Deze rolprent zou men kunnen toevoegen aan de lange lijst na-oorlogse werken, die men om hun ziekelijk behagen in verdachte sn. milieux en gewaagde situa- i 17 "1 I **es »existentialistisch? zou I .r 1 ItYI kunnen noemen. Men zou U j zelfs naast de films, waarin de toeschouwers de stroop der sentimentaliteit krijgen voorgezet, het genre kunnen onderscheiden van de ^.zwar te" film, waarin men verplaatst wordt naar de zelfkant der samenleving. Plet is op deze plaats al meer opgemerkt, dat de eenvoudige detective en de „thril- 'ler" tegenwoordig graag van een psycho logisch tintje worden voorzien en „Cross fire" maakt daarop geen uitzondering. In dit werk is evenwel een zeer oorspronke lijke drijfveer voor een moord gegeven één die men van een Amerikaanse film, spelende in Washington nog wel, zeker niet zou verwachten namelijk het anti semietisme. De helden van deze historie zijn soldaten met de een of andere admini stratieve functie, die zich op de drempel van de demobilisatie bevindei?. Hun een tonig bestaan is zo samengeweven met een dodelijke verveling, dat zij slechts één uit weg hebben: wijntje en trijntje. Nu wordt deze atmosfeer door Dmytryk voortreffelijk weergegeven, doch in feite wordt de aandacht van de toeschouwer naar het goedkope element in dit verhaal ge trokken: het politiële onderzoek naar de moordenaar, die tenslotte zijn misdaad uit primitieve gevoelens van afkeer van een bepaald ras wie weet heeft de regisseur hier een bedekte toespeling op het neger probleem willen maken blijkt Je hebben begaan. Wanneer men de weergeving van dit recherchewerk vergelijkt met dat in „Quai des orfèvres" dan moet „Crossfire" hoe wel het drama hier beter in elkaar zit en de intrigue waarschijnlijker is het tegen het werk van Clouzot afleggen. Voor Clou zot was de hele affaire een pracht-aanlei- ding om in scherpe trekken een rake milieu-schildering te tekenen, de Ameri kaan wijkt geen ogenblik van de rechte lijn die tot de ontmaskering van de mis dadiger leidt, af. Men kan zelfs opmerken, dat de praktijk van het kruisverhoor bij de politie juist een geheel andere is, dan die ons in „Cross fire" wordt gesuggereerd. In werkelijkheid wordt tijdens een kruisverhoor de hoofd zaak niet aangeroerd en kaatsen de vragen en antwoorden via zijpaden over en weer. De regisseur had dus juist een mooie ge legenheid zijn hoogste troeven op het twee de plan der intrigue uit. te spelen, waardoor de film aan diepte gewonnen zou hebben. Slechts één ogenblik staat hij stil om een vluchtige schets te geven van het bestaan van een animeer-meisje in een nachtclub en haar „echtgenoot". Dit fragment is wel licht het beste uit de gehele film. Men kan zich niet aan de indruk van een handig in elkaar gezette legpuzzle onttrekken en dit bewijst eens te meer, dat men te maken heeft met een speurdersfilm van 't bekende schema, zij het dan in vervolmaakte vorm. Technisch gezien heeft men ongetwijfeld te doen met een man, die alle kunstgrepen van het vak door heeft en het is slechts te betreuren, dat hij zich nogal eens aan over drijving in de belichtingseffecten te buiten gaat. Maar ook dit schijnt bij het genre te behoren. Opvallend lofwaardig zijn de prestaties der spelers in „Crosfire". George Cooper, Steve Brodie, Robert Ryan, Robert Mit- chum en Paul Kelly geven iedere reactie fijn geschakeerd weer, terwijl men Gloria Grahame als het meisje uit de nachtclub niet licht zal vergeten. Ondanks deze positieve eigenschappen hebben we ons dit keer over de keuze van „De film van de maand" enigszins verwon derd. Tot nu toe werden producten gekozen, die niet in de lopende Hollywood-band pas ten. Wij denken aan werken met een origi nele visie of vormgeving of met een „bran dende kwestie" als inhoud; aan „Citizen Kane", aan „Farrebique", aan „De beste jaren van ons leven". „Crossfire" onder scheidt zich echter alleen door een uit stekende afwerking van een bekend merk artikel en dit kan eens te meer als bewijs dienen voor de stelling, dat de heren Mayer. Selzmick, Goldwyn, Warner en alle andere grootheden van het Californische strand geen andere ambitie hebben dan veel geld te verdienen en rijk te blijven. Het is dui delijk, dat zij dan geen risico kunnen nemen. J. H. B. De bar: povere oase in de woestijn der verveling. Over Muziek Totaal geruïneerd door de revoIuii« van 1848 trok de oud-officier der genie Mas senet met ziin gezin uit Montaud bij Saint- Etienne (Loire) naar Parijs. Wij zullen ons niet afvragen waarom hij naar de hoofdstad trok; het zal in reder geval wel een ongemakkelijke reis geweest zijn want er waren een-en-twin,tig kinderen en de ordelijkheid in de troep werd alleen door de vader gehandhaafd, want er leefde een sprankelende fantasie in het gezin, dat aan de moeder een pittige muzikaliteit dankte. De jongste van de kinderen was Jules Emile Frédéric, die al als kleine jongen in het geboorte-dorp een bijzondere begaafd heid had getoond. In 1851 werd hij aan het Parijse Conservatorium toegelaten; na al lerlei voorbereidende studies kwam hij tenslotte in de compositie-klasse van de directeur Ambroise Thomas. In 1863 kreeg hij met de Scène Unique „David Rizzio" de Prix de Rome. Van Italië uit heeft de jonge componist Duitsland en Hongarije bezocht. Zijn rei zen hebben hem niet verhinderd te vol doen aan de eis, elk jaar van Rome uit naar Parijs een enigszins omvangrijke compositie te zenden. Het waren achter eenvolgens een ouverture symphonique, een achtstemmig „Requiem" en het drama „Marie-Magdeleine". Het Requiem is hooit gepubliceerd, de beide andere werken werden bekend en gewaardeerd. In de Romeinse Campagna had hij volksmelo dieën genoteerd, die hij verwerkte in „Marie-Magdeleine" en volksfeesten in Napels inspireerden hem tot zijn bekende „Scènes de bal". Hij ontmoette in Venetië Alfred de Musset, toen de dichter hand aan hand met Georg Sand uit een gondel stapte. De componist neuriede de dicht regel: „a Saint-Blaise, a la Zuecca", waar van het rhythme overeenstemde met een wijsje, dat de gondelier zong. De Musset zei, dat hij zijn gedicht had gevormd naar deze melodie, die hij al vroeger had gehoord. Ik weet niet wat er precies waar is van deze geschiedenis, maar ik vind dat hier de waarheid wordt bepaald door de romantische schoonheid; in ieder geval is het aardiger te geloven in deze idylle, dan te weten hoe laat het was op dat ogen blik. De jonge Massenet noteerde de me lodie op de woorden. Een poosje later werd de componist verliefd op een donkere schone in Rome en nam haar trots en wel mee naar Parijs. Het was geen terugkeer naar een pro zaïsche werkelijkheid; men kan zeggen dat Massenet zich uit zijn amoureuze muzikali teit een rozentuin schiep, waarin hij zou wonen en musiceren. Niet dat hij senti menteel lanterfantte; hij was actief en werklustig; hij had van zijn moeder de artisticiteit, van zijn vader de typisch- Franse zin voor nauwkeurig en punctueel werken. Men kan gemakkelijk zeggen dat de componist Massenet oppervlakkig en zoet was, maar het is oppervlakkig om niet verder te denken en te erkennen dat de levensvreugde in de muzikaliteit van een componist een positieve kracht is die overvloedig vruchtbaar kan zijn, die ele gante melodieën kan voortbrengen, die zonnig-verlichte instrumentaties oplevert, zwierige rhythmen geeft, preciese harmo nieën vormt en distinctie handhaaft in de zakelijk constructies. Men merkt dikwijls, dat in Noordelijker streken een opera van Massenet wordt beschouwd als een vlotte luchthartigheid, die zonder diep muzikaal besef geschreven werd; dat alles in zo'n werk alleen maar uiterlijke ijdelheid en behaagzucht is. Dit oordeel is te hard; het is ook Farizeeïsch en voor een deel gebaseerd op een stroeve zwaarwichtigheid. Het is niet banaal lucht hartig te zijn; het is benijdenswaardig elegant te zijn. Wij missen de vitaliteit van Massenet, terwijl wij menen krach tiger te zijn. Wij missen de romantiek van Massenet, terwijl wij overtuigd zijn van onze ernst. Men bewondert eerder de Kunst van Richard Strauss, omdat men die voor interessant en diepgaand houdt, maar deze muziek is brutaal en grof; de zogenaamde ernstige diepte van Strauss' dramatiek is afstotend. Men kan zeggen dat een tragedie door Massenet met een glimlach werd op genomen en weergegeven, maar men kan niet van hem zeggen, dat hij de elemental der muziek gebruikte om realistische sen saties te maken. Ik erken het meester schap van Richard Strauss en ik vrees dat hij voorlopig niet zal verouderen; men ge looft nu eenmaal eerder in de zwaarte der Duitse kunst dan in de lichtheid der Franse muziek. Het is een onuitroeibaar misver stand. Maar laat ik niet in de schaduw blijven en liever eindigen in aangename herinne ringen. Want herinneringen moeten het zijn: Massenet is nu eenmaal verouderd. Of zal bij de glorieuze opkomst en groei van de Nederlandse opera het publiek vragen naar „Manon", naar „Thaïs", naar „Hérodiade", naar „Esclarmonde", naar „Le jongleur de Notre-Dame"? Ik denk het niet en begin geen verdere bespiegelingen. Ter informatie van hen, die het niet moch ten weten, noteer ik nog dat Jules Mas senet enige jaren compositie-les gaf aan het Parijse Conservatorium en belangrijke invloed had op jongere artisten als Debussy en zijn -tijdgenoten. Wie bij Massenet het contrapunt en de orkestratie studeerde leerde het vak nauwkeurig, d.w.z. hij leerde de schoonheid der muzikale logica kennen en daarbij vanzelf de beheersing van de stijl. HENDRIK ANDRIESSEN. Jeugdig Amerikaans echtpaar leed schipbreuk De bemanning van het zeiljacht „Sisken", dat Vrijdagnacht voor de Nederlandse kust in moeilijkheden geraakte, is behouden in Den Helder aangekomen. Het zijn de heer en mevrouw Dunaway Bill uit Seattle (Amerika), respectievelijk 24 en 22 jaar oud en studenten aan de universiteit in Washington. Zij maken een vacantietrip naar Europa en hadden in Nottingham het jacht ge kocht. Samen met twee Engelse architec ten, mr. Charles Hyde en Ted Lloyd, die de bemanning vormen van het Engelse jacht „Baronet", -waren zij enkele dagen geleden uit de haven van Lowestoft vertrokken met de bedoeling naar Nederland over te steken, een rondreis door de Nederlandse binnenwateren te maken en dan via België naar Frankrijk te reizen. In de nacht van Donderdag op Vrijdag omstreeks 1 uur zijn zij in slecht weer ge raakt op 30 mijl ten» Noord-Westen van IJmuiden. Een van de masten van de „Sis ken" brak. De „Baronet" trachtte de „Sis ken" op sleeptouw te nemen, maar de tros brak. Het is toen gelukt aan mr. en mrs. Bill om op de „Baronet" over te stappen, waarop dit schip koers heeft gezet naar Den Helder. Men liet de „Sisken" op zee achter. Het jacht is later door een trawler opgepikt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 5