Wilhelmina, Dochter der Oranjes, Moeder des Voiks, Vorstin der Vrijheid „Wilhelmus van Nassouwe hen ik van Dietsehen Woed' „Dat Hij mij kracht wil geven dat ik U helpen mag: Donkere wolken 1— DONDERDAG 26 AUGUSTUS 1948 Schotse wijze vrouw te laten spelen, ingewilligd, zo ook deze. Het is 1895. Het jonge meisje is Koningin Wilhelmina, Europa's jongste, zelfs nog ongekroonde Vorstin. De grijze, wereldwijze vrouw is de legendarische Koningin Victoria van Engeland, reeds toen, na 58 regeringsjaren, voor de Engelsen wat Koningin Wil helmina thans, na eenzelfde periode van 58 jaren Koninklijke waardigheid, voor ons Nederlanders is geworden: „onze" Koningin, voor meerdere generaties. Nu wij, meer dan een halve eeuw later, het leven van Koningin Wilhelmina der Nederlanden overzien, kenschetst dit treffen tussen beide Vorstinnen, meer dan enig ander moment uit de historie dezer vijftig (aren, de betekenis van de regeringsperiode, welke thans is afgesloten. 1948 schrijven wij, als Koningin Wilhelmina haar taak voor ons volk heeft vol bracht. Dezelfde Dochter der Oranjes ontmoette Koningin Victoria, die meer dan een eeuw geleden de troon van het Verenigde Koninkrijk besteeg. In die periode heeft het koningschap een andere inhoud gekregen. In dit tijdsbestek ligt de ontwikkeling van de samen leving, krachtens welke de bewondering en eerbied voor het gekroonde hoofd van de staat, medegeërfd met de kroon, ruimte moesten maken voor door persoonlijke verdiensten verworven aanhankelijkheid en liefde. Niet talrijk zijn de Euro pese vorstenhuizen, wélke deze maatschappelijke ommekeer hebben overleefd. Het grootste wat Koningin Wilhelmina voor ons volk heeft volbracht, moet de volledige aanvaarding worden geacht van die maatschappelijke heroriëntering, waarin zij niet alleen het koningschap voor ons volk heeft behouden, maar daar enboven juist door het sterker sprekende persoonlijke element der verhoudingen de dynastie nog hechter met onze samen leving en onze harten heeft verweven. In 1895 ontmoette onze jonge Vorstin Koningin Victoria, die haar waardigheid accepteerde in de volheid van het absolute koningschap. In 1948 is de taak van Koningin Wilhelmina volbracht, en hechter dan ooit schaart ons volk zich om de troon, terwijl elders in bloedige revoluties of koude volksstemmingen tronen ten onder gaan en koningen in balling schap worden gedreven, beroofd van majesteitelijke glans en ontdaan van alle koninklijke luister. Behoedster can de troon, niet alleen door haar regering, doch reeds door het feit hater geboorte. Goddankde Koning staat nog niet alleen", getuigde de hofprediker, dr. C. E. van Koetsveld, aan het graf van Kroonprins Willem van Oranje, zoon van Koning Willem lil en de toen reeds overleden Koningin Sophie, die in 1879 op 39-jarige leeftijd te Parijs overleed. De broer van de Koning, Prins Hendrik, was in Januari van dat jaar ten grave gedaald, in dé dagen dat Nederland zich verheugde in het tweede huwelijk, dat Koning Willem 111 op meer dan zestigjarige leeftijd sloot met de een-en-twintlgjarlge Prinses Emma van Waldeck Pyrmonl op 7 Januari 1879. Neen, niet alleen, doch wel eenzaam. Terwijl deze grijsaard zich een tweede, jonge gade koos, dacht Nederland met angst aan de zorgwekkende gezondheidstoestand van Prins Alexan der, na het overlijden van Kroonprins Willem de enige erfgenaam van de kroon der Oranjes. Niet ten onrechte twijfelde ons volk aan de bestendigheid van het Huis van Oranje. Des te blijder was echter de mare, dat Koningin Emma een nakomeling verwachtte! Zelden brak zich spontaner en machtiger feestbetoon baan dan toen die verwachting op SI Augustus 1880 verwezenlijkt werd. „Hare Majesteit dé Koningin is hedenavond ten zes ure door Gods goedheid bevallen van een Prinses", aldus de Staatscourant van die avond. De' geboorte van de Oranjetelg, die niet alleen Oranje voor ons volk behield, doch daarenboven ah Moeder des Volks naast de Vader des Vaderlands, haar grote voorganger, in de geschiedenis tal blijven voortleven! Op 12 October 1880 bejubelde Den Haag Koningin Emma, die haar dochter ten doop ging houden in de Willemskerk. 99 Wilhelmina Helena Paulina Maria, Europa's jongste Koningin, voorlopig nog Prinses Wilhelmina. Niet voor lang echter. Reeds in 1884 stierf Kroonprins Alexander en ons volk, dank baarder nog dan voorheen voor haar ge boorte, noemde Wilhelmina reeds Kroon prinses. Vier jaar oud, enige Oranjetelg, enig kind van een grijze Koning, die de troon niet lang meer zou kunnen torsen. Ingevolge de Grondwet moest het regent schap over de Koning, indien deze zijn taak niet meer zou kunnen vervullen of over de bij zijn overlijden nog niet volwassen opvolgster reeds tijdens 's Konings re gering worden geregeld. Direct na het overlijden van Prins Alexander, op 2 Augustus 1884 werd de wet van kracht, waarbij bepaald werd, dat Koningin Emma in dat onverhoopte maar vrijwel onver mijdelijke geval als regentes van het Koninkrijk zou optreden. Nauwelijks tien jaar oud was Prinses Wilhelmina, toen Koning Willem III gees telijk niet meer in staat bleek, het koning schap te dragen. Op 14 November 1890 aanvaardde Koningin Emma het regent schap, dat zij slechts tien dagen „in naam des Konings" uitoefende. Op 23 November van dat jaar betreurde het Nederlandse volk zijn laatste in mannelijke lijn van het oorspronkelijke Oranjehuis afstammende Vorst. Op 8 December 1890 legde Koningin- Móeder Emma de eed af als regentes van het Koninkrijk en van Koningin Wil helmina. Koningin Wilhelmina, ongekroond nog, tien jaar oud, die acht-en-vijf tig jaar lang die waardigheid zou dragen, waarvan een halve eeuw uit, menselijkerwijs gesproken, eigen kracht. Koning Willem III had tijdens de prilste jeugd van zijn dochter een grote liefde voor haar opgevat, doch had misschien juist als bewijs van die liefde de op voeding in handen gelaten van zijn zovele jaren jongere gade. Niet zoals beide zoons van Koning Willem III bezocht Wilhelmina een gewone school. Haar eerste opvoeding genoot zij van haar serieuze, met een inge togen, natuurlijke vrolijkheid begiftigde jonge moeder, die ondanks de drukkende zorgen voor haar echtgenoot en later voor de staatstaak, op bewonderenswaardige, van grote paedagogische inzichten blijk gevende wijze zich kwijtte van de taak, de toekomstige Vorstin van Nederland op een leven van dienstbaarheid aan een volk voor te bereiden. Koningin Emma, stam mend uit een groot gezin, begreep wat haar dochtertje als enig kind en koningskind ontbeerde. Behalve omgang met andere kinderen uit de naaste maatschappelijke omgeving, gaf zij daarom Wilhelmina aan vankelijk een levenslustige, welhaast kin derlijke Frangaise tot gouvernante, later de Engelse gouvernante miss Saxton Win ter, begiftigd, getuige haar bijzonder aar dige mémoires uit die tijd, met een diep menselijk begrip voor het moeilijke leven dat het haar toevertrouwde kind te wach ten stond en dat reeds tijdens de periode der opvoeding zijn schaduwen vooruit wierp. De indertijd bekende Haagse onder wijzer F. Gedeking was haar leermeester voor de normale schoolkennis. In Bad Wildunger, doel van de eerste buitenlandse reis in 1886, die de eerste levensperiode afsloot, verwierf Wilhelmina de grote liefde voor natuur, plant en dier, die haar later zo dikwijls naar palet en penseel zou doen grijpen en die haar inten- Wilhelmina en haar moeder, Koningin Emma. Wilhelmina en Koningin Victoria. sieve belangstelling in natuurbescherming tijdens haar regering zou voeden. Wie van de ouderen herinnert zich niet de afbeel dingen van het Jonge Koninginnetje met haar pony Baby, haar geitjes en haar lieve lingshond Swell! De Koningin-Regentes heeft begrepen, dat het Nederlandse volk na het overlijden van Willem III behalve zijn jonge koningin van verre liefhebben, haar ook in eigen midden wil eren. In de tijd dat de huise lijke schoolopleiding was overgedragen aan dr. Salverda de Grave, werden bezoeken aan alle provinciën gebracht. Reeds in Mei 1891 kreeg de jeugdige Koningin hear eerste openbare taak toebedeeld, de eerste steenlegging voor het Amsterdamse Wil- helminagasthuis, waarbij zij haar eerste „redevoering", slechts één enkele zin uit sprak: „Ik hoop dat dit gebouw tot zegen zal strekken van Amsterdam". Zegen voor ons volk was, wat zij nadien gedurende bijna zestig jaren in welhaast ieder woord zou vragen. Snel naderde de voltooiing van haar achttiende levensjaar, waarop zij in men selijke zelfstandigheid met het hoogste aardse gezag zou worden bekleed. Steeds meer koninklijke plichten kwamen op haar te rusten, zowel tegenover eigen volk als tegenover de representanten van vreemde mogendheden, die het Hof bezochten of het genoegen smaakten, haar aan eigen Hof te ontvangen: in 1891 wanneer de Duitse keizer ons land bezoekt, in 1892 bij het tegenbezoek aan Berlijn, in 1895 bij haar bezoek aan Koningin Victoria van Engeland, in 1897 in Oostenrijk en in het jaar van haar inzegening in Frankrijk. De opvoeding werd inmiddels vol tooid. Op veertienjarige leeftijd vingen de lessen aan van twee hoogleraren in vaderlandse en algemene geschie denis. Het onderwijs in eerstgenoemd vak werd opgedragen aan de Leidse hoogleraar prof. P. J. Blok. Typerend voor de hoogstaande op vatting van Koningin-Moeder Emma over haar opvoedkundige taak was de opdracht, welke zij prof. Blok ver strekte, namelijk „een zo onpartijdig mogelijke voorstelling van het ge beurde te geven, voornamelijk op staatkundig en godsdienstig gebied, Een jeugdportret van de Kroonprinses Wilhelmina. met eerbiediging van andere staat kundige en religieuze gevoelens dan de zijne, zonder in enig opzicht de waarheid, ook als deze voor de Ko ningin minder aangenaam zou klinken, tekort te doen". Ds. G. J. van der Flier, predikant te Den Haag, bereidde haar van Mei 1894. tot October 1896 voor op haar belijdenis in laatstgenoemde jaar. „Weest getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens" is de tekst, die zij daarbij mee krijgt op haar levensgang. Behalve het diep religieuze gevoel van Koningin-Moeder Emma heeft ook het onderwijs van ds. Van der Flier in die jaren de grondslag ge legd voor het sterk Christelijk karakter, dat Wilhelmlna's - daden en woorden ge durende haar gehele regeringsperiode kenmerkte. Natuurlijke gaven van hoofd en hart, tot ontplooiing gekomen door de liefde volle zorgen van haar moeder, versterkt door lessen van de beste leermeesters des lands, hebben Wilhelmina in korte tijd ge reed gemaakt tot de zware taak, welke haar wachtte en die, naar wij thans weten, een halve eeuw op haar schouders zou fusten. Zij had geleerd, een menselijke schroom te verbergen achter een natuurlijke en koninklijke waardigheid, welke die tijd met bij uitstek strenge vormen eiste van een Vorstin. Ons volk had haar bovenal leren kennen en een liefde opgevat, welke haar door lief en het diepste leed van vijf tig jaren zou schragen. In velerlei opzichten beleefde ons land tijdens de troonsaanvaarding van Koningin Wil helmina een tijd van opleving, van welvaart en van bloei. De jonge Vorstin kon zien, dooi haar persoonlijkheid en door de omstandigheden in het Oranjehuis, waarvan zij de laatste telg was, behalve ae veertigjarige weduwe van Koning Willem III, haar moeder en regentes, ver zekerd weten van de trouw hater onderdanen. Over haar troonsbestijging hing niet - als< meestentijds bij troonsbestijgingen de schaduw van de dood eens Konings. Het „le rol est mort, vive le rol" was reeds acht jaar verstdrven en slechts een herinnering geworden, die deze dag wel spreken zou, doch niet de jubel verstoren. Maar toch. Achttien jaar, opgevoed zonder de weldadige invloed van hel vaderlijk gezag, zonder zich aan een voorganger te hebben kunnen spiegelen in de bedrijvigheid van elke dagl Regentes Emma had tijdens haar zegenrijk doch moeilijk regentschap zichzelve stelselmatig op de achtergrond gehouden en er tegen gewaakt de mening ingang te doen vinden, (fat er een Koningin Emma regeerde. Zij is door haar werk een Constitutioneel Vorstin geweest, doch heeft door de omstandigheden persoonlijk „slechts" welbewust regentes willen zijn. Een voorrecht, ons volk te dienen In 1913 begonnen zich reeds donkere wolken over Europa samen te trekken, doch binnenslands heerste nog vredige welvaart. 100 jaar geleden was het, dat het Franse juk werd afgeschud, ter ge legenheid waarvan Koningin Wilhelmina getuigde „Het vaderland is herwonnen". Oud-Wassenaar was het toneel van de voortzetting der Edinburgse wereldzen- dingsconferentie en wie zich de diep reli gieuze inslag van onze Koningin bewust is, datzelfde jaar zo treffend tot uiting gekomen in haar historisch geworden uit spraak „Christ avant tout", weet dat deze conferentie haar onverdeelde belangstel ling genoot. In Juni bezocht zij de tentoonstelling „De Vrouw" in Amsterdam, ter gelegen heid van het reeds genoemde eeuwfeest. Vrede sprak vooral uit haar plechtige ope ning van het Vredespaleis van Carnegie in Den Haag, waarvoor in 1907, tijdens de tweede vredesconferentie, de eerste steen was gelegd. Even werd ook Nederland betrokken bij de groeiende internationale conflicten. Een onzer bekwaamste officieren, overste Thomson, sneuvelde tijdens internationale politiediensten in het bij de tweede Balkan- vrede gestichte Koninkrijk Albanië. Het stoffelijk overschot, dat op een Nederlandse oorlogsbodem naar ons land werd over gebracht, werd in Groningen ter aarde besteldveertien dagen voor het af kondigen van de mobilisatie. De Koningin getuigde van haar medeleven bij dit verlies voor het Nederlandse leger, dat in de jaren die daar direct op volgden zozeer in het middelpunt van haar gedachten en haar onvermoeide werken zou staan. Ook op politiek gebied werkte de in ternationale onrust enigszins door. Voor het eerst in de geschiedenis liet ons staatshoofd onder invloed van de zich van buiten af opdringende wijzi gende politieke oriëntering van grote volksgroepen zich door de voorman der socialisten, Troelstra, voorlichten over de politieke situatie, toen op het buitenland geïnspireerde politieke on rust de vorming van een nieuw kabinet vereiste. Wij weten thans, hoezeer de Koningin na die eerste stap in 1913 de linkerzijde van onze politieke wils vorming heeft leren verstaan, nadat deze een integrerend deel van ons volk is gaan beheersen. Ook in dit opzicht heeft zij zich ten volle gesteld op het standpunt van constitutioneel Vorstin. Onvermoeid en onversaagd Persoonlijk maakte zij inspectiereizen naar de kwartieren, naar de depóts en de eenzame grensposten, naar de opleidings centra, de militaire tehuizen en ontspan ningslokalen; onvergetelijk is ook de majes tueuze, strak-eenvoudige doch waarlijk koninklijke gestalte, die de troepenonder delen schouwde en de erewachten langs schreed. In de bloei van haar 35-jarige leven vormde waardigheid de achtergrond van haar diepe zorgzaamheid voor 's lands welzijn. Persoonlijk nam zij, behalve ver vulling van haar militaire taak, het initia tief tot de oprichting van het Koninklijk Nationaal Steuncomité, persoonlijk richtte zij telkenmale het woord tot het volk om het aan te sporen tot volharding in steeds zwaardere plichtsbetrachting. Direct ook verkeerde zij temidden van haar getroffen volk, toen in Januari 1917 het water de streken rondom de Drentse veenbranden kommer en zorg van de oorlogsangst kwa men verzwaren. Zó geleld bewaarde ons volk vol doende kracht om zelfs in die moeilijke jaren nog het vérstrekkend en tot veel verplichtend besluit te nemen tot drooglegging van de Zuiderzee! Terwijl rond onze grenzen de aarde verschroeide en de volkeren verstier ven in een zich voortslepende, uitmer gelende oorlog, begon ons volk een vreedzame strijd voor nieuw land, werk voor nieuwe handen, terwijl de tijd meer werk vroeg van de handen die er waren, leven voor nieuwe gene raties terwijl de bloem der jongeling schap door geheel Europa verbloedde. Vijftig jaar geleden: de Inhuldiging van de jonge Koningin Wilhelmina in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Slechts een enkele maal krijgt een con stitutioneel vorst gelegenheid, vooraan te staan in het politieke spel der mogend heden, doch de bijzondere oorlogsomstan digheden wij zullen het ook en vooral in de tweede wereldoorlog zien leggen in dit opzicht soms zware verantwoordelijk heid op de drager van de kroon. Persoonlijk ingrijpen van Koningin Wilhelmina in de Maartcrisis van 1916 en tijdens het prille voorjaar van 1918 heeft ons volk behoed voor een te elfder ure onvermijdelijk schijnende deelneming aan de reeds be sliste krijg. Benarde Novemberdagen Niet minder dan de oorlogsdagen zelf brachten ook de eerste jaren na het staken van de strijd hun bijzondere problemen. Morele ontwrichting, begeleidend ver schijnsel van iedere oorlogsperiode, ont laden angstspanning, verminderde nood zaak van eenheid, sociale troebelen in de door de oorlog uitgeputte landen rondom, vooral ook ledigheid van zovele handen'ge durende zo lange jaren verleidden een deel van ons volk zich te keren tegen het Ko ningshuis, tegen de persoon van de Ko ningin, tegen alles wat de grondslag vormde van onze op dat moment uiteraard alles behalve rooskleurige nationale samen leving. De opofferende liefde van de Ko ningin gedurende de vier oorlogsjaren had dit niet vermogen te voorkomen, had het De eerste officiële statie-foto van de Koningin in 1898 opgenomen. wellicht zelfs gestimuleerd, lift; „Koningin over was zij tam» 2,1 ..burgeres in ons volk. dat zich fcg voor een deel het verleiden tot ve2? zaming van de eerbied en dankij welke de historie van het OranjZL onze Landsvrouwe ha gehele volk bS«» den af te dwingen. Paraatheid en 5 kenmerkten ook m die angstige Noww. dagen van 1918 de houding van j,T ningin, die gebalde vuisten deed «2 in een juichende armenzee on het Mnï veld in Den Haag, waar geestdrffi daten de paarden van haar koels spim om haar zelf het veld rond te rijden Op internationaal gebied was de t ningin de trotse woordvoerster van land, toen België een na een gewon® oorlog blijkbaar onvermijdelijke annexe tiedrang zelfs uitstrekte tot Zeeuws vW deren en Zuid-Limburg en toen de m. allieerden de uitlevering verzochten van d> Duitse ex-keizer, die in ons land als tradi- tioneel politiek asyl zijn toevlucht gezocht. Toen in 1918 de wapenen werden gestrekt enkele jaren later de tyrannie van het wa pengeweld plaats maakte voor de dwirge landij van onrechtvaardige verdragen, ton Nederland met handhaving van thecreg. sche neutraliteit deel ging nemen, meerei voorheen, aan het internationale politica leven door lidmaatschap van de Vote- bond, huisvesting van het Permanente Ho} van Internationale Justitie en gastvrijheii aan talrijkè conferenties op het gebied van internationaal recht te verlenen, toen ving een tijdperk aan waarin de wereldbeschou wing van welhaast alle volkeren een dm bittere ontgoocheling gevoede fundamental omwenteling zou ondergaan. De vennes, derde internationale contacten van ons ld maakten het onvermijdelijk, dat die we gingen in wereld- en maatschappijbeschou wing ook tot ons binnenlands politiek teie zouden doordringen. Ook in ons land werkte de verwarring des geestes door, die de wereld buiten onze grenzen kenmerkte, leidend tot een slepen de economische crisis, tot de politieke be wustwording van de arbeidersklasse als ea opzichzelf verheugend verschijnsel, M tevens tot excessen daarvan als het ontbin dende communisme en het mensoateretiï fascisme en nationaal-socialisme. Nieuwe krachten werken steeds ont bindend, omdat zij zichzelf eerst efi plaats voor het bestaan moeten ver overen. De nieuwe krachten van deze jaren na de eerste wereldoorlog tast ten ook de band tussen Nederland en Oranje aan, een band die grote groepen van ons volk verbroken wilden zicn( dezelfde drang: welke in 1918" i benarde dagen baarde. *99 Moed vereiste het, zelfs onder de gun stige omstandigheden, de verantwoording voor volk en vorstenhuis te aanvaarden onder het motto van „voorrecht". „Ik acht het een voorrecht, dat het mijn levenstaak -plicht is, al mijne krachten te wijden aan het welzijn en de bloei van mijn dier baar vaderland" waren niettemin de woor den, welke Koningin Wilhelmina bij haar inhuldiging in de Nieuwe Kerk te Am sterdam op Woensdag 6 September 1898 tot de Staten-Generaal sprak. De inhuldiging werd voorafgegaan door een proclamatie van Koningin-Moeder Emma, gedagtekend 30 Augustus 1898, waarin zij de thans historische woorden bezigde „Moge ons land groot zijn in alles, waarin ook een klein volk groot kan zijn". De intocht in Amsterdam op 5 Septem ber overtrof alles, wat ooit in de hoofdstad des Rijks op het gebied van uitbundig feestbetoon te beleven was. De vooral na de smartelijke verliezèn van het Oranje huis gebruikelijke eenvoud van het Hof had plaats moeten maken voor een luister rijke praal, waaraan groten uit alle Rijks delen doch geen buitenlandse gezagsdragers behoudens hun diplomatieke vertegen woordigers deelnamen. Luisterrijke pracht en imposante statie tekenden ook de plechtige sfeer van de Nieuwe Kerk, waarin op 6 September 1898 de inhuldi ging en de eedsaflegging plaats vonden. Het Rijk had zich opgemaakt om de charmante en aangebeden Vorstin de aan vaarding van een zware taak tot een vreugde te maken. Terwijl binnenslands felle politieke conflicten van incidentele en ook van meer blijvende aard de regeringstaak, zelfs in gebondenheid aan een straffe constitutie, tot een moeizame arbeid maakten, waarin nauwelijks lauweren te oogsten vielen, was het de jonge Vorstin reeds twee jaar na haar troonsbestijging gegeven, zich in gans Europa en ver daarbuiten bemind te weten als „de enige man op de troon", zoals dr. Broekhuizen haar later zou beschrijven, door haar onvervaard optreden ten gunste van president Paul Krüger van Zuid- Afrika. Toen de Boeren onder de druk der Engelse wapenen moesten wijken en „Oom Paul" in September 1900 naar Europa zou vertrekken om daar de zaak van onze stamverwanten te bepleiten, durfde geen van de Europese staten het aan, openlijk sympathie te betuigen met de slachtoffers van het machtige Albion door Krüger de overtocht mogelijk te maken. Een golf van enthousiasme trok echter over het conti nent, toen Koningin Wilhelmina Hr. Ms. „Gelderland" naar Zuid-Afrilca zond om de bejaarde Boeren-president het ver stoorde gezicht van John Bull ten spijt naar Europa over te brengen. Aan het compliment „de enige man op de troon" doet de boodschap herinneren welke Ko ningin Wilhelmina tijdens haar latere bal lingschap in Londen ontving van een Hol landse vrijheidsstrijder, die haar zijn dank voor haar werk door een Engelandvaarder liet overbrengen: „Zeg haar, dat zij de enige kerel is tussen veel oude wijven!" Kort nadien, terwijl nog alom de be wondering voor dit onverschrokken optreden levendig was, ging een uiterst blijde mare door het land. In het najaar van 1900 brachten beide leden van het Vorstenhuis een vrij langdurig bezoek aan Duitsland en de dag na haar terugkeer op 16 Octo ber deed Wilhelmina in een boodschap aan beide Kamers mededeling van haar verloving met Hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwerin. „Moge deze gebeurtenis onder Gods zegen bevorderlijk zijn aan het welzijn van ons land" waren de woorden waarmee zü dit enerzijds zo persoon lijk geluk ook geheel ons volk tot heil wenste. Een laaiend geestdriftig Den Haag was op 7 Febr. 1901 getuige van de bruid stoet, waarin het jonge paar, gezeten in de door Amsterdam bij de troonsbestijging geschonken gouden koets, zich begaf naar het Paleis Noordeinde waar het burgerlijk huwelijk werd voltrokken door mr. Cort van der Linden en naar de Grote Kerk, waar het huwelijk kerkelijk werd inge zegend door de Hofprediker ds. Van der Flier. Der gewoonte getrouw maakte de familie van het bruidspaar deze weken voor de jonggehuwden tot een vreugde tijd. Die familie was het Nederlandse volk. De eerste jaren van het koninklijk hu- welijk kenmerkten zich door huiselijk I geluk, doch tevens diepe zorg. Hoewel het landsbestel zich langs rustige banen ontwikkelde, sloegen nu en dan de golven der politieke opwinding en sociale ontwikkelingsdrang hoog op, zoals bij de voor die tijd sensationele spoorwegstaking van 1903. Een grote stimulans voor nij verheid en handel, kunst en wetenschap ging uit van de belangstelling, die onze j Landsvrouwe toonde voor deze pijlers van j onze volkswelvaart. Tijdens lange en plichtsgetrouwe studiën maakte zij zich J vertrouwd met de problemen van heden en toekomst. Zjj bracht bezoeken aan alle delen des lands om plechtigheden bij te wonen of, zoals in 1906 in Zeeland, deel neming te betuigen bij de verliezen van leven en goed door onze aartsvijand, het water. Donkere wolken pakten zich reeds in 1902 en de daarop volgende jaren boven het jonge huwelijk en daarmede boven ons land samen, toen de vurige en gerecht vaardigd schijnende hoop op de geboorte van een Oranjetelg vervloog, waarbij de dreiging van de dood over het leven van onze jonge Koningin lag. Herstel trad in, maar onder de dankbaarheid voor het be houd der Vorstin vormde zich een onder grond van vrees voor het voortbestaan der dynastie. luliana, tweede stammoedef van bloeiend Oranjehuis Groot was derhalve de vreugde, toen ts lange stille jaren een nieuwe verwachting gerechtvaardigd werd. Juliana was de zinrijke Oranjenaam, H 1909 geschonken aan de dochter, waaraan Koningin Wilhelmina op 30 April van dat jaar het leven schonk. Het is alsof haar moeder had voorzien, dat zij een tweede stichtster van een bloeiend koningshuis zou worden. Ge boorte en troonsaanvaarding van Wil helmina stonden in het teken van een zaamheid rond dc troon. Een eenzaam heid welke in de jaren vóór de ge* bootte van Juliana nog werd geaccen tueerd, die in later jaren andern beangstigde en achteraf gezien groot deel van Wilhelmina's regerings periode heeft beheerst. Toen Juliaantje nog eent.Wlf®!Tjréi& f vier was, werd clcze statiëjjL wijlt door zijn ongedwongenheid Nederlanders verovert*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 6