Kanttekeningen
Economische vooruitgang
Nederlandse verliezen
in Indonesië
Middenstandscongres in Haarlem
behandelt actuele vraagstukken
i4T£RDAG
SEPTEMBER 1948
WILHELM BUSCH: „Max en Mauiits" (vertaald door Bertus
Aafjes). (Bruna's Uitg. Mij, Utrecht).
nbEH heelt zijn seizoenen: htf
(VK B aaat en keert weer terug. Bij-
dc "lachfde t1'0-
«tl fn,Tgdwerk men eerst aan kin
d's SS omdat het zo simpel
is® ,°S En daarmee zou een kos-
ÏÏSn'"i fïïn humor verloren zijn ge-
humorist was hij, Wilhelm
Pa fn humorist, die daarom zo onver-
gekunsteld was, omdat zijn
olst °Xwam uit een pijnlijk besef
h»'"V!S«nenheid, de kwetsbaarheid,
nseliik leven. Eigenlijk was hij
S'1 "Situs, of - om in muziekter-
een'"- t, n aigesi-ciiiu. op de mineur-
*«1!!prii levensmelodie. En juist om-
- ,.3n ae wag^ had hij de men.
aoed-
hef. niet minder lief dan het
«A Laar hij jeugd en rijpere jaren
litdsonap wa„jedensahl, het idyllische
ftir de eenden en ganzen nog op
WÉ' fiiten en men zich aan de pomp
Kf'Sensahl, niet ver van de don-
Mnenbossen, waarin Busch zo vaak
>9td mn zijn hart vond, als de wer-
it«fL™ het leven hem te ver afdreef
Verlangens van zijn dichterlijk ge-
9 Want 4 mag dan in knittelverzen
n hij was een dichter, zo met
™d'an toch met de tekenstift
- et niet wat men meer bewonde-
op rijm gestelde schelmen-
>s,®*LMax en Maurits, die onuitput-
i!" ren ih het bedenken van listen,
0 ,11 hun medemensen in verwar-
'Zm brengen, dan wel zijn tekenin-
«Sfblt éérst in de „Fiiegende
tói verschenen in 1859. Men begreep
1 Sicrtijd niet veel van. Alles wat de
Se burger belangrijk toescheen,
lachwekkend voorgesteld: cari-
i Hei was het leven, gezien vanuit
»"4re gezichtshoek, een prentenboek
V! je onbelangrijkheid der ervaringen,
/e meus zwaarwichtig pleegt te nemen
Si opvoedkundig prentenboek dus.
L^viinpti begrijpen deed men
ff in O® beginne niet: nieuw was de
I satvrieke, soms groteske lijn van zijn
Snert, nieuw was het in die tijd ook,
In een lachspiegel voor te houden,
Eii zich van hun kleinheid zouden
£en vergewissen. Vergroot alle kwa-
van Max en Maurits, zet ze
,in menselijke ondeugden en ge ziet de
in gaar eigenlijk trieste be-
ïïcid èn verwatenheid. Meer nog uit
Kfn dan uit de tekst (al zijn beide
lik ie scheiden) leest men deze rml-
S met alle ijdellieid der IJdelheden,
ie Busch zich wapende, om het beste
nngzelf te kunnen behoeden en zijn
zijn onbevangenheid, te
tai» behouden. I
is jammer, dat men in ons land met
tal anders kent van Wilhelm Buseh dan
kis Max en Maurits", al mogen we blij
ill dë guitenstreken van dit schelmenpaar
jLjelijlï te kunnen lezen in een vertaling
tsafén die, afgestemd op eenzelfde levens-
l„n «eest en dichlvaardigheid in meer
iia'voldoende mate bezit om Wilhelm
[tack ook in onze taal ie doen lachen om
de potsierlijkheid van 's mensen eigenwaan.
Van Busch' hand is nog zoveel meer ver
benen, dat juist in een tijd als deze
het herlezen tot ee» verademing doet wor
den, omdat er met de ernst een spel bedre
ven wordt, dat ons aan de betrekkelijkheid
van de zogenaamd „gewichtige" dingen des
levens herinnert, Ik denk aan zijn inder
daad diepzinnig „Hernach" en vooral wel
aan „Eduards Traum", waarin wijsgerige
overpeinzingen vervlochten zijn met de
psychologie van ons onderbewuste droom
leven, en bijna ongemerkt ingelaste maat-
ichappelijke beschouwingen ook na een
eeuw'nog veel te denken geven-
Kinderlijke onschuld dat was hem het
üeiste. Hij bewonderde deze, naar zijn
eigen getuigenis, aan de schilderijen van
Brouwer, Teniers, Frans Hals, toen hij in
rijn jeugdjaren een reis maakte door de
Zuidelijke Nederlanden, in de hoop, zijn
bestemming te vinden. Want het gangbare
dagelijkse beroep was een te smalle bed
ding voor de vaak onstuimige stroom van
rijn gemoed. En zeker koos hij de beste
«eg die hem, met zijn aanleg, overbleef,
ten hij terugkeerde naar zijn stille dorp
lil de provincie Hannover, naar Wiedensahl,
om er de vreugde en berusting te vinden in
een olijk gesprek met de boeren, een stil
verkeer met zijn boeken Schopenhauer
en Shakespeare behoorden tot zijn lieve
lingslectuur en eenzame wandelingen in
da geurende naaldbossen, waar hij „de we
reld" op een afstand kon zien en de ijdel
lieid der ijdelheden aan de kaak leerde
stellen, al was het maar in de verbeelding
ra kwasi-grappige berijming van de stre
ken der beide galgenboefjes Max en Mau
ris, Daarna kon hij des te onbevangener
met de kinderen spelen en luisteren naar
Nu de keuzebon
is afgeschaft
Vrijgegeven artikelen niet
onbeperkt verkrijgbaar
fet ministerie van Landbouw, Visserij
ra Voedselvoorziening deelt mede, dat nu
de keuzebon voor gébak-artikelen is' af ge
valt bij velen de mening schijnt te heb
ben postgevat, dat zij voortaan bij de bak
kers elke gewenste hoeveelheid koekjes en
gebak kunnen kopen. Dat is niet het ge-
?sl, De bakkers krijgen weliswaar grotere
grondstoftoewijzingen, maar deze zijn niet
ra groot, dat zij aan elke vraag kunnen vol
doen. Bovendien neemt de extra bevoor
rading met grondstoffen van het grote aan-
bakkers en banketbakkers nog" enige
Wken in beslag, zodat zij geleidelijk aan
wer ruimere voorraden komen te beschik
ken.
heeft boeken en spelen
over voor invaliden?
Haarlem van de Algemene
racriandse Invalidenbond die zich ten doel
ae belangen der invaliden te beharti-
L^eacht politiek of godsdienstige
de beschikking gekregen over
KSpanJnit}gslokaal' dat gevestigd is in
Het i bij de Korte Veerstraat.
iibriuw 5 op Vl'ijdag 17 September in
S tr ,°^en genomen. Het is de bedoeling
Dc jn'.wuat£v,y"a hijeen te komen.
ltoW ,i CJer Gé Houbein heeft be-
ceriion L' i vei'sierd met enkele schil-
"tekeningen. Er ontbreekt echter
teh" enAA^detj zoals schaak-
ÉesV jn?ji?k wj} het bestuur een biblio-
Vcti Stadgenoten, die het streven
telen bnoifil r willen Steunen, door
Keilen', Woid" Gen bedrag beschikbaar te
'^lellen mof zockt z'ch in verbinding
het gezoem van de bijen, daarbij het zijne
denkend.
Er is in later tijd er maar één geweest,
die in speelse humor-uit-melancholie zijn
evenknie was en achter wiens potsierlijk-
grillige invallen een zelfde levensernst
schuil ging: Christiaan Morgenstern, mis
verstaan vaak als Busch, omdat het velen
moeilijk valt te begrijpen, dat de humor
afgezien van de dik- en bierbuikige, die
geen humor is voortkomt uit een wee
moed om wat aan een leven, dat zo vol is
van rijk en rijp verlangen, voorbijgaat.
Wie daarvan weet, ligt Uilenspiegel na aan
het hart. Aan hem, aan de „grappenmaker",
kan men een tijdlang de last overdragen
van de benardheid, die een ieder wel kent.
Wat Wilhelm Busch, wat „Max en Maurits"
kunnen leren, is iets van de lach van Rabe
lais, voor wie „de wereld ook een schouw
toneel" was, vanwege de bedroevende
ernst, die men het best te lijf gaat door
hem een tikje belachelijk te maken.
Deze frisse, geestige vertaling van Ber
tus Aafjes, deze aloude plaatjes, waarin
het tintelt van vergoelijkende spot, zullen
menigeen goed doen. Laat men er zijn
vreugde om hebben, maar daarbij niet ver
geten, dat achter deze knittelverzen, achter
deze clowneske tekeningen, de levensernst
steekt van een mens, die de weemoed en
de deernis kende.
Waarom houdt men van de humor?
Waarschijnlijk wel, omdat de waarheid on
doorgrondelijk is en het wijsheid betekent,
zich daarvan bewust te zijn. Ik wens deze
bewerking van Bertus Aafjes een goede
reis door onze boekenwereld. Want een
man, die wist te schrijven: „Das Gute, die-
ser Satz steht fest, ist stets das Böse, das
man laszt", is een wijs en een mild man,
naar wie men niet zonder vrucht luistert.
C. J. E. DINAUX.
Oude kerk te Delft in verval
Grafmonument van Tromp
is ernstig beschadigd
De Oude Kerk te Delft, een gothisch
monument uit de Middeleeuwen, verkeert
op het ogenblik in ernstig verval.
In deze kerk bevinden zich de graven van
Tromp, Piet Hein en Anthonie van Leeu
wenhoek. Ook de beroemde schilder Jan
Vermeer ligt in dit bedehuis begraven,
hoewel men niet weet waar zijn graf pre
cies bevindt.
De stenen van de kerk zijn aan het ver
weren en de muren worden bros. In het
wapen' van Tromp is een barst gekomen.
Door het inwateren is de muur gebarsten
en gaan trekken, waardoor ook het mar
mer is gescheurd en het grafmonument
ernstig beschadigd. Het graf van Anthonie
van Leeuwenhoek verkeert eveneens in
vervallen toestand - en is aan bezoekers
nauwelijks toonbaar.
De kerkvoogdij, die provisorische her
stellingen wil laten verrichten, heeft reeds
in het najaar van .1946 een bedrag van
ongeveer 500.000 subsidie bij Gedepu
teerde Staten van Zuidholland aange
vraagd. Wil deze restauratie, waarvan de
kosten op enkele millioenen worden be
groot, tot stand komen, dan zal ook het
rijk moeten bijdragen.
Gekllioeveelheid in Nederland
ruim 7900 millioen gulden
Volgens een publicatie van het Centraal
Bureau voor de Statistiek bedroeg de totale
hoeveelheid chartaal geld in Nederland eind
Juni 3172 millioen gulden, tegen 2946 mil-
lioen per eind Juni 1947. De totale hoe
veelheid giraal geld liep in dezelfde perio.
de op van 4004 tot 4734 millioen gulden,
zodat de totale geldhoeveelheid van eind
Juni 1947 tot eind Juni 1948 is gestegen van
6950 tot 7906 millioen gulden.
Het totale geblokkeerde tegoed bedroeg
eind Juni 4273 millioen gulden vergeleken
met 5818 millioen eind December 1947.
De nieuwe gouverneur van Curagao, ir. L. A. Peters, heeft in het kamp Sufficant op Curagao
onderscheiden met het Vliegerkruis voor zijn onverschrokken optreden boven Ypenburg op-
C. van Oosterhout ontving het, bronzen kruis en de res. 2e It. vlieger oari Riemsdijk werd
onderscheiden met het VÏiegerskruiê voor zijn onverschrokken optreden boven Ypenburg op
10 Mei 1940. Ir. Peters speldt luitenant van Riemsdijk, die thans verkeersvlieger bij het West-
indisch bedrijf der K.L.M. is, de onderscheiding op de borst.
Effecten- en
Geldmarkt
in Duitsland heeft voor ons land tweeërlei gevolg
De reconstructie van West-Europa houdt
nog steeds de aandacht gespannen. Men kan
niet zeggen dat de beurzen er van dag tot
dag door worden beïnvloed, maar het is dui
delijk dat de weerslag van de besprekingen
en beslissingen inzake de Marshallhulp ten
slotte op de beurs niet kan uitblijven. Wat
Nederland betreft, is het voorlopig bedrag
voor de eerste zes maanden van het Herstel
programma (AprilSeptember) op 243 mil
lioen dollar vastgesteld, waarvan tot en met
Augustus 67 millioen werd toegewezen voor
aankoopmachtigingen. Blijkens de weekstaat
der Nederlandse Bank per 30 Augustus was
hiervan tot een bedrag van 66 millioen gul
den gebruik gemaakt, zodat het proces wel
in een traag tempo verloopt.
Intussen zou als bekend een nieuwe bij
drage tot het herstel van de Nederlandse
handel worden geleverd doordat België be
reid was van zijn Marshall-toewijzing ad
250 millioen dollar, 200 millioen dollar aan
de Europese debiteurstaten door te geven,
teneinde deze in staat te stellen ook de han
del met België uit te breiden. Volgens de
laatste berichten staat dit echter nog aller
minst vast, daar België zelf over de helft van
dit bedrag de beschikking wil houden, ook
omdat het bevreesd is voor een al te ruime
investeringspolitiek in Nederland, waarvan
het zelf schade zou kunnen leiden, terwijl
ook het overleg inzake de Beneluxverhou-
dingen niet zo vlot schijnt te lopen als men
dat in België wel wenst. Een en ander is er
oorzaak van geweest dat de Nederlandse
Bank f 27 millioen goud heeft moeten belenen.
Van te meer belang zou het daarom zijn als
de Wereldbank, gelijk gemeld wordt, bereid
zou zijn een lening van 80 millioen dollar aan
Nederland en van 15 millioen dollar aan
Tndië te verstrekken, tegen een rente van 2Vj
welke eerst in 1952 ingaat en met een
afiossingstermijn van 35 jaar voor Nederland
en van 25 jaar voor Indië. Beide leningen
zouden i moeten worden gebi-uikt voor de
aankoop van productiemiddelen, waaraan
men vooral in Indië dringend behoefte heeft.
Nieuw perspectief opent ook de tot stand
gekomen handelsovereenkomst tussen Neder
land en Bizonië, waarbij het gaat om een
totaal handelsverkeer van ruim 400 millioen
dollar. Het economisch herstel van West-
Duitsland, dat men in de V. S. terecht een
voorwaarde acht van het welslagen van de
Marshallhulp. is niet in de laatste "plaats voor
ons land van betekenis, omdat Duitsland
voor de oorlog ca. 20 van onze export af
nam en omgekeerd tal van Nederlandse
industrieën voor de vernieuwing van hun
productiemiddelen van Duitsland afhankelijk
zijn.
Het feit, dat het economisch leven in West-
Duitsland zich na de recente geldsanering,
krachtig herstelt, verdient daarom wel de
aandacht. Dit redres valt te meer op, omdat
West-Duitsland van de toegezegde Marshall
hulp ad 76 millioen dollar voor hét eerste
jaar, nog niets heeft ontvangen. Niettemin is
de productie de laatste twee maanden met
20 gestegen en bedraagt ze thans weer 60
van die in 1937. Behalve met Nederland
heeft Bizonië thans handelsverdragen met
België, Italië, Hongarije, Zwitserland, Zwe
den en Tsjecho-Slowakije. De Ruhr-produc-
tie beloopt thans reeds 80 van de 1937-
basis en de koopkracht van de nieuwe Mark
is zodanig, dat productie-premies konden
vervallen en dat de zwarte handel aanmerke
lijk is ingekrompen, omdat het normale aan
bod van goederen en producten aanmerkelijk
is toegenomen. Terwijl de bevolking in de
Sovjet-zóne het met niet meer dan 1300
1400 calorieën per dag moet doen, ontvangt
men in Bizonië thans nagenoeg 2000, hetgeen
uiteraard de arbeidsproductiviteit in belang
rijke mate stimuleert.
Aan de ene kant opent deze op zicb zelf
hoogst verblijdende gang van zaken voor de
omliggende landen het uitzicht op een ver
levendiging van hét handelsverkeer, aan de
andere kant zal er rekening mee moeten
worden 'gehouden, dat langzamerhand voor
meer dan een bedrijf in Nederland de con
currentie van Duitsland weer scherpére vor
men zal aannemen, vooral nu hier en daar
de vraag reeds begint af te nemen, gelijk mr.
Milius in zijn tamelijk sombere openings
rede op de Jaarbeurs heeft opgemerkt. Zijn
pleidooi voor een vrijere economie, meer
armslag voor de particuliere bedrijven, ver
mindering van de excessieve belastingdruk,
versobering van het overheidsapparaat en
een duidelijke voorlichting over de maat
regelen inzake de economische Unie met
België en Luxemburg zullen daarom de
leiders van onze nationale bedrijven uit het
hart zijn gegrepen.
Het Indisch Instituut
op de jaarbeurs
De expositie van het Indisch Instituut
(afdeling Tropische Producten) op de Jaar
beurs beoogt een blik te geven op de hui
dige situatie van industrie en nijverheid in
Indonesië, op hetgeen zich na de oorlogs
periode zover hersteld heeft, dat het be
drijf hervat kon worden en op hetgeen
nieuw tot stand gekomen is.
Er is in deze expositie geen volledigheid
bereikt. Er wordt slechts een aantal voor
beelden gegeven, welke merendeels afhan
kelijk moesten zijn van het materiaal, dat
tot dit doel uit Indië werd ontvangen. Ver
schillende, bedrijven zijn dan ook niet ver
tegenwoordigd.
Het doel van deze beperkte expositie is,
te tonen, dat er naast de volksnijverheid
een aantal bedrijven op Westerse grond
slag bestaat. Reeds jaren vóór de oorlog
waren verscheidene daarvan in Indië ge
vestigd; de metaal- en machine-industrie
was daarvan de oudste. Mechanische weve
rijen hadden een plaats veroverd naast de
van ouds bekende handweverijen. Als men
ziet, dat thans autobanden, garens, verf,
inkt, papier, glaswerk, radiotoestellen, gloei
lampen en nog een reeks andere artikelen
in Indië gefabriceerd worden, dan mag
daaruit wel blijken, dat er voor een aantal
industrieën, ook voor dezulke, waartoe de
producten van het land niet de directe
grondstof leveren, een bestaansmogelijk
heid aanwezig is.
In tweeërlei opzicht zal dit voor de za
kenman hier te lande van belang kunnen
zijn: ten eerste met betrekking tot de mo
gelijkheden van leverantie van hulpstof
fen, machinerieën en dei-gelijke en ten
tweede om zijn belangstelling te wekken
voor de mogelijkheid van vestiging van een
eigen bedrijf in het Overzeese Gebied.
Met grote activiteit is het herstel van
industrie- en nijverheidsbedrijven aange
vat. De oorlogsschade, aan de verschillen
de bedrijven toegebracht, wordt op
600.000.000 geraamd.
Begin 1948 werkten de belangrijkste tak
ken van het bedrijf weer op 30 tot 60 pet.
van hun voor-oorlogse capaciteit; enkele
waren reeds daarop teruggekeerd of had
den die zelfs overschreden.
Het is een heterogene collectie, welke
deze expositie vormt, doch zij is het bekij
ken waard, omdat zij duidt op een belang
rijke ontwikkeling in Indonesië.
Wat een ijshockeyspeler zoal nodig kan hebben,
laat de aanvoerder van de Engelse ploeg
„Wembley Monarchs" zien, nu hij voor een
oefenpartijtje de Wembley Empire Pool binnen
komt, waar het seizoen vandaag wordt geopend.
Over Muziek
De regering maakt bekend, dat tot haar
leedwezen in de afgelopen week de navol
gende verliezen zijn gerapporteerd:
Koninklijke Landmacht: sergeant-majoor
instructeur H. Bruyn, uit Rotterdam, ge
sneuveld 4 September 1948.
Soldaat B. Renzenbrink, uit Hilversum,
overleden door oorlogsverwonding 4 Sep
tember 1948.
Soldaat P. Verboom, uit Haastrecht, ge
sneuveld 3 September 1948.
Het Koninklijk Nederlands-Indische leger
en de Koninklijke Marine hebben in de
periode van de afgelopen week geen ver
liezen gerapporteerd.
Overheidsbemoeiing met het bedrijfsleven
en het prijs- en rantsoeneringsbeleid
Op het congres van de „Koninklijke Ne
derlandse Middenstandsbond", dat op
Woensdag 15 September in Haarlem zal
worden gehouden, zullen twee prae-advie-
zen, respectievelijk van mr. W. F. Lichte-
nauer over „Overheid en Bedrijfsleven" en
van drs. H. L. Jansen over „Prijs- en rant-
soeneringsbeleid", behandeld worden.
In zijn prae-advies „Overheid en Be
drijfsleven" ontwikkelt mr. Lichtenauer
een achttal stellingen. Hij gaat er van uit,
dat „de tegenwoordige bemoeiing van de
overheid met het bedrijfsleven het uitvloei
sel is van de reactie welke in de 19de eeuw
op materieel en geestelijk gebied is opge
komen tegen de toenmalige vorm van het
liberalisme". Het liberalisme, in de zin van
de 19de eeuw, werd naar zijn opvatting
naast een economische school ook een ge
loofsbelijdenis. „Het bedrijfsleven heeft
ten aanzien van de bemoeiing van de over
heid geen duidelijke houding aangenomen
en veelal opportunistische motieven doen
overwegen bij het bepalen van zijn hou
ding, zowel met betrekicing tot het aan
vragen van bemoeiingen van de overheid
als bij de beoordeling van de gevolgen
daarvan". Mr. Lichtenauer komt in zijn
advies tot de conclusie, dat de wereld al-
Mij. „Nederland" bestelt
een vrachtschip
De directie van de Stoomvaartmaat
schappij „Nederland" heeft aan de Caledon
Shipbuilding and Engineers Company te
Dundee opdracht gegeven voor de bouw
van een vrachtschip, dat een lengte zal
hebben van 150 meter en een breedte van
ongeveer 22 meier. Het schip zal worden
uitgerust met een turbine-installatie en een
snelheid kunnen halen van ruim 16 mijl.
Het aantal brutoregister tonnen is onge
veer 7500. Met de kiellegging zal in Januari
1950 worden begonnen. Het schip zal waar
schijnlijk in Maart van het daarop volgen
de jaar worden afgeleverd.
Deze vier meisjes, piloten van het Engelse vliegerscorps voor de Vrouwelijke Jeugd, brengen
haar vacantia door in een kamp op het vliegveld Elstree, tvaar zij elke dag ongeveer een uur
de lucht in gaan om ervaring op te doèn voor hun brevet.
Bacillendrager besmette
bokking
De geneeskundige hoofdinspecteui an
de Volksgezondheid deelt mede, dat in
enige gemeenten in het Noorden des lands
in de afgelopen week gevallen vastgesteld
zijn van parathyphus, veroorzaakt door
gebruik van gestoomde bokking. De bok
king was behandeld door iemand, die ba
cillendrager bleek te zijn.
Het troepentransportschip „Johan van
Oldenbarneveldt" zal wegens motorstoring
later vertrekken dan aanvankelijk was be
paald. Personeel van het 402de bataljon
infanterie zal in de uitzending van het strijd
krachten-programma van hedenavond om
18.30 uur nadere aanwijzingen betreffende de
terugkeer van inschepenigsverlof krijgen.
De wet tot aanvulling van renten krach
tens de Invaliditeitswet zal met ingang van
1 October in werking treden, evenals de
Kinderbijslagwet voor invaliditeils-, ouder-
doms- en wezeurentetrekkers.
lerminst scherp verdeeld is in bewuste
voor- en tegenstanders van het ingrijpen
der overheid in economische aangelegen
heden. Veeleer is er naar zijn mening een
beangstigend aantal oppoi*tunisten, die
gaarne vruchten plukken, doch niet afke
rig zijn van de hulp van Vadertje Staat in
geval van misoogst. „In de practijk van
onze samenleving zal het bedrijfsleven
moeten helpen streven naar een compro
mis tussen zijn natuurlijke belangen en het
sterke streven naar vérgaande bemoeiïng
van de overheid, een compromis, dat de
krachten van het vrije initiatief gelegen
heid zal laten haar zegenrijke medewer
king te doen gevoelen, doch mede aan de
gemeenschap, handelend door haar over
heid, de mogelijkheid zal bieden het tegen
wicht te vormen, dat onmiskenbaar sterke
maatschappelijke groepen eisen tegen de
door haar aanwezig geachte nadelen van
al te onbelemmerde werking van het par
ticulier initiatief".
Mr. Lichtenauer zegt, dat het bei-eiken
van het doel mede zal afhangen van de
zedelijke krachten, welke het bedrijfsleven
zal vermogen te ontwikkelen. In zijn vierde
stelling zegt de prae-adviseur dan ook, dat
bij het compromis „meer dan op de for
mules van de wetgeving moet worden ge
bouwd op de eigen morele kracht, gegrond
op zelfvertrouwen en een gevoel van eigen
waarde".
„Betere organisatie en hogere ontwikke
ling moeten de wapenen zijn van het be
drijfsleven en in het bijzonder van de mid
denstand, welke in deze tegenstelling een
belangrijke plaats inneemt. De gezamen
lijke inspanning van overheid en bedrijfs
leven moet onder meer worden gericht op
principiële herziening van het stelsel van
belastingheffing van ondernemingen".
Prijs- en rantsoeneringsbeleid.
In zijn prae-advies „Prijs- en rantsoene
ringsbeleid" worden door drs. H. L. Jansen
de volgepde stellingen ontwikkeld:
„Het overheidsingrijpen op het gebied
van de prijzen was noodzakelijk om voort
gezette inflatie te voorkomen, de export
positie van ons land gunstig te houden en
schade aan 's lands economie door sociale
onrust te voorkomen. Het prijzenbeleid
moest door het uniforme karakter van zijn
maatregelen en contróle sterk in botsing
komen met het aan individuele behoeften
aangepaste en daardoor sterk gedifferen
tieerde bedrijfsleven van ambacht en dé-
tailhandel.
Tot opheffing van prijs voorschriften
voor alle niet-onontbeerlijke goederen en
diensten, daaronder begrepen de meer luxe
uitvoering van onontbeerlijke goederen,
dient zo snel mogelijk te worden overge
gaan. Een algemene prijsstijging is hiervan
niet meer te verwachten en, voor zover zij
incidenteel optreedt, voor de kosten van
levensonderhoud niet van belang. Daaren
tegen zal de opheffing de tendenz tot hand
having van de maximumprijzen als gel
dende prijzen ten gunste van prijsdaling
doorbreken.
De rantsoenering van goederen door
kruist en vervormt de normale „vraag-
opbouw", gebaseerd op de actuele verde
ling der inkomens.
De noodzaak van rantsoenering is afge
nomen met het breder worden van de goe
derenstroom en het toenemen van de keuze
mogelijkheid voor de consument. De be
perktheid van het inkomen bepaalt daarom
weder in overwegende mate de grens van
de koopmogelijkheden.
Slechts voor enkele onontbeerlijke goe
deren, waarvan de voorziening nog niet
normaal is gewaarborgd, is handhaving
van de rantsoenering nodig, voor alle ove
rige goederen kan zij worden opgeheven.
In verschillende gevallen zal de opheffing
van de rantsoenering teruggang in het ver
bruik van het gerantsoeneerde artikel be
tekenen.
Opheffing van prijs- en rantsoenerings
maatregelen zal herstel van een zekere
vrijheid en dus van concurrentie mede
brengen. De middenstand zal zich terdege
op het herstel van deze concurrentie heb
ben voor te bereiden".
STRAWINSKY
Er is om Strawinsky altijd veel rumoer
;eweest. Er waren in de luisterende en
schrijvende kampen altijd felle voorstanders
en felle tegenstanders. Men zou hem kun
nen uittekenen, krachtig vooruitstappend,
begeleid door nieuwsgierige mensen, die
met elkaar twisten over de kunst. Wij we
ten niet of de componist, die nu sinds jaren
in Amerika woont, weer nieuwe stijlen zal
loslaten, of hij nog enige malen zijn taal
zal wijzigen. Hij zal 't zelf ook niet weten,
want de echte muziek komt niet voort uit
plannen. Men kan achteraf het gegevene,
het verleden indelen in stijlperioden, men
kan daar critische bepalingen over maken,
men kan echter niets vaststellen over een
componist, die nog leeft en nog werkt. Van
Strawinsky weet men nu, dat hij aanvan
kelijk brillante orkestmuziek schreef
(L'oiseau de feu) onder de bezielende in
vloed van Rimsky Korsakoff, dat hij ver
der ging, leefde en componeerde in de rijktr
sfeer van het Russische ballet, (Pe-
trouchka) en dat hij (1910) een on-over-
zienlijk hoogtepunt van orkestkunst be
reikte in „Le sacre du printemps". Het was
meen ik in 1913 dat Pierre Monteux
in Parijs dit werk voor het eerst uitvoerde.
Men hoorde toen het klinkende beeld van
schijnbaar totaal losgelaten muzikale ele
menten, harmonieën zonder tonaal ver
band en rhythmen zonder maat. Het woord
revolutie was niet van de lucht. Was de
geniale dirigent misschien de enige, die
aan den lijve ondervond, dat dit werk geen
heidense bende was maar een vlammende
constructie? Na Monteux hebben andere
dirigenten over geheel de wereld hun
krachten er op beproefd, hebben andere
orkesten hun moderne virtuositeit in deze
ge weldenaar s-muziek laten gelden; zij
hebben ondervonden dat de „Sacre" geen
nonsens was, maar een kracht. Een woeste
kracht, die wel met alle conventie en zelfs
met alle traditie spotte, maar uit de natuur
der muziek te verklaren was. Er is geen
tweede „Sacre du Printemps" en ook
Strawinsky zou geen tweede kunnen com
poneren. Het is de Eroïca van Strawinsky
en men heeft het stuk te aanvaarden
of niet.
Voor hen die tijdens de eerste roem van
dit werk wilden vaststellen, dat deze mu
ziek nu beslist de stijl van Strawinsky was,
werd het lastig toen de componist met an
dere muziek voor de dag kwam. Vooral
jongg componisten en aesthetici, die nu
bewezen achtten dat de muziek „vrij"
was, zaten met de handen in het haar toen
de meester zijn stijl vereenvoudigde, dat
wil zeggen, dat hij voor nieuwe werken
een ander organisme aanwendde. Wat is
dat? zo vroeg men zich af. Hij bevrijdt
de muziek van de traditie, hij brengt
nieuwe harmonieën, nieuwe rhythmen,
nieuwe melodieën en nu schijnt hij zich op
Handel te bezinnen? Is hij uitgesproken,
vermoeid of verlamd? Ik herinner mij nog,
dat de componist zijn Pianoconcert speelde
in het Concertgebouw te Amsterdam. Het
was een teleurstelling voor hen, die meen
den dat na de orkaan van de „Sacre"
nieuwe stormen zouden losbreken. Nu
hoorde men een statisch werk, waarin men
de tonale basis van a mineur kon herken
nen, waarin het rhythme was gemetriseerd,
waarin de melodie zich op deze vastheid
voort bewoog. Dit was meende men
een teruggang. Nochtans had het stuk,
evenzeer als de „Sacre", een eigen aard.
De componist had ook bij de conceptie van
dit werk geluisterd naar de natuurtaal
der muziek; hij had zich niet afgevraagd
of hij wel modern genoeg zou zijn. Hij was
een vrij man, schreef een piano-concert
en niemand kan ontkennen dat dit stuk
een zeer zelfstandig werk is. Er waren
overigens muziekliefhebbers genoeg, die
dit stuk toch ook „dissonerend" vonden en
het dus veroordeelden. Ook zij hadden on
gelijk en begrepen de natuurlijke vrijheid
der muziek evenmin als de actualistische
modernen.
Strawinsky werd een Sphinx; men moest
zijn meesterschap erkennen, maar bleef
voortaan voor een geheimzinnigheid staan.
Dat deden de tijdgenoten van Beethoven
ook; men kon geen peil op hem trekken.
Hij werd afgezworen door de conservatie
ven, hij werd irritant voor de modernen.
De eersten veroordeelden hem omdat" hij
niet aan oude eisen, de laatsten omdat hij
niet aan de nieuwe eisen beantwoordde.
De componist echter beantwoordt aan zich
zelf en doorploegt de akkers der techniek.
Een der grootste verrassingen bij de la
tere Strawinsky was zijn Symphonie des
Psaumes, de symphonie der psalmen. Hij
schreef dit werk in 1930 voor het 50-jarig
bestaan van het „Boston Symphony Or
chestra". Welk een afstand en verschil,
vergeleken met de „Sacre du Printemps".
Naast de zuiver-muzikale zaak deed zich
nu ook nog een psychologische kwestie
voor: schrijft de componist der heidense
Sacre du Printemps nu een psalmen-sym-
phonie, die hij aan de glorie van God wijdt?
Dit staat aan 't begin van de partituur
vermeld. Hoe nuttig zou het zijn als men
niet de naam van de componist kende, als
men onbevangen voor het nieuwe ver
schijnsel werd geplaatst. Zelden staat men
vrij tegenover het kunstwerk.
Deze symphonie is driedelig en de vol
gende teksten worden door het koor ge
zongen: de verzen 13 en 14 uit de 28ste
Psalm in het le deel; de verzen 2, 3 en 4
uit de 39ste Psalm in het 2e deel; de psalm
Laudate Dominurn in het laatste deel. De
componist wil de hogere stemmen bij voor
keur door kinderen bezet zien; voor zo ver
ik weet zijn tot nu toe de sopraan- en alt
partijen door vrouwen gezongen.
Streng en statisch klinkt de muziek op
in een rhythme, dat metrisch beteugeld is,
maar van de eerste maat af vol vitaliteit
leeft. De harmonie in het eerste deel is
een chromatische ontwikkeling van de
phrygische tonaliteit. De zetting der koren
is feitelijk eenvoudig, maar heeft een
machtige werking. Hoeveel risico werd
hier genomen door een componist die be
wezen heeft, in alle registers met alle tim
bres uitbundig en in onnoemelijke diffe
renties te kunnen werken. Hier is de rijk
dom geconcentreerd. Een zeer edele ver
eniging van sentiment en muzikaal denken
is de fuga van het tweede deel. Wie ver
wonderd en stil gebleven was bij het eerste
deel wordt getroffen door het prachtig-
muzikale gesprek der houtblazers, waarmee
deze fuga begint. Deze dubbel-fugatische
muziek leidt in enthousiaste ontwikkeling
naar het Laudate Dominum in de finale,
waarin de statische kracht van het eerste
deel met grotere hartstochtelijkheid her
kenbaar is.
Het is niet mogelijk hier nog op andere
latere werken van cle componist in te gaan;
ik wilde slechts enkele woorden wijden
aan het verschijnsel van Skrawinsky's ver
rassingen.
HENDRIK ANDRIESSEN.