c
3
0"
a z 'Jn
jjjtteraire Kanttekeoiei
en
Nederlandse verliezen
in Indonesië
De 9 Muzen
Madame
HAAS
Lichte zwenking in economisch
beleid van de regering
«tefdag 9
9 OCTOBER 1948
IJMUIDER COURANT
BERTUS AAFJES: „Het Koningsgraf" (Sonnetten).
(„De Ceder-Reeks", 1 M. Meuïenhoff, Amsterdam).
en een gedichten, alle
:n te Cairo in het
jiuiw— schreven te Cairo m net
soitd® e hee£t Bertus Aaljes, als
zingen nu eenmaal in het
-i» d,e „sregel na versregel uitdruk-
tttlA" de jerandering, die zich
voltrokken of nog aan het
Vaak is hij gehouden voor
„tstt» 'S onbezorgd als een vogel
tak Zijn lied de hemel in
és'1 Schend °m de zinnenP"c.h' om
1U1 tiet de onbevangenheid en
•2' van de "jd der Renaissance,
'ï33 cultuur nog jong was. Hij zou
■c 'nz .„hlematische, blijmoedig-ver-
51dt reiveest, betoverd door al het
HLShoon der aardse dingen,
W °8 snapt aan de innerlijke ver-
waarmee een beproefde tijd als
imens in innerlijke verwarring
é'fSijnbaar: bij de bespreking van
ïsngt; ww werk heb ,k al als mijn
f-'~ neergeschreven, dat deze beval-
.j0t speelse eenvoud lang met
-sSeïd "as als leek e" f dC
Bang van zun vers wel eens
•;i'T ft kon zijn in een rijk-gedroomde
si'®!', so lang stand zou houden als
''- starve aan levensblijde ongerept-
tfeetast bleef. Ik heb genoten van
fïfrbekoorlijke lyne^u^die Jaren,
dis niet
4 Lnkel met rozen speelde, maar er
o niet e" naar geurde. Zoveel
.'ifzuufeen bijna zwevende bewe-
35"' rhvthme, zo'n verrassende
f' '"ïhtheid van beeld en rijm, had de
'stT™dse tucMlninst ons in lange tijd
then geschenke gegeven. Maar ik genoot
met een bang èn verwachtend hart.
mdat ik achter al deze beminne-
55; j .panning vermoedde, waaruit
al ahe kunst voortkomt. Ver-
'3 omdat ik hoopte dat deze dioh-
"3 over een zo voortreffelijke vers-
beschikte, eens, in zelfstrijd, in-
j m vorm zou vinden voor een vers
Zere gang, van rijker en rijper
ifiheid Een Franse dichter merkte
3 dat het woord „l'art" (kunst)
•dank al verre was van goedmoedig-
S daler iets in klonk van de kreet van
^.mlaagschietende roofvogel En elke
wmlma is door zijn ontroerend element
„eep neer de keel", zoals Thomas
het eens uitdrukte. Bertus Aatjes
-ook in de tijd van zijn zo bevallig met
u'en bloemen omrankte verzen, die zo
ais een veer op de melodie van zijn
5k d'chtershart gingen, van dit alles:
MS (en is) een romanticus. „Ik hoop
"r hns in miJ te bezweren", zei hij me
Z, ie ja] het niet kunnen", heb ik hem
onbeantwoord, „en als je blijft wat je in
««bent, zal je werk er niet minder op
«te, in tegendeel." En nu, in deze
•sabundel, bekent hij het zelf: „De tijd
waarin ik, licht van toon en
J van geest de dingen dezer aarde
v-'een prees...." Hij kon dat nog, zo-
•J aj, die hem lief was, hem met die
Pligheid omringde, die hij, de kwetsbare,
til nissen kan. In de eerste 34 dezer son-
tóien wordt de droefenis beleden om het
teisaan van deze beschermende geliefde,
ia wie ,.een wrede God" hem scheidde.
Gsn stap kan hij gaan, of hij ontmoet haar
beeld in herinnering: de kleurenweelde die
de bloemverkopers met zich meedragen is
E: v0i van, door het open venster komt zij
!s nachts als een vogel binnengevlogen, om
niet te scheiden, alvorens zij „haar vleugels
twii zijn hart heeft samengevouwen". Te-
ruggekeerd van zijn lyrische droomtocht
vindt de dichter zichzelf terug, „geheel
ontzelfd", nu ook de herinnering allengs
heengaat en hem achterlaat als een uitge
ven bijenkorf.
Hij voelt zich, naar het beeld waarmee
zijn Egyptisch verblijf hem vertrouwd
maakte, als liggend in een „Koningsgraf"':
in het graf van een gestorven verleden, al
is het dan ook als een koning, een in de
Dood verlaten dichterskoning, voor wie op
een Egyptische grafschildering Tijd, Dood
en Ondergang als musicerende meisjes er
aan herinneren, dat geluk en schoonheid
alleen in het vergankelijke bestaanbaar
zijn. Zwaar is de stilte, vreemd de aarde
met haar pracht, vreemd zijn eigen Ik, dat
in 35 sonnetten één weeklacht uitzingt om
wat onherroepelijk is heengegaan:
„En het eenge dat ik nog bezit
Is een ver en vaag herinnerd wezen
Dat er iets geweest moet zijn voordezen...."
Langzaam-aan klinken in deze melodieën
der eenzame beproeving de eerste tonen
van een aanvaarden door een aanvaar
den ook van het leven, het lieflijke en ge
strenge, dat streelt en striemt, dat geeft
en neemt. Hij is bereid, de schijn der zin
nen op te geven in ruil voor „de laatste
waai'heid" van zijn ziel, hij keert tot
zichzelf in. En zo, gelouterd, verschijnt
hem een nieuw landschap, om hem in be
toverende schoenheid weer de vreugde des
levens een inniger vreugde nu te
tonen. Hij stijgt opnieuw op, als een zwa
luw, trekvogel die te licht is, om „lang zich
te bezwaren": de laatste 22 sonnetten zijn
van deze moeizame wedergeboorte, die hij
op zijn tocht door het Koningsdal deel
achtig werd, vol. Weer is er de ongerept
heid van een morgenstond, weer het „koe
pelend en blauw gewelf" hoog boven hem
en weer het verlangen naar vurigheid van
leven, clie 'hem eigen is. Maar al deze
schoonheid, deze lokkende pracht, ziet hij
nu met andere ogen, nadat hij de afgrond
gepeild heeft van wat hij noemt „het Niet".
Veel werd hem op deze zware gang door
het Koningsdal ontnomen, maar „zijn
laatst geheim" gaf hij niet prijs: het zal de
bron zijn, waaruit eens het schoonste zal
opwellen, dat hij ons te schenken heeft.
Koewei technisch volmaakt tè vol
maakt en eerlijk van belijdenis, beho
ren deze 101 sonnetten niet tot Aafjes'
gaafste werk: men kan ook over een te
vaardige verstechniek beschikken. „Geen
dichter", schreef Werumeus Buning eens,
„heeft genoeg gezwoegd". Heeft Aafjes ge
noeg gezwoegd in dit werk aan zijn „Ko
ningsgraf"? Soms lijkt de versvorm
erfenis van onbezwaarder jaren te licht,
te rank, voor de zwaarte der gedachten.
Ik beschouw deze bundel als een cyclus
(want als zodanig en niet los van elkander
moet men deze verzen lezen) van over
gangsgedichten, van tussenzangen, waar
van de ondertoon pas in de gerijptheid van
zijn dichterlijk kunnen in heel zijn volheid
zal klinken, in later werk. Daarom zou ik
geen dezer sonnetten, al zijn er meerdere,
die rnet al te vlotte vaardigheid zijn neer
geschreven, willen missen; want er is er
geen, of het bevat enkele strophen, die lang
naklinken als het goed en weldadig geluid
van een zuiver dichtershart. Deze regels
zijn een belofte:
„Zo kan ik slechts beschouwende verzinken
In al wat is gezuiverd van de schijn;
Zo kan ik slechts de laatste waarheid winnen
Uit 't huwlijk van mijn ziel met al mijn zinnen."
En hij zal haar inlossen, deze belofte,
daar ben ik zeker van: hij zal haar inlossen,
als hijbereid is, na het zwoegen aan zijn
leven, ook te zwoegen aan het dichters-
werk, dat zijn levenstaak is.
C. J. E. DINAUX
Br gaat niets boven
De regering maakt bekend, dat in de af
gelopen week tot haar leedwezen de na
volgende verliezen zijn gerapporteerd:
Koninklijke Landmacht: soldaat A. Mul
der uit Uddel (Gld.), gesneuveld 2 Octo
ber 1948.
Koninklijk Ned.-Ind. Leger: Javaans
soldaat 2e kl. Mirans. uit Indonesië, ge
sneuveld 21 September 1948.
De Koninklijke Marine heeft in de pe
riode van de afgelopen week geen ver
liezen gerapporteerd.
Verzamelde werken van P. C. Hooft.
Een rijkssubsidie van f 120.000, te verdelen
over een periode van tien jaar is op de be
groting van het ministerie van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen uitgetrokken
voor een uitgave van de verzamelde werken
van P. C. Hooft.
Fries. Vertegenwoordigers van de Friese
bibliotheek, de stichting „It Fryske boek", de
Friese académie, het bureau voor culturele
zaken in Friesland, de bond van Friese
kunstenaars en de Friese „Selskippen" heb
ben, als antwoord op de besmeuring van de
gedenksteen voor de Friese schrijver Waling
Dijkstra het initiatief genomen tot steun aan
een Waling Dijkstra-stichting, welke de ver
zamelde werken van deze volksschrijver zal
doen uitgeven.
Verder zullen binnenkort de verzamelde
werken verschijnen van de Friese dichter dr.
O. Postma, welke vorig jaar de door het pro
vinciaal bestuur van Friesland ingestelde
Gysbert Japicxsprijs ontving.
Omroepsterren op de „Niemv-Amsterdam".
In le Havre zal zich aan boord van de
„Nieuw Amsterdam" het uit honderd leden
bestaande symphonie-orkest van de Franse
staatsomroep inschepen voor een tournee
van zeven weken door Amerika en Canada.
Het orkest staat onder leiding van Charles
Munch, die met ingang van 1 Januari Serge
Koussevitsky als dirigent van het symphonie-
orkest van Boston zal opvolgen.
In Southampton komen vier leden van het
B.B.C.-toneèl aan boord. Zij zullen in New
York een show brengen.
Expostie A. C. Willink. Van 9 October
tot 6 November exposeert de schilder A. C,
Willink nieuwe werken in de zalen van
Huinck en Scherjon te Amsterdam. Het in
opdracht van de regering vervaardigde por
tret van de dichter A. Roland Holst zal,
voordat het zijn vaste plaats in het Stedelijk
Museum te Amsterdam zal krijgen hier wor
den tentoongesteld.
Ja, waarom ook niet? Er
is geen enkele reden om
steil vast te houden aan
de gewoonte, een mantel
van voren van knopen en
knoopsgaten te voorzien.
In Texas was laatst op
een modeshow de hierbij
afgebeelde mantel te zien,
clie de sluiting aan de rug
zijde had. Speciaal voor
een herfst- en winter
mantel wordt deze origi
nele manier van sluiting
aanbevolenaangezien de
felle najaars- en winter
stormen dan geen vat heb
ben op de panden en de
draagster in kwestie on
bevreesd kan optomen
tegen de wind zonder dat-
haar mantel openwaait.
Het enige bezwaar lijkt dat
men er moeilijk bij kan,
maar de ontwerper ver
zekerde dat dit een kwes
tie van enige dagen oefe
nen is. Daarna is men
even handig in de omgang
met deze rugknopen als
met die aan de -voorzijde.
De mannequin beweerde
dat ook, maar zij voegde
erbij: Het is alleen zo
vervelend dat ik steeds
maar denk, dat ik achter
uit loop."
Kamerorkest van Boyd Neel
naar ons land
(Van onze correspondent te Londen)
Nederland zal de volgende week kennis
kunnen maken met een klein Engels or
kest, dat in het Britse muziekleven een
zeer grote plaats inneemt, namelijk het
Boyd Neel Orchestra. Dit uit achttien per
sonen bestaande strijkorkest is door de
thans ruim veertigjarige dirigent Boyd
Neel in 1933 opgericht met een groep en
thousiaste jongeren, die pas hun examen
op de muziekschool hadden gedaan. Het
experiment slaagde en in korte tijd vierde
het kamerorkest triomfen. Het vulde een
belangrijke leemte aan, want het ontrukte
een rijke collectie kamermuziek, die weinig
kans had door de bestaande orkesten en
ensembles te worden uitgevoerd, aan de
vergetelheid. Het deed meer, want louter
het bestaan van deze groep musici werkte
stimulerend op vele jonge Britse compo
nisten, die er verscheidene werken aan
opdroegen. Zo schreef Benjamin Britten in
1937 zijn „Variaties op een thema van
Frank Bridge", dat men ook op deze tour-
née kan horen, voor Boyd Neel's optreden
in Salzburg dat jaar. Een ander modern
werk, dat in Nederland zal worden ge
speeld, is Michel Tippetts concert voor
dubbel strijkorkest. Ook composities van
Elgar zullen ten gehore worden gebracht
en voorts werken van Handel, Mozart en
Tsjaikofski. De concertmeester Maurice
Clare en de pianist Edza Amgar treden
solisten op. Het orkest heeft een bijzonder
fijne klank en een prachtige expressie.
Deze zomer nam het met groot succes deel
aan het muziekfeest te Edinburgh.
De tournée in Nederland omvat onder
meer een concert voor de omroep.
Nederlands Kamerkoor naar
Engeland.
Bij wijze van uitwisseling met het Boyd
Neel Orchestra zal het Nederlands Kamer
koor onder leiding van Felix de Nobel een
week naar Engeland komen. Op 8 Novem
ber zingt het koor in Londen (Chelsea),
waarna nog enige concerten in de provincie
zullen volgen.
De koordirigent en kunstschilder Jan
Bartelsman uit Soest is met zijn motorfiets
tegen een auto gebotst en op slag gedood.
BOEKENCLUB
DC JvlUIDBRKRINCj
De schilderes en |j
i romanschrijfster
J0 BOER
t die na de oorlog 'B^'
h zulk een voorname
plaats onder de pro
zaïsten inneemt,
schreefde derde roman van de serie
Beeld en Spiegelbeeld
Boeiend en meeslepend geeft zij
de veelbewogen geschiedenis van
een Frans geslacht.
De vierde van de vijf romans is
Afdaling in de Vulkaan
j Spelend in het kokende binnen
bad van Mexico. Vrienden van
de Rancho der X Mysteries
ontmoeten er met
ALBERT HELMAN
Don Salustiano
i opnieuw.
*Een avontuurlijke
tochten... een idylle.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 9 OCTOBER
Wim Sonneveld
m k; ulsc '.8 uur- Gem. Concertgebouw:
lhrtiio!n\ /L?irn"' 8 uur- Phoenixterrein
Sfl; Circus Jos. Mullens, 8 uur.
bK'." 5n.terklauw". 14 j-, 2.30, 7 en 9.15
-r' l'h: »Fa'ale liefde", 18 j.. 2.30, 7
li" l! L?cmb.'andl: -Mtbt en day", 18 J-,
vil en 9.15 uur. Palace: „Verboden
J'-IV1.., 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor:
nC 5 alle leeft" 2. 415, 7 en 9.15
ttólir' cn nood"' 14 2' 4-30- 7
y *°N>AG 10 OCTOBER
T^0,Utt'buJ'g: Cabaret Wim Sonnne-
scb"' 8 uur- Phoenixterrein
Clrcua Jos- Mullens. 8 uur. Gem.
:,,,Blonde Greet", 8 uur. Frans
LTir cm: laatste dag tentoonstelling
-ur en causerie J. B. Schuil, 2.30 uur.
fettr p T?15 Kunst Gemeeenschap, film
wfÊ 'i115 uur" Frans Ha'51 Insti"
fefWi?.^rsöntwikkeling, film „Ma-
- 'W in-uur- Rembrandt: „Van
ekastee1"- 11 uur- Palace: „De
S2S van Afrika". 10.30 uur.
\!AAx.^g" en avondvoorstellingen.
•bdJS^DAG 11 OCTOBER
C*SrS ..Gespenster", 8 uur.
en avondvoorstellingen.
Hogere uitkeringen
rentetrekkers
aan
Wie kinderbijslag
moeten aanvragen
De toelagen, welke zijn verleend op de
wezenrenten krachtens de Invaliditeitswet
en op de invaliditeits- en weduwenrenten
aan rentetrekkers, die in October 1948 de
65-jarige leeftijd nog niet zullen hebben
bereikt, zijn met ingang van 1 October 1948
vervangen door hogere toelagen en kinder
bijslagen.
De rijksverzekeringsbank staat thans
voor de taak om van alle rentetrekkers na
te gaan of zij recht hebben op verhoging
van het uit te betalen bedrag. Dit zal niet
in enkele maanden kunnen geschieden. Alle
belanghebbenden komen aan de beurt en
ieder krijgt het hem toekomende bedrag
uitgekeerd van 1 October 1948 af.
Brieven, waarin wordt aangedrongen op
afdoening van bepaalde gevallen hebben
geen nut en worden onbeantwoord gelaten.
Een uitzondering moet worden gemaakt
voor de volgende groepen:
De invaliditeits- en ouderdomstrekkers
krachtens de Invaliditeitswet, die in
hun gezin kinderen hebben in de leeftijd
van 16 tot en met 20 jaar, die nog het
dagonderwijs volgen aan een inrichting
voor algemeen vormend of vakonderwijs:
b. De vertegenwoordigers van zulke kin
deren, als die a 11 e e n op grond van hun
leeftijd geen wezenrente krachtens de
Invaliditeitswet en/of een der Ongeval
lenwetten (meer) hebben.
c. De vertegenwoordigers van kinderen,
die voor hun wezenrente krachtens de
Invaliditeitswet een afkoopsom hebben
gekregen, zowel als deze kinderen jon
ger dan 16 jaar zijn, als wanneer ze 16
tot en met 20 jaar zijn en nog dagonder
wijs volgen.
d. De ouderdoms- en invaliditeitstrekkers
krachtens de Invaliditeitswet, die op 1
October 1948 65 jaar of ouder waren en
in hun gezin kinderen hebben, jonger
dan 16 jaar.
e. De weduwen, die in de maand October
1948 de 65-jarige leeftijd nog niet heb
ben bereikt en die in het genot zijn van
een weduwenrente krachtens de Invali
diteitswet, indien zij kinderen, jonger
dan 16 jaar, dan wel schoolgaande kin
deren, ouder dan 15 jaar in haar gezin
hebben, tenzij deze kinderen in het ge
not zijn van een wezenrente.
De belanghebbenden, bedoeld in de pun
ten a. tot en met d., moeten bij de Rijks
verzekeringsbank te Amsterdam een aan
vraag om kinderbijslag indienen onder ver
melding van de volledige naam en geboor
tedatum van de betreffende kinderen. De
uitbetaling van kinderbijslag voor kinde
ren van 16 tot en met 20 jaar zal geschie
den na het verstrijken van een kalender
kwartaal over de dan afgelopen drie maan
den en wel voor elk kind apart.
De weduwen, bedoeld in punt e., kunnen
voor zichzelf een gezinstoeslag aanvragen
bij de Rijksverzekeringsbank te Am
sterdam.
Weerspannige IJmuidenaar
beboet
Gisteren stond voor de Haarlemse poli-
tie-rechter de IJmuidenaar H. H. v. d. P.
terecht wegens wederspannigheid en bele
diging. De verdachte had enige tijd gele
den een balletje opgepikt van een paar
voetballende jongens en geweigerd het aan
twee in burger geklede-agenten van politie
te geven, omdat naar hij verklaarde ieder
een wel kon zeggen dat hij van de politie
was. Tenslotte hadden de agenten zich ge
legitimeerd en v. d. P. meegenomen naar
het politiebureau, echter niet voordat P.
een afkeurende opmerking had gemaakt
betreffende de vochtigheidsgraad der poli
tiële neuzen. Ook de tocht naar het bureau
verliep niet zonder incidenten want zoals
v. d. P. ter zitting verklaarde, bedacht hij
onderweg: „Ik heb eigenlijk nog een hoop
werk thuis, ik moest de benen maar ne
men". Hij werd tijdens de vlucht gegrepen.
Het kostte hem dertig gulden boete. De eis
was veertig gulden.
De vereniging „De Reünie" zal Dinsdag
avond een bezoek brengen aan de AVRO-
studio's ter bijwoning van de Bonte Dinsdag-
avondtrein. Woensdag 13 October voert de
toneelgroep een blijspel op van Hans Nesna
„De troubadour van Loosdrecht". Op Zater
dag 30 October houdt de vereniging een
soirée in Hótel „De Leeuwerik".
Effecten- en
Geldmarkt
I
De opleiding van de eerste groep Britse vrou
welijke parachutisten is thans bijna voltooid.
Woensdag maakten deze jongedames, wier
training even zwaar is als van haar manlijke
collega s m de R.A.F., haar eerste luchtsprong
met volledige bepakking van 250 meter hoogte.
Zij zullen een hulpcorps gaan vormen voor het
verlenen van eerste hulp en verplegingsdiensten
in geïsoleerde gehieclen. Vier der vliegende
ziekenzusters stappen in het vliegtuig voor
haar eerste „dropping",
Wanneer zelfs een socialist als professor
Tinbergen, de directeur van het Centraal
Planbureau, openlijk zegt dat het totale
winstvolume der bedrijven wel wat wordt
overdreven, dat men ten dele met schijn
winsten werkt en kapitaalvorming brood
nodig is; als daartegenover de groot
industrieel Paul Rijkens (voorzitter Raad van
Beheer Unilever) Minister Lieftinck .hier en
daar een pluim op de hoed steekt, dan moet
men toch wel tot de conclusie komen dat er
iets gaande is in de kringen van hen, die de
gang van 's lands economie bepalen of helpen
bepalen.
Men wordt in deze mening versterkt door
de uitlatingen in de officiële staatsstukken
van de laatste tijd. Zowel in de Troonrede als
in de millioenennota wordt de hoop gewekt
op een wijziging in de belastingpolitek in die
zin dat grotere belastingvrije reservevorming
zal worden toegestaan en de intering op de
bedrijfsvermogens dus zal worden beperkt.
Men weet hoe het zit met die reservevor
ming. De bedrijven wensen op economische
gronden af te schrijven op de vervangings
waarde der kapitaaisgoederen en voorraden,
de regering staat dit niet toe, maar wenst dat
het bedrijfsleven op de tot dusver gebrui
kelijke wijze blijft afschrijven. De heer Paul
Rijkens heeft daarover een klare rede gehou
den op de jaarvergadering van zyn wereld
concern, waar tienduizenden mensen werk
en brood vinden.
„Veronderstel, zo zegt hij, dat een vervoer
bedrijf begonnen is met vier vrachtauto's,
die elk f5000 hebben gekost en dat deze
auto's thans aan het einde van vijf jaren
volledig afgeschreven zijn en vervangen
moeten worden. Indien nieuwe auto's van de
zelfde capaciteit nu f 10.000 kosten per stuk,
dan zijn de middelen, die door afschrijving
in het bedrijf verzameld zijn, slechts vol
doende voor twee nieuwe vrachtauto's in-
plaats van de vroegere vier. Daarmee is het
bedrijf tot de helft van zijn vroegere omvang
gereduceerd."
In dit voorbeeld belast de overheid dus
eenvoudig bedrijfsvermogen weg, waardoor
het productievermogen der bedrijven lang
zaam maar zeker wordt vernietigd en het
welzijn van de gemeenschap wordt aan
getast.
Het is daarom van niet te onderschatten
betekenis dat er in overheidskringen een
andere wind gaat waaien. Van niet minder
belang is. dat ook bij de werknemers het
inzicht rijpt dat men er niet met het „dan
maar van de winst afnemen" komt. maar dat
de economische wetten even streng en con
sequent zijn als de natuurwetten en men haar
niet ongestraft met voeten treedt. Professor
Tinbergen wijst in een interview dan ook op
het gevolg, dat het achterwege blijven van
voldoende reservering onvermijdelijk moet
hebben, te weten verminderde werkgelegen
heid.
Sociale zekerheid In het gedrang.
Van het grootste belang is daarom, dat het
bedrijfsleven zich sterk kan maken voor de
toekomst. De sociale zekerheid voor de
werknemer moet tenslotte uit het bedrijf
komen, de werkgever moet in staat zijn en
blijven de sociale lasten, die tot niet minder
dan 23 a 25 pet. van het loon zijn opgelopen,
te verdienen. Teert hij jaarlijks in, dan komt
ook de sociale zekerheid in gevaar.
Het spreekt van werkelijkheidszin als vak
bonden, ongerust geworden door de zwenking
in het regeringsbeleid (N.V.V.) in adressen
erkennen dat belastingvrije conjunctuur
reserves noodzakelijk zijn, dat modernise
ring van het machinepark en verhoogde
arbeidsproductiviteit (met dit laatste is het
in Nederland nog steeds niet in orde!) de
nationale voortbrenging zo hoog mogelijk
moeten opvoeren (C.N.V.). Anderzijds valt
het niet te verwonderen, dat in vakbond
kringen. bij welker leden de spanning tussen
lonen en prijzen groot is. ongerustheid heerst
over de vermindering der subsidies en het
loslaten van sommige prijzen, waardoor het
leven gaandeweg duurder wordt, althans
voorlopig. Minister v. d. Brink acht een
krachtige loon- en prijspolitiek dan ook nog
onontbeerlijk, gelijk hij bij zijn begroting
opmerkt. Daar voegt hij aan toe. dat „dit
prijspolitieke beeld niet eenzijdig mag zijn
afgestemd op de belangen van de consument,
doch dat tevens gezonde bedrijfseconomische
overwegingen in acht dienen te worden ge
nomen" Dit klemt temeer, nu het ernst gaat
worden met de voorgenomen Economische
Unie met België-Luxemburg, die ons concur
rentievermogen moet versterken en onze be
staanszekerheid een bredere basis moet
geven. Daarvoor moeten op korte termijn
verschillen worden overbrugd, die onge
twijfeld zware offers vergen.
Derde loonronde?
Het is duidelijk, dat de regering hier tussen
twee vuren zit. Enerzijds ziet zij het grote
nut van de Benelux, anderzijds zit zij met het
moeilijke aanpassingsprobleem. Paul Rijkens
acht een voorzichtige derde loonronde bij een
iets stijgend prijspeil geen gevaar voor een
verstoring der economische orde en het zal
zeer de vraag zijn of er aan te ontkomen is,
vooral wanneer het dringend vraagstuk der
huurverhoging wordt opgelost.
Merkwaardig is, dat bij al het roepen om
economische vrijheid er thans, nu die vrij
heid daagt te komen, met weerstanden uit
sommige sectoren van het bedrijfsleven reke
ning moet worden gehouden. Oorzaak hier
van is, zegt minister van den Brink, dat door
de afnemende schaarste bij bepaalde over
heidsbemoeiingen het accent meer op het
beschermende karakter komt te liggen.
Dat is mis en het beste bewijs dat overdre
ven overheidsbemoeiing in normale tijd,
economisch gezien, hoogst ongezond is.
Wij raakten de problemen slechts vluchtig
aan. Het was er ons echter ditmaal om te
doen er op te wijzen, dat er toenadering tot
en begrip voor elkaar komt. En besef, dat
men elkaar nodig heeft.
Een belangrijke stap op de goede weg.
De jeugd van Canada helpt
Nederlandse scholen
De Canadese schooljeugd heeft ter be
schikking van de Nederlandse regering ge
steld 1500 pakketten, inhoudende allerlei
benodigdheden voor de scholen van Ne
derland, materialen, die over het algemeen
nog maar op beperkte schaal verkrijgbaar
zijn. De inhoud van een pakket bestaat uit
schriften, potloden, pennen, penhouders,
krijt, vlakgom, liniaaltjes en dergelijke. De
Canadese ambassadeur heeft het eerste van
deze vijftienhonderd pakketten in het mi
nisterie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen overhandigd aan minister prof.
dr, F. J. Th. Rutten.
Over Muziek
L' Histoire du Soldat
Als het scherm opgaat zien wij het toneel
in drieën verdeeld. Middenin een kleine,
omsloten ruimte, waar wij het spel ver
wachten; rechts een kleine estrade waarop
achter een tafeltje de verteller heeft plaats
genomen; aan de andere zijde van het mid-
dentoneel een podium waarop de muzikan
ten zitten. Het geheel houdt 't midden tus
sen een opstelling ten dienste van een mid
deleeuws mysterie-spel en een kermisbe-
drijf. Er is tussen deze zaken meer ver
wantschap dan men oppervlakkig denken
zou. Dit „drieluik" is het toneel van Stra-
winsky's geschiedenis van de soldaat.
Tijdens het laatste gedeelte van de oorlog
van 1914'18 kwam de componist op de
gedachte, een primitieve voorstelling met
spel, dans en muziek te maken en hij vond
zijn vriend de schrijver Ramuz bereid de
tekst samen te stellen. Het verhaaltje
schijnt een Russische volksgeschiedenis te
zijn: een soldaat is op weg naar huis; het
is een arme scharrelaar, maar hij heeft een
viool, en deze viool verbeeldt zijn ziel. De
soldaat wil eens wat rusten en gaat zijn
instrument stemmen, „je kan zien dat 't
een goedkoop ding is", zegt hij, „want je
moet 'm ieder ogenblik stemmen". Neen,
de soldaat behoeft het niet te zeggen; het
is de verhaler die ons op de hoogte brengt
van wat er op het middentoneel te zien is.
De arme kerel wordt bedreigd: de duivel
komt behoedzaam achter hem aan en be
laagt de viool. Van nu af volgt de toeschou
wer een reeks taferelen, waarin de soldaat
telkens op verschillende manieren door de
duivel geplaagd wordt. Men weet dat de
duivel een listig heerschap is: hij verrast
de soldaat bijvoorbeeld als een net persoon,
die vlinders tracht te vangen, maar in een
andere situatie tart hij de soldaat door
elegant te verschijnen als een mondain
violist. De gladde hellegeest laat soms
schijnbaar zijn prooi ontglippen; de sol
daat meent zijn geluk te kunnen vangen.
De mooie prinses danst, maar ook de duivel
weet op zijn beurt te dansen. Wat zien wij
nu? De griezelige ellendeling valt uitgeput
neersoldaat en prinses nemen de dui
vel bij de poten en slepen hem achter de
schermen. Zij komen terug en omhelzen
elkaar. Maar de duivel is overal en schijnt
een pijnigend liedje over de prins te zingen.
Hij weet altijd wel te triompheren; de
soldaat heeft geen macht genoeg over zijn
arme viool, hij bezwijkt voor de aanbiedin
gen van de grijnzende vrind en mist zijn
ziel en geweten pas, als hij ze onbereikbaar
ziet in de handen van de duivel.
Strawinsky wilde zonder realistische
zangpartijen het verhaaltje laten leven;
het is dus geen opera. Maar het was niet
zijn bedoeling alle dramatiek te onderdruk
ken: uit de pantomime en de dansen moe
ten de gevoelens der personages duidelijk
spreken en de verhaler moet met levendige
voordracht de geschiedenis vertellen.
Laat mij nog eens bij het begin beginnen;
rechts op het toneel zitten min of meer
onbeholpen bij elkaar de bespelers van een
trombone, een fagot, een piston, een cla
rinet, een viool, een contrabas en van 't
slagwerk. Voor een gesoigneerde combi
natie van instrumenten is bij dit stuk geen
plaats. Maar voor een virtuoos als Stra
winsky was het een muzikale sport om voor
deze als kermismuzikanten bijeengeroepen
musici een harde en nerveuse muziek te
schrijven, die precies en scherp in het
rhythme geboetseerd staat. Deze korte
stukken behoorden indertijd tot de prik
kelende verrassingen bij Strawinsky; velen
hebben de originele stijl, de eigenaardige
hebbelijkheid van deze muziek niet kun
nen plaatsen in de gewenste vooruitgang
der kunst, Niemand kan evenwel aan deze
stukken hun originele plastiek ontzeggen.
Het is niet een schilderende plastiek op de
eerste plaats, 't is een ras-echt muzikaal spel
van contrasten, waarin de caprices van het
rhythme de elementen van melodie en
harmonie geheel en al ringeloren.
Het eerste der muziekstukken is de
„marche du soldat". Daarbij begint de
verhaler de geschiedenis. Als 't scherm
opgaat en wij de soldaat zijn viool zien
stemmen speelt bet orkestje een muziek,
waarin de nervositeit van de soldaat schijnt
belichaamd te zijn; gedurende dit stuk
verschijnt voor 't eerst de duivel. De
„marche royale", die de scène in het vor
stelijk paleis inleidt, is evenzeer als de
andere stukken een gemoderniseerde ker-
mismuziek. Niemand was in die tijd in
staat zo fel te rhythmeren als Strawinsky.
Er volgen na een zogenaamd „petit concert"
drie dansen: een tango, wanneer de prinses
opstaat om te dansen, een wals en een
ragtime (voor triangel, twee kleine trom
mels en een grote trom, viool en contrabas).
Wanneer de soldaat en de prinses elkaar
omhelzen horen wij een „petit choral",
acht fortissimo-maten, waarbij het vol
gende „couplet du diable" zeer springerig
afsteekt. Na dit couplet wordt het choral
met een eigenaardig-plechtige uitbreiding
herhaald. Het laatste stuk is een „marche
triomphale du diable" waarin nog sterker
dan in de andere muziek het capricieuse
rhythme over alles heerst.
„L'Histoire du soldat" is de ontkenning
van de melodie als muzikaal beginsel. Ik
zou het stuk daarom geheel moeten ver
oordelen. Tot de vele ontkenningen, waar
van de duivel de positieve formatie is. zou
men ook deze ontkenning kunnen rekenen.
Er zijn intussen altijd brave mensen, die
niet de melodie maar het rhythme als het
oer-beginsel der muziek aannemen. Zij
zouden met dit stuk in de wolken moeten
wezen. Zou Hans von Bülow enthousiast
zijn als hij nog leefde?
Wat in embryonale toestand in een mu
sicus leeft is door Strawinsky genoteerd.
En hij heeft dit meesterlijk gedaan.
HENDRIK ANDRIESSEN.
CHIN. IND. REST. HONGKONG
HAARLEM, Sraedestraat 21 - Telefoon 21375
(Adv.)
SMAKELIJK ETEN!
Ambtenaren van de C. C. D. constateer
den dat aan slagers minderwaardige pro
ducten voor de worstbereiding werden
aangeboden. Naar aanleiding hiervan stel
de men een onderzoek in bij een bedrijf
te Bameveld, dat zg. kopvellen bewerkte
voor de worstfabricage. De kopvellen wa
ren afkomstig van huiden-zouterijen en
bleken voor een groot deel te zijn afge
sneden van uit Argentinië geïmporteerde
huiden. De bereiding van deze vellen was
in strijd met alle hygiënische voorschrif
ten. De vellen werden met kalk bewerkt
en van het haar ontdaan. Vervolgens kre
gen zij een bad van zoutzuur, om kleur en
reuk te verdrijven. Hierna werden de vel
len ingezouten, in vaten verpakt en naar
de diverse „liefhebbers" verzonden.