c 3 0" a z 'Jn jjjtteraire Kanttekeoiei en Nederlandse verliezen in Indonesië De 9 Muzen Madame HAAS Lichte zwenking in economisch beleid van de regering «tefdag 9 9 OCTOBER 1948 IJMUIDER COURANT BERTUS AAFJES: „Het Koningsgraf" (Sonnetten). („De Ceder-Reeks", 1 M. Meuïenhoff, Amsterdam). en een gedichten, alle :n te Cairo in het jiuiw— schreven te Cairo m net soitd® e hee£t Bertus Aaljes, als zingen nu eenmaal in het -i» d,e „sregel na versregel uitdruk- tttlA" de jerandering, die zich voltrokken of nog aan het Vaak is hij gehouden voor „tstt» 'S onbezorgd als een vogel tak Zijn lied de hemel in és'1 Schend °m de zinnenP"c.h' om 1U1 tiet de onbevangenheid en •2' van de "jd der Renaissance, 'ï33 cultuur nog jong was. Hij zou ■c 'nz .„hlematische, blijmoedig-ver- 51dt reiveest, betoverd door al het HLShoon der aardse dingen, W °8 snapt aan de innerlijke ver- waarmee een beproefde tijd als imens in innerlijke verwarring é'fSijnbaar: bij de bespreking van ïsngt; ww werk heb ,k al als mijn f-'~ neergeschreven, dat deze beval- .j0t speelse eenvoud lang met -sSeïd "as als leek e" f dC Bang van zun vers wel eens •;i'T ft kon zijn in een rijk-gedroomde si'®!', so lang stand zou houden als ''- starve aan levensblijde ongerept- tfeetast bleef. Ik heb genoten van fïfrbekoorlijke lyne^u^die Jaren, dis niet 4 Lnkel met rozen speelde, maar er o niet e" naar geurde. Zoveel .'ifzuufeen bijna zwevende bewe- 35"' rhvthme, zo'n verrassende f' '"ïhtheid van beeld en rijm, had de 'stT™dse tucMlninst ons in lange tijd then geschenke gegeven. Maar ik genoot met een bang èn verwachtend hart. mdat ik achter al deze beminne- 55; j .panning vermoedde, waaruit al ahe kunst voortkomt. Ver- '3 omdat ik hoopte dat deze dioh- "3 over een zo voortreffelijke vers- beschikte, eens, in zelfstrijd, in- j m vorm zou vinden voor een vers Zere gang, van rijker en rijper ifiheid Een Franse dichter merkte 3 dat het woord „l'art" (kunst) •dank al verre was van goedmoedig- S daler iets in klonk van de kreet van ^.mlaagschietende roofvogel En elke wmlma is door zijn ontroerend element „eep neer de keel", zoals Thomas het eens uitdrukte. Bertus Aatjes -ook in de tijd van zijn zo bevallig met u'en bloemen omrankte verzen, die zo ais een veer op de melodie van zijn 5k d'chtershart gingen, van dit alles: MS (en is) een romanticus. „Ik hoop "r hns in miJ te bezweren", zei hij me Z, ie ja] het niet kunnen", heb ik hem onbeantwoord, „en als je blijft wat je in ««bent, zal je werk er niet minder op «te, in tegendeel." En nu, in deze •sabundel, bekent hij het zelf: „De tijd waarin ik, licht van toon en J van geest de dingen dezer aarde v-'een prees...." Hij kon dat nog, zo- •J aj, die hem lief was, hem met die Pligheid omringde, die hij, de kwetsbare, til nissen kan. In de eerste 34 dezer son- tóien wordt de droefenis beleden om het teisaan van deze beschermende geliefde, ia wie ,.een wrede God" hem scheidde. Gsn stap kan hij gaan, of hij ontmoet haar beeld in herinnering: de kleurenweelde die de bloemverkopers met zich meedragen is E: v0i van, door het open venster komt zij !s nachts als een vogel binnengevlogen, om niet te scheiden, alvorens zij „haar vleugels twii zijn hart heeft samengevouwen". Te- ruggekeerd van zijn lyrische droomtocht vindt de dichter zichzelf terug, „geheel ontzelfd", nu ook de herinnering allengs heengaat en hem achterlaat als een uitge ven bijenkorf. Hij voelt zich, naar het beeld waarmee zijn Egyptisch verblijf hem vertrouwd maakte, als liggend in een „Koningsgraf"': in het graf van een gestorven verleden, al is het dan ook als een koning, een in de Dood verlaten dichterskoning, voor wie op een Egyptische grafschildering Tijd, Dood en Ondergang als musicerende meisjes er aan herinneren, dat geluk en schoonheid alleen in het vergankelijke bestaanbaar zijn. Zwaar is de stilte, vreemd de aarde met haar pracht, vreemd zijn eigen Ik, dat in 35 sonnetten één weeklacht uitzingt om wat onherroepelijk is heengegaan: „En het eenge dat ik nog bezit Is een ver en vaag herinnerd wezen Dat er iets geweest moet zijn voordezen...." Langzaam-aan klinken in deze melodieën der eenzame beproeving de eerste tonen van een aanvaarden door een aanvaar den ook van het leven, het lieflijke en ge strenge, dat streelt en striemt, dat geeft en neemt. Hij is bereid, de schijn der zin nen op te geven in ruil voor „de laatste waai'heid" van zijn ziel, hij keert tot zichzelf in. En zo, gelouterd, verschijnt hem een nieuw landschap, om hem in be toverende schoenheid weer de vreugde des levens een inniger vreugde nu te tonen. Hij stijgt opnieuw op, als een zwa luw, trekvogel die te licht is, om „lang zich te bezwaren": de laatste 22 sonnetten zijn van deze moeizame wedergeboorte, die hij op zijn tocht door het Koningsdal deel achtig werd, vol. Weer is er de ongerept heid van een morgenstond, weer het „koe pelend en blauw gewelf" hoog boven hem en weer het verlangen naar vurigheid van leven, clie 'hem eigen is. Maar al deze schoonheid, deze lokkende pracht, ziet hij nu met andere ogen, nadat hij de afgrond gepeild heeft van wat hij noemt „het Niet". Veel werd hem op deze zware gang door het Koningsdal ontnomen, maar „zijn laatst geheim" gaf hij niet prijs: het zal de bron zijn, waaruit eens het schoonste zal opwellen, dat hij ons te schenken heeft. Koewei technisch volmaakt tè vol maakt en eerlijk van belijdenis, beho ren deze 101 sonnetten niet tot Aafjes' gaafste werk: men kan ook over een te vaardige verstechniek beschikken. „Geen dichter", schreef Werumeus Buning eens, „heeft genoeg gezwoegd". Heeft Aafjes ge noeg gezwoegd in dit werk aan zijn „Ko ningsgraf"? Soms lijkt de versvorm erfenis van onbezwaarder jaren te licht, te rank, voor de zwaarte der gedachten. Ik beschouw deze bundel als een cyclus (want als zodanig en niet los van elkander moet men deze verzen lezen) van over gangsgedichten, van tussenzangen, waar van de ondertoon pas in de gerijptheid van zijn dichterlijk kunnen in heel zijn volheid zal klinken, in later werk. Daarom zou ik geen dezer sonnetten, al zijn er meerdere, die rnet al te vlotte vaardigheid zijn neer geschreven, willen missen; want er is er geen, of het bevat enkele strophen, die lang naklinken als het goed en weldadig geluid van een zuiver dichtershart. Deze regels zijn een belofte: „Zo kan ik slechts beschouwende verzinken In al wat is gezuiverd van de schijn; Zo kan ik slechts de laatste waarheid winnen Uit 't huwlijk van mijn ziel met al mijn zinnen." En hij zal haar inlossen, deze belofte, daar ben ik zeker van: hij zal haar inlossen, als hijbereid is, na het zwoegen aan zijn leven, ook te zwoegen aan het dichters- werk, dat zijn levenstaak is. C. J. E. DINAUX Br gaat niets boven De regering maakt bekend, dat in de af gelopen week tot haar leedwezen de na volgende verliezen zijn gerapporteerd: Koninklijke Landmacht: soldaat A. Mul der uit Uddel (Gld.), gesneuveld 2 Octo ber 1948. Koninklijk Ned.-Ind. Leger: Javaans soldaat 2e kl. Mirans. uit Indonesië, ge sneuveld 21 September 1948. De Koninklijke Marine heeft in de pe riode van de afgelopen week geen ver liezen gerapporteerd. Verzamelde werken van P. C. Hooft. Een rijkssubsidie van f 120.000, te verdelen over een periode van tien jaar is op de be groting van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen uitgetrokken voor een uitgave van de verzamelde werken van P. C. Hooft. Fries. Vertegenwoordigers van de Friese bibliotheek, de stichting „It Fryske boek", de Friese académie, het bureau voor culturele zaken in Friesland, de bond van Friese kunstenaars en de Friese „Selskippen" heb ben, als antwoord op de besmeuring van de gedenksteen voor de Friese schrijver Waling Dijkstra het initiatief genomen tot steun aan een Waling Dijkstra-stichting, welke de ver zamelde werken van deze volksschrijver zal doen uitgeven. Verder zullen binnenkort de verzamelde werken verschijnen van de Friese dichter dr. O. Postma, welke vorig jaar de door het pro vinciaal bestuur van Friesland ingestelde Gysbert Japicxsprijs ontving. Omroepsterren op de „Niemv-Amsterdam". In le Havre zal zich aan boord van de „Nieuw Amsterdam" het uit honderd leden bestaande symphonie-orkest van de Franse staatsomroep inschepen voor een tournee van zeven weken door Amerika en Canada. Het orkest staat onder leiding van Charles Munch, die met ingang van 1 Januari Serge Koussevitsky als dirigent van het symphonie- orkest van Boston zal opvolgen. In Southampton komen vier leden van het B.B.C.-toneèl aan boord. Zij zullen in New York een show brengen. Expostie A. C. Willink. Van 9 October tot 6 November exposeert de schilder A. C, Willink nieuwe werken in de zalen van Huinck en Scherjon te Amsterdam. Het in opdracht van de regering vervaardigde por tret van de dichter A. Roland Holst zal, voordat het zijn vaste plaats in het Stedelijk Museum te Amsterdam zal krijgen hier wor den tentoongesteld. Ja, waarom ook niet? Er is geen enkele reden om steil vast te houden aan de gewoonte, een mantel van voren van knopen en knoopsgaten te voorzien. In Texas was laatst op een modeshow de hierbij afgebeelde mantel te zien, clie de sluiting aan de rug zijde had. Speciaal voor een herfst- en winter mantel wordt deze origi nele manier van sluiting aanbevolenaangezien de felle najaars- en winter stormen dan geen vat heb ben op de panden en de draagster in kwestie on bevreesd kan optomen tegen de wind zonder dat- haar mantel openwaait. Het enige bezwaar lijkt dat men er moeilijk bij kan, maar de ontwerper ver zekerde dat dit een kwes tie van enige dagen oefe nen is. Daarna is men even handig in de omgang met deze rugknopen als met die aan de -voorzijde. De mannequin beweerde dat ook, maar zij voegde erbij: Het is alleen zo vervelend dat ik steeds maar denk, dat ik achter uit loop." Kamerorkest van Boyd Neel naar ons land (Van onze correspondent te Londen) Nederland zal de volgende week kennis kunnen maken met een klein Engels or kest, dat in het Britse muziekleven een zeer grote plaats inneemt, namelijk het Boyd Neel Orchestra. Dit uit achttien per sonen bestaande strijkorkest is door de thans ruim veertigjarige dirigent Boyd Neel in 1933 opgericht met een groep en thousiaste jongeren, die pas hun examen op de muziekschool hadden gedaan. Het experiment slaagde en in korte tijd vierde het kamerorkest triomfen. Het vulde een belangrijke leemte aan, want het ontrukte een rijke collectie kamermuziek, die weinig kans had door de bestaande orkesten en ensembles te worden uitgevoerd, aan de vergetelheid. Het deed meer, want louter het bestaan van deze groep musici werkte stimulerend op vele jonge Britse compo nisten, die er verscheidene werken aan opdroegen. Zo schreef Benjamin Britten in 1937 zijn „Variaties op een thema van Frank Bridge", dat men ook op deze tour- née kan horen, voor Boyd Neel's optreden in Salzburg dat jaar. Een ander modern werk, dat in Nederland zal worden ge speeld, is Michel Tippetts concert voor dubbel strijkorkest. Ook composities van Elgar zullen ten gehore worden gebracht en voorts werken van Handel, Mozart en Tsjaikofski. De concertmeester Maurice Clare en de pianist Edza Amgar treden solisten op. Het orkest heeft een bijzonder fijne klank en een prachtige expressie. Deze zomer nam het met groot succes deel aan het muziekfeest te Edinburgh. De tournée in Nederland omvat onder meer een concert voor de omroep. Nederlands Kamerkoor naar Engeland. Bij wijze van uitwisseling met het Boyd Neel Orchestra zal het Nederlands Kamer koor onder leiding van Felix de Nobel een week naar Engeland komen. Op 8 Novem ber zingt het koor in Londen (Chelsea), waarna nog enige concerten in de provincie zullen volgen. De koordirigent en kunstschilder Jan Bartelsman uit Soest is met zijn motorfiets tegen een auto gebotst en op slag gedood. BOEKENCLUB DC JvlUIDBRKRINCj De schilderes en |j i romanschrijfster J0 BOER t die na de oorlog 'B^' h zulk een voorname plaats onder de pro zaïsten inneemt, schreefde derde roman van de serie Beeld en Spiegelbeeld Boeiend en meeslepend geeft zij de veelbewogen geschiedenis van een Frans geslacht. De vierde van de vijf romans is Afdaling in de Vulkaan j Spelend in het kokende binnen bad van Mexico. Vrienden van de Rancho der X Mysteries ontmoeten er met ALBERT HELMAN Don Salustiano i opnieuw. *Een avontuurlijke tochten... een idylle. Agenda voor Haarlem ZATERDAG 9 OCTOBER Wim Sonneveld m k; ulsc '.8 uur- Gem. Concertgebouw: lhrtiio!n\ /L?irn"' 8 uur- Phoenixterrein Sfl; Circus Jos. Mullens, 8 uur. bK'." 5n.terklauw". 14 j-, 2.30, 7 en 9.15 -r' l'h: »Fa'ale liefde", 18 j.. 2.30, 7 li" l! L?cmb.'andl: -Mtbt en day", 18 J-, vil en 9.15 uur. Palace: „Verboden J'-IV1.., 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: nC 5 alle leeft" 2. 415, 7 en 9.15 ttólir' cn nood"' 14 2' 4-30- 7 y *°N>AG 10 OCTOBER T^0,Utt'buJ'g: Cabaret Wim Sonnne- scb"' 8 uur- Phoenixterrein Clrcua Jos- Mullens. 8 uur. Gem. :,,,Blonde Greet", 8 uur. Frans LTir cm: laatste dag tentoonstelling -ur en causerie J. B. Schuil, 2.30 uur. fettr p T?15 Kunst Gemeeenschap, film wfÊ 'i115 uur" Frans Ha'51 Insti" fefWi?.^rsöntwikkeling, film „Ma- - 'W in-uur- Rembrandt: „Van ekastee1"- 11 uur- Palace: „De S2S van Afrika". 10.30 uur. \!AAx.^g" en avondvoorstellingen. •bdJS^DAG 11 OCTOBER C*SrS ..Gespenster", 8 uur. en avondvoorstellingen. Hogere uitkeringen rentetrekkers aan Wie kinderbijslag moeten aanvragen De toelagen, welke zijn verleend op de wezenrenten krachtens de Invaliditeitswet en op de invaliditeits- en weduwenrenten aan rentetrekkers, die in October 1948 de 65-jarige leeftijd nog niet zullen hebben bereikt, zijn met ingang van 1 October 1948 vervangen door hogere toelagen en kinder bijslagen. De rijksverzekeringsbank staat thans voor de taak om van alle rentetrekkers na te gaan of zij recht hebben op verhoging van het uit te betalen bedrag. Dit zal niet in enkele maanden kunnen geschieden. Alle belanghebbenden komen aan de beurt en ieder krijgt het hem toekomende bedrag uitgekeerd van 1 October 1948 af. Brieven, waarin wordt aangedrongen op afdoening van bepaalde gevallen hebben geen nut en worden onbeantwoord gelaten. Een uitzondering moet worden gemaakt voor de volgende groepen: De invaliditeits- en ouderdomstrekkers krachtens de Invaliditeitswet, die in hun gezin kinderen hebben in de leeftijd van 16 tot en met 20 jaar, die nog het dagonderwijs volgen aan een inrichting voor algemeen vormend of vakonderwijs: b. De vertegenwoordigers van zulke kin deren, als die a 11 e e n op grond van hun leeftijd geen wezenrente krachtens de Invaliditeitswet en/of een der Ongeval lenwetten (meer) hebben. c. De vertegenwoordigers van kinderen, die voor hun wezenrente krachtens de Invaliditeitswet een afkoopsom hebben gekregen, zowel als deze kinderen jon ger dan 16 jaar zijn, als wanneer ze 16 tot en met 20 jaar zijn en nog dagonder wijs volgen. d. De ouderdoms- en invaliditeitstrekkers krachtens de Invaliditeitswet, die op 1 October 1948 65 jaar of ouder waren en in hun gezin kinderen hebben, jonger dan 16 jaar. e. De weduwen, die in de maand October 1948 de 65-jarige leeftijd nog niet heb ben bereikt en die in het genot zijn van een weduwenrente krachtens de Invali diteitswet, indien zij kinderen, jonger dan 16 jaar, dan wel schoolgaande kin deren, ouder dan 15 jaar in haar gezin hebben, tenzij deze kinderen in het ge not zijn van een wezenrente. De belanghebbenden, bedoeld in de pun ten a. tot en met d., moeten bij de Rijks verzekeringsbank te Amsterdam een aan vraag om kinderbijslag indienen onder ver melding van de volledige naam en geboor tedatum van de betreffende kinderen. De uitbetaling van kinderbijslag voor kinde ren van 16 tot en met 20 jaar zal geschie den na het verstrijken van een kalender kwartaal over de dan afgelopen drie maan den en wel voor elk kind apart. De weduwen, bedoeld in punt e., kunnen voor zichzelf een gezinstoeslag aanvragen bij de Rijksverzekeringsbank te Am sterdam. Weerspannige IJmuidenaar beboet Gisteren stond voor de Haarlemse poli- tie-rechter de IJmuidenaar H. H. v. d. P. terecht wegens wederspannigheid en bele diging. De verdachte had enige tijd gele den een balletje opgepikt van een paar voetballende jongens en geweigerd het aan twee in burger geklede-agenten van politie te geven, omdat naar hij verklaarde ieder een wel kon zeggen dat hij van de politie was. Tenslotte hadden de agenten zich ge legitimeerd en v. d. P. meegenomen naar het politiebureau, echter niet voordat P. een afkeurende opmerking had gemaakt betreffende de vochtigheidsgraad der poli tiële neuzen. Ook de tocht naar het bureau verliep niet zonder incidenten want zoals v. d. P. ter zitting verklaarde, bedacht hij onderweg: „Ik heb eigenlijk nog een hoop werk thuis, ik moest de benen maar ne men". Hij werd tijdens de vlucht gegrepen. Het kostte hem dertig gulden boete. De eis was veertig gulden. De vereniging „De Reünie" zal Dinsdag avond een bezoek brengen aan de AVRO- studio's ter bijwoning van de Bonte Dinsdag- avondtrein. Woensdag 13 October voert de toneelgroep een blijspel op van Hans Nesna „De troubadour van Loosdrecht". Op Zater dag 30 October houdt de vereniging een soirée in Hótel „De Leeuwerik". Effecten- en Geldmarkt I De opleiding van de eerste groep Britse vrou welijke parachutisten is thans bijna voltooid. Woensdag maakten deze jongedames, wier training even zwaar is als van haar manlijke collega s m de R.A.F., haar eerste luchtsprong met volledige bepakking van 250 meter hoogte. Zij zullen een hulpcorps gaan vormen voor het verlenen van eerste hulp en verplegingsdiensten in geïsoleerde gehieclen. Vier der vliegende ziekenzusters stappen in het vliegtuig voor haar eerste „dropping", Wanneer zelfs een socialist als professor Tinbergen, de directeur van het Centraal Planbureau, openlijk zegt dat het totale winstvolume der bedrijven wel wat wordt overdreven, dat men ten dele met schijn winsten werkt en kapitaalvorming brood nodig is; als daartegenover de groot industrieel Paul Rijkens (voorzitter Raad van Beheer Unilever) Minister Lieftinck .hier en daar een pluim op de hoed steekt, dan moet men toch wel tot de conclusie komen dat er iets gaande is in de kringen van hen, die de gang van 's lands economie bepalen of helpen bepalen. Men wordt in deze mening versterkt door de uitlatingen in de officiële staatsstukken van de laatste tijd. Zowel in de Troonrede als in de millioenennota wordt de hoop gewekt op een wijziging in de belastingpolitek in die zin dat grotere belastingvrije reservevorming zal worden toegestaan en de intering op de bedrijfsvermogens dus zal worden beperkt. Men weet hoe het zit met die reservevor ming. De bedrijven wensen op economische gronden af te schrijven op de vervangings waarde der kapitaaisgoederen en voorraden, de regering staat dit niet toe, maar wenst dat het bedrijfsleven op de tot dusver gebrui kelijke wijze blijft afschrijven. De heer Paul Rijkens heeft daarover een klare rede gehou den op de jaarvergadering van zyn wereld concern, waar tienduizenden mensen werk en brood vinden. „Veronderstel, zo zegt hij, dat een vervoer bedrijf begonnen is met vier vrachtauto's, die elk f5000 hebben gekost en dat deze auto's thans aan het einde van vijf jaren volledig afgeschreven zijn en vervangen moeten worden. Indien nieuwe auto's van de zelfde capaciteit nu f 10.000 kosten per stuk, dan zijn de middelen, die door afschrijving in het bedrijf verzameld zijn, slechts vol doende voor twee nieuwe vrachtauto's in- plaats van de vroegere vier. Daarmee is het bedrijf tot de helft van zijn vroegere omvang gereduceerd." In dit voorbeeld belast de overheid dus eenvoudig bedrijfsvermogen weg, waardoor het productievermogen der bedrijven lang zaam maar zeker wordt vernietigd en het welzijn van de gemeenschap wordt aan getast. Het is daarom van niet te onderschatten betekenis dat er in overheidskringen een andere wind gaat waaien. Van niet minder belang is. dat ook bij de werknemers het inzicht rijpt dat men er niet met het „dan maar van de winst afnemen" komt. maar dat de economische wetten even streng en con sequent zijn als de natuurwetten en men haar niet ongestraft met voeten treedt. Professor Tinbergen wijst in een interview dan ook op het gevolg, dat het achterwege blijven van voldoende reservering onvermijdelijk moet hebben, te weten verminderde werkgelegen heid. Sociale zekerheid In het gedrang. Van het grootste belang is daarom, dat het bedrijfsleven zich sterk kan maken voor de toekomst. De sociale zekerheid voor de werknemer moet tenslotte uit het bedrijf komen, de werkgever moet in staat zijn en blijven de sociale lasten, die tot niet minder dan 23 a 25 pet. van het loon zijn opgelopen, te verdienen. Teert hij jaarlijks in, dan komt ook de sociale zekerheid in gevaar. Het spreekt van werkelijkheidszin als vak bonden, ongerust geworden door de zwenking in het regeringsbeleid (N.V.V.) in adressen erkennen dat belastingvrije conjunctuur reserves noodzakelijk zijn, dat modernise ring van het machinepark en verhoogde arbeidsproductiviteit (met dit laatste is het in Nederland nog steeds niet in orde!) de nationale voortbrenging zo hoog mogelijk moeten opvoeren (C.N.V.). Anderzijds valt het niet te verwonderen, dat in vakbond kringen. bij welker leden de spanning tussen lonen en prijzen groot is. ongerustheid heerst over de vermindering der subsidies en het loslaten van sommige prijzen, waardoor het leven gaandeweg duurder wordt, althans voorlopig. Minister v. d. Brink acht een krachtige loon- en prijspolitiek dan ook nog onontbeerlijk, gelijk hij bij zijn begroting opmerkt. Daar voegt hij aan toe. dat „dit prijspolitieke beeld niet eenzijdig mag zijn afgestemd op de belangen van de consument, doch dat tevens gezonde bedrijfseconomische overwegingen in acht dienen te worden ge nomen" Dit klemt temeer, nu het ernst gaat worden met de voorgenomen Economische Unie met België-Luxemburg, die ons concur rentievermogen moet versterken en onze be staanszekerheid een bredere basis moet geven. Daarvoor moeten op korte termijn verschillen worden overbrugd, die onge twijfeld zware offers vergen. Derde loonronde? Het is duidelijk, dat de regering hier tussen twee vuren zit. Enerzijds ziet zij het grote nut van de Benelux, anderzijds zit zij met het moeilijke aanpassingsprobleem. Paul Rijkens acht een voorzichtige derde loonronde bij een iets stijgend prijspeil geen gevaar voor een verstoring der economische orde en het zal zeer de vraag zijn of er aan te ontkomen is, vooral wanneer het dringend vraagstuk der huurverhoging wordt opgelost. Merkwaardig is, dat bij al het roepen om economische vrijheid er thans, nu die vrij heid daagt te komen, met weerstanden uit sommige sectoren van het bedrijfsleven reke ning moet worden gehouden. Oorzaak hier van is, zegt minister van den Brink, dat door de afnemende schaarste bij bepaalde over heidsbemoeiingen het accent meer op het beschermende karakter komt te liggen. Dat is mis en het beste bewijs dat overdre ven overheidsbemoeiing in normale tijd, economisch gezien, hoogst ongezond is. Wij raakten de problemen slechts vluchtig aan. Het was er ons echter ditmaal om te doen er op te wijzen, dat er toenadering tot en begrip voor elkaar komt. En besef, dat men elkaar nodig heeft. Een belangrijke stap op de goede weg. De jeugd van Canada helpt Nederlandse scholen De Canadese schooljeugd heeft ter be schikking van de Nederlandse regering ge steld 1500 pakketten, inhoudende allerlei benodigdheden voor de scholen van Ne derland, materialen, die over het algemeen nog maar op beperkte schaal verkrijgbaar zijn. De inhoud van een pakket bestaat uit schriften, potloden, pennen, penhouders, krijt, vlakgom, liniaaltjes en dergelijke. De Canadese ambassadeur heeft het eerste van deze vijftienhonderd pakketten in het mi nisterie van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen overhandigd aan minister prof. dr, F. J. Th. Rutten. Over Muziek L' Histoire du Soldat Als het scherm opgaat zien wij het toneel in drieën verdeeld. Middenin een kleine, omsloten ruimte, waar wij het spel ver wachten; rechts een kleine estrade waarop achter een tafeltje de verteller heeft plaats genomen; aan de andere zijde van het mid- dentoneel een podium waarop de muzikan ten zitten. Het geheel houdt 't midden tus sen een opstelling ten dienste van een mid deleeuws mysterie-spel en een kermisbe- drijf. Er is tussen deze zaken meer ver wantschap dan men oppervlakkig denken zou. Dit „drieluik" is het toneel van Stra- winsky's geschiedenis van de soldaat. Tijdens het laatste gedeelte van de oorlog van 1914'18 kwam de componist op de gedachte, een primitieve voorstelling met spel, dans en muziek te maken en hij vond zijn vriend de schrijver Ramuz bereid de tekst samen te stellen. Het verhaaltje schijnt een Russische volksgeschiedenis te zijn: een soldaat is op weg naar huis; het is een arme scharrelaar, maar hij heeft een viool, en deze viool verbeeldt zijn ziel. De soldaat wil eens wat rusten en gaat zijn instrument stemmen, „je kan zien dat 't een goedkoop ding is", zegt hij, „want je moet 'm ieder ogenblik stemmen". Neen, de soldaat behoeft het niet te zeggen; het is de verhaler die ons op de hoogte brengt van wat er op het middentoneel te zien is. De arme kerel wordt bedreigd: de duivel komt behoedzaam achter hem aan en be laagt de viool. Van nu af volgt de toeschou wer een reeks taferelen, waarin de soldaat telkens op verschillende manieren door de duivel geplaagd wordt. Men weet dat de duivel een listig heerschap is: hij verrast de soldaat bijvoorbeeld als een net persoon, die vlinders tracht te vangen, maar in een andere situatie tart hij de soldaat door elegant te verschijnen als een mondain violist. De gladde hellegeest laat soms schijnbaar zijn prooi ontglippen; de sol daat meent zijn geluk te kunnen vangen. De mooie prinses danst, maar ook de duivel weet op zijn beurt te dansen. Wat zien wij nu? De griezelige ellendeling valt uitgeput neersoldaat en prinses nemen de dui vel bij de poten en slepen hem achter de schermen. Zij komen terug en omhelzen elkaar. Maar de duivel is overal en schijnt een pijnigend liedje over de prins te zingen. Hij weet altijd wel te triompheren; de soldaat heeft geen macht genoeg over zijn arme viool, hij bezwijkt voor de aanbiedin gen van de grijnzende vrind en mist zijn ziel en geweten pas, als hij ze onbereikbaar ziet in de handen van de duivel. Strawinsky wilde zonder realistische zangpartijen het verhaaltje laten leven; het is dus geen opera. Maar het was niet zijn bedoeling alle dramatiek te onderdruk ken: uit de pantomime en de dansen moe ten de gevoelens der personages duidelijk spreken en de verhaler moet met levendige voordracht de geschiedenis vertellen. Laat mij nog eens bij het begin beginnen; rechts op het toneel zitten min of meer onbeholpen bij elkaar de bespelers van een trombone, een fagot, een piston, een cla rinet, een viool, een contrabas en van 't slagwerk. Voor een gesoigneerde combi natie van instrumenten is bij dit stuk geen plaats. Maar voor een virtuoos als Stra winsky was het een muzikale sport om voor deze als kermismuzikanten bijeengeroepen musici een harde en nerveuse muziek te schrijven, die precies en scherp in het rhythme geboetseerd staat. Deze korte stukken behoorden indertijd tot de prik kelende verrassingen bij Strawinsky; velen hebben de originele stijl, de eigenaardige hebbelijkheid van deze muziek niet kun nen plaatsen in de gewenste vooruitgang der kunst, Niemand kan evenwel aan deze stukken hun originele plastiek ontzeggen. Het is niet een schilderende plastiek op de eerste plaats, 't is een ras-echt muzikaal spel van contrasten, waarin de caprices van het rhythme de elementen van melodie en harmonie geheel en al ringeloren. Het eerste der muziekstukken is de „marche du soldat". Daarbij begint de verhaler de geschiedenis. Als 't scherm opgaat en wij de soldaat zijn viool zien stemmen speelt bet orkestje een muziek, waarin de nervositeit van de soldaat schijnt belichaamd te zijn; gedurende dit stuk verschijnt voor 't eerst de duivel. De „marche royale", die de scène in het vor stelijk paleis inleidt, is evenzeer als de andere stukken een gemoderniseerde ker- mismuziek. Niemand was in die tijd in staat zo fel te rhythmeren als Strawinsky. Er volgen na een zogenaamd „petit concert" drie dansen: een tango, wanneer de prinses opstaat om te dansen, een wals en een ragtime (voor triangel, twee kleine trom mels en een grote trom, viool en contrabas). Wanneer de soldaat en de prinses elkaar omhelzen horen wij een „petit choral", acht fortissimo-maten, waarbij het vol gende „couplet du diable" zeer springerig afsteekt. Na dit couplet wordt het choral met een eigenaardig-plechtige uitbreiding herhaald. Het laatste stuk is een „marche triomphale du diable" waarin nog sterker dan in de andere muziek het capricieuse rhythme over alles heerst. „L'Histoire du soldat" is de ontkenning van de melodie als muzikaal beginsel. Ik zou het stuk daarom geheel moeten ver oordelen. Tot de vele ontkenningen, waar van de duivel de positieve formatie is. zou men ook deze ontkenning kunnen rekenen. Er zijn intussen altijd brave mensen, die niet de melodie maar het rhythme als het oer-beginsel der muziek aannemen. Zij zouden met dit stuk in de wolken moeten wezen. Zou Hans von Bülow enthousiast zijn als hij nog leefde? Wat in embryonale toestand in een mu sicus leeft is door Strawinsky genoteerd. En hij heeft dit meesterlijk gedaan. HENDRIK ANDRIESSEN. CHIN. IND. REST. HONGKONG HAARLEM, Sraedestraat 21 - Telefoon 21375 (Adv.) SMAKELIJK ETEN! Ambtenaren van de C. C. D. constateer den dat aan slagers minderwaardige pro ducten voor de worstbereiding werden aangeboden. Naar aanleiding hiervan stel de men een onderzoek in bij een bedrijf te Bameveld, dat zg. kopvellen bewerkte voor de worstfabricage. De kopvellen wa ren afkomstig van huiden-zouterijen en bleken voor een groot deel te zijn afge sneden van uit Argentinië geïmporteerde huiden. De bereiding van deze vellen was in strijd met alle hygiënische voorschrif ten. De vellen werden met kalk bewerkt en van het haar ontdaan. Vervolgens kre gen zij een bad van zoutzuur, om kleur en reuk te verdrijven. Hierna werden de vel len ingezouten, in vaten verpakt en naar de diverse „liefhebbers" verzonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 5