RUWE HAMDEN Die Bus Journalisten in Onderhoud met het Witte Huis president Truman 3 Kerstmis bij de negers in Amerika #u de tijd van de Kerstboodschap weer is MftPebroken is hel misschien goed te bedenken Jat deze haar licht moet laten schijnen in wel -eer donkere hoeken. En waar zij speciaal moet wreken tot de nederigen en zachlmoedigen, is fat belangwekkend te weten hoe de negers in de Verenigde Staten van Amerika het Kerst- leest vieren. Omdat zij zo'n diep-gelovig volk tornien, dat op een kinderlijke maar daarom misschien juist zo oprechte manier zijn ver trouwen belijdt in de Verlosser. Dat woord mod voor hen een magische betekenis hebben. Omdat zij vooral in het Zuiden nog steeds ge bukt goan onder de stoffelijke en geestelijke ggcolgen van de slavernij. Omdat het rassen onderscheid nog steeds wordt onderstreept door onwaardige geschreven en ongeschreven wetten. Occr zo'n Kerstbijeenkomst schrijft Rosey Poolr ,Daar in het Zuiden vinden we in de dorpjes een schuur of de zaal van een her berg waarin een Prayer-meeting", een gebedsvergadering gehouden wordt, net als jn de, zeker niet goede, oude tijd. Alle kerkgenootschappen waarvan negers deel uitmaken, zijn net als bij die der blanke Amerikanen behalve godsdienstige instel lingen ook centra van maatschappelijk werk, ik zou haast willen zeggen: een soort clubs. Bij de negers treedt dat „wereldlijke karakter" van de kerk wel heel sterk op de voorgrond. Al in de eerste tijden van hun leven als Christenen was de kerk de plek waar je heen ging in je beste kleren, waar je andere mensen ontmoette, waar je je mens kon voelen en bijna vrij voor het aan gezicht van God. Daar in de schuur, die tot kerk diende, vond de slaaf een uitlaatklep voor zijn godsdienstige emoties, vond hij de mogelijkheid zijn problemen in preken en liederen te brengen voor de Troon van God. Daar kon hij de dagelijkse ellende een poos vergeten, kon hij met zijn niet klein te krijgen gevoel voor humor zijn eigen situatie bekijken, daar ook kon hij praten en lachen met mensen van andere planta ges, uit andere dorpen, daar kon hij zijn oog eens welgevallig laten rusten op een aardig meisje. Er zijn vele negerkerken in de Verenigde Staten, officiële en niet offi ciële en als u er op deze Kerstavond bin nengaat, zult u de diensten niet of maar heel weinig verschillend vinden van wat u in Europa gewend bent, van wat U ver trouwd is in Holland in uw eigen kerk of kapel. En toch, tóch is er iets.Ja, wat eigenlijk? Een spanning, een blijheid, een warmte: draden, die het net weven van de vroomheid, de vreugde en vaak voor de religieuze extase, erfenis van Afrika, die straks zal gaan bloeien als de Spirituals san de beurt komen. Dan is er niets meer over van de vrij sterk puriteins beïnvloede Amerikaanse kerk-atmosfeer. dan zijn we weer in de tijden van de godsdienst van de oude tijd. Wie er preken zal doet er niet veel toe. Er zijn nog maar weinig „Old Time Preachers" in Amerika over en als we er daarvan één te horen krijgen, is het om het •even welke. U hoeft ook niet bang te zijn dat we een dominee zouden kunnen tref fen, die zijn onderwerp op een minder in teressante wijze zal behandelen dan een zijner confraters. In de loop van de eeuwen zijn er een aantal "standaard-preken ont staan, verhalen en vermaningen, die altijd weer in dezelfde vorm, vrijwel met dezelf de woorden voorgedragen, ik zou haast wil len zeggen, geacteerd worden en waarvan de spirituals de aanvulling vormen. Luis ter.... de gemeente is al begonnen met zingen. Dat onbeschrijfelijk droeve: „No- body know the trouble I see, nobody know but Zesus" (Niemand kent het leed, dat ik zie, niemand behalve Jezus), een klacht die eindigt in het meest stralende: „Glory Hal leluja!", in een kreet van lof en vertrou wen op redding uit al die ellende. Hoe karakteristiek is juist dit lied voor de levenshouding van de Amerikaanse neger, die het leed van zijn ziel heeft kunnen weg dansen, weglachen, weg zingen! Er is een nieuw lied ingezet: „Give me thai old time religion". Telkens en telkens weer worden die paar woorden herhaald. De verrukkelijke bas van de voorzanger zingt de voor-melodie, hij vertelt dat die godsdienst van de oude tijd goed genoeg was voor zijn vader, zijn moeder, zijn broers en zusters, zijn hele familie, die hij naar gelang van de animo die zijn muzi kale volgelingen voor het lied blijken te hebben, meer en meer uitbreidt; hij zingt dat het The Old Time Religion was, die hun tot vrijheid heeft gevoerd. Ook dat was een schrander trekje van de voorzangers: ze konden in de tijd der slavernij in de liede ren, die ze vaak op dat moment improvi seerden, allerlei over de toestanden op de plantage zeggen, ze konden erin uitzingen hun hoop op bevrijding, niet rechtstreeks door menselijke middelen maar door God delijke en hun verwachting op verbetering van hun aardse lot transponeerden zij op de vooruitzichten van de hemel. Merkwaardig eigenlijk dat we geen preek van Jezus' geboorte kennen. Het is altijd het dramatische geweest dat de neger predikers het meest aantrok: De verloren zoon: De dag des Oordeels: De schepping; Noach's ark; De Kruisiging. Misschien was het wondere gebeuren van de Kerstnacht te stil, te heilig voor hun stamelende woor den? Daar staat de „preacher" voor ons. „Broe ders en Zusters laten we de Heer deze avond prijzen met een gebed..Glory!" klinkt een vrouwenstem op. „Halleluja!" roepen een paar anderen. „Praised be the Lord!", „Lord have mercy!" Nu er één be gon te roepen, te prijzen, zich zelf aan te klagen volgen er meer, nóg meer. die de preacher overstemmen. Een heldere so praan zingt: „Jubalee, Jubalee, O, My Lord!" En allen vallen in. Nu kan de dominee verder spreken. „Heer, wij zijn - gekomen met gebogen knieën. Heer wij staan gebogen voor Uw troon Heer, hier staan wij vanavond. Buig onze harten onder onze knieën er Ruwe huid, Schrale lippen, LPUROL verzacht en geneest I Faillissement vernietigd Bij arrest van het Gerechtshof te Amster dam öcuaou hoger beroep, vernietigd eet vonnis der arrondissements-rechtbank te «aarlem d.d. 9 November 1948, waarbij Jacob 80s van béroep handelaar in zaden en bloembollen, wonende te Beverwijk, Duin- ^Ucklaan 41. in staat van faillissement werd verklaard, met benoeming van mr. W. vlastra advocaat en procureur te Haarlem, wt curator. buig onze knieën in een eenzame vallei. Wij zijn gekomen Heer als lege kruiken naar een volle bron. Wij brengen niets, Heer, niets hebben wij van onszelf. Heer, open een raam van Uw hemel, Heer hang eens ver uit het raam van het huis Uwer glorie en luister naar ons. Zijn intonatie is er één van sterke con trasten. Zij rijst en daalt tussen de gewone spreektoon en vurig gezang. Plotseling breekt hij af op een punt van hoogste in tensiteit en gaat over tot een haast saaie preektoon. Hij spreekt rhythmisch, bijna alsof hij een gedicht voordraagt. Sommigen van de toehoorders kijken naar hem op met verrukte blikken, sommigen zitten stil in zich zelf gekeerd te denken, sommigen zijn neergeknield en een paar staan rechtop met uitgestrekte armen. Een kleine groepje neuriet de melodie van een spiritual drie stemmig onder de woorden van de domi nee door. Hij bespeelt het veelsnarige in strument van zijn gemeente op meesterlijke wijze. Willen jullie zingen? Goed, laten we dan zingen. En dan klinkt door de zaal het ont roerende kerstliedje: „Mary had a baby! Yes Lord!" en daarna een van de schoonste Kerstliederen, die ik ooit hoorde: „I won der as I wander" „Ik vraag mij vol verwondering af, hoe Jezus mijn Verlosser gekomen is om te sterven voor arme gewone mensen als jij en ik. Als Jezus iets had willen hebben, een ster uit de hemel, een gevleugelde vogel of als Hij God's engelen allemaal had willen laten zingen in de hemel, dan zou hij dat gekund hebben, want Hij was de Koning." Het is even héél stil: een stilte die nog geaccentueerd wordt doordat een vrouw hardop snikt Dan gaat de preacher verder: „Heer, ber; mij, die Uw lof wil prijzen in de holte van Uw hand, berg mij waar de duivel niet op mij kan schieten: Neem mij, Heer, was mii schoon van binnen en van buiten, hang mii op en droog de zonde uit mij weg. Spiiker mijn oren aan de zuilen van Uw wijsheid en maak mijn woorden voorhamers van de waarheid, die slaan, slaan slaanop het ijzeren hart der zonde. Heer breng mijn oog voor de verrekijker der eeuwigheid, vul mii met het dynamiet van Uw kracht, zalf mij met de olie van Uw heil en doe mijn tong vlammen, Heer!" Weer moet de preacher ophouden. De voorzanger geeft een solo ten beste. „Ik ben het Heer! Ik ben het die het gebed zo nodig heb!" „It's me, it's me, it's me O Lord, standing in the need of prayer!" Daar kun je niet naar luisteren zonder mee te zingen. Velen slaan zich tegen de borst, een jonge man valt languit op de grondeen vervoering maakt zich van de gemeente meester, iets van de sfeer van Afrika omringt ons: boeiend, vreemd, be klemmend. Een gevoel besluipt ons. een gevoel van: is het niet eigenlijk in discreet zo in de diepste diepte van men senzielen te kijken, als toeschouwer? Ont roerd verlaten we de zaal en als wij later even voor ons open raam luisteren, horen wij nog hoe ze daarginds zingen. „De trompetten schallen in mijn hart. Ik blijf niet lang meer hier" ROSEY E. POOL. Nederlandse Opera bracht Bizets „Parelvissers" Dank zij de gulheid van de bezettingstroepen der Westelijke Geallieerden zal het Kerst mannetje ook dit jaar voor vele bijzonder mis deelde Berlijnse kleuters nog een presentje of wat snoepgoed meebrengen. Hier ziet men „Vader Kerstmis" voor de gedenksteen op dt Avus die de route van de Engelse „woestijn- ratten" op hun zegetocht van El Alamein naar Berlijn memoreert. De Nederlandse „Charitas-Missie" in Berlijn heeft honderd Nederlandse en Duitse kinderen in de vroegere Duitse hoofdstad een Kerstfeest bereid. Wij zien hier de kinderen aan de Kerst tafel zich te goed doen aan Hollandse cacao en Koek Handels „The Messiah" door de C.O.V. George Robert verrichtte met de Chris telijke Oratoriumvereniging een daad van bijzondere betekenis, door Handel's sacred oratorio „The Messiah" weer eens uit te voeren in de oorspronkelijke vorm: dat wil niet alleen zeggen: gezongen op de origi nele Engelse tekst, maar ook en dat is nog van meer belang met de barok- instrumentatie van de componist zelf. Heel natuurlijk, zal men zeggen. Maar zo een voudig is dit niet: want dit natuurlijke be tekent een stijl-critische reactie op de sleur om Handei's meesterwerk te geven in de bewerking die Mozart er van maakte in een tijd, dat op het vasteland de barok- ordhestratie als verouderd gold alleen Engeland hield de traditie zuiver en die „Der Messias" populair maakte in een com binatie van twee stijlen die elkaar niet ver dragen. Het werden tekeningen van de ene componist, die door de andere opgewerkt en in kleur gezet waren met de middelen van een andere tijd. Naarmate de kennis der muziekgeschiedenis en hiermede het stijlbesef groeide, naarmate ook de her leving van Bach's kunst ons volkomen ver trouwd maakte met de muziektaal van de barok, ging men het onlogische van de bewerking inzien. Maar breken met de sleur is een heel ding en bovendien, hoe kwam men aan het originele materiaal? Dat baarde extra-materiële zorgen, terwijl de Duitse editie vrij makkelijk en billijk te verwerven was. Die bezwaren blijven gel den. De C.O.V. heeft zich echter steeds op het enig juiste standpunt gesteld: goed of niet. Zii deed het in 1926, toen zij de „Ce- cilia-Ode" van Handel gaf: zij deed het ook in '29 met „The Messiah"; zij deed het nu opnieuw. En we kunnen er haar geluk mee wensen en haar dankbaar zijn om een uitvoering die in stylistisch opzicht alle voldoening gaf en die over het geheel een machtige indruk maakte. Wel zou men het mannenkoor nog steviger bezet willen zien tegenover de zeer sterke sopraan- en alt vleugels. En om nu eens precies de puntjes op de i te zetten, zou het mijns inziens aan beveling verdienen een nog puntiger rhyth- mische afwerking van het koor te betrach ten, wat natuurlijk met zo'n groot ensemble erg moeilijk is, maar toch niet onmogelijk. Overigens alle goeds: frisse klank, goede trefzekerheid en vlotte coloratuur. Vooral hebben we genoten van de stevig doorge werkte slotkoren en van de fuga „And with his stripes", op het klassieke thema dat ook Mozart aanwendde in de Kyrië van zijn Requiem. Mea Naberman vertolkte haar partij bij zonder gaaf en klankschoon; Annie Hermes bracht een hoogtepunt in de vertolking met de aria „He was despiced"; Louis van Tul der wekte herinnering aan zijn glorietijd met „Thou shalt break them"; Guus Hoek man" zong rustig als een „père noble" met heerlijk getimbreerd basgeluid zijn prach tige aria's; „the trumpet shall sound", met de uitstekend gespeelde obligaat-trompet, werd andermaal een merkwaardig hoogte punt. Over de begeleiding van de H.O.V., met Dolf Hendrikse aan het orgel en Bets Ne- derkoorn aan het clavecimbel is ook niets dan lof te zeggen. George Robert heeft met deze avond een mooi resultaat bereikt. JOS. DE KLERK. Overziet men de reeks werken, die George Bizet, hetzij als opera, hetzij als muziek voor een toneelspel schreef, dan valt het op, hoe hij hiervoor steeds weer gedwongen werd te streven naar het scheppen van een locale sfeer. Een werk als Don Procopio noopte hem tot het ge ven van een Italiaans milieu, de opera- comique Djamileh speelt zich af in Egypte, de opera Carmen vroeg om Spaanse klan ken en rhythmiek, de muziek voor l'Arlé- sienne moest zich aansluiten bij een Pro- vengaals familie-gebeuren. Met de opera „Les pêcheurs de perles" wordt de toe schouwer verplaatst naar een exotisch eiland Ceylon. Bizet vereenzelvigde zijn muzikale fantasie evenwel niet met de realiteit; Ceylon. Hij legde het accent meer op de exotiek, die in de muziek toch een Westerse allure kreeg, vaak van een zeldzame schoonheid. Aangrijpend is de dramatische kracht van Bizet's klanken- taal, welke ook, los van toneelactie, als sfeer-scheppend element van grote bete kenis geworden is. En hoe wist Bizet door een meesterlijke instrumentatie hiervoor de juiste klankkleuren mogelijk te maken. Maar ook de verwerking van het libretto bereikt dikwijls een verrassende hoogte van meesterschap, inzonderheid bij het einde van het tweede bedrijf, waar de noodlotsbedreiging in kracht en onafwend baarheid culmineert. Een onbegrijpelijke prestatie van de op toneelgebied onervaren jonge componist. Deze faze is typerend voor de uitstekende dramatische ontwik keling, welke evenwel een plotseling einde vindt in een zwak, moeilijk te realiseren slot. Het gezelschap van de Nederlandse Opera, dat gisteravond Haarlem de eer aandeed, in de Stadsschouwburg een op voering van de opera te geven, heeft dit slot, ondanks voortreffelijk spel, niet kun nen redden. Invloed op de indruk van de opvoering heeft dit echter niet gehad, omdat het spel hiervoor een verrukkende eenheid werd van uitnemende actie, prachtige zang, geacheveerde, klankschone orkestbegelei ding en geslaagde décors. Voor de ontworpen dansen had men zich waarschijnlijk op een groter toneel ingesteld. Marjo Ingen Soet kon in de rol van Leila haar dramatische kracht en uitste kende vocale capaciteiten voortdurend laten gelden evenals Theo Baylé. een opera-bariton van internationale beteke nis, in zijn uitbeelding van Zurga. Voor de rol van Nadir biedt 't eerste en tweede bedrijf de meeste kansen tot spannend spel en imponerende zang en daarvan heeft de tenor Chris Scheffer uitnemend gebruik gemaakt, niet het minst bij de ver tolking van het duet voor Nadir en Zurga en van zijn aandeel in het tweede bedrijf. Ook het optreden van de bas Jan Duive- man als Nourabad kan met ere vermeld worden en verder de zang en de actie van het koor. De dirigent Otto Glastra van Loon zorg de voor een hecht contact tussen orkest en toneel en daarbij voor een geladen ver tolking van de muziek. Met de regisseur Abr. v. d. Vies werd ook hij op het toneel geroepen om be trokken te worden in de langdurige bijval, waarmede de aanwezigen aan het slot van de avond de opvoering beloonden. P. ZWAANSWIJK. Afgraving van St. Pietersberg is economisch noodzakelijk (Van onze parlementaire redacteur De Tweede Kamer verwierp Dinsdag middag met 57 tegen 27 stemmen (vóór waren alléén de P. v. d. A. en de C.P.N.) een motie van de heer Willems (P. v. d. A.) öm het afgraven van de St. Pieters berg bij Maastricht verder onmogelijk te maken. De heer Willems was voor het behoud van de St. Pietersberg, omdat hij het jammer vond een stuk natuurschoon te bederven, doch de minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, prof. Rutten, betoogde, dat de afgraving nood zakelijk is om de E.N.C.I.-fabrieken aan grondstof voor de productie van cement te helpen. Ons land bespaart daardoor zes millioen aan deviezen. MUTATIE BIJ DE NOORD-ZUID- HOLLANDER. Ingevolge het besluit van de buitenge wone algemene vergadering van aandeel houders van de verzekering-maatschappij „De Noord-Zuid-Hollander" in Brinkmann te Haarlem, is de heer A. van Leent als commissaris vervangen door mr. J. H. Junge. De raad van commissarissen bestaat thans uit de heren D. Goedhart, voorzitter, te Amsterdam; J. MacDaniël, te Driehuis en mr. J. H. Junge, te Haarlem. Een Kerstlied in proza curiosa Voordracht door Netty van Kan Twintig of dertig belangstellenden, leden van Haarlems Kunstcentrum en daarmee verbonden organisaties, zaten Maandag avond door de tuinzaal van het Concertge bouw verspreid waar Netty van Kan zonder haperen „Een Kerstlied in proza" van Charles Dickens liet horen, zoals dat door J. Kuylman in onze taal is over gebracht, met een aantal kleine tekortkomingen en vreemd genoeg met het nadrukkelijk uitgesproken behoud van de ouderwetse naamvals-n. De voordrachtgeefster kweet zich lang niet onbekwaam van haar, door het ont breken van welhaast iedere mogelijkheid tot vruchtbaar contact met haar toehoor ders, weinig benijdenswaardige en on dankbare taak. Het is toch al niet eenvou dig om het moderne publiek te boeien met deze vertelling, die wel een sympathieke strekking heeft en waarin de sociaal-voe lende auteur enkele meeslepende voor beelden van zijn doordringende beschrij vingskunst étaleerde, doch die vooral in de tweede en derde zang, om het maar rond uit te zeggen, soms tamelijk vervelend verloopt. Hoewel de voornaamste kwaal aan deze fantasie, namelijk de herhaalde sentimen- tale overdrijving, door Netty van Kan op een zangerige manier eer luider gemaakt werd dan getemperd, won tenslotte de humanitaire overtuigingskracht van Dickens het pleit voor de zoveelste keer. De aandacht van het publiek mocht nu en dan eens verslappen, zij keerde steeds weer tot het onderwerp terug. De onmiskenbare talenten van Netty van Kan zullen op een ander terrein stellig meer kansen vinden om tot hun recht te komen. Haar verhalende trant is uitstekend en ook haar bijkomstige typeringen ver dienen waardering, doch haar karakter uitbeelding heeft de neiging om sterk te vervloeien. Dat bleek hier bijzonder dui delijk. De enkele figuren, die in deze popu laire geschiedenis optreden, zijn eigenlijk meer personificaties van bepaalde ondeug den of goede kwaliteiten, dan gecompli ceerde wezens doch zelfs deze als het ware tot interpretatie op het toneel voor bestemde vereenvoudiging (die minder teven dan acteren) verloren gaandeweg hun scherpte. Wat zij in haar kunst moet brengen is: harder realisme, strengere concretisering. Al waren er inderdaad niet genoeg han den om een indrukwekkend geluid voort te brengen, een poging tot applaus had men toch niet achterwege mogen laten. Dat kwam haar waarachtig wel toe. DAVID KONING Door een typografische vergissing heb ik Maandag in mijn verslag van 't optreden van Cruys Voorbergh gevraagd om de held Andersen. Er had natuurlijk moeten staan: de hele Andersen. D. K. (door dr. E. van Raalte) Laat ik ronduit bekennen dat ik het feit, dat ik na afloop van een persconfe rentie op het Witte Huis zoals die daar wekelijks plegen plaats te hebben een kort particulier onderhoud met de president van de Verenigde Staten mocht hebben, als een waardige bekroning beschouw van mijn toer door de Verenigde Staten. Men versta mij niet verkeerd. Het feit, dat ik met Truman even een paar woorden mocht wisselen, heeft natuurlijk op zichzelf niets bijzonders om het lijf. Doch de door mij bijgewoonde persconferentie en de sfeer die ik op het Witte Huis, juist ten opzichte van de pers, kon waarnemen, meen ik te mogen beschouwen als een karakteristiek verschijnsel van de Amerikaanse samen leving. Wat ik bij deze gelegenheid waar nam, getuigde weer van dat stuk echte, gezonde democratie, aan Amerika zo eigen. Voor ik me naar Washington begaf duchtte ik dat zelfs indien ik al een pers conferentie met het staatshoofd kon mee maken, het mij toch niet gegeven zou zijn het Witte Huis te bezoeken- Sinds enige tijd toch wordt dit gerestaureerd, zodat Truman met ziin familie thans in het te genover de ambtswoning gelegen Blair House tijdelijk verblijf houdt. Anders plegen daar hoge gasten van de President te logeren. Intussen bleek de President wel zijn werkkamer en een paar andere ver trekken te gebruiken. Daar nu werden de paar honderd journalisten die ter pers conferentie waren verschenen ontvangen. Eer zij er binnentraden moesten zij, al gebeurt dat op uitermate zachte wijze, spitsroeden lopen. In die zin wel te ver- staan, dat er een uitermate scherp toezicht van stille politie is, iets wat ik natuurlijk alleen hels kunnen merken dank zij een habitué van het Witte Huis, die mij er attent op maakte. De inrichting van 's presidenten ambts woning heeft niets overweldigends en is binnen de perken gehouden, die bij de mocratische eenvoud past. De werkkamer heeft eerder iets gezelligs en is helemaal niet bijzonder groot, zodat de schare persbroeders er alleen in kon door mannetje aan mannetje te staan. Dank zij vriendelijke Amerikaanse colle giale hulp kreeg ik een plaats vooraan, zodat ik gastheer Truman als het ware op zijn vingers kon kijken. Truman heeft bepaald een prettige en tevens intelligente oogopslag en maakt ook wat zijn uiterlijk betreft de indruk van iemand die zich heus geen knollen voor citroenen laat verkopen. Zelf begon hij de zitting met een door hem staande uit gesproken mededeling over het besluit om op 15 Januari verslag over de „toestand der Unie" een soort presidentiële troonrede uit te brengen. Daarna bleef hij staan toen onmiddellijk de vragen los kwamen, die hij even bliksemsnel be antwoordde (soms met het antwoord, dat hij er niet op kon ingaan: „no comment"). Mij viel het op met welk een gevatheid de President reageerde. Zijn hele optreden getuigde ongetwijfeld van een aanzien lijke mate van intelligentie, verre uitgaan de boven de middelmaat die hem wel is toegeschreven. Vermakelijk was het om te merken, hoe hij gaarne de hem zeker ook in niet geringe mate eigen humor bezigde, al wist hij daarnaast ook vaak met een ernstig antwoord te volstaan. Toen na een klein half uur de vragen teneinde waren, mocht ik nog even in de werkkamer blij ven. De President kwam van achter zijn bureau naar me toe en schudde me harte lijk de handen nadat ik aan hem was voorgesteld. Daarop vond er een kort on derhoud plaats'waarbij ik de gelegenheid had uiting te geven aan mijn dank waardering voor wat ik tijdens mijn ver blijf in de Verenigde Staten aan goeds in allerlei kringen had ondervonden, iets wat Truman met zichtbaar welgevallen aan hoorde. Vervolgens kwam het nog even op de verkiezingsuitslag van November jl. Uit hetgeen de President in dat verband zeide, mocht ik voor mezelf de slotsom trekken dat .Harry", gelijk hij in de volks mond wordl genoemd, inderdaad, zoals hij steeds tijdens de verkiezingsveldtocht had verkondigd, in de grond van zijn hart overtuigd was geweest van de overwin ning. Dit vooral tengevolge van zijn rots vast vertrouwen in het volk en zijn op rechte democratische overtuiging. Bij het afscheid opnieuw hartelijke handdrukken en een gezellig brede glim lach op het gelaat van de presidentiële gastheer en toen kon ik nog even tot be sluit van dit bezoek op het Witte Huis gade slaan, hoe zich daar ook een uitste kende perskamer bevindt, waar de jour nalisten-collega's al bezig waren hun ver slagen van de persconferentie te maken en die door te telefoneren. Dit alles past volkomen bij de opvattingen en gebruiken die in de Verenigde Staten omtrent de verhouding tussen overheid en pers be staan en waarvan onder meer de perscon ferenties met de President een typische uiting zijn. Men moge in meer dan één opzicht ook kritiek op zekere Amerikaanse verschijnselen kunnen uitoefenen, hier echter heeft men te doen met een van de goede zijden van gezond democratisch begrip, gelijk dat in Amerika veelvuldig valt waar te nemen. Pierre en Ina Samuelson exposeren Tot 4 Januari exposeren Pierre en Ina Samuelson tekeningen en grafisch werk in de kunsthandel Leffelaar aan de Wagen weg in Haarlem. Ofschoon ik mij in het algemeen aan mijn oordeel houd, dat ik over Pierre Samuelson naar aanleiding van zijn expositie in Juni '47 heb geschreven, kan ik niet ontkennen, dal; zijn werk aan betekenis heeft gewonnen. Nog altijd is de voornaamste charme: de vloeiende lijn die op dikwijls sierlijke manier keert en draait maar nog altijd eindigt zij in niets zeggende krulletjes en slordigheden. Pierre Samuelson demonstreert een al leraardigste kunstvaardigheid en de krul len en tierelantijnen vormen zelfs een wezenlijk deel van zijn manier. Nood zakelijk acht ik het evenwel niet en mij dunkt, dat alles winnen zou als er die, wel vermakelijke, puzzle niet bij was: eens even kijken hoe dit of dat lijntje nu toch wel loopt, waar het krullen ophoudt, waar het aan vast zit enzovoorts. Hij heeft een verrassende kijk-op-de-dingen overigens en het is jammer dat zulk een wei-zuivere kijk wordt afgeleid door het bedoelde kunstmiddeltje. Hij komt er maar niet van af. Misschien is het zijn aard. Iets zorge- loos-Bohémiënachtigs. En toch is 't geval sympathiek en vergeeflijk, omdat het echt en eerlijk is dunkt mij. Welnu, wij aan vaarden het dan als zijn specialiteit en vinden het speels, naief als men wil, in ieder geval opgewekt en amusant, opper vlakkig zwevend, wars van tragiek, vrien delijk en soms wel eens elegant. Zijn land schappen met kleur zijn conventioneel, niet in het minst modern, slechts is er een ge wild modern tintje aan gegeven. Daarom acht ik de in ieder geval persoonlijke figurentekeningen veel beter. Vooral „gynaecologische Conversatie", „Orchids for Serafina", „Bridget aan 't breien" e.a. Zijn al te subjectieve verbeeldingen op muzikaal gebied boeien mij niet. Als de tekenaar beeldende cacophonieën bedoelt dan zou ik hem schoorvoetend willen bijvallen, maar gezien de titels is dit niet het geval. Ze zijn mij al te zeer dingen van het eigen „ik" en als zodanig, dunkt mij, slechts van betekenis voor hem zelf. Ina Samuelson is, in de grond, serieuzer. Zij is de pretentieloze ontwerpster van een vriendelijke gelegenheidsgrafiek, die louter decoratief blijft, dienende, zeer geschikt voor aankondigingen van feesten, program ma's e.d. Zij weet meestal een aardige point voor de dingen te vinden. Zij is voor al eenvoudig en legt zich niet toe op een halsbrekende virtuositeit. Soms is 't typo grafische der afwerking in strijd met de tekening. Het is mogelijk, dat het aan de zetter ligt, maar zij zou het kunnen corri geren. Ina Samuelson heeft dat eigenaardig charmante in haar werk, dat sommige vrouwen bezitten, die als bij intuïtie alles verfraaien wat zij aanraken. Dat is een heerlijk bezit. Het gevolg is dan ook, dat men slechts zelden iets kan aanwijzen bij de geëxposeerde werkjes dat niet sierlijk is. Deze tentoonstelling biedt veel dingen die de aandacht verdienen. Pierre heeft een sprong vooruit gemaakt, maar Ina is meer beheerst. HERMAN MOERKERK. Agenda voor Haarlem WOENSDAG 22 DECEMBER Wilhelminakerk, Ged. Oude Gracht, Kerst samenkomst. 8 uur. Luxor: „De avonturen van Tartu". 18 j., 2.00. 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „Vliegende tijgers", 18 j., 2.30. 7.00 en 9.15 uur. City: „Madonna van de zeven manen". 18 j.. 2.15. 7.00 en 9 15 uur. Frans Hals: ..Bloed en zand". 18 j., 2.30 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: ,J' ve always loved you", alle leeft.. 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Palace: „Korporaal Wanhoop", alle leeft., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. DONDERDAG 23 DECEMBER Gem. Concertgebouw: „Kerst-oratorium" van Hubert Cuypers, onder leiding van- Jac. Zwaan. 8 uur. Gebouw Ver. Vrijzinnig Her vormden. Kerstspel „De Ster van Bethle hem", 8.30 uur. Bioscopen; Middag- en avond voorstellingen. De Haarlemmers moeten nog wat wen nen aan de bus-lijnen, die hun ene stads- tramlijn vervangen hebben. Maar het be gint al te gaan. De klachten luwen. Bin nenkort zullen zij verstomd zijn en zal het lijken alsot het steeds zo geweest is. Zelfs zal iedereen zich er in geschikt hebben, dat hij in zoveel meer straten moet uitkijken eer hij oversteekt en dat hij (of zij) niet meer ergens midden op de rijweg achteloos kan voortslingeren op een fiets. Het is waar dat wij met deze vernieu wing van het openbare vervoer tot de voorhoede in den lande behoren. Alleen Utrecht is er ons in voorgegaan en het heeft dan nog zijn lange tramlijn naar Zeist behouden, die de stad over grote lengte doorloopt. Wij zullen straks alleen de tramlijn Amsterdam-Zandvoort, die Haarlem slechts in de breedte doorsnijdt, over hebben. Grotere steden des lands: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag worden nog alle in vele richtingen door trams doorkuist. Wij zijn dus erg voorlijk, vooral omdat bussen zoveel sneller zijn dan trams. Straks zal de Haarlemmer het genoegen hebben, daar jegens de Amster dammer over te gaan opsnijden. Misschien doet hij het al. Bijvoorbeeld als hij naast hem in zijn tram zit op het traject Ko- ningsplein-Leidseplein, waarop menige moeizame lopende oude dame de tram overtuigend geklopt heeft, zodat haar bloed ging tintelen en zij zich omtrent de Stads schouwburg een Fanny Blankers-Koen voelde. In zoverre hebben de Haarlemmers het gemakkelijker by deze verkeers-verande- ring dan bij vroegere, dat de bus niet nieuw is. Zij was er al voordat de stads- lijnen ontstonden. Blijkens ter redactie ontvangen brieven schijnen sommigen dat niet te beseffen, omdat zij toevallig niet op hun route reed. Maar er waren heus al bussen. Zij reden naar buitengemeen ten. De paardentram, daarentegen, kwam indertijd als iets nieuws en onze voor vaderen schudden de bedachtzame hoofden en vonden het maar gevaarlijk. De stoom tram wekte groter ontsteltenis. Zou zij ontploffen? De electrische geleek een roe keloze dwaasheid en toen er spoedig een van de Wilsonsbrug in de Raamsingel viel kreet men: „Nou, wat heb ik je gezegd? Al die gevaarlijke nieuwigheden ook. Ze weten niet eens wat electriciteit eigen lijk is". Ze weten nog niet wat electriciteit eigenlijk is, maar nooit, bij mijn weten, is meer een electrische tram in deze goede stad van een brug in een singel gevallen. Men moet daarom in dit soort dingen wat optimistisch zijn. Het is waar dat het heel wat anders is of ge in eigen woonplaats moet uitkijken eer ge de straat oversteekt of in- Parijs, Londen of Amsterdam. Het is ook waar dat geen Haarlemse zal mop peren als zij in de Londense Underground twintig seconden tijd krijgt om zich met een menigte in een trein te schuiven, maar dat zij het de bus in haar woonplaats kwalijk neemt als die haar niet eens een minuut tijd gunt om afscheid te nemen van tante Sofie. De tram was goediger in zulke dingen en toonde meer begrip voor familierelaties. Maar ja, de tijden veran deren nu eenmaal, wij veranderen mee of we willen of niet en Haarlem telt nu 160.000 inwonersin Opa's jonge jaren maar 50.000. (Hij vertelt er niet bij, dat hij met vriendjes op het achterbalcon heeft staan wippen tot de paardentram derail leerde, tot gevaar des verkeers. Een roeke loze jongen was Opa, in zijn tijd). Iemand heeft ons geschreven dat de rails nog in de stad liggen en de boven leiding er nog hangt en of Haarlem zich nog niet bedenken zou. Hij zou de bus lijnen weer willen afschaffen en de dienst op de ene tramlijn herstellen. Maar laat hij nu eens denken aan de duizenden mensen in verscheidene stadsdelen, die blij zijn omdat zij eindelijk een openbaar ver voermiddel dicht bij huis hebben en niet meer hoeven te fietsen of lopen in storm en regen. Laat hij eens beseffen hoe ons openbaar verkeer eigenlijk tekort schoot. Het was heus onvoldoende geworden. Wij zijn nu voorlijkmaar wij waren langzamerhand aardig achterop geraakt. Het bussen-tempo past ook beter in dezft tijd. Het houdt onze gedachten bij. Is het niet zo? H. R. Heringa Wathrich HAARLEM BLIKSEMAFLEIDERS Woningbouw in 1949 In totaal 30760 huizen; voor Noordholland 3160 De minister van Wederopbouw en Volks huisvesting heeft thans vastgesteld, hoeveel woningen in 1949 aan de verschillende pro vincies en aan de drie grote steden zullen worden toegewezen. De minister heeft zich laten adviseren door het Centraal Orgaan voor de Weder opbouw en de Bouwnijverheid, welk or gaan enige tijd geleden is gevormd. Hierin hebben onder meer ook enige vertegen woordigers van de provinciale besturen en van de Vereniging van Nederlandse Ge meenten zitting. De toewijzing is geschied geheel overeen komstig het advies van het centraal or gaan. In 1949 zal goedkeuring worden ver leend voor de bouw van 30670 woningen, als volgt verdeeld: Groningen 920 wo ningen; Friesland 750, Drente 850, Over- ijsel 2000 met inbegrip van 300 voor de Noord-Oostpolder; Gelderland 3300 met in begrip van 100 woningen voor de Algemene Kunstzijde Unie; Utrecht 2100 met inbe grip van 100 voor Werkspoor en Demca; Noordholland 3160 met inbegrip van 150 voor de Hoogovens in IJmuiden; Zuidhol land 2320 met inbegrip van 250 woningen voor de Caltex; Zeeland 600; Noordbrabant 3180 met inbegrip van 500 voor Philips; Limburg 3100 met inbegrip van 1300 voor de mijnen; Amsterdam 2050 met inbegrip van 300 voor Fokker en K.L.M.; Rotterdam 3000. Totaal voor het gehele land 30670. Dit betekent niet dat in 1949 niet meer dan bijna 31000 woningen gereed zullen ko men. Èr zullen immers op 1 Januari naar schatting toch reeds ongeveer 42000 wo ningen in aanbouw zijn. Algemeen wordt rekening gehouden met het gereed komen in 1949 van 38000 woningen. Bij de ver deling is een groot aantal factoren in aan merking genomen. Als de voornaamste moeten worden genoemd het huidige wo ningtekort en de in de verschillende pro vincies cn grote steden te verwachten be volkingstoeneming.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 5