RUWE HAMDEN
Die Bus
Journalisten in
Onderhoud met
het Witte Huis
president Truman
3
Kerstmis bij de negers in Amerika
#u de tijd van de Kerstboodschap weer is
MftPebroken is hel misschien goed te bedenken
Jat deze haar licht moet laten schijnen in wel
-eer donkere hoeken. En waar zij speciaal moet
wreken tot de nederigen en zachlmoedigen, is
fat belangwekkend te weten hoe de negers in
de Verenigde Staten van Amerika het Kerst-
leest vieren. Omdat zij zo'n diep-gelovig volk
tornien, dat op een kinderlijke maar daarom
misschien juist zo oprechte manier zijn ver
trouwen belijdt in de Verlosser. Dat woord
mod voor hen een magische betekenis hebben.
Omdat zij vooral in het Zuiden nog steeds ge
bukt goan onder de stoffelijke en geestelijke
ggcolgen van de slavernij. Omdat het rassen
onderscheid nog steeds wordt onderstreept door
onwaardige geschreven en ongeschreven wetten.
Occr zo'n Kerstbijeenkomst schrijft Rosey Poolr
,Daar in het Zuiden vinden we in de
dorpjes een schuur of de zaal van een her
berg waarin een Prayer-meeting", een
gebedsvergadering gehouden wordt, net als
jn de, zeker niet goede, oude tijd. Alle
kerkgenootschappen waarvan negers deel
uitmaken, zijn net als bij die der blanke
Amerikanen behalve godsdienstige instel
lingen ook centra van maatschappelijk
werk, ik zou haast willen zeggen: een soort
clubs. Bij de negers treedt dat „wereldlijke
karakter" van de kerk wel heel sterk op de
voorgrond. Al in de eerste tijden van hun
leven als Christenen was de kerk de plek
waar je heen ging in je beste kleren, waar
je andere mensen ontmoette, waar je je
mens kon voelen en bijna vrij voor het aan
gezicht van God. Daar in de schuur, die tot
kerk diende, vond de slaaf een uitlaatklep
voor zijn godsdienstige emoties, vond hij
de mogelijkheid zijn problemen in preken
en liederen te brengen voor de Troon van
God.
Daar kon hij de dagelijkse ellende een
poos vergeten, kon hij met zijn niet klein
te krijgen gevoel voor humor zijn eigen
situatie bekijken, daar ook kon hij praten
en lachen met mensen van andere planta
ges, uit andere dorpen, daar kon hij zijn
oog eens welgevallig laten rusten op een
aardig meisje. Er zijn vele negerkerken in
de Verenigde Staten, officiële en niet offi
ciële en als u er op deze Kerstavond bin
nengaat, zult u de diensten niet of maar
heel weinig verschillend vinden van wat u
in Europa gewend bent, van wat U ver
trouwd is in Holland in uw eigen kerk of
kapel. En toch, tóch is er iets.Ja, wat
eigenlijk? Een spanning, een blijheid, een
warmte: draden, die het net weven van de
vroomheid, de vreugde en vaak voor de
religieuze extase, erfenis van Afrika, die
straks zal gaan bloeien als de Spirituals
san de beurt komen. Dan is er niets meer
over van de vrij sterk puriteins beïnvloede
Amerikaanse kerk-atmosfeer. dan zijn we
weer in de tijden van de godsdienst van de
oude tijd.
Wie er preken zal doet er niet veel toe.
Er zijn nog maar weinig „Old Time
Preachers" in Amerika over en als we er
daarvan één te horen krijgen, is het om het
•even welke. U hoeft ook niet bang te zijn
dat we een dominee zouden kunnen tref
fen, die zijn onderwerp op een minder in
teressante wijze zal behandelen dan een
zijner confraters. In de loop van de eeuwen
zijn er een aantal "standaard-preken ont
staan, verhalen en vermaningen, die altijd
weer in dezelfde vorm, vrijwel met dezelf
de woorden voorgedragen, ik zou haast wil
len zeggen, geacteerd worden en waarvan
de spirituals de aanvulling vormen. Luis
ter.... de gemeente is al begonnen met
zingen. Dat onbeschrijfelijk droeve: „No-
body know the trouble I see, nobody know
but Zesus" (Niemand kent het leed, dat ik
zie, niemand behalve Jezus), een klacht die
eindigt in het meest stralende: „Glory Hal
leluja!", in een kreet van lof en vertrou
wen op redding uit al die ellende. Hoe
karakteristiek is juist dit lied voor de
levenshouding van de Amerikaanse neger,
die het leed van zijn ziel heeft kunnen weg
dansen, weglachen, weg zingen!
Er is een nieuw lied ingezet: „Give me
thai old time religion". Telkens en telkens
weer worden die paar woorden herhaald.
De verrukkelijke bas van de voorzanger
zingt de voor-melodie, hij vertelt dat die
godsdienst van de oude tijd goed genoeg
was voor zijn vader, zijn moeder, zijn
broers en zusters, zijn hele familie, die hij
naar gelang van de animo die zijn muzi
kale volgelingen voor het lied blijken te
hebben, meer en meer uitbreidt; hij zingt
dat het The Old Time Religion was, die hun
tot vrijheid heeft gevoerd. Ook dat was een
schrander trekje van de voorzangers: ze
konden in de tijd der slavernij in de liede
ren, die ze vaak op dat moment improvi
seerden, allerlei over de toestanden op de
plantage zeggen, ze konden erin uitzingen
hun hoop op bevrijding, niet rechtstreeks
door menselijke middelen maar door God
delijke en hun verwachting op verbetering
van hun aardse lot transponeerden zij op
de vooruitzichten van de hemel.
Merkwaardig eigenlijk dat we geen preek
van Jezus' geboorte kennen. Het is altijd
het dramatische geweest dat de neger
predikers het meest aantrok: De verloren
zoon: De dag des Oordeels: De schepping;
Noach's ark; De Kruisiging. Misschien was
het wondere gebeuren van de Kerstnacht
te stil, te heilig voor hun stamelende woor
den?
Daar staat de „preacher" voor ons. „Broe
ders en Zusters laten we de Heer deze
avond prijzen met een gebed..Glory!"
klinkt een vrouwenstem op. „Halleluja!"
roepen een paar anderen. „Praised be the
Lord!", „Lord have mercy!" Nu er één be
gon te roepen, te prijzen, zich zelf aan te
klagen volgen er meer, nóg meer. die de
preacher overstemmen. Een heldere so
praan zingt: „Jubalee, Jubalee, O, My
Lord!" En allen vallen in.
Nu kan de dominee verder spreken.
„Heer, wij zijn - gekomen met gebogen
knieën. Heer wij staan gebogen voor Uw
troon Heer, hier staan wij vanavond.
Buig onze harten onder onze knieën er
Ruwe huid, Schrale lippen,
LPUROL verzacht en geneest I
Faillissement vernietigd
Bij arrest van het Gerechtshof te Amster
dam
öcuaou hoger beroep, vernietigd
eet vonnis der arrondissements-rechtbank te
«aarlem d.d. 9 November 1948, waarbij Jacob
80s van béroep handelaar in zaden en
bloembollen, wonende te Beverwijk, Duin-
^Ucklaan 41. in staat van faillissement werd
verklaard, met benoeming van mr. W.
vlastra advocaat en procureur te Haarlem,
wt curator.
buig onze knieën in een eenzame vallei.
Wij zijn gekomen Heer als lege kruiken
naar een volle bron. Wij brengen niets,
Heer, niets hebben wij van onszelf. Heer,
open een raam van Uw hemel, Heer hang
eens ver uit het raam van het huis Uwer
glorie en luister naar ons.
Zijn intonatie is er één van sterke con
trasten. Zij rijst en daalt tussen de gewone
spreektoon en vurig gezang. Plotseling
breekt hij af op een punt van hoogste in
tensiteit en gaat over tot een haast saaie
preektoon. Hij spreekt rhythmisch, bijna
alsof hij een gedicht voordraagt. Sommigen
van de toehoorders kijken naar hem op met
verrukte blikken, sommigen zitten stil in
zich zelf gekeerd te denken, sommigen zijn
neergeknield en een paar staan rechtop met
uitgestrekte armen. Een kleine groepje
neuriet de melodie van een spiritual drie
stemmig onder de woorden van de domi
nee door. Hij bespeelt het veelsnarige in
strument van zijn gemeente op meesterlijke
wijze.
Willen jullie zingen? Goed, laten we dan
zingen. En dan klinkt door de zaal het ont
roerende kerstliedje: „Mary had a baby!
Yes Lord!" en daarna een van de schoonste
Kerstliederen, die ik ooit hoorde: „I won
der as I wander"
„Ik vraag mij vol verwondering af, hoe
Jezus mijn Verlosser gekomen is om te
sterven voor arme gewone mensen als jij
en ik. Als Jezus iets had willen hebben, een
ster uit de hemel, een gevleugelde vogel of
als Hij God's engelen allemaal had willen
laten zingen in de hemel, dan zou hij dat
gekund hebben, want Hij was de Koning."
Het is even héél stil: een stilte die nog
geaccentueerd wordt doordat een vrouw
hardop snikt
Dan gaat de preacher verder: „Heer, ber;
mij, die Uw lof wil prijzen in de holte van
Uw hand, berg mij waar de duivel niet op
mij kan schieten: Neem mij, Heer, was mii
schoon van binnen en van buiten, hang mii
op en droog de zonde uit mij weg. Spiiker
mijn oren aan de zuilen van Uw wijsheid
en maak mijn woorden voorhamers van de
waarheid, die slaan, slaan slaanop het
ijzeren hart der zonde. Heer breng mijn
oog voor de verrekijker der eeuwigheid, vul
mii met het dynamiet van Uw kracht, zalf
mij met de olie van Uw heil en doe mijn
tong vlammen, Heer!"
Weer moet de preacher ophouden. De
voorzanger geeft een solo ten beste. „Ik ben
het Heer! Ik ben het die het gebed zo nodig
heb!" „It's me, it's me, it's me O Lord,
standing in the need of prayer!"
Daar kun je niet naar luisteren zonder
mee te zingen. Velen slaan zich tegen de
borst, een jonge man valt languit op de
grondeen vervoering maakt zich van
de gemeente meester, iets van de sfeer van
Afrika omringt ons: boeiend, vreemd, be
klemmend. Een gevoel besluipt ons.
een gevoel van: is het niet eigenlijk in
discreet zo in de diepste diepte van men
senzielen te kijken, als toeschouwer? Ont
roerd verlaten we de zaal en als wij later
even voor ons open raam luisteren, horen
wij nog hoe ze daarginds zingen.
„De trompetten schallen in mijn hart. Ik
blijf niet lang meer hier"
ROSEY E. POOL.
Nederlandse Opera bracht
Bizets „Parelvissers"
Dank zij de gulheid van de bezettingstroepen
der Westelijke Geallieerden zal het Kerst
mannetje ook dit jaar voor vele bijzonder mis
deelde Berlijnse kleuters nog een presentje of
wat snoepgoed meebrengen. Hier ziet men
„Vader Kerstmis" voor de gedenksteen op dt
Avus die de route van de Engelse „woestijn-
ratten" op hun zegetocht van El Alamein naar
Berlijn memoreert.
De Nederlandse „Charitas-Missie" in Berlijn
heeft honderd Nederlandse en Duitse kinderen
in de vroegere Duitse hoofdstad een Kerstfeest
bereid. Wij zien hier de kinderen aan de Kerst
tafel zich te goed doen aan Hollandse cacao en
Koek
Handels „The Messiah"
door de C.O.V.
George Robert verrichtte met de Chris
telijke Oratoriumvereniging een daad van
bijzondere betekenis, door Handel's sacred
oratorio „The Messiah" weer eens uit te
voeren in de oorspronkelijke vorm: dat wil
niet alleen zeggen: gezongen op de origi
nele Engelse tekst, maar ook en dat is
nog van meer belang met de barok-
instrumentatie van de componist zelf. Heel
natuurlijk, zal men zeggen. Maar zo een
voudig is dit niet: want dit natuurlijke be
tekent een stijl-critische reactie op de sleur
om Handei's meesterwerk te geven in de
bewerking die Mozart er van maakte in een
tijd, dat op het vasteland de barok-
ordhestratie als verouderd gold alleen
Engeland hield de traditie zuiver en die
„Der Messias" populair maakte in een com
binatie van twee stijlen die elkaar niet ver
dragen. Het werden tekeningen van de ene
componist, die door de andere opgewerkt
en in kleur gezet waren met de middelen
van een andere tijd. Naarmate de kennis
der muziekgeschiedenis en hiermede het
stijlbesef groeide, naarmate ook de her
leving van Bach's kunst ons volkomen ver
trouwd maakte met de muziektaal van de
barok, ging men het onlogische van de
bewerking inzien. Maar breken met de
sleur is een heel ding en bovendien, hoe
kwam men aan het originele materiaal?
Dat baarde extra-materiële zorgen, terwijl
de Duitse editie vrij makkelijk en billijk te
verwerven was. Die bezwaren blijven gel
den. De C.O.V. heeft zich echter steeds op
het enig juiste standpunt gesteld: goed of
niet. Zii deed het in 1926, toen zij de „Ce-
cilia-Ode" van Handel gaf: zij deed het
ook in '29 met „The Messiah"; zij deed het
nu opnieuw. En we kunnen er haar geluk
mee wensen en haar dankbaar zijn om een
uitvoering die in stylistisch opzicht alle
voldoening gaf en die over het geheel een
machtige indruk maakte. Wel zou men het
mannenkoor nog steviger bezet willen zien
tegenover de zeer sterke sopraan- en alt
vleugels. En om nu eens precies de puntjes
op de i te zetten, zou het mijns inziens aan
beveling verdienen een nog puntiger rhyth-
mische afwerking van het koor te betrach
ten, wat natuurlijk met zo'n groot ensemble
erg moeilijk is, maar toch niet onmogelijk.
Overigens alle goeds: frisse klank, goede
trefzekerheid en vlotte coloratuur. Vooral
hebben we genoten van de stevig doorge
werkte slotkoren en van de fuga „And with
his stripes", op het klassieke thema dat ook
Mozart aanwendde in de Kyrië van zijn
Requiem.
Mea Naberman vertolkte haar partij bij
zonder gaaf en klankschoon; Annie Hermes
bracht een hoogtepunt in de vertolking met
de aria „He was despiced"; Louis van Tul
der wekte herinnering aan zijn glorietijd
met „Thou shalt break them"; Guus Hoek
man" zong rustig als een „père noble" met
heerlijk getimbreerd basgeluid zijn prach
tige aria's; „the trumpet shall sound", met
de uitstekend gespeelde obligaat-trompet,
werd andermaal een merkwaardig hoogte
punt.
Over de begeleiding van de H.O.V., met
Dolf Hendrikse aan het orgel en Bets Ne-
derkoorn aan het clavecimbel is ook niets
dan lof te zeggen.
George Robert heeft met deze avond een
mooi resultaat bereikt.
JOS. DE KLERK.
Overziet men de reeks werken, die
George Bizet, hetzij als opera, hetzij als
muziek voor een toneelspel schreef, dan
valt het op, hoe hij hiervoor steeds weer
gedwongen werd te streven naar het
scheppen van een locale sfeer. Een werk
als Don Procopio noopte hem tot het ge
ven van een Italiaans milieu, de opera-
comique Djamileh speelt zich af in Egypte,
de opera Carmen vroeg om Spaanse klan
ken en rhythmiek, de muziek voor l'Arlé-
sienne moest zich aansluiten bij een Pro-
vengaals familie-gebeuren. Met de opera
„Les pêcheurs de perles" wordt de toe
schouwer verplaatst naar een exotisch
eiland Ceylon. Bizet vereenzelvigde zijn
muzikale fantasie evenwel niet met de
realiteit; Ceylon. Hij legde het accent
meer op de exotiek, die in de muziek toch
een Westerse allure kreeg, vaak van een
zeldzame schoonheid. Aangrijpend is de
dramatische kracht van Bizet's klanken-
taal, welke ook, los van toneelactie, als
sfeer-scheppend element van grote bete
kenis geworden is. En hoe wist Bizet door
een meesterlijke instrumentatie hiervoor
de juiste klankkleuren mogelijk te maken.
Maar ook de verwerking van het libretto
bereikt dikwijls een verrassende hoogte
van meesterschap, inzonderheid bij het
einde van het tweede bedrijf, waar de
noodlotsbedreiging in kracht en onafwend
baarheid culmineert. Een onbegrijpelijke
prestatie van de op toneelgebied onervaren
jonge componist. Deze faze is typerend
voor de uitstekende dramatische ontwik
keling, welke evenwel een plotseling einde
vindt in een zwak, moeilijk te realiseren
slot.
Het gezelschap van de Nederlandse
Opera, dat gisteravond Haarlem de eer
aandeed, in de Stadsschouwburg een op
voering van de opera te geven, heeft dit
slot, ondanks voortreffelijk spel, niet kun
nen redden.
Invloed op de indruk van de opvoering
heeft dit echter niet gehad, omdat het spel
hiervoor een verrukkende eenheid werd
van uitnemende actie, prachtige zang,
geacheveerde, klankschone orkestbegelei
ding en geslaagde décors.
Voor de ontworpen dansen had men
zich waarschijnlijk op een groter toneel
ingesteld.
Marjo Ingen Soet kon in de rol van
Leila haar dramatische kracht en uitste
kende vocale capaciteiten voortdurend
laten gelden evenals Theo Baylé. een
opera-bariton van internationale beteke
nis, in zijn uitbeelding van Zurga. Voor
de rol van Nadir biedt 't eerste en tweede
bedrijf de meeste kansen tot spannend spel
en imponerende zang en daarvan heeft de
tenor Chris Scheffer uitnemend gebruik
gemaakt, niet het minst bij de ver
tolking van het duet voor Nadir en Zurga
en van zijn aandeel in het tweede bedrijf.
Ook het optreden van de bas Jan Duive-
man als Nourabad kan met ere vermeld
worden en verder de zang en de actie van
het koor.
De dirigent Otto Glastra van Loon zorg
de voor een hecht contact tussen orkest en
toneel en daarbij voor een geladen ver
tolking van de muziek.
Met de regisseur Abr. v. d. Vies werd
ook hij op het toneel geroepen om be
trokken te worden in de langdurige bijval,
waarmede de aanwezigen aan het slot van
de avond de opvoering beloonden.
P. ZWAANSWIJK.
Afgraving van St. Pietersberg
is economisch noodzakelijk
(Van onze parlementaire redacteur
De Tweede Kamer verwierp Dinsdag
middag met 57 tegen 27 stemmen (vóór
waren alléén de P. v. d. A. en de C.P.N.)
een motie van de heer Willems (P. v. d.
A.) öm het afgraven van de St. Pieters
berg bij Maastricht verder onmogelijk te
maken.
De heer Willems was voor het behoud
van de St. Pietersberg, omdat hij het
jammer vond een stuk natuurschoon te
bederven, doch de minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, prof.
Rutten, betoogde, dat de afgraving nood
zakelijk is om de E.N.C.I.-fabrieken aan
grondstof voor de productie van cement
te helpen. Ons land bespaart daardoor zes
millioen aan deviezen.
MUTATIE BIJ DE NOORD-ZUID-
HOLLANDER.
Ingevolge het besluit van de buitenge
wone algemene vergadering van aandeel
houders van de verzekering-maatschappij
„De Noord-Zuid-Hollander" in Brinkmann
te Haarlem, is de heer A. van Leent als
commissaris vervangen door mr. J. H.
Junge.
De raad van commissarissen bestaat
thans uit de heren D. Goedhart, voorzitter,
te Amsterdam; J. MacDaniël, te Driehuis en
mr. J. H. Junge, te Haarlem.
Een Kerstlied in proza curiosa
Voordracht door Netty van Kan
Twintig of dertig belangstellenden, leden
van Haarlems Kunstcentrum en daarmee
verbonden organisaties, zaten Maandag
avond door de tuinzaal van het Concertge
bouw verspreid waar Netty van Kan zonder
haperen „Een Kerstlied in proza" van
Charles Dickens liet horen, zoals dat door
J. Kuylman in onze taal is over gebracht,
met een aantal kleine tekortkomingen en
vreemd genoeg met het nadrukkelijk
uitgesproken behoud van de ouderwetse
naamvals-n.
De voordrachtgeefster kweet zich lang
niet onbekwaam van haar, door het ont
breken van welhaast iedere mogelijkheid
tot vruchtbaar contact met haar toehoor
ders, weinig benijdenswaardige en on
dankbare taak. Het is toch al niet eenvou
dig om het moderne publiek te boeien met
deze vertelling, die wel een sympathieke
strekking heeft en waarin de sociaal-voe
lende auteur enkele meeslepende voor
beelden van zijn doordringende beschrij
vingskunst étaleerde, doch die vooral in de
tweede en derde zang, om het maar rond
uit te zeggen, soms tamelijk vervelend
verloopt.
Hoewel de voornaamste kwaal aan deze
fantasie, namelijk de herhaalde sentimen-
tale overdrijving, door Netty van Kan op
een zangerige manier eer luider gemaakt
werd dan getemperd, won tenslotte de
humanitaire overtuigingskracht van
Dickens het pleit voor de zoveelste keer.
De aandacht van het publiek mocht nu en
dan eens verslappen, zij keerde steeds
weer tot het onderwerp terug.
De onmiskenbare talenten van Netty
van Kan zullen op een ander terrein stellig
meer kansen vinden om tot hun recht te
komen. Haar verhalende trant is uitstekend
en ook haar bijkomstige typeringen ver
dienen waardering, doch haar karakter
uitbeelding heeft de neiging om sterk te
vervloeien. Dat bleek hier bijzonder dui
delijk. De enkele figuren, die in deze popu
laire geschiedenis optreden, zijn eigenlijk
meer personificaties van bepaalde ondeug
den of goede kwaliteiten, dan gecompli
ceerde wezens doch zelfs deze als het
ware tot interpretatie op het toneel voor
bestemde vereenvoudiging (die minder
teven dan acteren) verloren gaandeweg
hun scherpte. Wat zij in haar kunst moet
brengen is: harder realisme, strengere
concretisering.
Al waren er inderdaad niet genoeg han
den om een indrukwekkend geluid voort te
brengen, een poging tot applaus had men
toch niet achterwege mogen laten. Dat
kwam haar waarachtig wel toe.
DAVID KONING
Door een typografische vergissing heb ik
Maandag in mijn verslag van 't optreden
van Cruys Voorbergh gevraagd om de
held Andersen. Er had natuurlijk moeten
staan: de hele Andersen. D. K.
(door dr. E. van Raalte)
Laat ik ronduit bekennen dat ik het
feit, dat ik na afloop van een persconfe
rentie op het Witte Huis zoals die daar
wekelijks plegen plaats te hebben een kort
particulier onderhoud met de president
van de Verenigde Staten mocht hebben,
als een waardige bekroning beschouw van
mijn toer door de Verenigde Staten. Men
versta mij niet verkeerd. Het feit, dat ik
met Truman even een paar woorden mocht
wisselen, heeft natuurlijk op zichzelf niets
bijzonders om het lijf. Doch de door mij
bijgewoonde persconferentie en de sfeer
die ik op het Witte Huis, juist ten opzichte
van de pers, kon waarnemen, meen ik te
mogen beschouwen als een karakteristiek
verschijnsel van de Amerikaanse samen
leving. Wat ik bij deze gelegenheid waar
nam, getuigde weer van dat stuk echte,
gezonde democratie, aan Amerika zo eigen.
Voor ik me naar Washington begaf
duchtte ik dat zelfs indien ik al een pers
conferentie met het staatshoofd kon mee
maken, het mij toch niet gegeven zou zijn
het Witte Huis te bezoeken- Sinds enige
tijd toch wordt dit gerestaureerd, zodat
Truman met ziin familie thans in het te
genover de ambtswoning gelegen Blair
House tijdelijk verblijf houdt. Anders
plegen daar hoge gasten van de President
te logeren. Intussen bleek de President wel
zijn werkkamer en een paar andere ver
trekken te gebruiken. Daar nu werden de
paar honderd journalisten die ter pers
conferentie waren verschenen ontvangen.
Eer zij er binnentraden moesten zij, al
gebeurt dat op uitermate zachte wijze,
spitsroeden lopen. In die zin wel te ver-
staan, dat er een uitermate scherp toezicht
van stille politie is, iets wat ik natuurlijk
alleen hels kunnen merken dank zij een
habitué van het Witte Huis, die mij er
attent op maakte.
De inrichting van 's presidenten ambts
woning heeft niets overweldigends en is
binnen de perken gehouden, die bij de
mocratische eenvoud past.
De werkkamer heeft eerder iets gezelligs
en is helemaal niet bijzonder groot, zodat
de schare persbroeders er alleen in kon
door mannetje aan mannetje te staan.
Dank zij vriendelijke Amerikaanse colle
giale hulp kreeg ik een plaats vooraan,
zodat ik gastheer Truman als het ware op
zijn vingers kon kijken.
Truman heeft bepaald een prettige en
tevens intelligente oogopslag en maakt
ook wat zijn uiterlijk betreft de indruk van
iemand die zich heus geen knollen voor
citroenen laat verkopen. Zelf begon hij
de zitting met een door hem staande uit
gesproken mededeling over het besluit om
op 15 Januari verslag over de „toestand
der Unie" een soort presidentiële
troonrede uit te brengen. Daarna bleef
hij staan toen onmiddellijk de vragen los
kwamen, die hij even bliksemsnel be
antwoordde (soms met het antwoord, dat
hij er niet op kon ingaan: „no comment").
Mij viel het op met welk een gevatheid
de President reageerde. Zijn hele optreden
getuigde ongetwijfeld van een aanzien
lijke mate van intelligentie, verre uitgaan
de boven de middelmaat die hem wel is
toegeschreven. Vermakelijk was het om te
merken, hoe hij gaarne de hem zeker ook
in niet geringe mate eigen humor bezigde,
al wist hij daarnaast ook vaak met een
ernstig antwoord te volstaan. Toen na een
klein half uur de vragen teneinde waren,
mocht ik nog even in de werkkamer blij
ven. De President kwam van achter zijn
bureau naar me toe en schudde me harte
lijk de handen nadat ik aan hem was
voorgesteld. Daarop vond er een kort on
derhoud plaats'waarbij ik de gelegenheid
had uiting te geven aan mijn dank
waardering voor wat ik tijdens mijn ver
blijf in de Verenigde Staten aan goeds in
allerlei kringen had ondervonden, iets wat
Truman met zichtbaar welgevallen aan
hoorde. Vervolgens kwam het nog even
op de verkiezingsuitslag van November jl.
Uit hetgeen de President in dat verband
zeide, mocht ik voor mezelf de slotsom
trekken dat .Harry", gelijk hij in de volks
mond wordl genoemd, inderdaad, zoals hij
steeds tijdens de verkiezingsveldtocht had
verkondigd, in de grond van zijn hart
overtuigd was geweest van de overwin
ning. Dit vooral tengevolge van zijn rots
vast vertrouwen in het volk en zijn op
rechte democratische overtuiging.
Bij het afscheid opnieuw hartelijke
handdrukken en een gezellig brede glim
lach op het gelaat van de presidentiële
gastheer en toen kon ik nog even tot be
sluit van dit bezoek op het Witte Huis
gade slaan, hoe zich daar ook een uitste
kende perskamer bevindt, waar de jour
nalisten-collega's al bezig waren hun ver
slagen van de persconferentie te maken
en die door te telefoneren. Dit alles past
volkomen bij de opvattingen en gebruiken
die in de Verenigde Staten omtrent de
verhouding tussen overheid en pers be
staan en waarvan onder meer de perscon
ferenties met de President een typische
uiting zijn. Men moge in meer dan één
opzicht ook kritiek op zekere Amerikaanse
verschijnselen kunnen uitoefenen, hier
echter heeft men te doen met een van de
goede zijden van gezond democratisch
begrip, gelijk dat in Amerika veelvuldig
valt waar te nemen.
Pierre en Ina Samuelson
exposeren
Tot 4 Januari exposeren Pierre en Ina
Samuelson tekeningen en grafisch werk in
de kunsthandel Leffelaar aan de Wagen
weg in Haarlem. Ofschoon ik mij in het
algemeen aan mijn oordeel houd, dat ik
over Pierre Samuelson naar aanleiding van
zijn expositie in Juni '47 heb geschreven,
kan ik niet ontkennen, dal; zijn werk aan
betekenis heeft gewonnen.
Nog altijd is de voornaamste charme: de
vloeiende lijn die op dikwijls sierlijke
manier keert en draait maar nog altijd
eindigt zij in niets zeggende krulletjes en
slordigheden.
Pierre Samuelson demonstreert een al
leraardigste kunstvaardigheid en de krul
len en tierelantijnen vormen zelfs een
wezenlijk deel van zijn manier. Nood
zakelijk acht ik het evenwel niet en mij
dunkt, dat alles winnen zou als er die,
wel vermakelijke, puzzle niet bij was: eens
even kijken hoe dit of dat lijntje nu toch
wel loopt, waar het krullen ophoudt, waar
het aan vast zit enzovoorts. Hij heeft een
verrassende kijk-op-de-dingen overigens
en het is jammer dat zulk een wei-zuivere
kijk wordt afgeleid door het bedoelde
kunstmiddeltje. Hij komt er maar niet van
af. Misschien is het zijn aard. Iets zorge-
loos-Bohémiënachtigs. En toch is 't geval
sympathiek en vergeeflijk, omdat het echt
en eerlijk is dunkt mij. Welnu, wij aan
vaarden het dan als zijn specialiteit en
vinden het speels, naief als men wil, in
ieder geval opgewekt en amusant, opper
vlakkig zwevend, wars van tragiek, vrien
delijk en soms wel eens elegant. Zijn land
schappen met kleur zijn conventioneel, niet
in het minst modern, slechts is er een ge
wild modern tintje aan gegeven. Daarom
acht ik de in ieder geval persoonlijke
figurentekeningen veel beter. Vooral
„gynaecologische Conversatie", „Orchids
for Serafina", „Bridget aan 't breien" e.a.
Zijn al te subjectieve verbeeldingen op
muzikaal gebied boeien mij niet. Als de
tekenaar beeldende cacophonieën bedoelt
dan zou ik hem schoorvoetend willen
bijvallen, maar gezien de titels is dit niet
het geval. Ze zijn mij al te zeer dingen
van het eigen „ik" en als zodanig, dunkt
mij, slechts van betekenis voor hem zelf.
Ina Samuelson is, in de grond, serieuzer.
Zij is de pretentieloze ontwerpster van een
vriendelijke gelegenheidsgrafiek, die louter
decoratief blijft, dienende, zeer geschikt
voor aankondigingen van feesten, program
ma's e.d. Zij weet meestal een aardige
point voor de dingen te vinden. Zij is voor
al eenvoudig en legt zich niet toe op een
halsbrekende virtuositeit. Soms is 't typo
grafische der afwerking in strijd met de
tekening. Het is mogelijk, dat het aan de
zetter ligt, maar zij zou het kunnen corri
geren.
Ina Samuelson heeft dat eigenaardig
charmante in haar werk, dat sommige
vrouwen bezitten, die als bij intuïtie alles
verfraaien wat zij aanraken. Dat is een
heerlijk bezit. Het gevolg is dan ook, dat
men slechts zelden iets kan aanwijzen bij
de geëxposeerde werkjes dat niet sierlijk
is. Deze tentoonstelling biedt veel dingen
die de aandacht verdienen. Pierre heeft
een sprong vooruit gemaakt, maar Ina is
meer beheerst.
HERMAN MOERKERK.
Agenda voor Haarlem
WOENSDAG 22 DECEMBER
Wilhelminakerk, Ged. Oude Gracht, Kerst
samenkomst. 8 uur. Luxor: „De avonturen
van Tartu". 18 j., 2.00. 4.15, 7.00 en 9.15 uur.
Spaarne: „Vliegende tijgers", 18 j., 2.30. 7.00
en 9.15 uur. City: „Madonna van de zeven
manen". 18 j.. 2.15. 7.00 en 9 15 uur. Frans
Hals: ..Bloed en zand". 18 j., 2.30 7.00 en 9.15
uur. Rembrandt: ,J' ve always loved you",
alle leeft.. 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Palace:
„Korporaal Wanhoop", alle leeft., 2.00, 4.15,
7.00 en 9.15 uur.
DONDERDAG 23 DECEMBER
Gem. Concertgebouw: „Kerst-oratorium"
van Hubert Cuypers, onder leiding van- Jac.
Zwaan. 8 uur. Gebouw Ver. Vrijzinnig Her
vormden. Kerstspel „De Ster van Bethle
hem", 8.30 uur. Bioscopen; Middag- en avond
voorstellingen.
De Haarlemmers moeten nog wat wen
nen aan de bus-lijnen, die hun ene stads-
tramlijn vervangen hebben. Maar het be
gint al te gaan. De klachten luwen. Bin
nenkort zullen zij verstomd zijn en zal
het lijken alsot het steeds zo geweest is.
Zelfs zal iedereen zich er in geschikt
hebben, dat hij in zoveel meer straten
moet uitkijken eer hij oversteekt en dat
hij (of zij) niet meer ergens midden op de
rijweg achteloos kan voortslingeren op
een fiets.
Het is waar dat wij met deze vernieu
wing van het openbare vervoer tot de
voorhoede in den lande behoren. Alleen
Utrecht is er ons in voorgegaan en het
heeft dan nog zijn lange tramlijn naar
Zeist behouden, die de stad over grote
lengte doorloopt. Wij zullen straks alleen
de tramlijn Amsterdam-Zandvoort, die
Haarlem slechts in de breedte doorsnijdt,
over hebben. Grotere steden des lands:
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag worden
nog alle in vele richtingen door trams
doorkuist. Wij zijn dus erg voorlijk,
vooral omdat bussen zoveel sneller zijn
dan trams. Straks zal de Haarlemmer het
genoegen hebben, daar jegens de Amster
dammer over te gaan opsnijden. Misschien
doet hij het al. Bijvoorbeeld als hij naast
hem in zijn tram zit op het traject Ko-
ningsplein-Leidseplein, waarop menige
moeizame lopende oude dame de tram
overtuigend geklopt heeft, zodat haar bloed
ging tintelen en zij zich omtrent de Stads
schouwburg een Fanny Blankers-Koen
voelde.
In zoverre hebben de Haarlemmers het
gemakkelijker by deze verkeers-verande-
ring dan bij vroegere, dat de bus niet
nieuw is. Zij was er al voordat de stads-
lijnen ontstonden. Blijkens ter redactie
ontvangen brieven schijnen sommigen dat
niet te beseffen, omdat zij toevallig niet
op hun route reed. Maar er waren heus
al bussen. Zij reden naar buitengemeen
ten. De paardentram, daarentegen, kwam
indertijd als iets nieuws en onze voor
vaderen schudden de bedachtzame hoofden
en vonden het maar gevaarlijk. De stoom
tram wekte groter ontsteltenis. Zou zij
ontploffen? De electrische geleek een roe
keloze dwaasheid en toen er spoedig een
van de Wilsonsbrug in de Raamsingel viel
kreet men: „Nou, wat heb ik je gezegd?
Al die gevaarlijke nieuwigheden ook. Ze
weten niet eens wat electriciteit eigen
lijk is".
Ze weten nog niet wat electriciteit
eigenlijk is, maar nooit, bij mijn weten,
is meer een electrische tram in deze goede
stad van een brug in een singel gevallen.
Men moet daarom in dit soort dingen wat
optimistisch zijn. Het is waar dat het heel
wat anders is of ge in eigen woonplaats
moet uitkijken eer ge de straat oversteekt
of in- Parijs, Londen of Amsterdam. Het
is ook waar dat geen Haarlemse zal mop
peren als zij in de Londense Underground
twintig seconden tijd krijgt om zich met
een menigte in een trein te schuiven,
maar dat zij het de bus in haar woonplaats
kwalijk neemt als die haar niet eens een
minuut tijd gunt om afscheid te nemen
van tante Sofie. De tram was goediger in
zulke dingen en toonde meer begrip voor
familierelaties. Maar ja, de tijden veran
deren nu eenmaal, wij veranderen mee of
we willen of niet en Haarlem telt nu
160.000 inwonersin Opa's jonge jaren
maar 50.000. (Hij vertelt er niet bij, dat
hij met vriendjes op het achterbalcon heeft
staan wippen tot de paardentram derail
leerde, tot gevaar des verkeers. Een roeke
loze jongen was Opa, in zijn tijd).
Iemand heeft ons geschreven dat de
rails nog in de stad liggen en de boven
leiding er nog hangt en of Haarlem zich
nog niet bedenken zou. Hij zou de bus
lijnen weer willen afschaffen en de dienst
op de ene tramlijn herstellen. Maar laat
hij nu eens denken aan de duizenden
mensen in verscheidene stadsdelen, die blij
zijn omdat zij eindelijk een openbaar ver
voermiddel dicht bij huis hebben en niet
meer hoeven te fietsen of lopen in storm
en regen. Laat hij eens beseffen hoe ons
openbaar verkeer eigenlijk tekort schoot.
Het was heus onvoldoende geworden.
Wij zijn nu voorlijkmaar wij waren
langzamerhand aardig achterop geraakt.
Het bussen-tempo past ook beter in dezft
tijd. Het houdt onze gedachten bij. Is het
niet zo? H. R.
Heringa Wathrich
HAARLEM
BLIKSEMAFLEIDERS
Woningbouw in 1949
In totaal 30760 huizen;
voor Noordholland 3160
De minister van Wederopbouw en Volks
huisvesting heeft thans vastgesteld, hoeveel
woningen in 1949 aan de verschillende pro
vincies en aan de drie grote steden zullen
worden toegewezen.
De minister heeft zich laten adviseren
door het Centraal Orgaan voor de Weder
opbouw en de Bouwnijverheid, welk or
gaan enige tijd geleden is gevormd. Hierin
hebben onder meer ook enige vertegen
woordigers van de provinciale besturen en
van de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten zitting.
De toewijzing is geschied geheel overeen
komstig het advies van het centraal or
gaan. In 1949 zal goedkeuring worden ver
leend voor de bouw van 30670 woningen,
als volgt verdeeld: Groningen 920 wo
ningen; Friesland 750, Drente 850, Over-
ijsel 2000 met inbegrip van 300 voor de
Noord-Oostpolder; Gelderland 3300 met in
begrip van 100 woningen voor de Algemene
Kunstzijde Unie; Utrecht 2100 met inbe
grip van 100 voor Werkspoor en Demca;
Noordholland 3160 met inbegrip van 150
voor de Hoogovens in IJmuiden; Zuidhol
land 2320 met inbegrip van 250 woningen
voor de Caltex; Zeeland 600; Noordbrabant
3180 met inbegrip van 500 voor Philips;
Limburg 3100 met inbegrip van 1300 voor
de mijnen; Amsterdam 2050 met inbegrip
van 300 voor Fokker en K.L.M.; Rotterdam
3000. Totaal voor het gehele land 30670.
Dit betekent niet dat in 1949 niet meer
dan bijna 31000 woningen gereed zullen ko
men. Èr zullen immers op 1 Januari naar
schatting toch reeds ongeveer 42000 wo
ningen in aanbouw zijn. Algemeen wordt
rekening gehouden met het gereed komen
in 1949 van 38000 woningen. Bij de ver
deling is een groot aantal factoren in aan
merking genomen. Als de voornaamste
moeten worden genoemd het huidige wo
ningtekort en de in de verschillende pro
vincies cn grote steden te verwachten be
volkingstoeneming.