HET KRUIS IN DE DUINEN H] Keur van kerstklanken in de aether VRIJDAG 24 DECEMBER 1948 door ERIC P. TOEN hij de deur van de taxi open gooide. blies hem onmiddellijk een sn\-j nenri koude wind in het gezicht. In zijn haast om weer in dei warmte te komen, gaf hij de chauffeur een veel te grote fooi. Ving liep hij over de stoep naar de deur en belde aan. In het huis hing nu al een begrafenis- stemming. Dat had hij al gevreesd, toen hij de stem van de verpleegster hoorde. Zij had hem opgebeld om te zeggen, dat zijn vader hem nog één keer wilde spreken. Hij was altijd op zijn vader gesteld ge weest. maar hij had zich al bijna twee keer op zijn dood kunnen voorbereiden en deze smart met zoveel uiterlijk vertoon deed hem onplezierig aan. Hij zag er iets onechts in, haast iets gehuichelds. Tr«en hij zijn vader zag, wist hij, dat de verpleegster hem niet voor niets had op gebeld. De bekende schrijver James Mo rinter zou het niet lang meer maken. Mis schien zou hij zelfs het einde van deze Kerstavond 1948 niet meer beleven. Maar zijn stem was nog opgewekt en sterk. „Ik heb je nog een heleboel te vertellen", zei hij. „Ga zitten". Vernon sloot de deur zachtjes achter zich. Ruim twee uur had hij nog met zijn vader gesproken. Toen was het afgelo pen geweest. Zij hadden voornamelijk over zakelijke aangelegenheden gepraat en ook nog een paar herinneringen opgehaald, herinneringen uit de vele waardevolle uren, die hij met hem had doorgebracht, Tenslotte had zijn vader een paar papie ren van een tafel naast zijn bed gepakt. „Dit is mijn laatste opus", had hij glim lachend gezegd. „Ik geloof dat de mensen er iets aan zullen hebben. Wil je het voor mij verkopen?" Rustig liep Vernon de trap af en de hal door. In de zitkamer brandde het droge hout knetterend in de open haard. De ver pleegster was boven bij zijn vader. Hij ging voor de haard zitten en haalde de napieren, waarop zijn vader het verhaal had geschreven, voor de dag en begon te lezen. Het was ideaal weer toen wij die ochtend opstegen in onze kleine Farman; we moesten een korte verkenning maken bo ven de Duitse stellingen. Dik ingepakt za ten we in onze open zitplaatsen. Het vroor hard. maar de lucht' was helder en het zicht prachtig. Dat was wat wij nodig hadden, want we kenden toen nog geen ingewikkelde en vernuftige apparaten, die goed zicht tegenwoordig tot een plezierige bijkomstigheid maken. Vroeg in de ochtend als het was, hadden nog maar weinig men sen op het vliegveld ons vertrek gezien. We hoopten voor twaalf uur terug te zijn op de basis, want we wilden Kerstavond 1917 niet ongevierd voorbij laten gaan. Ik had toen bijna twee jaar van vrijwel ononderbroken oorlogsvliëgen op mijn naam staan. Soms had ik het gevoel gehad of ik voor het laatst in de lucht was. als het afweervuur van de grond iets te goed werd gericht, of als de lucht om me heen gevuld scheen met Duitse vliegtuigen. Maar altijd was het weer goed afgelopen. maandenlang op had verheugd, nu niet door zou gaan. De gedachte aan thuis maakte me ook even stil. Weemoedig dacht ik aan de warme open haard, waar ik met een goed boek en een glas port voor had kunnen zitten. Ik dacht aan de bus. die mij iedere ochtend naar Fleet Street bracht, waar ik werkte. Zwijgend' liepen we door tot wij bij een vrachtauto kwamen. Tezamen met twee officieren en vijf soldaten stapten wij er in. De andere mannen keerden terug naar de loopgraven, duidelijk teleurgesteld, dat het pretje al weer afgelopen was. In de auto probeerde een der officieren in hortend Engels e'en gesprek met ons aan te knopen, maar wij waren niet spraakzaam. Wij reden zo wat een uur. Toen wij eindelijk uit konden stappen, waren wij volkomen verkleumd. We ston den voor een groot gebouw, waarschijnlijk een divisie-hoofdkwartier. Ik zal de drie dagen, die ik daar heb doorgebracht, nooit vergeten. Nadat wij verhoord waren wij vertelden ze niets, maar dat schenen ze ook niet te verwach ten werden we naar de officiers-mess gebracht. We voelden ons no£ wat onwen nig. Het is een vreemde gewaarwording als men verwacht achter een hek met prikkel draad te worden gezet, op eens in de be trekkelijke luxe van een mess te staan. Er zaten vrij veel Duitse officieren in de zaal en er klonk een geroezemoes van stemmen. De officier, die bij ons was ik kende zijn rang niet bracht ons naar een kleine verhevenheid in de zaal. Eerst toen schenen de Duitsers ons op te merken als twee vreemde eenden in de bijt. „Onze" officier vroeg om stilte. Ik was blij, dat ik mijn Duits in de afgelopen jaren niet had ver waarloosd, want nu kon ik ongeveer ver staan wat hij zei. De al grijzende officief hield een toespraak in een stijl, die ik niet verwacht had, in een Duitse officiers-mess te zullen vinden. „Heren", zei hij, „ik heb u een enigszins ongewoon verzoek te doen. Zoals u ziet staan hier naast mij twee Engelse vliegers. Zij werden vanochtend door ons neerge schoten en landden behouden met hun pa rachutes. ren nu Italianen of Japanners, Zuid-Afri- kaanders of Oostenrijkers. Want al voeren wc dan op het ogenblik een oorlog, de gedachte aan „vrede op aar de" leeft toch. geloof ik, wel in ons allen. Al zijn we nu nog zulke harde kerels of grimmige frontstrijders. Wij hopen, dat wij zullen winnen en deze heren (hier wees hij op ons) hopen, dat zij zuilen winnen. Maar heren, gaat het niet om iets anders? Ho pen wij eigenlijk niet allemaal, dat Hij zal winnen? Dat Zijn gedachten en Zijn wil de overwinning zullen behalen op ons alle maal? Velen van ons zijn getrouwd en hebben kinderen. Willen wij, ja, willen wij, dat al deze kinderen een zelfde lot zullen on dergaan, als zovelen van onze strijdmak kers reeds hebben ondergaan? Een verschrikkelijk lot, dat ook ons nog steeds boven het hoofd hangt? Dat wil len wij geen van allen. En daarom zullen wij allen, Duitsers en Engelsen, Belgen en Oostenrijkers, Fransen en Russen wie dan ook deze oorlog zal winnen na af loop mee moeten helpen de wereld weer op te bouwen, op te bouwen tot een plaats, waarin onze kinderen veilig en voorspoedig zullen kunnen leven. In dankbaarheid hun ouders gedenkend, die de gedachten, die alom heersen in de tijd van het Kerstfeest, ook daarna hebben laten spreken, het ge hele jaar door. Omdat zij begrepen heb ben, dat de Kerstgedachte niet iets is om twee of drie dagen per jaar te verheerlij ken, maar een blijvend iets, een rustpunt voor ons allen en een steunpunt, waar wij ons aan vast kunnen klampen. De Kerstgedachte moet voor ons niet alleen een gedachte betekenen, maar ook en vooral een streven. Ik zie enkelen onder u haast meewa rig het hoofd schudden, maar neen, heren, ik ben geen redeloze idealist. Als ik dat ooit geweest was. dan zou ik het in deze drie jaren wel hebben afgeleerd. Zei den hebben wij zo dicht bij de werkelijk heid gestaan, bij de realiteit van leven en dood en van menselijke verhoudingen. En in deze drie jaar is mijn idealisme gegroeid en gesterkt, niet tot een stadium van verheerlijking van het goede, maar tot''iets hards en hechts. Ik zeg u het nogmaals: wat wij na deze oorlog nodig zullen hebben, is samenwer king. Samenwerking en een streven naar verwezenlijking van de Kerstgedachte. Begrijpen en samenwerken, liefhebben en helpen. En dan, mijne heren, zou ik u willen verzoeken deze twee Britse officieren ge durende het Kerstfeest als onze gasten te beschouwen. Ik weet het, het zijn maar twee officieren voor drie dagen. Maar tracht u het te zien als een symbool, een symbool van onze goede wil". Toen hij ons naar een tafeltje voerde, scheen hij vermoeid, erg vermoeid. Davies en ik hebben hem zwijgend en dankbaar de hand gedrukt. Toen Vernon de deur achter zich sloot, blies hem weer de ijskoude wind in het gezicht. Op de hoek van de straat stond een oude man in een verschoten en ver sleten winterjas. Trappelend cn stampend trachtte hij zich warm te houden. Naast hem lag het stapeltje kranten, dat hij moest verkopen. Vernon kocht er een. Hij bleef even staan om de koppen te le zen. Kerstmis 1948.... Palestina, Duits land, Rusland, communistische opstanden in het Verre Oosten, oorlogsdreiging, Vei ligheidsraad en veto-recht Hij propte de krant in zijn zak en liep door. „Die Duitse officier zal nu wel niet meer leven", peinsde hij. .Jammer". Nu hadden zij eigenlijk geïnterneerd moeten worden. Doch, mijne heren, u weet welke dag wij vandaag beleven. Het is Kerstdag. Op dit ogenblik zouden wij allen Traag thuis zijn, bij onze familie en in onze eigen woonplaats, en dat is helaas onmo gelijk. Doch dit is geen aanleiding om deze beide officieren van onze tegenstanders niet mee te laten delen in de Kerststem ming. die onder ons heerst. Om hen te tonen, dat bij alle Christenen op deze aarde de Kerstgedachte bestaat, al zijn wij nu Duitsers en zij Engelsen, en al zijn ande- een beschermende dijk de kust bege leidt. De huisjes liggen gedoken, ja zelfs de kerktoren is een stompe punt, die niet over de duinrand heenkijkt. De klok heeft iets schels in haar gelui; haar stem blijft hangen in de ruimte achter het duin. Maar van de andere kant hoort men de zee, voelt men haar adem. De meeuwen laten zich over het duin blazen. Daar keren ze, werpen zich tegen de wind in, schijnen ogenblikken stil te staan, om dan zee waarts te stormen. Ook hier liep de „Atlantikwall". Juist hier liep de witte muur dwars over de rug van het duin. Aan de andere zijde, aan het strand, daar had men het vlechtwerk van voetangels en prikkeldraad, landmij nen en hoogspanning tot een ondoordring bare hindernis verdicht, de duinhelling lx>V€ konden we de vijandelijke stellingen al prachtig zien liggen. Donker staken de talloze loopgraven af tegen de dikbe- sneeuwde grond. De mannen van de lucht afweer schenen ons, zo vroeg, nog niet verwacht te hebben. Er werd niet gescho ten. Ik legde het toestel iets op zijn rech terzijde, want achter mij hing de waarne mer over de linkerrand van zijn zitplaats. Op zijn gemak kon hij de gehele .situatie in ogenschouw nemen. Er was geen spoor van activiteit op de grond. Ik maakte een bocht naar links en we vlogen enige kilometers over de oneindige lange, donkere strepen op de grond, waarvan wij wisten, dat het loopgraven waren. Nog steeds werd er niet geschoten. Over moedig ging ik iets lager vlieger. Ik keek achterom. Davies, de waarnemer, knikte mij tevreden toe. Met zijn zwaargehand- schoeide duim wees hij in de richting van onze eigen linies. Wij konden terugkeren. En juist op het moment, dat ik de Far man weer in een linkerbocht wilde leg gen, gebeurde het. Een of andere fanatieke Duitser schoot zijn geweer op ons leeg. Ik hoorde een paar kogels langs fluiten en toen een klein tikje, voor mij in de motor. Er leek niets gebeurd te zijn. We vlogen rustig verder. Pas een minuut later rook ik een verdachte benzine-lucht. Toen schoot er een klein vlammetje uit de mo tor en ik begreep, dat wij Kerstavond niet in de eigen mess zouden vieren. Met een zware slag hoorde ik de trouwe Farman beneden me tegen de grond slaan. Een kleine zestig meter onder me bungelde Davies aan zijn parachute. Ik miste de be trekkelijke beschutting van mijn kleine hokje in de machine én het beetje warmte, dat de motor mij verschafte. Een stekend koude wind blies door mijn zware vlieg- kleding. Het leek wel een ontvangstcomité: on geveer dertig Duitsers stonden in een kring om mij heen, toen ik opstond en mijn pa rachute losmaakte. Eén van hen, kennelijk een officier, kwam op mij af. Op een plech tige, officiële toon zei hij mij de handen omhoog te steken, liet mij fouilleren en verklaarde mij voor geïnterneerd. Wij marcheerden naar de Duitse-linies. Iets later voegde ook Davies, met een even uitgebreide bewaking, zich bij ons. Hij keek somber, ik trachtte hem wat op te monteren, maar hij bleef gedeprimeerd, omdat zijn verlof naar huis, waar hij zich .Het leek wel een ontvangstcomité. aan de zeekant rijk voorzien van mitrail leurnesten en uitkijkposten en hier en daar de donkere kubus van een bunker inge graven. Maar ook de naar het land toege keerde zijde van het duin,was doorwoeld: troepen-verblijven, water- en benzine reservoirs, tankvallen, mijnenvelden. Het dorp lag midden in de linie. Eens, hoe lang is dat geleden, toen lag op en aan de anaere zijde van het duin de badplaats: het Casino, het Kurhaus, Pa- lacehotels, geweldige kasten met torens en koepels, huizen, villa's hadden zich aan de boulevard aaneengerijd. 's Zomers was het strand bezaaid met strandstoelen en bad koetsjes, een bonte menigte lag op het mulle zand, speelde in de golven, van de terrassen klonk muziek, ruiters galoppeer den langs de vloedlijn, kinderen bouwden kastelen en de ezeltjes trippelden gehoor zaam door d| luidruchtige vreugde. Toen was het doodstil geworden, tot de mannen met de luide stemmen en de zware laarzen gekomen waren. Vreselijk de explosies, vreselijk de afbraak, tot alles klaar was en alles voorbij. Alleen de zee bekommert zich nergens om. Zij spoelt haar schelpen even goed voor de voeten der baders als voor de laarzen der soldaten; haar schuimranden kronkelen door zandkastelen en door Spaanse ruiters. Nu is het spookbeeld voorbij, het strand is eenzaam en vrij, de jeugd zont zich op de bunkers en in de schietgaten zet zich groen aan. Er is hier nooit gevochten, er is- niemand gevallen en niemand ontketende de gru welen. Het kruis niet. ver van het dorp, in een duinpan onder aan de helling, is geen herinnering aan een veldslag of een ge vallene, een gegijzelde of een slachtoffer van de zee. Op de dwarsbalk staat in ruwe tekens: 25 December 1945. Dat was de Kerstnacht na de bevrijding. Toen hadden ze door bemiddeling van de dominee de weesjongen, die door de oorlog uit het Oosten hier verzeild was geraakt, bij zich uitgenodigd. Niemand verslond de taal van de zesjarige, maar hij had grote, bruine ogen. Deze jongen nu, voor korte tijd aan zich zelf overgelaten, vond niet ver van het huis, waar men hem gebracht had, een boompje, zonder wortel, omgehakt zo jong als het was. Maar het mooie was, dat bijna iedere tak een kaars droeg, witte, rode en gele. Zo ging de jongen, toen het sche merde, met het boompje in de richting van het duin, tot het in een duinpan hele maal windstil was. Daar boorde hij een gat voor de stam, richtte het dennetje op, en wachtte. Van de andere kant van het duin ruiste het, het licht van een vuur toren gleed langs de hemel, de sterren kwamen op uit het duister. Nu was het tijd, de kaarsen aan te steken. Toen werd het warm en goed, zoals in Siedlce,. daar ginds in de grote kerk, als hij zich tegen zijn moeder aandrong, die het licht van alle kaarsen in haar ogen had. Toen kreeg hij honger en ging even ge- GEEN FEEST van de jaarkring is zo rijk gezegend met toepasselijke liederen als het Kerstfeest. Dat is al begonnen met de eerste Kerstnacht waarvan Lucas in zijn Evangelie verhaalt. Het waren he melse heirscharen die het eerste Kerstlied zongen. De motieven van dit lied der engelen Ere aan God in Vrede op aarde zijn in de loop der tijden door de Chris ten volken oneindig gevarieerd. Het thema bleek onuitputtelijk; elk ras, elke cultuur- groep, elke tijd gaf het de wending die hun het best paste, omgaf het met motie ven naar eigen aard, stijl en begrip: maai de grondtoon bleef. Althans op de uitzon deringen na, waar de bijkomstigheden het hoofdthema volkomen overwoekerden. En toch bleef er dan meestal nog de stem ming, die soms meer nog dan alle verstan delijke redenering en diepzinnige contem platie, het specifieke karakter van de Kerstmuziek bepaalt. Het Kerstfeest heeft een milde, een kinderlijk blije sfeer, en die willen we zo graag in het Kerstlied als gekristalliseerd zien. Het goede Kerstlied is „volkslied" bij uitnemendheid; dat wil zeggen, dat alle individuele ontboezemin gen, alle ongemene muzikale wendingen er schade aan zouden doen en er dus uit geweerd dienen te blijven. Het is wars van bravour en virtuositeit en wint aan waarde naargelang het eenvoudiger, inniger en bevattelijker is. Laat het kinderlijk, laat het naïef zijn; de grondtoon „Ere aan God en Vrede op aarde", geeft het vleugels met wijde wiekslag. Schoonheid is een zeld zame parel, en die ligt er vaak in verbor gen voor wie zich diep genoeg bukken wil. Weet de doorsnee Nederlander hoe enorm veel fraaie Kerstliederen wij be zitten; dat wij op dit punt met elk kuituur- land kunnen wedijveren en het desnoods van allen kunnen winnen? Men zou het niet zeggen dat dit tot velen is doorgedron gen, als men ieder jaar weer, met voorbij gaan van onze heerlijkste Kerstzangen, het luidloos en zeker terug, als hij geko men was. Toen de visser naar het raam ging, zag hij beneden aan de duinrand een schijnsel. Een zacht geel schijnsel. De visser had ogen als een valk en had nog geen slok gedronken. Toch kneep hij zijn ogen wat dicht: het schijnsel bleef. Het stond boven de tankval, midden in het mijnenveld. Dat was nog niet van mijnen gezuiverd. Ieder een wist dat. De gevaarlijke zóne was duidelijk aangegeven; draden waren ge spannen en borden gezet, die met grote letters waarschuwden. Het dorp was in een oogwenk gealar meerd. De oude mensen, de vrouwen en de kinderen raapten alles bij elkaar, om in de kelders te gaan. Toen ging het van huis tot huis; de brandweerman had het van het duin af gezien, dat in de tankval een Kerstboom brandde. Ze vloekten, ze lachten, ze geloofden het niet, ze waren bang, maar anders dan toen. Dan stonden ze boven op het duin, aan de rand van het afgezette gebied, dicht, opeen. En niemand waagde te roepen of te raden. Ze zeiden gebeden en huiverden, ze huilden en wachtten. Alle lichten van hun dorp hadden ze gedoofd en alle ge vaar waren ze vergeten. Toen ze zo neerkeken in de duinpan, waar de kaarsen brandden zonder te flik keren, toeh was het verlichte stuk van de gebarsten „Wall" die er over heen liep, als de muur van een stal. De sterren ston den er ook boven, en de zee daarbuiten ruiste het Gloria. De dominee zei zacht de gebeden voor de stervenden. De kaarsen doofden. Het werd donker de tankval en er omheen. Het dorp wachtte. Maar de sterren schitterden, en de zee ruiste, en het bleef stil. Toen allen in hun huizen teruggekeerd waren, was ook het Poolse jongetje weer bij zijn gastheer. Niemand had hem gemist. Alleen de bakker kon er maar niet over heen, dat ze nu zelfs Kerstbomen stalen, in deze door en door verdorven tijd. Later, bij de zuivering van de tankval en de er om heen liggende mijnenvelden, vond men het denneboompje, vergaan en broos, maar het bewijs van een wonder, dat waard was, een kruis op te richten met de datum van die gedenkwaardige Kerstnacht. h. St. eeuwige Oostenrijkse „St'lle Nacht" h Duitse „O Tonnen ba urn" het thpa't Franse „Minuit Chrétiens" (door ziih ponist A. Ch. Adam „La Marseillaise?,!?" gieuse" genoemd) ten gehore krijgt Tn u is er een kentering ten goede merkb De nieuwste liedboeken voor het gezi a3r" voor de jeugdbeweging werken uitstekt! mee in die richting, zodat men kan hon dat een volgend geslacht van Nederl ders zijn eigen mooie Kerstlied zal kunnï" en hoog zal houden. Wij hebben op het gebied van het Kerst lied oude brieven en het is verblijdt dat een lied als JQen<1 Nu zijt wellckome, dat, in lezingen uit de 16e en 17e eeuw tot ons gekomen, de laatste jaren weer ze? veel gezongen wordt; want dit is in ziin oorspronkelijke vorm (uit dc lle eeuw) ongetwijfeld het oudst nawijsbare in de volkstaal. Trouwens het „Kyrie elevs" (Heer, ontferm U), waarmede ieder cou plet besluit, wijst op hoge ouderdom Dit stempelt het tot een zogenaamde „Leyse" Deze soort geestelijke liederen ontstonden uit een kerkelijk „Kyrie eleison", waarvan de vele noten die op één lettergreep voor kwamen toegepast werden op een tussen- geschoven tekst. Zo ontstond bijvoorbeeld de leyse: Kyrie, God is ghecomen in 't aertryc tonser vromen, des sullen wi tallen tiden verbliden Eleyson. Van dit merkwaardige begin naar liede ren die doorspekt werden met Latijnse teksten was maar een stap. Wij kennen er verschillende. Onder de weinige van" dit soort die wij nog kunnen waai deren, be horen het ook in Duitsland en in Engeland bekende In dulci jubüo Singl entte wesel vro. Blijkbaar was zo'a lied een omwerking uit een totaal Latijns gezang. Dit is ook het geval met liederen die een refrein in het Latijn hebben. Een fraai specimen van dit soort bezitten wij in het 15e eeuwse. oc OK DIT JAAR zullen de radio-luiste raars tijdens de Kerstdagen van een keur van Kerstprogramma's kunnen ge nieten. Wij laten aan de chronologische opsomming van wat de beide Nederlandse zenders bieden, een oriënterend overzicht voorafgaan, waarin ook enkele hoogte punten uit de buitenlandse programma's vermeld worden. De Kerstnacht wordt vanavond op Hil versum I om 23.15 met het oratorium „In terra pax" van de Zwitserse componist Frank Martin, ingezet, waarna te midder- Hoornconcert no. 2 in Es, Mozart; 11.50 Kinderkoor; 12.15 Amusements-orkest: 12.55 Zonnewijzer; 13.25 Kamermuziek; 13.55 Rotterdams Philharmonisch Orkest onder Ed. Flipse; 15.10 Reger-Bruckner- cyclus; 15.55 Voor de jeugd; 16.25 Vespers; 17.00 „Kerstfeest met het kind"; 18.00 Kerst Jo Vincent, sopraan, met kamerorkest, (Hilversum II) in „De geboorte van de Fantas1|d'oSSjwll'3 wS^KmtSedèJel? blaaskwintet en carillon (8.15), het vraag- Heer", van de veel omstreden hedendaagse jongen: 19.00 Kamerkoor- 19 45 Orgelmu- gesprek met Henriëtte Roland Holst ter Franse componist Olivier Messiaen. Het ziek; 20.05 Gewone man; 20.12 Koor; 20.20 gelegenheid van haar 79ste verjaardag Kerstspel „In die dagen" van Dorothy Lichtbaken; 20.50 „L'enfance du Christ", (12.00) en voor wie op deze dag de Sayers, die vooral bekend werd door haar oratorium van Berlioz; 22.15 Kerstvertel- humor niet schuwt het „Kaarsje, klokje, detective-verhalen, wordt om 20.45 via 22.45 Gebed; 23.15 Twtft, cLutui ut En niet minder mooi is: „Het was een maged uulverkoren. Daar Jezus af woude zijn geboren". Met als refrein bij ieder couplet: „Dies ben ik vro Bcnedicamus Domine". Toen het Kerstlied zich eindelijk eman cipeerde van de Latijnse cantielc en hymne, kon de volksverbeelding er volop haar eigen cachet aan geven. En dan wer den het soms tafreeltjes, te vergelijken met die onzer primitieve schilders, die zo graag het bijbelse verhaal naar eigen, be kende omgeving transponeerden.' Een kostelijk stukje van deze soort is het vrij bekende; t 'f\imta,vvYtJ.wtndc Ywc-ne. bwr. ÖWl iiu&A-eL&HVn nacht de uitzending v'an een Protestantse kerkje"-programma van Corry Vonk en Hilversum II ten gehore gebracht. Amusementsorkest. Kerstnachtdienst uit Zwolle volgt. Wim Kan (16.45).. Bij de BBC troffen we aan: Paul Robe- „0p.,?e,,and8ïe ?,ent!e,r k,an me° na d? son "(14.40, 342 m); de Kerstrennie „Good Kerstklokken de Pontificale nachtmis uit n- de Abdij van Heeswijk horen. Op de Eerste Kerstdag belooft het „com- munity-singing" programma van na tionale en internationale Kerstliederen samenwerking met de omroe pen van België, Frankrijk, Engeland en Scandinavië (Hilversum I 17.15) iets bij zonder te worden. In deze uitzending wordt een speciale Kerstboodschap uit gesproken door Trygve Lie, de secretaris generaal der Verenigde Volken. old neighbours (15.00, 342 m), die de hoor ders zal brengen naar Kerstvieringen in alle délen van Europa en het Britse ge menebest en besloten wordt met een toe spraak van de Engelse koning, en het „Mickey-Mouse"-programma (19.00, 1500 meter). De BBC deelt een uur lang Lehar-klan- ken uit (19.45, 342 m) en Zwitserland (540 m) en Italië (367 m) hebben om 21.15 de beroemde pianist Edwin Fischer te gast. Zondag Zaterdag Liefhebbers van het oratorium' zullen speelt op dezelfde zender het Radio-phil- met genoegen vernemen, dat de hier te harmonisch orkest de tweede symphonie lande veel te weinig gehoorde „Enfance van Sibelius, een werk, dat men maar zei- du Christ" van Berlioz Zondagavond om den op de Nederlandse concertprogram- 20.50 door Hilversum II wordt uitgezon- ma's aantreft. Om 19.00 (nog steeds Hil- den. Op dezelfde zender is er 's middags versum I) kan men een Nederlandse kerk- een interessant symphomeconcert, tijdens dienst meemaken, zoals die de pauze waarvan^ een opvoering wordt wordt gehouden. Hilversum I, 301 m. 8.00, 13.00, 17.50, 20.00, 23.00 uur: Nieuws; 8.16 Variaties op een thema van Bridge, Britten; 8.40 Inter mezzo; 9.15 Community-singing; 10.00 Kerstnacht 1945, A. Defresne; 10.30 Kerk- Hilversum I, 301 M. 8, 13, 18, 20 en 23 dienst; 11.45 Orgelvoordracht; 12.00 Strijk- uur: Nieuws; 8.15 Kerstklokken; 8.17 Kerst- orkest; 12.30 Zondagclub; 12.40 Ceremony composities; 9.00 Kerstgedichten; 9.20 Bar- of Carols, Britten; 13.15 Kerstklokken; 13.30 carole; 9.45 Geestelijk leven; 10.00 Kerst- „Even afrekenen13.40 Licht orkest; 14.05 Op de Tweede Kerstdag kan men de verhaal; 10.30 Kerkdienst uit Den Haag, Boekbespreking; 14.30 Radio Philharmo- prachtige „Ceremony of Carols" voor drie voorganger dr. A. Trouw; 11.45 Tussen nisch Orkest; Ouverture In de Herfst, zangstemmen met harpbegeleiding beluis- Kerk en Wereld; 12.00 Kerstklokken; 12.01 Grieg;Symphonie no. 2 in D, Sibelius; 15.30 teren (Hilversum I, 12.40) en om half drie Vraaggesprek met Henriëtte Roland Holst; Xi l?-30 Sport r, .1-. 1 O 1 fi Cti fm iA v-., erten „cil! li.UU inrlfil*Kf)nr1 7 /.fl T(l3 P)*PQf 1 fflll (u 31" 12.16 Stafmuziekkorps Amsterdamse poli- 17.00 Kinderkoor; 17.20 Ida Presti. guitaar; tie; 13.00 Strijdkrachten; 13.30 Om-en'om- ,Pme Keesie: 18-00 Strijdkrachten; programma; 14.00 Klankbeeld; 14.20 Trio 19-00 C°£t3ct met Canada; 20.05 Reportage; in c, Beethoven; 14.50 „Bezinning": 15.00 20.15 Walsen; 20.45 Hersengymnastiek; Verzoekprogramma; 15.30 Kerstmis 1948: 21.15 Oude filmmuziek; 22.00 Cabaret: 22.30 stemmen uit de P. v. d. A.: 16.00 Radio Ejsa Cavelti, zang en Pierre Palla, piano; Philharmonisch Orkest onder A. v. Raalte. 23.lo Dansorkest; 23.45 Ivor Moreton en Canada Symphonie in d, Franck; 16.45 Corry Vonk, Dave Kay, piano. Wim Kan en Cor Lemaire; 17.15 Interna- Hilversum n, 415, 245 en 1875 m. Op de hoek van de straat stond een oude man...*, gegeven van „De Ster het oudste litur- In het avondprogramma durven we zon- tionaal „connimnity-sin0mg -progiamma, 9.30, 13, 19.30 en-3 uui Nieuws. 8.2o Hoog- eische KerstsDel der enie zelfverwijt naar Fen slanerie }8-lot R°ssana Bottai, piano; 18.30 Strijd- mis; 10.00 Doopsgezinde Kerkdienst: 11.30 giscne kerstspel. j emf. zelfverwijt naai „Een siapeng krachten; 19.00 Jonge Fherefhaters: 19.30 Kerstliederen; 12.15 Apologie; 12.40 Boe- Ongetwijfeld zullen velen onder de be- half. uurtje met Chiel de Boer tussen tien Kerstboodschap van de Vrijz. Christ, jeugd renkapel; 13.25 Lichte muziek; 13.50 Piano- koring komen van Shakespeare's Kerst- en half elf te verwijzen. tot geestverwanten in het buitenland; 19.45 recital door Hans Osieck; 14.15 Cosi fan ,Een winteravondsprookje", dat des Mozart krijgt^de volle maat met de eer- Regeringsuitzending; 20.06 Metropole- tuffe van Mozart; 15.50 Platen; 16.10 Sport; orkest; 20.35 Winteravondsprookje; 21.50 16.25 Vespers; 17.00 Geref. Kerkdienst; Promenade-orkest; 22.35 Radiospel door 18.30 Bach-Cantate; 18.50 Orgel van de St. Koos Koen; 23.15 Gramofoonmuziek. Bavo te Haarlem; 19.45 Lichte muziek; Hilversum II, 415, 245 en 1875 m. 9.30 20.05 Gewone man; 20.12 Amusements- Wij stippen aan: „Midden m de winter- zal eveneens de aether doen trillen. Ke™tzanfd°ienst;08 JoMotgenwifdtnl;1 9!45 nacht", Kerstcompositie uit te voeren door Alphons Gaalman bespeelt het om 18.50 Kwartet m Bes, Hayctn; 9.55 Hoogmis; 11.30 Avondgebed; 23.15 Eigelse Kerstmuziek. avonds om 20.35 over Hilversum I gaat. Dezelfde zender stuurt die dag nog een reeks programma's de lucht in, die de moeite van het thuisblijven waard zijn. ste acte van „Cosi fan tutte" (Hilversum II, 14.15) en „De bruiloft van Figaro" (compleet) via Parijs (21.20, 432 m). Het orgel van Haarlems Oude Bavo De rederijkerij heeft de spontane arge loosheid van het Kerstlied geen goed ge daan en de mythologische mode van de Baroktijd was een niet minder ernstige bedreiging voor de geest van het geeste lijke volkslied. Maar zij bracht Het pasto rale element* dat soms in een van vreemde mythologie gezuiverde vorm, tot menig juweeltje van vroom, stemmig en pictu raal beeldend Kerstlied zou gedijen. Laat ik slechts wijzen op de meest be kende: Allerzoetste nacht wanneer dat is geboren. Laat ons gaan om te bezoeken" „Komt, verwondert U hier mensen'. Deze liederen hebben prachtige, vloeien de melodieën, waarin de Kerststemming zich bijzonder mild openbaart. Verder is er het schilderachtige en niet minder me- lodieuse „Herders, Hij is geboren''. een lied dat ieder land ons kan benijden, evenals het simpel eenvoudige en toch zo warmhartige De productie van Kerstliederen ging na de 17e eeuw onverminderd door, doch schaars, heel schaars werden meer en meer de dichters en componisten die voldoende uit hun eenzelvigheid konden treden om de zuivere gemeenschapstoon te treffen. Maar uit de rijke nalatenschap van onze voor ouders is alles te putten wat wij wensen kunnen. Wij konden hier slechts op een be knopte keuze de aandacht vestigen. Kerst mis is een vertrouwelijk intiem feest. Waarom zouden wij het dan ook niet op de vertrouwelijkste wijze met liederen in eigen taal en eigen atmosfeer, bezingen. Temeer daar er overvloed is. JOS. DE KLERK.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 6