Uit de schatten van het Frans Halsmuseum
Litteraire Kanttekeningen
Eerbied voor het leven voorwaarde tot herstel
van de monumentale gemeenschapskunst
Belangentegenstellingen
spitsen zich toe
Zaterdag 28 Januari 1950
3
DAVID DE JONG: „De nar Estebanillo" (Uitgeverij Contact,
Amsterdam/Antwerpen).
MET DAVID DE JONGS „De Nar" is
de Spaanse schelmenroman uit de
16e en 17de eeuw herleefd, de roman
van de pica.ro: de bedeljongen, de zwerver
en avonturier, de bedrieger en dief, de
olijke schavuit en geslepen galgenstrop,
dié met list en een radde tong moet ver
overen wat zijn lichamelijke en sociale
onvolwaardigheid hem onthoudt. In De
Mendoza's „Lazarillo", Alemans „Guzman",
Espinels „Marcos de Obregon" en vooral
in Quevedo's „Don Pablo" allen wereld
vermaard is deze picaro vereeuwigd.
Het avontuurlijk relaas van zijn lotgeval
len zou, twee eeuwen lang, de gretige le
zers minder uitbundig hebben vermaakt,
als zij er zich van bewust waren geweest,
hoe honend hun de spiegel werd voorge
houden van menselijke ondeugden en so
ciale misstanden. Ze zijn vertaald, deze
picareske romans, in vrijwel alle Europese
talen, ook in de onze: ze zijn ijverig na
gevolgd: Lesage schreef zijn „Gil Bias".
Fielding zijn „Joseph Andrews", Smollet
ziin „Roderick Random" en onze brave
Nicolaas Heinsius deed in 169a „De Ver
makelijke Avonturier" verschijnen.
Welk van deze historische voorbeelden
David de Jong het scherpst voor ogen heeft
gestaan, valt moeilijk te zeggen. Zijn Este
banillo, een onvervalste picaro, wiens wieg
in Andalusië kon hebben gestaan, heeft
met Lazarillo gemeen dat hij eer een arme
drommel dan een schavuit is. Maar ook
doet hij denken aan de schrijver Quevedo,
de geleerde, diplomaat en dichter, die de
zeden van zijn tijd zo onbarmhartig-fel,
bitter-spottend en soms zo grof-schimpend
hekelde en toch óók de dichter was van
de prachtige „Psalmen" (door Gerard Diels
voortreffelijk vertaald waarin hij vurig
smeekt om reiniging.van zijn ziel.
De bronnen waaraan deze Estebanillo
zijn ontstaan te danken heeft, doen trou
wens weinig terzake. David de Jong schreef
niet alleen met een superieure ironie een
historische schelmenroman, hij heeft met
een verrassende lenigheid van geest en
stijl de- picareske motieven zo behendig en
kleurrijk van taal tot een oorspronkelijk
boek verwerkt, dat bij vergelijking met de
vertalingen der picareske meesterwerken
zijn Estebanillo soms nog schelmser bliïkt
dan de aartsschelmen van drie, vier
eeuwen her.
Eigenlijk is Estebanillo een dromer, mis
schien wel een dichter, maar zeker een lot
genoot van de talloze verschoppelingen,
voor wie enkel een plaats is aan „de zelf
kant van het leven", waarheen de angst
hen gedreven heeft. Estebanillo verbergt
zijn kwetsbaarheid achter dwaasheid, de
schaamte voor zijn lichamelijke onaanzien
lijkheid achter spot. Door bedrog redt hij
zich uit de leugen, door de zotteklap uit
het bedrog, door echt of voorgewend be
rouw uit de dwaasheid en door nieuwe
avonturen uit de perikelen van een slecht
geweten. Stokslagen krijgt hij als hij het
goede en beloningen als hij het kwade wil
doen. Liegend spreekt hij de waarheid en
als hij de waarheid op het spoor denkt te
zijn, blijkt z;e een dwaling. Uit pure angst
wint hij een veldslag en men noemt hem
een held; maar is hij eens moedig dan heet
hij een lafaard. De nood en de vrees heb
ben zijn blik gescherpt: hij kent de mense
lijke ondeugden en gebruikt ze: de ijdeltui
ten vleit hij, de bruteh vermaakt hij, de
zachtaardigen vereert hij. Want dat kan hij
óók: vereren. Er spreekt nog ridderbloed
in hem; als zijn voorvaderen zou hij een
volmaakt hidalgo zijn, hadden het lot en
een verziekte samenleving geen picaro van
hem gemaakt.
Estebanillo is muzikant en chirurgijns
leerling in Livorno, koksmaat aan boord
van een galjoen; hij lijdt schipbreuk bij
een zeeslag met piraten, ternauwernood
gered, liefderijk verpleegd in een klooster,
duikt vermomd in een monnikspij op in
Sevilla, is waterverkoper en postillon
d'amour, soldaat en deserteur en wordt met
dat al hiér als gehate indringer verdreven,
daar als een kostelijke zot binnengehaald.
De minderen vernederen hem met stok
slagen en schoppen, de meerderen verhef
fen hem tot hofnar en majordomus. Deze
Estebanillo liegt en zoekt de waarheid,
bedriegt en wil de eerlijkheid, heeft lief
en wordt versmaad, zwerft door Europa en
verlangt niets vuriger dan een veilige
haard en een liefhebbende vrouw. „Als ik
wat boven mij is te voet val, roept wat
beneden mij is verraad. Zo blijf ik de een
zelvige klimmer zonder mij te kunnen ver
zoenen met mijn eenzelvigheid" ver
zucht deze wijsgerige picaro. Een nietsnut
is hij, een ogendienaar, die zijn ziel moet
verkwanselen voor een vleesbout, een be
ker wijn en een zitplaats bij het vuur. En
als hij dan, tot aanzien gekomen, onder
scheiden wordt met de keizerlijke keten,
voelt hij zich de zotste van alle narren.
Wat doet een geboren picaro ook aan het
hof? En wat doet een „dichter" onder de
burgers? Ze behoren bij de eenzamen, die
tot „zondebok dienen van allen die de
schoonheid, de waarheid en de dwaasheid
voor nutteloos houden".
Zo is hij dus méér dan een schelm: eigen
lijk en David de Jong geeft het met een
tikje spot en een tikje vei-achting te ver
staan aan elke lezer, die de ondertoon kan
horen van wat op het oog niet meer dan
een geestige, boeiende schelmenroman lijkt
eigenlijk is hij een geboren dichter, een
Heringa Wuthrich
HAARLEM
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
(Adv.)
Agenda vooir Haarlem
ZATERDAG 28 JANUARI
Stadsschouwburg: „Zomer in December"
(Het vrije toneel). 8 uur. Haarlems Muziek
instituut: lerarenconcert, 8 uur. City: „Oliver
Twist", 14 j., 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne:
„Cassedy keert terug", 14 j., 2.30, 7 en 9.15
uur. Frans Hals: „Een vrouw bekent", 18 j.,
2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Verloren
grenzen", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Palace: „Jeanne d' Are", 14 j., 2.30 en 8 uur.
(Zaterdag 1. 4.45 en 8 uur). Luxor: „Beto
vering", 14 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
ZONDAG 29 JANUARI
Stadsschouwburg: „Zomer in December"
(Vrije toneel), 8 uur. Gemeentelijk Concert
gebouw: Herman Rinket-Faveurproduetie,
revue „Holland lacht weer", 8 uur; turnzaal:
Salzburger Marionettentheater „Sneeuw
witje", 2 uur: „dr. Johannes Faust", 4 uur;
Mozart-programma, 8 uur. Bioscopen: Mid
dag- en avondvoorstellingen.
MAANDAG 30 JANUARI
Stadsschouwburg: „Zomer in. December"
(Vrije toneel),,8 uur. Gemeentelijk Concert
gebouw, tuinzaal: Salzburger Marionetten
theater „De Salzburger Don Juan". Biosco
pen: Middag- en avondvoorstellingen.
hoogst-verdacht en onburgerlijk .persoon
dus, in de ogen van de „welgestelden", een
hansworst die alleen wordt geduld tot
vermaak.
Zelfs is deze Estebanillo nóg meer dan
dat: evenals zijn 16de eeuwse lotgenoten
spreekt zijn zotteklap meestal de waar
heid, die niet zo veroud.erd is, dat ze niet
waard zou zijn te worden herhaald, met
een grijns, een grimas, een hoonlach en
een bezeerd hart.
Men kan gerust zijn: Estebanillo geeft
zijn zwerversbestaan op. Hij trouwt, al is
het dan ook niet met het hoog ideaal van
zijn ridderverlangen. Wie in Napels komt,
kan hem bezoeken in het wijnhuis, waar
van hij de eerzame eigenaar is. Estebanillo,
de nar? Neen, zal hij zeggen, de picaro ligt
hier of daar begraven, misschien wel in
„El Mundo por de dentro", in de „Wereld
van binnen" zoals Quevedo het heeft ge
noemd, mogelijk ergens in Rome, de stad
van mijn verzaakte dromen. De waard
Estebanillo, die ik nu ben, is de man van
Frasquitta, 'n ernstige en moederlijke huis
vrouw, en de vader van een zoon, van een
dichter, een denker en een heilige wellicht,
naar wie „allen ui't de grote broederschap
der tussenmensen zullen luisteren met de
innerlijke vrolijkheid, die elke kwetsuur
geneest".
David de Jong heeft met deze schelmse
„Nar" het peil van zijn vorige succesvolle
boek, „Een Burgerkoning" (de 17de eeuwse
roman van de wijsgeer, staatsman en
mysticus Coenraad van Beuningen), ge
handhaafd, zo niet overtroffen.
C. J. E. DINAUX.
x) „De Psalmen van Quevedo", vertaald
door Gerard Diels; Ceder-reeks, J. M. Meu-
lenhoff, Amsterdam.
Het treinverkeer
Haarlem—Zandvoort
Nog voor het seizoen
dubbel spoor?
Wij vernemen dat door de Ned. Spoor
wegen voorbereidingen worden getroffen
om het baanvak Overveen-Zandvoort zo
mogelijk nog vóór het komend zomersei
zoen wederom van dubbel spoor te voor
zien. Daarmede zou dan een voor-oorlogse
toestand worden hersteld, daar, sinds de
Duitsers dit baanvak volledig hadden op
gebroken, na de bevrijding tot nu toe nog
slechts één spoor werd hersteld.
Volkshogeschool „Allardsoog"
Een van de meest belangrijke problemen
in ons huidige economische bestel is wel
de kwestie der emigratie. Daarom is het
dan ook dat de volkshogeschool „Allards
oog" te Bakkeveen in Friesland van 6 tot
12 Februari een cursus houdt over dit
onderwerp. Negen sprekers zullen inlei
dingen houden over emigratie naar Canada,
de Vex-enigde Staten, Australië, Nieuw
Zeeland, Braziliëen Zuid-Afrika. Films
en lichtbeelden zullen als illustratie bij al
deze spreekbeurten dienen.
Tijdens deze cursus zal een dag worden
deelgenomen aan de winterschool voor
jonge boeren, waar dan minister Mansholt
en mr. J. Linthorst Homan inleidingen
houden over nationale landbouw- en
voedselpolitiek.
Effecten- en
Geldmarkt
Het ingewikkelde vakbeeldhouwen
Vraagt het Uw kapper
In Maart televisieproeven
met 625 beeldlijnen
Begin Maart zullen de Philipsfabrieken
de eigen experimentele televisiezender
weer in gebruik nemen. Men heeft de be
staande apparatuur voor 567 beeldlijnen
gewijzigd in een woor 625 beeldlijnen. Dit
laatste systeem wordt ook gebruikt voor
de officiële proefnemingen, die in de ko
mende twee jaar door P.T.T. en Radio-
Unie in ons land zullen worden genomen.
Voor deze landelijke proeven is de zend
apparatuur bij de N.S.F. te Hilversum thans
gereed. Het is niet onmogelijk, dat de film
studio Cinetone te Duivendrecht een kans
maakt tot televisiestudio te worden inge
richt.
Negen jaar geëist
tegen Frau Gasille
De Officier van Justitie bij de Bijzon
dere Kamer van de rechtbank te Arnhem
heeft een gevangenisstraf van 9 jaar ge^
eist tegen de 53-jaiige Louise Gasille, aan
wie ten laste was gelegd, dat zij de assis
tent van de „Referent" der N.S.V. te Arn
hem, Wilhelm Zeider, heeft geholpen bij
de systematische plundering van Arnhem
door de Duitse „Gauleiter" van Rheinland
en Wesftalen, gedurende de acht maanden,
tijdens welke Arnhem in 1944 en 1945 dooi
de bevolking verlaten was.
Drie troepenschepen
op de thuisreis
Op 21 Januari is uit Tandjong Priok ver
trokken het troepenschip „Cheshire". Aan
boord bevindt zich het mitrailleur-bataljon
van de 7 December-divisie, voorts indivi
duele militairen van de Koninklijke Land
macht.
Op 23 Januari is uit Tandjong Priok ver
trokken het troepenschip '„Tabinta", dat
3-14 R.I. naar huis brengt en individuele
militairen.
De „Empire Brent" is op 26 Januari de
thuisreis begonnen. Aan boord bevinden
zich individuele militairen en gezinnen van
militairen.
Post bestemd voor militairen aan boord
van de „Tabinta", welke in een der tussen
havens zal worden uitgereikt, moet uitex--
lijk op 5 Februari in Nederland ter post
worden bezorgd. Behalve de gebruikelijke
gegevens dient het adres de vermelding te
bevatten: Aan booi'd van het troepenschip
„Tabinta" op thuisreis naar Nederland. De
naam van de vermoedelijke tussenhaven
mag niet worden vermeld.
Generaal Kruis dringt aan
op uiterste zuinigheid
In een brief, gei-icht aan de comman
derende officieren van alle onderdelen dei-
Koninklijke Landmacht, heeft generaal
Kruis, chef vaxx de Generale Staf, aange
drongen op de uiterste zuinigheid in het
gebruik van gelden, personeel en tijd bij
de opbouw van het leger. Een voortdurend
streven naar een zo hoog mogelijk rende
ment met een minimum aan kosten, ontslag
of overplaatsing van overtollig personeel
en opvoering van dev individuele arbeids
prestatie zijn enkele van de maatregelen,
die worden aanbevolen.
De generaal dringt er bij de officieren
op aan, het onderdeel van de dienst, waar
over zij zijn gesteld, te zien als ware het
hun eigen bedrijf. Overcompleet beroeps-
personeel moet worden overgeplaatst; het
overtollige personeel, dat niet in vaste
dienst is, moet met groot verlof naar huis
worden gezonden of uit de dienst worden i Moderne kerkbouw^ in Luzern, uitgevoerd naar een ontwerp
ontslagen. 7 J:' J
Generaal Kruis verlangt verder van de
officieren, dat zij nauwlettend toezien op
de inachtneming van de vastgestelde
diensturen.
Het wordt meer en meer duidelijk dat als
medio 1952 de Marshall-hulp ophoudt, de
Europese export naar de Verenigde Staten
zich niet dermate zal hebben ontwikkeld
dat die hulp zal kunnen worden gemist.
Hoezeer men zich in de verschillende lan
den van ons werelddeel moge beijveren om
het dollartekort door een grotere export
naar de Verenigde Staten te doen vermin
deren, de cijfers blijven tot dusver teleur
stellend. Het rapport van de Amerikaanse
Economische Commissie toont aan dat de
export van tien belangrijke landen van
Daar staan zij nu de jonge kunstenaars,
die vaak een acht-jarige opleiding achter
de rug hebben. Quo Vadis waarheen
gaan wij? vragen zij zich af. De hoofden
volgepropt met abstracte begrippen en vage
denkbeelden over surrealisme, existentia
lisme, expressionisme en wat al niet meer
lopen zij waanwijs rond.
Dan zijn er nog de vele twijfelaars, zoe
kenden, zwervers, eerlijken en trouwharti-
gen, die steun behoeven. Quo Vadis?
Een geestelijke steun blijkt hard nodig
te zijn. De grote kunstinstellingen zijn hier
voor, als ze niet met iedere modegril mee
gaan, de aangewezen lichamen. Ik weet dat
dit probleem de volle aandacht van
de -overheid heeft getrokken. Ik denk
met enige weemoed aan de vroegere
van de architect Fritz Metzger. Helaas kan dit voorbeeld
niet dienen ter illustratie van de tegenwoordig in Frankrijk
en Zwitserland toegepaste betonnen raamconstructies, maar
anderzijds blijkt duidelijk de mogelijkheid tot monumentale
versiering.
De liquidatie van ons kunstbezit werd
door ons voorgeslacht met zóveel ijver
nagestreefd, dat wij thans de musea en
particuliere collecties van Europa en
Amerika moeten bezoeken teneinde ons een
juist beeld te vormen van de veelzijdige
productie der Hollandse schilderscholen.
Bleef het bezit van Prins Willem V geluk
kig grotendeels gespaard als de kostelijke
kern vaxx de verzamelingen van het Mau-
ritshuis, met verdriet denken we aan de
verkoop van de schitterende collectie van
Koning Willem II (na 1850), waarbij om
maar enkele namen te noemen werken
van Van Eyck, Dirck Bouts, Rembrandt,
Rubens en Velasquez voor goed ons land
verlieten. Maar dit geschiedde dan ook in
een eeuw, waarin het luisterrijke, vroeg
17de eeuwse oxaal uit-de kathedx-aal van
Den Bosch, inclusief het beeld van Johan
nes de Evangelist door Hendrick de Key-
ser, werd verkocht naar het South Ken
sington Museum te Londen (in 1866) en
de torens van het oude Kasteel Radboud
te Medemblik werden afgebi'oken om uit
het „gewonnen" puin de dijken te ver-
stex-kenIn de tijd ook dat de Rotter
damse gemeenteraad de erfenis van een
zeer belangrijke collectie van de hand
wees, omdat het meende „geen vrijheid te
hebben om tot ixitgaven over te gaan, welke
alleen tot genoegen dienden"! Is het niet
beschamend zo consequent als de uitver-
Frans Hals (Antwerpen omstreeks 1580Haarlem 1666): Regenten van het Oude-
Mannenhuis te Haarlem (Anno 1664). Dit college zetelde met de regentessen in het
huidige museum-gebouw, toen het nog zijn oorspronkelijke bestemming had.
Doek 172,5 bij 256 cm.
tessen van het Oude-Mannenhuis, op onge- geving, die Hals' laatste groepsportretten
koop van ons patrimonium zich voltrok: van veer 34-jarige leeftijd door de armlastige hun wereldfaam verzekerden, van het mo
de ruim zeshonderd thans bekende schil
derijen van Rembrandt bezit Nederland
er nog slechts ongeveer vijftig, van de on-
kunstenaar voltooid. ment af dat het nageslacht de betekenis
Deze werken betekenden niets minder ervan kon bevatten,
dan een artistieke revolutie, stilaan voor- Het blijft intussen een raadsel hoe deze
geveer veertig Vermeers maar zes. Doch bereid bx geniale enkel-portretten, zoals in heren eens gedoogden dat Hals hun
laten we de eindeloze elegie der verdwe- New York, Berlijn, Amië'ns en Kassei décorum zó ernstig aantastte. Men be
nen kunstwerken staken en met aarzelende worden bewaard. Vele bezoekex-s zullen na schouwe in dit verband vooral de tweede
blik zien wat behouden bleef binnen eigen oppervlakkige beschouwing in hun hart regent van rechts, met scheef-gezakte
- maar matig instemmen met zulk een vrije hoed, lodderige ogen en onvast gebaar zich
penseelvoering, die spot met alles wat voor- aan het nageslacht vertonend in een phase
dien en zelfs twee eeuwen daarna nog als van dronkenschap,waaraan Michiel de Wael
„geoorloofd" gold. Eex-st omtrent de zeven- (van 1627) nog lang niet toe was! Zouden
tiger jaren der negentiende eeuw immers, de argeloze opdrachtgevers de oude kuns-
was men aan de impressionistische vorm- tenaar niet au sérieux hebben genomen en
vesteBeperken we ons tot Frans Hals,
dan is de oogst al even schi-aal. Waar zijn
de talrijke burgers en burgeressen van onze
goede stad Haarlem? Waar Willem van
Heythuysen, Ds. Van Middelhoven, Pieter
Tjareck, Heer eix Vrouwe Bodolphe? Waar
ziin de heerliike senre-portretten zonnige geving toe, die Hals hier reeds huldigde! Is werkelijke ver-eeuwiging niet vermoed
L- -ïiiïcL rLr, 1 r\-f *rr\r\r> l-i qVtXtov, 9 "Wot mn of mot It 2 -1L-1' Öf»71Dn ItpX
levens-momenten, die hun onweerstaan
bare glans behieldexx bij het wisselend
het niet juist de gx-ootste lof voor Hals'
moderniteit, dat men nog heden ten dage
hebben? Het moet wel haast, gezien liet
feit, dat zij hun herschepping door oude,
aspect der geslachten? Waar zijn Jonker n*e* zelden aarzelt zijn techniek en visie maar vaste kunstenaarshand, ongemoeid
Ramp en zijn liefje, waar ónze Malle
Babbe? Waar is de ganse productie van
Hals' levenswerk sedert 1641? Buiten Haar
lem. Van de hand gedaan naar den vreem
de! Maar dit zij toegegeven, hiermee won
te aanvaarden? Maar hoe volkomen begrij- lieten, niettegenstaande Hals ernstig in-
pelijk is het, dat vooral de tijdgenoot hier breuk maakte op artistieke tradities en de
niet meer mee kon. burgerlijke conventie schond. Toch blijft
Staande tussen de beide portretgroepen de meester hier nog binnen de perken van
in het museum, sla men het oog eens op een betrekkelijk goedmoedige ironie, die
winstlievend Holland geld. Somtijds zelfs burgemeester Appelman, omtrent dezelfde de superioriteit der regenten weliswaar
tijd door Jan Victors, correct, a la mode verdacht maakt, doch zulks zonder het
geconterfeit. Duidelijker dan elders in op- bijtende sarcasme waarmee hij de regen-
zettelïjk gearrangeerde tegenstellingen, tessen striemde.
Misschien onverdiend na zo gering betoon openbaart zich hier de controverse: in de Een volgende beschouwing hopen we te
van piëteit ten opzichte van Hals' nalaten- tijd en boven de tijd! wijden aan het beroemde groepsportret
schap, bleef Haarlem in het bezit van twee .Welk een afstand vertoont het Regenten dezer onfortuinlijke vrouwen, die on-
portretgroepen, die de culminatie vox-men stuk technisch en compositorisch, met dat bewust de dupe van Hals' onwelwillend-
van zijn tweede scheppings-pei'iode en die van 1641. De toenemende verzaking van heïd meedogenloos in haar schrale zielen
behoren tot de geniaalste werken aller het niet essentiële détail-werk vindt hier voor het nageslacht werden te pronk ge
tijden en landen: de regenten en regen- haar voleinding in een grootheid van vorm- steld! H. P. BAARD
véél geld. Maar geld waarmede onze „ar
moede" duur wex'd gekocht!
Kunstnijverheidschool onder de eminente
dix-ecteur H. C. Verkruysen, de aangewezen
leider bij uitstek. Een filosofische, aesthe-
tische pei"soonlijkheid, voor jonge kunste
naars van het grootste belang. Men leze
maar eens zijn pas verschenen boek
„eeuwige en eindige waarden over kunst en
leven". Zo iemand is nodig!
Wat moet er gebeuren met die duizenden
werklooze kunstenaars die dagelijks in aan
tal toenemen? Naar zijn mening in de eer
ste plaats een intensievere controle op de
kunstinstellingen. De oude raadgevingen,
destijds geuit door prof. Roland Holst en
prof. Derkinderen, door John Ruskin en
Tolstoy worden nu urgent, Hun leuze was:
kunst voor de xnaatsChappij.
Ik zag in Zwitser-
land en Frankrijk on-
der invloed van de
beroemde Franse ar
ohitect Perret een
--. groot aantal bétonnen
- gebouwen. Meester-
-7, -7 werken van architec-
- tuur. Kerken, torens,
utiliteitsgebouwen en
woningen, waarbij
zeer veel gelegenheid
ontstond voor werken
van schilders en beeld
houwers, die inder
daad hier en daar al
werden ingeschakeld.
Men roept als 't ware
om de andere kun
sten. Dit is ten minste
een richting die te
vens kans dienen als
wex-kverschaffing
voor kunstenaars. De
ze „geboetseerde" ge
bouwen vertoonden
prachtige ruimten,
slanke zuilen, over
koepelende gewelven,
ramen met ajourwerk
alles zo gaaf en ar-
chitectonisch verant
woord dat men on
willekeurig herinnerd
wox-dt aan zuivere
Romaanse kex-kbouw,
zonder dat er even
wel gecopiëerd is. Al
les is nieuw van vorm,
rijk aan ornament,
scha du wwerkingen
en lichtinstelling, tot
stand gebracht met
beton, vierkant en
recht gegoten.
Het geheel vertoont
eerbied voor het vak
en het leven. Geen ijzerconstructies, geen te
veel aan glas, geen nieuwe zakelijkheid,
geen getheoretiseer, maar gevoelvol als het
ware met de hand gemodelleerd. En toch
massaal op moderne wijze. Economisch en
practisch.
Daar moet het heen. Deze stijl
geeft ons weer warmte, een gevoel van
gaafheid en evenwicht en is toch uiterst
modern.
Maar helaas ligt de algemene toepassing
van deze bouwstijl, zeker hier te lande, nog
ver in het verschiet. Doch het is een ver
heugende gedachte dat er tenminste gezocht
wordt in de goede richting, zonder een voet
val voor kortstondige buitennissigheden,
geleid door eerbied voor het leven en eer
bied voor het vak. Want dit zijn de voor
waarden tot herstel van de monumentale
gemeenschapskunst.
THEO VAN REIJN.
Opbrengst luisterbijdrage
geraamd op f 20.7 millioen
's-GRAVENHAGE, 27 Januari. Bij de
mondelinge behandeling van het ontwerp
van wet tot vaststelling van het Vide
hoofdstuk heeft de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen aan de Tweede
Kamer overgelegd een specificatie van de
luisterbijdrage en van de bedragen, die het
staatsbedrijf der P.T.T. voor 1950 nodig
denkt te hebben voor de exploitatie van
de zenders en de inning van de luistex--
bijdrage.
De kosten van de P.T.T. zullen over 1949
vermoedelijk bedragen f 4.005.000, waar
van voor de technische verzorging der
zendmiddelen van de omroep (exclusief
Wereldomroep) f 1.296.000,technische
verzorging zendmiddelen Wereldomroep
f 527.000; inning en administratie luister
bijdrage toestelbezitters f 1.700.000, inning
en adminstratie luisterbijdrage radiodistri
butie f 482.000.
De lasten voor 1950 zijn begroot op
f 4.371.000.
De kosten van het radioprogx-amma van
de Nederlandse Strijdkrachten zijn voor
1950 begroot op f 222.950, waarvan f 45.000
als vei-goedingen voor de Nedex-landse
Radio-Unie.
Als bruto-opbrengst van de luisterbij
drage is door het staatsbedrijf der P.T.T.
geraamd f 20.700.000. Hiervan is bestemd
voor P.T.T. f 4.371.000.
Onderzoek naar misstanden
in kampen
„De resultaten van het onderzoek naar
de misstanden die in enkele kampen na
de bevrijding zijn voorgekomen, zullen
zeker niet in de doofpot verdwijnen", ver
klaarde mr. A. M. baron Van Tuyll van
Serooskerken, procureur-fiscaal bij de
Bijzondere Raad van Cassatie, die in op
dracht van de Pax'lementaire Enquête-
Commissie een onderzoek instelt naar de
misstanden in de kampen voor politieke
delinquenten. Dit onderzoek is reeds ge-
Europa in het derde kwartaal van 1949 met
niet meer dan 7 millioen dollar gestegen is,
een wel zeer gering cijfer. En dat niette
min het deficit op de handelsbalans tussen
de Vex-enigde Staten en de E.C.A.-landen
van 1 milliard dollar in het tweede tot 660
millioen in het derde kwartaal terugging,
is een gevolg van de sterk verminderde
invoer uit de Vex-enigde Staten.
Dat men ginds over een zodanige oplos
sing van het West-Europe.se dollarprobleem
niet erg enthousiast is, laat zich verstaan.
Het is de Verenigde Staten niet om ver
mindering van zijn export te doen. De toe
passing van het Marshallplan was, goed
beschouwd, voor geen gering deel bedoeld
als een middel om in eigen land de pro
ductie en de werkgelegenheid op peil te
houden. Amerika wil Europa als groot
afnemer niet missen, want de export naar
Europa is voor de industriële bedrijvigheid
in de Verenigde Staten een stimulans om
zich op een zo rendabel mogelijk niveau te
kunnen handhaven. Aan de andere kant
wij wezen daarop de vorige week blijkt
nu het Amerikaanse bedrijfsleven ook niet
op een omvangrijke stijging van de Euro
pese export naar de Verenigde Staten ge
brand. omdat men daarvan een ongunstige
invloed voor de productiebedrijven in eigen
land vreest.
Het is wel merkwaardig dat men in de
Verenigde Staten verleden jaar van ver
schillende kanten op een devaluatie van de
Europese valuta's aandrong en dat men nu
voor de gevolgen daax-van zo beducht is,
hoewel, gelijk reeds opgemerkt, van een
belangrijke stijging der Europese exporten
naar Amerika nog geen sprake is. Welis
waar hebben de hierboven genoemde cij
fers betrekking op ihet derde kwartaal van
1949, toen de devaluatie haar invloed nog
niet deed gelden, ook het vierde kwartaal
schijnt nog geen - daverende successen voor
de Europese export te hebben opgeleverd,
ondanks de grootse actie, welke daarvoor
is op touw gezet en de hulp van Nederland
se en Amerikaanse „exportbevorderaars".
Export naar de U.S.A. is niet alleen een
kwestie van prijs, maar in niet mindere
rmtte van verpakking, verkoopmethoden en
reclame, ten aanzien waarvan wij ook in
Nederland blijkbaar nog wat „achterlijk"
zijn.
Maar het dollar-probleem wordt toch wel
zeer moeilijk op te lossen als de Verenigde
Staten zich aan de ene kant verzetten tegen
een grotereEuropese export en aan de
andere kant er op staan dat de Europese
import niet wordt verminderd. Er blijft
dan niets anders over dan dat, na de expi
ratie van het Marshallplan medio 1952, de
Verenigde Staten voortgaan met Europa
financieel te steunen. Meer dan een half
jaar geleden werd ons door een vooraan
staand en uitex-mate deskundig maxi reeds
vex-zekerd dat men in de Verenigde Staten
liever jaarlijks aan Europa ettelijke mïl-
lioenen dbllars „cadeau doet" dan dat men
door een gx-ote uitzetting van de Europese
export de eigen productiebedrijven belem
mert.
Het is trouwens zo, dat de besparingen
in de Verenigde Staten thans nagenoeg
zevenmaal zo groot zijn als vóór de oorlog
en financiële hulp aan Europa verhoudings-
gewijs geen grote opoffering voor de Ver
enigde Staten betekent.
In dit licht zal men ook het voorbehoud
moeten zien dat de Amerikaanse regering
maakt tegen het voornemen tot vorming
van een Europees valutablok. Toch hebben
de landexx van West-Europa er het grootste
belang bij dat als gevolg van de onderlinge
omwisselbaarheid der valuta de interne
Europa-handel zich dei-mate kan ontwikke
len. dat men van de U.S.A. minder afhan
kelijk wordt. Grotere export naar Noord-
Amerika is alleen noodzakelijk, wanneer
de importen op het hoge niveau van de
laatste tijd worden gehandhaafd, maar als
Europa door integratie en nauwere samen
werking tot op zekere hoogte ook „self
supporting" zou kunnen worden,ware daar
mede ook de internationale waardevastheid
van de valuta verzekerd.
Opent de economische rehabilitatie van
Duitsland aan de ene kant nieuwe perspec
tieven voor de Nedeidandse export, aan de
andere kant betekent zij een -opkomende
concurrentie voor het Nederlandse bedi-ij fs-
leven, welke, zoals de heer Twijnstx-a, voor
zitter van het Verbond van Werkgevers,
dezer dagen deed opmerken, lagere prijzen
dicteert. De Nederlandse selieepsbouw, die
een goed jaar achter de rug heeft, begint
reeds de invloed van die lagere prijs te mer
ken, vooral ook doordien men in Duitsland
wegens overvloed van werkkrachten het
drieploegenstelsel kan toepassen, hetgeen
ten onzent nog steeds niet mogelijk is.
Het spreekt wel vanzelf, dat de geleide
lijke liberalisering van de internationale
handel verscherpte concurrentie met zich
meebrengt. Niet alleen in Duitsland, ook
in Japan herstelt zich de industriële pro
ductiviteit in een snel tempo, wat bijv. voor
de Twentse textielindustrie ten aanzien
van haar export naar Indonesië van grote
betekenis is.
Wat zich daar deze week rondom Wester
ling afspeelde, is daarom met name voor
de Twentse textiel- en machine-industrie
een ernstige bedreiging, omdat het Indone
sische crediet door zulke calamiteiten wordt
ondex-mijnd en de Nederlandse export naar
Indonesië alleen kan toenemen als voor de
noodzakelijke kapitaalsinvestering in dat
land voldoende waarborgen bestaan.
ruime tijd gaande. Door het gecompliceer- ontbrak.
de kax-akter ervan zal het echter nog ge
ruime tijd duren voordat het is beëindigd.
Mr. Van Tuyll van Serooskerken zeïde,
dat er ergelijke dingen gebeurd zijn, die
een zwarte bladzijde vormen in onze
vaderlandse geschiedenis. Men had het
nauwelijks voor mogelijk gehouden, dat
Nederlandse kampbewakers zich aan de
zelfde misdragingen zouden schuldig ma
ken, welke de Duitsers zo gehaat hebben
gemaakt.
Het onderzoek naar deze misdragingen
wordt bemoeilijkt door vex-schillende fac
toren. Verschillende slachtoffers weigeren
te getuigen, omdat zij ten onrechte be
vreesd zijn voor repx-ésaillés. Mr. Van Tuyll
van Serooskerken verklaarde, dat degenen,
die klachten hebben, deze altijd .kunnen
indienen zonder dat dit voor hen onaan
gename gevolgen zal hebben.
De minister van Justitie zal ten slotte
beslissen, of in bepaalde gevallen tot ver-
volging zal worden over gegaan. Er zijn
echter reeds enkele gevallen berecht, onder
andere in 1946 door de krijgsraden. Hier
bij, is gebleken, dat sommige beschuldigin
gen sterk overdreven waren.
In een juwelierszaak in de Kalver-
straat te Amsterdam kwam een man een gou
den armband kopen. Hij verliet de zaak
zonder een keuze te hebben gemaakt. Bij
het opbergen bleek de juwelier dat een gou
den schakelax-mband ter waarde van f550