nkele achtergronden der jongste gebeurtenissen in Indonesië In Valkenburg leert men dieren temmen Ruwehanden?pUR9L De verdwenen formules Zaterdag 28 Januari .1950 (Van onze parlementaire redacteur) Nederland bezit in zijn eerste minister, dr. Drees, een man met nuchtere werke lijkheidszin. Hiervan heeft hij opnieuw blijk gegeven, toen hij dezer dagen over Indonesië voor de Rotterdamse schooljeugd sprak. Bij die gelegenheid zei minister Drees onder meer „Er is een jonge staat, met alle fouten en gebreken, welke met het ontstaan gepaard zijn gegaan. Er zal de eerste tijd veel onrust zijn, de welvaart zal er geringer zijn dan voorheen.Welnu, van de zwakheden en fouten aan de jonge staan eigen, mede door de wijze, waarop deze is geboren, is sinds ruim een week inderdaad wel iets gebleken. De eerste we ken na de souvereiniteitsoverdracht gaven een opvallende rust te zien. Dat- was op zichzelf een verblijdende verrassing. Maar niettemin moest men rekening houden met kansen op moeilijkheden, die de jonge staat nog zou ondervinden. Die doen zich thans voor. Er hebben sinds kort enige ac ties plaats gehad, gericht tegen het machts apparaat van de Republiek van de Ver enigde Staten van Indonesië, welke duide lijk de zwakheid van dat machtsapparaat lieten zien. Eerst is dat in Bandoeng ge beurd en nauwelijks hadden rebellen te gen de gewapende macht van de republiek zich vandaar verwijderd of zij begonnen in de hoofdstad Djakarta op te treden. De Republiek van de Verenigde Staten van Indonesië bleek met haar leger (de T.N.I.) en politie niet voldoende by machte om aan het onwettig optreden van de op standelingen een einde te maken. Voor dit verschijnsel valt zeker meer dan éen ver klaring te geven. Bovenal is de oorzaak van de moeilijkheden gelegen in het feit, dat in soms zeer uiteenlopende leringen, teleurstelling enon tevredenheid heerst. Gezamenlijk had men voor verwezenlij king van hei ideaal van de vrijheid (Mer- deka) gestreden. Nu - echter die vrijheid bereikt is zijn er groepen, die in allerlei opzichten minder verwezenlijkt zien dan zij verwacht hadden. Pasoendan Als voorbeeld noemen wij een van de achtergronden van de verwikkelingen, die zich in de deelstaat Pasoendan voordoen. Daar zijn thans heel wat mensen, die me nen te bespeuren, dat op dit ogenblik al leen een centraal overheidsgezag voldoende Voor een goede gang van zaken, onder meer ook op economisch gebied, kan zor gen. Wie zo denken, wenden zich dus af van de regering van de deelstaat om ver langend uit te zien naar het centrale be stuur. Voorts speelt, hierbij ook een rol de tegenstelling tussen de oude feodale macht hebbers, die allerminst, gesteld zijn op het meer modern denkende centrale bestuur, eri aan.de andere kant de jongere intellec tuelen, die meer voor een krachtige een heidsstaat gevoelen dan voor in. hun ogen zwakke, niet op gezonde grondslag berus tende deelstaten. Voorts zijn er'naast avon turiers, die voor alles en nog wat te vinden zijn, ongetwijfeld ook weergroepen, die het bewind van minister-président Hatta verwijten, juist te weinig de rechten van dé deelstaten te willen eerbiedigen en ten slotte tezeer te streven naar ber.eik.ihg van een Indonesische eenheidsstaat. Zij dragen daarom het bewind van Soekarno en Hatta geen- goed.hart tóe.. Hetzelfde is hef-.geval, maar weer om eén geheèl; andere reden, met de fel godsdienstige beweging, van de Daroel Islam, die van de opzet van.de In donesische federatie zoals zij nu is eigen lijk niets willen weten, omdat al wat tot dé Daroel Islam behoort .slechts tevreden zou zijn als Indonesië een zuivere Mos lim-staat zou zijn. Voor de Daroel Islam is elke samenwerking met niet Islamieti- sche staten eigenlijk uit den boze. Zou deze beweging de-, overhand krijgen, dan zou elkeen in Indonesië, die niet een recht zinnig Islamiet is. geen leven mger hebben. Niettemin bestaat er reden te over om aan te nemen, dat. op het ogenblik een belang rijk deel van de gewapende rebellen, die tot het Christendom overgegane Indone siërs zijn, gemene zaak maken met.de Daroel Islam. Met name bestaat er in dat opzicht een ernstig vermoeden ten opzichte van tal van ontevreden Ambonezen en Timorezen, die destijds deel hebben uitge maakt van de Koninklijke Nederlands- Indische'Landmacht (het K.N.I.L.) en die zich thans richten tegen leger (T.N.I.) en politie van de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië. Westerling Deze goed gewapende strijders hebben een aanvoerder gevonden in de reeds her haaldelijk in de jongste berichten genoem de kapitein Westerling. Als kapitein van het K.N.I.L. heeft hij destijds onder Ne derlandse vlag gevochten tegen hen, die onrust veroorzaakten. Van nationaliteit is hij Nederlander, maar als zoon van een Turkse moeder is hij Mohammedaan. Ge ruime tijd geleden heeft hij uit het K. N. I. L. ontslag genomen. Nu treedt hij als aanvoerder van de rebellen op. Eerst heette het, dat hij opkwam voor de rechten van de deelstaat Pasoendan, die hij door de centrale regering te Djakarta belaagd zag. Vervolgens heeft hij te kennen gege ven alleen de bescherming van de Indone sische bevolking te beogen tegen de T.N.I. Hier raak ik een van de zwakke plekken in het tot nu toe door het bewind-Hatta gevoerde beleid. In het vooruitzicht was I gesteld een samensmelting van T.N.I. en K.N.I.L. Daarvan is echter nog niets ge komen en dit heeft in de gelederen van het K.N.I.L, verbittering en onrust verwekt, Dit alles gaat ver uit boven de van elk politiek inzicht gespeend^ Westerling, die waarschijnlijk de geesten die hij heeft op geroepen al niet meer meester is. Éen en ander is zeker ver van verblijdend voor de Republiek van de Verenigde Staten van Indonesië (R.I.S.) Maar ook voor anderen bestaat er geen reden om zich over deze verwikkelingen te verheugen. Minister Drees had volkomen gelijk, toen hij in de toespraak tot de Rotterdamse schooljeugd ook nog zeide, dat er zich waarlijk geen reden voordoet tot leedvermaak over de moeilijkheden, waarvoor "de R.I.S. zich ge plaatst ziet. Verreweg het beste zou zijn geweest, als het bewind te Djakarta tijdig voor een samensmelting van T.N.I. en K.N.I.L. zorg had gedragen en aan be kwame aanvoerders van het K.N.I.L. in dat gene wat dan het nationale leger van de Indonesische Federatie geworden zou zijn, belangrijke vertrouwensposten had toege kend. Dan zou men over een voldoende krachtig machtsapparaat hebben beschikt. Nederland staat er buiten Nederland staat volkomen buiten de hier geschetste verwikkelingen. Hetzelfde geldt ook voor de nog in Indonesië aanwezig zijnde Nederlandse troepen.- De R.I.S. kan aan Nederland bijstand vragen, welke op zulk een verzoek ver leend zou moeten worden. Intussen is het echter wel duidelijk, dat aan een derge lijke gang van zaken verschillende ernstige bezwaren verbonden zouden zijn. In tal van opzichten zou het zeer gelukkig zijn, indien de R.I.S. in staat zou zijn voor vol doende ordeherstel' zorg te dragen. Allen, die het belang inzien van rust en orde in de Republiek van de Verenigde Staten van Indonesië, en van een zo snel mogelijke groei van een degelijke staat, waarmee andere landen kunnen samenwerken, zul len en moeten vurig hopen, dat die groei zich weldra zal voltrekken. En zeker valt te hopen, dat evenmin de uitersten van links (de communisten) als de uitersten van rechts, zoals de Daroel-Islam, de over hand zullen krijgen. In deze beide gevallen zou een samenwerking als hier bedoeld wordt ten enen male uitgesloten zijn. Ralley van Monte Carlo Kantoormachinehandel p. hartog HAARLEM - SCIIOTERYVEG 122 - TEL. 12681 Schrijf-, teU en rekenmachines Kantoormeubilair (Adv.) Dorpentocht in Noordholland Het ziet er naar uit, dat de schaatsenrijders Zondag hun hart op kunnen, halen aan de traditionele dorpentocht in Noordholland- Wij geven een overzicht van de routes. Het is niet uitgesloten, dat plaatselijke omstan digheden nog kleine wijzigingen in het tra ject noodzakelijk maken. De deelnemers kunnen starten in Zaandam, Purmerend en Hoorn. De af te leggen trajecten kunnen, naar keuze 40, 50, 75 of 90 km. bedragen. Biljarten Kampioenschap driebanden In Enschede worden de wedstrijden om het kampioenschap hoofdklasse drie banden gehouden. De stand na de tweede dag luidt: 1. Wevers 6 p.; 2. Broekhuizen 6 p.; 3. Baay 4 p.; 4. Verbeek 4 p.; 5. Bornkamp 4 p.; 6. Stikkelman 4 p.; 7. Sweering 2 p.; 8. Louwaard 2 p. Wedstrijden afgelast Alle wedstrijden, voor Zaterdag 28 en Zon dag 29 Januari door de KNKB vastgesteld, zijn afgelast. Het programma is opgeschoven naar Zaterdag 11 en Zondag 12 Februari. Het programma van Zaterdag 21 en Zondag 22 Januari geldt thans voor Zaterdag 4 en Zondag 5 Februari. SPORTTENTOONSTELLING TE NIJME GEN. Het Nijmeegse sportcomité zal in samenwerking met de stichting „Vivat Nóviomagum" in de Novemhallen te Nijme gen gedurende de maand Mei een sport- tentoonstelling houden. Men is van plan er veertig stands in te richten. Tijdens de ten toonstelling zullen in de hallen sportdemon- straties gegeven worden. Gatsonides en Barendregt bezetten tweede plaats De officiële rangschikking voor de ver schillende klassen van de ra'llye van Monte Carlo luidt: Klasse twee (1100—1500 cc): 1. Scaron en Pascal, Frankrijk, met Simca 8; 2. Angelvm en Chaboud, Frankrijk, met Simca 8; 3. Du bois en De Cortanze, Frankrijk, met Peugeot. Klasse drie (tot 1100 cc.): 1. Quinlin, Frankrijk, met Simca 8; 2. Treybal, Tsjecho- slovakije, met Simca 8; 3. Sandt en Grosgo- geat, Frankrijk, met Renault. Klasse vier (tot 750 cc.): 1- H. van der Heyden en I. A. Langestraat, Nederland, met Dyna Panhard; 2. Lapchin en Plantivaux, Frankrijk, met Panhard; 3. Martin, Frankrijk, mét Simca 6. Coupe des dames: 1. mevrouw G. Konauit en R. Gordine, Frankrijk met Simca 8; 2. mevrouw Greta Molander. Noorwegen; 3. mevrouw A. J. Gravin van Limburg Stirum —Van Vredenibureh. mevrouw A. J. Stahl Wytema cn mevrouw E. M. M de Marez OyensVan Vredenburch, Nederland met Ford. Het officiële algemene klassement van de Rallye ziet er als volgt uiti: 1 Becquart en Secret. Frankrijk, met Hotchkiss 45.2 pnt.: 2. Gatsonides en Baren dregt," Nederland, met Humbel- Snipe, 46,58 pnt; 3. Quinlin, Frankrijk, met Simca 8, 49,58 pnt,; 4. Scaron en Pascal, Frankrijk, met Simca 8. 50,3 pnt.; 5. Angelvin en Chaboud, Frankrijk, met Simca 8, 71,82 pnt. Deze vijf ploegen zijn zonder straf punten aangekomen en hebben de regelmatigheids- en snelheidsproef afgelegd. De klassering van de 25 geplaatste Neder landse ploegen is als volgt: 2e. Gatsonides Barendregt met Humiber Snipe 46.58 pnt.; 7e. dr. J. Spencert van Eyk, J. G. H. Krapels en ir. A. Paulen met Chevrolet 43.2 pnt.; 17e. H, van der HeydenI. A. Langestraat met Dyna Panhard, 105 p.; 32e. J. KreiselJ. J, C, Perk met Renault 152 pnt.; 36e. H. Ch. HeidemanJ. B, F. Bosch Ridder van Rosen thal met Vauxhall. Als bijzonderheid kan nog worden mede gedeeld "dat dit Nederlandse team aanvan kelijk door een vergissing van de organisa toren in het geheel niet bij de reglementair aangekomen équipes stond vermeld. Dank zij de interventie van de beide K.N.A.-officials is dit daarna nog gebeurd met het resultaat dat dit team de vijfde plaats van de Neder landse équipes beeft bezet. 37e. A. A. Kóuweniberg—J. de Rooy: 45e. maj. J. D. K. Modderkolkdrs. J. van Riel en W. J. Prinsen; 50e. J. Th. M. Knegtel- W. P. A. M. Mutsaerts; 54e. J. M. Beekman —maj. J. L. Flinterman; 57e. Wv de Jong mevr. M. J. de JongLaming; '78e. W. A, GerlachB. Nyhoffmevr. Gerlach Schou ten; 81e. L. J. SavelkoulsE. Speelman; 93e. J. L. Lom anJ. Lioni; 94e. H. de RijkCh. J. Bijl; 100e. A. BlanchardS. S. Niekerk; 101e. N. O VeenstraW. J. Thieme; 102e. A. G. W. Kluck—W. G. Kluck; 108e. mr, D. Egginkmevr. T. E. E. EgginkBlokker; 107e. P. BalckumJ. C. Baars; 113e. J. M. RupertJ. Verbeek; 117e. J. W. van der SpekE. B. Bedford: 121e. A. P. J. Govers— A. van Luyk; 129e. Oh. HarlaarJ. H. Apetz: 13Ie, mevrouw A. J. Gravin van Limburg StirumVan Vredenburch, mevr. A. J. Stahl Wytema, mevr. E. M. M. de Marez Öyens- Van Vredenburch met Ford; 133e. PI. Reich- mannK. F. J. Goelst. Er zijn'in totaal 135 teams geklasseerd van de 282 welke zijn vertrokken, dus minder dan 50 pet. Van de 57 Nederlandse équipes zijn er 26 in het klassement opgenomen. Voetbal Betekenis van de lichamelijke opvoeding en de sport Voor de jeugdleiders van voetbalclubs hield de heer D. Beets op uitnodiging van de commissie voor jeugdvoetbal der afdeling Haarlem van de Koninklijke. Nederlandse Voetbalbond in Brinkman te Haarlem een lezing over „De betékenis van de lichamelijke opvoeding en de sport voor de jeugd" na ingeleid te zijn door de waarnemend voor zitter der commissie, de heer W. P, J. En'te. De heer Beets zette in zijn inleiding uit een wat er verftaan moet worden onder lichamelijke opvoeding en onder sport.'Beidè zijn niet identiek en iliet volkomen gelijk waardig. Ten aanzien van de voetbalsport, merkte spreker op, dat het comerciële een veel te belangrijke rol gaat spelen. Het be halen van een kampioenschap wordt vaak als doel gesteld en het sportevenement wordt daaraan ondergeschikt gemaakt. „Wij zijn op het hellend vlak en wij zullen heel.erg moe ten oppassen om niet helemaal af te glijden", aldus spreker. Sprekende over het sociale aspect van de lichamelijke opvoeding zeide de inleider, dat het grootste deel van de jeugd na het verlaten der schoolbanken in het arbeids proces betrokken wordt. Dan is juist van belang, dat zij lichaamsoefeningen doet, want die verhogen d'e arbeidsprestaties. Op het ogenblik vraagt ook het probleem van de vrije tijdsbesteding de aandacht. Op dit ter rein hebben de lichamelijke opvoeding en de sport een zeer belangrijke taak te vervullen. Gezonde sportbeoefening heeft een weldadige vermoeidheid tot gevolg, die dan weer resul teren zal in goede eetlust en een verkwik- kende slaap. Lichemelijke opvoeding, mits goed geleid, levert een zeer belangrijke posi tieve bijdrage tot verhoging van de arbeids- gescfoiktheid, de arbeidslust en de maat schappelijke belangstelling van de jonge arbeider-. Spreker zette uiteen welke betekenis d'e lichamelijke opvoeding heeft ten aanzien van de preventieve geneeskunde en ten aanzien van de militaire weerbaarheid en wat het psychische aspect van dit alles is. De leiding gevende personen moeten een juiste opvat ting van hun taak hebben en weten wat wel en niet verantwoord is. Zij moeten het niet alleen weten, maar er ook naar handelen. Dan alleen zal de lichamelijke opvoeding een factor van betekenis kunnen zijn. Prof. Snijders heeft eens gezegd, dat de lichame lijke opvoeding een tweesnijdend zwaard is. Goed toegepast is zij een zegen en verkeerd NEERLANDS VREEMDSTE SCHOOL Harde leerschool in prachtige omgeving Temidden van de wondermooie natuur van het Geuldal ligt, vlak buiten Valken burg, een bescheiden dierentuin. Een dierentuin met vele heuvels en dalen. En op het hoogste punt staat een klein bakstenen gebouwtje. Wie er binnen gaat, slaat meteen de benauwend doordringende stank tegen, die roofdieren eigen is. In die sfeer is de vreemdste school, die wij in Nederland kennen, gevestigd: de school voor domp teurs. Voor jonge mensen, die niets liever willen, dan de rest van hun leven met een „nummer wilde dieren" op te treden in een circus. En zij krijgen les van de stief zoon van één der grootsten op dit gebied: Hagenbeek. Zelf heet hij Klant. Langs twee wanden van het gebouwtje zijn vrij kleine kooien gebouwd, die ieder vijf of zes leeuwen of ijsberen of bruine beren bevatten. Vrijwel de gehele rest van de beschikbare ruimte wordt verder in beslag genomen door de „piste", een grote ronde kooi, omringd door hoge hekken. Daarin staan de werktuigen, die nodig zijn voor de opleiding: pyramides en plateaux voor de leeuwen, fietsjes en schommels voor' de beren. In zo'n omgeving werken de heer Klant en zijn disci pelen, die trouwens ook op zich zelf al een ongewoon troep je vormen: Fabienne Fleureau, 24 jaar, Frangaise, vroeger mannequin en vrij wel onbekende actri ce in een theater aan het Parijse Place Pi- galle. Een klein jaar geleden hoorde zij toevallig in Parijs van deze school en is op goed geluk naar Hol land gekomen; toen ze hoorde, dat ze hiet onmiddellijk in Valkenburg terecht zou kunnen, heeft zij nog een tijdje in Am sterdam en Maas tricht haar oude vak van mannequin weer opgenomen. Nu staat ze in die kleine kooi en geeft commando's en brokjes rauw vlees aan zeven Ber berleeuwen. 's Oeh- tens en 's avonds moet zij de hokken van de dieren helpen schoonmaken, teza men met de andere leerlingen. Tezamen met Dolly Frappon, die analyste is geweest op het in- .in stituut voor vergelij kende physiologie van de Utrechtse univer siteit. Zij heeft al met beren gewerkt, maar liever zou ze leeuwen hebben. „Maar", zegt ze, „dat kan nog wel even wachten. Als je zoveel van dieren houdt als ik, dan zou je desnoods in een honden- en kattenasyl gaan werken." Onderwijl snijdt ze enorme brokken afgekeurd vlees: het diner voor de leeuwen. Adriaan Berman uit Den Haag was vroe ger al twee jaar oppasser geweest in de Wa.ssenaarse Dierentuin. Maar daarna had hij-in Duitsland gezeten en vervolgens drie jaar als oorlogsvrijwilliger op Oost-Jaya. Zijn specialiteit-is'ijsberen en'tez'arrièh mét Fabienne en haar leeuwen, vertrekt hij in Maart naar het circus Straszburger. Gaston Bosman, een geboren en getogen Maastrichtenaar, kwam regelrecht van school naar Valkenburg. „En place", klinkt opeens fel de stem van de directeur van de school door de kleine' ruimte en gehoorzaam springen de leeuwen elk op het kleine platje," dat hen is toege wezen. Behalve Lola. „Lola is dom en eigenwijs', verklaart de heer Klant en knallend roept deze kleingebouwde man, die wat zijn uiter lijk betreft onderwijzer had kunnen zijn, of filiaalhouder: „Lolaen place". Daar kan Lola niet tegen op en grommend rent zij naar haar plaats. Maar zij blijft lastig en in vloeiend Frans vertelt de heer Klant aan Fabienne, die buiten de kooi scherp op iedere beweging van leraar en dieren staat te letten, hoe zij Lola aan moet pakken. Wqnt het zijn „haar leeuwen" en een kwar tiertje later moet zij zelf de kooi in met een tasje vlees en een korte, dunne stok, die alleen dient om het vlees aan de leeu wen aan te bieden. In de kooien langs de muur liggen de beren verveeld voor zich uit te kijken of te slapen, zonder enige belangstelling voor de prestaties van de leeuwen. Geheel tegen overgesteld aan de leeuwen, die later op de dag allemaal naast elkaar oplettend iedere beweging van de ijsberen volgen. De ijsberen, die al volledig worden „op gevoed" door de ex-militair Berman. Maar (Adv.j behalve opgevoed ook verzorgd en gevoe derd en tweemaal daags met koud water afgespoten worden door deze leerling, die vertelt, dat hij in Pasoeroean öp Oost-Java al een hele verzameling apen en tijgerwel- pén had. De dieren zijn van de heer Klant Maar, zoals hij zelf zegt, „ik ben een slavenharh delaar". Als een bepaald nummer 'klaar is, verhuurt hij dompteur en dieren aan een circus. De leerlingen blijven, zo lang als zjj dat willen, onder vijfjarige contracten', in dienst van dè heer Klant. Jean Miohon, die vroeger kantoorbediende was in Maastricht treedt nu met een leeuwennummer op in Brussel. Daarna gaat hij voor een tijdje naar circussen in Duitsland en Engeland, om vervolgens weer een paar maanden de lessen in Valkenburg te volgen. Het is een zwaar leven, dat die toekom stige dompteurs en dómpteuses, dié u over enige tijd met veel zwier en ophef'in een circus zult horen aankondigen, in Klant's dompteursschool hebben. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds bij zevenen moeten zij aan één stuk door zwoegen en draven, Maar zij worden dan ook, behalve in de allereerste beginperiode, betaald, ondanks het feit dat zij'leerlingen zijn. Dat ligt ten dele aan hun leermeester, die zelf een harde school heeft gehad. Die jaren lang stalknecht was en berijder in een kamelennummer. Daarna pas hulp. dompteur en eindelijk dan dompteur. Hij werkte in vele circussen, in '40 ging hij als inspecteur naar Blij dorp en in '45 vestigde hij zich in dit belangrijkste toeristencen trum van het Zuiden. Als men tenslotte na een. bezoek aan deze school weer vertrekt, heeft, men nog steeds de begin-indruk overgehouden, dat dit wel de vreemdste school van Nederland is. Maar uit de gesprekken met de leerlin gen is dan wel heel duidelijk gebleken, dat deze toekomstige circusmensen geen ro mantische mislukkelingen van de gewone maatschappij zijn, maar volstrekt normale jongelui, die zioh een wat ongewoon beroep tot ideaal hebben gekozen. Ondanks alle vooroordelen en ook werkelijke nadelen Want het is zeker, dat het dagelijks leven van de dompteur zich niet alleen afspeelt in het prachtige, helgekleurde pak, gevan gen in de felle bundels van de schijnwer pers. Het ademlozepubliek is er ook niet altijd. En gevaar? „Ach," zeggen zij zelf, „ei bestaat geen gevaar zo lang je zéker bent van jezelf. Als je dat niet meer bent, ja, dan wordt het gevaarlijk. Maar er zijn wel 'ge vaarlijker beroepen dan het onze." Dat is de sfeer, daar in Valkenburg. Pret. tig, hulpvaardig voor elkaar en hard wer kend. Maar tooh is het een vreemde school, toegepast zal zij in alle opzichten schade be rokkenen. Spreker was van mening, dat de sport zichzelf niet bedreigt, doch de mensen bedreigen haar door haar 'ware doelstellingen te negeren en er andere Voor in de plaats te stellen. Is het niet te betreuren, dat er ouders zijn, die de lichamleijke opvoeding een warm hart toedragen, doch die blij zijn, dat hun zoon niet zo goed voetbalt? vroeg spreker. Dit stemt tot nadenken en is voor hem een bewijs, dat hier toch iets niet in orde is. Zich tenslotte tot de jeugdleiders wendend zeide spreker, dat zij aangewezen zijn om leiding te geven aan de jeugd. Indien hun leiding zich beperkt tot het opleiden van voetballers zonder meer, dan stellen deze leiders zich niet in dienst van de lichamelijke opvoeding. Zij moeten trachten d'e jeugd sportiviteit bij te brengen, chauvinisme tegen te gaan en er voor te zorgen, dat de be oefening van het voetbalspel de gezondheid bevordert en niet verbruikt, de jeugd, hygië nische gewoonte bij brengen, haar te leren zich te onderwerpen aan de leiding van de scheidsrechters en goede verliezers te zijn, aldus de heer Beets. Rumoer over de koning in de Belgische Kamer Bij de debatten in de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers over het voorstel tot het houden van een volksraad pleging over de terugkeer van koning Leopold, deed zich gisteren een ernstig incident voor. Toen de voorzitter van de Belgische so cialistische partij Buset aan het woord was en op een zeker ogenblik in de loop van zijn betoog verklaarde: „Indien de Koning naar België terugkeertviel zijn par tijgenoot Fiévet, voordat Buset zijn zin had uitgesproken hem in de rede en riep uit: dan wordt hij neergeschoten". Deze uitroep ontlokte niet alleen felle protesten van de Katholieke en liberale banken, doch verwekte eveneens heel wat ontsteltenis in de socialistische gelederen. Buset verklaarde onmiddellijk, dat hij deze opvatting persoonlijk niet kon onderschrij ven en andere socialisten poogden de on voorzichtige verklaring van hun partijge noot te verzachten. Fiévet verklaarde evenwel, dat hij in naam van het ondergronds verzet had ge sproken en liet niet veel twijfel bestaar over de juiste waarde van zijn uitroep, Spaak, die kennelijk verlegen was met deze uitlating van zijii partijgenoot, begaf zich onmiddellijk naar diens zitplaats om hein te bewegen zijn woorden in te trekken! Fiévet gaf hieraan echter geen gevolg. Ook de voorzitter kon Fiévet hiet be wegen zijn woorden terug te nemen. Tot grote teleurstelling van de belang stellenden op de publieke tribune heeft Spaak ook gisteren nog niet het woord ge voerd over het voorstel tot het houden van een volksraadpleging en beperkte hij zich er toe notities te maken. De Belgische ministerraad zal. Dinsdag beslissen over de status van de echtgenote van koning Leopold en van de uit dit hu welijk gesproten zoon prins Alexander, bij een eventuele terugkeer van de vorst naar België. De 375ste dies natalis van de Leidsc universiteit zal dit jaar op 4, 5 en 8 Februari worden gevierd. Op 4 Februari wordlt een voorstelling gegeven van „De quadiratuur van de cirkel" van Valentine Kataev. Op 5 Fe bruari zullen prof. dr. W. J. M. A. Assel- bergs en prof. dr. P. Minderaa spreken over; „De betekenis van het Christendom voor de universitaire gemeenschap" en prof. dl-. J. J. L. Duyvendak over „De wijsbgeerte van het niets-doen". Op 8 Februari zal die rector magnificus, prof. dr. B. A, van Groningen, de diesrede uitspreken. FEUILLETON door Mevr. I. M. C. Bijleveld-Celinck ■>.4) Needaar kan ik niet verder over uit wijden, dat kan ik toch niet beschrijven. hoe vreselijk dat geweest is. Ik was veer tien toen het begon en John zestien. En twee jaar later was het afgelopen, O, Peter, ik weet niet of jij wel eens zoiets hebt meegemaakt.dat het liefste dat je op ie wereld hebt je wordt afgenomen :angzaam, tergend langzaam en onder een vreselijk lijden. Haar ogen.... haar ogen uit die tijd waarmee ze ons aanzag.... ik zal ze nooit vergeten. En dat je dan machteloos bent, dat je niets kunt doen om dat lijden van haar af te nemen en om -haar te behouden! Niets. De dokter niet en de professoren niet en niemand op de hele wereld.de hele wetenschap niet! Wij waren in de puberteitsjaren, Jöhn en ik; we waren jong en heftig en soms waren we woedend. Woedend om die machteloosheid! En als je dan de gave in je voelt dat je óók een onderzoeker kunt worden, als je weet dat er in de laatste jaren al zóveel ontdekkingen zijn gedaan, dan ga je toch vanzelfsprekend méévech- ten, is het niet Peter? Dan ga je méévech- ten om de natuur dat geheim óók nog te ontworstelen. Dan stap je overal overheen: over vooroordelen en conventies; dan kan het je niet schelen wat de mensen later van je zullen zeggen maar je vecht. Je houdt vol en je laat niet los, onder geen enkele teleurstelling of vermoeienis. Wat geeft het dan of er in een preparaat geen neerslag komt die je toch zo vast en zeker verwacht hebt, of als je 's nachts moet overwerken en je in geen jaren vacantie hebt gehad? Je vecht; om andere moeders misschien te kunnen redden als het voor je eigen moeder dan te laat is geweest. Moe ders ogen.... ik zie ze altijd vóór me als ik in het laboratorium werk.... dat zegt John. Joan Camden zweeg abrupt en zag voor zich uit met grote ogen. Een geestdriftig gezichtje onder de grote zwarte hoed: be zield met een trilling om de warme, rode lippen. Peter Landt zag haar aan, diep ge troffen door haar verhaal, maar nog meer geboeid door de vertelster zelf. Nu was zij niet enkel meer een lief jongmeisje zoals daareven, dit was een.gevoelige jonge vrouw die in een groot verdriet een roe ping had ontdekt. Hoewel niet voor zich zelf: ze had tenslotte over haar broer ge sproken. Maar hoe volkomen had zij zich in zijn denkwijze ingeleefd! Ben je zó geheel één met je broer, Joan? Zij keek hem nu weer aan, zag hem eigenlijk weer, begreep hij. In haar don kere ogen leefde nog de emotie. Ja, zei ze. Ja. Wij zijn helemaal één. Wij waren natuurlijk altijd op elkaar aan gewezen. En na Moeders dood is onze band nog hechter geworden. Maar je ziet elkaar toch zo weinig? Ja, veel te weinig'. Maar we begrijpen elkaar altijd. Je eet niet, Joan. Och ja. Sorry Peter! Ik ben een on dankbare gast!" Ze nam haastig mes en vork, glimlachte, verontschuldigend. Het is toch erg lekker. Maar ik ben altijd een slechte eetster. En het is zo verschrikkelijk prettig om zo te praten. Ja, zei Peter. Verschrikkelijk prettig. Hij kon zijn ogen niet van haar afhouden. Wat was zij lief! Een schatDat ver haal daarevende emotie op haar ge zichtje, de gevoelige mond. En nu was ze weer bijna verlegen, deed zo kinderlijk haar best om vlug te eten, verzekerde tel kens dat het zo lekker was. En toch was ze geen kind om zo te zien: een heel ele gante verschijning in haar hoogslüitende zwarte jurk," met een kostbaar juweel aan de hals en een bijpassende armband om haar linkerpols. Ze droeg zwarte, open gewerkte handschoenen waarvan ze alleen de rechter had uitgetrokken. Om de linker handschoen sloot de kostbare armband en die deed ze liever niet af, zei ze.. Het staat geraffineerd! verzekerde haar gastheer. En Joan Camden glimlachte haar ver legen lachje. Terwijl zij at vertelde Peter Landt van zichzelf: het eenvoudig, onopgesmukt ver haal van een onopgesmukt leven dat altijd een rechte baan gevolgd had: gymnasium, werken op het laboratorium. Maar nu ga ik een ander leven be ginnen, zei Peter. Hoezo? vroeg zij. Ik vind mijn leven toch arm op deze manier, was zijn antwoord. Er is toch ook het geluk, ik bedoel het gewone mensen geluk? Ik hou van muziek en van de na tuur. Ik ga mij niet meer zo afsluiten; ik ben van plan om meer tijd voor mezelf te nemen. Wat meer uit te gaan en zo. ik ben tenslotte verschrikkelijk eenzaam.s Ze zag plotseling op, bijna ontsteld naar het scheen. Hun ogen ontmoetten elkaar. Dan boog ze weer het hoofd, diep over haar bord dat nu bijna leeg was, Hij zag de rode gloed weer stijgen in haar hals. Meisje, dacht hij. En hij vroeg: Je hebt me nu zoveel van je broer verteld, meer dan hij mij ooit in die twee jaar van zichzelf verteld heeft. Maar van jou zelf weet ik nog niets, Joan! Maar ik heb toch ook heel veel van mezelf verteld! verdedigde zij zich, heel veel. Van mijn jeugd heb ik je toch alles verteld. En van Vader en Moeder. Je weet nu toch al heel veel van me Ja, maar niet van je latere leven. Heb je ook een roeping, Joan?' Nee, zei ze zacht. Maar jij hebt toch ook iets waar je je aan wijdt? Jij hebt toch ook een levens doel, is het niet Joan? Jij hebt toch ook een gave voor iets, dat kan toch niet anders? Nee, zei ze weer. Ik ben maar een heel gewoon meisje. Nee. Dat ben je niet. Tóch wel. Vertel me dan eens van jezelf. Van je werk. Ik heb geen vast werk. Er is niets van mezelf te vertellenNiets.... Maar je moet toch iets uitvoeren? Nietsdat de moeite waard is. John heeft bij zijn geboorte meteen mijn hersens erbij gekregen. Ik ben niets.»., een heel gewoon meisje. Dat geloof ik niet. Waarom wil je niet over jezelf spreken, Joan? Het is de moeite niet waard. De kellner kwam afnemen en ze zwegeit Zij had haar hoofd weer gebogen; hij schoof zijn stoel ongemerkt naar haar toe. Het dessert werd neergezet en.hij bestelde meteen koffie. Zij bediende zich zwijgend van de pudding. Joan? Ja? Herinner jij je nog de Harwichbootl Welke Harwichboot? Toen we daar samen stonden. Aaï de railing. Weet je het nog, Joan? J< droeg dezelfde mantel als vanavond. Ik weet het niet. Welke avond waf dat dan? Joan! De belboei belde. En het wa een sterrenhemel. En jij kwam naast mi staan aan de railing. We spraken' samei Je moét het je herinneren! Ik weet het echt niet meer. Maarhet was iets heel bijzonders Ik heb het nooit kunnen vergeten. Zoal wij toen samen gesproken hebben. D eerste keer dat ik jou ontmoet heb. J; en ik. Daar samen aan de railing. Ik mof er altijd weer aan denken. Ik geloof dat je je vergist Peter. C het was een ander meisje. Een ander meisje? Jij was het Joar Jij alleen! Er was nooit iemand" ande dan jij.... (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1950 | | pagina 6