nkele achtergronden der jongste
gebeurtenissen in Indonesië
In Valkenburg leert men dieren temmen
Ruwehanden?pUR9L
De verdwenen
formules
Zaterdag 28 Januari .1950
(Van onze parlementaire redacteur)
Nederland bezit in zijn eerste minister,
dr. Drees, een man met nuchtere werke
lijkheidszin. Hiervan heeft hij opnieuw
blijk gegeven, toen hij dezer dagen over
Indonesië voor de Rotterdamse schooljeugd
sprak. Bij die gelegenheid zei minister
Drees onder meer „Er is een jonge staat,
met alle fouten en gebreken, welke met
het ontstaan gepaard zijn gegaan. Er zal de
eerste tijd veel onrust zijn, de welvaart zal
er geringer zijn dan voorheen.Welnu,
van de zwakheden en fouten aan de jonge
staan eigen, mede door de wijze, waarop
deze is geboren, is sinds ruim een week
inderdaad wel iets gebleken. De eerste we
ken na de souvereiniteitsoverdracht gaven
een opvallende rust te zien. Dat- was op
zichzelf een verblijdende verrassing. Maar
niettemin moest men rekening houden met
kansen op moeilijkheden, die de jonge
staat nog zou ondervinden. Die doen zich
thans voor. Er hebben sinds kort enige ac
ties plaats gehad, gericht tegen het machts
apparaat van de Republiek van de Ver
enigde Staten van Indonesië, welke duide
lijk de zwakheid van dat machtsapparaat
lieten zien. Eerst is dat in Bandoeng ge
beurd en nauwelijks hadden rebellen te
gen de gewapende macht van de republiek
zich vandaar verwijderd of zij begonnen
in de hoofdstad Djakarta op te treden.
De Republiek van de Verenigde Staten
van Indonesië bleek met haar leger (de
T.N.I.) en politie niet voldoende by machte
om aan het onwettig optreden van de op
standelingen een einde te maken. Voor dit
verschijnsel valt zeker meer dan éen ver
klaring te geven. Bovenal is de oorzaak
van de moeilijkheden gelegen in het feit,
dat in soms zeer uiteenlopende leringen,
teleurstelling enon tevredenheid heerst.
Gezamenlijk had men voor verwezenlij
king van hei ideaal van de vrijheid (Mer-
deka) gestreden. Nu - echter die vrijheid
bereikt is zijn er groepen, die in allerlei
opzichten minder verwezenlijkt zien dan
zij verwacht hadden.
Pasoendan
Als voorbeeld noemen wij een van de
achtergronden van de verwikkelingen, die
zich in de deelstaat Pasoendan voordoen.
Daar zijn thans heel wat mensen, die me
nen te bespeuren, dat op dit ogenblik al
leen een centraal overheidsgezag voldoende
Voor een goede gang van zaken, onder
meer ook op economisch gebied, kan zor
gen. Wie zo denken, wenden zich dus af
van de regering van de deelstaat om ver
langend uit te zien naar het centrale be
stuur. Voorts speelt, hierbij ook een rol de
tegenstelling tussen de oude feodale macht
hebbers, die allerminst, gesteld zijn op het
meer modern denkende centrale bestuur,
eri aan.de andere kant de jongere intellec
tuelen, die meer voor een krachtige een
heidsstaat gevoelen dan voor in. hun ogen
zwakke, niet op gezonde grondslag berus
tende deelstaten. Voorts zijn er'naast avon
turiers, die voor alles en nog wat te vinden
zijn, ongetwijfeld ook weergroepen, die
het bewind van minister-président Hatta
verwijten, juist te weinig de rechten van
dé deelstaten te willen eerbiedigen en ten
slotte tezeer te streven naar ber.eik.ihg van
een Indonesische eenheidsstaat. Zij dragen
daarom het bewind van Soekarno en Hatta
geen- goed.hart tóe.. Hetzelfde is hef-.geval,
maar weer om eén geheèl; andere reden,
met de fel godsdienstige beweging, van de
Daroel Islam, die van de opzet van.de In
donesische federatie zoals zij nu is eigen
lijk niets willen weten, omdat al wat tot
dé Daroel Islam behoort .slechts tevreden
zou zijn als Indonesië een zuivere Mos
lim-staat zou zijn. Voor de Daroel Islam
is elke samenwerking met niet Islamieti-
sche staten eigenlijk uit den boze. Zou
deze beweging de-, overhand krijgen, dan
zou elkeen in Indonesië, die niet een recht
zinnig Islamiet is. geen leven mger hebben.
Niettemin bestaat er reden te over om aan
te nemen, dat. op het ogenblik een belang
rijk deel van de gewapende rebellen, die
tot het Christendom overgegane Indone
siërs zijn, gemene zaak maken met.de
Daroel Islam. Met name bestaat er in dat
opzicht een ernstig vermoeden ten opzichte
van tal van ontevreden Ambonezen en
Timorezen, die destijds deel hebben uitge
maakt van de Koninklijke Nederlands-
Indische'Landmacht (het K.N.I.L.) en die
zich thans richten tegen leger (T.N.I.) en
politie van de Republiek der Verenigde
Staten van Indonesië.
Westerling
Deze goed gewapende strijders hebben
een aanvoerder gevonden in de reeds her
haaldelijk in de jongste berichten genoem
de kapitein Westerling. Als kapitein van
het K.N.I.L. heeft hij destijds onder Ne
derlandse vlag gevochten tegen hen, die
onrust veroorzaakten. Van nationaliteit is
hij Nederlander, maar als zoon van een
Turkse moeder is hij Mohammedaan. Ge
ruime tijd geleden heeft hij uit het K. N.
I. L. ontslag genomen. Nu treedt hij als
aanvoerder van de rebellen op. Eerst
heette het, dat hij opkwam voor de rechten
van de deelstaat Pasoendan, die hij door
de centrale regering te Djakarta belaagd
zag. Vervolgens heeft hij te kennen gege
ven alleen de bescherming van de Indone
sische bevolking te beogen tegen de T.N.I.
Hier raak ik een van de zwakke plekken
in het tot nu toe door het bewind-Hatta
gevoerde beleid. In het vooruitzicht was I
gesteld een samensmelting van T.N.I. en
K.N.I.L. Daarvan is echter nog niets ge
komen en dit heeft in de gelederen van het
K.N.I.L, verbittering en onrust verwekt,
Dit alles gaat ver uit boven de van elk
politiek inzicht gespeend^ Westerling, die
waarschijnlijk de geesten die hij heeft op
geroepen al niet meer meester is. Éen en
ander is zeker ver van verblijdend voor de
Republiek van de Verenigde Staten van
Indonesië (R.I.S.) Maar ook voor anderen
bestaat er geen reden om zich over deze
verwikkelingen te verheugen. Minister
Drees had volkomen gelijk, toen hij in de
toespraak tot de Rotterdamse schooljeugd
ook nog zeide, dat er zich waarlijk geen
reden voordoet tot leedvermaak over de
moeilijkheden, waarvoor "de R.I.S. zich ge
plaatst ziet. Verreweg het beste zou zijn
geweest, als het bewind te Djakarta tijdig
voor een samensmelting van T.N.I. en
K.N.I.L. zorg had gedragen en aan be
kwame aanvoerders van het K.N.I.L. in dat
gene wat dan het nationale leger van de
Indonesische Federatie geworden zou zijn,
belangrijke vertrouwensposten had toege
kend. Dan zou men over een voldoende
krachtig machtsapparaat hebben beschikt.
Nederland staat er buiten
Nederland staat volkomen buiten de hier
geschetste verwikkelingen. Hetzelfde geldt
ook voor de nog in Indonesië aanwezig
zijnde Nederlandse troepen.-
De R.I.S. kan aan Nederland bijstand
vragen, welke op zulk een verzoek ver
leend zou moeten worden. Intussen is het
echter wel duidelijk, dat aan een derge
lijke gang van zaken verschillende ernstige
bezwaren verbonden zouden zijn. In tal
van opzichten zou het zeer gelukkig zijn,
indien de R.I.S. in staat zou zijn voor vol
doende ordeherstel' zorg te dragen. Allen,
die het belang inzien van rust en orde in
de Republiek van de Verenigde Staten van
Indonesië, en van een zo snel mogelijke
groei van een degelijke staat, waarmee
andere landen kunnen samenwerken, zul
len en moeten vurig hopen, dat die groei
zich weldra zal voltrekken. En zeker valt
te hopen, dat evenmin de uitersten van
links (de communisten) als de uitersten
van rechts, zoals de Daroel-Islam, de over
hand zullen krijgen. In deze beide gevallen
zou een samenwerking als hier bedoeld
wordt ten enen male uitgesloten zijn.
Ralley van Monte Carlo
Kantoormachinehandel
p. hartog
HAARLEM - SCIIOTERYVEG 122 - TEL. 12681
Schrijf-, teU en rekenmachines
Kantoormeubilair
(Adv.)
Dorpentocht in Noordholland
Het ziet er naar uit, dat de schaatsenrijders
Zondag hun hart op kunnen, halen aan de
traditionele dorpentocht in Noordholland-
Wij geven een overzicht van de routes. Het
is niet uitgesloten, dat plaatselijke omstan
digheden nog kleine wijzigingen in het tra
ject noodzakelijk maken. De deelnemers
kunnen starten in Zaandam, Purmerend en
Hoorn. De af te leggen trajecten kunnen,
naar keuze 40, 50, 75 of 90 km. bedragen.
Biljarten
Kampioenschap driebanden
In Enschede worden de wedstrijden om
het kampioenschap hoofdklasse drie banden
gehouden.
De stand na de tweede dag luidt:
1. Wevers 6 p.; 2. Broekhuizen 6 p.; 3.
Baay 4 p.; 4. Verbeek 4 p.; 5. Bornkamp 4 p.;
6. Stikkelman 4 p.; 7. Sweering 2 p.; 8.
Louwaard 2 p.
Wedstrijden afgelast
Alle wedstrijden, voor Zaterdag 28 en Zon
dag 29 Januari door de KNKB vastgesteld,
zijn afgelast. Het programma is opgeschoven
naar Zaterdag 11 en Zondag 12 Februari. Het
programma van Zaterdag 21 en Zondag 22
Januari geldt thans voor Zaterdag 4 en
Zondag 5 Februari.
SPORTTENTOONSTELLING TE NIJME
GEN. Het Nijmeegse sportcomité zal in
samenwerking met de stichting „Vivat
Nóviomagum" in de Novemhallen te Nijme
gen gedurende de maand Mei een sport-
tentoonstelling houden. Men is van plan er
veertig stands in te richten. Tijdens de ten
toonstelling zullen in de hallen sportdemon-
straties gegeven worden.
Gatsonides en Barendregt
bezetten tweede plaats
De officiële rangschikking voor de ver
schillende klassen van de ra'llye van Monte
Carlo luidt:
Klasse twee (1100—1500 cc): 1. Scaron en
Pascal, Frankrijk, met Simca 8; 2. Angelvm
en Chaboud, Frankrijk, met Simca 8; 3. Du
bois en De Cortanze, Frankrijk, met Peugeot.
Klasse drie (tot 1100 cc.): 1. Quinlin,
Frankrijk, met Simca 8; 2. Treybal, Tsjecho-
slovakije, met Simca 8; 3. Sandt en Grosgo-
geat, Frankrijk, met Renault.
Klasse vier (tot 750 cc.): 1- H. van der
Heyden en I. A. Langestraat, Nederland, met
Dyna Panhard; 2. Lapchin en Plantivaux,
Frankrijk, met Panhard; 3. Martin, Frankrijk,
mét Simca 6.
Coupe des dames: 1. mevrouw G. Konauit
en R. Gordine, Frankrijk met Simca 8; 2.
mevrouw Greta Molander. Noorwegen; 3.
mevrouw A. J. Gravin van Limburg Stirum
—Van Vredenibureh. mevrouw A. J. Stahl
Wytema cn mevrouw E. M. M de Marez
OyensVan Vredenburch, Nederland met
Ford.
Het officiële algemene klassement van de
Rallye ziet er als volgt uiti:
1 Becquart en Secret. Frankrijk, met
Hotchkiss 45.2 pnt.: 2. Gatsonides en Baren
dregt," Nederland, met Humbel- Snipe, 46,58
pnt; 3. Quinlin, Frankrijk, met Simca 8,
49,58 pnt,; 4. Scaron en Pascal, Frankrijk, met
Simca 8. 50,3 pnt.; 5. Angelvin en Chaboud,
Frankrijk, met Simca 8, 71,82 pnt.
Deze vijf ploegen zijn zonder straf punten
aangekomen en hebben de regelmatigheids-
en snelheidsproef afgelegd.
De klassering van de 25 geplaatste Neder
landse ploegen is als volgt: 2e. Gatsonides
Barendregt met Humiber Snipe 46.58 pnt.;
7e. dr. J. Spencert van Eyk, J. G. H. Krapels
en ir. A. Paulen met Chevrolet 43.2 pnt.; 17e.
H, van der HeydenI. A. Langestraat met
Dyna Panhard, 105 p.; 32e. J. KreiselJ. J,
C, Perk met Renault 152 pnt.; 36e. H. Ch.
HeidemanJ. B, F. Bosch Ridder van Rosen
thal met Vauxhall.
Als bijzonderheid kan nog worden mede
gedeeld "dat dit Nederlandse team aanvan
kelijk door een vergissing van de organisa
toren in het geheel niet bij de reglementair
aangekomen équipes stond vermeld. Dank zij
de interventie van de beide K.N.A.-officials
is dit daarna nog gebeurd met het resultaat
dat dit team de vijfde plaats van de Neder
landse équipes beeft bezet.
37e. A. A. Kóuweniberg—J. de Rooy: 45e.
maj. J. D. K. Modderkolkdrs. J. van Riel
en W. J. Prinsen; 50e. J. Th. M. Knegtel-
W. P. A. M. Mutsaerts; 54e. J. M. Beekman
—maj. J. L. Flinterman; 57e. Wv de Jong
mevr. M. J. de JongLaming; '78e. W. A,
GerlachB. Nyhoffmevr. Gerlach Schou
ten; 81e. L. J. SavelkoulsE. Speelman; 93e.
J. L. Lom anJ. Lioni; 94e. H. de RijkCh.
J. Bijl; 100e. A. BlanchardS. S. Niekerk;
101e. N. O VeenstraW. J. Thieme; 102e. A.
G. W. Kluck—W. G. Kluck; 108e. mr, D.
Egginkmevr. T. E. E. EgginkBlokker;
107e. P. BalckumJ. C. Baars; 113e. J. M.
RupertJ. Verbeek; 117e. J. W. van der
SpekE. B. Bedford: 121e. A. P. J. Govers—
A. van Luyk; 129e. Oh. HarlaarJ. H. Apetz:
13Ie, mevrouw A. J. Gravin van Limburg
StirumVan Vredenburch, mevr. A. J. Stahl
Wytema, mevr. E. M. M. de Marez Öyens-
Van Vredenburch met Ford; 133e. PI. Reich-
mannK. F. J. Goelst.
Er zijn'in totaal 135 teams geklasseerd van
de 282 welke zijn vertrokken, dus minder dan
50 pet. Van de 57 Nederlandse équipes zijn er
26 in het klassement opgenomen.
Voetbal
Betekenis van de lichamelijke
opvoeding en de sport
Voor de jeugdleiders van voetbalclubs
hield de heer D. Beets op uitnodiging van de
commissie voor jeugdvoetbal der afdeling
Haarlem van de Koninklijke. Nederlandse
Voetbalbond in Brinkman te Haarlem een
lezing over „De betékenis van de lichamelijke
opvoeding en de sport voor de jeugd" na
ingeleid te zijn door de waarnemend voor
zitter der commissie, de heer W. P, J. En'te.
De heer Beets zette in zijn inleiding uit
een wat er verftaan moet worden onder
lichamelijke opvoeding en onder sport.'Beidè
zijn niet identiek en iliet volkomen gelijk
waardig. Ten aanzien van de voetbalsport,
merkte spreker op, dat het comerciële een
veel te belangrijke rol gaat spelen. Het be
halen van een kampioenschap wordt vaak als
doel gesteld en het sportevenement wordt
daaraan ondergeschikt gemaakt. „Wij zijn op
het hellend vlak en wij zullen heel.erg moe
ten oppassen om niet helemaal af te glijden",
aldus spreker.
Sprekende over het sociale aspect van de
lichamelijke opvoeding zeide de inleider,
dat het grootste deel van de jeugd na het
verlaten der schoolbanken in het arbeids
proces betrokken wordt. Dan is juist van
belang, dat zij lichaamsoefeningen doet, want
die verhogen d'e arbeidsprestaties. Op het
ogenblik vraagt ook het probleem van de
vrije tijdsbesteding de aandacht. Op dit ter
rein hebben de lichamelijke opvoeding en de
sport een zeer belangrijke taak te vervullen.
Gezonde sportbeoefening heeft een weldadige
vermoeidheid tot gevolg, die dan weer resul
teren zal in goede eetlust en een verkwik-
kende slaap. Lichemelijke opvoeding, mits
goed geleid, levert een zeer belangrijke posi
tieve bijdrage tot verhoging van de arbeids-
gescfoiktheid, de arbeidslust en de maat
schappelijke belangstelling van de jonge
arbeider-.
Spreker zette uiteen welke betekenis d'e
lichamelijke opvoeding heeft ten aanzien van
de preventieve geneeskunde en ten aanzien
van de militaire weerbaarheid en wat het
psychische aspect van dit alles is. De leiding
gevende personen moeten een juiste opvat
ting van hun taak hebben en weten wat wel
en niet verantwoord is. Zij moeten het niet
alleen weten, maar er ook naar handelen.
Dan alleen zal de lichamelijke opvoeding
een factor van betekenis kunnen zijn. Prof.
Snijders heeft eens gezegd, dat de lichame
lijke opvoeding een tweesnijdend zwaard is.
Goed toegepast is zij een zegen en verkeerd
NEERLANDS VREEMDSTE SCHOOL
Harde leerschool in prachtige omgeving
Temidden van de wondermooie natuur van het Geuldal ligt, vlak buiten Valken
burg, een bescheiden dierentuin. Een dierentuin met vele heuvels en dalen. En op
het hoogste punt staat een klein bakstenen gebouwtje. Wie er binnen gaat, slaat
meteen de benauwend doordringende stank tegen, die roofdieren eigen is. In die sfeer
is de vreemdste school, die wij in Nederland kennen, gevestigd: de school voor domp
teurs. Voor jonge mensen, die niets liever willen, dan de rest van hun leven met een
„nummer wilde dieren" op te treden in een circus. En zij krijgen les van de stief
zoon van één der grootsten op dit gebied: Hagenbeek. Zelf heet hij Klant.
Langs twee wanden van het gebouwtje
zijn vrij kleine kooien gebouwd, die ieder
vijf of zes leeuwen of ijsberen of bruine
beren bevatten. Vrijwel de gehele rest van
de beschikbare ruimte wordt verder in
beslag genomen door de „piste", een grote
ronde kooi, omringd door hoge hekken.
Daarin staan de werktuigen, die nodig zijn
voor de opleiding: pyramides en plateaux
voor de leeuwen, fietsjes en schommels
voor' de beren.
In zo'n omgeving
werken de heer
Klant en zijn disci
pelen, die trouwens
ook op zich zelf al
een ongewoon troep
je vormen: Fabienne
Fleureau, 24 jaar,
Frangaise, vroeger
mannequin en vrij
wel onbekende actri
ce in een theater aan
het Parijse Place Pi-
galle. Een klein jaar
geleden hoorde zij
toevallig in Parijs van
deze school en is op
goed geluk naar Hol
land gekomen; toen
ze hoorde, dat ze
hiet onmiddellijk in
Valkenburg terecht
zou kunnen, heeft zij
nog een tijdje in Am
sterdam en Maas
tricht haar oude vak
van mannequin weer
opgenomen. Nu staat
ze in die kleine kooi
en geeft commando's
en brokjes rauw
vlees aan zeven Ber
berleeuwen. 's Oeh-
tens en 's avonds
moet zij de hokken
van de dieren helpen
schoonmaken, teza
men met de andere
leerlingen.
Tezamen met Dolly
Frappon, die analyste
is geweest op het in- .in
stituut voor vergelij
kende physiologie van de Utrechtse univer
siteit. Zij heeft al met beren gewerkt, maar
liever zou ze leeuwen hebben. „Maar",
zegt ze, „dat kan nog wel even wachten. Als
je zoveel van dieren houdt als ik, dan zou
je desnoods in een honden- en kattenasyl
gaan werken." Onderwijl snijdt ze enorme
brokken afgekeurd vlees: het diner voor
de leeuwen.
Adriaan Berman uit Den Haag was vroe
ger al twee jaar oppasser geweest in de
Wa.ssenaarse Dierentuin. Maar daarna had
hij-in Duitsland gezeten en vervolgens drie
jaar als oorlogsvrijwilliger op Oost-Jaya.
Zijn specialiteit-is'ijsberen en'tez'arrièh mét
Fabienne en haar leeuwen, vertrekt hij in
Maart naar het circus Straszburger.
Gaston Bosman, een geboren en getogen
Maastrichtenaar, kwam regelrecht van
school naar Valkenburg.
„En place", klinkt opeens fel de stem van
de directeur van de school door de kleine'
ruimte en gehoorzaam springen de leeuwen
elk op het kleine platje," dat hen is toege
wezen.
Behalve Lola. „Lola is dom en eigenwijs',
verklaart de heer Klant en knallend roept
deze kleingebouwde man, die wat zijn uiter
lijk betreft onderwijzer had kunnen zijn, of
filiaalhouder: „Lolaen place". Daar
kan Lola niet tegen op en grommend rent
zij naar haar plaats. Maar zij blijft lastig
en in vloeiend Frans vertelt de heer Klant
aan Fabienne, die buiten de kooi scherp op
iedere beweging van leraar en dieren staat
te letten, hoe zij Lola aan moet pakken.
Wqnt het zijn „haar leeuwen" en een kwar
tiertje later moet zij zelf de kooi in met
een tasje vlees en een korte, dunne stok,
die alleen dient om het vlees aan de leeu
wen aan te bieden.
In de kooien langs de muur liggen de
beren verveeld voor zich uit te kijken of te
slapen, zonder enige belangstelling voor de
prestaties van de leeuwen. Geheel tegen
overgesteld aan de leeuwen, die later op de
dag allemaal naast elkaar oplettend iedere
beweging van de ijsberen volgen.
De ijsberen, die al volledig worden „op
gevoed" door de ex-militair Berman. Maar
(Adv.j
behalve opgevoed ook verzorgd en gevoe
derd en tweemaal daags met koud water
afgespoten worden door deze leerling, die
vertelt, dat hij in Pasoeroean öp Oost-Java
al een hele verzameling apen en tijgerwel-
pén had.
De dieren zijn van de heer Klant Maar,
zoals hij zelf zegt, „ik ben een slavenharh
delaar". Als een bepaald nummer 'klaar is,
verhuurt hij dompteur en dieren aan een
circus. De leerlingen blijven, zo lang als zjj
dat willen, onder vijfjarige contracten', in
dienst van dè heer Klant. Jean Miohon, die
vroeger kantoorbediende was in Maastricht
treedt nu met een leeuwennummer op in
Brussel. Daarna gaat hij voor een tijdje
naar circussen in Duitsland en Engeland,
om vervolgens weer een paar maanden de
lessen in Valkenburg te volgen.
Het is een zwaar leven, dat die toekom
stige dompteurs en dómpteuses, dié u over
enige tijd met veel zwier en ophef'in een
circus zult horen aankondigen, in Klant's
dompteursschool hebben. Van 's ochtends
vroeg tot 's avonds bij zevenen moeten zij
aan één stuk door zwoegen en draven,
Maar zij worden dan ook, behalve in de
allereerste beginperiode, betaald, ondanks
het feit dat zij'leerlingen zijn.
Dat ligt ten dele aan hun leermeester,
die zelf een harde school heeft gehad. Die
jaren lang stalknecht was en berijder in
een kamelennummer. Daarna pas hulp.
dompteur en eindelijk dan dompteur. Hij
werkte in vele circussen, in '40 ging hij als
inspecteur naar Blij dorp en in '45 vestigde
hij zich in dit belangrijkste toeristencen
trum van het Zuiden.
Als men tenslotte na een. bezoek aan
deze school weer vertrekt, heeft, men nog
steeds de begin-indruk overgehouden, dat
dit wel de vreemdste school van Nederland
is. Maar uit de gesprekken met de leerlin
gen is dan wel heel duidelijk gebleken, dat
deze toekomstige circusmensen geen ro
mantische mislukkelingen van de gewone
maatschappij zijn, maar volstrekt normale
jongelui, die zioh een wat ongewoon beroep
tot ideaal hebben gekozen. Ondanks alle
vooroordelen en ook werkelijke nadelen
Want het is zeker, dat het dagelijks leven
van de dompteur zich niet alleen afspeelt
in het prachtige, helgekleurde pak, gevan
gen in de felle bundels van de schijnwer
pers. Het ademlozepubliek is er ook niet
altijd.
En gevaar? „Ach," zeggen zij zelf, „ei
bestaat geen gevaar zo lang je zéker bent
van jezelf. Als je dat niet meer bent, ja, dan
wordt het gevaarlijk. Maar er zijn wel 'ge
vaarlijker beroepen dan het onze."
Dat is de sfeer, daar in Valkenburg. Pret.
tig, hulpvaardig voor elkaar en hard wer
kend. Maar tooh is het een vreemde school,
toegepast zal zij in alle opzichten schade be
rokkenen. Spreker was van mening, dat de
sport zichzelf niet bedreigt, doch de mensen
bedreigen haar door haar 'ware doelstellingen
te negeren en er andere Voor in de plaats te
stellen. Is het niet te betreuren, dat er ouders
zijn, die de lichamleijke opvoeding een warm
hart toedragen, doch die blij zijn, dat hun
zoon niet zo goed voetbalt? vroeg spreker.
Dit stemt tot nadenken en is voor hem een
bewijs, dat hier toch iets niet in orde is.
Zich tenslotte tot de jeugdleiders wendend
zeide spreker, dat zij aangewezen zijn om
leiding te geven aan de jeugd. Indien hun
leiding zich beperkt tot het opleiden van
voetballers zonder meer, dan stellen deze
leiders zich niet in dienst van de lichamelijke
opvoeding. Zij moeten trachten d'e jeugd
sportiviteit bij te brengen, chauvinisme tegen
te gaan en er voor te zorgen, dat de be
oefening van het voetbalspel de gezondheid
bevordert en niet verbruikt, de jeugd, hygië
nische gewoonte bij brengen, haar te leren
zich te onderwerpen aan de leiding van de
scheidsrechters en goede verliezers te zijn,
aldus de heer Beets.
Rumoer over de koning
in de Belgische Kamer
Bij de debatten in de Belgische Kamer
van Volksvertegenwoordigers over het
voorstel tot het houden van een volksraad
pleging over de terugkeer van koning
Leopold, deed zich gisteren een ernstig
incident voor.
Toen de voorzitter van de Belgische so
cialistische partij Buset aan het woord was
en op een zeker ogenblik in de loop van
zijn betoog verklaarde: „Indien de Koning
naar België terugkeertviel zijn par
tijgenoot Fiévet, voordat Buset zijn zin had
uitgesproken hem in de rede en riep uit:
dan wordt hij neergeschoten".
Deze uitroep ontlokte niet alleen felle
protesten van de Katholieke en liberale
banken, doch verwekte eveneens heel wat
ontsteltenis in de socialistische gelederen.
Buset verklaarde onmiddellijk, dat hij deze
opvatting persoonlijk niet kon onderschrij
ven en andere socialisten poogden de on
voorzichtige verklaring van hun partijge
noot te verzachten.
Fiévet verklaarde evenwel, dat hij in
naam van het ondergronds verzet had ge
sproken en liet niet veel twijfel bestaar
over de juiste waarde van zijn uitroep,
Spaak, die kennelijk verlegen was met deze
uitlating van zijii partijgenoot, begaf zich
onmiddellijk naar diens zitplaats om hein
te bewegen zijn woorden in te trekken!
Fiévet gaf hieraan echter geen gevolg.
Ook de voorzitter kon Fiévet hiet be
wegen zijn woorden terug te nemen.
Tot grote teleurstelling van de belang
stellenden op de publieke tribune heeft
Spaak ook gisteren nog niet het woord ge
voerd over het voorstel tot het houden
van een volksraadpleging en beperkte hij
zich er toe notities te maken.
De Belgische ministerraad zal. Dinsdag
beslissen over de status van de echtgenote
van koning Leopold en van de uit dit hu
welijk gesproten zoon prins Alexander, bij
een eventuele terugkeer van de vorst naar
België.
De 375ste dies natalis van de Leidsc
universiteit zal dit jaar op 4, 5 en 8 Februari
worden gevierd. Op 4 Februari wordlt een
voorstelling gegeven van „De quadiratuur van
de cirkel" van Valentine Kataev. Op 5 Fe
bruari zullen prof. dr. W. J. M. A. Assel-
bergs en prof. dr. P. Minderaa spreken over;
„De betekenis van het Christendom voor de
universitaire gemeenschap" en prof. dl-. J. J.
L. Duyvendak over „De wijsbgeerte van het
niets-doen". Op 8 Februari zal die rector
magnificus, prof. dr. B. A, van Groningen, de
diesrede uitspreken.
FEUILLETON
door Mevr. I. M. C. Bijleveld-Celinck
■>.4)
Needaar kan ik niet verder over uit
wijden, dat kan ik toch niet beschrijven.
hoe vreselijk dat geweest is. Ik was veer
tien toen het begon en John zestien. En
twee jaar later was het afgelopen, O, Peter,
ik weet niet of jij wel eens zoiets hebt
meegemaakt.dat het liefste dat je op
ie wereld hebt je wordt afgenomen
:angzaam, tergend langzaam en onder een
vreselijk lijden. Haar ogen.... haar ogen
uit die tijd waarmee ze ons aanzag....
ik zal ze nooit vergeten. En dat je dan
machteloos bent, dat je niets kunt doen
om dat lijden van haar af te nemen en
om -haar te behouden! Niets. De dokter
niet en de professoren niet en niemand
op de hele wereld.de hele wetenschap
niet!
Wij waren in de puberteitsjaren, Jöhn
en ik; we waren jong en heftig en soms
waren we woedend. Woedend om die
machteloosheid! En als je dan de gave in
je voelt dat je óók een onderzoeker kunt
worden, als je weet dat er in de laatste
jaren al zóveel ontdekkingen zijn gedaan,
dan ga je toch vanzelfsprekend méévech-
ten, is het niet Peter? Dan ga je méévech-
ten om de natuur dat geheim óók nog te
ontworstelen. Dan stap je overal overheen:
over vooroordelen en conventies; dan kan
het je niet schelen wat de mensen later
van je zullen zeggen maar je vecht. Je
houdt vol en je laat niet los, onder geen
enkele teleurstelling of vermoeienis. Wat
geeft het dan of er in een preparaat geen
neerslag komt die je toch zo vast en zeker
verwacht hebt, of als je 's nachts moet
overwerken en je in geen jaren vacantie
hebt gehad? Je vecht; om andere moeders
misschien te kunnen redden als het voor je
eigen moeder dan te laat is geweest. Moe
ders ogen.... ik zie ze altijd vóór me als
ik in het laboratorium werk.... dat zegt
John.
Joan Camden zweeg abrupt en zag voor
zich uit met grote ogen. Een geestdriftig
gezichtje onder de grote zwarte hoed: be
zield met een trilling om de warme, rode
lippen. Peter Landt zag haar aan, diep ge
troffen door haar verhaal, maar nog meer
geboeid door de vertelster zelf. Nu was
zij niet enkel meer een lief jongmeisje
zoals daareven, dit was een.gevoelige jonge
vrouw die in een groot verdriet een roe
ping had ontdekt. Hoewel niet voor zich
zelf: ze had tenslotte over haar broer ge
sproken. Maar hoe volkomen had zij zich
in zijn denkwijze ingeleefd!
Ben je zó geheel één met je broer,
Joan?
Zij keek hem nu weer aan, zag hem
eigenlijk weer, begreep hij. In haar don
kere ogen leefde nog de emotie.
Ja, zei ze. Ja. Wij zijn helemaal één.
Wij waren natuurlijk altijd op elkaar aan
gewezen. En na Moeders dood is onze band
nog hechter geworden.
Maar je ziet elkaar toch zo weinig?
Ja, veel te weinig'. Maar we begrijpen
elkaar altijd.
Je eet niet, Joan.
Och ja. Sorry Peter! Ik ben een on
dankbare gast!" Ze nam haastig mes en
vork, glimlachte, verontschuldigend. Het
is toch erg lekker. Maar ik ben altijd een
slechte eetster. En het is zo verschrikkelijk
prettig om zo te praten.
Ja, zei Peter. Verschrikkelijk prettig.
Hij kon zijn ogen niet van haar afhouden.
Wat was zij lief! Een schatDat ver
haal daarevende emotie op haar ge
zichtje, de gevoelige mond. En nu was
ze weer bijna verlegen, deed zo kinderlijk
haar best om vlug te eten, verzekerde tel
kens dat het zo lekker was. En toch was
ze geen kind om zo te zien: een heel ele
gante verschijning in haar hoogslüitende
zwarte jurk," met een kostbaar juweel aan
de hals en een bijpassende armband om
haar linkerpols. Ze droeg zwarte, open
gewerkte handschoenen waarvan ze alleen
de rechter had uitgetrokken. Om de linker
handschoen sloot de kostbare armband en
die deed ze liever niet af, zei ze..
Het staat geraffineerd! verzekerde
haar gastheer.
En Joan Camden glimlachte haar ver
legen lachje.
Terwijl zij at vertelde Peter Landt van
zichzelf: het eenvoudig, onopgesmukt ver
haal van een onopgesmukt leven dat altijd
een rechte baan gevolgd had: gymnasium,
werken op het laboratorium.
Maar nu ga ik een ander leven be
ginnen, zei Peter.
Hoezo? vroeg zij.
Ik vind mijn leven toch arm op deze
manier, was zijn antwoord. Er is toch ook
het geluk, ik bedoel het gewone mensen
geluk? Ik hou van muziek en van de na
tuur. Ik ga mij niet meer zo afsluiten;
ik ben van plan om meer tijd voor mezelf
te nemen. Wat meer uit te gaan en zo.
ik ben tenslotte verschrikkelijk eenzaam.s
Ze zag plotseling op, bijna ontsteld naar
het scheen. Hun ogen ontmoetten elkaar.
Dan boog ze weer het hoofd, diep over
haar bord dat nu bijna leeg was, Hij zag
de rode gloed weer stijgen in haar hals.
Meisje, dacht hij. En hij vroeg:
Je hebt me nu zoveel van je broer
verteld, meer dan hij mij ooit in die twee
jaar van zichzelf verteld heeft. Maar van
jou zelf weet ik nog niets, Joan!
Maar ik heb toch ook heel veel van
mezelf verteld! verdedigde zij zich, heel
veel. Van mijn jeugd heb ik je toch alles
verteld. En van Vader en Moeder. Je weet
nu toch al heel veel van me
Ja, maar niet van je latere leven.
Heb je ook een roeping, Joan?'
Nee, zei ze zacht.
Maar jij hebt toch ook iets waar je
je aan wijdt? Jij hebt toch ook een levens
doel, is het niet Joan? Jij hebt toch ook
een gave voor iets, dat kan toch niet
anders?
Nee, zei ze weer. Ik ben maar een
heel gewoon meisje.
Nee. Dat ben je niet.
Tóch wel.
Vertel me dan eens van jezelf. Van
je werk.
Ik heb geen vast werk. Er is niets
van mezelf te vertellenNiets....
Maar je moet toch iets uitvoeren?
Nietsdat de moeite waard is.
John heeft bij zijn geboorte meteen mijn
hersens erbij gekregen. Ik ben niets.».,
een heel gewoon meisje.
Dat geloof ik niet. Waarom wil je
niet over jezelf spreken, Joan?
Het is de moeite niet waard.
De kellner kwam afnemen en ze zwegeit
Zij had haar hoofd weer gebogen; hij
schoof zijn stoel ongemerkt naar haar toe.
Het dessert werd neergezet en.hij bestelde
meteen koffie. Zij bediende zich zwijgend
van de pudding.
Joan?
Ja?
Herinner jij je nog de Harwichbootl
Welke Harwichboot?
Toen we daar samen stonden. Aaï
de railing. Weet je het nog, Joan? J<
droeg dezelfde mantel als vanavond.
Ik weet het niet. Welke avond waf
dat dan?
Joan! De belboei belde. En het wa
een sterrenhemel. En jij kwam naast mi
staan aan de railing. We spraken' samei
Je moét het je herinneren!
Ik weet het echt niet meer.
Maarhet was iets heel bijzonders
Ik heb het nooit kunnen vergeten. Zoal
wij toen samen gesproken hebben. D
eerste keer dat ik jou ontmoet heb. J;
en ik. Daar samen aan de railing. Ik mof
er altijd weer aan denken.
Ik geloof dat je je vergist Peter. C
het was een ander meisje.
Een ander meisje? Jij was het Joar
Jij alleen! Er was nooit iemand" ande
dan jij.... (Wordt vervolgd)